Onze reis-ministers vertellen.
Onze Jiolomm
jMfetumdeM StuMen
JiidschcifU»t
Zoowel minister Dechers als minister Geltssen
uiterst tevreden over hun reis.
Hooge onderscheidingen.
OINRIJ VERBODEN
De twee Nederlandsche ministers mr.
dr. L. N. Deckers en dr. ir. H. C. J. H.
Gelissen, die momenteel voor een stu
diereis in Polen vertoeven, zijn, na
twee dagen het industriegebied van
Opper-Silezië bezocht te hebben, weer
in Warschau teruggekeerd. Een verte
genwoordiger van de „United Press"
had gisteren een langdurig onderhoud
met hen in het met Poolsche en Ne
derlandsche vlaggen getooide hotel
„Europa".
We zijn naar Polen gekomen, aldus ver
klaarde minister Gelissen, om een alge-
meenen indruk te krijgen van de wijze
waarop Polen de crisis bestrijdt.
Het is niet onze bedoeling onderhande
lingen met Polen te voeren; wel willen wij
ons op de. hoogte stellen in hoeverre een
meer intensieve samenwerking op econo
misch gebied tusschen beide landen moge
lijk is. We hebben den indruk gekregen
dat voor een ontwikkeling in die richting
wel degelijk uitzicht bestaat. Hoewel onze
reis nog niet geëindigd is, hebben we reeds
vele interessante dingen gezien en gehoord.
De verschillende gesprekken, die we ge
voerd hebben met leden der Poolsche re
geering, in het bijzonder met minister
president Koscialkowski, den minister van
financiën Kwiatkowski, den minister van
handel en industrie dr. Gorecki en den mi
nister van landbouw Poniatowski, gaven
gelegenheid ons in zake de richtlijnen van
de economische politiek van de Poolsche
regeering te oriënteeren. Voorts heeft de
bezichtiging van het uitgebreide industrie
gebied van Polen op ons een diepen indruk
gemaakt. Speciaal hebben we daarbij
aandacht geschonken aan den ombouw van
Polen, tot nu toe hoofdzakelijk agrarisch
land, tot industrie-land.
Bijzonder interessant voor mij als minis
ter van handel, nijverheid en scheepvaart,
aldus verklaarde dr. Gelissen, is het werk
van de Poolsche Staatsbank voor nationale
economie, welke het particulier initiatief
in de Poolsche industrie steunt. Ik beoog n.L
in Nederland ook een instelling met analoog
doel n.1. de financiering van het particulier
initiatief in de industrie. U begrijpt dus, hoe
waardevol en belangrijk voor mij de be
sprekingen zijn, die ik heb gevoerd met den
minister van handel en industrie, den heer
Gorecki, die, voordat hij het ambt van mi
nister aanvaardde, vele jaren leider was van
die bank.
De indrukken van minister Deckers.
Over het doel van het bezoek aan Polen
zeide minister Deckers het volgende:
KAPSTOK OF REM?
In verband ïpet het artikel spellings
wanorde, opgenomen in ons artikel van
Donderdag 9 Januari, verzoekt professor
De Vooys ons opname van zijn volgende be
schouwing.
Bij de jongste begrootingsdebatten deed
de minister van onderwijs de toezegging,
regel 5 en 6 van de spelling-1934 (de ge
slachtsregeling en de voornaamwoordelijke
aanduiding) opnieuw door een Neder-
landssch-Belgische commissie van deskun
digen te laten onderzoeken. Hebben we hier
te doen met de welbekende kapstok? waar
aan een minister lastige kwesties pleegt op
te hangen? Of voorziet hij, na grondig on
derzoek van het vraagstuk, een regeling die
algemeen bevrediging zal schenken? Dit
laatste is aan ernstige twijfel onderhevig.
Zijn toezegging is bedoeld als een tegemoet
koming aan die tegenstanders, die beweren
dat minister Marchant overhaast te werk
gegaan is en het oor geleend heeft aan een
te eenzijdig samengestelde commissie. Maar
juist de vijfde regel ging grootendeels in
tégen het advies van deze adviseurs, en be
rust op de voorstellen van de veelzijdig
samengestelde Staatscommissie van 1916!
