DE GEBROEDERS „OOCHEM" !Pjuwütciaal Tlieuuis SCHERMERMORN BERGEN NOORDSCHARWOUDE JngeMHtdeii Stukken daar velen hieraan gehoor hebben gegeven. Nadat door den heer Th. van Gijzen een korte uiteenzetting was gegeven van het groote belang eener philatelistische vereeni- ging, waaraan voor de verzamelaars groote vcordeelen zijn verbonden, werd spontaan tot oprichting besloten. Hoezeer de aanwezigen met het plan sympathiseerden, moge blijken uit het feit, dat alle aanwezigen zich als lid der nieuwe vereeniging opgaven. Als voorloopig bestuur werden gekozen de heeren C. Schneiders, Th. van Gij zen en G. J. Genefaas, resp. als voorzitter, secretaris en penningmeester. Hun werd opgedragen de voorbereidende werkzaamheden uit te werken. Voorts werd besloten dat de vereeniging den naam zal dragen van „Postzegelvereeni ging Alkmaar en Omstreken". De leeftijdsgrens der leden is bepaald op 16 jaar. Voor jongeren is opgericht een adspiranten-afdeeling. Voor eerstgenoem- den bedraagt de contributie 2 per jaar, voor de adspir. leden 10 cent per maand. Het ligt in de bedoeling om den jeugdigen verzamelaars eens per week de gelegenheid te geven voor ruilen en verhandelen van zegels en voor de leden eens per maand. Voor dit doel stelt de heer van Gijzen één zijner zalen welwillend beschikbaar. Gezien de omvangrijke arbeid van het voorloopig bestuur om tot goede resultaten te komen is de eerstvolgende algemeene vergadering be paald op 6 Februari a.s. in het Wapen van Heemskerk, waartoe alle postzegel liefheb bers van Alkmaar en Omstreken worden uitgenoodigd. Tevens zullen dien avond alle bijzonderheden worden kenbaar gemaakt. Reeds nu bestaat de gelegenheid zich bij den secretaris als lid op te geven. Gezien de vele verzamelaars hier ter stede en in den omtrek, zal deze vereeniging. die een noviteit voor Alkmaar beteekent, groote levensvatbaarheid bezitten. De groote op voedende kracht, die van het postzegelver- zamelen uitgaat, zal vooral voor de jeugd van groote waarde zijn, daar philatelisten van grooten naam hier ter stede hunne medewerking zullen verleenen. Jubileum Vereeniging „Hulpbetoon" De vereeniging „Hulpbetoon" vierde op 6 Jauari haar 20-jarig bestaan. In de keurig versierde kleine zaal van den heer Schreu- der waren ruim 60 dames aanwezig. De bij eenkomst stond onder leiding van de voor zitster, mevr. Meindersma. Na allen welkom te hebben geheeten, memoreerde spr. de op richting op 5 Jan. 1916 door nu wijlen ds. Zijlker. De eerste presidente, mevr. de Leeuw, heeft met behulp van hare mede bestuursleden de vereeniging, die aanvanke lijk met een gering aantal leden begon, weten uit te breiden. Thans telt deze 110 leden. Mevr. de Leeuw bleef tot het 12 1/2- jarig jubileum voorzitster, waarna op haar advies in haar plaats werd benoemd mevr. Meindersma. Van de eerste bestuursleden waren thans nog in functie mevr. v. d. Cappelle en mevr Schreuder. De voorzitster sprak een woord van hulde tot mevr. de Leeuw en de beide andere dames en als attentie werd hun een bloe menhulde aangeboden. Verder heette spr. dr. Heringa en den heer de Groot welkom. Ook den bode, den heer Timmerman, werd dank gebracht en de heer familie Timmer man voor hunne bloemenattentie. Spr. bracht aan alle leden dank voor hunnen steun, waardoor de vereeniging in staat was, zooveel hulp te bieden aan zieken, herstellenden en soms ook aan armen. Hierna las de secretaresse, mevr. Los, een verslag van de vereeniging over 20 jaar. Uit dit keurig weergegeven verslag stippen wij aan, dat de vereeniging werd opgericht door ds. Zijlker en bestuursleden werden