r
DIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
E ONBUIGZAMEN
bezoldiging.
heiloo
koedijk
grootschermer
bergen
broek op langenduk
noordscharwoude
yUwipiciaai 'Nieuws
ffeuiMetm
nieuwe bezuinigingsposten en de heffing van
e-enige nieuwe belastingen kon het evenwicht
in de begrooting niettemin worden bereikt.
De regeering heeft er echter zelfs reeds op
gewezen, hoe moeilijk het onder de tegen
woordige omstandigheden is, een juiste ra
ming van inkomsten en uitgaven te geven
Telkens weder doen zich op het gebied van
de internationale economische verhoudingen
gebeurtenissen voor, die van grooten invloed
zijn 6p onze staatsfinanciën.
In dit verband behoeft men er maar ar.n te
denken, hoe de onrust op de valutamarkt als
gevolg van de Belgische devaluatie een plot
seling eind heeft gemaakt aan de daling van
den rentevoet hier te lande. De financiering
van de vlottende schuld des Rijks is dienten
gevolge veel duurder geworden. Tevens is
de conversiebeweging, die voor den staat, de
gemeenten en provinciën zoo'n aanmerkelijke
besparing op de rente-uitgaven met zich
bracht, tot staan gekomen. Nadat in de eerste
maanden van dit jaar nog een aantal 3K
pCt. leeningen vlot plaatsing vonden, was
het maanden lang niet meer mogelijk, nieu
we leeningen met hoogeren rentevoet te emit-
teeren. Eerst tegen het eind van het jaar heeft
de provincie Noord-Holland met succes een
beroep op de markt gedaan door het emittee
rden van een 454 pCt. leening 99 pCt. De
verdere ontwikkeling van de beleggings-
markt is geheel afhankelijk van de vraag, of
van buiten af geen nieuwe storingen intre
den, waarbij wij in de eerste plaats aan de
politieke verhoudingen in Frankrijk en het
hiermede nauw samenhangende lot van den
franc denken. Blijven deze stoornissen ach
terwege, dan mag men vertrouwen, dat het
in de laatste maanden des jaars op de obli-
gatiemarkt ingetreden koersherstel geleidelijk
verdere vorderingen zal maken. Het vertrou-
wtn in dep gulden is ongetwijfeld ge
schraagd door de doelbewuste politiek van
onze regeering en de krachtige houding van
de Nederlandsche Bank, die onze valuta te
gen alle „aanvallen" heeft weten te verdedi
gen.
Wij laten hieronder een overzicht volgen
van het koersverloop van binnenlandsche be
leggingsfondsen, en voegen hieraan de notee
ringen vao eenige buitenlandsche waarden
toe. Wij stellen ons voor, het koersverloop
op de aandeelenmarkt en de bijzondere facto-
ien, die hun invloed op de verschillende af-
deelingen der beurs hebben doen gelden, in
een volgend artikel te behandelen.
4 pCt. Nederland 90 3/4, 102 5/16, 97 7/8;
354 pCt. Nederland 8754, 101 7/8, 92 7/8;
2V2 pCt. N.W.S. 66 7/8, 93 3/4, 75;
4 pCt. Ned-Indië 88 1/8, 101 15/16, 97 1/8;
4 pCt. Amsterdam 8554, 101, 93 7/16;
354 pCt. N.-Holland 83, 99 7/8, 91VS;
454 pCt. 's-Gravenhage 92, 100 3/4,
100 3/4;
4 pCt. Rotterdam 82, 100 1/8, 90 1/4;
354 pCt Holl. Spoor 78 5/16, 9754, 82 1/8;
4 pCt. Staatsspoor 78, lOOVz, 85;
7 pCt. België 5954, 6754, 641/2;
7 pCt. Dawesl. m.-verkl.) 16 3/4, 41,
201/4;
41/2 pCt. Frankrijk 75 3/8, 93, 75 3/8
4 pCt. Engeland (funding 65 3/4, 7454,
703/4;
4 pCt. South. Pacific 34, 4854, 481/8;
5 pCt. Cities Service 16, 40, 391/2;
A£ pCt. Oslo 78, 9754, 90 1/4.
De eerste getallen zijn de laagste 1935; de
daarop volgende de hoogste 1935 en de laat
ste getallen zijn van einde 1935.
LXXII.
