DE GEBROEDERS „OOCHEM"
!Pjuwütciaal Tlieuuis
SCHERMERMORN
BERGEN
NOORDSCHARWOUDE
JngeMHtdeii Stukken
daar velen hieraan gehoor hebben gegeven.
Nadat door den heer Th. van Gijzen een
korte uiteenzetting was gegeven van het
groote belang eener philatelistische vereeni-
ging, waaraan voor de verzamelaars groote
vcordeelen zijn verbonden, werd spontaan
tot oprichting besloten.
Hoezeer de aanwezigen met het plan
sympathiseerden, moge blijken uit het feit,
dat alle aanwezigen zich als lid der nieuwe
vereeniging opgaven. Als voorloopig bestuur
werden gekozen de heeren C. Schneiders,
Th. van Gij zen en G. J. Genefaas, resp. als
voorzitter, secretaris en penningmeester.
Hun werd opgedragen de voorbereidende
werkzaamheden uit te werken.
Voorts werd besloten dat de vereeniging
den naam zal dragen van „Postzegelvereeni
ging Alkmaar en Omstreken".
De leeftijdsgrens der leden is bepaald op
16 jaar. Voor jongeren is opgericht een
adspiranten-afdeeling. Voor eerstgenoem-
den bedraagt de contributie 2 per jaar,
voor de adspir. leden 10 cent per maand.
Het ligt in de bedoeling om den jeugdigen
verzamelaars eens per week de gelegenheid
te geven voor ruilen en verhandelen van
zegels en voor de leden eens per maand.
Voor dit doel stelt de heer van Gijzen één
zijner zalen welwillend beschikbaar. Gezien
de omvangrijke arbeid van het voorloopig
bestuur om tot goede resultaten te komen is
de eerstvolgende algemeene vergadering be
paald op 6 Februari a.s. in het Wapen van
Heemskerk, waartoe alle postzegel liefheb
bers van Alkmaar en Omstreken worden
uitgenoodigd. Tevens zullen dien avond alle
bijzonderheden worden kenbaar gemaakt.
Reeds nu bestaat de gelegenheid zich bij den
secretaris als lid op te geven.
Gezien de vele verzamelaars hier ter stede
en in den omtrek, zal deze vereeniging. die
een noviteit voor Alkmaar beteekent, groote
levensvatbaarheid bezitten. De groote op
voedende kracht, die van het postzegelver-
zamelen uitgaat, zal vooral voor de jeugd
van groote waarde zijn, daar philatelisten
van grooten naam hier ter stede hunne
medewerking zullen verleenen.
Jubileum Vereeniging „Hulpbetoon"
De vereeniging „Hulpbetoon" vierde op
6 Jauari haar 20-jarig bestaan. In de keurig
versierde kleine zaal van den heer Schreu-
der waren ruim 60 dames aanwezig. De bij
eenkomst stond onder leiding van de voor
zitster, mevr. Meindersma. Na allen welkom
te hebben geheeten, memoreerde spr. de op
richting op 5 Jan. 1916 door nu wijlen ds.
Zijlker. De eerste presidente, mevr. de
Leeuw, heeft met behulp van hare mede
bestuursleden de vereeniging, die aanvanke
lijk met een gering aantal leden begon,
weten uit te breiden. Thans telt deze 110
leden. Mevr. de Leeuw bleef tot het 12 1/2-
jarig jubileum voorzitster, waarna op haar
advies in haar plaats werd benoemd mevr.
Meindersma. Van de eerste bestuursleden
waren thans nog in functie mevr. v. d.
Cappelle en mevr Schreuder.
De voorzitster sprak een woord van hulde
tot mevr. de Leeuw en de beide andere
dames en als attentie werd hun een bloe
menhulde aangeboden. Verder heette spr.
dr. Heringa en den heer de Groot welkom.
Ook den bode, den heer Timmerman, werd
dank gebracht en de heer familie Timmer
man voor hunne bloemenattentie. Spr.
bracht aan alle leden dank voor hunnen
steun, waardoor de vereeniging in staat
was, zooveel hulp te bieden aan zieken,
herstellenden en soms ook aan armen.