In het verslag, dat na tweejarig overleg
werd opgesteld, wordt de verbuigingsuit
gang met n beperkt tot de namen van man
nelijke personen en dieren, terwijl de regel
voor de voornaamwoordelijke aanduiding
luidt: „In de keuze van het geslacht voor de
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoor
den van den 3den perscon richt men zich
bij het schrijven naar het spreken in de
zelfde omstandigheden". Deze regeling werd
op advies van prof. van Ginneken in 1932
door minister Terpstra aanvaard en zonder
protest bij het overgroote deel van het on
derwijs ingevoerd. Een bewijs, hoe gebrek
kig de minister zich op de hoogte gesteld
heeft, is dat hij onder degenen die een beter
gefundeerde regeling zullen moeten ont
werpen, ook noemtProf van Ginneken,
de raadsman van minister Terpstra!
Het is duidelijk, dat de minister een ge
slachtsregeling in vage trekken voor de
geest zweeft, waarbij een zoo groot moge
lijk aantal vanouds „mannelijke" woorden
gepaard zouden worden. Maar weet hij
niet, dat een dergelijke regeling al twee
maal beproefd is, en tweemaal schipbreuk
geleden heeft? De eerste poging, in opdracht
van minister de Visser, leidde tot de woor
denlijst van Kluyver en Muller; de tweede,
ondernomen door het „Comité voor eenheid
in de schrijfwijze", tot een stel regels die,
na uitwerking, een sprekende gelijkenis
zouden vertoonen met de bovengenoemde
woordenlijst. Die uitwerking is achterwege
gebleven; een toepassing heeft niemand be
proefd; de voormannen zelf hebben er in
het orgaan Taal en Spelling niet meer van
gerept. Waarom zou men dan van een derde
poging heil verwachten? Een derde „rege
ling" zou immers weer in hoofdzaak een
kopie zijn van de beide vorige, en nóch
voorstanders noch tegenstanders bevredi
gen. De laatste regelaars noemden een
groep bij uitstek mannelijke woorden, b.v.
tijd, vrede, zin, tekst, omdat oudere schrij
vers, op grond van een veeljarige praktijk,
Ik wil nagaan welke maatregelen Polen
treft om den landbouw in dezen crisistijd
te beschermen en welke resultaten door de
regeeringsmaatregelen worden bereikt.
Het meest interessante gedeelte van onze
reis wacht me nog, daar we hedenavond
naar Posen vertrekken om deze provincie,
waarvan het grootste deel der bevolking
den landbouw beoefent, in oogenschouw te
nemen. Daar zullen we per auto van dorp
tot dorp rijden en boerderijen, zoowel
kleine als groote, gaan bezichtigen.
Woensdag vertrekken we weer naar Ber
lijn om zonder oponthoud direct naar Den
Haag door te reizen, waar we Donderdag
hopen aan te komen.
Ik wil de tentoonstelling „Avicultura"
persoonlijk openen, om beloften aan mijn
landgenooten gedaan ook na te komen, zei-
de de minister lachend.
De ontvangst in Polen.
Over de ontvangst in Pol entoonden bei
de ministers zich zeer tevreden. We hebben
tot nu toe de geheele reis gemaakt in gezel
schap van den Poolschen onder-minister
van handel en industrie Dolezab. Het
hoogtepunt van de reis vormde de bezich
tiging van de zink- en staalwerken in
Opper-Silezië, evenals de groote stikstof-
en kunstmestfabriek „Moscicki", die naar
den Poolschen president, wiens uitvinding
daar wordt toegepast, genoemd is.
Door president Moscicki in audiëntie
ontvangen.
Hedenmorgen elf uur ontving president
Moscicki de Nederlandsche minister in een
langdurige audiëntie. Hierbij waren tegen
woordig de Nederlandsche gezant te War
schau, mr. dr. L. Carsten en de Poolsche
gezant van Nederland, Z. Exc. W. Babinski.
