DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. NEDERLAGEN DER ABESSINIËRS. No. 54 Woensdag 4 Maart 1936 138e Jaargang De Abessiniërs zeggen, dat er in het Noorden geen sprake is geweest van vernietiging van Abessinische legers. De algemeene toestand. De toestand in Tokio. Fransch stoomschip maakt slagzij. Brutale straatroof te Haarlem. Vijf personen verdronken. Door de duisternis misleid? ALKMAARSCHB COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.— franco door het geheele R\jk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordaro C 9, postgiro 37060. Telef- 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Naar gisteravond bekend is geworden, is thans ook het leger van ras Immeroe, dat in het begin van de vorige week veel van zich deed hooren, door een onverwachte actie tusschen Aksoem en Adoea, thans door de Italianen van deze plaatsen verdreven. Het was, na de nederlaag, die ras Kassa en ras Syoem in Tembien ge leden hebben, trouwens moeilijk anders te verwachten. Immeroe stond er in zoo verre gunstiger voor, dat hij een weg had om te vluchten, iets wat bij Kassa en Syoem op veel grooter moeilijkheden stuitte. De Italianen hebben hun actie tegen Im meroe wel grootscheeps opgezet. Twee legercorpsen, tezamen 60,000 man, zijn tegen hem opgetrokken. Vermoedelijk ging het aantal manschappen van ras Immeroe de 30,000 niet te boven. De Abessinische troe pen zouden, volgens de Italiaansche be richten, over de Takazze weggevlucht zijn, doch dit is natuurlijk allerminst zeker. Gistermiddag heeft men te Addis Abeba eindelijk iets laten weten over de gebeurte nissen in het Noorden. Men zegt daar, dat alles veel minder ernstig is, dan de Itali aansche berichten doen vermoeden en dat o.a. van een vernietiging van de legers van ras Syoem, ras Kassa en ras Moeloegeta geen sprake is. Het is eenigszins ontmoedi gend, dat dit Abessinische bericht spreekt van een tactischen terugtocht, doch aan den anderen kant kan er in de Abessinische be wering, dat de legers niet vernietigd zijn, waarheid schuilen, doordat niet zoozeer een leger vernietigd is, dan wel de Abessinische hoop, om met een groot leger te kunnen ope reeren. Dat de afzonderlijke afdeelingen wel weer tot de guerilla over zullen gaan, valt niet te betwijfelen. Een ander belangwekkend punt is, dat ras Syoem, ook volgens de Italianen, de eenige is, die nog niet over de Takazze gevlucht is. De Italianen zeggen, dat hem dit niet mo gelijk geweest is, doordat de Italianen van twee kanten Tembien zijn binnengerukt. Dit is natuurlijk mogelijk, hoewel ras Kassa toch blijkbaar wel met zijn geheele leger door de Italiaansche linies heen kon bre ken. Maar aan den anderen kant lijkt het waarschijnlijk dat ras Syoem, die den ge- heelen oorlog alles van Tembien heeft ver wacht, niet zoo spoedig in deze verwachting geschokt zal worden en dat hij, het terrein kennend als geen enkel Italiaansch officier, hier wenscht te blijven, om tot iederen prijs de Italiaansche rust nog eenigen tijd illusoir te maken. Verder bevestigt het Abessinische bericht, dat de negus zich aan het hoofd van zijn troepen, die nog te Dessié waren, heeft ge steld en dat hij thans in de buurt van het Asjiangi-meer is, dat gisteren den geheelen dag intensief is gebombardeerd door de Italianen. Wat de plannen van den negus zijn, is niet bekend. Uit het Zuiden komen geen berichten. Nu er echter een nieuwe verzoeningspoging Wordt ondernomen, krijgt ook de Italiaan sche actie in de provincie Harrar opnieuw beteekenis. In het Noorden bezetten de Italianen inderdaad een groot gebied, doch de bezetting van Harrar is nog altijd zeer onvolkomen. Het is mogelijk, wat zij ook b'er, voordat het antwoord op het beroep van de commissie van dertien gegeven zal worden, tastbare resultaten bereiken willen. RAS IMMEROE VERSLAGEN. Het leger van ras Immeroe is gisteren na een strijd van eenige dagen verslagen. Ter wijl de slag in het gebied van Abbi Addi nog gaande was, vielen het tweede en vier de legercorps ten Westen van Aksoem aan. Terwijl het tweede legercorps, ondanks de tegenstand van den vijand, oprukte