Hierna las de secretaresse, mevr. Los, een
verslag van de vereeniging over 20 jaar. Uit
dit keurig weergegeven verslag stippen wij
aan, dat de vereeniging werd opgericht door
ds. Zijlker en bestuursleden werden mevr.
de Leeuw, mej. Westerhof, mej. H. van der
Molen, mevr. Cappelle en mej. A. M. Roden
burg. Door den ijver van het bestuur waren
al spoedig 62 leden bijeen. De 27e Januari
1926 werd op eenigszins feestelijke wijze
het 10-jarig bestaan en in 1928 het 12 1/2-
jarig bestaan herdacht, alwaar werden ge
huldigd de dames, die 12 1/2 jaar in het be
stuur waren geweest.
De penningmeesteresse, mevr. v. d. Cap
pelle, deed rekening over het afgeloopen
jaar, maar gaf tevens een overzicht van de
geldmiddelen over de 20 jaar van het be
staan. Wij hoorden, dat de vereeniging is
begonnen met 32.45 van vrijwillige bij
dragen en thans een bezit heeft van 391,25.
Voor 1935 waren de inkomsten 163.61, de
uitgaven 86.84, alzoo een batig saldo, groot
76.77. De rekening met bescheiden werd
nagezien door de heeren dr. Heringa en de
Groot. De heer de Groot bracht verslag
hiervan uit en zeide deze keurig in orde te
hebben bevonden. Spr. adviseerde tot vast
stelling, waartoe onder applaus werd be
sloten.
De voorzitster dankte secretaresse en pen
ningmeesteresse voor hun mooie verslagen.
De 4 aftredende bestuursleden, mevr.
Schreuder, mevr. Mauriks, mevr. Klippel en
mevr. Bisschop, werden op voorstel van
mevr. Plevier bij acclamatie herkozen. Het
officieele gedeelte was hiermede afgeloopen;
het feestelijke gedeelte begon met het zin
gen van een Welkomstlied, gemaakt door
iden heer Schreuder en op de piano bege
leid door mej. Klippel, terwijl de thee en
eenige versnaperingen werden rondgediend.
Door mevr. v. d. Cappelle werd nog naar
voren gebracht de altijd aangename samen
werking tusschen de bestuursleden
Hierna werd het woord gevoerd door dr.
Heringa, die sprak namens de medici, ook
van de Rijp en voor de aangename samen
werking tusschen medici en bestuur een
bloemenattentie aanbood. Spr. zeide, dat de
inzichten van de vereeniging gewijzigd
werden door de veranderde inzichten van
de medici, wat door spr. op prijs werd ge
steld. Hulpbetoon was een kind van zijn
tijd, dat met de adviezen van de doctoren
meeging. Spr. heeft een open oog voor deze
vereeniging, onder de leden heerscht een
ruime geest, geen politieke of godsdienstige,
maar eendrachtige samenwerking, terwijl
zij hulp biedt, waar die noodig is.
De voorzitster sprak haar dank tot dr.
Heringa en de overige medici, ook voor de
diensten steeds aan de vereeniging bewezen.
Ook de burgemeester complimenteerde de
vereeniging met haar jubileum. Hij was er
trotsch op, dat in een kleine gemeente zoo
veel goed werd gedaan door deze vereeni
ging, welke er naar streeft, algemeen hulp
te bieden. Als bewijs van erkentelijkheid
bood spr. een mand bloemen aan.
De voorzitster dankte den burgemeester;
het bestuur was getroffen door zooveel har
telijke woorden.
Nadat de heer de Groot nog een afscheids
woord had gesproken, verlieten deze heeren
de zaal.
Verder werden door mevr. WitPlevier
en mevr. de WitKluft nog naar voren ge
bracht een verslag van de vereeniging in
dichtvorm en door mevr. van de Cappelle
„Door wel te doen op aarde, maakt U de
hemel waard.
Nog tal van voordrachten werden hierna
gehouden, zoodat het reeds half 3 was ge
worden, toen de voorzitster de bijeenkomst
sloot.
Hulpbetoon kan met welgevallen op dezen
goed geslaagden feestavond terugzien.
Het kleuteronderwijs. Men
streve naar samenwerking.
