Brandwonden
JCuHst en Wetenschap
3-ooneel
Spoct
Pu rol er op
Purogeneest
Opening Vrijdag 31 Jan. 2 uur n.m.
ander onbillijk te zijn beoordeeld. Onte
vredenheid roept men daarmee wakker.
Bovendien wijst de commissaris erop,
dat de meeste agenten niet zijn toegekomen
met het gemiddeld voor hen uitgetrokken
bedrag: over een tijdvak van 11 jaar
(1 Januari 19241 Januari 1935) hadden
12 agenten en hoofdagenten een overschot
op hun rekening van 1116,56 of gemiddeld
per man 92,96, per jaar derhalve 8,45.
Daarentegen hadden 22 agenten en hoofd
agenten op 1 Januari 1935 een tekort op
hun rekening van in totaal 2399,23 of ge
middeld per man 109,05, per jaar derhalve
9,91. Het tekort overtrof dus de bespa
ring. Men kan daaruit niet de conclusie
trekken, dat de door de commissie voorge
stane regeling den agent baat brengt, al
thans als men de kleedingvoorziening col
lectief wil blijven zien. Wanneer er indivi
dueel gerekend wordt, zullen in sommige
jaren misschien eenigen profiteeren, in an
dere jaren zullen wij tekortkomen en het
einde is, dat de gemeente dan toch tot aan
koop moet overgaan en het tekortkomende
in volgende jaren moet verrekenen. Voor
den begrootingspost is de gemeente dan dus
nooit geheel zeker. En men ziet, wat, met
al deze veranderingen, het resultaat is na
jaren: een vrijwel gelijke uitkomst.
De minderheid van ons college deelt de
meening van den commissaris.
Zij stelt op den voorgrond, dat de com
missie uitgaat van de gedachte, dat het
gaat om een betaling van een bepaald deel
van het tractement, dat deel n.1., dat be
stemd is voor uniformkleeding; de ge
meente moet wel toezicht houden, dat de
noodige uniformkleeding wordt aange
schaft, maar het gaat hier, in den gedach-
tengang der commissie, om een deel der
wedde met bepaalde bestemming. De min
derheid van ons college merkt daartegen
over op, dat de gemeente alleen den plicht
heeft, uniformkleeding te verschaffen. Of
daarmee veel of weinig gemoeid is, laat in
beginsel den agent onverschillig: de ge
meente heeft zich van haar taak gekweten
als ze voor behoorlijke uniformkleeding
zorgt.
Nu brengt dit gebruikrecht der kleeding
natuurlijk, voor den pensioensgrondslag en
voor de belasting, een op geld waardeer
baar, althans gewaardeerd, genot mee. Dit
is onvermijdelijk, maar dit maakt niet, dat
men nu de verstrekking van vrije uniform
kleeding eigenlijk moet zien als een tracte
ment. Niet geld was en is het doel, maar
uniformkleeding.
De minderheid wijst er ten slotte nog op,
dat de aan de aanbesteding van kleeding
verbonden voordeelen zouden teloor gaan
wanneer eerst tot aanschaffing kan worden
overgegaan, zoodra het oogenblik is aange
broken, dat een kleedingstuk moet worden
vernieuwd.
De meerderheid van ons college is van
meening, dat aan de door de commissie van
overleg voorgestelde regeling de voorkeur
moet worden gegeven. Naar haar voor
komt, behoort het personeel, dat slechts
weinig kosten wegens nieuwe aanschaffing
enz. veroorzaakt, in het genot te worden
gesteld van het bedrag, dat op het gemid
deld per man beschikbaar gesteld bedrag
heeft bespaard. Zij merkt op, dat onder de
thans geldende regeling het geheele perso
neel in de inkomsten belasting wordt aan
geslagen op een bedrag, waarin is begrepen
het gemiddeld bedrag, waarop de waarde
der verstrekte uniformkleeding per man
per jaar is geschat. Ten opzichte van het
personeel, dat minder kosten wegens klee
ding dan dat gemiddelde bedrag in een be
paald jaar heeft veroorzaakt, leidt die rege
ling derhalve tot onbillijkheden.
