Wetsontwerpen defensiebegrooting
afgehandeld.
's Nachts opstaan
DE OORLOG IN
OOST-AFRIKA.
ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 14 FEBRUARI 1036
Tweede Kamer
Uitvoerige verdediging door dr. Colijn.
Aanval van mr. Duijs op de S. D. A. P.
en antwoord van ir. Albarda.
Oude citaten tellen niet meer.
Korting spoorwegpensioenen
aangenomen.
^Buitenland
Onze ambulance werkt.
Overdag felle zon, 's nachts
westersche koude.
Het wintert in Europa.
Duitsche bijbelvertaling.
Den Haag, 13 Februari.
Nadat negentien afgevaardigden over de
wetsontwerpen tot instelling van een defen
siefonds en tot vaststelling van de begroo
ting hiervan het woord hadden gevoerd,
heeft minister C o 1 ij n een rede gehouden.
Hij maakte zich al aanstonds heel aardig af
van vier sprekers, de heeren VanHouten
(c.d.), Arts (k.d.p.), Sneevliet (r.s.)
en De Visser (c.p.), wier standpunten,
zeide Z.Exc., te ver van het zijne waren ver
wijderd, dan dat men met elkaar kon dis-
cussiëeren. Toen beide laatstgenoemde leden
bij de replieken hiermede niet tevreden
bleken, verklaarde Z.Exc., dat, als van twee
mannen één te Parijs en de ander in Den
Haag stond en beiden geen andere wapenen
dan revolvers hadden, zij niet op elkaar
moesten gaan schieten, omdat zij elkaar toch
niet zouden raken.
De minister vertelde voorts, dat hij
van 1911 tot 1913 en ook bij de behandeling
van de vlootwet als de grootste militarist in
ons land over de tong was gegaan en dat hij
zich nu te verdedigen had tegen twee fron
ten, waarvan Hij volgens het eene te ver,
volgens het andere niet ver genoeg gaat.
Beiden partijen hield hij voor, dat op de
regeering tweeërlei taak rust: zorg voor een
behoorlijke bewapening en zorg voor een
gezonden financiëelen toestand. Hij legde er
voorts den nadruk op, dat de militaire
voorzieningen, welke genomen worden,
tegen geen enkel bepaald land gericht zijn
en dat wij geen onzer naburen verdenken,
ons opzettelijk te willen aanvallen. En nie
mand zal, naar wij vertrouwen, twijfelen
aan wat Z.Exc. hierop liet volgen, namelijk
dat de regeering haar voorstellen niet onder
den invloed van persbeschouwingen heeft
ingediend. Dit in verband met artikelen van
den Amerikaanschen journalist Mowrer
over de bewapening van Duitschland, on
langs in Nederlandsche dagbladen ver
schenen. De bewindsman herinnerde verder
aan de mislukking der ontwapeningsconfe
rentie, aan de hierop gevolgde herbewape
ning van Duitschland, gevolgd door een
bewapeningswedstrijd van tal van landen,
en aan de internationale spanningen, waar
mede dit gepaard gaat. Hij ging de ver
schillende onderdeelen van het materieel
na, waarvan de regeering aanschaffing
voorstelt. In den modernen tijd kunnen de
strijdkrachten zich met groote snelheid
verplaatsen en daarom moeten er in onze
grensgebieden kazematten worden gemaakt,
van waaruit den vijand het binnendringen
in ons land moet worden belet, gedurende
welken tijd de mobilisatie erachter redelijk
zal kunnen verloopen. Hun, die een perma
nente bezetting van de kazematten wensch-
ten, antwoordde Z.Exc., dat hier geen geld
voor is.
Met betrekking tot de vraag, wat een
verbetering van de Indische maritieme
defensie kost (bij deze wetsontwerpen niet
betrokken) deelde de minister nu alleen
mede, dat, als de achterstand van het
marinematerieel wordt ingehaald en ge
zorgd wordt, dat geen nieuwe achterstand
ontstaat, hiermede, de salarissen volgens hun
tegenwoordige hoogte gerekend, vijftien
millioen gemoeid zal zijn.