In zijn laatst gehouden vergadering be
sloot de raad, om, behoudens goedkeuring
van den inspecteur van het onderwijs, aan
Volksonderwijs in de openbare school het
lokaal voor handenarbeid, boven die school,
voor het kleuteronderwijs af te staan. De
raad sprak daarbij den wensch uit, dat
samenwerking voor het kleuteronderwijs bij
de niet-conventioneele scholen tot stand zou
worden gebracht. Met het oog op het wen-
schelijke van die samenwerking drong een
deel van den ïaad er zelfs op aan, om een
beslissing op het verzoek aan te houden,
doch de meerderheid was van oordeel, dat
door reeds dadelijk gunstig te beslissen, de
samenwerking bevorderd zou worden.
Deze samenwerking is echter nog niet tot
stand gekomen en als wij ons niet bedrie
gen, dreigt deze samenwerking zelfs te mis
likken, omdat een agressief deel in de afd.
van Volksonderwijs het kleuteronderwijs
niet wenscht in het belang van het Volks
onderwijs. doch als voedingsbodem voor de
openoare school.
Om meet dan een reden zouden wij het
betreuren, wanneer door de afdeeling den
weg van deze agressieven werd gevolgd.
Wij achten het foutief, dat in Bergen de
schoolstrijd herleeft in een strijd om de
kleuters en zijn van oordeel, dat het ver
schillend onderwijs in Bergen op rustigp
wijze, met opvoering van de energie der
leerkrachten, tot het hoogst nuttige effect
behoort te worden gebracht en achten het
voor het onderwijs eenvoudig funest, wan
neer de leerkrachten bij het onderwijs in de
gemeente werkzaam, in den strijd om de
kleuters tegenover elkander worden ge
plaatst.
Tot nog toe werd er in Bergen alleen bjj
de R.K. school kleuteronderwijs gegeven.
Aangespoord door een bjj het andere volks
deel gevoelde behoefte naar dit onderwijl
stichtte een bevoegde leerkracht in een
lokaal van de christelijke 6chool een kleu
terklas, die bloeide en door kleuters van de
verschillende volksgroepen werd bezocht.
Het Dokter Dekkershuis volgde op denzelf
den grondslag van het particuliere initiatief.
Wij kunnen ons voorstellen, dat „Volks
onderwijs", nu door het verhoogen van den
toelatingsleeftijd voor de lagere school, de
behoefte aan voorbereidend lager onderwijs
sterker wordt gevoeld, zich thans ook voor
het kleuteronderwijs interesseert, doch wij
kunnen er voor het openbaar onderwijs geen
bezwaar in zien, dat dit onderwijs door een
particuliere leerkracht wordt gegeven, ook
al is het lokaal een afzonderlijk lokaal van
de christelijke school. Het katholiek zijn van
deze leerkracht wordt door Volksonderwijs
niet als een bezwaar gevoeld, anders zou
Volksonderwijs toch moeilijk deze leer
kracht hebben bewogen om zich te verbin
den aan de door Volksonderwijs te stichten
kleuterschool.
Het liefst zouden wij hebben gezien, dat
door het particuliere initiatief in Bergen een
werkelijke kleuterschool voor alle richtin
gen tot stand werd gebracht en in ieder ge
val betreuren wij het, dat er thans gevaar
dreigt, dat Bergen straks opgescheept zit
met een vijftal z.g. kleuterschooltjes, die
den naam feitelijk niet verdienen.
Reeds thans worden van christelijke zijde
pogingen in het werk gesteld om spoedig
een eigen kleuterschool te openen en wan
neer de door de Berger schoolvereeniging
gewilde samenwerking er niet komt, dan
ligt het voor de hand, dat door haar het ge
geven voorbeeld wordt gevolgd, hetgeen
noodwendig verhooging van uitgaven voor
de gemeente met zich zal brengen, uitga
ven, die de gemeentekas ten eenenmale niet
gedoogt. Men behoeft volstrekt niet tot de
ingewijden te behooren, om te weten, dat
de raad straks groote moeite zal hebben om
de eindjes van de gemeentebegrooting aan
elkander te knoopen. De economische toe
stand in Bergen is allesbehalve rooskleurig.
En in het belang van het kleuteronder
wijs men bedenke toch, dat bij dit onder
wijs het aanpassend onderwijs voor de la
gere school niet de voornaamste factor is,
doch dat ook gelet moet worden op de licha
melijke ontwikkeling en het aangenaam
bezig houden van de kleintjes, waarvan in
de verschillende éénlokalige schooltjes wei
nig terecht kan komen en in het alge
meen belang dringen wij er dan ook op aan,
dat het mogelijke wordt gedaan om daar,
waar samenwerking verkregen kan worden,
die tot stand te brengen.