Des middags om 12.30 uur werden minis
ter Gelissen en minister Deckers door den
minister-president Koscialkowski ontvan
gen, die hen namens den president der re
publiek het grootkruis der Orde „Polonia
Restituta" verleende.
In den loop van den dag bood de minister
van financiën den gasten een maaltijd aan,
waaraan enkele besprekingen zich aanslo
ten.
Na een overdrukken dag vertrokken zij
's avonds naar Posen, door meerdere leden
van de regeering aan het station uitgeleide
gedaan.
Overal waarlangs de ministers kwamen,
was de Nederlandsche vlag uitgestoken. Af
wisselend reizend per auto of in een salon
rijtuig der spoorwegen bezichtigden de mi
nisters het zuid-westelijk en noord-westelijk
deel van Polen.
In Krakau bezochten ze het mausoleum
der Poolsche koningen, waar ook het stof
felijk overschot van maarschalk Pilsoedski
i3 bijgezet.
deze woorden nooit meer in een woorden
lijst behoeven na te slaan, of omdat men
daarbij in „leestaal" de n herhaaldelijk heeft
„uitgesproken". Voor de jongeren gelden
deze motieven niet of in geringe mate.
Bovendien zeggen de voorstellers: „voorts
een zeker aantal nader vast te stellen woor
den, vooral ook met het oog op het Zuidelijk
deel van het Nederlandsche taalgebied". In
dat gebied echter behooren in het dialect
dat niet overal gelijk is alle substantieven
tot een van de drie genera! Wie een nieuwe
regeling wenscht op grond van Zuidelijk
taaleigen, zal zich tegen elke uiteraard
willekeurige greep verzetten.
Dat een uniforme regeling van de voor
naamwoordelijke aanduiding en vervan
ging, die Noord- en Zuid-Nederlanders zou
bevredigen, behoort tot de onmogelijk
heden. De simplistische oplossing van het
Comité-1934, dat de aanduiding met hij of
zij wilde koppelen aan het genus van het
substantief, is natuurlijk onaanvaardbaar.
Op een eenstemmig advies van een com
missie zooals de minister zich dit voorstelt,
valt niet te rekenen.
Een terugkeer tot de oude spelling durfde
de minister niet aan. Zijn houding werd
vooral bepaald door „economische redenen".
Dat lijkt ons bevreemdend bij een minister
van onderwijs, aan wie toch allereerst de
belangen van het onderwijs zijn toever
trouwd. Herinnerde hij zich niet dat alle
onderwijsorganisaties, dat bijna alle in
specteurs, zijn meest bevoegde raadslieden
in dezen, de nieuwe spelling als een voor
deel voor het taalonderwijs beschouwen?
Het nadere onderzoek kan ook bedoeld
zijn als een rem. De overheid kan nu weer
rustig afwachten en niets doen, of desnoods
tegenwerken, zooals hier en daar reeds ge
bleken is. Dit is niet alleen inconsequent,
maar ook onverantwoordelijk. De regeering
heeft de nieuwe spelling bij het geheele
onderwijs officieel ingevoerd. Dit moet be-
teekenen, dat deze tweede officieele spel
ling van overheidswege beschouwd wordt
als de toekomstige eenige officieele, want
het maatschappelijk belang eischt eenheid
van spelling. Voorstanders en tegenstanders
zien het belang daarvan in. Een overgangs
tijd is nu eenmaal noodzakelijk. Maar zoo
veel mogelijke verkorting van die over
gangstijd is evenzeer noodzakelijk. Daaruit
volgt de plicht van alle weimenenden, en in
het bizonder van de overheid: niet remmen,
maar de invoering van de nieuwe spelling
bevorderen!
DE WERKLOOSHEID IN DEN LANDE.
Geeft nog weinig hoop.
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling deelt mede, dat in de week 23 t/m.
28 December het aantal leden van ingevolge
het Werkloosheidsbesluit gesubsidieerde
vereenigingen bedroeg 539,400 (waarvan
74,300 landarbeiders).
De werkloosheid onder deze verzekerden
bedroeg voor het geheel: in de week 23 t/m.