Ons college stelt uw vergadering der
halve voor thans over te gaan tot verdere
vaststelling der verordening, regelende de
rangen, het aantal, de samenstelling, de
eischen van benoembaarheid en de bezoldi
ging der gemeentepolitie, waarvan het ont
werp is afgedrukt in bijlage nr. 184 van
1935, door de meerderheid aldus geamen
deerd, dat in het ontwerp voor artikel 29,
2e lid, wordt gelezen:
„De hoofdagenten en agenten van politie
ontvangen een jaarlijksche kleedingtoelage
van 80 per man, waarvoor wordt aange
schaft de kleeding, welke de commissaris
van politie noodig oordeelt. De extra-klee-
dingstukken, welke voor bijzondere dien
sten worden vereischt, worden voor reke
ning der gemeente aangeschaft en blijven in
haar eigendom".
Het advies der commissie van overleg
voor de ambtenaren leggen wij mede voor
u ter inzage.
OSKAR BARNACK t.
Te Wetzlar (Duitschland) overleed op 16
Januari j.1. Oskar Barnack. Deze naam zegt
alleen enkele ingewijden in den lande iets,
maar vele tienduizenden kennen de „Leica".
Onder dezen naam is over geheel de wereld
het kleine foto-apparaat met de groote mo
gelijkheden bekend.
Oskar Barnack nu was de constructeur
van deze ingenieuse camera. Hij was de
vader van de Leica en tevens de schepper
van het negatiefformaat 24 x 36 m.m., der
zoogenaamde kleinbeeldfotografie.
Het groote succes dat de Leica direct had
in amateur- en vakkringen sinds dit toestel
ongeveer tien jaar geleden in den handel
werd gebracht, bleef aanhouden en overal
waar iets te fotografeeren valt ziet men de
Leica of een dergelijek kleinbeeldcamera.
Want hoewel de betere amateur-fotograaf
in den beginne nogal sceptisch stond tegen
over het kleine formaat van het negatief,
heeft hij in den loop der jaren moeten er-
erkennen dat zijn 9 x 12 c.M. camera het
dikwijls moest afleggen tegen dit wonder
van techniek. Ook van die kleine negatie
ven, ongeveer zoo groot als een jubileum
postzegel, bleek het mogelijk vergrootingen
te maken van 100 x 60 c.M.
Haar groote populariteit dankt de klein
beeldfotografie, door het baanbrekend werk
van haar eersten constructeur, voorname
lijk aan de groote veelzijdigheid van deze
toestellen, die zelfs opnamen mogelijk ma
ken waar groote camera's falen. Een bewijs
hiervan zijn ondermeer de foto's uit de dag
bladen, avondopnamen op straat bijvoor
beeld, zooals wij die met St. Nicolaas heb
ben gezien, die waren vroeger eenvoudig
niet te maken zonder bliksemlicht. De mo
derne kleinbeeld-camera staat echter ner
gens meer voor. Dit is het resultaat van ja
renlange proefnemingen en stelselmatig
doorconstrueeren der Leica, het levenswerk
van Oskar Barnack en zijn staf.
Typisch is, dat alhoewel deze camera's nu
voor alle mogelijke doeleinden der fotogra
fie gebruikt worden, het doel van den con
structeur geweest is een camera te ontwer
pen voor het vervaardigen van micro-foto's.