in de richting van Coitza, ten Oosten van Afaga, rukte het vierde legercorps op in de rich ting van Addi Abo zonder tegenstand te ontmoeten. Gisteren werd het leger van ras Imme roe in het Noorden bedreigd door het vier de legercorps en aangezien het in den strijd tegen het tweede legercorps van 29 Febr. tot 2 Maart aanzienlijke verliezen had ge leden, vluchtte het nu naar de Takazze, onder een voortdurend artillerievuur en achtervolgd door vliegtuigen. Omtrent de nederlaag van ras Immeroe seint de oorlogscorrespandent van het Duitsche Nieuwsbureau nog: De Italiaan sche troepen hebben de strijdkrachten van ras Immeroe, rond dertigduizend man, na drie dagen bloedige gevechten, ten Westen van Aksoem, vernietigd verslagen. De Abessiniërs trekken in wilde vlucht, ach tervolgd door vliegtuigen, over de Takazze terug. De Abessinische verliezen schijnen zeer groot te zijn. Aan Italiaansche zijde is aan den strijd deelgenomen door het twee de en het vierde legercorps. Op de hoogvlakte van Tembien hebben 't derde Italiaansche en het inboorlingen-le gercorps na de overwinning op ras Kassa de zuiveringsactie voortgezet. Verschillen de stellingen, zooals de Monte Andino en Enda Mariam zijn bezet. Bagage van ras Kassa. Tijdens de zuiverings-werkzaamheden in Tembien heeft men ook de persoonlijke bagage gevonden van ras Kassa. Hierbij bevond zich o.m. een koffer met duizend thalers. Italiaansche verliezen. Stefani meldt uit Rome: Van 1 Januari 1935 af tot 26 Februari 1936 zijn in Oost-Afrika 590 officieren, on der-officieren, soldaten en zwarthemden gesneuveld. (De slachtoffers van de ge vechten in Tembien zijn hier dus niet bij). Tengevolge van in den strijd opgeloopen verwondingen zijn 29 militaire overleden. Tengevolge van dienstoorzaken en ziekte zijn 426 personen om het leven gekomen, 19 worden vermist. In totaal bedragen de ver liezen 1064 dooden. Nieuwe troepen naar Oost-Afrika. Gisteren zijn uit Napels 200 officieren en 1000 soldaten vertrokken met bestemming voor Oost-Afrika. Met het s.s. Sicilia zijn gisteravond 2000 arbeiders en 500 soldaten van Genua naar Oost-Afrika vertrokken. Het schip heeft ook oorlogsmateriaal aan boord. De eerstvolgen de dagen zullen nog 3000 man uit Genua naar het front vertrekken. DE ITALIAANSCHE INTENDANCE BIJ DÉN SLAG IN ENDERTA. Stefani meldt uit Asmara: Tijdens den slag van Enderta is gebleken, dat de intendancedienst van het Italiaan sche leger zeer goed functionneert. Voor het vervoer van het materiaal naar de voorste linies maakte men gebruik van 900 vracht auto's. Voor het vervoer van de troepen werden 700 auto's gebruikt. Bovendien werd gebruik gemaakt van 10.000 rij- en lastdie ren. De intendance vervoerde 22 millioen pa tronen voor geweren en mitrailleurs, 219003 granaten, 17000 projectielen voor mortieren en 12000 projectielen voor houwitsers, als mede 2500 lichtsignaalpatronen. Verder werd vervoerd 3000 centenaar ijzer en prikkeldraad, een enorme hoeveel heid werktuigen, materiaal voor het aanleg gen van telegraaflijnen enz. Aan levensmiddelen werd dagelijks 5000 centenaar boter en 600 centenaar hooi ver voerd. Gedurende de actie werden 150000 blikjes melk, een half millioen liter wijn, 450 centenaar gedroogd fruit, 500 H.L. cog nac, 700.000 citroenen, 15 millioen sigaretten, 250000 flesschen mineraalwater en 500000 kisten vleesch vervoerd. Bovendien waren achter het front nog talrijke kudden vee dat voor de troepen werd geslacht. Tenslotte werd achter het front nog een aanzienlijke hoeveelheid uniformen en uit rustingsstukken gereed gehouden, alsmede de benoodigheden van den geneeskundigen en veterinairen dienst. Al deze voorraden moesten van Massawa naar het 400 K.M. afgelegen front, dat bo vendien nog 2500 meter boven den zeespie gel ligt, worden gebracht. RESOLUTIE VAN DE COMMISSIE VAN DERTIEN. De Commissie van Dertien heeft gis termiddag eenstemmig de volgende re solutie aangenomen welke vanavond aan de regeeringen te Rome en Addis Abeba zal worden gezonden: „De Commissie van Dertien, hande lend in opdracht van den Volkenbonds raad, haar toevertrouwd bij de beslis