De leden der Tweede Kamer genieten
salaris, of, zooals de Grondwet het noemt,
„schadeloostelling", en die van de Eerste
Kamer niet.
De vraag, of parlementsleden tractement
dienen te ontvangen, is er een, waarover in
vele landen warm is gestreden. Er bestaan
dan ook zeer uiteenloopende regelingen. Een
typisch voorbeeld was de schadeloosstelling,
die vroeger de leden van den Duitschen Rijks
dag ontvingen. Of het nog zoo is, weet ik
niet precies.
„De Duitsche rijksregeering", zegt von
Gerlach in een werk over het Duitsche par
lement, „draagt nog duidelijk den stempel
van het absolutisch verleden van Pruisen.
Zij voelt zich het prettigst, wanneer de Rijks
dag niet bijeen is. Daarom heeft zij met een
schier bewonderenswaardige geraffineerd
heid een wijze van schadeloosstelling uitge
dacht, welke de voor den Rijksdag sterkst
mogelijke psychologische bekoring bezitj om
zijn zitting niet voor 1 December aan te van
gen en zoo spoedig mogelijk na 1 April te
sluiten. De uitkeering der presentiegelden
vangt n.1. den len December aan met 200
Mark en klimt tot den len April maandelijks
met 100 Mark, alzoo tot 600 Mark. De
resteerende 1000 Mark worden eerst bij de
verdaging of de sluiting der zitting betaald
Is dus 1 April voorbij, dan ontvangt men
geen geld, tot de Rijksdag gereed is. Men
kan zich voorstellen hoe de afgevaardigden,
de meesten hunner zeker onbewust, tenslotte
beginnen te verlangen naar het tijdstip waar
op zij hun 1000 Mark ontvangen. Wie bij een
vergadering, en zelfs bij een hoofdelijke stem-
ming ontbreekt, beloopt een boete van 20
Mark per dag, zelfs in geval van
Wat dit laatste betreft: iets dergelijks heeft
ook bij ons bestaan. In de Staatsregeling van
1798 was de schadeloosselling voor de leden
der Staten-Generaal op 3000 bepaald, met
aftrek van 10 voor iederen dag, dat een lid
zonder verlof van den voorzitter afwezig
was. De boete is echter spoedig geschrapt.
Vóór 1848 kregen alle afgevaardigden,
ook die der Eerste Kamer, een schadeloos
stelling, maar dat is veranderd. Thans geniet
een Eerste-Kamerlid geen toelage. De leden
der Tweede Kamer ontvangen 5000 per
jaar, een bedrag, dat niet wordt uitgekeerd
aan het lid, dat het geheele jaar door af
wezig blijft. In Amerika genoot een lid der
Kamer der Afgevaardigden enkele jaren ge
leden 12.500, in Frankrijk 7500 per jaar.
Vermoedelijk zijn de bedragen thans gewij
zigd. De leden van het Engelsch Lagerhuis
werden vroeger met uitzondering van den
voorzitter (speaker) in het geheel niet be
zoldigd, maar daarin is, vergis ik mij niet,
thans ook verandering gekomen.
Dit is ongetwijfeld een verstandige maat
regel. Het is verkeerd, om de functie van
volksvertegenwoordiger absoluut als een
eerepost te beschouwen, gelijk in Engeland,
dat voor zijn Lagerhuis zeer veel eerbied
koestert, tot voor kort geschiedde.
Niet alleen zondert men zoodoende een
groot aantal personen uit en brengt een man
daat feitelijk allereerst binnen het bereik der
fefortuneerden, maar bovendien roept men
en toestand in het leven, gelijk die hier en
daar bestaat, dat afgevaardigden, welke van
rijkswege geen schadeloosstelling ontvangen,
bezoldigd worden door hun kiezers, hun
partij of hun vakvereeniging. Von Gerlach
(De Volksvertegenwoordiging, bi.' 83) ver
haalt hoe in vroeger dagen „de Engelsche
afgevaardigde zich naar Londen begaf tpr
parlementszitting, gezeten op het hem vol
gens een oud gebruik door zijn kiesdistrict
geschonken paard". Hij ontving toen ook
schadeloosstelling van zijn district. Eduard
II had daarvoor zelfs een tarief samenge
steld. De afgevaardigde John
Strange, uit Dunwich, kreeg
i n 1463 zijn schadeloosstelling
in haringen uitbetaald! In 1661
moet een Engelsch parlementslid voor het
laatste schadeloostelling van zijn district
hebben ontvangen. Dat is toch zeker een heel
verkeerd verschijnsel.
