^Buitenland SUnutieuws fond- en 3mu&oim tBiwiwiaiid JUMicaties ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 4 MAART 1036 Geneeskundige brieven Glimlachje TUBERCULOSE II. Tn m«n vorigen brief heb ik doen uitko men hoe het vraagstuk van de tuberculose en jaar of twintig geleden scheen te zijn hei and in een faze van rust en hoe het zelfs scheen, dat op dit gebied geen ingrijpende jjzigingen van inzicht in ontstaan, beloop behandeling meer waren te verwachten. Zij die aldus dachten vergaten echter dat wetenschap geen rust kent en dat dus ook de geneeskunde in geen enkel onderdeel op een langdurige rustperiode zal kunnen noch mogen rekenen. Wetenschap gaat onafwend baar voort zich te verdiepen; de natuurwe tenschappen, waarvan de geneeskunde een loot is, deden en doen dit in de afgeloopen jaren zelfs met duizelingwekkende en niets ontziende kracht; het kan den wetenschap pelijk denkenden arts dus niet verbazen dat ook in de tuberculose nieuwe inzichten op den voorgrond traden. Desniettegenstaan de blijft het verbazing wekken dat wijzi gingen van inzicht van zoo groote draag wijdte in zoo korte spanne tijds doordron gen als inderdaad het geval is geweest. Ijc stipte reeds aan, dat ten opzichte van bet indeelingsschema dat ik gaf, reeds werd betwijfeld of de topcatarrh inderdaad het eerste begin van de ziekte is. Langzamer hand stapelden zich de vermoedens tot vaste bewijzen op, dat deze topcatarrh een op flikkering was van een infectie die reeds op veel jeugdiger leeftijd was opgetreden. Het krachtigste argument hierbij was, dat het percentage van de positieve gevallen van de reactie van Pirquet van het 5e levensjaar af tot aan het 15e jaar voordurend steeg tot ongeveer 80 pCt. Tuberculine. Laat ons hier nu eerst eens nagaan wat deze reactie te beteekenen heeft en hoe ze wordt uitgevoerd. Na zorgvuldige reiniging wordt, meestal op den onderarm, met speciaal kneuzend Instrumentje een lichte kneuzing van de bovenste huidlaag aangebracht. Meestal doet men dit op drie plekjes, op korten afstand van elkander gelegen. Het middelste vlekje dient uitsluitend voor controle; men laat dit verder aan zich zelf over. In normale omstandigheden vindt men dit na twee da gen nauwelijks terug. Op de beide plekjes druppelt men een minimale hoeveelheid tu berculine. Men laat dit opdrogen; daarna komt er een beschuttend verbandje op en wacht men af. Deze tuberculine is een vloei stof, welke uit culturen van tuberkelbacil len wordt bereid. De tuberkelbacillen zelf zijn hierin echter niet meer aanwezig. Men vindt er gifstoffen van bepaalde scheikun dige samenstelling in opgelost; deze toxinen worden door de levende bacillen geprodu ceerd. Bewerkt men op bovenomschreven wijze den arm van iemand, die nooit door tuber kelbacillen besmet is geweest, dan zal men geen enkele reactie waarnemen. Het is dus voor een gezond persoon een volmaakt on schuldige ingreep. Ondergaat iemand, die wel reeds met tu berkelbacillen in gevecht is geweest, deze kunstbewerking, dan zal men als regel na korten tijd op de twee plaatsen die met tu berculine ingewreven zijn een bepaalde reactie kunnen waarnemen. Men ziet als voornaamste verschijnselen roodheid en zwelling. Al naar gelang de verschijnselen sneller (b.v. reeds na 12 uur) en heftiger verschijnen, noemt men dan de reactie van Pirquet sterker positief uitgevallen. Voor de verklaring van het optreden van deze verschijnselen bestaan twee mogelijk heden. De eerste is deze, dat het door tu berkelbacillen besmette individu overgevoe lig is geworden voor tuberculine. Het is be kend dat er zelfs bepaalde ziekten bestaan, die veroorzaakt worden door overgevoelig heid van bepaalde personen tegen minimale hoeveelheden van een of andere stof. Men spreekt dan van een allergischen toestand. De tweede verklaringsmogelijkheid is deze, dat de persoon, die met t.b.c.