sing van 19 December, richt een drin genden oproep tot de beide oorlog voerenden, om onmiddellijk de onder handelingen te openen in het kader van den Volkenbond en in den geest van Pact, en de vijandelijkheden onmiddel lijk te beëindigen. De Commissie van Dertien zal 10 Maart a.s. bijeenkomen, teneinde kennis te nemen' van de antwoorden van de beide regeeringen. De Negus en de pogingen tot verzoening. Ofschoon officieel tegengesproken is, dat de Negus zich bereid verklaard heeft vre desvoorwaarden te bespreken, verluidt toch, dat de Britsche regeering poolshoogte geno men heeft om na te gaan of de Negus bereid zou zijn vredesonderhandelingen aan te knoopen, en zoo ja onder welke voorwaar den. Officieel kan hiervan uiteraard geen bevestiging worden verkregen. Terwijl de staat van beleg in de Japan- sche hoofdstad nog steeds van kracht is, valt het feit op, dat in de straten gendarmes noch soldaten gezien worden. De wachtpos ten zijn van de meeste regeeringsgebouwen teruggetrokken; De eerste vloot, die buiten Tokio voor anker heeft gelegen voor ptrouillediensten vanaf het uitbreken der ongeregeldheden, is gistermiddag naar het vlootstation Yokosoeka teruggekeerd. De schouwburgen, bioscopen en café's zijn op normale wijze tot des avonds laat geopend. Intusschen heeft in verband met den op stand oud-minister van oorlog Senjoero Hayasji een onderhoud gehad met den tegenwoordigen minister van oorlog, gene raal Kawasjima, in den loop van heden middag, waarbij hij den minister er mon deling van in kennis stelde, dat hij en zijn bes militaire collega's van den Hoogen Oor logsraad, n.1. de generaals Mazaki, Araki Abe, Nisje, Terautsji en Oeyeda zichzelf verantwoordelijk achten voor het incident van 26 Februari en niet-formeel hun ont slag wenschten aan te bieden als leden van den Oorlogsraad aan de kroon. Men verwacht, dat Kawasjima morgen een bezoek zal brengen aan het keizerlijk paleis, teneinde deze zaak aan den Mikado voor te leggen. Prins Saionji neemt een voorzichtige hou ding aan bij het kiezen van candidaten voor de functie van Lordgrootzegelbewaarder eersten minister en raadgevenden, ouden staatsman. Waarschijnlijk zou zijn beslissing gisteravond nog niet vallen. Engelsche en Amerikaansche waar deering. De Britsche ambassadeur, Sir Robert Clive, en de Amerikaansche ambassadeur. Grew, hebben den Japanschen minister van buitenlandsche zaken, Hirota, nota's gezon den, waarin zij uiting geven aan hun waar deering voor de doeltreffende maatregelen, die de Japansche regeering genomen zijn ter bescherming van de gebouwen der am bassades en haar staven tijdens het incident van 26 Februari. Zij geven Hirota de ver zekering, dat het geheele personeel van de Engelsche en Amerikaansche ambasades zich gedurende de geheele periode van spanning volkomen veilig heeft gevoeld. JAPANSCHE OFFICIEREN VOOR DEN KRIJGSRAAD. Volgens berichten uit Tokio heeft de Ja pansche geheime staatsraad besloten, dat de officieren die zich aan deelneming aan den militairen putsch hebben schuldig gemaakt, voor den krijgsraad terecht zullen staan. Zij zullen worden aangeklaagd wegens militaire rebellie. Men ziet hierin een defi nitief stelling nemen tegen de opstandige beweging in het leger. VAN JOODSCHE AFKOMST 25 personen van Duitsche nationa liteit vervallen verklaard. Wederom zijn een aantal personen van de Duitsche nationaliteit vervallen verklaard, op grond van de overweging, dat zij „door een optreden, dat in strijd is met den plicht van trouw jegens Rijk en volk, de Duitsche belangen geschaad hebben". De thans gepu bliceerde lijst van gedenationaliseerden om vat 25 journalisten, bijna allen van „Jood- sche afstamming". Het zijn o.m.: Paul Bek- ker, laatstelijk intendant van het staats theater te Wiesbaden, emigrant; Kurt Dobe- rer, ingenieur, journalist en emigrant', Emil Oskar Edel, auteur, gewezen landdagafge- vaardigda, emigrant, functionnaris van het voormalige S.P.D. in Praag; Finsterbusch, socialistisch journalist, emigrant; Erich Goldbaum, teekenaar en journalist; Felix Halle, communistisch auteur; Dr. Wolfgang Hallgarten, auteur, emigrant, medewerker van het „Pariser Tageblatt"; Erich Hambur ger, auteur, emigrant; Dr. Hans Hirschfeld, voormalig ministerie-ambtenaar en pers referent, emigrant; Lothar Holland, commu nist, emigrant; dr. Botho Laserstein, advo caat en notaris, emigrant; Bernhard Menne, vroeger redacteur van verscheidene commu nistische bladen, emigrant; Ernst Schuhma- cher, soc.