Volksonderwijs behoort voor alles het oog
gericht te houden op het verkrijgen van
goed kleuteronderwijs. Dat er gevaar dreig
de, dat dit uit het oog werd verloren, be
wees reeds het feit, dat men het kleuter
onderwijs onder heeft willen brengen in
het bovenlokaal van de openbare school.
Het verwondert ons dan ook geenszins,
dat de inspecteur van het onderwijs daar
tegen onoverkomenlijke bezwaren heeft.
Vermoedelijk zal nu straks de raad te be
slissen krijgen over het verzoek om nu een
benedenlokaal, dat toevallig ruim is, omdat
door het opvoeren van het aantal leerlingen
per klas twee leerjaren in één lokaal zijn
ondergebracht, beschikbaar te stellen.
De raad zal dan verstandig doen, door
nauwkeurig te overwegen, dat ook daar
door geen behoorlijke kleuterschool tot
stand kon worden gebracht en dat dit
alleen dan het geval is, wanneer de ver
schillende groepen zich daarvoor op den
grondslag van het particulier initiatief ver
eenigen.
Aanbesteed.
Door de N.V. tot Exploitatie van de
Melkinrichting en Stoomzuivelfabriek Wil-
helmina alhier is aanbesteed het afbreken
van de oude schuur en het bouwen eener
garage met rioleering en bijkomende wer
ken op een terrein aan den Bergerweg al
hier.
Ingeschreven werd als volgt: J. N. Olden-
burg 4400; A. Prins 4282; A. Kroon
4050; A. Klomp 3895; Fa. Rampen 3837;
N. Smit 3808; J. den Das 3764; J. Hou
ten bos 3725; C. Noort 3608; D. Beeldman
3470; Gebr. Kops 3255 en M. Bijl 3155.
Naar wij vernemen is door B. en W. be
sloten, in verband met de op 3 Febr. a.s. in
te voeren steunregeling voor werkloozen,
een controleur aan stellen.
Met ingang van 1 Jan. is de gasprijs ver
laagd en gebracht van 12i/2 ct. op 11 ct. per
M3. en de prijs boven het verbruik volgens
vastrechttarief in klasse I, II en III met één
cent verlaagd en gebracht op resp. 7, 6 en 5
ct. per M3.
De kwestie-van den Abeele.
Door de voor hem gunstige uitspraak
van de Kroon in de kwestie-van den Abeele
is eindelijk een einde gekomen aan deze
zaak die de gemoederen in de gemeente lan
gen tijd in beweging heeft gehouden. De
zevende veelbestreden raadszetel is thans
bezet.
IS ANNEXATIE DOOR ALKMAAR
VAN EEN GEDEELTE VAN HEI-
LOO TOE TE JUICHEN?
Bovenstaande vraag zal door de bewoners
van den Rijksstraatweg (het gedeelte dat
loopt van overzijde Regulierslaan tot Hei-
looërdijk) zeer zeker met een volmondig ja
dienen te worden beantwoord. Waarom?
Omdat zij zich zoo gaarne Alkmaarder we
ten? Och, laat ons eerlijk blijven. Of men
Alkmaarder of Heilooër is, dat doet er bij
de meesten niet toe. Veelal geeft de belas
ting den doorslag. Is ze lager in Alkmaar,
dan maar bij de Victorie-stad gevoegd; is ze
lager in Heiloo, dan liever bij Heiloo geble
ven. Of de belasting in werkelijkheid in
Heiloo lager is dan in Alkmaar, durft
schrijver dezes niet met zekerheid te zeg
gen. Zeker is ze lang niet laag, maar de be
woners van voornoemd gedeelte aan den
Rijksstraatweg krijgen er niets, maar dan
ook heelemaal niets voor. En daarom is het
behalve op de motieven die de gem. Alk
maar zelf voert om annexatie van een ge
deelte van Heiloo te verkrijgen, voor
genoemde bewoners van groot belang, dat
de annexatie van bovengenoemd gedeelte
van Heiloo eens werkelijkheid wordt, omdat
zij dagelijks zien, dat Alkmaar veel meer
doet voor zijn bewoners dan Heiloo, spe
ciaal dan wat bovenbedoeld gedeelte be
treft. Om dat waar te nemen, behoeven de
bewoners van den Straatweg (Heiloo)
slechts naar den overkant (Alkmaar) te
zien en de prima toestand in Alkmaar
springt duidelijk in het oog, tegenover den
slechten in Heiloo. Men behoeft slechts de
opsomming van feiten en men oordeele zelf,
dus zoo objectief mogelijk:
le. In Alkmaar heeft men een prima
vuilnis-ophaaldienst, 3 maal per week.
