X)amtubeiek
'mfyK
wè,
yJit Wm. mm.
BIJ DEN AAN'vANG VAN MET JAAR
OM NA TE TEEKENEN EN TE KLEUREN;
zw/-
Mjm*L M_ H
^i l l
'//m
«A
f,y W.,
SÉ"VVi
////////y'wm
VMy///. v/Z/y///. rin v///////. vmv///.
W/s
iü ia ifc
Wi.
Wï...
'mm
m.
W'.
TW/y.
RaadseBhoekie
AFSCHEID.
Miep en de oliebollen.
NlE uwjaar
GEBROEDERS„GOCHEM"
23. Pgof Kg6
24. Lh5f Kh5
25. Tacl Del!
26. Tel Kg5.
27. Lg7 Tf2? Wit geeft op. Immers
na 28. Kf2 volgt 28. Le3f en
29Lel
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1416.
Stand.
Zw. 11 sch. op: 8, 9, 10, 12,13,16, 18,19,
23 25 40.
W. 'll sch. op: 26, 27, 28, 31/34, 45, 48,
49, 50.
Oplossing.
1. 34—30 1. 25 34
2. 27—21 2. 16:29
3. 49-43 3. 23 32
4. 31—27 4. 32:21
5. 26:17 5. 12:21
6. 43—39 6. 34 43
7. 45 5 7. 43-49
8. 5:16 8. 48-35
9. 50-44 9. 35 49
10. 48—43 10. 49 38
11. 16:49!
Merkwaardige standen.
De volgende combinatie is van den
oud-wereldkampioen B. Springer.
Zw. 14 sch. op: 2, 3, 8, 10, 12, 13, 14, 17,
19, 22, 24/27.
W. 14 sch. op: 28, 31, 33/37, 39, 41, 42,
44, 46, 48, 49.
Wit maakt hier den volgenden schit
terenden slagzet.
1. 33—29 1. 24 33 (gedw.j
2. 34—29 2. 33:24
3. 35—30! 3. 25:43
4. 49 38 4. 22 33
5. 38: 7 5. 2 11
6. 31 :22 6. 17:28
7. 37—31 7. 26 37
8. 41: 5!
On3 compliment.
Als wit in den volgenden stand:
Zw 9 sch. op: 8, 14, 15, 17, 18, 20, 24,
25, 41.
W. 11 sch. op: 28, 29, 33/36, 38, 40, 45,
47, 48.
36—31 speelt, moet zwart wel 41—46
laten volgen om de mooie schijf op 41
niet te verliezen. Tet vervolg is dan:
28—22 17 30
40—34 29 42
48 37 46 40
35:24 20:29
45: 3! en wint daar zwart moet
zetten en de vangstelling dus moet af
breken. Deze stand is samengesteld door
I. Weiss.
Ter oplossing voor deze week: T
Probleem 1417 van P. Kleute Jr.,
den Haag.
(Een jaarwisselingsprobleem speciaal
door den auteur opgedragen aan de
Noordhollandsche dammers).
'JP'# YZM> Wüb
i WÉ m, IT
Zw. 14 sch. op: 3, 6, 9, 10, 11, 16, 18, 19,
23, 24, 28, 29, 34, 36.
W. 15 sch. op: 21, 25, 26, 27, 31, 32, 35,
40, 41, 42, 44, 45, 47, 48, 50.
In onze volgende rubriek geven wij
de oplossing.
Correspondentie. P. K. Jr. d. H. Har
telijk dank. Wat dunkt u van „Sempie
Crescendo" voor de nieuwe serie? Zien
oplossing van eerste probleem met be
langstelling tegemoet.
Oplossing der raadsels uit
het vorige nummer.
Voor grooteren.
1. Ik zal in zijn koffer de boeken ber
gen. (Llnz).
Zij vroeg zich maar steeds af, waar
om Eva zoo plotseling vertrokken
was. (Rome).
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Alle maanden, op een rij,
Komen aangehuppeld, blij.
Maar door 't poortje van den Tijd
Wordt er eentje maar geleid.