-bacillen in contact is geweest tegen de door deze ba cillen geproduceerde gifstoffen tegengiften maakt; dat zijn antitoxinen. Tallooze voor beelden uit de infectieziekten zijn hiervan bekend; de onvatbaarheid tegen bepaalde besmettelijke ziekten, nadat men deze eens heeft doorgemaakt hangt ook met deze fabri catie van antitoxinen samen. We zullen niet nader op dezen wetenschappelijken kant van het vraagstuk ingaan, maar liever een ant woord geven op de vraag, welke de practi- sche beteekenis van een positieve reactie van Pirquet is. Positieve reactie. Valt deze reactie positief uit, dan wil dat zeggen dat de onderzochte persoon door tu berkelbacillen besmet is geweest, en dat de ziekteverschijnselen die tot dit onderzoek hebben geleid, van tuberculeuzen oorsprong kunnen zijn. Maar juist omdat deze reactie positief pleegt uit te vallen, ook al ligt het tijdstip van besmetting in het grijs verle nen en al is het proces allang overwonnen zelfs onopgemerkt verloopen, daarom ®ag men de beteekenis niet overschatten. In den kleuterleeftijd is de waarde wel iets hooger aan te slaan, omdat er dan nog geen verleden van beteeekenis bestaat. Bij den volwassene is de negatieve reactie van niet te onderschatten beteekenis. Vooral wanneer deze reactie bij herhaling negatief is en ook andere reacties negatief uitvallen, is het zeer onwaarschijnlijk dat de patiënt lijdende 18 aan tuberculose. Betrouwbare cijfers wettigen den indruk, dat het aantal volwasenen, die een positieve reactie van Pirquet vertoonen, (zonder daar bij lijdende te zijn aan tuberculose op het oogenblik van onderzoek) afneemt. De ac tieve en doelbewuste tuberculosebestrijding van den laatsten tijd heeft het besmettings gevaar doen verminderen en zoo kunnen wij ons dus heel gemakkelijk voorstellen, waar deze daling het gevolg van is. Hoe dui delijker deze cijfers gaan spreken, hoe doel treffender de organisatie blijkt te werken en hoe verheugender het dus is. Intusschen behoeft de drager of draagster van een po sitieve reactie van Pirquet niet steeds in bet nadeel te zijn tegenover den bezitter van een negatieve reactie. Zij die uit hoof de van hun beroep door contact met tuber- culose-patiënten aan grooter besmettingsge vaar zijn blootgesteld, bezitten waarschijn lijk in een positieve reactie van Pirquet een relatieve vermindering van besmettingsvat baarheid. Vandaar het naar voren komend streven om b.v. in tuberculose inrichtingen slechts personeel toe te laten dat weliswaar gezond is, doch positief reageert volgens Pirquet. Deze gedachte zou in het begin van deze eeuw nog als volkomen onlogisch ver worpen zijn en al heeft de reactie van Pir quet geen revolutie in ons geneeskundig denken teweeg gebracht, zij heeft toch wel degelijk ook haar aandeel bijgedragen in het baanbreken van nieuwe inzichten. Röntgen-onderzoek. Van een revolutionnair optreden tegen over onze inzichten in het tuberculose-vraag- stuk mag wel worden gesproken, wanneer we hierbij het aandeel nagaan wat het Röntgen-onderzoek ons in deze heeft ge bracht Het heeft reeds onmiddellijk na de ontdekking dezer stralen in 1895 niet ont broken aan pogingen dit hulpmiddel dienst baar te maken aan het onderzoek der lon gen. In den eersten tijd na deze ontdekking waren echter de toestellen nog te zwak. Het maken van een X-foto duurde toen nog verscheidene minuten. Bruikbare longfoto's konden pas worden vervaardigd toen men over een instrumentarium kon beschikken, waardoor men long-foto's kon gaan ver- vaardingen in onderdeelen van een seconde. Bovendien moest men ervaring