De instelling van het fonds, waartegen
zoovelen bezwaar gevoelen, verdedigde de
bewindsman met een beroep op den finan-
cieelen toestand, welke het onmogelijk
maakt, de kosten uit de gewone begro
tingsmiddelen te dekken. De leening aan het
fonds moet, zooals men weet, in twintig jaar
worden afgelost, maar de minister is niet
bang, dat wij, als het materieel niet meer
bestaat, er nog voor zullen moeten betalen.
Hy noemde eerbiedwaardige leeftijden op,
welke verschillende soorten materieel kun
nen bereiken, verscheidene de twintig jaar
naderend of dien tijdsduur overtreffende.
Overigens betoogde hy, dat in zijn voorstel
niet, zooals in de vlootwet van '23 een aan
schaffingsschema voor vele jaren wordt
vastgelegd. Wij vernamen nog, dat onze
eigen industrie tachtig percent van het mate
riaal voor de marine zal kunnen maken.
Welk deel zy van het landmachtmateriaal
vervaardigen kan, wordt nog onderzocht.
Mr. Duys (partijloos) heeft het noodig
gevonden, een'on ver k wikkelij ken aanval'te
doen op de S. D. A. F., waarvan hy slechts
korten tijd geleden nog deel uitmaakte.
Smalend liet hij zich uit over een verkla
ring, door ir. Albarda (s.d.) afgelegd, name
lijk dat men zich tegen buitenlandsch ge
weld behoorlijk moet kunnen verzetten. Hij
weidde uit over de dubbelzinnigheid van de
S. D. A. P., die inzake de vraag, of zij mili
taire landsverdediging geoorloofd acht, geen
klaren wijn schenkt. Hij erkende, dat hij
zelf vroeger verkeerd had gehandeld, maar
zeide, dat hem de oogen waren opengegaan,
terwijl die der S. D. A. P. nog maar half
open waren. Hij zou haar echter met een
watje met sla-olie den slaap uit de oogen
wrijven! Mr. Duys prees minister Colijn, die
den moed had gehad, in dezen tijd dit wets
ontwerp te verdedigen, en kondigde aan, met
liefde ervoor te zullen stemmen. Tevoren
had de heer A m e 1 i n k (a.r.) de S. D. A. P.
als dubbelzinnig bestreden, maar dit was
een zakelijke aanval, zooals men van een
tegenstander verwachten kan. Mr. Duys
echter mist reeds de sympathie van een
groot deel der Kamer, omdat hij een zetel
bezet houdt, welken hij dankt aan de
S. D. A. P., die hij nu bestrijdt. Men neemt
voorts in aanmerking, dat hij zich sedert
jaren alles behalve door activiteit onder
scheidt en eerst weer eens in het geweer
kwam, nu hij zijn vroegere partijgenooten
kon bestrijden. Vele sociaal-democraten
zaten zwijgend, mét roode gezichten. De
houding van een groot deel van het overige
gehoor was zeer gereserveerd. Maar weini
gen lachten om mr. Duys' grapjes. Hoewel
de leden der sociaal-democratische fractie en
mr. Duys elkaar in den persoonlijken om
gang in de Kamer negeeren, heeft ir.
Albarda mr. Duys' aanval niet onbeant
woord gelaten. Hij herinnerde eraan, dat in
vroeger jaren mr. Duys hen in bescherming
heeft genomen, die „de buiteling van
Troelstra en Vliegen" inzake de landsver
dediging niet aanstonds konden meemaken.
In een partij conferentie in het voorjaar van
1918 was, naar ir. Albarda onthulde, mr.
