Brandwonden JCuHst en Wetenschap 3-ooneel Spoct Pu rol er op Purogeneest Opening Vrijdag 31 Jan. 2 uur n.m. ander onbillijk te zijn beoordeeld. Onte vredenheid roept men daarmee wakker. Bovendien wijst de commissaris erop, dat de meeste agenten niet zijn toegekomen met het gemiddeld voor hen uitgetrokken bedrag: over een tijdvak van 11 jaar (1 Januari 19241 Januari 1935) hadden 12 agenten en hoofdagenten een overschot op hun rekening van 1116,56 of gemiddeld per man 92,96, per jaar derhalve 8,45. Daarentegen hadden 22 agenten en hoofd agenten op 1 Januari 1935 een tekort op hun rekening van in totaal 2399,23 of ge middeld per man 109,05, per jaar derhalve 9,91. Het tekort overtrof dus de bespa ring. Men kan daaruit niet de conclusie trekken, dat de door de commissie voorge stane regeling den agent baat brengt, al thans als men de kleedingvoorziening col lectief wil blijven zien. Wanneer er indivi dueel gerekend wordt, zullen in sommige jaren misschien eenigen profiteeren, in an dere jaren zullen wij tekortkomen en het einde is, dat de gemeente dan toch tot aan koop moet overgaan en het tekortkomende in volgende jaren moet verrekenen. Voor den begrootingspost is de gemeente dan dus nooit geheel zeker. En men ziet, wat, met al deze veranderingen, het resultaat is na jaren: een vrijwel gelijke uitkomst. De minderheid van ons college deelt de meening van den commissaris. Zij stelt op den voorgrond, dat de com missie uitgaat van de gedachte, dat het gaat om een betaling van een bepaald deel van het tractement, dat deel n.1., dat be stemd is voor uniformkleeding; de ge meente moet wel toezicht houden, dat de noodige uniformkleeding wordt aange schaft, maar het gaat hier, in den gedach- tengang der commissie, om een deel der wedde met bepaalde bestemming. De min derheid van ons college merkt daartegen over op, dat de gemeente alleen den plicht heeft, uniformkleeding te verschaffen. Of daarmee veel of weinig gemoeid is, laat in beginsel den agent onverschillig: de ge meente heeft zich van haar taak gekweten als ze voor behoorlijke uniformkleeding zorgt. Nu brengt dit gebruikrecht der kleeding natuurlijk, voor den pensioensgrondslag en voor de belasting, een op geld waardeer baar, althans gewaardeerd, genot mee. Dit is onvermijdelijk, maar dit maakt niet, dat men nu de verstrekking van vrije uniform kleeding eigenlijk moet zien als een tracte ment. Niet geld was en is het doel, maar uniformkleeding. De minderheid wijst er ten slotte nog op, dat de aan de aanbesteding van kleeding verbonden voordeelen zouden teloor gaan wanneer eerst tot aanschaffing kan worden overgegaan, zoodra het oogenblik is aange broken, dat een kleedingstuk moet worden vernieuwd. De meerderheid van ons college is van meening, dat aan de door de commissie van overleg voorgestelde regeling de voorkeur moet worden gegeven. Naar haar voor komt, behoort het personeel, dat slechts weinig kosten wegens nieuwe aanschaffing enz. veroorzaakt, in het genot te worden gesteld van het bedrag, dat op het gemid deld per man beschikbaar gesteld bedrag heeft bespaard. Zij merkt op, dat onder de thans geldende regeling het geheele perso neel in de inkomsten belasting wordt aan geslagen op een bedrag, waarin is begrepen het gemiddeld bedrag, waarop de waarde der verstrekte uniformkleeding per man per jaar is geschat. Ten opzichte van het personeel, dat minder kosten wegens klee ding dan dat gemiddelde bedrag in een be paald jaar heeft veroorzaakt, leidt die rege ling derhalve tot onbillijkheden. Ons college stelt uw vergadering der halve voor thans over te gaan tot verdere vaststelling der verordening, regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldi ging der gemeentepolitie, waarvan het ont werp is