leeren ver krijgen van datgene, wat men op de Rönt- genplaat zag of bij de doorlichting waar nam. De groote waarde van het Röntgen onderzoek der longen is dan ook pas in de laatste 20 jaren naar voren gekomen. Na dat men eerst de uitgebreidheid der tuber- culeuse longprocesen leerde controleeren met behulp van dit onderzoek zijn het voor al Graff en Küpferle die ons hebben inge licht omtrent de beoordeeling van de kwali teit der longafwijkingen. Longtuberculose met een sterke genezingstendenz geeft een ander Röntgenbeeld dan de longtuberculose met een proces dat tot uitbreiding en ver ergering neigt. Processen uit het verleden leert men onderscheiden van processen uit het heden. Herhaald Röntgen-onderzoek kan belangrijke aanwijzingen geven ten opzich te van den vermoedelijken afloop van het ziekteproces. Aan de idee, dat het oude in deelingsschema onjuist en onvolledig zou kunnen zijn, dorst men vroeger niet te den ken. Het opperen van zulk een gedachte leek een dwaasheid. Maar het Röntgen-on derzoek heeft ons heel andere mogelijkhe den laten zien. Het is een van de meest merkwaardige belevingen van iemand die nog met de oude gedachten is opgegroeid, thans te moeten erkennen dat de ontwikke ling van de longtuberculose meestal anders gaat, dan men vroeger met stelligheid meen de. Tusschen de beide longen in bevinden zich enkele klierpaketten, de hilusklieren. Bq menigeen ontwikkelt zich een tubercu leus proces in de longen in de omgeving van deze hilusklieren. Deze tuberculeuze vroeginfiltraten kunnen bijna geheel ver dwijnen. Vroeger kende men de verweekte holte d.i. de caverne slechts in het derde stadium van de ziekte. Het Röntgen onderzoek heeft aangetoond dat deze als vroeg-caverne in een vroeginfiltraat kunnen ontstaan. Vroeger beschouwe men het als iets zeer bijzonders wanneer zulk een ca verne verdween of althans onvindbaar werd. Tegenwoordig vindt men het lang niet on gewoon, wanneer zulk een vroegcaverne wiselt van grootte en weer verdwijnt. Vroe ger vond men bij lijkopening vaak een ver dacht longhaardje als uiting van een gewe zen jeugdinfectie door tuberkelbacillen. Zulk een haardje bezorgt het kind de po sitieve reactie van Pirquet. Maar tijdens het leven ontdekte men dezen haard meestal niet, omdat de gewone onderzoek-methoien daarvoor te grof waren. Tegenwoordig wor den deze door het Röntgen-onderzoek ont dekt. Is eenmaal zulk een „primair com plex" vastgesteld, dan ziet men soms hoe van zulk een schijnbaar genezen haard uit op een gegeven oogenblik een schijnbaar eerste infectie, maar in werkelijkheid se cundair proces ineens opflikkert. Het Rönt gen-onderzoek kan bij onderzoek en beoor deeling van den tuberculoselijder niet meer worden gemist. Het ware echter volkomen onjuist de oude methoden nu maar te ver- waarloozen. Röntgen-onderzoek is aanvul ling, doch niet het eenig noodige. In de laatste 10 jaren is ons geneskundi- ge inzicht in de ontwikkeling van de tuber culose bij een bepaalde zieke nog belang rijk verdiept door een ander hulpmiddel, bet bloedonderzoek, en wel speciaal de be paling van de bloedbezinkingssnelheid. Hier over echter in een volgenden brief. P. N. N. DE LIFTBOYS STAKEN. Wanordelijkheden bij de staking der lift jongens. Tijdens de staking in New-York der lift- jongens hebben zich ernstige wanordelijkhe den voorgedaan. In den nacht van Maandag op Dinsdag hebben de stakers aanvallen ge daan op meer dan driehonderd woonhuizen. Zij dwongen het dienstpersoneel zich bij de staking aan te sluiten, sloegen deuren en vensters in, sneden de liftkabels door en openden de ventielen der ketels. Het kwam tot ernstige botsingen met de politie, waar bij verscheidene personen gewond werden. De politie