I Die Houten Klaas De Indische begrooting afgehandeld. Een grootschS.D.A.P.-feestte Bergen. 8 leder pak HONIG'S VERMICELLI mn'.g-s Bouillonblokje GRATIS Tweede Kamer Nederland en de Indische defensie. - Een wildreservaat, waarin gejaagd wordt? - Nieuwe bedrijven in Indië. Provinciaal nieuws #eooee® JUuliopcogcafiWta eöe®oo^ Salarissen van religieuse leerkrachten. De heer L. den Das gehuldigd. JeuiileioH Donderdag 5 Maart. HILVERSUM, 1875 M. (AVRO- uitz.) 8.Gr.pl. 9.Omroep orkest en solist. 10.— Morgenwij ding en gr.pl. 10.30 Omroeporkest. 11.— Kniples. 11.30 Lyra-Trio. 12.15 Gr.pl. 1.Omroeporkest. 2.15 Voor de vrouw. 2.45 Gr.[5l. 3.— Kniples. 3.45 Gr.pl. 4.— Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr.pl. 4.45 Voor de kinderen. 5.30 VPRO: Causerie. 6.— Gr.pl. 6.30 Sportpr. 7.— Voor de kinderen. 7.05 Pianorecital. 7.30 Engelsche les. 8.— Ber. en gr.pl. 8.15 Concert gebouw-orkest, koor en solisten. (In de pauze Cello-recital.) 10.30 Zigeunermuziek. 11.Ber. 11.10 12.Dansmuziek. HILVERSUM, 301 M. (8.—9.15 en 11.2.KRO, de NCRV van 10.— 11.— en 2.—12.— uur). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30—12.— Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl. en KRO- orkest. 2.— Handwerkles. 3.-3.45 Gr.pl. 4.— Bijbellezing. 4.45 Han denarbeid v. d. jeugd. 5.20 Orgel concert. 6.05 Gr.pl. 6.15 Viool, piano en cello. 7.Ber. en rep. 7.30 Psychologische lezing. 8.—Ber. 8.05 Biduur voor den oogst. (10. Ber.) 11.—12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.35—11.50 Orgelspel. 12.10 Trocadero Cinema Orkest. 1.20—2.20 Gr.pl. 3.20 Ves per. 4.10 Lezing. 4.30 BBC- Schotsch-orkest mmv. violist. 5.35 Dansmuziek. 6.20 Ber. 6.50 Orgel concert. 7.15 Spaansche les. 7.50 Lezing. 8.20 Gr.pl. 8.50 Gevar. progr. 9.50 Ber. 10.20 Kerkdienst. 10.40 BBC-Manenkoor en -orkest, mmv. bariton. 11.3512.20 Dans muziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.40 Gr.pl. 9.50 Orgelconcert. 11.20 Om roeporkest. 4.20 Gr.pl. 4.35 Radio- tooneel. 9.05 Nat. orkest. 11.05 12.35 Dansmuziek en populair con cert. KEULEN, 456 M. 5.50 en 11.20 Orkestconcert. 12.35 Omroep-Amu- sementsorkest. 1.85 Gr.pl. 3.20 Om- roepkleinorkest en voordr. 5.20 Omroeporkest. 7.30 Weragkamèr- orkest. 9.50 Vioolrecital. 10.30— 11.20 Omroepkleinorkest. mando- linekwintet en solisten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Zigeunermuziek 1.50—2.20, 5.20, 6.35 en 7.20 Gr.pl[ 8.20 Symph.-concert. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Zigeunermuziek. 7.05 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest. 9.35 Symph.- concert. 10.3011.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Pianorecital. 8.10 Radiotooneel. 9.20 Ber. 9.50 Viool en piano. 10.05 Weerber. 10.2011.20 Dansmuziek uit Londen. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.9.20, Keu len 9.20—10.20, Parijs Radio 10.20 13.05, Brussel VI. 13.0514.20, Kalundborg 14.2015.20, Keulen 15.20—18.20, Parijs R. 18.20—19.30, Weenen 19.30—20.05, Parijs P. P. 20.0520.30, Beromünster 20.30— 21.35, Keulen 21.35—23.20, Weenen 23.20—24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.058.20, Normandië 8.209.50, Parijs Radio 9.50—10.35, Lond. Reg. 10.35—12.35, Droitwich 12.35—14.20, Lond. Reg. 14.20—15.20, Droitwich 15.20—16.10 Lond. Reg. 16.1017.05, Droitwich 17,0518.20, Luxemburg 18.20— 18.50, Lond. Reg. 18.50—20.20, Droitwich 20.2021.50, Lond. Reg. 21.50—22.20, Droitwich 22.20—22.40 en