HET PLAN VAN DEN ARBEID EN
DE LANDBOUW.
DE STEUN AAN KLEINE
BOEREN.
Heden de uitvoering der
steunverleening afgekon
digd.
Lezing van Ir. h. Vos, de samensteller van
het plan, voor de vereeniging van oud-leer
lingen der Pijkslandbouwwinterschool
GROOTE BELANGSTELLING.
Schaatsenrijden.
DE WEDSTRIJDEN TE OSLO.
- Twee wereldrecords verbeterd.
i Op de 500 meter door den Ameri-
L kaan AUan Potts en door den Noor
V Ballangrud op de 5000 meter.
Zondag zijn te Oslo de wedstrijden in het
hardrijden op de schaat tusschen een ploeg
van Noorwegen en een van de Ver. Staten
begonnen. Op de 500 meter slaagde de
Amerikaansche rijder Allen Potts er in het
wereldrecord, dat tot nu toe op naam
stond van H. Engnestangen met een tijd
van 42.5 sec., gevestigd op 21 Januari 1933
te Davos, te verbeteren en te brengen op
42.4 sec.
Ivar Ballangrud verrichtte een buitenge
wone prestatie door het wereldrecord op
de 5000 meter, staande op naam van den
Oostenrijker Stiepl met den tijd van 8 min.
18.9 sec., gevestigd op 3 Februari 1934 te
verbeteren en te brengen op 8 min. 17 2
seo.
In de Sovjet-Unie.
Te Leningrad zijn schaatswedstrijden be
gonnen tusschen de steden Leningrad,
Moskou en Gorki. Op den eersten dag
reeds zijn de landelijke records op vier af
standen verbeterd. De jonge Moskousche
rijder Koedrjawtsef legde de 500 meter af
in 43.9 sec., de kortste tijd, die in dit sei
zoen ook buiten de Sowjetunie gemaakt is.
De schaatsrijdster Koeznetsowa, uit Gorki
vestigde twee landelijke records door de
500 meter te rijden in 51.1 sec. en de 1500
meter te rijden in 51.1 sec. en de 1500 me
ter in 2 min. 47.7 sec. Sjaromof, eveneens
uit Gorki, vestigde een nieuw record op de
500 meter, welken afstand hij aflegde in 8
min. 44.4 sec.
Dammen.
OM HET WERELDKAMPIOENSCHAP.
De veertiende partij remise.
Te Dordrecht is Zaterdag voor een vrij
talrijk publiek de veertiende partij tusschen
Vos en Raichenbach om het wereldkam
pioenschap gespeeld.
Het verloop was:
Wit: J. H. Vos
Zwart: M. Raichent
1. 32—28
18—23
2. 33—29
23x34
3. 37x28
19—24
4. 39—33
14—19
5. 44—39
20—25
6. 29x20
25x14
7. 41—37
12—18
8. 46—41
7—12
9. 37—32
15—20
10. 41—37
20—24
11. 34—30
18—23
12. 30—25
12—18
13. 40—34
17—21
14. 34—29
23x34
15. 39x30
18—23
16. 31—27
1—7
17. 50—44
21—26
18. 44—40
10—15
19. 37—31
26x37
20. 42x31
8—12
21. 47—42
12—18
22. 40—34
24—29
23. 33x24
14—20
24. 25x14
9X40
25. 35x44
15—20
26. 44—40
7—12
27. 40—35
20—24
28. 43—39
2—8
29. 39—33
5—10
30. 49—44
4—9
31. 44—40
12—17
32. 40—34
10—15
33. 31—26
8—12
34. 42—37
9—14
35. 37—31
3—8
36. 48—42
17—21
37. 26x17
12x21
38. 31—26
14—20
39. 26x17
11X31
40. 36x27
20—25
41. 42—37
6—11
42. 28—22
8—12
43. 33—28
11—17
44. 22x11
16x7
45. 27—21
24—29
46. 37—31
29x40
47. 45x34
15—20
48. 38—33
20—24
49. 31—27
7—11
50. 28—22
11—17
51. 21x12
18x7
52. 27—21
23—28
53. 32x14
13—19
54. 14x23
11—16
55. 30x19
16x38
Remise gegeven.