In sommige andere landen echter is het
honorarium voor Kamerleden abnormaal
hoog, en daarbij doet zich hier en daar het
eigenaardige voor, dat de gekozen verplicht
zijn zelf de kosten vcor hun verkiezing te
dragen.
Intusschen: de schadeloostelling, die hier
te landen voor de leden der Tweede Kamer
bestaat, is niet bovenmatig: zij is in opeen
volgende Grondwetten geaaala van 40C0
tot 2000, en toen weer gestegen tot 5000
De Belgische Grondwet bepaalt, dat de scha
deloosstelling niet wordt genoten door hen,
die in de stad wonen, waar geregeld verga
derd wordt. Bij ons echter dreef vroeger de
2000 velen naar de residentie.
„Voor hen, die in 's-Gravenhage wonen",
schreef mr. De Savornin Lohman eens, „zit
in die 2000 een zij het ook schrale beloo
ning voor gepresteerden arbeid; voor hen,
die verder af wonen, niet meer dan een scha
deloosstelling voor reis- en verblijfkosten, ge
ringer dan die, welke de leden der Eers.e
Kamer genieten".
Vroeger ontvingen de leden der Tweede
Kamer eenmaal per zitting, dat is dus een
maal per jaar, vergoeding van reiskosten
naar de residentie en terug naar hun woon
plaats. Aldus bepaalde uitdrukkelijk de
Grondwet. Absoluut onduidelijk is, waarop
een dergelijke bepaling steunde. Blijkbaar
onderstelde de wetgever, dat alle Kamerleden
den geheelen duur van een zitting, dus van
September tot Juni, in de residentie blijven.
Een soortgelijke bepaling kwam trouwens
reeds voor in de Staatsregeling van 1798,
die voorschreef, dat een lid van het Wet
gevend Lichaam eenmaal „voor reiskosten en
transport" een vergoeding zou ontvangen
van drie gulden voor elk uur afstand. De be
paling was echter zeer dwaas en veroorzaakte
een uittocht van afgevaardigden naar 's-Gra
venhage.
Tegenwoordig is de vergoeding beter ge
regeld: alle parlementsleden. Eerste en Twee
de Kamer, hebben een vrij_abonnement eerste
klas op de Spoorwegen. En als vergoeding
van verblijfkosten krijgen de leden der Eerste
kamer, die niet in den Haag wonen, -0
per vergadering.
De Grondwet verbiedt niet, dat een mi
nister tevens Kamerlid is. Anderzijds echter
heeft zij voor de vereeniging dier func^®
geen prikkel willen scheppen, en dus voor een
minister-afgevaardigde de f 5000, ^an -
Kamerlidmaatschap verbonden, gescnrapi.
Dat is maar goed ook.
Het is trouwens tegenwoordig een uit
nemende gewoonte, dat een Kamerlid, w
minister benoemd, als afgevaardigde be
dankt. Het tegendeel is echter wel voorge
komen. Voor het laatst in het kabinet-Pierson
(1897-1901) zaten ministers, die tevens
Kamerlid waren. Minister Borgesius nam
zijn eigen Leerplichtwet aan (50—49 stem
men). Als een eigenaardig incident kan in di.
verband nog worden vermeld, dat de mi
nister Mutsaers, die ook tevens Kamerlid
was, i nl849 een amendement voorstelde
Toen hij dit moest verdedigen, verliet hij den
ministerzetel en ging op de banken der
Kamerleden zitten. Natuurlijk is dat een on
zuivere toestand. Het parlement is de con
trole op het regeeringsbeleid en het is dwaas
heid, zoo de regeering zelf aan die controle
gaat meedoen.
En zooals gezegd: de financieele prikkel
bestaat niet, want de schadeloosstelling ver
valt voor het lid, dat tevens minister is.
Bij dit alles mag niet vergeten worden,
dat de afgevaardigden tegenwoordig voor
zieh-zelf en voor hun weduwe ook pensioen
hebben.
Heeft men dit ooit kunnen voorzien?
D. HANS.
Teraardebestelling mevr. de
KruiiBlokker.
'Dinsdagmiddag werd op de Nieuwe
begraafplaats ter aarde besteld mevr.