28 December 1935 39.5 pet.; in de vorige
verslagweek was dit 34 pet
Laat men de landarbeiders buiten be
schouwing, dan bedroeg de werkloosheid
onder de overige 465.100 verzekerden: in de
week 23 t/m. 28 December 1935 36.7 pet.; in
de vorige verslagweek was dit 34.2 pet.
In vergelijking met vorige jaren zijn deze
cijfers zeer ongunstig, al heeft vooral de
sneeuw wel invloed gehad. Bovendien is
van invloed geweest de stopzetting van de
werkverschaffingen in de verslagweek. De
daarbij betrokken verzekerden kwamen
daardoor in deze week werkloos in de ad
ministratie der werkloozenkassen voor. Dit
is in weken, waarin de werkverschaffingen
zijn opengesteld, in den regel niet het ge
val, waardoor de kasbesturen dan niet in
staat zijn deze werkloozen in de gegevens
welke zijn verzamelen, op te nemen. Het
gevolg is, vooral onder de landarbeiders
niet een geheel juist beeld van den loop
der werkloosheid in December 1935 kon
worden verkregen.
Bij 1060 organen van de openbare ar
beidsbemiddeling stonden op 28 December
in totaal 487.457 werkzoekenden ingeschre
ven, onder wie 462.218 mannen. Van deze
werkzoekenden waren er 468.321 werkloos,
onder wie 448.831 mannen.
VRACHTBOOT GEZONKEN.
Tengevolge van een verkeerde
manoeuvre.
De vrachtboot „Zeldenrust IV" van de
reederü gebr. v. d. Boom te Rotterdam is
vannacht van Amsterdam vertrokken met
stukgoederen bestemd voor Hengelo. Bij
de Oranje-sluizen te Amsterdam is door
den schipper een verkeerde manoeuvre ge
maakt, waardoor hij met zijn schip in plaats
van in de sluis terecht kwam op den
strekdam zuidelijk van de sluis.
Het schip kreeg een groot gat onder de
waterlijn en met kracht stroomde het wa
ter naar binnen. Gelukkig was er spoedig
assistentie. Behalve een boot van den ha
vendienst is ook de sleepboot „Johanna"
van de firma de Jong gaan pompen om 't
schip voor zinken te behoeden.
In den loop van den nacht is men even
eens de lading gaan lossen en hedenmor
gen was men zoover, dat 't lek boven wa
ter was. In den loop van vandaag zal de
„Zeldenrust IV" op eigen kracht naar een
der werven te Amsterdam kunnen varen
om te worden gerepareerd.
ERNSTIG ONGEVAL TE ARNHEM.
Werkman door het omvallen van
een bok getroffen.
Op het terrein van de gemeentegasfabriek
te Arnhem is een werkman door het om
vallen van een bok welke gebezigd werd
voor het uittrekken van een gasbuis, ge
troffen. Hij kreeg een hersenschudding en
is, na opgenomen te zijn in het gem. zie
kenhuis aldaar, overleden.
„VOETBAL-GENEUGTEN"!
Ergerlijke vechtpartijen na de match.
Na afloop van den een dezer dagen te
Zeeland (N.B.) gespeelden voetbalwed
strijd, geraakten de beide elftallen en hun
aanhangers onder het publiek, slaags. Toen
de politie ter plaatse verscheen, vond zij
een wild vechtende kluwen voetballers, die
maar lukraak met knuppels op elkaar in
sloegen. Toen ook de politie met den gum
mistok een woordje had meegesproken, en
de vechtenden gescheiden waren, bleek dat
een groot aantal personen builen en ver
wondingen had opgeloopen. Aanvankelijk
leek het, of het hierbij zou blijven, doch
thans is de toestand van een inwoner van
Zeeland, die zware slagen met een knuppel
op het hoofd gekregen had, zoozeer ver
ergerd, dat h(j in zorgwekkenden toestand
naar het St. Canisiusziekenhuis te Nijme
gen moest worden vervoerd. De politie doet
thans moeite om te weten te komen, wia
den man de slagen heeft toegebracht.
ONTSLAGEN LEERAREN ZONDER
WACHTGELD.
Beslissing der Kroon luidt gunstig.
