HET PLAN VAN DEN ARBEID EN DE LANDBOUW. DE STEUN AAN KLEINE BOEREN. Heden de uitvoering der steunverleening afgekon digd. Lezing van Ir. h. Vos, de samensteller van het plan, voor de vereeniging van oud-leer lingen der Pijkslandbouwwinterschool GROOTE BELANGSTELLING. Schaatsenrijden. DE WEDSTRIJDEN TE OSLO. - Twee wereldrecords verbeterd. i Op de 500 meter door den Ameri- L kaan AUan Potts en door den Noor V Ballangrud op de 5000 meter. Zondag zijn te Oslo de wedstrijden in het hardrijden op de schaat tusschen een ploeg van Noorwegen en een van de Ver. Staten begonnen. Op de 500 meter slaagde de Amerikaansche rijder Allen Potts er in het wereldrecord, dat tot nu toe op naam stond van H. Engnestangen met een tijd van 42.5 sec., gevestigd op 21 Januari 1933 te Davos, te verbeteren en te brengen op 42.4 sec. Ivar Ballangrud verrichtte een buitenge wone prestatie door het wereldrecord op de 5000 meter, staande op naam van den Oostenrijker Stiepl met den tijd van 8 min. 18.9 sec., gevestigd op 3 Februari 1934 te verbeteren en te brengen op 8 min. 17 2 seo. In de Sovjet-Unie. Te Leningrad zijn schaatswedstrijden be gonnen tusschen de steden Leningrad, Moskou en Gorki. Op den eersten dag reeds zijn de landelijke records op vier af standen verbeterd. De jonge Moskousche rijder Koedrjawtsef legde de 500 meter af in 43.9 sec., de kortste tijd, die in dit sei zoen ook buiten de Sowjetunie gemaakt is. De schaatsrijdster Koeznetsowa, uit Gorki vestigde twee landelijke records door de 500 meter te rijden in 51.1 sec. en de 1500 meter te rijden in 51.1 sec. en de 1500 me ter in 2 min. 47.7 sec. Sjaromof, eveneens uit Gorki, vestigde een nieuw record op de 500 meter, welken afstand hij aflegde in 8 min. 44.4 sec. Dammen. OM HET WERELDKAMPIOENSCHAP. De veertiende partij remise. Te Dordrecht is Zaterdag voor een vrij talrijk publiek de veertiende partij tusschen Vos en Raichenbach om het wereldkam pioenschap gespeeld. Het verloop was: Wit: J. H. Vos Zwart: M. Raichent 1. 32—28 18—23 2. 33—29 23x34 3. 37x28 19—24 4. 39—33 14—19 5. 44—39 20—25 6. 29x20 25x14 7. 41—37 12—18 8. 46—41 7—12 9. 37—32 15—20 10. 41—37 20—24 11. 34—30 18—23 12. 30—25 12—18 13. 40—34 17—21 14. 34—29 23x34 15. 39x30 18—23 16. 31—27 1—7 17. 50—44 21—26 18. 44—40 10—15 19. 37—31 26x37 20. 42x31 8—12 21. 47—42 12—18 22. 40—34 24—29 23. 33x24 14—20 24. 25x14 9X40 25. 35x44 15—20 26. 44—40 7—12 27. 40—35 20—24 28. 43—39 2—8 29. 39—33 5—10 30. 49—44 4—9 31. 44—40 12—17 32. 40—34 10—15 33. 31—26 8—12 34. 42—37 9—14 35. 37—31 3—8 36. 48—42 17—21 37. 26x17 12x21 38. 31—26 14—20 39. 26x17 11X31 40. 36x27 20—25 41. 42—37 6—11 42. 28—22 8—12 43. 33—28 11—17 44. 22x11 16x7 45. 27—21 24—29 46. 37—31 29x40 47. 45x34 15—20 48. 38—33 20—24 49. 31—27 7—11 50. 28—22 11—17 51. 21x12 18x7 52. 27—21 23—28 53. 32x14 13—19 54. 14x23 11—16 55. 30x19 16x38 Remise gegeven. DE VIJFTIENDE PARTIJ REMISE. Waar Raichenbach Zondag ook de vijf tiende partij remise speelde en nu 20 pun ten heeft behaald, behoudt hij zijn titel. Vos heeft thans 10 punten en is dus geheel kansloos geworden. Het verloop der partij was: Wit: M. Raichenbach Zwart: J. H. Vos 1. 34—29 20—25 2. 40—34 17—21 3. 31—26 21—27 4. 32x21 16x27 5. 44 40 1822 6. 50—44 12—18 7. 29—24 19x30 8. 35x24 14—19 9. 34—29 19><30 10. 29—23 1®X29 11. 