heeft meer dan honderd arresta ties verricht. FAMILIECONGRES DER HABSBURGERS. Aartshertog Eugenius heeft, naar uit be trouwbare bron bekend wordt, aan alle le den van het huis Habsburg een uitnoodi- ging gezonden voor een bijeenkomst, die in den loop van Maart of April in Hongarye gehouden zal worden. Naar verluidt zou de Habsburgsche fami lieraad zich bezig houden met de troonop volging, welke vooral in Hongarye, waar ook aartshertog Albrecht candidaat voor de troon is, niet volkomen opgehelderd is. Al le maatregelen zouden besproken worden om het opvolgingsrefcht in Oostenrijk en Hongarye volstrekt duidelijk te regelen, waarbij naar ^et scMjnt de opvolging voor aartshertog Otto zou moeten worden vast gesteld. De familieraad zou plaats hebben onder voorzitterschap van aartshertog Eugenius, die daarbij zou optreden als ver- tegenoordiger van den niet aanwezigen Otto von Habsburg. ZENDELINGEN VERMIST. Sedert Zaterdag j.L heeft men niets meer gehoord van 21 Amerikaansche en Ca- nadeesche zendelingen, die aan het hoofd stonden van scholen en ziekenhuizen in het Chineesche district Fentsjou, waar zich communistische troepen ophouden. PAKIJS BEBOMBARDEERD. Bombardementsvliegtuigen tegen pakijs. Volgens berichten in de bladen heeft de Ijsgang op de Weichel in het gebied van de Wojwodeschap Kielce zoo bedenkelijke vormen aangenomen, dat men Zaterdag j.L heeft moeten overgaan tot uitgebreide af- weermaatregelen. In de nabijheid van So- lec heeft zich een pakljsdam gevormd van ongeveer 5 K.M. lengte. Het water werd hierdoor opgestuwd en begon over de oevers te stroomen. Op sommige plaatsen braken de dijken reeds door. Zeven dorpen werden overstroomd en moesten door de bewoners ontruimd worden. Aangezien de toestand steeds dreigender werd en dynamiet niet meer hielp werd 'n eskader van acht bombardementsvliegtui gen te hulp gezonden. Tijdens het bombar dement van den ijsdam werd de bevolking uit de gevaarlijke zone verwijderd. On danks het bombardement echter van den ijsstuw slechts betrekkelijk kleine brokken af, zoodat nog in den nacht pionniers en sa- peurs aan het werk gezet moesten worden. Na gebruik van veel dynamiet brokkelde eindelijk de Ijsstuw zoodanig af, dat het water spoedig begon te dalen en de bevol king weer naar haar haardsteden kon te- rugkeeren. DE GEDEMILITARISEERDE RUNZONE. Geen Fransche démarche. In officieele Fransche en Britsche kringen te Parijs wordt verklaard dat niets bekend is omtrent geruchten uit Genève betreffen de een formeele Fransche démarche, welke spoedig zou worden gemaakt om de Britsche regeering te vragen, wat zij zou doen, indien Duitschland de gedemilitariseerde Rijnzone zou bezetten. VERBETERING OP FILMGEBIED. De continu-projector „Contimovie". Onder auspiciën van de Filmassociatie „Visie" heeft te Amsterdam een demon stratie plaats gehad met de continu-pro jector „Contimovie", een projectie-apparaat, dat het mogelijk maakt films te vertoonen zonder eenige bediening van het toesteL Reeds vele jaren is in tal van landen ge trachte een systeem te construeeren om automatisch en continu films te vertoonen, zonder dat daarvoor bediening noodig is. Tal van pogingen op dit gebied zijn gedaan, doch practische resultaten konden tot dus ver niet worden bereikt. Thans is een Nederlander, de heer H. van der Schalie uit 's-Gravenhage, er in ge slaagd een dusdanig toestel te construeeren. De uitvinding berust niet geheel op mechanische principes, doch grootendeels op die van de zwaartekracht van de film, die de fricties van het apparaat in beweging brengt. Dit heeft tot gevolg, dat de film in den projector niet aan spanning onderhevig is, waardoor een regelmatige projectie wordt verzekerd en het breken