DE VIJFTIENDE PARTIJ REMISE.
Waar Raichenbach Zondag ook de vijf
tiende partij remise speelde en nu 20 pun
ten heeft behaald, behoudt hij zijn titel.
Vos heeft thans 10 punten en is dus geheel
kansloos geworden.
Het verloop der partij was:
Wit: M. Raichenbach Zwart: J. H. Vos
1. 34—29 20—25
2. 40—34 17—21
3. 31—26 21—27
4. 32x21 16x27
5. 44 40 1822
6. 50—44 12—18
7. 29—24 19x30
8. 35x24 14—19
9. 34—29 19><30
10. 29—23 1®X29
11. 33x35 13—1°
12. 37-31 19-1*
18. 41-37 }J-jj
14. 37—32 11—18
15. 32x21 18X27
16. 46-41 8-11
!7. 41-37 1-8
18. 37—32 11—18
19. 32x21 18X27
20. 42-37 l~]l
21. 47-42 8-12
22. 37—32 11—18
23. 32x21 8x27
24. 42-37 8-11
25. 37—32 11—18
26. 32x21 16x27
27. 48-42 2 7
28. 42-37 7-11
29. 37—32 11—18
30. 32X21 18X27
31. 38-32 27X38
32.
43x32
12—17
33.
32—27
9—13
34.
27—21
19—23
35.
21x12
18x7
36.
49—43
13—18
37.
31—27
22x31
38.
36x27
23—28
39.
26—21
18—22
40.
27x18
28—32
41.
43—38
32x34
42.
40x29
3—8
43.
21—17
8—13
44.
18x9
4X13
45.
45—40
15—20
46.
40—34
20—24
47.
29x20
25x14
48.
34—29
14—20
49.
29—23
20—25
50.
44—39
5—10
51.
39—33
10—14
52.
33—28
14—20
53.
28—22
7—12
54.
17x19
20—24
55.
19x30
25x34
Remise.
Bridgen.
BRIDGEN TE NOORDSCHARWOUDE.
Zaterdagavond werd in het Spoorcafé
van den heer G. Hop een bridge-drive ge
houden.
De uitslag was als volgt:
Oneven lijn. 1 Jac. Prijs en J. Deutekom,
Noordscharoude 20 ptn.; 2 J. Otto en W.
Glas, Noordscharwoude 27 1/2 p.; 3 P.
Deutekom en P. Beers Sr., No:rdscharwou-
de 30 1/2 p.; 4 P. Bierman, Zuidscharwou-
de en G. van Rijn, Noordscharwoude 31 p.;
5 A. Keppel, Noordscharwoude en P. Ha
genaar, Zuidscharwoude 38 p.
Even lijn: 1 C. Borst Az. en W. Bruin,
Noordscharwoude 24 p.; 2 M. Kuilman en
Jb. Grootjes 28 1/2 p.; A. Beemsterboer,
Noordscharwoude en P. van Twuijer, Z.-
scharwoude 34 p.; 4 M. Goudsblom, N.-
scharwoude en P. Eecen Jr. 38 p.;; 5 P. v.
der Molen, Broek op Langendijk en J. Jes,
Noordscharwoude 38 1/2 p.
SPORTPALEIS KOMT.
Teekeningen geheel gereed.
Naar het Hbld. uit betrouwbare bron ver
neemt, zullen de plannen om te komen tot
het overkappen der kunstijsbaan te Am
sterdam en het bouwen van een wielerbaan
met tribunes rondom de baan, vrijwel zeker
worden uitgevoerd. Bij navraag deelde een
der directeuren mede, dat de bouw ten
minste voor 90 pCt. zeker is. Hij verwacht
te de aanbesteding binnen niet al te lan
gen tijd. De teekeningen van hetgeen 'er
gaat verrijzen langs de kunstijsbaan zijn
vorigen Zaterdag gereed gekomen en be
rusten thans bij de Schoonheidscommissie.