33x35 13—1° 12. 37-31 19-1* 18. 41-37 }J-jj 14. 37—32 11—18 15. 32x21 18X27 16. 46-41 8-11 !7. 41-37 1-8 18. 37—32 11—18 19. 32x21 18X27 20. 42-37 l~]l 21. 47-42 8-12 22. 37—32 11—18 23. 32x21 8x27 24. 42-37 8-11 25. 37—32 11—18 26. 32x21 16x27 27. 48-42 2 7 28. 42-37 7-11 29. 37—32 11—18 30. 32X21 18X27 31. 38-32 27X38 32. 43x32 12—17 33. 32—27 9—13 34. 27—21 19—23 35. 21x12 18x7 36. 49—43 13—18 37. 31—27 22x31 38. 36x27 23—28 39. 26—21 18—22 40. 27x18 28—32 41. 43—38 32x34 42. 40x29 3—8 43. 21—17 8—13 44. 18x9 4X13 45. 45—40 15—20 46. 40—34 20—24 47. 29x20 25x14 48. 34—29 14—20 49. 29—23 20—25 50. 44—39 5—10 51. 39—33 10—14 52. 33—28 14—20 53. 28—22 7—12 54. 17x19 20—24 55. 19x30 25x34 Remise. Bridgen. BRIDGEN TE NOORDSCHARWOUDE. Zaterdagavond werd in het Spoorcafé van den heer G. Hop een bridge-drive ge houden. De uitslag was als volgt: Oneven lijn. 1 Jac. Prijs en J. Deutekom, Noordscharoude 20 ptn.; 2 J. Otto en W. Glas, Noordscharwoude 27 1/2 p.; 3 P. Deutekom en P. Beers Sr., No:rdscharwou- de 30 1/2 p.; 4 P. Bierman, Zuidscharwou- de en G. van Rijn, Noordscharwoude 31 p.; 5 A. Keppel, Noordscharwoude en P. Ha genaar, Zuidscharwoude 38 p. Even lijn: 1 C. Borst Az. en W. Bruin, Noordscharwoude 24 p.; 2 M. Kuilman en Jb. Grootjes 28 1/2 p.; A. Beemsterboer, Noordscharwoude en P. van Twuijer, Z.- scharwoude 34 p.; 4 M. Goudsblom, N.- scharwoude en P. Eecen Jr. 38 p.;; 5 P. v. der Molen, Broek op Langendijk en J. Jes, Noordscharwoude 38 1/2 p. SPORTPALEIS KOMT. Teekeningen geheel gereed. Naar het Hbld. uit betrouwbare bron ver neemt, zullen de plannen om te komen tot het overkappen der kunstijsbaan te Am sterdam en het bouwen van een wielerbaan met tribunes rondom de baan, vrijwel zeker worden uitgevoerd. Bij navraag deelde een der directeuren mede, dat de bouw ten minste voor 90 pCt. zeker is. Hij verwacht te de aanbesteding binnen niet al te lan gen tijd. De teekeningen van hetgeen 'er gaat verrijzen langs de kunstijsbaan zijn vorigen Zaterdag gereed gekomen en be rusten thans bij de Schoonheidscommissie. De contracten met een Nederlandsche combinatie, die de wielerbaan zal exploitee- ren zijn reeds geteekend. Gelijk men weet, zal de sporthal een ver schuifbaar dak krijgen en plaats bieden aan meer dan 10.000 bezoekers. £atub ett'Jmih&ouw Zooals reeds bekend gemaakt is, ligt het in het voornemen van den minister van landbouw en visscherij over te gaan tot het doen eener geldelijke uit- keering aan de kleine boeren. Voor zulk een uitkeering komen alleen in aanmerking rundveehouders: a. wier hoofdberoep bestaat in het uit oefenen van akkerbouw of veehouderij voor eigen rekening (landbouwers): b. die bij de inventarisatie van Mei 1935 ten hoogste 5 H.A. cultuur grond in gebruik hadden; c. te wier name bij één der rundvee-tel lingen, te weten die van Mei 1935 of Dec. 1935 één, twee of drie melk- en/of kalf- koeien werd geïnventariseerd; d. die na 1 Januari 1936 niet in een van 's rijkswege gesubsidieerde werkverschaf fing zijn opgenomen geweest of na dat t';d- stip geen steun hebben genoten ingevolge een door den minister van sociale zaken ge nomen beslissing; e. die op 1 Jan. 1936 niet waren aange sloten bij de werkloozenkas eener vereeni- ging, gesubsidieerd ingevolge het werk loosheidsbesluit 1917; f. die niet zijn