Wel bestonden er al jaren dergelijke toe
stellen, doch deze waren door het groote
formaat niet gemakkelijk te hanteeren en
wat vooral een bezwaar was, het wisselen
van het negatief-materiaal duurde te lang
om de verschillende stadia van bewegende
preparaten (levende bacteriën bijvoorbeeld)
vlug genoeg achterelkaar te kunnen foto
grafeeren. Oskar arnack nu, als constructeur
der Leitz Microscopenfabriek, loste dit
vraagstuk op, door inplaats van op fotopla
ten de opnamen te maken op normale bio
scoopfilm en teneinde na een opname direct
weer een volgende opname te kunnen ma
ken, koppelde hij de rol die de film trans
porteert aan den opwindknop van den slui
ter. Door het opdraaien van den sluiterknop
wordt zoodoende meteen onbelicht stukje
film achter de lens geplaatst en is de came
ra binnen een seconde voor een nieuwe op
name gereed.
Van dit zuiver voor wetenschappelijke
doeleinden geconstrueerde foto-apparaat,
groeide de Leica. Met de camera groeide de
bescheiden miscroscopenfabriek tot het be
drijf met wereldreputatie waar meer dan
tweeduizend instrumentmakers aan de Lei
ca werken.
Oskar Barnack zelf heeft de verdere ont
wikkeling der kleinbeeldfotografie niet
meer mee mogen maken, maar hij heeft nog
het genoegen gesmaakt de overwinning van
zijn geestesproduct over de groote camera's
een voldongen feit te zien worden.
Zijn naam zal aan de Leica eri de klein
beeldfotografie in het algemeen onafschei
delijk verbonden blijven.
CONTEMPORARY PEWTER IN
THE NETHERLANDS.
Onder bovenstaande titel heeft de Inter
national Tin Research and Development
Council een fraai geïllustreerd boekwerkje
uitgegeven, dat een overzicht geeft van het
moderne tinwerk, zooals dit thans in Neder
land wordt gemaakt.
Zoowel van met de hand gemaakte als
van gegoten en geforceerde tinnen voor
werpen, in gehamerde, gladde of doffe af
werking, geeft het boekje fraaie voorbeel
den. Naast tinnen plaquettes treffen wij re
producties aan van diverse gebruiksvoor
werpen: schotels, vazen, theeserviezen, rook
stellen, lampen, klokken, tot voorwerpen
voor de toilettafel toe.
Een verdienste van het werkje is, dat de
artistieke wijze, waarop de tinnen voorwer
pen gegroepeerd zijn, het doel waartoe zij
dienen duidelijk en smaakvol naar voren
brengt.
Het boekje bevat ook een kort overzicht
van de geschiedenis van het Hollandsche
tinwerk; eenige afbeeldingen van produc
ten van de oud-Hollandsche tin-industrie
geven aan het boekje een bijzonder cachet.
Verder treft men er een hoofdstuk in aan
over de „geboorte" van een tinnen voor
werp, de samenstelling van het metaal en
het gieten.
Exemplaren van deze publicatie zijn ver
krijgbaar bij de International Tin Research
and Development Council, Statistical Office,
Prinsessegracht 21, 's-Gravenhage.
Wat Milnhardt maakt is goed
SURCOUF, DE KAPER.
Nog een en ander over de eerste
opvoering.
Tijd en plaatsruimte beletten ons gisteren,
om op de opvoering van bovengenoemde
operette terug te komen. Toch lijkt het ons
nog noodzakelijk om als aanvulling van
het verslag over het stuk en het spel nog
eenige regels te schrijven.
Het stuk speelt deels in een Fransche,
deels in een Engelsche havenstad en wel in
den tijd, dat beide landen voortdurend in
oorlog met elkaar waren, in den tijd ook, dat
het kapersbedrijf niet als oneervol be
schouwd werd, maar meer als een maritieme
oorlogsdaad aangemerkt werd.
Dat laatste mag in dit g"ns! niet vergeten
worden, omdat het kapersbedrijf we' een
zeer belangrijke plaats inneemt in de ge
schiedenis.