der film als gevolg van de spanningen in het toestel is uitgesloten. Wanneer door andere oorzaken een film breekt, schakelt het toestel zich zelf uit en houdt de projectie onmiddellijk op. De „Contimovie" zooals de uitvin der zijn toestel heeft genoemd kan worden ingericht voor de projectie zoo wel van normaalfilm als van alle breed ten smalfilm, al dan niet met geluid. Ook kan het toestel zoowel korte als lange films verwerken. In het apparaat bevinden zich een aantal frictieplaten, waarop de filmrol, welke ge- projeceerd moet worden, gelegd wordt. Het aantal dezer frictieplaten hangt af van de lengte der film. De zwaarte der film regelt bij de projectie de snelheid der frictiepla ten. De films behoeven niet „teruggespoeld" te worden de bewerking, die de meeste slijtage bjj films veroorzaakt. De wrijving op de frictieplaten in het toestel is veel minder dan op gewone spoelen. Het groote belang van deze uitvinding is, dat met dit toestel projectie van films mo gelijk wordt op plaatsen, waar dit tot nu toe niet kon. Bij onderwijsinrichtingen, cultu- reele instellingen, enz. kan het toestel, dat ook voor normaalfilms brandveiligheid biedt, goede diensten bewijzen. Wanneer een op het toestel gelegde film geheel is ge projecteerd, ligt de film onmiddellijk voor de volgende voorstelling gereed en wanneer het toestel niet wordt stilgezet, zal de pro jectie automatisch voortduren. Het zal mogelijk zijn bij „doorloopende" voorstel lingen de Contimovie voor de geheele pro jectie te doen zorgen. De uitvinder, die behalve in Nederland ook in verscheidene andere landen zijn vin ding heeft gepatenteerd en die reeds van vele zijden belangstelling voor het toestel mocht ondervinden, heeft het apparaat zoo danig geconstrueerd, dat er zoowel gewone als dagprojectie mee mogelijk is. ledara automobilist kan u dadelijk vartellen, hoeveel kilomaier per uur zijn wagen haalt, maar slechts weinigen weten, hoeveel meier ze wel noodig hebben om met die vaart te stoppen I DE STEUN AAN DEN TUINBOUW. Deze week de vijfde uitkeering. In den loop van deze week zal aan de diverse veilingen de vijfde uitkee ring plaats vinden van de steunver- leening aan den tuinbouw over 1935. CONSUMPTIEMELK. Van 015 Maart bedraagt de prijs van het consumptiemelk, geboekt op regeerings- contract, 6 cent, eventueel verhoogd met taxe-geedelte voor premie of verminderd met de afdracht voor kwaliteit; de afdracht voor andere consumptiemelk bedraagt 2V4 cent. DE STEUNUITKEERINGEN AAN DEN TUINBOUW. De Langendijk zeer teleurgesteld. De berichten over de laatste steunuit- keering hebben de Langendijker tuinders zeer teleurgesteld. Alom was de verwach ting, dat er nog iets zou worden uitgekeerd op de stapelproducten. Dit is helaas niet mogen geschieden. Van de 3.800.000, welke volgens de laatste steunlijst zullen worden uitgekeerd, is geen cent voor de koolbou wers. Men vraagt zich af, of de richtprijzen wel volledig zijn uitgekeerd en of de „plooien reeds waren gladgestreken", zooals de term luidde, waarmee werd bedoeld, dat er nog steun zou komen om hier en daar een onbillijkheid weg te nemen. Bovendien hebben verschillende voormannen van de veilingen de verwachting gewekt, als zou er nog steun moeten komen op de bewaar- kool. In de laatste vergadering van de L.G. C. is dit nog ter sprake gekomen. Dat hier door thans de teleurstelling dubbel zwaar weegt, 5s te begrijpen, daar ons werd mede gedeeld, dat er op dezen verwachten steun regelingen waren getroffen over landhuur etc. Voor deze menschen komen nu natuur lijk weer nieuwe moeilijkheden. In de laatstgehouden vergadering van het district Noord-Holland van den Ned. Tuindersbond werd door een der afgevaardigden dan ook ernstige