De contracten met een Nederlandsche
combinatie, die de wielerbaan zal exploitee-
ren zijn reeds geteekend.
Gelijk men weet, zal de sporthal een ver
schuifbaar dak krijgen en plaats bieden aan
meer dan 10.000 bezoekers.
£atub ett'Jmih&ouw
Zooals reeds bekend gemaakt is, ligt
het in het voornemen van den minister
van landbouw en visscherij over te
gaan tot het doen eener geldelijke uit-
keering aan de kleine boeren. Voor
zulk een uitkeering komen alleen in
aanmerking rundveehouders:
a. wier hoofdberoep bestaat in het uit
oefenen van akkerbouw of veehouderij
voor eigen rekening (landbouwers):
b. die bij de inventarisatie van Mei 1935
ten hoogste 5 H.A. cultuur grond in gebruik
hadden;
c. te wier name bij één der rundvee-tel
lingen, te weten die van Mei 1935 of Dec.
1935 één, twee of drie melk- en/of kalf-
koeien werd geïnventariseerd;
d. die na 1 Januari 1936 niet in een van
's rijkswege gesubsidieerde werkverschaf
fing zijn opgenomen geweest of na dat t';d-
stip geen steun hebben genoten ingevolge
een door den minister van sociale zaken ge
nomen beslissing;
e. die op 1 Jan. 1936 niet waren aange
sloten bij de werkloozenkas eener vereeni-
ging, gesubsidieerd ingevolge het werk
loosheidsbesluit 1917;
f. die niet zijn aangeslagen in de in
komsten en/of vermogensbelasting, over het
belastingjaar 1935-'36.
De uitkeering aan degenen die tot voor
noemde categorie gerekend kunnen worden
zal bedragen: voor veehouders met één
melk- of kalf koe f 25; voor veehouders met
2 idem 40.voor 3 idem 50.Bij
de bepaling van het bedrag, zoowel als bü
de vraag of en voor welk bedrag een vee
houder in verband met eventueel verschil
lende resultaten der tellingen in aanmer
king komt, zal worden uitgegaan van het
normale bedrijf van den betref f enden vee
houders, die volgens de hun voorhandige
gegevens voorloopig in aanmerking zouden
komen voor een uitkeering, krijgen een for
mulier ter onderteekening toegezonden,
waarbij de betreffende inspecteur der di
recte belastingen wordt gemachtigd tot het
verstrekken van de hierboven onder f be
doelde inlichtingen. Dat formulier dient on
verwijld in de bijgesloten dienst-enveloppe
te worden ingezonden bij de prov. land-
bouw-crisis-organisatie, waarbij de betrok
kene is aangesloten. Indien het formulier
on geteekend of na den daarop vermelden
datum bij de landbouw-crisis-organisatie
voornoemd inkomt, wordt de betrokken
veehouder geacht er niet voor in aanmer
king te komen. Personen, die op 10 Febr.
a.s. nog geen formulier ontvangen hebben
en meenen toch aan bovenomschreven
voorwaarden te voldoen, kunnen na dezen
datum by den secretaris der districts-com-
missie een gratis formulier verkrijgen en
dit onderteekend inzenden bij de landbouw
crisis-organisatie, waar zü bü zün aange
sloten.
NEDERLANDSCHE TUINDERSBOND.
Kr.ng Langendük en omstreken.
De kring Langendük en Omstreken van
den Nederlandschen Tuindersbond hield 16
Januari een vergadering, waarop een acht
tal afdeelingen vertegenwoordigd waren.
Voorzitter was de heer Jb. de Vries van
Sint-Pancras.
De voorzitter gaf een resumé van de
werkzaamheden der organisaties en der ge
meentebesturen om 'n verbetering in den
toestand van de tuinders te verkrijgen.
De uitgaven waren 113.88, de ontvang
sten 139.21, zoodat het voordeelig saldo
25.33 was.
De secretaris-penningmeester legde zün
functie neer wegens drukke werkzaamhe
den. By de stemming voor een nieuwen
functionnaris werd de heer L. Kalverdük
uit Oudkarspel gekozen verklaard. De heer
Jongsma te Koedük had 2 stemmen en de
heer Breed te St. Maarten een stem.