Surcouf toch, een klerk op bet reeders-
kantoor van meneer Kerbiniou, is zwaar
verliefd geworden op de pleegdochter van
dien meneer, de werkelijk lieftallige Yvonne,
maar Surcouf heeft geen vooruitzichten en is
arm, zoodat er van een huwelijk volgens
Kerbinion niets komen kan. Niet om Surcouf
een kans te geven, maar „om zoo netjes mo
gelijk van hem af te komen", stemt Kerbi
niou in een huwelijk toe, als deze t. z. t. een
300.000 francs zal bezitten en Surcouf neemt
de kans aan en vertrekt voor 3 a 4 jaar met
den kaperkapitein Marcof naar vreemde
zeeën.
En Yvonne zal wachten.
Ze wacht 4 jaar en een maand misschien:
En intusschen is er de Engelsche kapitein
Thomson gekomen, die verliefd wordt op
Yvonne en die haar zal krijgen, dank zij de
volle medewerking van Kerbiniou en zijn
vrouw Arabella. De plannen lijken dubbel
gunstig, als het nieuws zich verspreidt, dat
de onverschrokken Surcouf na tal van
fraaie successen gesneuveld is.
Alleen, Yvonne vraagt uitstel en hoopt op
den terugkeer van Surcouf. En danver
schijnen plotseling de twee meest trouwe
matrozen van Surcouf, Gargousse en Fla-
geoletti, die vertellen, dat het schip is terug
gekeerd en dat Surcouf springlevend is!
Arabella tracht haar plan door te zetten,
haar zwakke echtgenoot moet haar nood
De begrafenis van wijlen Z. M. Koning George V van Engeland. De plechtigheid in de St. George Kapel te V\ indsor. Koning
Edward (rechts) strooit aarde op de kist, welke is neergelaten.
gedwongen steunen in het plan en er volgen
leugens, moeilijkheden van allerlei aard en
dan
Opnieuw is de oorlog uitgebroken en kapi
tein Thomson licht Surcouf op en brengt
hem naar Engeland, waar hij door den gou
verneur Mac Farlane zal worden vastgehou
den. Surcouf echter ontvlucht en komt te
recht in het paleis van den gouverneur, die
hem niet Kent.
Toevallig komt ook Arabella, een nicht
van den gouverneur, eenige dagen logeeren
en Mac Farlane zal kennis maken met haar
man Kerbiniou. Deze valt van de loopplank
in het water en zal dus later verschijnen.
Een gekke situatie ontstaat, als Arabella
Surcouf ziet in het huis van haar oom. Zal
ze hem verraden? Neen, want Surcouf her
innert haar aan een gebeurtenis: hij heeft
haar een paar jaar geleden het leven gered!
Intusschen komen Yvonne en de twee
matrozen, verkleed als Italiaansche edelen,
in het paleis, om op die manier Surcouf te
bevrijden. Men vermoedt de situatie, die
volgt: Surcouf wordt door den gouverneur
als familielid (als Kerbiou) beschouwd, en
Kerbiniou wordt gevangen genomen, omdat
men hem voor Surcouf aanziet.
De zaak komt natuurlijk in orde; hoe, dat
wordt niet erg duidelijk, maar het geheele
verhaal wordt besloten met den terugkeer
van Surcouf naar Frankrijk. Op zee wordt
hij nog een paar keer aangevallen door En
gelsche oorlogsschepen, hij wint den strijd
daar en dan is natuurlijk alles „dik in orde".
Zooals we reeds opmerkten, zijn er bij de
A. O. O. V. verschillende nieuwe krachten
gekomen. Eenige ervan hadden hoofdrollen,
zooals de heer en mevrouw P. Hop, resp. als
Gargousse en Yvonne, mej. C. Hilk als Ara
bella en de heeren K. en P. Kesselaar, resp.
als Kerbiniou en Mac Farlane.