Lond. Reg. 22.4024. Den Haag, 3 Maart Bij de Indische begrooting van economi sche zaken pakte de heer Sneevliet (r.s.) uit tegen het beleid van den heer Hart, den di recteur van economische zaken, die juist de vorige week uit Indië hierheen is gevlogen en, met prof. van Gelderen, in een loge het debat bijwoonde. Niet alleen naar deze critiek had de heer Hart te luisteren, maar ook naar woorden van hulde aan zijn werk, gesproken door de heeren Van Boetzelaer van Dubbeldam (c.h.) en Van Kempen (lib.) Doch hun lof, hoe aangenaam deze den heer Hart in de ooren zal hebben geklonken, werd overtroffen door wat vervolgens mi nister Colijn verklaarde, n.1. dat het woord „waardeering" voor den directeur van eco nomische zaken te zwak was en dat hij, de bewindsman, voor dezen functionnaris be wondering gevoelde. Dr. Colijn schijnt niet overdreven scheutig met lof en als hij van bewondering gewaagt, moeten hiervoor wel zeer speciale redenen aanwezig zijn. De mi nister had, zoo zeide hij woordelijk, geen lof genoeg voor wat de heer Hart presteer de. Wij herinneren ons, dat de bewindsman een vorige maal heeft gezegd, dat zelden een zoo goede benoeming in Indië heeft plaats gevonden als die van den heer Hart tot directeur van economische zaken. Deze zal, zoo stellen wij ons voor, in Indië's toe komst een zeer belangrijke rol blijven spe len. Baron van Boetzelaer brak een lans voor studenten, die op eigen kosten te Wagenin- gen voor houtvester zijn gaan studeeren en nu vreezen, gepasseerd te worden voor jon gelieden, die daar weer voor rekening der regeering aan de studie zijn gegaan, nadat de opleiding op landskosten eenige jaren heeft stilgestaan. Bijzonder hoopgevend liet de minister in zijn antwoord zich niet uit, maar hij zal met de Indische regeering overleg over de zaak plegen. De heeren Sneevliet en Effendi (c.p.) klaagden, dat de bestaansmogelijkheden van de inheemschen niet genoeg verwezenlijkt v/orden, omdat de regeering h.i. de Neder- landsche industrie bevoordeelt, bijvoorbeeld wat de textielnijverheid betreft. De minis ter evenwel noemde een lange reeks be drijven van de meest verschillende soort, in korten tijd in Indië opgericht en welke den inheemschen werkgelegenheid verschaffen. Z.Exc. vertelde, dat de regeering met een combinatie in bespreking is over de oprich ting van een grootbedrijf voor de vervaar diging van gebleekt en ongebleekt witgoed, en voorts, dat het gelukt is, een betere soort katoen te telen, waardoor de Indische textielnijverheid nu een kans heeft om haar grondstof vlak bij huis voortgebracht te krijgen. De heeren Van Boetzelaer en Van Kem pen bepleitten de belangen der natuurbe scherming, hun voldoening uitende over de inrichting van een wildreservaat. Zijn me morie van antwoord schrijvende, had de minister gedacht, dat men een natuurbe schermingsfonds wenschte, en zulk een denkbeeld had hij afgewezen, omdat, zoo als hij het nu uitdrukte, eerst de menschen beschermd moeten worden en in de eerste plaats hiervoor de middelen mdeten worden gebruikt. Maar thans bleek, dat de heer v. Kempen de oprichting van een dienst voor het boschwezen wenscht, waaronder dan de natuurbescherming zou komen te ressortee ren en welke zichzelf zou bedruipen, door dat toegangsprijzen zouden worden ge heven van wie de natuurreservaten willen bezoeken, bij voorbeeld om films te maken of om te jagen. Die laatste woorden be dierven naar onzen smaak den