aangeslagen in de in komsten en/of vermogensbelasting, over het belastingjaar 1935-'36. De uitkeering aan degenen die tot voor noemde categorie gerekend kunnen worden zal bedragen: voor veehouders met één melk- of kalf koe f 25; voor veehouders met 2 idem 40.voor 3 idem 50.Bij de bepaling van het bedrag, zoowel als bü de vraag of en voor welk bedrag een vee houder in verband met eventueel verschil lende resultaten der tellingen in aanmer king komt, zal worden uitgegaan van het normale bedrijf van den betref f enden vee houders, die volgens de hun voorhandige gegevens voorloopig in aanmerking zouden komen voor een uitkeering, krijgen een for mulier ter onderteekening toegezonden, waarbij de betreffende inspecteur der di recte belastingen wordt gemachtigd tot het verstrekken van de hierboven onder f be doelde inlichtingen. Dat formulier dient on verwijld in de bijgesloten dienst-enveloppe te worden ingezonden bij de prov. land- bouw-crisis-organisatie, waarbij de betrok kene is aangesloten. Indien het formulier on geteekend of na den daarop vermelden datum bij de landbouw-crisis-organisatie voornoemd inkomt, wordt de betrokken veehouder geacht er niet voor in aanmer king te komen. Personen, die op 10 Febr. a.s. nog geen formulier ontvangen hebben en meenen toch aan bovenomschreven voorwaarden te voldoen, kunnen na dezen datum by den secretaris der districts-com- missie een gratis formulier verkrijgen en dit onderteekend inzenden bij de landbouw crisis-organisatie, waar zü bü zün aange sloten. NEDERLANDSCHE TUINDERSBOND. Kr.ng Langendük en omstreken. De kring Langendük en Omstreken van den Nederlandschen Tuindersbond hield 16 Januari een vergadering, waarop een acht tal afdeelingen vertegenwoordigd waren. Voorzitter was de heer Jb. de Vries van Sint-Pancras. De voorzitter gaf een resumé van de werkzaamheden der organisaties en der ge meentebesturen om 'n verbetering in den toestand van de tuinders te verkrijgen. De uitgaven waren 113.88, de ontvang sten 139.21, zoodat het voordeelig saldo 25.33 was. De secretaris-penningmeester legde zün functie neer wegens drukke werkzaamhe den. By de stemming voor een nieuwen functionnaris werd de heer L. Kalverdük uit Oudkarspel gekozen verklaard. De heer Jongsma te Koedük had 2 stemmen en de heer Breed te St. Maarten een stem. Behandeld werd de voorloopige agenda van de vergadering te Hoorn. Hierover wer den geen belangrijke besprekingen ge houden. Medegedeeld werd, dat het districtsbe- stuur voor N.-Holland met een bestuurslid was uitgebreid. Een afdeeling van Amster- damsche markttuinders heeft zich bü den N.T.B. aangesloten en deze groep is ook in het bestuur vertegenwoordigd. De loonbü slagregeling was vervolgens een punt van bespreking. De kring sprak zich met algemeene stemmen uit voor de handhaving van de oude toeslagregeling. Die oude regeling was zoowel in het voor deel van de tuinders als van de arbeiders en van de gemeenschap. De heer Jongsma te Koedijk drong aan op meer gelgke loonen der arbeiders. De heer de Geus informeerde naar de be taling van de surplusbollen. Geantwoord werd, dat er wel eenige kans bestaat, dat het tekort voor de uitbetaling van het surplus vroege bollen alsnog zal worden aangevuld. De late tulpen hebben zich kunnen bedruipen. Hierna werd het teeltrecht