mevr. de Leeuw, mej. Westerhof, mej. H. van der Molen, mevr. Cappelle en mej. A. M. Roden burg. Door den ijver van het bestuur waren al spoedig 62 leden bijeen. De 27e Januari 1926 werd op eenigszins feestelijke wijze het 10-jarig bestaan en in 1928 het 12 1/2- jarig bestaan herdacht, alwaar werden ge huldigd de dames, die 12 1/2 jaar in het be stuur waren geweest. De penningmeesteresse, mevr. v. d. Cap pelle, deed rekening over het afgeloopen jaar, maar gaf tevens een overzicht van de geldmiddelen over de 20 jaar van het be staan. Wij hoorden, dat de vereeniging is begonnen met 32.45 van vrijwillige bij dragen en thans een bezit heeft van 391,25. Voor 1935 waren de inkomsten 163.61, de uitgaven 86.84, alzoo een batig saldo, groot 76.77. De rekening met bescheiden werd nagezien door de heeren dr. Heringa en de Groot. De heer de Groot bracht verslag hiervan uit en zeide deze keurig in orde te hebben bevonden. Spr. adviseerde tot vast stelling, waartoe onder applaus werd be sloten. De voorzitster dankte secretaresse en pen ningmeesteresse voor hun mooie verslagen. De 4 aftredende bestuursleden, mevr. Schreuder, mevr. Mauriks, mevr. Klippel en mevr. Bisschop, werden op voorstel van mevr. Plevier bij acclamatie herkozen. Het officieele gedeelte was hiermede afgeloopen; het feestelijke gedeelte begon met het zin gen van een Welkomstlied, gemaakt door iden heer Schreuder en op de piano bege leid door mej. Klippel, terwijl de thee en eenige versnaperingen werden rondgediend. Door mevr. v. d. Cappelle werd nog naar voren gebracht de altijd aangename samen werking tusschen de bestuursleden Hierna werd het woord gevoerd door dr. Heringa, die sprak namens de medici, ook van de Rijp en voor de aangename samen werking tusschen medici en bestuur een bloemenattentie aanbood. Spr. zeide, dat de inzichten van de vereeniging gewijzigd werden door de veranderde inzichten van de medici, wat door spr. op prijs werd ge steld. Hulpbetoon was een kind van zijn tijd, dat met de adviezen van de doctoren meeging. Spr. heeft een open oog voor deze vereeniging, onder de leden heerscht een ruime geest, geen politieke of godsdienstige, maar eendrachtige samenwerking, terwijl zij hulp biedt, waar die noodig is. De voorzitster sprak haar dank tot dr. Heringa en de overige medici, ook voor de diensten steeds aan de vereeniging bewezen. Ook de burgemeester complimenteerde de vereeniging met haar jubileum. Hij was er trotsch op, dat in een kleine gemeente zoo veel goed werd gedaan door deze vereeni ging, welke er naar streeft, algemeen hulp te bieden. Als bewijs van erkentelijkheid bood spr. een mand bloemen aan. De voorzitster dankte den burgemeester; het bestuur was getroffen door zooveel har telijke woorden. Nadat de heer de Groot nog een afscheids woord had gesproken, verlieten deze heeren de zaal. Verder werden door mevr. WitPlevier en mevr. de WitKluft nog naar voren ge bracht een verslag van de vereeniging in dichtvorm en door mevr. van de Cappelle „Door wel te doen op aarde, maakt U de hemel waard. Nog tal van voordrachten werden hierna gehouden, zoodat het reeds half 3 was ge worden, toen de voorzitster de bijeenkomst sloot. Hulpbetoon kan met welgevallen op dezen goed geslaagden feestavond terugzien. Het kleuteronderwijs. Men streve naar samenwerking. In zijn laatst gehouden vergadering be sloot de raad, om, behoudens goedkeuring van den inspecteur van het onderwijs, aan Volksonderwijs in de openbare school het lokaal voor handenarbeid, boven die school, voor het kleuteronderwijs af te staan. De raad sprak daarbij den wensch uit, dat