goeden in druk van 's heeren v. Kempen's denkbeeld. Een wildreservaat, waar, zij het in beperkte mate, gejaagd wordt dit schijnt ons een zonderlinge bescherming. De bewindsman zal over het denkbeeld in het algemeen met de Indische regeering overleg plegen. Bij de begrooting van waterstaat en ver keer bestreed ir. Cramer (s.d.) de voorge nomen fusie van de Bankatinwinning en de Billitonmaatschappij, welke de heer van Kempen daarentegen steunde. De minister vertelde, dat de fusiegedachte van hemzelf afkomstig was en hem dienstig schijnt voor een bedrijfsrationalisatie. Er wordt nu over fusie overleg gepleegd en meer valt er op het oogenblik niet van te zeggen. De heeren van Kempen en van Dijk (a.r.) prezen de K.N.I.L.M. en de laatste drong erop aan, dat zij bij de verkeerscoördinatie als een zelfstandige onderneming zou blij ven bestaan, vrij zoowel tegenover de Ko ninklijke Paketvaart-Maatschappij in Indië als tegenover de K.L.M. in ons land. Eener zij ds moeten lucht- en zeevaart in Indië, an derzijds de luchtvaartdiensten in Indië en Nederland worden gecoördineerd. Z.Exc. merkte op, dat de K.N.I.L.M. wel zelfstan dig jegens K.P.M. en K.L.M. moet blijven, maar dat er toch ook nauwe samenwerking tusschen de ondernemingen in het belang van een goed verkeer moet bestaan. Het debat over de begrootingen van oor log en marine bracht klachten van de hee ren Cramer, Sneevliet en Wijnkoop (c.p,) over de hooge militaire uitgaven. De beide laatsten spraken tegen elke bewapening on der een kapitalistische regeering en de heer Sneevliet viel bovendien den Volkenbond aan, welken de heer Wijnkoop echter verde digt, sedert Sovjet-Rusland er deel van uit maakt. De communist noemde dit land den grooten vredesfactor en verweet de regee ring, Rusland niet te erkennen. Tegenover deze drie afgevaardigden verdedigde de mi nister de hooge militaire uitgaven, de de fensie een primair belang des lands noe mende. De heeren van Kempen en van Dijk be toogden, dat Nederland tijdelijk, n.1. zoo lang Indië geen bijdrage kan betalen, de In dische marine moet bekostigen, en de katho liek Schaepman drong op versterking van de Indische landmacht aan. Intusschen is, zooals de bewindsman opmerkte, het oogen blik voor een bespreking van het defensie- vraagstuk nog niet aangebroken. Z.Exc. er kende, den weg uit den doolhof nog niet te hebben afgelegd. Hij zal zoo spoedig moge lijk militaire voorstellen indienen, maar eerst moet hij zich een duidelijk beeld heb- bem gevormd en moet hem de financieele uitvoerbaarheid zijn gebleken. Ieder- ge biedsdeel van het Koninkrijk moet. zeide de minister, een redelijk aandeel in de kosten der defensie betalen en als Indië dit niet kan, zouden wellicht de middelen voor een bevredigende oplossing ontbreken. Dit ging niet in de richting van een tijdelijke beta ling van het Indische aandeel door Neder land! Toen de militaire begrootingen waren af gehandeld, verklaarde de heer Ketelaar (v.d.) mede namens zijn partijgenooten me vrouw Bakker-Nort en de heeren Ebels en Kooiman, dat men tegen zou stemmen, om dat de bewapening wordt versterkt. Mr. Joekes en de heer Schilthuis denken, zooals men weet, over deze dingen anders. Met 38 tegen 19 stemmen heeft de kamer de wets ontwerpen aangenomen. Tegen stemden de sociaal-democraten en communisten, de heer Ketelaar en zijn medestanders en de heeren Sneevliet en Arts (k.d.p.) De begrooting der volksgezondheid, wel ke