Behandeld werd de voorloopige agenda
van de vergadering te Hoorn. Hierover wer
den geen belangrijke besprekingen ge
houden.
Medegedeeld werd, dat het districtsbe-
stuur voor N.-Holland met een bestuurslid
was uitgebreid. Een afdeeling van Amster-
damsche markttuinders heeft zich bü den
N.T.B. aangesloten en deze groep is ook in
het bestuur vertegenwoordigd.
De loonbü slagregeling was vervolgens
een punt van bespreking. De kring sprak
zich met algemeene stemmen uit voor de
handhaving van de oude toeslagregeling.
Die oude regeling was zoowel in het voor
deel van de tuinders als van de arbeiders en
van de gemeenschap.
De heer Jongsma te Koedijk drong aan
op meer gelgke loonen der arbeiders.
De heer de Geus informeerde naar de be
taling van de surplusbollen.
Geantwoord werd, dat er wel eenige kans
bestaat, dat het tekort voor de uitbetaling
van het surplus vroege bollen alsnog zal
worden aangevuld. De late tulpen hebben
zich kunnen bedruipen.
Hierna werd het teeltrecht uitvoerig aan
een bespreking onderworpen. Verschillende
vertegenwoordigers spraken zich hierover
uit.
Men was er verwonderd over, dat de
Noordermarktbond te Noordscharwoude 'n
zoo ingrüpend voorstel aan de provinciale
commissie had durven voorstellen, zonder
er eerst de leden in te kennen. Bovendien
werd het betwist, of het wel de juiste
plaats was geweest, deze zaak daar aan
hangig te maken. Is het teeltrecht wel een
z.g. veilingsbelang?
Men was van oordeel, dat tegen uitwas
sen moest worden opgetrokken. Deze kun
nen en mogen niet worden gehandhaafd.
Men was echter van meening, dat het niet
als een uitwas geschouwd dient te worden,
als iemand zyn fiancieele verplichtingen
tegenover den verpachter niet heeft kun
nen nakomen tengevolge van de crisis.
Wel werd het veroordeeld, dat iemand
die vrij willig afstand deed van het land,
de teeltvergunning in zün bezit hield.
Als men vrüwillig afstand doet van 't land
moet men ook vrüwillig de teeltvergun
ning afstaan.
Na nog eenige besprekingen werd de
vergadering gesloten.
In het Noordhollandsch Koffiehuis te
Schagen hield heden Ir. H. Vos uit
Amsterdam, voor de vereeniging van
Oud-leerlingen der Rijkslandbouwwin-
terschool te Schagen een lezing pver
„Het plan van den Arbeid en de Land
bouw".
Voor deze byeenkomst, die onder
leiding stond van den heer P. Blaau-
boer Gz., bestond ditmaal nog grootere
belangstelling dan de vorige maal.
Onder de aanwezigen merkten we op ir.
Dijt ,ir. Hazeloop, ir. Lienesch, ir. de Vries,
de heeren D. de Boer, H. K. Koster, C.
Nobel, Visser, J. M. Blaauboer, P. Bur-
man (voorzitter van Holl. Noorderkwar
tier) en mr. Breebaart, burgemeester van
de Zijpe.
Voorts waren aanwezig eenige leeraren
en leeraressen van het landbouw-huis-
houdkundig onderwijs.
De voorzitter opende de vergadering
met een welkomstwoord, in het bizonder
tot ir. de Vries:
Wij achten het een voorrecht, aldus
spr., een der eerste studievereenigingen te
zün, die dit actueele onderwerp laten be
handelen. Dit onderwerp heeft zeker stof
tot besprekingen te geven en het bestuur
stelt het op hoogen prijs, dat ir. Vos dit
heeft willen behandelen.
De grondgedachte is: geen steun, maar
werk, zoowel materieel als geestelük is
dit zeker wenschelijk.
Spr. hoopte, dat de inleider er in zou
slagen om aan te toonen dat een verhoog
de belasting daaraan verbonden, voor den
landbouw mogelijk zijn. De landbouw toch
is gebonden aan den marktprijs en thans
hangt de opvoering der productie af van
de markt en de steun der regeering.