Duys ertegen om, als ons land zou worden
aangevallen, te vechten: „Beter een levende
Duitscher dan een doode Nederlander", zeide
hy toen Mr. D u y s repliceerde, dat hy zich
van citaten van twintig jaar geleden niets
aantrok en dat ir. Albarda in zyn jonge
jaren door zyn Marxisme Troelstra het leven
gruwelijk had verzuurd. De gedachten wisse
ling werd, zooals men bemerkt, steeds on
verkwikkelijker. Moge een herhaling ervan
ons bespaard blijven.
Minister Colijn zeide, minder ongunsig
dan mr. Duys te denken over het feit, dat
ir. Albarda een verzet tegen buitenlandsch
geweld aanvaardt De leider der sociaal
democraten, aldus de bewindsman, weigert
voorloopig nog wel om voor de defensie
meer geld te geven, dan de begrooting nu
kost, maar, profeteerde Z.Exc., dat komt nog
wel.
Mr. J o e k e s gaf te kennen, dat hij zou
stemmen tegen het ontwerp tot instelling
van een defensiefonds, maar, als dit eenmaal
is aangenomen, voor de begrooting van dat
fonds. Andere leden zijner fractie, die niet
eenstemmig is, zijn niet aan het woord
geweest.
Men weet, dat er tot nu toe een post van
vier millioen voor materieel der landmacht
op de defensiebegrooting stond en dat deze
post nu vervangen wordt door een annuïteit
van 3.5 millioen voor materieel voor zee- en
landmacht. Maar nu vertelde de minister,
dat in 1938 die vier millioen weer naast de
annuïteit op de begrooting komt. In dat jaar
hoopt men, weer een beetje ruimer in het
geld te zitten, omdat dan perspectivische be
zuinigingen voelbaar worden.
De Kamer zal Dinsdag over de wetsont
werpen stemmen.
Eerste Kamer.
DEN HAAG, 13 Februari.
De senaat heeft hedenavond de korting
op de spoorwegpensioenen, noodig geoor
deeld in verband met den slechten toestand
van het pensioenfonds, met 22 tegen 14
stemmen aangenomen. Tegen stemden de
sociaaldemocraten, de katholieken De
Bruin en Nivard en mr. Van Vessem
(N.S.B.)
De heer Moltmaker (s.d.) heeft het wets
ontwerp bestreden met dezelfde argumen
ten, als de heer Van Braambeek in de
Tweede Kamer. Hij merkte op, dat het
personeel niet de schuld treft van den
slechten toestand van het fonds. In dezen
geest sprak ook de heer Nivard, volgens
wien in vroegere jaren met het fonds ge
sold was Mr. Mendels (s.d.) betoogde op
juridische gronden, dat de verkregen
rechten der gepensioneerden niet wettelijk
mogen worden aangaetast, omdat zij een
privaatrechtelijke overeenkomst hebben
met de spoorwegen, waarin de Staat
slechts aandeelhouder is.
Prof. De Savornin Lohman (c.h.), over
tuigd van de onafwendbaarheid der kor
ting, bestreed mr. Mendels evenals jhr.
Michiels van Kessenich (r.k.), die een
juridisch betoog hield tegen de argumen
ten van den rooden senator. Minister Van
Lidth de Jeugde verklaarde, dat de pen
sioenregeling ongetwijfeld een publiek
rechtelijk karakter heeft en dus bij wet
mag worden gewijzigd.
Z.Exc. vond het niet vruchtbaar, thans
te spreken over de oorzaken van de tekor
ten in het fonds. Er moest, zeide hij, radi
caal worden ingegrepen. De kortingswet,
deelde Z. Exc. mede, zal op 1 April 1936
in werking treden.
Voor het regenseizoen. Italiaansche
voorzorgsmaatregelen.