critiek uitgeoefend op diegenen, die door hun mededeelingen hiervoor aan sprakelijk zouden kunnen worden gesteld. OPLEIDING VERPLEEGSTERS. Film in Arnhemsch ziekenhuis. De geneesheer-directeur van het Arn- hemsche gemeenteziekenhuis, dr. J. L. C. Overbosch, heeft den heer D. A. J. Baars, leider van de Schoolbioscoop een film van de ziekenverpleging laten opnemen. Het eerste deel geeft een overzicht van het transport van een patiënt van zijn woning naar het ziekenhuis; het tweede geeft het verrichten van een bloedpunctie, het af tappen van bloed, het verzorgen van de wond enz., weer uit het derde deel blijkt het belang van het voorkomen van infec tie bijwondbehandeling. Als algemeen ver schijnsel voor alle ziekenhuizen geldt, dat na operaties bij ongeveer 2 van de patiënten infectie optreedt, zonder dat men kan zeggen hoe, alleen weet men, dat de oorzaak moet worden gezocht in een of ander verzuim bij de behandeling. Ten einde dit euvel duidelijk te maken, geeft de film aan de mogelijkheid hoe bij een be paald geval fouten kunnen worden be gaan, welke te vermijden zijn. Het gaat in de film over het overbrengen van smet stof van een beenwond op een deurkruk, waarmede de hand van een verpleegster in aanraking komt; men ziet het micros copisch onderzoek en de resultaten daar van, de bacteriën op voedingsbodems ge kweekt. De film is Maandagavond voor het zie kenhuispersoneel in een der zalen van het ziekenhuis op Alteneer te Arnhem ver toond; dr. Overbosch gaf explicaties. Een belangwekkenden achtergrond vormden de ziekenzalen, het laboratorium en voor al ook het schitterende uitzicht op het Sonsbeek. Dr. Overbosch beschouwt deze film als een nieuwe proeve op het terrein van het onderwijs aan verpleegsters. Na tuurlijk kan men ook andere episoden uit de ziekenverpleging opnemen en tijdens de cursussen op het doek brengen. DE SALARISSEN VAN DE RECHTERLIJKE MACHT. De verlaging met 5 pCt.; opmerkingen voor en tegen in het voorloopig ver slag van de Tweede Kamer. Ontleend is aan het voorloopig verslag over het wetsontwerp: nadere wijziging van de regelingen, houdende vaststelling van de bezoldiging van den Raad van Sta te, de Algemeene Rekenkamer, de rechter lijke macht en de militair-rechterlijke macht: Verscheidene leden konden zich met de voorgestelde verlaging van salarissen, in het bijzonder van die van de rechterlijke macht niet vereenigen. Naar hun oordeel staan de ze salarissen toch reeds op een peil, dat niet overeenkomt met den aard van het ambt en met de plaats, die deze ambtenaren in het maatschappelijke leven bekleeden. Zoo achtten zij, om slechts een enkel voorbeeld te noemen, een jaarwedde van 5130 voor een rechter, die een uiterst verantwoorde lijk en niet zelden een zeer zwaar werk verricht, veel te laag. Thans reeds komt het voor, dat onderscheidenlijk commissarissen en inspecteurs van politie hooger bezoldigd worden dan officieren en substituut-officie ren van justitie, hoewel de laatsten hiërar chisch boven de eerstgenoemden staan. Zon derling noemden deze leden het, dat de re geering eenerzijds gemeenten tegenwerkt in haar pogingen, de salarissen van commis sarissen van politie te verlagen, en ander zijds de bestaande verhouding in de bezol digingen nog slechter wil maken door het voorstel tot verlaging van de jaarwedden van de rechterlijke ambtenaren. ZUIDERZEESTEUNWET. De Burgemeester der gemeente Alkmaar brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Minister van Waterstaat heeft besloten ten aanzien van aanvragen om tegemoetko ming wegens waardevermindering, die na 1 April 1936 door zuiderzeevisschers bij den Rijksdienst ter uitvoering van de Zuider- zeesteunwet mochten worden ingediend, slechts dan