Zij hebben hun rollen met animo ge
speeld en als we alleen het spel beschouwen,
dein is er weinig of niets op deze spelers aan
te merken. Nemen wij ook den zang in aan
merking, dan moeten wij vooral de heer en
mevr. Hop noemen. Eerstgenoemde heeft
wel alle moeilijkheden overwonnen, laatst
genoemde zong aardig, maar haar stem
vulde niet altijd de zaaL Waarmee we heusch
niet willen zeggen, dat ze geen succes had.
Van de andere spelers noemen wij aller
eerst den heer Govers, die de hoofdrol had.
Hij heeft van Surcouf een zeer aanneme
lijke creatie gegeven en misschien heeft hij
een rol nooit beter gespeeld dan deze. Dat
kunnen wij van den heer Schats niet zeggen.
Hij was minder dan we gewend zijn en
hij kan veel beter.
De andere rollen waren in goede handen,
waardoor het geheel... een geheel werd!
Zulks kan ook van het samenspel gezegd
worden. Wat de uitspraak betreft, de heer
Hop was eigenlijk de eene, die zoo nu en
dan uit den toon viel en dan met Noordhol
landsche woorden zijn gemis lanceerde. De
rest was in orde.
Wat de regie betreft, 't was in orde. Fei
telijk zou er weinig kritiek op te geven
zijn. Maar toch willen wij op twee dingen
wijzen, al zijn 't slechts onderdeeltjes. Wij
gelooven, dat de heer Prins verstandig zal
doen, om in 't tafreeltje van Arabella, haar
man den kapitein Thomson het trio wat
meer naar rechts te plaatsen, omdat het
vrij zeker is, dat de toeschouwers, die links
van het middenpad zitten, van dit trio
weinig hebben kunnen zien. En zou het
tafreel voor het St. Anne-beeld niet iets
meer eenheid kunnen krijgen?
Ziedaar een paar opmerkingen, die ech
ter aan het geheel geen afbreuk deden.
Moeten wij nog meer zeggen? De aan
kleeding was prachtig, behalve dan in het
laatste bedrijf, de costumes waren fraai
(alleen hadden wij in het menuet liever
andere costumes gezien, die meer afstaken
tegen het décor), en het geheel gaf een in
druk van een goed-ingestudeerde operette,
waarin gelukkig de pauzes zoo kort
mogelijk werden gehouden.
Worstelen.
S. S. S.-NIEUWS.
In de wedstrijden oirt het kampioenschap
van Noordholland 1936, welke Zondag j.1.
werden voortgezet behaalde C. Koster, lid
der vereeniging S. S. S., een derden prijs
in de eerste afd. Vedergewicht. Een mooi
resultaat voor hem in deze zwaar bezette
afdeeling.
Kegelen.
OM HET A. K. B.-KAMPIOENSCHAP.
In een deze week door de betreffende
commissie daartoe gehouden vergadering
is besloten dat de respectievelijke afdee-
lingskampioenen, dus die der Schager-
clubs, zich met elkander zullen meten, om
den uiteindelijken titel van kampioen van
den Alkm. Kegelbond, op Donderdag 11
Febr., n.m. 7 uur, over 3 banen in Schagen.
De returnwedstrijd wordt op Zondag den
23en d. a.v., eveneens over 3 banen, in de
Unie alhier verkegeld.
Tevens zal op genoemde data de (dames)
stedenwedstrijd Alkmaar-den Helder plaats
vinden. Zoo men zich nog zal herinneren,
is, wanneer de dames van den A. K. B. de
zen wedstrijd winnen, de hiervoor beschik
baar gestelde wisselprijs definitief eigen
dom.
Ter gelegenheid van de juist plaats ge
had hebbende 10-jarig jubilea van de Ke
gelclub de Burg en Alcmaria Victrix heeft
het bondsbestuur besloten van 20 tot en
met 23 Februari een onderling concoursje,
met korpswedstrijden, te moeten uitschrij
ven, waarop we nog nader zullen terugko
men.
Biljarten.