de vorige week was behandeld, is met 56 tegen 23 stemmen aangenomen. Tegen wa ren de sociaal-democraten en communisten met de heeren Sneevliet, Arts en van Hou ten (c.d.) Mevrouw de Vries-Bruins (s.d.) motiveerde het tegenstemmen harer fractie met te wijzen op de groote bezuiniging zelfs op dezen dienst. De wetsontwerpen betreffende economi sche zaken en waterstaat en verkeer heeft de Kamer goedgekeurd met aanteekening, dat de communisten en de heer Sneevliet tegen waren. De Indische begrooting is thans afgehan deld. Motie-Boon over ambtenaars- en onderwijzers-salarissen. Hierna is de Kamer begonnen met de be handeling van de motie-Boon, waarin zij zal uitspreken, dat 't met 't oog op de nood zakelijke beperking der uitgaven wensche- lijk is, een bijzondere regeling te treffen voor de salarissen van ambtenaren en on derwijzers, die buiten gezinsverband in communauteit leven, en de regeering uit- noodigt, zoo spoedig mogelijk stappen in die richting te doen. Deze motie is in December j.1. ingediend, tijdens een debat over de vraag, of de salarissen der religieuze leer krachten moeten worden verlaagd. Dezen verdienen evenveel als wereldlijke, onge huwde leerkrachten, maar hebben veel min der behoeften en dragen hun inkomen aan hun kloosterorde af. Toen er in de Kamer waren, die een verlaging speciaal voor de religieuzen afwezen, heeft mr. Boon (lib.) zijn motie ingediend, waarin niet over kloos terlingen wordt gesproken, maar eenige al- gemeene termen worden gebruikt. Kunnen die echter betrekking hebben op nog ande ren dan kloosterlingen? Mr. Boon sprak he den ook over huishoudonderwijzeressen, die in communauteit leven; geheel duidelijk was dit niet. De heer Drees (s.d.) zegde aan de motie den steun zijner fractie toe. Zij zou de mo tie niet steunen, als de salarieering naar prestaties geschiedde, maar het behoeften- element is een zoo belangrijk bestanddeel der salarieering (getuigen kinderaftrek, on- gehuwden-aftrek e.d.), dat de sociaal-demo craten het in het licht hiervan een onbillijk heid vinden, dat met de geringheid der be hoeften van de religieuzen geen rekening wordt gehouden. Ds. Zandt (s.g.) was natuurlijk vlak voor de motie. Na hem meldden zich geen sprekers meer aan, zoodat de vergadering eenigszins ontij - I dig moest worden verdaagd. Want er zijn er heusch nog wel, die er het woord over willen voeren! 3 In de groote zaal van de Rustende Jager, geheel met belangstellenden gevuld, hebben gisteravond de S. D. A. P. en de moderne arbeidersbeweging in Bergen hun voor ganger, het raadslid L. den Das, bij de viering van zijn 12 1/2-jarig raadslidmaat schap gehuldigd. Onder de aanwezigen5 merkten wij op: den loco-burgemeester, wethouder John W. Macdonald, wethouder Miltenburg, de raadsleden Voute, Swaag,Vrije, Dingerdis, de Koning en dr. Hemelrijk, den gemeente secretaris, den gemeente-ontvanger, den directeur van het slachthuis, de leden van het burgerlijk armbestuur, dr. J. Blok, dr. van Gelder voor het Witte Kruis en de Ver. voor Huis- en Kraamverzorging, de soc.