FRANKRIJK AAN DE ZEGEKAR GEBONDEN. HOE NEDERLAND OVERWON ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 13 JANUARI 1936 Bakhuys doelpunt drie keer; Wels, Drok en Van Nellen zorgen voor de andere doelpunten. Halle stopt wéér een strafschop! Fraaie overwinning. De volkomen verdiende 61 overwinning zal lang in de herinnering blijven. Nu naar Berlijn. De voorhoede zag over het algemeen r SPORT WEDSTRIJDEN De onverwachte nederlaag, die Oranje in 1934 van de Franschen te slikken kreeg, is in Parijs wel zeer af doende gewroken, want met niet minder dan 61 bleef de club van van Heel gisteren in de meerderheid. Wel hadden tien Oranje-mannen nooit schooner cadeau aan den gouden Puck kunnen geven dan deze fraaie overwinning, die gelukkig! niet geflatteerd genoemd mag worden. En mede door deze klinkende zege al werd niet het spelpeil van Du blin bereikt heeft Oranje voor de zooveelste keer getoond, een der sterkste ploegen van het vasteland van Europa te zijn. Een seizoen (dat nog twee inter land-wedstrijden op het programma heeft) van prachtige resultaten zal Nederland waarschijnlijk kunnen boeken, want normaal gesproken, moeten de beroemde Belgische wed strijden in een Nederlandsche zege kunnen eindigen. Dan.... Maar terzake. Op het oogenblik zijn er drie positieve uitslagen: Denemar ken, Ierland en Frankrijk werden successievelijk geklopt en in alle drie gevallen was de overwinning vol komen verdiend! De inval der Nederlanders in de Parij- sche hoofdstad was grootsch geweest en in het groote stadion zaten de meeste sup porters bij elkaar, samen een sterke kolo nie vormende, die in staat was, de Oranje mannen aan te moedigen. Die supporters hebben natuurlijk een prettig week-end doorgebracht in de „lichtstad", maar zij zullen ongetwijfeld meerdere keeren naar de lucht gekeken hebben, die er verre van aantrekkelijk uit lag. En toen het stadion zich ging vullen, viel een irriteerende motregen neer, die het veld nat maakt, maar niet onbespeel baar, omdat de grasmat van het speelveld goed onderhouden was en een groote hoe veelheid regenwater kon verwerken. Dat minder fraaie weer ende neder laag der onzen in 1934 en tenslotte de merkwaardige 43 overwinning van Lagendaal zijn waarschijnlijk oorzaak ge weest, dat de kolonie zich vry kalm hield, wel vertrouwen stelde in de elf Oranje mannen, maar het niet begrepen had op de onberekenbare Franschen, die men wist het een achterstand kunnen in- loopen en kunnen veranderen in een voor sprong. De kolonie bleek voorzichtig, roerde zich tijdens den wedstrijd natuurlijk wel, maar werd pas uitbundig, toen Nederland een gewonnen wedstrijd speelde en werd on gekend wild van enthousiasme, toen het laatste fluitsignaal geklonken had. 't Was dus minder prettig weer, toen de wedstrijd begon, 't Werd nog slechter in de tweede helft, toen de motregen veran derde in een flinke, langdurige bui, die duizenden drijf-nat maakte. Maar wat deerde dat de Hollandsche supportersclub? Zij zag, hoe de Oranje papieren stegen en een stortbui had het enthousiasme niet kunnen blusschen! Heel anders was het met het Fransche publiek, dat beurtelings zijn spelers aan moedigde en uitfloot en dat vooral veel kritiek had op de Fransche voorhoede, die wel zeer onproductief bleek te zijn en fei telijk een mislukking geworden is. Gelukkig trokken de meeste spelers zich daar weinig van aan, al deed het wat vreemd aan, dat twee Franschen zich al te gauw lieten vervangen, welke vervan gingen versterkingen bleken te zijn. Ook de scheidsrechter en zyn twee neutrale grensrechters bleken fluitconcerten te kunnen weerstaan en het eenige, wat het Fransche publiek misschien bereikt heeft, is zijn aandeel geweest in het wat te for- sche spel der Fransche spelers, vooral der Fransche verdedigers. De wedstrijd. De wedstrijd begon in de gepubliceerde samenstelling, alzoo: Frankrijk. Llense Diagne Mattier Gabrillargues Verriest Delfour Monsallier Cheuva Courtois Veninante Nuic Scheidsrechter O. R. G. Rudd (Eng.) v. Nellen Smit Bakhuys Drok Wels v. Heel (aanv.) Anderiesen B. Paauwe Caldenhove Halle Weber Nederland Weliswaar hadden de Franschen den opgooi gewonnen, maar dat beteekende geen enkel voordeel, wat wind of mogelij - ka zon