uitvoerig aan een bespreking onderworpen. Verschillende vertegenwoordigers spraken zich hierover uit. Men was er verwonderd over, dat de Noordermarktbond te Noordscharwoude 'n zoo ingrüpend voorstel aan de provinciale commissie had durven voorstellen, zonder er eerst de leden in te kennen. Bovendien werd het betwist, of het wel de juiste plaats was geweest, deze zaak daar aan hangig te maken. Is het teeltrecht wel een z.g. veilingsbelang? Men was van oordeel, dat tegen uitwas sen moest worden opgetrokken. Deze kun nen en mogen niet worden gehandhaafd. Men was echter van meening, dat het niet als een uitwas geschouwd dient te worden, als iemand zyn fiancieele verplichtingen tegenover den verpachter niet heeft kun nen nakomen tengevolge van de crisis. Wel werd het veroordeeld, dat iemand die vrij willig afstand deed van het land, de teeltvergunning in zün bezit hield. Als men vrüwillig afstand doet van 't land moet men ook vrüwillig de teeltvergun ning afstaan. Na nog eenige besprekingen werd de vergadering gesloten. In het Noordhollandsch Koffiehuis te Schagen hield heden Ir. H. Vos uit Amsterdam, voor de vereeniging van Oud-leerlingen der Rijkslandbouwwin- terschool te Schagen een lezing pver „Het plan van den Arbeid en de Land bouw". Voor deze byeenkomst, die onder leiding stond van den heer P. Blaau- boer Gz., bestond ditmaal nog grootere belangstelling dan de vorige maal. Onder de aanwezigen merkten we op ir. Dijt ,ir. Hazeloop, ir. Lienesch, ir. de Vries, de heeren D. de Boer, H. K. Koster, C. Nobel, Visser, J. M. Blaauboer, P. Bur- man (voorzitter van Holl. Noorderkwar tier) en mr. Breebaart, burgemeester van de Zijpe. Voorts waren aanwezig eenige leeraren en leeraressen van het landbouw-huis- houdkundig onderwijs. De voorzitter opende de vergadering met een welkomstwoord, in het bizonder tot ir. de Vries: Wij achten het een voorrecht, aldus spr., een der eerste studievereenigingen te zün, die dit actueele onderwerp laten be handelen. Dit onderwerp heeft zeker stof tot besprekingen te geven en het bestuur stelt het op hoogen prijs, dat ir. Vos dit heeft willen behandelen. De grondgedachte is: geen steun, maar werk, zoowel materieel als geestelük is dit zeker wenschelijk. Spr. hoopte, dat de inleider er in zou slagen om aan te toonen dat een verhoog de belasting daaraan verbonden, voor den landbouw mogelijk zijn. De landbouw toch is gebonden aan den marktprijs en thans hangt de opvoering der productie af van de markt en de steun der regeering. Het plan kan alleen slagen, wanneer het gelukt, den landbouw rendabel te maken en daarover is veel te zeggen. Hierna richtte spr. 'n speciaal welkomst woord tot de bovengenoemde personen en gaf vervolgens gaarne het woord aan den inleider. De rede van Ir. Vos. Ir. Vos ving aan met een hartelijk woord van dank aan de Vereeniging van Oud leerlingen voor de uitnoodiging. Spr. had met groot genoegen die uit noodiging aanvaard, doch ook met een groote aarzeling, omdat hij wel den titel voerde van ingenieur, maar niet de eer heeft, een landbouw-ingenieur te zijn: zijn vak is de electro-techniek en de twee studie-richtingen zyn zoo verschillend, dat men niet van hem kan verwachten, dat hij met de landbouwtechnische en landbouw kundige vraagstukken op de hoogte is als de meeste