Het agentschap Stefani seint:
De beroemde clinicus, senator Castellani,
chef van de sanitaire diensten in Oost-
Afrika heeft tegenover een correspondent
van het agentschap Stefani verklaard, dat
de gezondheidstoestanden van het expeci-
tiecorps in Somaliland nog steeds voortref
felijk zijn. Het aantal zieken is miniem, de
hospitalen zijn leeg. Wel is waar zullen
over twee maanden de klimaats-omstan-
digheden in Somaliland minder goed wor
den, omdat dan de moeras-periode begint,
maar de Italiaansche regeering heeft vol
gens de richtlijnen van den duce de moder
ne wetenschap gemobiliseerd met een over
vloed van financieele en wetenschappelijke
middelen, zonder weerga, in de koloniale
expedities van onverschillig welk ander
land.
Vanaf den aanvang der operaties in Oost-
Afrika heeft Mussolini het sanitaire pro
bleem beschouwd als even belangrijk als
het oorlogsprobleem, zoodat door zijn wil,
de soldaten, bestemd voor Oost-Afrika,
onderworpen werden aan een zeer strenge
sanitaire selectie en niet alleen ingeent zijn
tegen pokken, maar ook tegen typhus en
cholera. Tevens is het rantsoen der solda
ten op wetenschappelijke wijze samenge
steld, teneinde het gevaar van scheurbuik
en beri beri welke ziekten hun ontstaan
vinden in den aard van de voeding, te ver
mijden. Bij andere koloniale expedities zijn
deze ziekten verschrikkelijk noodlottig ge
weest. De soldaten in Somaliland zijn
voorts door middel van een zeer gestrenge
prophylaxie beschermd tegen het gevaar
van moeraskoortsen. Bovendien heeft men
een sanitair corps in het leven geroepen,
dat gespecialiseerd is in den strijd tegen
deze koortsen en dat voorzien is van laza
retten, transportmiddelen, zelfs vliegtuigen,
werkplaatsen en andere zeer moderne mid
delen, onafhankelijk van de algemeene,
sanitaire organisatie.
Dezelfde zorgen heeft men voor de troe
pen in Erythrea, die toch veel minder
door deze gevaren worden bedreigd. Dann
zij deze maatregelen heeft zich noch een
geval van cholera of pest, noch in Ery
threa, noch in Somaliland, voorgedaan, on
der de soldaten evenmin als onder de in
boorlingen. Intusschen heeft men te Mas-
saoea een nieuw groot hospitaal ingericht
met een installatie voor desinfectie en met
een veterinairen dienst. Het sanitaire corps
is verviervoudigd.
Senator Castellani zal zijn inspectie naar
den gezondheidstoestand ook uitstrekken
tot de vloot en de vlootbases aan de Roo
de Zee.
De laatste etappe van zijn reis zal Assab
zijn, van waar hij naar Somaliland zal te-
rugkeeren, teneinde persoonlijk de func-
tionnering na te gaan van de tegen de ma
laria op touw gezette organisatie.
Italiaansche tegenspraak.
Naar Stefani meedeelt zyn de officieele
communique's van de Abessinische regee
ring over de Italiaansche operaties be
lachelijk: nederlagen worden strategische
retraites genoemd, dikwijls fantaseert men
dat plaatsen door de Italianen worden be
zet, om later te kunnen ontkennen, dat men
dit gebied heeft verloren, teneinde het mo
reel van de Abessinische troepen te verhoo-
gen. Zoo berichtte men enkele dagen gele
den, dat Curati was hernomen, dat nooit
door de Italianen bezet is geweest.
Ter zelfder tijd protesteert men indien
een Italiaansche bom zelfs op grooten af
stand van een Roode Kruis Ambulance
valt, zoo in het geval van de Britsche am
bulance, welke nooit door Italiaansche
bommen werd getroffen.
Een ander fantastisch bericht is, dat de
Abessiniërs na een grooten veldslag in
Tembien het stoffelijk overschot van 15.000
Italiaansche soldaten en van 4300 Ascari's
zouden hebben begraven.