Het plan kan alleen slagen, wanneer het
gelukt, den landbouw rendabel te maken
en daarover is veel te zeggen.
Hierna richtte spr. 'n speciaal welkomst
woord tot de bovengenoemde personen en
gaf vervolgens gaarne het woord aan den
inleider.
De rede van Ir. Vos.
Ir. Vos ving aan met een hartelijk woord
van dank aan de Vereeniging van Oud
leerlingen voor de uitnoodiging.
Spr. had met groot genoegen die uit
noodiging aanvaard, doch ook met een
groote aarzeling, omdat hij wel den titel
voerde van ingenieur, maar niet de eer
heeft, een landbouw-ingenieur te zijn: zijn
vak is de electro-techniek en de twee
studie-richtingen zyn zoo verschillend, dat
men niet van hem kan verwachten, dat hij
met de landbouwtechnische en landbouw
kundige vraagstukken op de hoogte is als
de meeste aanwezigen.
Wanneer ik dan ook aldus spr. in
uw oogen op landbouwkundig gebied zon
dig, dan roep ik daarvoor bü voorbaat uw
clementie in. Ik hoop de moeilüke klippen
te kunnen omzeilen en de algemeene
richtlijnen aan te geven en aan te toonen,
dat men de landbouwvraagstukken zoo kan
verwerken, dat er een goed verband be
staat met de algemeene vraagstukken.
Voor de pauze zou spr. de algemeene
stellingen behandelen en den invloed op
den landbouw en in het tweede gedeelte
de fouten, die aanwezig zün in de regee-
ringspolitiek.
Als eerste stelling stelde spr. voorop, dat
de toestand van den Nederlandschen land
bouw en de maatregelen ter verbetering
samenhangen met de algemeene situatie
van de Nederlandsche volkshuishouding.
Hierna gaf spr. een toelichting op de
volgende stellingen:
I. Algemeene stellingen.
De toestand van de Nederlandsche land
bouw en de mogelykheid om maatregelen
te treffen tot verbetering van dezen toe
stand, hangen zoodanig samen met de al
gemeene situatie van de Nederlandsche
volkshuishouding, dat een landbouwpro-
gram slechts dan kans van slagen bezit
wanneer het een deel is van een algemeen
program, zooals dit het geval is in het
Plan van den Arbeid.
In het Plan van den Arbeid wordt de
agrarische productie beschouwd als een
wezenlijke gelijkwaardige bijdrage tot het
totale volksinkomen. Uitdrukkelijk wordt
ook afgewezen de meer- of minderwaar
digheid in sociaal of cultureel opzicht van
de stedelyke- en landelijke bevolkings
groepen ten opzichte van elkander.
Het doel van het plan van den Arbeid
is het winnen van een grootere bestaans
zekerheid, ook voor de in de landbouw
werkenden, welke bestaanszekerheid ern
stig is ondergraven, en het verkleinen van
het verschil in levenspeil tusschen stad en
platteland.
II. De invloed van de crisismaatregelen
van het plan op de landbouw.
Door de uitvoering van het program van
openbare werken en de vermindering van
de vaste lasten, welke in het plan is voor
zien, ontstaat een koopkrachtverhooging,
die een verhoogde binnenlandsche afzet
van landbouwproducten beteekent. Naar
schatting bedraagt de koopkrachtverhoo
ging 150 millioen gulden, waarvan onge
veer 10 naar de Nederlandsche land
bouw zal vloeien.
De uitvoering van het program van
openbare werken en de koopkrachtverhoo
ging beteekenen een grootere invoer, waar
tegenover een grootere invoer kan worden
bedongen. De handelspolitiek moet dan ge
richt worden op steun aan de exportbedrij
ven, waarvan de landbouw een van de
voornaamste is.
De werkloosheidsvermindering in de ge
meenten en de verbeterde begrootingspo-
sitie van het rijk bij uitvoering van het
plan maken het mogelijk om maatregelen
te treffen, die voor het platteland in het
algemeen wenschelijk zijn en in het bijzon
der een verbeterd en meer uitgebreid land
bouwonderwijs.