aanwezigen. Wanneer ik dan ook aldus spr. in uw oogen op landbouwkundig gebied zon dig, dan roep ik daarvoor bü voorbaat uw clementie in. Ik hoop de moeilüke klippen te kunnen omzeilen en de algemeene richtlijnen aan te geven en aan te toonen, dat men de landbouwvraagstukken zoo kan verwerken, dat er een goed verband be staat met de algemeene vraagstukken. Voor de pauze zou spr. de algemeene stellingen behandelen en den invloed op den landbouw en in het tweede gedeelte de fouten, die aanwezig zün in de regee- ringspolitiek. Als eerste stelling stelde spr. voorop, dat de toestand van den Nederlandschen land bouw en de maatregelen ter verbetering samenhangen met de algemeene situatie van de Nederlandsche volkshuishouding. Hierna gaf spr. een toelichting op de volgende stellingen: I. Algemeene stellingen. De toestand van de Nederlandsche land bouw en de mogelykheid om maatregelen te treffen tot verbetering van dezen toe stand, hangen zoodanig samen met de al gemeene situatie van de Nederlandsche volkshuishouding, dat een landbouwpro- gram slechts dan kans van slagen bezit wanneer het een deel is van een algemeen program, zooals dit het geval is in het Plan van den Arbeid. In het Plan van den Arbeid wordt de agrarische productie beschouwd als een wezenlijke gelijkwaardige bijdrage tot het totale volksinkomen. Uitdrukkelijk wordt ook afgewezen de meer- of minderwaar digheid in sociaal of cultureel opzicht van de stedelyke- en landelijke bevolkings groepen ten opzichte van elkander. Het doel van het plan van den Arbeid is het winnen van een grootere bestaans zekerheid, ook voor de in de landbouw werkenden, welke bestaanszekerheid ern stig is ondergraven, en het verkleinen van het verschil in levenspeil tusschen stad en platteland. II. De invloed van de crisismaatregelen van het plan op de landbouw. Door de uitvoering van het program van openbare werken en de vermindering van de vaste lasten, welke in het plan is voor zien, ontstaat een koopkrachtverhooging, die een verhoogde binnenlandsche afzet van landbouwproducten beteekent. Naar schatting bedraagt de koopkrachtverhoo ging 150 millioen gulden, waarvan onge veer 10 naar de Nederlandsche land bouw zal vloeien. De uitvoering van het program van openbare werken en de koopkrachtverhoo ging beteekenen een grootere invoer, waar tegenover een grootere invoer kan worden bedongen. De handelspolitiek moet dan ge richt worden op steun aan de exportbedrij ven, waarvan de landbouw een van de voornaamste is. De werkloosheidsvermindering in de ge meenten en de verbeterde begrootingspo- sitie van het rijk bij uitvoering van het plan maken het mogelijk om maatregelen te treffen, die voor het platteland in het algemeen wenschelijk zijn en in het bijzon der een verbeterd en meer uitgebreid land bouwonderwijs. III. De invloed van de Conjunctuur op de Landbouw. Het in het Plan van den Arbeid uitge werkte systeem tot het zooveel mogelijk voorkomen Van een volgende crisis en tot het opvangen van schokken in het econo mische leven komt ook aan de bestaansze kerheid van de landbouwende bevolking ten goede, ja is voorwaarde voor het be houden van een belangrijke mate van be staanszekerheid. De credietbeheersching, welke daartoe noodig is, maakt ook een eind aan de groei ende afhankelijkheid van de agrarische