C. de KruifBlokker, die na een lang
durige ziekte aan haar gezin en de partij
was ontvallen.
Achter de volgwagens sloten zich aan
de afdeelingen Heiloo van de Soc. Dem.
Vrouwenclub (waarvan de overledene
penningm. was) en de S. D. A. P. Aan de
groeve voerden het woord ds. Bloemhoff,
mevr. van de Vall uit Alkmaar en de
heer P. Greeuw. In diep gevoelde woor
den werd herdacht wat zij voor haar ge
zin en voor de gemeenschap heeft ver
richt. Diep bewogen verliet men het
kerkhof.
Vuilnisbergplaats.
'Het ophalen van vuilnis en de in
richting van een stortplaats heeft
altijd de zorg van het gemeentebe
stuur gehad. Er worden in de zoo
sterk uitbreidende gemeente geen
geringe eischen aan dat bedrijf gesteld.
Voorheen had men een terrein aan een
aftakking aan den Oosterzijweg, doch
men is daar uitgewerkt. Thans is er
een terrein aan de noordzijde van den
Kanaalweg (voorheen Verschuierweg) fn
gebruik genomen. Het ls een ruime
bergplaats met veel bergruimte en ver
van de bebouwde kom. Een flink hek
(dat overklimmen uitsluit) is als af
scheiding van den openbaren weg aan
gebracht.
Boerderij van „St. Willebrordus".
'Van de stichting voor geesteszieken
„St. Willebrordus", welk gebouwencom
plex zich steeds uitbreidt, is de model
boerderij, gelegen aan den Kanaalweg,
gereed gekomen. Als alle gebouwen die
door de stichting zijn gebouwd, maakt
de nieuwe boerderij een goeden indruk
Als bedrijfsleider is aangesteld de heer
W P. Swart.
Coöp. Veilimfsvereeniging.
De Coöp. veilingsver. St. Willebrordus
hield vergadering in café Morsch, onder
presidium van den heer J. Admiraal Nzn
Omtrent de omzet van de veiling over het
verloopen jaar (er komt nog een keer in dit
jaar veiling), mocht men, gezien de tijdsom
standigheden, niet ontevreden zijn. De secre
taris gaf eenige cijfers en de omzet was plm
80.000 tegen 77.000 in 1934. Er kon dit
jaar zonder geldleening gewerkt worden,
ciaar nog eenige bezuiniging is ingevoerd. De
omzet der aardbeien was béter dan het vori
ge jaar, doch die der boonert beduidend min
der. Op 30 Dec. a s. wordt te Alkmaar de
jaarvergadering gehouden, waar de leden
toegang hebben, doch het stemrecht en deel
name aan de discussie is aan de(n) afge
vaardigde^). De agenda der jaarvergade
ring gaf geen aanleiding tot op- of aanmer
kingen. Daarna kwam in behandeling art. 11
\en het huishoudelijk reglement, dat elk jaar
door de vergadering moet vastgesteld wor
den, zoo ook de salarissen. De vergoeding
voor den voorzitter werd bepaald op 50 en
voor de overige bestuursleden op 10. De
secretaris, tevens administrateur, uit welke
hoofde hij zijn jaarwedde ontvangt, deed het
zonder vergoeding.
Het veilingpercentage werd bepaald als
volgt: aardbeien 554 pCt., erwten en boonen
754 pCt. en asperges en vroege groenten 6Vn
pCt.
Besloten werd om de volgende vergadering
eett verloting te houden, om het vergadering-
bezoek te bevorderen. Het bestuur kreeg man
daat om een bedrag hiervoor uit te trekken.
Aangedrongen werd om de producten op
deze veiling aan te voeren (helaas zijn er nog
enkelen die naar elders gaan). Tot leden van
de kascommissie werden gekozen de heeren
P. Haanraads Sr. en P. Groot. De rondvraag
bracht interne zaken naar voren, waarna
sluiting.
T oonee luit voering.
Woensdagavond werd door de too-
neelvereeniging „De Roos" een open
bare uitvoering gegeven in het lokaal
van den heer Jb. Groot.