-dem. partij functionnaris en jour nalist, emigrant; Herbert Stahl (Steel) jour nalist, emigrant; Erich Wollenberg, auteur, vroeger lid van de communistische rijksdag fractie, emigrant; Arnold Zweig, auteur, emigrant. DE TERECHTSTELLING VAN HAUPTMANN. Naar aanleiding van de berichten volgens welke men had laten doorschemeren dat de terechtstelling van Hauptmann niet voor Juli zou geschieden, heeft gouverneur Hoff- mann thans opnieuw verklaard, dat hij een nieuw uitstel der executie slechts zal beve len indien de Attorney Generaal, Wilentz, zijn goedkeuring daaraan hecht. DE REGEERINGSCRISIS TE ATHENE. Vorming van boven de partijen staand kabinet? De houding van de leiders van het Griek' sche leger, die zich verzetten tegen de vor ming van een Venizelistische regeering met medewerking der kleinere partijen, heeft bijgedragen tot een verdere toespitsing van de politieke situatie. De laatste bemoeiingen van den koning een samenwerking tot stand te brengen tus schen de Venizelisten en de Volkspartij schijnen geen resultaat te hebben opgele verd. De leider der Venizelisten, Sophoelis, heeft bij den koning geprotesteerd tegen de interventie van de militaire leiders. Men gelooft, dat de koning ingeval vóór Vrijdag geen overeenstemming tusschen de beide groote partijen zal zijn bereikt, een neutraal kabinet zal laten vormen, dat den steun van de Kamer zou kunnen vinden. Dit kabinet zou dan met uitgebreide vol machten bekleed tot einde October moeten regeeren. Als eventueel voorzitter van een zooda nige regeering noemt men Demerdzis. Stuurman verdronken. Het uitvarende Fransche stoomschip „Ville de Mostaganem" heeft gistermid dag ongeveer te half drie op de Wester- schelde voor Walsoorden nabij Hans- weert tengevolge van het overgaan van de lading rails slagzij gekregen. Het schip kwam van Antwerpen en was op weg naar Le Havre. Na het overgaan van de lading werd het signaal gegeven, dat het schip van richting ging veranderen. Het schip stevende af op een zandplaat in de na bijheid, doch voordat deze was bereikt, maakte het vaartuig steeds meer slag zij, zoodat het, toen het op de zand plaat werd gezet, kenterde. Hierbij knapte de voormast af. Toen het schip begon te kapseizen, sprong een vier tal leden der bemanning overboord. Drie ervan werden opgepikt door de daar gesta- tionneerd liggende Belgische sleepboot „Bulcke", doch de stuurman, een vader van 5 kinderen, verdronk. Eén der opvarenden liep lichte verwondingen op, doch kon, na verbonden te zijn, aan wal worden ge bracht. De „Ville de Mostaganem" zal vermoede lijk gedicht moeten worden. Lichters bevin den zich langszij om het overslaan der lading te voorkomen. Vijftigjarige dame het slachtoffer van twee autobandieten. Het signalement bekend. Op de Nieuwe Gracht te Haarlem is gistermiddag een 50-jarige dame be roofd van haar taschje, dat o.a. een bedrag von ongeveer 160 gulden een twee spaarbankboekjes aan toonder, respectievelijk groot 2000 gulden en 300 gulden bevatte. De dame was even te voren in het bij kantoor van de Incasso Bank in de Kruis straat aldaar geweest en terwijl zij aan een der loketten werd geholpen, kwam een man binnen, die naar de koers van de Mark in formeerde, daarna nog even bleek talmen en tegelijk met de dame het kantoor verliet. Toen zij op de Nieuwe Gracht liep, stopte vlak naast haar een beige auto, waarin twee mannen zaten. Eén daarvan stapte uit den wagen, ontrukte de dame haar taschje en sprong weer in de auto, welke daarop met groote snelheid wegreed. Hoewel de dame hevig geschrokken was, wist zij nog het nummer van de auto op te nemen. Ook had zij gezien, dat de dader van de brutale roof de man was, die tegelijk met haar in het kantoor van de Incasso Bank was geweest. Direct