samenwerking voor het kleuteronderwijs bij de niet-conventioneele scholen tot stand zou worden gebracht. Met het oog op het wen- schelijke van die samenwerking drong een deel van den ïaad er zelfs op aan, om een beslissing op het verzoek aan te houden, doch de meerderheid was van oordeel, dat door reeds dadelijk gunstig te beslissen, de samenwerking bevorderd zou worden. Deze samenwerking is echter nog niet tot stand gekomen en als wij ons niet bedrie gen, dreigt deze samenwerking zelfs te mis likken, omdat een agressief deel in de afd. van Volksonderwijs het kleuteronderwijs niet wenscht in het belang van het Volks onderwijs. doch als voedingsbodem voor de openoare school. Om meet dan een reden zouden wij het betreuren, wanneer door de afdeeling den weg van deze agressieven werd gevolgd. Wij achten het foutief, dat in Bergen de schoolstrijd herleeft in een strijd om de kleuters en zijn van oordeel, dat het ver schillend onderwijs in Bergen op rustigp wijze, met opvoering van de energie der leerkrachten, tot het hoogst nuttige effect behoort te worden gebracht en achten het voor het onderwijs eenvoudig funest, wan neer de leerkrachten bij het onderwijs in de gemeente werkzaam, in den strijd om de kleuters tegenover elkander worden ge plaatst. Tot nog toe werd er in Bergen alleen bjj de R.K. school kleuteronderwijs gegeven. Aangespoord door een bjj het andere volks deel gevoelde behoefte naar dit onderwijl stichtte een bevoegde leerkracht in een lokaal van de christelijke 6chool een kleu terklas, die bloeide en door kleuters van de verschillende volksgroepen werd bezocht. Het Dokter Dekkershuis volgde op denzelf den grondslag van het particuliere initiatief. Wij kunnen ons voorstellen, dat „Volks onderwijs", nu door het verhoogen van den toelatingsleeftijd voor de lagere school, de behoefte aan voorbereidend lager onderwijs sterker wordt gevoeld, zich thans ook voor het kleuteronderwijs interesseert, doch wij kunnen er voor het openbaar onderwijs geen bezwaar in zien, dat dit onderwijs door een particuliere leerkracht wordt gegeven, ook al is het lokaal een afzonderlijk lokaal van de christelijke school. Het katholiek zijn van deze leerkracht wordt door Volksonderwijs niet als een bezwaar gevoeld, anders zou Volksonderwijs toch moeilijk deze leer kracht hebben bewogen om zich te verbin den aan de door Volksonderwijs te stichten kleuterschool. Het liefst zouden wij hebben gezien, dat door het particuliere initiatief in Bergen een werkelijke kleuterschool voor alle richtin gen tot stand werd gebracht en in ieder ge val betreuren wij het, dat er thans gevaar dreigt, dat Bergen straks opgescheept zit met een vijftal z.g. kleuterschooltjes, die den naam feitelijk niet verdienen. Reeds thans worden van christelijke zijde pogingen in het werk gesteld om spoedig een eigen kleuterschool te openen en wan neer de door de Berger schoolvereeniging gewilde samenwerking er niet komt, dan ligt het voor de hand, dat door haar het ge geven voorbeeld wordt gevolgd, hetgeen noodwendig verhooging van uitgaven voor de gemeente met zich zal brengen, uitga ven, die de gemeentekas ten eenenmale niet gedoogt. Men behoeft volstrekt niet tot de ingewijden te behooren, om te weten, dat de raad straks groote moeite zal hebben om de eindjes van de gemeentebegrooting aan elkander te knoopen. De economische toe stand in Bergen is allesbehalve rooskleurig. En in het belang van het kleuteronder wijs men bedenke toch, dat bij dit onder wijs het aanpassend onderwijs voor de la gere school niet de voornaamste factor is, doch dat ook gelet