De gemeente Amsterdam heeft aan de
heeren K. Bekker en K. v. Herwerden in
verband met de geleidelijke opheffing van
de openbare avondscholen voor lager han
delsonderwijs niet herbenoemd als tijde
lijke leeraren, zonder toekenning van
wachtgeld.
Te dezer zake hebben genoemde heeren
de beslissing der kroon ingeroepen. In het
desbetreffende K. B. is thans overwogen,
dat art. 87 der wet van 28 Mei 1925 be
paalt: Indien aan een ambtenaar, die
wordt ontslagen op grond van opheffing
van zjjn betrekking, of op grond van een
nieuwe organisatie van zijn dienst .-ak, en
ten aanzien van wlen, van rijkswege rege
ling is vastgesteld, door het lichaam, in
welks dienst hij was, geen of een naar zijn
oordeel onvoldoend wachtgeld wordt toe
gekend, hij binnen één maand na het tijd
stip, waarop het ontslag is ingegaan, ter
zake de beslissing der kroon kan inroepen:
dat de strekking van dit artikel meebrengt,
dat aan ontslag als daarin bedoeld een
ruime beteekenis moet worden toegekend
indier voege, dat ambtenaren, die, hoewel
voor bepaalden tijd aangesteld, als regel
worden herbenoemd als ontslagen zijn te
beschouwen, wanneer hun dienstverband
naar afloop van den tijdsuur, waarvoor zij
zijn aangesteld een einde neemt en zij dus
niet van de bevoegdheid de beslissing der
kroon in te roepen zijn uitgesloten.
Tenslotte heeft de kroon overwogen, dat
onder de omstandigheden, zooals deze zich
in dit geval voordoen, aan de billijke
eischen van de appelanten moet worden te
gemoet gekomen en zulk een wachtgeld als
nog ten laste der gemeente Amsterdam
voorgeschreven moet worden.
STAMPERIUS ERNSTIG ZIEK.
Naar wij vernemen is de bekende schrij
ver van jeugdboeken en paedagoog de heer
J. Stamperius ernstig ziek. De toestand van
den patiënt was hedenmorgen ernstig.
MINISTER DE WILDE MET VACANTIE.
De minister van blnnenlandsche zaken is
heden met verlof naar het buitenland ver
trokken. Hij zal tot 25 dezer afwezig zijn.
HET ONGEVAL VAN PROF.
VERAART.
Behandelend geneesheer over den
toestand van den hoogleeraar zeer
tevreden.
Omtrent de toedracht van het ongeval,
dat prof. dr. J. A. Veraart gisterochtend 18
overkomen, vernemen wij, dat dit gebeul
de, toen de hoogleeraar omstreeks kwart
voor tien college gaf in het gebouw voor
Weg- en Waterbouw der Technische Hoo-
geschool. Van twee ir. verticale richting be-
weegbare borden, die langs elkaar schuiven,
wilde prof. Veraart het achterste bord om
laag halen, tengevolge waarvan het voorste
gedeelte tegen het plafond stuitte. Daardoor
brak de staaldraad en kwam het bord op de
handen van prof. Veraart terecht. Hij brak
zeven vingers. Per taxi werd prof. Veraait
naar het St. Hippolytus-gesticht overge
bracht. De behandelende geneesheer toonde
zich gistermiddag over den toestand van
den hoogleeraar zeer tevreden.
OUDSTE HEILSSOLDAAT BEGRAVEN.
In de Gerard Doustraat te Am
sterdam verdrong «ich een groote
menigte.
De eind vorige week te Amsterdam over
leden oudste Heilssoldaat in Nederland, de
heer K. Koopmans, is gisteren met korps
eer begraven. Er werd in het gebouw van
het Leger des Heils, Gerard Doustraat 69,
een uitvaartdienst gehouden en daarna
stelde zich in die straat de rouwstoet op.