Tegenstelling:
In Heiloo wordt slechts éénmaal per week
de vuilnis opgehaald; en heeft men dan eens
een keer wat veel (wat begrijpelijk is bij 1
maal in de week ophalen, vooral 's zomers
met tuinen opknappen enz.), dan wordt er
gebeld: „Mevrouw! Is die vuilnis van U?
Dat behoeven we allemaal niet mee te ne
men". Vraagt ge, wat men er d^n mee be
ginnen moet, dan luidt het antwoord: „Be
graaf het maar in uw tuin, dan hebt ge nog
goeie mest ook!"
2e. In Alkmaar heeft men een schitte
rend tegelpad.
Tegenstelling:
In Heiloo (voormeld Straatweggedeelte na
tuurlijk) doet men niet aan bestrating; wat
gemalen schelpen is voldoende; gevolg is,
dat de menschen loopen op het fietspad
(voor voetgangers verboden) of het betere
dus tegelpad aan den overkant (Alk
maar) nemen.
3e. In Alkmaar buitengewoon schitte
rende straatverlichting.
Tegenstelling:
In Heiloo is licht onnoodig (let wel: gemeld
Straatweggedeelte). Dank zij Alkmaar, dat
zorgt dat de bewoners aan den overkant
(Heiloo) nog een glimp opvangen van de
goede Alkmaarsche verlichting, gebeuren er
geen ongelukken, 't Spreekt natuurlijk van
zelf, dat wanneer Alkmaar net zoo deed als
Heiloo, men geen hand voor de oogen kon
zien.
4e. Politioneel toezicht geschiedt uitslui
tend door Alkmaarsche agenten.
5e. In Alkmaar goede rioleering.
Tegenstelling:
In Heiloo onbekend.
6. Gas en electriciteit zijn in Alkmaar
goedkooper dan in Heiloo.
Uit het bovenstaande volgt, dat het voor
de bewoners van voormeld straatwegge
deelte alleszins een groote verbetering is,
wanneer zij bjj Alkmaar gevoegd worden.
U, mijnheer de redacteur, dankend voor
de plaatsing in uw veel gelezen dagblad.
Heiloo, 8 Jan. 1936. EEN HEILOOER.
DE BETEEKENIS VAN
FRÖBELSCHOOL.
DE
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik slechts nog éénmaal van uw
klommen gebruik maken? Met genoegen
las ik een tegenberichtje op mijn stukje
van 2-12-35. Wie een zaak lief heeft,
springt er voor op de bres.
Het was vooral door de zinsnede: „Meer
en meer wordt er in Alkmaar behoefte ge
voeld aan een (voorber.) montessori
school'", waarmede het voorloopig comité
zijn stukje aanving, dat ik mij gedrongen
gevoelde de methode Fröbel naar voren te
brengen, welke toegepast wordt o.a. in de
beide prachtige moderne neutrale kleuter
scholen. Elk kind bezit daar zijn eigen
tafeltje en stoeltje, heeft zijn eigen mate
riaal, om gevaar voor besmetting zooveel
mogelijk tegen te gaan. Elk kind heeft zijn
eigen bergruimte, z'n eigen handdoekje bij
de gezamenlijke groote vaste wasch-
tafel. Zien velen deze scholen over het
hoofd, kent men ze niet of gaat het alleen
om de methode? Laat ik het laatste ver
onderstellen.
Het is niets nieuws wat in de Montes
sorischool gebeurt op het gebied van
plantenkweeken. Dagelijks is een ieder in
de gelegenheid de kinderen bezig te zien
in hun eigen tuintje, bijv. in de Bosch
kleuterschool met haar prachtigen tuin in
den Hout.
In het voorjaar zijn ze binnen bezig en
zaaien in de broeikisten op de breede
vensterbanken boven de centrale verwar
ming. Ieder kind zaait, kweekt en ver
zorgt. Het was ook niet zonder reden dat
Fröbel zijn school „Kindertuin" noemde.