Januari, Wintermaand,
Is het meest naar voren staand,
Met zijn schaatsen en zijn slee.
Hij brengt ijs en sneeuw toch mee!
D'and'ren denken: mocht 'k ook
maar!
Ik ben immers ook al klaar!
Maar hier is het: niet gezeurd!
't Gaat geregeld op de beurt.
't Elftal moet dus weer naar bed.
'n Wekker wordt al klaar gezet.
Vader Tijd roept nooit te laat,
Zoodat ieder slapen gaat.
(Nadruk verboden).
Alle twaalf zijn trouwe makkers,
Sommige wel echte rakkers!
Maar een missen? Liever niet!
't Deed me stellig veel verdriet!
Nu, tot later dus, hoor Elf!
Ik ga gauw naar school weer zelf
En verheug me je te zien,
N u nog elf en straks maar tien!
Want steeds kleiner wordt de rij
En ik ben altijd heel blij,
Als de twaalfde er weer is,
Wantik heb het heusch niet
mis!....
D'allerlaatste brengt veel feest,
Dat 's nog elk jaar zoo geweest!
Wel te ru6ten, maar... kom weer!
Allen, tot een volgend keer!
Het kind kwam in den eersten wa
gen zitten. (Minden).
Kende Louise haar les goed? (Arles).
2. K Kabeljauw
1 a f
r o b ij n
scherts
kabeljauw
baljurk
kraai
bus
w
3. Begonia, Boeg, boon, big, Anna.
4. Wezel.
Voor kleineren.
1. Klap, stuk; klapstuk.
2. Een sneeuwpop.
3.
D
E
N
E
V
A
N
A
P
4. Een glas en een vaas.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Mijn geheel wordt met 9 letters ge
schreven en noemt een dag in het
jaar.
6, 8, 1 is een jongensnaam.
Een 3, 3, 4, 5 is een tijdsverloop.
5, 2, 3, 9 is een zeeplant.
6, 4, 1, 2 is een maand.
5, 8, 7, 1 is een ander woord voor ver
beelding.
2. Welke kasteelen kunnen het vlugst
gebouwd worden?
3. Verborgen dieren.
In dat slib is onze Herman gevallen.
Jan vertelt dit voorval heel anders
dan Jenny.
Theodoor zag Em strak voor zich uit
kijken.
Zij plaste uren aan een stuk in het
water.
Het kind is heel zwaar en daarom
mag je het niet dragen.
4. Als mijn eerste een wapen is en mijn
tweede in het water leeft, welk
dier is dan mijn geheel?
Voor kleineren.
1. Op de zigzag-kruisjeslijn komt de
naam van een stad in Zeeland.
X Ie rij een knaagdiertje.
X 2e een deel van je hand.
X 3e iets, waaraan bijna
i X iedereen zich meer of
X minder stoort.
X 4e een deel van je gezicht.
X 5e een vrucht.
X 6e een visch.
X 7e een vaartuig.
X 8e het tegenovergestelde
van goedkoop
9e een groot gebouw.
10e iets, waaruit sommige
dieren eten.
2. Noem mij eens een roos,
Die soms flink kan zingen
En diezelfde roos
Kan meestal ook springen.
3. Maak dieren van:
lor dik ko
schip dal d
lacht Ina
jan gil
4. Welk boek kun je nooit uitlezen?
(Nadruk verboden).
Oude Jaar, we nemen afscheid,
Want vannacht moet je weer weg.
'k Wil nog even je bedanken.
Zóó mag je niet heengaan, zeg
Want je was een trouwe makker,
Heel veel goeds heb j' ons gebracht!
Daaraan willen wij nu denken
In den allerlaatsten nacht.
Wij ontvingen je als Nieuwjaar,
Maar nu ga je weg, heel oud.
Wil je alsjeblieft vergeten,
Dat we wel eens waren stout?
Morgen vroeg is het je zoon, die
Vroolijk bij onë bedje staat!
Juist verschijnt hij, als ons klokje
Bim-bam! twalef keeren slaat.