moet worden op de licha melijke ontwikkeling en het aangenaam bezig houden van de kleintjes, waarvan in de verschillende éénlokalige schooltjes wei nig terecht kan komen en in het alge meen belang dringen wij er dan ook op aan, dat het mogelijke wordt gedaan om daar, waar samenwerking verkregen kan worden, die tot stand te brengen. Volksonderwijs behoort voor alles het oog gericht te houden op het verkrijgen van goed kleuteronderwijs. Dat er gevaar dreig de, dat dit uit het oog werd verloren, be wees reeds het feit, dat men het kleuter onderwijs onder heeft willen brengen in het bovenlokaal van de openbare school. Het verwondert ons dan ook geenszins, dat de inspecteur van het onderwijs daar tegen onoverkomenlijke bezwaren heeft. Vermoedelijk zal nu straks de raad te be slissen krijgen over het verzoek om nu een benedenlokaal, dat toevallig ruim is, omdat door het opvoeren van het aantal leerlingen per klas twee leerjaren in één lokaal zijn ondergebracht, beschikbaar te stellen. De raad zal dan verstandig doen, door nauwkeurig te overwegen, dat ook daar door geen behoorlijke kleuterschool tot stand kon worden gebracht en dat dit alleen dan het geval is, wanneer de ver schillende groepen zich daarvoor op den grondslag van het particulier initiatief ver eenigen. Aanbesteed. Door de N.V. tot Exploitatie van de Melkinrichting en Stoomzuivelfabriek Wil- helmina alhier is aanbesteed het afbreken van de oude schuur en het bouwen eener garage met rioleering en bijkomende wer ken op een terrein aan den Bergerweg al hier. Ingeschreven werd als volgt: J. N. Olden- burg 4400; A. Prins 4282; A. Kroon 4050; A. Klomp 3895; Fa. Rampen 3837; N. Smit 3808; J. den Das 3764; J. Hou ten bos 3725; C. Noort 3608; D. Beeldman 3470; Gebr. Kops 3255 en M. Bijl 3155. Naar wij vernemen is door B. en W. be sloten, in verband met de op 3 Febr. a.s. in te voeren steunregeling voor werkloozen, een controleur aan stellen. Met ingang van 1 Jan. is de gasprijs ver laagd en gebracht van 12i/2 ct. op 11 ct. per M3. en de prijs boven het verbruik volgens vastrechttarief in klasse I, II en III met één cent verlaagd en gebracht op resp. 7, 6 en 5 ct. per M3. De kwestie-van den Abeele. Door de voor hem gunstige uitspraak van de Kroon in de kwestie-van den Abeele is eindelijk een einde gekomen aan deze zaak die de gemoederen in de gemeente lan gen tijd in beweging heeft gehouden. De zevende veelbestreden raadszetel is thans bezet. IS ANNEXATIE DOOR ALKMAAR VAN EEN GEDEELTE VAN HEI- LOO TOE TE JUICHEN? Bovenstaande vraag zal door de bewoners van den Rijksstraatweg (het gedeelte dat loopt van overzijde Regulierslaan tot Hei- looërdijk) zeer zeker met een volmondig ja dienen te worden beantwoord. Waarom? Omdat zij zich zoo gaarne Alkmaarder we ten? Och, laat ons eerlijk blijven. Of men Alkmaarder of Heilooër is, dat doet er bij de meesten niet toe. Veelal geeft de belas ting den doorslag. Is ze lager in Alkmaar, dan maar bij de Victorie-stad gevoegd; is ze lager in Heiloo, dan liever bij Heiloo geble ven. Of de belasting in werkelijkheid in Heiloo lager is dan in Alkmaar, durft schrijver dezes niet met zekerheid te zeg gen. Zeker is ze lang niet laag, maar de be woners van voornoemd gedeelte aan den Rijksstraatweg krijgen er niets, maar dan ook heelemaal niets voor. En daarom is het behalve op de motieven die de gem. Alk maar zelf voert om annexatie van een ge deelte van Heiloo te verkrijgen, voor genoemde bewoners van groot belang, dat de annexatie van bovengenoemd gedeelte van Heiloo eens werkelijkheid wordt, omdat zij dagelijks zien, dat Alkmaar