BILJARTBOND ALKMAAR EN
OMSTREKEN.
De uitslagen van de verleden week ge
speelde wedstrijden uitgaande van den bil
jartbond Alkmaar en Omstreken, zijn als
volgt:
Afdeeling II
Excelsior HDe Driesprong II 494-450 20
Krijt op tijd I—Z.E.K.Z.? II 484-445 2—0
Kijk Uit II—De Drie Ruiten II 477-500 0—2
Afdeeling III
O.K.K. III—Kijk Uit III 351-291 2—0
Het programma van deze week luidt:
Afdeeling II
Z.E.K.Z.? II—O.K.K. II
De Drie Ruiten IIKrijt op tijd I
De Driesprong IIKijk Uit II.
GEOPEND ranlOvm 5 nni intanSnn lOn.ml
SLUITING ZONDAG 9 FEBR 5
Automobilisme.
DE 25STE R.A.I.-TENTOONSTELLING.
Het kenmerkende nieuws van de automo
bielindustrie in 1936 is niet in een paar
woorden uiteen te zetten. Er is inderdaad
op de R.A.I. zooveel nieuws te zien, dat
zelfs de technisch aangelegde bezoeker het
itiet in een paar dagen zal kunnen verwer
ken.
Het belangrijkste nieuws voor het gros
der bezoekers is natuurlijk, dat de prijzen
van de personen-auto's, dank zij de nieuw
ste fabricagemethodes der groot-industrie
sterk zijn gedaald, zoodat men zich reeds
een prima nieuwe auto kan aanschaffen
voor een bedrag, dat men luttele jaren ge
leden voor een bedenkelijke tweedehands
koopje besteedde.
De massa-productie heeft inderdaad won
deren gewrocht. Wonderen van een heel
wat betere „kwaliteit" dan men vroeger
jaren in de bazar-industrie kon observee-
ren. Om een voorbeeld te noemen: voor de
vitale deelen van de moderne, en masse ge
produceerde auto wordt beter en duur
zamer materiaal gebezigd, dan voor de
kostbaarste wagens van eenige jaren ge
leden.
Bij de productie op enorme schaal kan de
fabrikant zich geen „vergissingen" in de
constructie en geen tegenvallers in de kwa
liteit van de materialen veroorloven. Bij
deze productiewijze moet hij aan alle kan
ten tegen constructie- en materiaalgebreken
gedekt zijn, daar zelfs een gering defect
k1C, door een enorme stagnatie in
net bedrijf, ongerekend nog de misère door
de ontevredenheid der afnemers veroor
zaakt. Het massa-product wordt dan ook
voordat het de eer van den „loopenden
band" waardig wordt gekeurd, aan proeven
onderworpen, die geen automobilist ooit
met zijn wagen zou durven uithalen.
Het publiek weet thans dan ook uit eigen
ervaring, dat de moderne goedkoope auto
niet „van blik gemaakt" is en dat men hem
wel gruwelijk moet mishandelen om den
motor en de transmissie binnen den gezet-
ten tijd te doen verslijten. Maar, wat men
nog niet algemeen weet, dat is, dat zelfs de
goedkoope auto anno 1936 qua comfort,
snelheid en rij kwaliteit, eigenschappen be
zit, die men enkele jaren geleden nauwe-
l(jks in de kostbaarste luxe-auto's aantrof.
Wie zich daarvan wil overtuigen, neme de
proef. Hij zal o.a. dit kunnen constateeren,
dat een dagmarsch van 400 K.M. in een
modernen wagen van de midden-prijsklane
minder vermoeiend is dan een rit vsn 100
K.M. in een goeden auto van eenige jaar
gangen terug.
DE MONTE CARLO-RALLYE.
Nederlandsche deelnemers bereiken
de finish.