afgedrukt in bijlage nr. 184 van 1935, door de meerderheid aldus geamen deerd, dat in het ontwerp voor artikel 29, 2e lid, wordt gelezen: „De hoofdagenten en agenten van politie ontvangen een jaarlijksche kleedingtoelage van 80 per man, waarvoor wordt aange schaft de kleeding, welke de commissaris van politie noodig oordeelt. De extra-klee- dingstukken, welke voor bijzondere dien sten worden vereischt, worden voor reke ning der gemeente aangeschaft en blijven in haar eigendom". Het advies der commissie van overleg voor de ambtenaren leggen wij mede voor u ter inzage. OSKAR BARNACK t. Te Wetzlar (Duitschland) overleed op 16 Januari j.1. Oskar Barnack. Deze naam zegt alleen enkele ingewijden in den lande iets, maar vele tienduizenden kennen de „Leica". Onder dezen naam is over geheel de wereld het kleine foto-apparaat met de groote mo gelijkheden bekend. Oskar Barnack nu was de constructeur van deze ingenieuse camera. Hij was de vader van de Leica en tevens de schepper van het negatiefformaat 24 x 36 m.m., der zoogenaamde kleinbeeldfotografie. Het groote succes dat de Leica direct had in amateur- en vakkringen sinds dit toestel ongeveer tien jaar geleden in den handel werd gebracht, bleef aanhouden en overal waar iets te fotografeeren valt ziet men de Leica of een dergelijek kleinbeeldcamera. Want hoewel de betere amateur-fotograaf in den beginne nogal sceptisch stond tegen over het kleine formaat van het negatief, heeft hij in den loop der jaren moeten er- erkennen dat zijn 9 x 12 c.M. camera het dikwijls moest afleggen tegen dit wonder van techniek. Ook van die kleine negatie ven, ongeveer zoo groot als een jubileum postzegel, bleek het mogelijk vergrootingen te maken van 100 x 60 c.M. Haar groote populariteit dankt de klein beeldfotografie, door het baanbrekend werk van haar eersten constructeur, voorname lijk aan de groote veelzijdigheid van deze toestellen, die zelfs opnamen mogelijk ma ken waar groote camera's falen. Een bewijs hiervan zijn ondermeer de foto's uit de dag bladen, avondopnamen op straat bijvoor beeld, zooals wij die met St. Nicolaas heb ben gezien, die waren vroeger eenvoudig niet te maken zonder bliksemlicht. De mo derne kleinbeeld-camera staat echter ner gens meer voor. Dit is het resultaat van ja renlange proefnemingen en stelselmatig doorconstrueeren der Leica, het levenswerk van Oskar Barnack en zijn staf. Typisch is, dat alhoewel deze camera's nu voor alle mogelijke doeleinden der fotogra fie gebruikt worden, het doel van den con structeur geweest is een camera te ontwer pen voor het vervaardigen van micro-foto's. Wel bestonden er al jaren dergelijke toe stellen, doch deze waren door het groote formaat niet gemakkelijk te hanteeren en wat vooral een bezwaar was, het wisselen van het negatief-materiaal duurde te lang om de verschillende stadia van bewegende preparaten (levende bacteriën bijvoorbeeld) vlug genoeg achterelkaar te kunnen foto grafeeren. Oskar arnack nu, als constructeur der Leitz Microscopenfabriek, loste dit vraagstuk op, door inplaats van op fotopla ten de opnamen te maken op normale bio scoopfilm en teneinde na een opname direct weer een volgende opname te kunnen ma ken, koppelde hij de rol die de film trans porteert aan den opwindknop van den slui ter. Door het opdraaien van den sluiterknop wordt zoodoende meteen onbelicht stukje film achter de lens geplaatst en is de came ra binnen een seconde voor een nieuwe op name gereed. Van dit zuiver voor wetenschappelijke doeleinden geconstrueerde foto-apparaat, groeide de Leica. Met de camera groeide de bescheiden miscroscopenfabriek tot het be drijf met wereldreputatie waar meer dan tweeduizend instrumentmakers aan de Lei ca werken. Oskar Barnack zelf heeft de verdere ont