veel meer doet voor zijn bewoners dan Heiloo, spe ciaal dan wat bovenbedoeld gedeelte be treft. Om dat waar te nemen, behoeven de bewoners van den Straatweg (Heiloo) slechts naar den overkant (Alkmaar) te zien en de prima toestand in Alkmaar springt duidelijk in het oog, tegenover den slechten in Heiloo. Men behoeft slechts de opsomming van feiten en men oordeele zelf, dus zoo objectief mogelijk: le. In Alkmaar heeft men een prima vuilnis-ophaaldienst, 3 maal per week. Tegenstelling: In Heiloo wordt slechts éénmaal per week de vuilnis opgehaald; en heeft men dan eens een keer wat veel (wat begrijpelijk is bij 1 maal in de week ophalen, vooral 's zomers met tuinen opknappen enz.), dan wordt er gebeld: „Mevrouw! Is die vuilnis van U? Dat behoeven we allemaal niet mee te ne men". Vraagt ge, wat men er d^n mee be ginnen moet, dan luidt het antwoord: „Be graaf het maar in uw tuin, dan hebt ge nog goeie mest ook!" 2e. In Alkmaar heeft men een schitte rend tegelpad. Tegenstelling: In Heiloo (voormeld Straatweggedeelte na tuurlijk) doet men niet aan bestrating; wat gemalen schelpen is voldoende; gevolg is, dat de menschen loopen op het fietspad (voor voetgangers verboden) of het betere dus tegelpad aan den overkant (Alk maar) nemen. 3e. In Alkmaar buitengewoon schitte rende straatverlichting. Tegenstelling: In Heiloo is licht onnoodig (let wel: gemeld Straatweggedeelte). Dank zij Alkmaar, dat zorgt dat de bewoners aan den overkant (Heiloo) nog een glimp opvangen van de goede Alkmaarsche verlichting, gebeuren er geen ongelukken, 't Spreekt natuurlijk van zelf, dat wanneer Alkmaar net zoo deed als Heiloo, men geen hand voor de oogen kon zien. 4e. Politioneel toezicht geschiedt uitslui tend door Alkmaarsche agenten. 5e. In Alkmaar goede rioleering. Tegenstelling: In Heiloo onbekend. 6. Gas en electriciteit zijn in Alkmaar goedkooper dan in Heiloo. Uit het bovenstaande volgt, dat het voor de bewoners van voormeld straatwegge deelte alleszins een groote verbetering is, wanneer zij bjj Alkmaar gevoegd worden. U, mijnheer de redacteur, dankend voor de plaatsing in uw veel gelezen dagblad. Heiloo, 8 Jan. 1936. EEN HEILOOER. DE BETEEKENIS VAN FRÖBELSCHOOL. DE Mijnheer de Redacteur, Mag ik slechts nog éénmaal van uw klommen gebruik maken? Met genoegen las ik een tegenberichtje op mijn stukje van 2-12-35. Wie een zaak lief heeft, springt er voor op de bres. Het was vooral door de zinsnede: „Meer en meer wordt er in Alkmaar behoefte ge voeld aan een (voorber.) montessori school'", waarmede het voorloopig comité zijn stukje aanving, dat ik mij gedrongen gevoelde de methode Fröbel naar voren te brengen, welke toegepast wordt o.a. in de beide prachtige moderne neutrale kleuter scholen. Elk kind bezit daar zijn eigen tafeltje en stoeltje, heeft zijn eigen mate riaal, om gevaar voor besmetting zooveel mogelijk tegen te gaan. Elk kind heeft zijn eigen bergruimte, z'n eigen handdoekje bij de gezamenlijke groote vaste wasch- tafel. Zien velen deze scholen over het hoofd, kent men ze niet of gaat het alleen om de methode? Laat ik het laatste ver onderstellen. Het is niets nieuws wat in de Montes sorischool gebeurt op het gebied van plantenkweeken. Dagelijks is een ieder in de gelegenheid de kinderen bezig te zien in hun eigen tuintje, bijv. in de Bosch kleuterschool met haar prachtigen tuin in den Hout. In het voorjaar zijn ze binnen bezig en zaaien in de broeikisten op de breede vensterbanken boven de centrale verwar ming. Ieder kind zaait, kweekt en ver zorgt. Het was ook niet zonder reden dat Fröbel zijn school „Kindertuin" noemde. Dat