Dan wordt h ij weer onze makker
Oude Jaartje, rust maar zacht!
In gedachten wuiven w' even,
Oude Jaartje .goeden nacht!
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
i.
Moeder gaat straks oliebollen bakken,
Het meel is nu reeds klaar gezet!
Miepje zit bij de keukentafel en rijgt
kraaltjes
Over een poosje begint de pret.
II.
Moeder kocht krenten en rozijnen
En ook sucade nog er bij
Bij de gedachte aan al dat lekkers
Staat Miep's gezichtje blij.
III.
Daar hoort ze al de boter sissen
Moeder doet het beslag nu in de pan
De oliebollen groeien tot een stapel
„Misschien" denkt Miep „krijg ik er
ééntje van".
V.
Moeder geeft haar een dikke met
rozijnen
„Voor mij," zegt ze met een oolijk snuitje
Is heusch het oude jaar geen strop.
MARIE K.
Als de klok haar zware slagen
Twalef malen heeft gedaan,
Dan zegt iedereen vol blijdschap:
,,'t Nieuwe Jaar is ingegaan!"
't Nieuwe Jaar is aangetreden,
Jong, pas enk'le uren oud;
't Nieuwe Jaar, dat voor ons allen,
Naar ik hoop, veel goeds inhoudt!
(Nadruk verboden).
Weer een jaar, dat is begonnen!
Wat zou 't brengen? Zonneschijn?
Weer een jaar van ernstig leeren,
Flink ons best doen, ijv'rig zijn!
Ik wensch veel geluk aan leder,
Die ons kinderkrantje leest,
En w'aan 't einde kunnen zeggen:
,,'t Is een heel goed jaar geweest!"
RO FRANKFORT—WERKENDAM.
Deze beertjes komen een gelukkig
Nieuwjaar wenschen.
'n Leuk werkje, hè? om ze na te
teekenen, te kleuren ente sturen aan
wie je het liefste wilt.
't Best kun je ze nateekenen op een
correspondentie- of briefkaart.
Met potlood teeken je h e e 1 dun de
lijnen A, B, C en D. Deze hulplijnen
worden later weggestuft. E is de on
derkant, D komt 1Y» c.M. hooger, C 2H
c.M. hooger dan D, B 2 c.M. hooger dan
C en A tVi c.M. hooger dan B.
fic,^
GELUKKIG
Daarna ga je de figuurtjes teekenen.
De cirkeltjes trek je om een knoop of
halven cent.
Als je daarmee klaar bent, stuf je de
hoeken van de beertjes en de ronde
lijn in hun snuit luchtig weg.
Met een zacht potlood teeken je de
rest wat krachtiger over, zoodat het er
uitziet als figuur B. Je ziet zelf wel, wat
je er bij moet teekenen. En vergeet niet,
als je de bloemen, welke het voorste
beertje draagt, klaar hebt, de ronde
lijntjes er omheen weg te stuffen.
Dan alles netjes kleuren. Je zet op de
aangegeven plaats „Gelukkig Nieuw
jaar", schrijft er nu je naam nog op
enje kunt je gelukwensch verzen
den.
(Nadruk verboden).
47. Het was een warme avond en puffend
kwam Pieterse eindelijk thuis. „Hè, Ka", sput
terde hij, „hoe kan je met zoo'n potdicht huis
zitten in deze warmte. Gooi alsjeblieft de boel
openen zelf schoof hij de ramen van de ka
mer op. Terwijl zij aan tafel zaten voor de
avondboterham, slopen Pit en Pat lanes het
huisje, tot onder de ramen.
t hield de roode zakdoek met inhoud vast,
terwijl Pat voorzichtig de knoopen lospeuterde.
Hij pakte daarna de 4 punten beet, keek naar
tnnnen en deponeerde het vrachtje kikkers vlug
door het raam in de kamer. Pieterse en zijn
vrouw hadden niets bemerkt, want Ka deed
flink haar woordje over het inktongeval van
dien. middag.