Dit alles is onjuist, de juiste Italiaansche
verliezen werden nauwkeurig opgegeven
in het laatste Italiaansche communiqué,
waarin niets werd verbloemd, doch alle ge
sneuvelden, Italianen zoowel als inlanders
jugt naam en toenaam en land van geboor
te zyn genoemd.
De Abessinische positie aan het
Noordelijk front. Een Italiaan
sche uiteenzetting.
Het agentschap Stefani maakt melding
van een door een deskundige gegeven uit
eenzetting omtrent den miliairen toestand
van Abessinië aan het Erythreesche front.
De positie van Abessinië hier zou de vol
gende zyn:
In de streek ten Zuiden van Makalle be
vinden zich 60.000 manschappen onder
commando van Ras Moeloegeta, den mi
nister van oorlog. In het Zuiden van Tem
bien staan 40.000 man onder bevel van Ras
Kassa Darghie. Aan den Beneden-Tacazze
liggen 25.000 man onder Ras Imroe, aan
den linkeroever van de Setit 35.000 man
onder Dedjas Ayeloe, in de omgeving van
Dessie 40.000 man rondom den Negus.
De slavernij.
In een schrijven aan de maatschappij ter
bestrijding van de slavernij deelt het Engel-
sche departement van buitenlandsche za
ken mede, dat volgens een vier weken ge
leden ontvangen telegram van den Brit-
schen gezant in Addis Abeba het conflict
met Italië tot dusverre nog niet geleid
heeft tot een stopzeten van de pogingen
van den Negus de slavernij af te schaffen.
In November zijn in Gore in tegenwoor
digheid van den Britschen consul en 35
geboeide slavenhandelaars 108 slaven in
alle openbaarheid in vrijheid gesteld. Nog
43 slaven zijn een maand later vrijgelaten,
ofschoon de bevolking vijandig staat te
genover deze verlichte maatregelen. De
Britsche gezant voegt aan zijn rapport toe,
dat er reden bestaat te hopen, dat in een
niet al te ver verwijderde toekomst de be
strijding der slavernij verdere vorderingen
zal maken.
Januari 1936.
Nog zijn wij in Addis Abeba. Vier dagen
zyn wij bezig geweest in een hurrie om alles
in orde te krygen. Thans is een karavaan
samengesteld van 250 muildieren. Uit den
aard der zaak, vooral tengevolge van het
slechte weer, maar ook door vele andere
moeilijkheden, die zich telkens voordoen,
worden de plannen nog al eens gewijzigd.
Maar nu hebben onze plannen eindelijk een
vasten vorm aangenomen. De goeragi's de
koelies voor de karavaan zyn hier aan
gekomen. De kolli worden door hen ge
regeld en die van gelijke zwaarte uitge
zocht om de muilezels aan weerszijden met
een gelijke vracht te beladen. Ik had het
twijfelachtige genoegen, te zien, hoe daar
bij in een oogwenk my'n met zooveel zorg
en moeite gemerkte en opgestelde bagage
was verdwenen tusschen de overige massa.
In Dessié moet nu weer uitgezocht worden.
A la guerre comme a la guerre! Het is ook
vooral voor Ir. de Vries een reuze werk.
Thans is vastgesteld, dat onder de hoede
van Dr. Veneklaas en mij 150 muildieren
zullen staan. Dr. van Der Does komt daarna
met 100 stuks, want een karavaan van 250
stuks bij elkaar zou te veel verwarring
geven. Wij zullen over het traject naar
Dessié 10 a 14 dagen doen. (De lezer weet
intusschen uit de nieuwsbladen reeds, wan
neer wij er aangekomen zyn).