Dat de phantasie in de Fröbelschool
meestal die der onderwijzeres zou zijn,
klinkt mij eigenaardig. Om even stil te
staan bij het voorbeeld van het stalletje
met het schaapje.
Wij bezitten doozen met paardjes,
schaapjes, enz. Voor deze dieren wordt
een stal gebouwd. Zoo goed als bij een pop
het begrip wieg aansluit, zoo verlangt een
kind voor een dier een stal. Inderdaad
wordt bij dit soort „lessen" leiding ge
geven.
In een Montessori-school, wordt, waar
het noodig is, ook leiding gegeven (blz.
144 methode M.). Na het bekijken van een
echte stal hebben de kinderen een voor
stelling er van en al bouwende beelden ze
uit wat ze gezien hebben. Dit is nog geen
phantaseeren. Ze vergelijken grondopper
vlak met hoogte en breedte der muren en
boxen. Met nadruk merk ik op dat er niet
vóór wordt gebouwd, evenmin klakkeloos
wordt nagebouwd. Hiermede beweer ik
nog niet, dat er in een Fröbelschool nooit
wordt er wel gedaan b.v. maak de vloer
in de Montessorischool (zie blz. 155, waar
Montessori zelf zegt: „ik leer de kinderen
allerhande dingen samenstellen. Ik wacht
dus niet tot ze het zelf doen). Een opgave
wordt er wel gedaan bijv. maak de vloed
van alle tegeltjes. Er kan nu verschillend
werk ontstaan daar niet alle rechthoeken
gelijk worden. Maar de muren (bouwstee-
nen) moeten passen bij de vloer en indien
't werk niet sluit, merken de kinderen nu
zelf op hoe ze het gebouw wèl sluitend
moeten krijgen.
Zoo gaf Fr. dus leermiddelen die de zelf
werkzaamheid en -correctie bevorderen
en bovendien de phantasie en het spel den
vrijen teugel laten, om alleen maar bij het
stalletje en bouwen te blijven. Als het
klaar is, is het niet noodig te zeggen: zet
er het schaapje maar in, het vee staat er
al lang in, maar wat nu volgt, het verruk
kelijke spel en de heerlijke phantasie met
hun stalletje, met hun boertjes en boerin-
elke beschrijving te boven,
netjes, boompjes, varkentjes, enz. gaat
Maar met de leermiddelen van Montes
sori mag niet gespeeld worden. Dr. M.
zegt: „Ik geef mijn leermiddelen voor het
doel waarvoor ik ze bestemd heb en aan
dit beginsel wordt in de Mont. school
vastgehouden, zooals ik zelf meerdere
malen constateerde.
Nimmer afkeerig om in een nieuwe
richting het goede te zoeken heb ik Mont.
scholen in Amsterdam en den Haag be
zocht en indien de kinderen de gekleurde
blokken na een zintuigelijke oefening wil
den gebruiken om b.v. een brug te bouwen
dan greep de leidster in en belette dat.
Is dat eerbied hebben voor de spontane
drang naar spel en phantasie? Het bouwen
met de blokken, zooals men ziet op de
Meth. M. is geen spelen en ook geen phan
taseeren, het is het zoeken van de opeen
volgende grootte.
Dr. M. liet in haar lezing hier te lande
cursus 2324 zich aldus daarover uit:
„Als ze bouwen willen doen ze dat maar
thuis." Het vrij loopen, bewegen op mu
ziek, het werken met de bellen, kleur-
spoeltjes enz. zijn uitsluitend spier- en
zintuigelijke oefeningen. Ze moeten hier
bij kleurnuances, toonhoogten enz. verge
lijken. Ze oefenen dus.
Waar Dr. M. zegt: „Maar" de kinderen
bouwen het liefst van kleine steenen een
huisje, welnu in onze scholen en tuinen
dóén ze dat! Alleen ter wille van het zich
bezeeren zijn het houten „steenen" ter
grootte van de gewone metselsteenen en
daarbij: onze niet kostbare bouwdoozen
bieden overvloed van bouwmateriaal.
Achterlijke kinderen buiten beschou
wing gelaten, heb ik normale kinderen
nog nimmer iets zin-loos zien doen. Elke
uiting of beweging heeft bij diepere be
schouwing „zin", zelfs bewegingloosheid!