betrof. Het beteekende alleen, dat Bakhuys mocht aftrappen en dat al direct een aanval op het Fransche doeu werd ge daan. Zonder dat nog een Franschman den bal had kunnen aanraken, was onze voor hoede in de vijandelijke verdediging te recht gekomen en het schot dat volgde, ging toevallig naast de paal. De eerste schrik der Franschen dus! En zij waren er nog niet van bekomen, toen een nieuwe Nederlandsche aanval volgde, welke het begin was voor een mooie serie. Al spoedig ontstond er groot gevaar voor de Franschen, toen uit een snellen, breeden aanval Wels den bal kreeg, maar het fraaie schot werd door Llense niet minder fraai gestopt. Er waren vijf minuten gespeeld en Halle was nog werkeloos gebleven, omdat twee Fransche uitvallen reeds in den kiem gesmoord werden toen de zooveelste Nederlandsche aanval volgde. Weber had n.1. zoo'n Fran schen uitval resoluut afgeslagen en onze voorhoede aan het werk gezet. Snel en zuiver ging het leer van voet tot voet en toen kreeg Bakhuys den baleen schot volgde, hard en zuiver, en Nederland had de leiding genomen! (01). Pas daarna mocht ook Halle eens een bal opvangen, maar behoudens enkele Fran sche uitvallen, die te besluiteloos en voor al te onzuiver waren om gevaarlijk te worden, bleef Nederland in den aanval en het Fransche doel werd herhaaldelijk on der vuur genomen, 't Achtertrio Ier Fran schen werkte echter uitstekend en kon de situatie redden. Toch bofte Llense, toen een onverwacht schot van Anneriessen net nog binnen zijn bereik kwam! Het Nederlandsche overwicht werd daar na geleidelijk minder en na ruim een kwar tier kwam het 'pel in evenwicht. Toen volgden ook Fransche aanvallen, maar nu eens werd het spel te kort gehouden, dan weer treuzelde het binnentrio met schieten, een andere keer volgden te harde voorzet ten, maar wat de Franschen ook deden, ernstig gevaar voor het Hollandsche doel ontstond er niet. Bakhuys Veel gevaarlijker waren de Nederland sche aanvallen, die steeds een verrassend karakter droegen en die allen besloten wer den met schoten; weliswaar gingen er vele van die schoten naast en belandden andere in de veilige handen van den doelverdedi- ger, maar men kon steeds een Nederlandsch doelpunt en nimmer een Fransch doelpunt verwachten. Zoo bofte Llense voor de tweede keer, toen Bakhuys een kogel afvuurde. De Fanschman viel heel toevallig precies op den bal en voorkwam, zonder dat hij het wist, een tweede doelpunt! Toen volgde er een periode van Fransch veld-overwicht. Aangemoedigd door de duizenden op de tribunes ging Frankrijk naar voren en er volgden snelle en herhaalde aanvallen. Het was een der psychologische mo menten van den strijd. En toen toonde Puck van Heel zich een goed veldheer Hij trok de middenlinie in de verdedi ging terug Smit en Drok vervulden hun verdedigende rollen en er was voor de Franschen, die toen reeds twee in vallers hadden verbeterde edities van de oorspronkelijke spelers! geen doorkomen aan. Er kwam een doelpunt, natuurlijk aan den tinderen kant. Want onze aanval kreeg door het oprukken der Franschen veel meer vry spel en werd daardoor nog gevaarlijker. En toen Caldenhoven een Franschen aan val onderschept had, ging het langs den korsten weg op Llense aan: van Bak huys naar Drok, een tikje naar Wels. een schot van den kleinen rechtsbuiten en in plaats van 11 was het 02! Er resten toen nog 10 minuten van de eerste helft en reeds de eerste er van bracht sensatie. Halle Want bij een Franschen aanval floot Rndd en dat beteekende een strafschop. Halle bleef rus tig, keek en toen het schot kwam, had hij de situatie doorzien en even als in Dublin stopte hij een strafschop! "üen unieke gebeur tenis in de geschie denis der inter land-wedstrijden. In de resteerende minuten bleef Oranje de gevaarlijkste ploeg en hoe groot het werkelijke Nederlandsche overwicht wel was, mag blijken uit het feit, dat pas even voor de rust Frankrijk de eerste hoekschop toegewezen kreeg, die ook al geen moeilijk heden opleverde voor onze verdediging. Toen er dan ook „rusten" gefloten werd, konden de onzen hun thee drinken met de wetenschap, dat de Franschen slechts een keer werkelijk gevaarlijk hadden kunnen zijn, maar toen stond Halle als een rots. Eén