Ten beste werd gegeven „De baas in
huls", Amerikaansch blijspel ln drie be
drijven van M. Flavin, onder leiding
van den heer Kooiman, van Bergen. „De
Roos" heeft er goed aan gedaan voor
dezen avond een blijspel naar voren te
brengen, waarvoor groote belangstel
ling was, zoodat zij een goed bezette
zaal had, hetwelk den spelers kracht
geeft om zich geheel te geven, en zij
hebben daar ten volle aan voldaan.
Aan tooneelaankleeding en grimee
ring was de meeste zorg besteed, en het
samenspel liep vlot van stapel, zoodat
men bij open doek applaus In ontvangst
had te nemen, waarbij tot uiting kwam
dat de aanwezigen zich uitstekend ge
amuseerd hebben.
De Jollyband van Dirkshorn zorgde
tusschen de bedrijven en bij het bal
voor uitstekende muziek.
Het geheel was een goed geslaagde
avond.
Uitvoering.
Den tweeden Kerstdag gaf de too-
neelvereeniging „Thalia" in samenwerking
met de afdeeling Groot-Schermer van den
Bond voor Staatspensionneering een open
bare uitvoering ten huize van den heer H.
van Truijen.
Opgevoerd werd het bekende tooneelspel
Onder één dak" door J. Fabricius. Ho«.
wel geen bepaald propaganda-stuk, leent
dit werk zich uitstekend op een propagan-
da-avond voor Staatspensionneering en al
geeft het vele ernstige gedeelten, de fijne
humor ontbreekt evenmin. De rollen waren
in goede handen. Het publiek was muisstil
en volgde met spanning de drie bedrijven.
Uitstekend werden de personen weerge
geven en een hartelijk applaus na ieder be
drijf was ten volle verdiend.
Na afloop dankte de voorzitter van
Staatspensionneering de Thalia-leden voor
het keurige spel en hoopte hij, dat dit niet
de laatste keer zou zijn, dat Thalia mede
werking verleende aan een avond als deze.
De zaal was behoorlijk bezet en van het
„bal na" werd een druk gebruik gemaakt.
De ziekte van oud-wethouder
Apeldoorn.
Gezondheidsredenen noopten wethou
der Apeldoorn zich niet meer herkies
baar te stellen. Begin September heeft
hij, na 8 maanden als loco-burgemeester
te zijn opgetreden, op grootsche
wijze van den raad en het gemeen-
tepersoneel afscheid genomen. Hoewel
de hoop van allen was dat de heer Apel
doorn nog vele jaren een verdiend on
politiek leven zou leiden, vreesden de
ingewijden, Dat dit niet het geval zou
zijn omdat het hun hekend was, dal hij
lijdende wa6 aan een chronische ziekte.
Thans is die ziekte dermate toegeno
men dat zijn toestand reden tot onge
rustheid geeft en men hem de H. Sacra
menten der stervenden heeft toegediend.
Wijdings-concert.
'Door het fanfarecorps A.D.V.E.N.D.O.
werd len Kerstdag een wijdings-concert
gegeven in de geref. kerk.
Dat deze concerten meer en meer in
gang vinden bij het publiek moge wel
hieruit blijken dat de kerk weer geheel
bezet was met bezoekers.
Een 15-tal nummers werden onder
aandachtige 6tilte ten gehoor© gebracht,
alle meer of minder betrekking heb
bende op het kerstgebeuren.
Kerstconcerten.
Door de christelijke zangvereeniglng
„Soli Deo Gloria", dirigent de heer Paul
Kok, werd den tweeden Kerstdag in de
Geref. kerk een goed geslaagd concert
gegeven, terwijl door de R. K. zangver-
eeniging „St Caecilia", onder leiding
van den heer Jac. N. Al in hotel „de
Burg" een concert werd gegeven.
Belde concerten mochten zich in een
flinke belangstelling verheugen.
Verg, A. R. Kiesvereeniging.
De A. R. Kiesvereenlging vergaderde
in de groote zaal achter de Geref. kerk-
De heer J. Swager hield een inleiding
over „Onze landsverdediging". Op dit
onderwerp volgde een breedvoerige ge-
dachtenwisseling.
Afgevaardigd werd naar de vergade
ring der Centrale, te houden in Broek
op Langendijk, de heer F. v. Dijk.
D
naar het Engelsch
van J. 8. FLETCHER
door mr.
H. J. H.
26)
De vrouw was doodsbleek van woede,
haar oogen schoten vuur en haar vale lip
pen waren opgetrokken als die van een nij-
digen hond. En even onverwacht als ze
verschenen was, begon ze ook te spreken,
terwijl ze haar verweerde werkhanden te
gen den verleider van haar zoon ophield.