De vorige week heeft het zóó 'geregend,
dat het heele autoverkeer tusschen hier en
Dessié vastgeloopen is. Er zaten hier en
daar verspreid 7 trucs van de Engelschen
vast en meerdere auto's van Grieken en
Armeniërs. Er was sprake van, dat wij onze
camions niet zouden kunnen meenemen. In
tusschen is het weer wat opgeklaard en zyn
wij blij, ze te hebben. Dr. Winckel en Ir. de
Vries gaan nu met onze camions en ik als
hoofd van de muildieren-karavaan, 't Is
overigens een heksenwerk geweest om on
zen heelen inventaris in 3 deelen te ver-
deelen. In mijn vorigen brief sprak ik daar
reeds van. Alle kisten moesten opengemaakt
worden en de inhoud moest weer in drie
aparte kisten.
Morgen vroeg hopen we de 250 muildieren
hier op het erf te zien aankomen. Voordat
alles opgeladen is, is het zeker 1 of 2 uur of
later. We overnachten dan morgennacht
voor het eerst in tenten buiten op het veld.
Het is hier nu Winter en 's nachts vinnig
koud. Dus is het zaak, ons goed in te pak
ken. Men moet in dit land erg oppassen.
Overdag steekt de zon fel en 's nachts rilt
men van de koude.
Ik heb hier al twee huisjongens of liever
lijfboys afgewerkt. De eerste deugde niet,
de tweede heeft zoo'n malaria-aanval ge
had, dat hy gister moest worden afgedankt.
Intusschen had hij zijn voorschot al te pak
ken! Zijn mooie nieuwe khakipak lieten
wij hem echter weer teruggeven. Vanavond
kreeg ik een nieuwen jongen. Mijnheer de
Vries gaf hem een voorschot. Hij moest da
delijk naar de stad om inkoopen voor zich
zelf te doen. Hij had goede borgen, dus heb
ik alle hoop, dat hij morgenochtend op het
appèl zal verschijnen. Daar ik nu al een
paar dagen mijn boy miste en hier geen
waschman bestaat, ben ik vanmiddag zélf
aan het wasschen geslagen. Overal hangt
goed te drogen. Onderweg zullen we haast
geen gelegenheid hebben om te wasschen,
omdat wij steeds moetentrekken en wei
nig water hebben. Wij zullen dus wel in
een toestand van uiterste vervuiling aan
komen.
Voor menschen van westersche bescha
ving zyn de toestanden hier verre van roos
kleurig: Weinig kuituur of kunstzin. Men
voelt zich hier geestelijk verlaten. Met zie
ken en gewonden heeft men al heel weinig
deernis.
Wij zullen wel moeite hebben, op onzen
weg kleine karavanen, die zich voor eigen
veiligheid by ons willen aansluiten, van
ons af te houden. Want zoo'n groote kara
vaan, niet enkel uit Roode-Kruis-bestand-
deelen samengesteld, zou wel eens een
mikpunt voor de Italianen kunnen worden,
hetgeen wij voor eigen veiligheid niet mo
gen riskeeren.
Volgende dag 11 uur. Nog steeds geen
muildieren te zien. Hoe we vandaag nog
moeten wegkomen, is me een raadsel.
We zijn al moderne roofridders uitge
dost. Het groote geweer om wild te schie
ten om zooveel mogelijk den meegenomen
voorraad vleesch te sparen, wordt gedra
gen door den boy, die ook een stormkring-
lantaarn voor zijn rekening heeft. Maar zelf
dragen we: Revolver, taschje met patronen
veldflesch, gasmasker, kijker, fototoestel,
lamp, weitasch, waarin eten voor de lunch.
Wij trekken des morgens om half 7 op en
dan gaat het in één trek door tot 's avonds
4 uur. We moeten onderweg maar uit het
handje eten. Om 4 uur direct tenten op
slaan. De koks gaan eten koken. De eerste
dagen zullen wij wel maar weinig wild
kunnen schieten, daar de streek zeer be
volkt is. Dan beleggen we dus maar eeni-
ge thalers in schapen, 'k Denk dat alles nog
wel mee zal vallen, was we maar eenmaal
onderweg zijn.
Vanavond zitten we dus nog allen een
drachtig te zamen.