keer, behalve natuurlijk het moment van den strafschop. De tweede helft. De Franschen probeerden dadelijk na de thee het spel te forceeren, maar liepen ook nu dood op onze verdediging, die gelegen heid te over kreeg, om steeds op tijd in te grijpen. Tot schieten kwam het ook nu niet, zulks in tegenstelling met onze voorhoede, waarin Bakhuys een paar keer van te groo- ten afstand schoot en met een paar andere geen geluk had. Maar ziet! net was een Fransche aanval afgeslagen, of Bakhuys kreeg een bal toege speeld, hij sjouwde alleen en in-eens door en hoewel zwaar gehinderd, kreeg hij één moment een kans. Toen volgde een doffe knal en het was 30 voor Oranje. Toch bleef het oppassen! Als de Fran schen eens plotseling schotvaardig werden. Want stond het in 1934 ook niet 30 voor Nederland en verloren wij dien wedstrijd niet met 54? En dus ging Nederland door met het aan vallend speL Opnieuw kwamen de onzen terug, opnieuw werd er geschoten. Doch al weer kon Frankrijk het spel verplaatsen. En onze verdediging moest op haar hoede blijven. Weldra kwam er een gevaarlijk moment, toen Veninante alleen doorbrak. Halle liep uit precies op tijd en wierp zich voor de voeten van den links-binnen, die een doelpunt in een corner zag veranderen! Twee doelpunten! En weer zou de geschiedenis zich herha len; weer volgde uit een Franschen aanval een attaque der onzen, Smit gaf zuiver over naar Bakhuys, die al weer een kans kreeg: een beenbeweging, een kogel en 04 was het voor Oranje! Dat gebeurde precies na een kwartier. Maar ziet; werden de onzen overmoedig? En wilde ze een „gallery play" demonstree- ren? 't Leek er op, want Caldenhoven ruim de bij den eersten Franschen aanval niet op, maar ging goochelen. En Veninante kreeg een kans, die hij benutte (14). Caldenhoven De eer was dus gered! Maar tevens wa ren de onzen weer wakker geworden en waagden zich niet meer aan te mooi spel. Wel kon het tegenpunt onze verdediging niet van de kook brengen, want ze speelde steeds rustiger en Caldenhoven herstelde zijn fout even later, door tot twee keer toe fraai te redden. Daarna is Frankrijk in feite niet meer gevaarlijk geweest. Zulks in te genstelling met Nederland, dat met eiken aanval gevaarlijk bleek. Toch was er niet veel krachtsverschil merkbaar, omdat van Heel een 41-voorsprong voldoende achtte en de middenlinie weer in de verdediging terug trok. Weer twee doelpunten. Zoo kwam het laatste kwartier. De „ko lonie" begon zich geducht te weren, onze voorhoede bleef bewegelijk, onze verdedi ging actief en de kansen kwamen voor Bakhuys en de zijnen. Llense redde in die periode eenige keeren zeer goed, een kop bal ging precies over de lat, en toen uit een vrijen trap plaatste van Heel precies naar Bakhuys en opnieuw kon Nederland juichen, toen Bakhuys doorgaf naar Drok, daarmee de Fransche defensie even ver bluffend (15). Toen was Nederland niet meer te houden en het Fransche doel kwam onder hoogen druk te staan. En het gebeurde, dat 2 mi nuten na dit vijfde doelpunt Drok een pass gaf aan van Nellen, die voor nummer zes zorgde! De laatste drie minuten probeerden de onzen nog herhaalde malen, om de over winning nog grooter te maken, wat echter niet gelukte. En ofschoon de Franschen met den moed der wanhoop ook nog eenige aanvallen deden, waren deze nog minder gevaarlijk dan de vorige. En toen klonk Rudd's laatste signaal van dezen middag. En had Frankrijk een zware nederlaag te slikken gekregen. Een bittere pil, die stof genoeg kan op werpen voor de Fransche bladen! Het uitstapje van het Nederlandsche elftal naar Parijs heeft heel wat meer succes opgeleverd dan zelfs de grootste op timisten hadden durven hopen en ver wachten. Na reeds bij het ingaan van de rust, dank zij doelpunten van Bakhuys en Wels een nuttigen 20 voorsprong te hebben verworven, werden daaraan in de tweede helft door Bakhuys (2), Drok en van Nellen nog vier doelpunten toege voegd, terwijl slechts Courtois er in slaagde voor de Franschen de eer te red den, zoodat met een sprekende 61 glorie voor de Oranjeploeg het einde kwam. Dit succes is wel het schoonste ge schenk, dat de kranige Hollandsche jon gens hun aanvoerder van Heel hebben kunnen aanbieden ter gelegenheid van zijn gouden