deed zij van het gebeurde aangifte bij de politie. Bij onderzoek bleek het nummer van de auto aan een inwoner van Den Haag te behooren, zoodat de Haagsche politie gewaarschuwd werd. De eige naar van het bewuste nummer bezat evnwel geen auto, wel een motorfiets en hij bleek met de straatroof niets te maken te hebben. Bijgevolge was de auto van de daders van een valsch num mer voorzien. De dame kon een vrij nauwkeurig signa lement van den dader geven, dat nog in den loop van den avond per politieradio is om geroepen. De dader is een ongeveer 28- jarige man van slank postuur, met licht blond haar en bleek gelaatskleur. Hij droeg een donkerblauwe overjas en had een slor dig, ongunstig voorkomen. De auto had een modern stroomlijn-model en droeg het num mer HZ 28416. Tot dusverre is nog geen spoor van den dader en zijn helper gevonden. Auto met 4 heeren en één dame rijdt te Sneeh in de Stadsgracht. In den afgeloopen nacht omstreeks 12 uur zouden 5 personen uit Leeuwar den, vier heeren en één dame, die het café „Reen" aan het Martiniplein te Sneek hadden bezocht, per auto huis waarts keeren. Waarschijnlijk door den mist misleid en mede tengevolge van onbekendheid met den weg is de chauffeur in de Stadsgracht aan dat plein gereden. De stadsgracht is daar ter plaatse zeer diep, zoodat de wagen onmiddellijk geheel onder water verdween. Een hoofdagent van politie, die het ongeluk bemerkte, riep direct assistentie in. Met medewerking van een viertal agenten slaagde men er na zeer veel moeite en groote inspanning in de auto aan de bovenzijde te openen. Door deze ope ning wist men de 5 inzittenden naar boven te brengen. Zij werden naar het in de onmiddel lijke nabijheid gelegen politiebureau vervoerd, waar een 6-tal inmiddels ge waarschuwde doctoren met zuurstof apparaten trachtten de «levensgeesten op te wekken, evenwel zonder resul taat. De namen der omgekomenen zijn: de caféhouder Hempenius met echtgenoote, de Vries, Oosterhof en Jansen, allen wonende te Leeuwarden. Tragische bijzonderheden. Omtrent dit vreeselijk auto-ongeval ver nemen wij nog, dat de inzittenden van de auto, een gesloten wagen, een uitstapje maakten. Te Sneek is naar het onderzoek heeft uitgewezen een tweetal café's be zocht, het laatst dat van den heer Reen aan het Martiniplein. Toen de auto van dit café wegreed, zag een hoofdagent, die op de stoep van het naast het café gelegen poli tiebureau stond, dat de wagen regelrecht op de gracht toereed en even later over den rand in het water verdween. Onmiddellijk maakte hij alarm, waarna hij zich naar de onheilsplek begaf en met hulp van eenige agenten, die hem onmid dellijk na het alarm waren gevolgd, pogin gen deed de inzittenden van den geheel onder de oppervlakte van de ter plaatse zeer diepe stadsgracht verdwenen wagen uit hun benarde positie te bevrijden. Terwijl mede eenige zich in de nabijheid bevindende burgers te hulp werden geroepen, werd ge tracht het portier van den wagen te openen hetgeen na eenige moeite gelukte. Ook slaagde men erin de kap van den wagen open te scheuren, doch dit werk nam, gehandicapt als men was door de duisternis eenigen tijd in beslag, zoodat na ongeveer een kwartier het eerste der slacht offers op den wal was gebracht. Via het portier en de geopende kap werden hierna ook de anderen één voor één bevrijd. Ofschoon de inmiddels gewaarschuwde doktoren geruimen tijd bezig waren met aanwending van zuurstof te trachten de levensgeesten bij de slachtoffers op te wek ken, mocht hun dit bij geen deze gelukken. Het stoffelijk overschot der omgekomenen werd opgebaard. Vandaag zullen zij nog naar Leeuwarden worden overgebracht. Het zijn de 31-jarige caféhouder Y Hem penius, wonende in het Ruiterkwartier te Leeuwarden, zijn 28-jarige echtgenoote L. HempeniusBouma, de 30-jarige J. de Vries, Speelmanstraat 18, de 34-jarige H. Oosterhof, Speelmanstraat 16 en de 30-ja- rige H. Jansen, Blokhuissteeg 45. Vermoedelijk heeft de heer Jansen de auto bestuurd. In den loop van den nacht is de wagen met behulp van een kraanwa gen gelicht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1