Reeds geruim en tijd tevoren het ver
trek was tegen kwart over elven aangekon
digd had zich een groote menigte belang
stellenden in de Gerard Doustraat ver
zameld maar de politie had verzuimd de
noodige orde-maatregelen te treffen, zoodat
de smalle straat weldra vol menschen stond
en. er geen doorkomen aan was. Inspecteur
D. W. Smits yan het bureau-Stadhouders
kade, die toevallig passeerde, bracht wat
orde in den chaos, maar er ontstond eerst
een behoorlijken toestand, toen te kwart
voor twaalven vier inderhaast ontboden
ruiters verschenen
De stoet vertrok dan ook meer dan een
half uur te laat. De lijkwagen was gedeco
reerd met de rouwkleuren van het Heils
leger, wit en lila. Toen de kist werd uitge
dragen speelde het Leger-muziekkorps een
koraal; op de door de Heilslegervlag gedekte
kist werden de Bijbel en de uniformpet van
den overledene gelegd. De kransen waren
ook in wit en lila, de kleuren der seringen.
In den stoet gingen de vlaggen van het
Heilsleger voorop, dan volgde het muziek
korps en achter den -lijkwagen schreden de
putaties der Heilssoldaten, die allen witte
sjerpen en armbanden droegen.
De teraardebestelling geschiedde op Zorg-
vlied, waar brigadier Buiterman de plech
tigheid leidde.
NESTKASTJES VOOR NUTTIGE
VOGELS.
De Plantenziektenkundige Dienst te
Wageningen vestigt weder de aandacht
op het belang van een goeden vogelstand
voor de bestrijding van schadelijke in
secten. Een van de werkzaamste middelen
ter bevordering van een goeden vogel
stand voor dit doel is het aanbrengen
van nestkasten in tuin, park en bosch. Niet
alle vogelsoorten maken van de nestkasten
gebruik, maar juist verscheidene van onze
nuttigste soorten, als meezen, roodstaar-
tjes en spechten, vinden er een veilige
broedgelegenheid in.
Boschbezitters en eigenaars van tuinen
en parken worden meer en meer overtuigd
van het nut dezer vogels en het aantal
nestkastjes, dat geplaatst wordt, neemt
dan ook jaar op jaar toe.
Om hetzelfde jaar nog voor broeden
gebruik te kunnen .worden, moeten de
kastjes voor het midden van Maart opge
hangen worden, het beste is dus daar thans
zoo spoedig mogelijk toe over te gaan.
Een volledige handleiding voor het ver
vaardigen van nestkasten en de behande
ling ervan vindt men in de pas versche
nen nieuwen druk van Mededeeling No. 17
van den Plantenziektenkundlgen Dienst:
Bescherming van nuttige vogels (Nest
kast, Vogelboschje, Wintervoedering,
Drinkbak), welke bij den Dienst te Wage
ningen verkrijgbaar is a 0.25. Deze mede
deeling bevat raadgevingen over de soor
ten van nestkasten en het aantal, dat on
der verschillende omstandigheden moet
worden aangebracht. Op verzoek kunnen
adressen verstrekt worden van leveran
ciers ,die goede nestkasten vervaardigen.
Zooals uit den titel van de btochure
blijkt, worden daarin ook behandeld de
aanleg en het onderhoud van vogel
boschje en drinkbak en de wijze, waarop
men wilde vogels door bijvoedering door
het strengste deel van den winter kan
helpen.
Voor zoover noodig verstrekt de Plan-
terziektenkundigen Dienst aan belangheb
benden gaarne verdere inlichtingen over
deze onderwerpen.
KORTE BERICHTEN.
Op 65-jarigen leeftijd is in Den Haag
overleden gep. gcneraal-majoor der infan
terie van het Ned.-Indische leger P. p.
Hoeksema de Groot.
KRANTEN INPLAATS VAN
BANKPAPIER.
Een brief met een geldinhoud ter waar
de van 41.000 van Singapore naar Bata
via verzonden, is te Batavia aangekomen
met een inhoud uitsluitend bestaande uit
couranten-papier. De verdwijning van het
geld werd te Batavia geconstateerd.
In verband hiermede looft de politie een
belooning uit van 500 dollar voor aanwij
zingen welke lelden tot een arrestatie be
nevens een premie van 5 procent van het
bedrag dat zal worden aangehaald.
De politie te Singapore meent dat de
diefstal aldaar is gepleegd, zoo meldt Ane-
ta aan „Het Volk".