jubileum als internationaal. Niet alleen toch werd hiermede de prach tige serie overwinningen op het terrein der tegenpartij voortgezet en opgevoerd tot een recordaantal van elf, en niet alleen ook werd de onverwachte 54 nederlaag van 1934 gewroken, maar bovendien be teekende deze zege de grootste van de reeks welke in 1931 begon en waarvan behalve nu tweemaal de Franschen ook Denen, Duitschers, Belgen, Ieren en Zwit sers de slachtoffers werden. Het zwaarste deel van het internatio naal programma in dit seizoen hebben onze jongens nu achter den rug; alle drie de ontmoetingen werden overtuigend ge wonnen en nu rest nog het tweetal tegen de Belgen, die wij ook „hebben" kunnen, zoodat dit wel het meest succesvolle inter nationale seizoen belooft te worden, dat Holland in zijn langjarige voetbalhistorie ooit heeft gehad. Onze perspectieven voor het daarna wachtende Olympische tournooi zijn heusch niet slecht en het is geen wonder, dat een gerenomeerd spelkenner als de Duitschers dr. Bauwens onze ploeg nog dezer dagen heeft gekenschetst als een der beste kanspaarden voor 't Olympisch tournooi in Augustus a.s. te Berlijn. Welk een verschil ligt er tusschen de 4—3 over winning, welke de Hollanders in 1931 in de Lichtstad op de tricoloren wisten te behalen en de zege van thans. Toen was het een kamp met daverende sensaties, waarin onze landgenooten door drie doel punten in even zoovele minuten een 41 voorsprong wisten te veroveren, terwijl na de pauze de Franschen de Hollandsche supporters deden rillen en beven, omdat zij door hun verwoed en voortdurende offensief den achterstand verkleinden tot 43 en zeker nog een redelijke kans maakten op een draw. Een zucht van ver lichting steeg op toen de arbiter het eind signaal blies en alle onzekerheid wegnam. Overwinning niet in gevaar. Thans kwam de overwinning geen en kele maal in gevaar. Bijna onafgebroken toonden dezen middag de dragers van het Oranje-shirt hun meerderheid en regel matig kwamen er doelpunten van hun voeten, zelfs zonder dat het voorheen zoo beruchte kwartiertje noodig was. Geluk kig mogen wij wel zeggen, want hoe at tractief dergelijke bevliegingen ook mo gen zijn, het demonstreeren van een normaal overwicht moet uit speltechnisch oogpunt toch zeker aanmerkelijk hooger worden aangeslagen. In die kwartiertjes moest worden beslist en moesten de spe lers zich met een geweldig élan in den strijd werpen, een deel van hun vaak zoo broodnoodige reserve opsoupeerend, ter wijl een zege als die van gisteren getuigt van de gedegenheid in techniek en tactiek der overwinnende ploeg: zij doet de waar de van het succes stijgen en legt een ver sterkende basis voor het vertrouwen in eigen kracht dat noodig is in iederen vol genden strijd. Er is geen twijfel aan of de Hollanders deze groote zege hebben verdiend. Cyfers spreken eigenlijk nog een zelfs vrij sobere taal, want de score had werkelijk nog hooger in het voordeel van onze landge nooten kunnen zijn. In den strijd tegen de Denen, die met 30 gewonnen werd, de den onze vertegenwoordigers het kalm aan, omdat in den aanvang duidelijk werd gedemonstreerd, dat zij de meerderen wa ren. Hoewel dit laatste ook het geval was, namen zij de zaak echter nu serieuzer op dan te Amsterdam, maar toch bereikte de geestdrift waarmede gespeeld werd lang niet die hoogte welke men in alle vorige uitwedstrijden sedert Kopenhagen in 1931 heeft kunnen waarnemen. Was dat wel zoo geweest, welnu dan was het échec der Franschen nog erger geweest dan nu, al zal deze ontmoeting met gulden letters worden geboekstaafd in de annalen van Neerland's voetbal. Al hebben wij ons al len, of wij in Parijs aanwezig waren of ons om den luidspreker hebben geschaard, met groot enthousiasme verheugd over 't feit dat onze nationale kleuren in den vreemde weer hebben gezegevierd, toch was het geen strijd, die heel lang in de herinnering zal blijven voortleven. Heel wat anders dan de vorige 43 in Parijs, anders ook dan de 93 op de Belgen, de 52 op de Ieren te Amsterdam en te Du blin, de eerste zege op de Zwitsers te Zu- rich of de 01 nederlaag tegen de Britten. Het was een kamp zonder groote emoties, zonder momenten die tot laaiende geest drift aanleiding kon