wikkeling der kleinbeeldfotografie niet meer mee mogen maken, maar hij heeft nog het genoegen gesmaakt de overwinning van zijn geestesproduct over de groote camera's een voldongen feit te zien worden. Zijn naam zal aan de Leica eri de klein beeldfotografie in het algemeen onafschei delijk verbonden blijven. CONTEMPORARY PEWTER IN THE NETHERLANDS. Onder bovenstaande titel heeft de Inter national Tin Research and Development Council een fraai geïllustreerd boekwerkje uitgegeven, dat een overzicht geeft van het moderne tinwerk, zooals dit thans in Neder land wordt gemaakt. Zoowel van met de hand gemaakte als van gegoten en geforceerde tinnen voor werpen, in gehamerde, gladde of doffe af werking, geeft het boekje fraaie voorbeel den. Naast tinnen plaquettes treffen wij re producties aan van diverse gebruiksvoor werpen: schotels, vazen, theeserviezen, rook stellen, lampen, klokken, tot voorwerpen voor de toilettafel toe. Een verdienste van het werkje is, dat de artistieke wijze, waarop de tinnen voorwer pen gegroepeerd zijn, het doel waartoe zij dienen duidelijk en smaakvol naar voren brengt. Het boekje bevat ook een kort overzicht van de geschiedenis van het Hollandsche tinwerk; eenige afbeeldingen van produc ten van de oud-Hollandsche tin-industrie geven aan het boekje een bijzonder cachet. Verder treft men er een hoofdstuk in aan over de „geboorte" van een tinnen voor werp, de samenstelling van het metaal en het gieten. Exemplaren van deze publicatie zijn ver krijgbaar bij de International Tin Research and Development Council, Statistical Office, Prinsessegracht 21, 's-Gravenhage. Wat Milnhardt maakt is goed SURCOUF, DE KAPER. Nog een en ander over de eerste opvoering. Tijd en plaatsruimte beletten ons gisteren, om op de opvoering van bovengenoemde operette terug te komen. Toch lijkt het ons nog noodzakelijk om als aanvulling van het verslag over het stuk en het spel nog eenige regels te schrijven. Het stuk speelt deels in een Fransche, deels in een Engelsche havenstad en wel in den tijd, dat beide landen voortdurend in oorlog met elkaar waren, in den tijd ook, dat het kapersbedrijf niet als oneervol be schouwd werd, maar meer als een maritieme oorlogsdaad aangemerkt werd. Dat laatste mag in dit g"ns! niet vergeten worden, omdat het kapersbedrijf we' een zeer belangrijke plaats inneemt in de ge schiedenis. Surcouf toch, een klerk op bet reeders- kantoor van meneer Kerbiniou, is zwaar verliefd geworden op de pleegdochter van dien meneer, de werkelijk lieftallige Yvonne, maar Surcouf heeft geen vooruitzichten en is arm, zoodat er van een huwelijk volgens Kerbinion niets komen kan. Niet om Surcouf een kans te geven, maar „om zoo netjes mo gelijk van hem af te komen", stemt Kerbi niou in een huwelijk toe, als deze t. z. t. een 300.000 francs zal bezitten en Surcouf neemt de kans aan en vertrekt voor 3 a 4 jaar met den kaperkapitein Marcof naar vreemde zeeën. En Yvonne zal wachten. Ze wacht 4 jaar en een maand misschien: En intusschen is er de Engelsche kapitein Thomson gekomen, die verliefd wordt op Yvonne en die haar zal krijgen, dank zij de volle medewerking van Kerbiniou en zijn vrouw Arabella. De plannen lijken dubbel gunstig, als het nieuws zich verspreidt, dat de onverschrokken Surcouf na tal van fraaie successen gesneuveld is. Alleen, Yvonne vraagt uitstel en hoopt op den terugkeer van Surcouf. En danver schijnen plotseling de twee meest trouwe matrozen van Surcouf, Gargousse en Fla- geoletti, die vertellen, dat het schip is terug gekeerd en dat Surcouf springlevend is! Arabella tracht haar plan door te zetten, haar zwakke echtgenoot moet haar nood De begrafenis van wijlen Z. M. Koning George V van Engeland. De plechtigheid in de St. George Kapel te V\ indsor. Koning Edward (rechts) strooit aarde op de kist, welke is neergelaten. gedwongen steunen in het plan en er volgen leugens, moeilijkheden van allerlei aard en dan Opnieuw is de oorlog uitgebroken en kapi tein Thomson licht Surcouf op en brengt hem naar Engeland, waar hij door den gou verneur Mac Farlane zal worden vastgehou den. Surcouf echter ontvlucht en komt te recht in het paleis van den gouverneur, die hem niet Kent. Toevallig komt ook Arabella, een nicht van den gouverneur, eenige dagen logeeren en Mac Farlane zal kennis maken met haar man Kerbiniou. Deze valt van de loopplank in het water en zal dus later verschijnen. Een gekke situatie ontstaat, als Arabella Surcouf ziet in het huis van haar oom. Zal ze hem verraden? Neen, want Surcouf her innert haar aan een gebeurtenis: hij heeft haar een paar jaar geleden het leven gered! Intusschen komen Yvonne en de twee matrozen, verkleed als Italiaansche edelen, in het paleis, om op die manier Surcouf te bevrijden. Men vermoedt de situatie, die volgt: Surcouf wordt door den gouverneur als familielid (als Kerbiou) beschouwd, en Kerbiniou wordt gevangen genomen, omdat men hem voor Surcouf aanziet. De zaak komt natuurlijk in orde; hoe, dat wordt niet erg duidelijk, maar het geheele verhaal wordt besloten met den terugkeer van Surcouf naar Frankrijk. Op zee wordt hij nog een paar keer aangevallen door En gelsche oorlogsschepen, hij wint den strijd daar en dan is natuurlijk alles „dik in orde". Zooals we reeds opmerkten, zijn er bij de A. O. O. V. verschillende nieuwe krachten gekomen. Eenige ervan hadden hoofdrollen, zooals de heer en mevrouw P. Hop, resp. als Gargousse en Yvonne, mej. C. Hilk als Ara bella en de heeren K. en P. Kesselaar, resp. als Kerbiniou en Mac Farlane. Zij hebben hun rollen met animo ge speeld en als we alleen het spel beschouwen, dein is er weinig of niets op deze spelers aan te merken. Nemen wij ook den zang in aan merking, dan moeten wij vooral de heer en mevr. Hop noemen. Eerstgenoemde heeft wel alle moeilijkheden overwonnen, laatst genoemde zong aardig, maar haar stem vulde niet altijd de zaaL Waarmee we heusch niet willen zeggen, dat ze geen succes had. Van de andere spelers noemen wij aller eerst den heer Govers, die de hoofdrol had. Hij heeft van Surcouf een zeer aanneme lijke creatie gegeven en misschien heeft hij een rol nooit beter gespeeld dan deze. Dat kunnen wij van den heer Schats niet zeggen. Hij was minder dan we gewend zijn en hij kan veel beter. De andere rollen waren in goede handen, waardoor het geheel... een geheel werd! Zulks kan ook van het samenspel gezegd worden. Wat de uitspraak betreft, de heer Hop was eigenlijk de eene, die zoo nu en dan uit den toon viel en dan met Noordhol landsche woorden zijn gemis lanceerde. De rest was in orde. Wat de regie betreft, 't was in orde. Fei telijk zou er weinig kritiek op te geven zijn. Maar toch willen wij op twee dingen wijzen, al zijn 't slechts onderdeeltjes. Wij gelooven, dat de heer Prins verstandig zal doen, om in 't tafreeltje van Arabella, haar man den kapitein Thomson het trio wat meer naar rechts te plaatsen, omdat het vrij zeker is, dat de toeschouwers, die links van het middenpad zitten, van dit trio weinig hebben kunnen zien. En zou het tafreel voor het St. Anne-beeld niet iets meer eenheid kunnen krijgen? Ziedaar een paar opmerkingen, die ech ter aan het geheel geen afbreuk deden. Moeten wij nog meer zeggen? De aan kleeding was prachtig, behalve dan in het laatste bedrijf, de costumes waren fraai (alleen hadden wij in het menuet liever andere costumes gezien, die meer afstaken tegen het décor), en het geheel gaf een in druk van een goed-ingestudeerde operette, waarin gelukkig de pauzes zoo kort mogelijk werden gehouden. Worstelen. S. S. S.