Morgen zijn we allen verspreid.
Dr. VAN SCHELVEN.
De sneeuwstormen in Bulgarijë.
Uit geheel Bulgarije, doch vooral van de
kust worden berichten omtrent de gevolgen
van de sneeuwstormen van de laatste dagen
ontvangen. Behalve de vele millioenen ma-
terieele schade, vermeerdert steeds het aan
tal slachtoffers.
Volgens mededeeling van de politie zijn
gisterochtend 52 personen gevonden die
doodgevroren waren. Tezamen met de
slachtoffers van het spoorweg-ongeluk, wel
ke eveneens op rekening van den sneeuw
storm kunnen worden geschreven, maakt dit
in totaal 67 dooden.
Omtrent het aantal gewonden, dat ver
scheidene honderden moet bedragen, heeft
men nog geen nadere bizonderheden.
Koning Boris, die momenteel in Duitsch
land bij zijn zuster, de hertogin van Wuer-
temberg vertoeft, heeft zich uitvoerig op de
hoogte laten brengen van het ongeluk en
heeft een aanzienlijk bedrag ter beschik
king gesteld voor de slachtoffers.
De telefoonverbindingen met Zuid-Slavië,
Griekenland en Turkije zijn nog steeds ver
broken. Gesprekken met west-Europa kun
nen slechts met groote vertraging via
Roemenië worden gevoerd.
84 dooden ten gevolge van de
sneeuwstormen.
Volgens een mededeeling van het ministe
rie van binnenlandsche zaken is het aantal
slachtoffers ten gevolge van de sneeuwstor
men Donderdag met 32 tot 84 gestegen,
waarbij dan nog de 16 slachtoffers van het
r« Nachts moeten opstaan, Zenuwachtigheid, Pijn in de
Boenen, Duizeligheid, Hoofdpijnen, Verlies van Energie,
Branding en Krampen kunnen net gevolg zijn van slecnte
werking van de NIEREN. Het doktersrecept Cystex voor
komt, gegarandeerd, minder goed werken van de NIEREN
•n geelt in 8 dagen volledige voldoening, of U krijgt Uw
geld terug. Neem vandaag nog Cystex, Uw apotneker
of drogist neeft het.
spoorwegongeluk by Asparachovo moeten
worden geteld.
Men verwacht, dat er nog meer berichten
over slachtoffers van het noodweer zullen
binnenkomen.
De regeering zal de ernstig getroffen ge
bieden financieelen en anderen steun yer-
leenen.
Ernstige stormschade aan de
Egyptische kust.
Uit Cairo wordt gemeld, dat thans aan de
Egyptische kust een zware storm woedt,
welke aanzienlijke materieele schade aan
richt
Ten einde het gevaar voor botsingen te
vermijden, hebben verscheidene Britsche
kruisers de haven van Alexandrië moeten
verlaten, aangezien er te veel schepen lagen.
De Britsche mijn veger Lee, welke van
Alexandrië op weg is naar Malta heeft radio
grafisch assistentie verzocht De kruiser Sus-
sex is uitgevaren om de Lee hulp te bieden.
De luchthaven van de Imperial Airways
heeft door den storm ernstige schade geloo-
pen, waardoor vertraging is ontstaan op de
luchtlijnen van en naar Engeland, Indië,
Australië en Afrika.
Uit Smyrna wordt gemeld, dat de straten
aldaar blank staan. Het tramverkeer moest
worden gestaakt. Ook het spoorwegverkeer
moest tijdelijk worden stopgezet Het nood
weer was zoo hevig, dat het zeewater over
de kaden heen de stad is binnengestroomd.
Het noodweer in Turkije.
Ten gevolge van de koude en de hevige
sneeuwstormen zijn te Adrianopel zeven
personen om het leven gekomen.
Een orkaan heeft te Moedania twaalf hui
zen verwoest
Men verkeert in groote ongerustheid over
het lot van eenige schepen, die zich op de
Zwarte Zee moeten bevinden.