geven. Alles was rus tig en zeker. Hoe zouden we anders dan in hooge mate tevreden kunnen zijn over het elftal, dat deze kranige prestatie verrichtte? Alle spelers verdienen daarvoor oprechte waardeering, want allen hebben zij hun beste krachten gegeven om de overwin ning te consolideeren. Het Oranjeteam. De ploeg heeft een uitstekenden indruk gemaakt, er werd gespeeld met de rustige zekerheid, dat men sterker was dan de Franschen, die een voetballesje kregen, dat hun lang zal heugen. Het spel der Hollanders stond technisch op een alles zins behoorlijk peil. De samenwerking tus schen de linies was uitstekend, de combi naties klopten goed, er werd een vlot tempo onderhouden en aan uithoudings vermogen en snelheid kwamen de onzen niets te kort. De voorhoede speelde een solied en productief spel, dat afwisselend kort en open werd gehouden, al naar ge lang de omstandigheden zulks noodzake lijk maakten. Het quintet was zeer agres sief en buitte vrijwel iedergeboden kans onmiddellijk uit, met het gevolg, dat dan ook niet minder dan zes doelpunten wer den gefabriceerd, waarvan de eerste van zeer goede kwaliteit waren. Over het al gemeen werd er gespeeld met vier man, terwijl Smit zich weer wat had terugge trokken en de zwerversrol vervulde. Smit, die zich kennelijk spaarde in ver band met zijn bekende voetblessure, miste daardoor juist dat tikje van energie, felheid en nuttigheid, dat hem anders bo ven zijn medespelers doet uitsteken en dat had tot gevolg, dat onze aanval, hoe vreemd het misschien ook moge klinken voor een linie welke goed is voor zes doel punten, toch niet dien sterken indruk van gewoonlijk maakte, al was zij meer dan voldoende op dreef. Een puike linie vorm de ook de halflinie, die den aanval heel krachtig ondersteunde en in de verdedi ging niet minder haar groote verdiensten toonde. Toen de Franschen eenmaal een doelpunt hadden gemaakt en dus de stand 41 was geworden, trok het trio zich terug, om zich voornamelijk op haar de fensieve taak te cpncentreeren. Noodig was zulks o.i. niet en het hgd tot ge volg dat de Franschen in de gelegenheid werden gesteld eens wat meer in het of fensief te komen; de Holanders waren echter ruimschoots in staat dezen aanval te weerstaan. De verdediging met uitzondering van doelman Halle was het minste deel van ons team, en was niet zoo hecht als wij het wel gewend zijn. Zoo erg lastig kregen de heeren het over het algemeen niet, maar zonder onvoldoende te zijn, hadden zij toch nog al eens moeite om het terrein te zuiveren. De samenwerking bleef onder het normale en was niet van de kwaliteit van een combinatie van RunWeber of van RunCaldenhove. Franschen stellen teleur. De Fransche ploeg heeft in alle opzich ten teleurgesteld, niet alleen haar eigen aanhang doch ook ons. Na de verrichtin gen in het begin van het seizoen en reke ning houdende met de beide laatste prestaties tegen de Hollanders hadden we heel wat beters verwacht. Nu moeten we onmiddellijk toegeven dat de Franschen dezen dag meer gehandicapt waren dan onze langenooten. De tricoloren toch heb ben het in techniek nog niet zoo ver ge bracht als onze landgenooten, en hun suc cessen zijn voor een zeer belangrijk deel terug te voeren tot zeer groote snelheid, geestdrift, taaie volharding en overrom peling, afgezien nog van het krachtig mo reel, dat in de vorige ontmoeting tegen Holland nog zoo sterk tot uiting kwam. Nu had het den laatsten tyd zeer hard geregend in de Fransche hoofdstad, met het resultaat dat het terrein zwaar en glad was. De Hollanders die daaraan wel wat gewend zijn, konden zich goed over de moeilijkheden heenzetten, maar hun tegen standers werden er zwaar door gehandi capt. Zij konden hun groote snelheid niet ontwikkelen en aangezien zij, zooals ge zegd, technisch nog niet zoo daverend ont wikkeld zyn, ondervonden zij tevens da grootste moeite om den bal goed onder controle te houden. Het is begrijpelijk, dat onder dergelijke omstandigheden van een prima samenwerking ook niets komt en dat tenslotte ook aan het moreel een knak wordt toegebracht. Zooals het nu ging, speelden de Franschen ver onder hun vorm en gaven een primitief spelletje ten beste.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9