van zijne bevoegdheid tot in behandeling nemen gebruik te maken, in dien de verhindering tot tijdig indienen, ta weten vóór 31 December 1932, gelegen is ge weest in het ontbreken van de erkenning als belanghebbende in den zin van de Zui- derzeesteunwet en voorts in zeer bijzondere omstandigheden van feitelijke onmogelijk heid. Alkmaar, 4 Maart 1938. De Burgemeester, F. H. VAN KINSCHOT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar zijn opgenomen de besluiten van den Raad dier gemeente van 30 Januari j.L, waarbij zijn vastgesteld: 1. Eene verordening tot wijziging van de verordening, regelende de bezoldiging van het onderwijzend personeel aan de Handelsschool (gemeenteblad nr. 1506); 2. Eene verordening tot wijziging van de verordening, regelende de bezoldiging van het onderwijzend personeel aan het Murmelliusgymnasium (gemeente blad nr. 1507); 3. Eene verordening tot wijziging van de verordening, regelende de bezoldiging van het bedienend personeel aan het Murmelliusgymnasium, de Handels school en de Handelsavondschool voor handels- en kantoorbedienden (ge meenteblad nr. 1508); 4. Eene verordening tot toepassing van een korting op de bezoldiging van het onderwijzend personeel aan het Mur- mellius-gymnasium, aan de Handels school en aan de Handelsavondschool (gemeenteblad nr. 1509); 5. Eene verordening tot wijziging van het Reglement voor de gemeentelijke in stelling voor Maatschappelijk Hulpbe toon (gemeenteblad nr. 1510); 6. Eene verordening tot wijziging van de verordening voor het Stads-Ziekenhuis (gemeenteblad nr. 1511); 7. Eene verordening tot wijziging van de verordening op het bestuur van het Burgerweeshuis (gemeenteblad nr. 1512). Deze verordeningen zijn heden afgekon digd en gedurende drie maanden ter ge meente-secretarie ter lezing gelegd. Zij zijn aldaar tevens in afdruk, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar. Alkmaar, 4 Maart 1936. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. H. VAN KINSCHOT, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. Sommige van de leden, hierboven aan het woord, voerden bovendien als bezwaar aan, dat de hoogere rijkssalarissen, waaronder ook die van de rechterlijke macht, thans voor de vierde maal aan een naar verhou ding gelijke korting worden onderworpen als de lagere. Zij achtten dit daarom onjuist, omdat bij de algemeene salarisverhoogin- gen, welke na den oorlog plaats vonden, de lagere salarissen in veel sterkere mate wer den verhoogd dan de hoogere. Sommige leden wenschten deze gelegen heid aan te grijpen om hun bezwaren ken baar te maken tegen de salarispolitiek van de regeering in het algemeen. De per 1 Jan. 1936 ingevoerde algemeene salariskorting van 5 pCt. achtten zij, gezien de stijging der belastingen en het niet-verlagen der huren van ambtenaars-woningen en der andere gezinsuitgaven, niet verantwoord. Verscheidene andere leden achtten de aangevoerde bezwaren niet juist. Het moge zyn, dat menig rechterlijke ambtenaar be zwaarlijk 5 pCt. van zijn salaris zal kunnen missen: gelet op den toestand van 's Rijks financiën en gelet op de omstandigheid, dat de regeering in verband daarmede een kor ting van 5 pCt. op alle andere rijkssalaris sen heeft toegepast, is de voorgestelde kor ting onvermijdelijk. Tegen het bezwaar, dat door ongelijke verhoogingen en gelijke kortingen onjuiste verhoudingen zouden ontstaan, voerden de ze leden aan, dat de ongelijkheid in de ver hoogingen juist gericht was op het verkrij gen van een rechtvaardige verhouding tus schen de hoogere en lagere salarissen, die te zeer uiteenliepen. Na herstel van die ver- De brandmeester: Ja, man nen! laat is beter dan nooit!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 5