Ook sneeuwstormen in Griekenland.
Ook in Griekenland heeft het de laatste
dagen hevig gesneeuwd en vele dorpen zijn
door de sneeuw van de buitenwereld afge
sneden.
Nabij Larissa werden 40 personen door de
sneeuw bedolven, 30 werden gevonden, 10
worden nog vermist
Men is erin geslaagd de telefonische ver
bindingen en de spoorlijnen te herstellen,
behalve de verbinding tussch enCaloniki en
IstamboeL
In Macedonië reeds 35 dooden.
De sneeuwstorm, die Dinsdag en Woens
dag in noord-Griekenland heeft gewoed,
heeft vele dooden geëischt. In Macedonië zijn
waarschijnlijk 35 menschen om het leven
gekomen. Eenige visschersvaartuigen zijn
gezonken, waarbij verscheidene visschers
zijn verdronken.
Gisteren is de temperatuur overal milder
geworden.
Het noodweer boven de Adrlatische
Zee. Vele dooden.
Het noodweer, dat gisternacht boven het
zuidelijk deel van de Adriatische Zee heeft
gewoed, heeft minstens tien visschers het
leven gekost die met hun booten waren uit
gevaren.
Aannemelijk voor nationaal-
socialistische Duitschers.
De „Times" meldt, dat de Evangeli
sche bisschop van Bremen, dr. Weide-
mann, op een conferentie van kerke
lijke autoriteiten te Bremen heeft me
degedeeld, dat een groep mannen zich
bezighoudt met een nieuwe Bijbelver
taling, die meer aannemelijk zal zijn
voor nationaal-socialistische Duitschers.
De bisschop zeide, dat het niet gaat om
den Luther van gisteren, maar om den
Christus van vandaag. Een Duitscher sluit
een boek, waarin wordt gezegd, dat de wet
van Mozes voor hem is gegeven. Voor de
mannen, die de nieuwe vertaling verzor
gen, is het Evangelie van Johannes het uit
gangspunt van den BijbeL
Als nationaal-socialisten gevoelen zij
zich tot dit Evangelie aangetrokken, omdat
de brengers van de Goddelijke boodschap
daarin in een verbitterden strijd tegen het
Joodsche volk worden geteekend. De nieu
we vertaling aldus Weidemann zal
verschillende kwesties ophelderen voor hen,
die naar den Bijbel verlangen, en zy zal
tot den Bijbel terugbrengen degenen, die
zich er niet langer mede konden vereeni
gen.
Op dezelfde conferentie heeft de predi
kant Roser uit Bremen de kwestie bespro
ken, of Christus van Joodsche of wel van
Arische afstammeling was. Roser zeide, dat
Galilea geen zuiver Joodsch land is ge
weest en dat het leven van Christus niets
anders dan een strijd van toenemende he
vigheid tegen de Joden is geweest.
De brieven van Paulus zijn volgens de
zen predikant hartstochtelijke documenten
tegen het Jodendom en bewijzen, dat het
oorspronkelijke Christendom de meest ra
dicale tegenstander van het Jodendom is
geweest.
De „Times" herinnert er in dit verband
aan, dat Weidemann, die tot de „Duitsche
Christenen" behoort, in Januari 1934 door
rijksbisschop Mueller is benoemd. Zijn eer
ste rede in die functie besloot hij met de
woorden: „Het hakenkruis op de borst en
het kruis van Christus in het hart".
DE TOESTAND IN GRIEKENLAND.
De kroonraad bijeen.
In den kroonraad heeft de koning een
uitvoerige uiteenzeting gegeven van den
politieleen toestand, zooals deze zich na zijn
beraadslagingen met de verschillende par
tijleiders ontwikkeld heeft. De koning deed
een beroep op de vaderlandsliefde der aan
wezigen en riepen op het land een duur
zame regeering te geven. Hy wees verder