-NIEUWS. In de wedstrijden oirt het kampioenschap van Noordholland 1936, welke Zondag j.1. werden voortgezet behaalde C. Koster, lid der vereeniging S. S. S., een derden prijs in de eerste afd. Vedergewicht. Een mooi resultaat voor hem in deze zwaar bezette afdeeling. Kegelen. OM HET A. K. B.-KAMPIOENSCHAP. In een deze week door de betreffende commissie daartoe gehouden vergadering is besloten dat de respectievelijke afdee- lingskampioenen, dus die der Schager- clubs, zich met elkander zullen meten, om den uiteindelijken titel van kampioen van den Alkm. Kegelbond, op Donderdag 11 Febr., n.m. 7 uur, over 3 banen in Schagen. De returnwedstrijd wordt op Zondag den 23en d. a.v., eveneens over 3 banen, in de Unie alhier verkegeld. Tevens zal op genoemde data de (dames) stedenwedstrijd Alkmaar-den Helder plaats vinden. Zoo men zich nog zal herinneren, is, wanneer de dames van den A. K. B. de zen wedstrijd winnen, de hiervoor beschik baar gestelde wisselprijs definitief eigen dom. Ter gelegenheid van de juist plaats ge had hebbende 10-jarig jubilea van de Ke gelclub de Burg en Alcmaria Victrix heeft het bondsbestuur besloten van 20 tot en met 23 Februari een onderling concoursje, met korpswedstrijden, te moeten uitschrij ven, waarop we nog nader zullen terugko men. Biljarten. BILJARTBOND ALKMAAR EN OMSTREKEN. De uitslagen van de verleden week ge speelde wedstrijden uitgaande van den bil jartbond Alkmaar en Omstreken, zijn als volgt: Afdeeling II Excelsior HDe Driesprong II 494-450 20 Krijt op tijd I—Z.E.K.Z.? II 484-445 2—0 Kijk Uit II—De Drie Ruiten II 477-500 0—2 Afdeeling III O.K.K. III—Kijk Uit III 351-291 2—0 Het programma van deze week luidt: Afdeeling II Z.E.K.Z.? II—O.K.K. II De Drie Ruiten IIKrijt op tijd I De Driesprong IIKijk Uit II. GEOPEND ranlOvm 5 nni intanSnn lOn.ml SLUITING ZONDAG 9 FEBR 5 Automobilisme. DE 25STE R.A.I.-TENTOONSTELLING. Het kenmerkende nieuws van de automo bielindustrie in 1936 is niet in een paar woorden uiteen te zetten. Er is inderdaad op de R.A.I. zooveel nieuws te zien, dat zelfs de technisch aangelegde bezoeker het itiet in een paar dagen zal kunnen verwer ken. Het belangrijkste nieuws voor het gros der bezoekers is natuurlijk, dat de prijzen van de personen-auto's, dank zij de nieuw ste fabricagemethodes der groot-industrie sterk zijn gedaald, zoodat men zich reeds een prima nieuwe auto kan aanschaffen voor een bedrag, dat men luttele jaren ge leden voor een bedenkelijke tweedehands koopje besteedde. De massa-productie heeft inderdaad won deren gewrocht. Wonderen van een heel wat betere „kwaliteit" dan men vroeger jaren in de bazar-industrie kon observee- ren. Om een voorbeeld te noemen: voor de vitale deelen van de moderne, en masse ge produceerde auto wordt beter en duur zamer materiaal gebezigd, dan voor de kostbaarste wagens van eenige jaren ge leden. Bij de productie op enorme schaal kan de fabrikant zich geen „vergissingen" in de constructie en geen tegenvallers in de kwa liteit van de materialen veroorloven. Bij deze productiewijze moet hij aan alle kan ten tegen constructie- en materiaalgebreken gedekt zijn, daar zelfs een gering defect k1C, door een enorme stagnatie in net bedrijf, ongerekend nog de misère door de ontevredenheid der afnemers veroor zaakt. Het massa-product wordt dan ook voordat het de eer van den „loopenden band" waardig wordt gekeurd, aan proeven onderworpen, die geen automobilist ooit met zijn wagen zou durven uithalen. Het publiek weet thans dan ook uit eigen ervaring, dat de moderne goedkoope auto niet „van blik gemaakt" is en dat men hem wel gruwelijk moet mishandelen om den motor en de transmissie binnen den gezet- ten tijd te doen verslijten. Maar, wat