III. De invloed van de Conjunctuur op de
Landbouw.
Het in het Plan van den Arbeid uitge
werkte systeem tot het zooveel mogelijk
voorkomen Van een volgende crisis en tot
het opvangen van schokken in het econo
mische leven komt ook aan de bestaansze
kerheid van de landbouwende bevolking
ten goede, ja is voorwaarde voor het be
houden van een belangrijke mate van be
staanszekerheid.
De credietbeheersching, welke daartoe
noodig is, maakt ook een eind aan de groei
ende afhankelijkheid van de agrarische
ondernemers van het bankkapitaal. Slechts
binnen een algeheele credietvoorziening
kan de behoefte aan landbouwcrediet op
de juiste wüze tot zijn recht komen. Ook
de voor de landbouw nadeelige speculatie
in grond en landerijen word hierdoor ge
broken.
De beheersching van de uitbreiding van
de ondernemingen, van de rationalisatie en
de in het plan voorziene industrialisatie
scheppen een verhoogd opnemingsvermogen
van de arbeidsmarkt in de industrie. Daar
door zal het overmatige aanbod van arbeids
krachten in den landbouw verminderen.
IV. De handelspolitiek en de landbouw.
Het niet meer aanvaarden van den Vrijhan
del als gesloten systeem van handelspolitiek
is van groot belang voor den landbouw om
dat voor vele landbouwproducten de toe
stand bestaat, dat 'ty een betrekkelyk kleine
wyziging in vraag of aanbod de prijzen
sterk schommelen, waardoor de totaal
opbrengst van het product zeer onzeker
wordt.
Het blyven afwyzen van protectie en
autarkie is vooral voor den Nederlandschen
land- en tuinbouw, voor welken de export
zoo belangryk is, noodzakelijk, omdat zijn
bestaan afhangt van het blyven voortduren
van een sterke internationale arbeidsverdee-
ling.
Het Plan van den Arbeid stelt voor om in
de handelspolitiek te komen tot ruilregelin-
gen tusschen de Staten, waardoor zoowel de
invoer als de uitvoer voor 'n bepaalden tijd
wordt gestabiliseerd en de grondslag wordt
gelegd voor een internationale ordening van
de productie. De .grarische productie heeft
behoefte aan zulk een ordening.
V. De in het Plan voorgestelde structuur-
wyzigingen en de Landbouw.
De ordening van de producte en het doen
aansluiten daarvan by de volksbehoeften,
zullen een wezenlijken invloed uitoefenen
op den landbouwomdat juist voor de lagere
inkomensgroepen het gedeelte van het inko
men, dat naar de agrarische producenten
gaat, het grootste is.
De ordening van het bouwbedrijf en van
het textielbedrijf, voorgesteld in het Plan,
maken een goedkooper woning en een goed-
kooper kleeding mogelük. De landbouwende
bevolking profiteert hiervan op directe
wyze, maar ook indirect, doordat een grooter
deel van het inkomen van de groote massa
dan besteed kan worden aan artikelen, die
thans nog luxe voor hen zün (groente,
vleesch, eieren, natuurboter, bloemen).
De ordening in de distributie (en van het
verkeer) is voor den landbouw zeer wen-
schelük, omdat de tegenwoordige toestand
bü den verkoop (en 't transport) van de
artikelen, welke zij voortbrengt prijsver-
hoogend werkt, en daardoor den afzet be
lemmert.
VI. Eenige fouten in de tegenwoordige
regeeringspolitiek t.o.v. den landbouw,
welke in het Plan vermeden zü'n.
Economisch onjuist lijkt het tydelü'k ka
rakter, dat de regeering aan haar maatrege
len geeft. Economisch onjuist is ook het
streven naar een prijspeil, dat met dat
van 1914 overeenkomt, omdat wü daar
door in verschillend opzicht achter geraken.