„Zoo, ben je bezig het stukje land te be
kijken, dat je mijn zoon afgetroggeld hebt?"
vroeg ze met een grijnslach, die Oliver
haar bijna ontsteld deed aanzien. „Ga je
gang!Kijk goed uit je oogen! Geniet er
vanT... Maar kijk mij ook eens aan! Ik
heb je wat te vertellen! Ik weet, wat je
denktik kan in je gemeene hersens en
in je valsche hart zien. Ik weet, als had jc
het me zelf verteld, wat je plannen zijn
ik snap ze volkomenplannen voor de
toekomsten je bent al een man van
zestig jaar. Luister eens!., bouw maar...
je zult toch nooit wonen in wat je gebouwd
hebt!... Voer je plannen uit., en je zult
ze in duigen zien vallen! Verbeeld je, dat
je hier leven brengten je brengt niets
anders dan den dood!Zoo zeker als dat
water daar stroomt, Carsdale, zoo zeker
komt dood en teleurstelling en de misluk
king van de plannen op je af!"
Oliver had onder haar woorden zijn hoofd
hoog opgericht en toen hij sprak, was zijn
stem droog en zakelijk.
„Ik zal je eens vertellen, hoe de zaak
staat, vrouw Scarpe. Ik zal ditmaal je drei
gementen over het hoofd zienmaar ik
zal je ook iets vertellen. Jij loopt op mijn
grond, maak dat je er af tornt!"
Maar voordat hij uitgesproken was, had
Miriam zich al omgedraaid. Ze keek snel
om zich heen, liep dwars door de weiden
heen en klauterde vlug tegen den omringen
den rotswand op. De ochtend was nog niet
voorbij, toen zij haar huiskamer binnen
trad en haar zoon met zijn derde kruik bier
voor zich zag zitten. Matthew had zich
bar terneergeslagen gevoeld en had zijn
troost bij het biervat gezocht.
„Ik heb gehoord, dat je een boerderij er
gens in het laagland wilt hebben", zei Mi
riam, alsof ze tot een vreemde sprak.
„Enals dat eens zoo was?" bromde
Matthew.
„Ga dan maar! Ga er een zoeken! Neem
je geld mee... het is bloedgeld! Ga.,
wanneer je maar wilt. Ik blijf hier, waar ik
getrouwd ben! Er zal wel iemand gevonden
worden, die me begraven zal, als het zoo
ver is. Maar... jij d'r uit! Weg met je...
ik wil je nooit meer zien, hoor je!"
HOOFDSTUK XI.
Vóór wat, hoort wat!
Gedurende de week, die volgde op hun
vrij gemoedelijke scheiding, deed Oliver
feen enkele poging om met zijn zoon in ver-
inding te komen. Als Louis het dan het
beste gevonden had om van elkaar te
gaan, dan moest het maar zoo zijn! Oliver
was er de man niet naar om zich op te
dringen aan menschen, die een anderen weg
wilden gaan dan hijzelf. Hij gaf geen ant
woord op den brief van Louis en, omdat
hij, na zijn ruzie met Bickerdyke, niet meer
in de club kwam, was er ook niet veel kans,
dat ze elkander zouden ontmoeten. De werk
plaats, waar Louis zich met zijn uitvin
ding bezig was, lag aan 't andere einde der
stad, ver van de fabriek van zijn vader en
hij was niet gewend, zich evenals zijn va
der, veel op straat te laten zien. Als die
twee elkander trouwens op straat of op de
Markt zouden ontmoet hebben, dan zouden
ze elkaar volstrekt niet onaangenaam beje
gend hebbenze zouden heel vriend
schappelijk een paar woorden hebben ge
wisseld en even koeltjes afscheid hebben
genomen, als ze elkaar hadden begroet.
Louis begreep zijn vader en Oliver, al be
greep hij zijn zoon dan ook niet volkomen,
had toch een zeker ontzag voor hem en be
schouwde hem als een verstandig jong-
inensch. En Oliver had eerbied voor ieder
een, die zich van de gewone massa wist te
onderscheiden, al was het in nog zoo'n on-
beteekenend ding.