de phantasie in de Fröbelschool meestal die der onderwijzeres zou zijn, klinkt mij eigenaardig. Om even stil te staan bij het voorbeeld van het stalletje met het schaapje. Wij bezitten doozen met paardjes, schaapjes, enz. Voor deze dieren wordt een stal gebouwd. Zoo goed als bij een pop het begrip wieg aansluit, zoo verlangt een kind voor een dier een stal. Inderdaad wordt bij dit soort „lessen" leiding ge geven. In een Montessori-school, wordt, waar het noodig is, ook leiding gegeven (blz. 144 methode M.). Na het bekijken van een echte stal hebben de kinderen een voor stelling er van en al bouwende beelden ze uit wat ze gezien hebben. Dit is nog geen phantaseeren. Ze vergelijken grondopper vlak met hoogte en breedte der muren en boxen. Met nadruk merk ik op dat er niet vóór wordt gebouwd, evenmin klakkeloos wordt nagebouwd. Hiermede beweer ik nog niet, dat er in een Fröbelschool nooit wordt er wel gedaan b.v. maak de vloer in de Montessorischool (zie blz. 155, waar Montessori zelf zegt: „ik leer de kinderen allerhande dingen samenstellen. Ik wacht dus niet tot ze het zelf doen). Een opgave wordt er wel gedaan bijv. maak de vloed van alle tegeltjes. Er kan nu verschillend werk ontstaan daar niet alle rechthoeken gelijk worden. Maar de muren (bouwstee- nen) moeten passen bij de vloer en indien 't werk niet sluit, merken de kinderen nu zelf op hoe ze het gebouw wèl sluitend moeten krijgen. Zoo gaf Fr. dus leermiddelen die de zelf werkzaamheid en -correctie bevorderen en bovendien de phantasie en het spel den vrijen teugel laten, om alleen maar bij het stalletje en bouwen te blijven. Als het klaar is, is het niet noodig te zeggen: zet er het schaapje maar in, het vee staat er al lang in, maar wat nu volgt, het verruk kelijke spel en de heerlijke phantasie met hun stalletje, met hun boertjes en boerin- elke beschrijving te boven, netjes, boompjes, varkentjes, enz. gaat Maar met de leermiddelen van Montes sori mag niet gespeeld worden. Dr. M. zegt: „Ik geef mijn leermiddelen voor het doel waarvoor ik ze bestemd heb en aan dit beginsel wordt in de Mont. school vastgehouden, zooals ik zelf meerdere malen constateerde. Nimmer afkeerig om in een nieuwe richting het goede te zoeken heb ik Mont. scholen in Amsterdam en den Haag be zocht en indien de kinderen de gekleurde blokken na een zintuigelijke oefening wil den gebruiken om b.v. een brug te bouwen dan greep de leidster in en belette dat. Is dat eerbied hebben voor de spontane drang naar spel en phantasie? Het bouwen met de blokken, zooals men ziet op de Meth. M. is geen spelen en ook geen phan taseeren, het is het zoeken van de opeen volgende grootte. Dr. M. liet in haar lezing hier te lande cursus 2324 zich aldus daarover uit: „Als ze bouwen willen doen ze dat maar thuis." Het vrij loopen, bewegen op mu ziek, het werken met de bellen, kleur- spoeltjes enz. zijn uitsluitend spier- en zintuigelijke oefeningen. Ze moeten hier bij kleurnuances, toonhoogten enz. verge lijken. Ze oefenen dus. Waar Dr. M. zegt: „Maar" de kinderen bouwen het liefst van kleine steenen een huisje, welnu in onze scholen en tuinen dóén ze dat! Alleen ter wille van het zich bezeeren zijn het houten „steenen" ter grootte van de gewone metselsteenen en daarbij: onze niet kostbare bouwdoozen bieden overvloed van bouwmateriaal. Achterlijke kinderen buiten beschou wing gelaten, heb ik normale kinderen nog nimmer iets zin-loos zien doen. Elke uiting of beweging heeft bij diepere be schouwing „zin", zelfs bewegingloosheid! Onze kinderen teekenen, mooi of lee- lijk, maar in verrukking, zonder