Economisch onjuist is ook de onstabiliteit,
welke in verschillende opzichten de regee
ringspolitiek kenmerkt, waardoor de agrari
sche ondernemers zich niet kunnen aanpas
sen.
Financieel onjuist is de verdeeling van den
steun over de verschillende producten.
Financieel onjuist is het niet voldoende aan
tasten van pachten en hypotheken. Finan
cieel onjuist is het systeem van steun, zonder
rekening te houden met den omvang van 't
bedrijf, waardoor de in totaal betaalde
steun hooger wordt, dan luj behoefde te zü'n.
Sociaal onjuist is de te directe bemoeiing
in vele opzichten, welke de regeeringspoli
tiek kenmerkt. Sociaal onjuist is ook het
stelsel om te streven naar productiebeper
king door de steunhoogte. Sociaal onjuist is
ten slotte ook het steunen onafhankehjk
vén de bedrijfsgrootte, omdat hierdoor steun
terecht komt op plaatsen, waar zy niet
hoort, en ontbreekt in gezinnen, waar zij
noodig is.
VII. De landbouwmaatregelen van het
Plan.
Ordening van het land- en tuinbouw
bedrijf, gericht op een zoo groot mogelijke
zekerheid van afzet en prijs. Een grondige
marktbestudeering in binnen- en buiten
land, een bevordering van de export en een
stabiliseering door ruilverdragen, een op het
opnemingsvermogen van de markt gericht
teeltplan en een goede voorraadpolitiek,
moeten de steunpunten zü'n voor deze orde
ning. Minimumloonen der landarbeiders.
De niet te vermijden risico's, welke het
landbouwbedryf meebrengt, moeten zoo
danig worden verdeeld, dat de kleine boer
en tuinder minder risico krijgt, dan de
grootere. Verdeeling daartoe van de land- en
tuinbouwproducten in garantieproducten en
vrije producten, en garantieregelingen
aangepast aan de aard van het product en
van de streek maar ook rekening houden
de met de omvang van het bedrijf.
De nadruk wordt gelegd op de rechten
van de grondgebruiker tegenover die van de
grondbezitter of hypotheekbank. Regeling
van het pachtvraagstuk, onder instelling
van pachtcommissies; continuatierecht; recht
op vergoeding van aangebrachte verbete
ringen; enz. Financieele saneering met be
palingen omtrent schuldherziening, aflos
singvertraging, rentepercentage, executie-
recht, enz. Tegengaan van grondspeculatie.
Credietwetgeving.
Verbetering van de bedrijfsuitkomsten
door rationeeler productiemethoden, kwali
teitsopvoering (selectie enz.), verbetering
van de outillage van het bedrüf en van de
inrichting der boerderijen. Deze maatregelen
moeten steunen op een uitgebreide land
bouwvoorlichting en een ruimer landbouw-
onderwüs. Vermindering van de vaste las
ten, waar mogelük. Bevordering van de coö
peratieve aaneensluiting. Voorzoover de be-
drijfsverbeteringen enz. direct geld kosten,
kunnen voorschotten of toelagen uit het
openbare-werken-fonds worden verstrekt.
Verkorting van de arbeidstüd, zoodra dit
door rationeeler productie mogelijk wordt.
Het opbouwen van een stelsel van sociale
verzekeringen (ziekte-, ongevallen-, invali-
diteits- en ouderdomsverzekering) voor de
zelfstandige beroepen; en van een stelsel
van bedrijfsverzekeringcn (schadeverzeke
ring, oogstverzekering, enz.) voor land- en
tuinbouwbedrij ven.
Het opbouwen van een stelsel van gere
gelde en nauwe samenwerking tusschen
overheid en de in de landbouw werkenden,
onder inschakeling van de organisaties der
landbouwers en arbeiders, waardoor het
mogelijk wordt een in alle opzichten wel
overwogen ordening door te voeren, eener-
züds met volledige erkenning van de rech
ten der gemeenschap, anderzy'ds met be
houd van een zoo groot mogelü'ke mate van
zeggenschap en zelfwerkzaamheid van de
landbouwers.
De lezing, die door een pauze werd onder
broken, werd aan het einde met applaus be
loond.