Maar op het eind van die week kwam hij
aan het ontbijt en overviel miss Benia, zoo
dra ze alleen waren, met een rechtstreek-
sche vraag. Zoo vormelijk hij ook aan het
diner was, zoo gewoontjes verlangde hij 't
ontbijt, waarbij hij dan ook van tafeldienen
niet wilde weten. En uit zijn aard was hij
in den vroegen morgen ook het meest mede
deelzaam en Benia wist uit ondervinding,
dat hij, als hij iets op zijn hart had, dit
steeds aan het ontbijt vertelde.
„Ik veronderstel, dat je den jongen deze
week nog wel gezien hebt, Benia? Ja, daar
ben ik wel zeker van!" zei hij.
„Ja, natuurlijk heb ik hem gezien, Oli
ver", antwoordde Benia. „Ik zag geen re
den waarom ik dat niet zou doen. Al heb
ben jullie dan oneenigheid met elkaar, daar
heb ik toch niets giee te maken, wel?"
„Neen hoor, dat is in orde, beste meid",
zei Oliver. „Al wil je hem elk uur van den
dag spreken! En hij kan hier ook gerust ko
men ik heb hem het huis immers niet
uitgejaagd? Hij is gewoonweg heenge
gaan in de meening dat hij beter onaf
hankelijk kon zijn. Waar heb je hem ge
sproken?"
„In zijn werkplaats", antwoordde Benia.
„Ik wist niet, waar ik hem anders zoeken
moest".
„Waar woont hij dan?" vroeg Oliver.
„Heeft hij je dat niet verteld?"
„Voorloopig in de Griffin", zei Benia
„Maar hij heeft niet verteld, waarheen hij
van plan is te gaan wonen. Hij kan net zoo
gesloten zijn als jij, als het hem te pas
komt, dat weet je zelf ook wel".
„Dat bewijst zijn gezonde verstand!" zei
Oliver goedgehumeurd. „Maar... heeft hij
soms nog wat gezegd over dat meisje
van Joe Bickerdyke?"
„Neen... heelemaal niet!" antwoordde
Benia. „Geen woord! Hij heeft nergens
over gesproken dan alleen over zijn machi-
ne
„Zoo, zoo. nou ik denk zoo, dat Louis
een macht geld uit dat ding zal slaan Ik
verwacht het vast. Mij best! Nou dan
ik ga vandaag naar Londen. Ik blijf er een
week, het kan ook wel tien dagen worden
Ga dus maar je gewone gangetje, terwijl
ik weg ben. Als je graag wat gezelschm
hebt stuur dan aan een of andere vriendin
een telegram dat ze je gezelschap komt
houdenal wou je ze allemaal laten ko
men. Ze zijn welkom, hoor!"
„Och, ik zal wel eens zien, Oliver", ze'
Benia. „Ik voel me best op mijn gemak
ik heb altijd genoeg te doen dat weet je
ook wel. Heb je alles al ingepakt, wat je
noodig hebt?"
„Ja, dat is klaarik heb niets meer le
doen dan naar den trein te rijden, die om
tien uur vertrekt".
Kort daarop vertrok hij met twee groote
koffers. En toen hij in zijn wagen stapte,
zei hij tegen zijn chauffeur: „Stop onder
weg even bij de Old Bank, wil je? we heb
ben ineer dan tijd genoeg".
Hijzelf had geen rekening bij de OW
Bank. Hij had zijn geld op een bijkantoor
van een groote moderne Londensche Bank-
vereeniging, die overal in het land afdee
lingen had, maar toch kenden de bedienden
hem daar goed genoeg om hem dadelijk bij
den directeur toe te laten. Oliver begon
direct, zonder den stoel, ie hem haastig
aangeboden werd, aan te nemen, over za
ken
„Dank u, ik heb geen tijd om te gaan zit
ten. Ik moet den expres nog halen en 1*
zal u niet langer aan twee minuten bezig
houden. Mijn zoon, Louis Carsdale heef
hier immers een rekening staan, is her
niet?"
„Jazeker, al een jaar lang", antwoordde
de directeur.
„U weer er denkelijk wel van af, dat OT»
zoon bezig is een af andere nieuwe machine
uit te vinden?"
„Dan zal het wel een goede worden, mij"
heer Carsdale", meende de direft*Vl,
lachend. „Ik veronderstel dat die een hef',
omwenteling zal moet°n te weeg brengen
(Wordt vervolgd)