Onze kinderen teekenen, mooi of lee-
lijk, maar in verrukking, zonder voorbe
reiding als onderdompeling in warm en
koud water. Teekenen is een uiting van
zieleleven. De kinderziel is al bezig zich
te ontplooien en daarom behoeven we niet
te wachten en het teekenen slechts voor te
bereiden, neen, we dóén het.
Al teekenende stijgt de kleine kinderziel
op tot ongekende hoogten en fladdert als
een vogel in de vrije natuur en hoe wil het
anders dan door zelfoefening zijn onopge
voed oog en machtelooze hand ontwikke
len?
Een kind ongevoelig voor het schoone
zoowel als voor het leelijke en evenzeer
blind voor het ware als voor het onware;
ik wil veronderstellen dat de Dr. Montes
sori hierbij „uitsluitend" dacht aan het
achterlijke kind, op welk soort kinderen
zij haar methode trouwens baseerde. Bij
onze normale kinderen heb ik in al mijn
practijk zoo'n psychisch en aesthetisch
misdeeld stumpertje niet aangetroffen,
maar, ook indien een geestelijk misdeelde
op zijn beurt zijn geknechte en gekooide
ziel wil laten gaan in een teekening, wie
durft dit dan „monsterlijk" te noemen.
Dat het kind niet vrij gelaten wordt in tijd
is al een uitvloeisel van zijn levensbehoef
te, daar de Schepper vanaf de geboorte
zijn schepselen door hun lichamelijke con
structie aan tijd gebonden deed zijn. Waar
hun lichaamsfuncties aan tijd gehoorzamen
zal, indien wij slechts behoedzaam voort
gaan op den weg van Hoogerhand aange
wezen, de overgang naar de tijdsindeeling
zijner geestesfuncties vanzelf sprekend
zijn.
Wat in de Fr. school niet voorkomt en
geweerd wordt is het maken van letters,
zinnen, cijfers en sommen. Dit laten wij
over aan de nieuwe levensperiode waarin
het kind op ongeveer 6-jarigen leeftijd,
treedt en geven hem dan gaarne over dan
de in die leervakken speciaal bekwame
leiding der lagere school en die leeftijd
komt voor een normaal kind nog altijd
vroeg genoeg!
Nogmaals spreek ik er mijn bewonde
ring over uit dat er naast de zeer goed
aangeschreven christelijke, roomsch-
krtholieke en neutrale scholen Alkmaar
behoefte zou kunnen voelen aan nóg een
i school voor jonge kinderen.
Degenen die belang stellen in overeen
komst en verschil tusschen de methode
van Dr. Montessori en Fröbel geef ik in
overweging de volgende boeken te lezen:
De methode Montessori en zelfopvoeding
van Montessorie, Gesammelte pedagogi
sche schriften van Friedrich Fröbel, Die
Menschenerziehung van F. Fröbel. Be
schrijving van Fr. methode en de verge
lijking van Fr. en Dr. Montessori door J.
M. Telders. Fragmenten uit verzamelde
opstellen van Dr. J. H. Gunning.
Ten slotte, zij die de methode Fröbel in
practijk willen zien en tijdens de school
uren de scholen willen bezoeken, gelieven
zich schriftelijk tot ondergeteekende te
wenden.
U, mijnheer de Redacteur, beleefd dan
kend voor de afgestane ruimte.
Hoogachtend,
F. W. BENNINKSIEVEKING,
oud-hoofd en bestuurslid der Fx-öbel-
scholen, Brouwerstraat 21.
65. Pummels kwam overeind, terwijl de hond doodbe
daard zijn weg vervolgde. „Nou, wat zei ik," glunderde
Pit, „had ik gelijk of niet, dat is nou niet voor een stier,
maar voor een hond, dat je beter een paar straten kan
omloopen". Pummels wist hierop niet veel te zeggen en
aanvaardde de terugtocht, terwijl hij zijn zakdoek als
bedekking moest gebruiken.
66. De gemeente had besloten om het 250-jarig bestaan
van het dorp luisterrijk te vieren. De datum van die
herdenking was nu in aantocht en daarom hadden de
dorpelingen een feestcommissie gekozen. Avond aan
avond werd er door de 4 bestuursleden vergaderd, tot
dat deze besloten tot een klompendans en een histori
sche optocht.