Door bemiddeling van de K.N.A.C. ver
nemen wij inzake de Monte Carlo-Rallye
het volgende omtrent de verrichtingen van
de Nederlandsche deelnemers. Het laatste
stuk van de route naar Monte Carlo is zeer
moeilijk geweest. Er viel veel regen, waar
door de afstand BrignollesMonte Carlo
bijna niet te berijden was. De heer en mevr.
Cornelius met D.K.W. zijn helaas te laat
aan de controle te Monte Carlo aange
komen. De Ford-equipe van Beeck Calkoen,
Bijlaart, die te Stavanger was gestart, kwam
tijdig aan de finish, hetgeen eveneens het
geval was met de Ford-equipes Bakker-
Schutde Beaufort en Sprengervan Eyck
Paulen.
Tenslotte kan nog worden meegedeeld,
dat ook de Nederlandsche equipe Testers-
Diepen met Ford, te Valencia in Portugal
gestart, precies op tijd de finish te Monte
Carlo hebben bereikt.
Waterpolo.
A.Z. 1870D.A.W. 0—2.
Een faire wedstrijd in Amsterdam.
In den gisteravond te Amsterdam ge
speelden wedstrijd A.Z. 1870D.A.W. stel
den de ploegen, onder leiding van scheids
rechter Zwaneveld, zich als volgt op:
B. de Jong
Boddeke W. Sierenberg F. Wegenaar
H. Smitshuyzen J. Rattink J. v.d. Bosch
A. D. Imhülsen P. Leenheer S. de Haan
E. Biskanter A. van Beek H. Caaris
R. van Beek
D.A.W. speelde met invallers voor van
Wjjk en Kostelijk. Hierdoor kwam keeper
Imhülsen op de rechts-voorplaats, terwijl
zijn plaats in het doel werd ingenomen door
Ru van Beek, die zich voor vele moeilijke
situaties geplaatst zag. Ondanks de zes doel
punten heeft hij zijn doel uitstekend verde
digd.
Vooral voor de rust werd er van beide
kanten uitstekend spel te zien gegeven. Het
was D.A.W., dat de score opende, met een
hard schot van Siegert de Haan. De vreug
de was echter van korten duur, want toen
Wegenaar een rush ondernam, besloot hij
deze met een prachtig schot, dat doel trof.
Beide ploegen spelen in een hoog tempo
verder. De D.A.W.-achterhoede, waarin de
mid-achter van Beek zeer goed speelde, ver
dedigde „zwaar", zoodat A.Z. vooralsnog
geen verdere doelpunten kan scoren. Inte
gendeel, de D.A.W.-voorhoede speelde de
A.Z.-achterhoede geheel uit positie en weer
is het de Haan, die tenslotte vrij komt te
liggen en het is 21 voor D.A.W.
Kort na elkaar moeten Sierenberg en
Leenheer het water verlaten voor overtre
dingen, zoodat beide partijen met zes man
verder spelen. Caaris besluit een rush me
een goed schot, dat echter gestopt won»,
waardoor A.Z. er meteen tusschen uit ka
trekken. Door verkeerd overnemen kom
Rattink vrij te liggen en met een boogba
maakt hij gelijk.
Met een 22-stand komt de rust. Na
rust blijkt de meerdere ausdauer van
A.Z-.
dat nu het meest in den aanval komt-
wordt er bij de D.A.W.-aanvallen 8°®"
- Leen-
hard geschoten, doch alle schoten van
heer en Imhülsen komen tegen paa! en
waardoor aan dezen kant doelpunten
blijven. Beter gaat het bij A.Z. en met r
matige tusschenpoozen wordt de stan
6—2 opgevoerd. r 0p
Sierenberg en de Haan mogen elk ^j(je
den kant gezelschap houden, daar ze jer.
uit het water gestuurd worden. terhoe-
neemt Caaris een rush vanuit de ac sCj,0t
de, maar de A.Z.-keeper stopt he
goed. Met A.Z. in den aanval kon»
"Het geheel was een prettige, sportlef
strijd.