men nog niet algemeen weet, dat is, dat zelfs de goedkoope auto anno 1936 qua comfort, snelheid en rij kwaliteit, eigenschappen be zit, die men enkele jaren geleden nauwe- l(jks in de kostbaarste luxe-auto's aantrof. Wie zich daarvan wil overtuigen, neme de proef. Hij zal o.a. dit kunnen constateeren, dat een dagmarsch van 400 K.M. in een modernen wagen van de midden-prijsklane minder vermoeiend is dan een rit vsn 100 K.M. in een goeden auto van eenige jaar gangen terug. DE MONTE CARLO-RALLYE. Nederlandsche deelnemers bereiken de finish. Door bemiddeling van de K.N.A.C. ver nemen wij inzake de Monte Carlo-Rallye het volgende omtrent de verrichtingen van de Nederlandsche deelnemers. Het laatste stuk van de route naar Monte Carlo is zeer moeilijk geweest. Er viel veel regen, waar door de afstand BrignollesMonte Carlo bijna niet te berijden was. De heer en mevr. Cornelius met D.K.W. zijn helaas te laat aan de controle te Monte Carlo aange komen. De Ford-equipe van Beeck Calkoen, Bijlaart, die te Stavanger was gestart, kwam tijdig aan de finish, hetgeen eveneens het geval was met de Ford-equipes Bakker- Schutde Beaufort en Sprengervan Eyck Paulen. Tenslotte kan nog worden meegedeeld, dat ook de Nederlandsche equipe Testers- Diepen met Ford, te Valencia in Portugal gestart, precies op tijd de finish te Monte Carlo hebben bereikt. Waterpolo. A.Z. 1870D.A.W. 0—2. Een faire wedstrijd in Amsterdam. In den gisteravond te Amsterdam ge speelden wedstrijd A.Z. 1870D.A.W. stel den de ploegen, onder leiding van scheids rechter Zwaneveld, zich als volgt op: B. de Jong Boddeke W. Sierenberg F. Wegenaar H. Smitshuyzen J. Rattink J. v.d. Bosch A. D. Imhülsen P. Leenheer S. de Haan E. Biskanter A. van Beek H. Caaris R. van Beek D.A.W. speelde met invallers voor van Wjjk en Kostelijk. Hierdoor kwam keeper Imhülsen op de rechts-voorplaats, terwijl zijn plaats in het doel werd ingenomen door Ru van Beek, die zich voor vele moeilijke situaties geplaatst zag. Ondanks de zes doel punten heeft hij zijn doel uitstekend verde digd. Vooral voor de rust werd er van beide kanten uitstekend spel te zien gegeven. Het was D.A.W., dat de score opende, met een hard schot van Siegert de Haan. De vreug de was echter van korten duur, want toen Wegenaar een rush ondernam, besloot hij deze met een prachtig schot, dat doel trof. Beide ploegen spelen in een hoog tempo verder. De D.A.W.-achterhoede, waarin de mid-achter van Beek zeer goed speelde, ver dedigde „zwaar", zoodat A.Z. vooralsnog geen verdere doelpunten kan scoren. Inte gendeel, de D.A.W.-voorhoede speelde de A.Z.-achterhoede geheel uit positie en weer is het de Haan, die tenslotte vrij komt te liggen en het is 21 voor D.A.W. Kort na elkaar moeten Sierenberg en Leenheer het water verlaten voor overtre dingen, zoodat beide partijen met zes man verder spelen. Caaris besluit een rush me een goed schot, dat echter gestopt won», waardoor A.Z. er meteen tusschen uit ka trekken. Door verkeerd overnemen kom Rattink vrij te liggen en met een boogba maakt hij gelijk. Met een 22-stand komt de rust. Na rust blijkt de meerdere ausdauer van A.Z-. dat nu het meest in den aanval komt- wordt er bij de D.A.W.-aanvallen 8°®" - Leen- hard geschoten, doch alle schoten van heer en Imhülsen komen tegen paa! en waardoor aan dezen kant doelpunten blijven. Beter gaat het bij A.Z. en met r matige tusschenpoozen wordt de stan 6—2 opgevoerd. r 0p Sierenberg en de Haan mogen elk ^j(je den kant gezelschap houden, daar ze jer. uit het water gestuurd worden. terhoe- neemt Caaris een rush vanuit de ac sCj,0t de, maar de A.Z.-keeper stopt he goed. Met A.Z. in den aanval kon» "Het geheel was een prettige, sportlef strijd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 8