ondernemers van het bankkapitaal. Slechts binnen een algeheele credietvoorziening kan de behoefte aan landbouwcrediet op de juiste wüze tot zijn recht komen. Ook de voor de landbouw nadeelige speculatie in grond en landerijen word hierdoor ge broken. De beheersching van de uitbreiding van de ondernemingen, van de rationalisatie en de in het plan voorziene industrialisatie scheppen een verhoogd opnemingsvermogen van de arbeidsmarkt in de industrie. Daar door zal het overmatige aanbod van arbeids krachten in den landbouw verminderen. IV. De handelspolitiek en de landbouw. Het niet meer aanvaarden van den Vrijhan del als gesloten systeem van handelspolitiek is van groot belang voor den landbouw om dat voor vele landbouwproducten de toe stand bestaat, dat 'ty een betrekkelyk kleine wyziging in vraag of aanbod de prijzen sterk schommelen, waardoor de totaal opbrengst van het product zeer onzeker wordt. Het blyven afwyzen van protectie en autarkie is vooral voor den Nederlandschen land- en tuinbouw, voor welken de export zoo belangryk is, noodzakelijk, omdat zijn bestaan afhangt van het blyven voortduren van een sterke internationale arbeidsverdee- ling. Het Plan van den Arbeid stelt voor om in de handelspolitiek te komen tot ruilregelin- gen tusschen de Staten, waardoor zoowel de invoer als de uitvoer voor 'n bepaalden tijd wordt gestabiliseerd en de grondslag wordt gelegd voor een internationale ordening van de productie. De .grarische productie heeft behoefte aan zulk een ordening. V. De in het Plan voorgestelde structuur- wyzigingen en de Landbouw. De ordening van de producte en het doen aansluiten daarvan by de volksbehoeften, zullen een wezenlijken invloed uitoefenen op den landbouwomdat juist voor de lagere inkomensgroepen het gedeelte van het inko men, dat naar de agrarische producenten gaat, het grootste is. De ordening van het bouwbedrijf en van het textielbedrijf, voorgesteld in het Plan, maken een goedkooper woning en een goed- kooper kleeding mogelük. De landbouwende bevolking profiteert hiervan op directe wyze, maar ook indirect, doordat een grooter deel van het inkomen van de groote massa dan besteed kan worden aan artikelen, die thans nog luxe voor hen zün (groente, vleesch, eieren, natuurboter, bloemen). De ordening in de distributie (en van het verkeer) is voor den landbouw zeer wen- schelük, omdat de tegenwoordige toestand bü den verkoop (en 't transport) van de artikelen, welke zij voortbrengt prijsver- hoogend werkt, en daardoor den afzet be lemmert. VI. Eenige fouten in de tegenwoordige regeeringspolitiek t.o.v. den landbouw, welke in het Plan vermeden zü'n. Economisch onjuist lijkt het tydelü'k ka rakter, dat de regeering aan haar maatrege len geeft. Economisch onjuist is ook het streven naar een prijspeil, dat met dat van 1914 overeenkomt, omdat wü daar door in verschillend opzicht achter geraken. Economisch onjuist is ook de onstabiliteit, welke in verschillende opzichten de regee ringspolitiek kenmerkt, waardoor de agrari sche ondernemers zich niet kunnen aanpas sen. Financieel onjuist is de verdeeling van den steun over de verschillende producten. Financieel onjuist is het niet voldoende aan tasten van pachten en hypotheken. Finan cieel onjuist is het systeem van steun, zonder rekening te houden met