DE MAN IN DIENST VAN DE
HUISHOUDING.
Mijnheer de Redacteur!
Verzoeke beleefd opname voor het vol-
gende:
In de Al km. Courant van Vrijdag 10 Janu
ari staat het verslag van de Ned. Ver. van
Huisvrouwen. „Huisvrouwen" wel te ver
staan, die al zooveel onderwerpen behandeld
hebben, dat zij ten einde raad den heer v.
Hartogh bereid hebben gevonden, haar iets
te vertellen over de huishouding. Deze ver
telde o.a., dat zü hun echtgenoot zoodanig
moeten dresseeren, dat hij het als de ge
woonste zaak van de wereld zal beschou
wen, haar bijv. te helpen afdrogen bij het
vaten wasschen. Waarom er niet bij gezegd:
„en zoo voort". Zou het geen aan lieveling
verdienen, wanneer de Ned. Ver. van Huis
vrouwen weer een vergadering of gezellige
bijeenkomst belegt, den heer v. Hartogh uit
te noodigen, thee te schenken, en hem dan
als aandenken een mooi rubber schortje te
geven, te gebruiken bij het vaten wasschen?
Dat zou een mooie reclame zijn voor as.
leden. (Huisvrouwen). Het is een verheu
gend feit, dat Uw verslaggever er een ge
zonder opvatting op na houdt.
Beleefd dankend,
EEN ABONNEE.
(Onze redactie, die alleen uit mannen be
staat, is het volkomen met inzender eens.
Leve de vrijheid!
Red. Alkm. Crt)
Een roode cirkel met
wit veld beteekents
gesloten voor alle ren*
H U keer in beide richtingen
Het Kind.
Het veertiendaags verschijnend tijdschrift
„Het Kind", een blad voor ouders en op
voeders, dat door zijn voortreffelijken in
houd en onder de bekwame redactie van
den heer D. L. Daalder reeds grooten naam
in den lande heeft weten te verwerven, is
met de intrede van 1936 in een nieuw ge
waad gestoken. Aan den wensch van tal
rijke lezers om illustraties op te nemen ln
dit blad ia thans voldaan en zoo ontvingen
wc op de redactietafel dit „nieuwe" kind,
dat ongetwijfeld in alle huiskamers van de
abonné's met vreugde begroet zal worden.
Het tijdschrift is op gesatineerd papier
gedrukt en zoodoende komen de illustraties
Uitstekend tot haar recht. Zij geven aan het
geheel een frisch karakter.
De redactie schrijft ter inleiding een arti
kel, dat een goed inzicht geeft in de talrijke
moeilijkheden, waarmede een redacteur van
een zooveel gelezen tijdschrift als „Het
Kind", alzoo te kampen heeft. Inderdaad is
deze taak, wil zij inderdaad paedagoglsch
zijn. zeer moeilijk, maar tevens bij een re
sultaat als waarmee „Het Kind" overal ln
Nederland verschijnt, zeer succesvol. Wij
wenschen dan ook redactie en uitgever van
harte geluk met dezen nieuwen stap ter
vervolmaking van een tijdschrift, waaraan
Juiat in deze tijden zooveel behoefte gevoeld
wordt.
De bekende schrijver Hans Hak geeft in
dit nummer een carnavalsgeschiedenis we«r
onder den naam „Zoo leeft Jong-Neder-
land"; van de hand vsfn O. C. van Maurik
lezen we: Het kind en de dood; C. de Schut
ter schrijft: Puntige pijlen; terwijl de heer
Daalder een artikelenreeks opent over De
opvoeding van het fascisme". De gebruike
lijke vrouwen- en boekenrubriek zijn ï°e<*
verzorgd, het geheel maakt een uitsteken
den Indruk, wij zijn met redactie en uitge
ver verheugd over dezen grooten vooruit
gang.
Glimlachje
ilï.maar nlet piet brengt zijn auto tegen-
Z r.si« (y JRVOnds ,n de buiskamer, sedert hij er
een radio ln heeft laten monteeren." (Humorist)
-ITT |f