voorbe reiding als onderdompeling in warm en koud water. Teekenen is een uiting van zieleleven. De kinderziel is al bezig zich te ontplooien en daarom behoeven we niet te wachten en het teekenen slechts voor te bereiden, neen, we dóén het. Al teekenende stijgt de kleine kinderziel op tot ongekende hoogten en fladdert als een vogel in de vrije natuur en hoe wil het anders dan door zelfoefening zijn onopge voed oog en machtelooze hand ontwikke len? Een kind ongevoelig voor het schoone zoowel als voor het leelijke en evenzeer blind voor het ware als voor het onware; ik wil veronderstellen dat de Dr. Montes sori hierbij „uitsluitend" dacht aan het achterlijke kind, op welk soort kinderen zij haar methode trouwens baseerde. Bij onze normale kinderen heb ik in al mijn practijk zoo'n psychisch en aesthetisch misdeeld stumpertje niet aangetroffen, maar, ook indien een geestelijk misdeelde op zijn beurt zijn geknechte en gekooide ziel wil laten gaan in een teekening, wie durft dit dan „monsterlijk" te noemen. Dat het kind niet vrij gelaten wordt in tijd is al een uitvloeisel van zijn levensbehoef te, daar de Schepper vanaf de geboorte zijn schepselen door hun lichamelijke con structie aan tijd gebonden deed zijn. Waar hun lichaamsfuncties aan tijd gehoorzamen zal, indien wij slechts behoedzaam voort gaan op den weg van Hoogerhand aange wezen, de overgang naar de tijdsindeeling zijner geestesfuncties vanzelf sprekend zijn. Wat in de Fr. school niet voorkomt en geweerd wordt is het maken van letters, zinnen, cijfers en sommen. Dit laten wij over aan de nieuwe levensperiode waarin het kind op ongeveer 6-jarigen leeftijd, treedt en geven hem dan gaarne over dan de in die leervakken speciaal bekwame leiding der lagere school en die leeftijd komt voor een normaal kind nog altijd vroeg genoeg! Nogmaals spreek ik er mijn bewonde ring over uit dat er naast de zeer goed aangeschreven christelijke, roomsch- krtholieke en neutrale scholen Alkmaar behoefte zou kunnen voelen aan nóg een i school voor jonge kinderen. Degenen die belang stellen in overeen komst en verschil tusschen de methode van Dr. Montessori en Fröbel geef ik in overweging de volgende boeken te lezen: De methode Montessori en zelfopvoeding van Montessorie, Gesammelte pedagogi sche schriften van Friedrich Fröbel, Die Menschenerziehung van F. Fröbel. Be schrijving van Fr. methode en de verge lijking van Fr. en Dr. Montessori door J. M. Telders. Fragmenten uit verzamelde opstellen van Dr. J. H. Gunning. Ten slotte, zij die de methode Fröbel in practijk willen zien en tijdens de school uren de scholen willen bezoeken, gelieven zich schriftelijk tot ondergeteekende te wenden. U, mijnheer de Redacteur, beleefd dan kend voor de afgestane ruimte. Hoogachtend, F. W. BENNINKSIEVEKING, oud-hoofd en bestuurslid der Fx-öbel- scholen, Brouwerstraat 21. 65. Pummels kwam overeind, terwijl de hond doodbe daard zijn weg vervolgde. „Nou, wat zei ik," glunderde Pit, „had ik gelijk of niet, dat is nou niet voor een stier, maar voor een hond, dat je beter een paar straten kan omloopen". Pummels wist hierop niet veel te zeggen en aanvaardde de terugtocht, terwijl hij zijn zakdoek als bedekking moest gebruiken. 66. De gemeente had besloten om het 250-jarig bestaan van het dorp luisterrijk te vieren. De datum van die herdenking was nu in aantocht en daarom hadden de dorpelingen een feestcommissie gekozen. Avond aan avond werd er door de 4 bestuursleden vergaderd, tot dat deze besloten tot een klompendans en een histori sche optocht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 7