den omvang van 't bedrijf, waardoor de in totaal betaalde steun hooger wordt, dan luj behoefde te zü'n. Sociaal onjuist is de te directe bemoeiing in vele opzichten, welke de regeeringspoli tiek kenmerkt. Sociaal onjuist is ook het stelsel om te streven naar productiebeper king door de steunhoogte. Sociaal onjuist is ten slotte ook het steunen onafhankehjk vén de bedrijfsgrootte, omdat hierdoor steun terecht komt op plaatsen, waar zy niet hoort, en ontbreekt in gezinnen, waar zij noodig is. VII. De landbouwmaatregelen van het Plan. Ordening van het land- en tuinbouw bedrijf, gericht op een zoo groot mogelijke zekerheid van afzet en prijs. Een grondige marktbestudeering in binnen- en buiten land, een bevordering van de export en een stabiliseering door ruilverdragen, een op het opnemingsvermogen van de markt gericht teeltplan en een goede voorraadpolitiek, moeten de steunpunten zü'n voor deze orde ning. Minimumloonen der landarbeiders. De niet te vermijden risico's, welke het landbouwbedryf meebrengt, moeten zoo danig worden verdeeld, dat de kleine boer en tuinder minder risico krijgt, dan de grootere. Verdeeling daartoe van de land- en tuinbouwproducten in garantieproducten en vrije producten, en garantieregelingen aangepast aan de aard van het product en van de streek maar ook rekening houden de met de omvang van het bedrijf. De nadruk wordt gelegd op de rechten van de grondgebruiker tegenover die van de grondbezitter of hypotheekbank. Regeling van het pachtvraagstuk, onder instelling van pachtcommissies; continuatierecht; recht op vergoeding van aangebrachte verbete ringen; enz. Financieele saneering met be palingen omtrent schuldherziening, aflos singvertraging, rentepercentage, executie- recht, enz. Tegengaan van grondspeculatie. Credietwetgeving. Verbetering van de bedrijfsuitkomsten door rationeeler productiemethoden, kwali teitsopvoering (selectie enz.), verbetering van de outillage van het bedrüf en van de inrichting der boerderijen. Deze maatregelen moeten steunen op een uitgebreide land bouwvoorlichting en een ruimer landbouw- onderwüs. Vermindering van de vaste las ten, waar mogelük. Bevordering van de coö peratieve aaneensluiting. Voorzoover de be- drijfsverbeteringen enz. direct geld kosten, kunnen voorschotten of toelagen uit het openbare-werken-fonds worden verstrekt. Verkorting van de arbeidstüd, zoodra dit door rationeeler productie mogelijk wordt. Het opbouwen van een stelsel van sociale verzekeringen (ziekte-, ongevallen-, invali- diteits- en ouderdomsverzekering) voor de zelfstandige beroepen; en van een stelsel van bedrijfsverzekeringcn (schadeverzeke ring, oogstverzekering, enz.) voor land- en tuinbouwbedrij ven. Het opbouwen van een stelsel van gere gelde en nauwe samenwerking tusschen overheid en de in de landbouw werkenden, onder inschakeling van de organisaties der landbouwers en arbeiders, waardoor het mogelijk wordt een in alle opzichten wel overwogen ordening door te voeren, eener- züds met volledige erkenning van de rech ten der gemeenschap, anderzy'ds met be houd van een zoo groot mogelü'ke mate van zeggenschap en zelfwerkzaamheid van de landbouwers. De lezing, die door een pauze werd onder broken, werd aan het einde met applaus be loond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 11