- dem. raadsleden van Koedijk en Schoorl, den heer Zeiler, voorzitter van de V. V. V., den heer Couwenhoven, voorzitter van de afd. S. D. A. P. Alkmaar. Voorts waren aanwezig de besturen van de verschillende moderne organisaties in Bergen. Langs de wanden hingen de vaandels van de afd. Bergen der S. D. A. P. en van den Nederl. Bouwvakarbeidersbond. Ook de vlag van het Plan van den Arbeid was aan wezig. Het tooneel, dat voor den jubilaris, zijn vrouw, zijn dochter en de comité-leden was gereserveerd, was op smaakvolle wijze versierd. Op den voorgrond prijkten een zestiental bloemstukken, afkomstig van: de arbeidersbeweging te Koedijk, den Bouw vakarbeidersbond afd. Bergen, de Vereeni- ging ter bevordering van het Vreemdelingen verkeer, de Ver. „Helpt Elkander", de afd. van de V.A.R.A., de Arbeiderstooneelver- eeniging, het Burg. Armbestuur, de fractie van het Middenblok, de Berger Sportver- eeniging, de Stem des Volks, de Rustende Jager, Volksonderwijs, den heer De Sain, de Soc.-Dem. Vrouwenclub. Toen de jubilaris met vrouw en dochter de zaal werd binnengeleid, klonk een krach tig applaus en zette de muziek een „lang zal hij leven" in. Nadat de jubilaris en de zijnen op de voor hen bestemde zetels hadden plaatsge nomen, werd een achter hen opgestelde S. D. A. P.-zon met lichtstralen, vervaar digd uit electrische lampjes (werkstuk van de heeren Mol, Poldervaart en Kee) ont huld, dat algemeene bewondering verwierf. Achter deze zon zong de Stem des Volks onder leiding van den heer Blaauw het be kende „Morgenrood", waarna deze zang- vereeniging vóór de zon nog een tweetal liederen zong. De voorzitter van de afd. Bergen der S. D. A. P. sprak hierna namens de huldi gingscommissie een hartelijk woord van gelukwensch tot den heer Den Das, waarna hij in het bizonder welkom heette den loco burgemeester, den wethouder, de aanwezige raadsleden, den gemeente-secretaris en de besturen van de diverse organisaties ter plaatse, alsmede de besturen van de S. D. A. P. van de afdeelingen Alkmaar, Bergen, Koedijk, Schoorl en Egmond. Spr. ver zekerde, dat het vanavond geen propa- ganda-avond voor de S. D. A. P. was, doch een huldigingsavond voor het werk, dat de heer Den Das doet als soc.-dem. gemeente raadslid van Bergen. (Applaus). Van de schriftelijke gelukwenschen, die waren ingekomen, noemde spr. die van het hoofd van de Ulo-school, het hoofd van de openbare school, het hoofd van het geni. electr. bedrijf, het partijbestuur van de S. D. A. P. en van den burgemeester, van wien spr. hoopte, dat hij spoedig weer zijn functie in de gemeente zal kunnen waar nemen. (Applaus). Voorts noemde spr. nog de ingekomen felicitaties van Bergens Mannenkoor, van de S. D. A. P. afd. Egmond en van den voor zitter der S. D. A. P. Alkmaar. Namens de arbeiders, tewerk gesteld bij de werkverschaffing, onder leiding van den heer Den Das, overhandigde spr., onder ap plaus der aanwezigen, den heer Den Das een bloemstuk, waardoor deze menschen volgens spr. hadden bewezen, dat ook |J}, ondanks het geschrijf tegen den heer èen Das, hem den réchten man op de rechte oordeelen. (Applaus). Een huidewoord van den loco- burgemeester. De loco-burgemeester, de heer Macdonald, sprak hierop, mede namens den burge meester, een hartelijk woord van geluk wensch. Spr. was er zeker van, dat de heer Den Dag steeds zijn volle persoon voor de gemeenschap had gegeven. Vooral de laatite vijf maanden, waarin spr. met den heer Den Das in het college heeft kunnen samen werken, had hij groote achting voor den heer Den Das gekregen en hem leeren ken nen als iemand, die recht door zee gaat, met beide voeten op den grond blijft en niet verder wenscht te gaan dan het moge lijk bereikbare. Ook namens de fractie van het Midden- blok wenschte spr. den heer Den Das geluk en hij eindigde met de hoop uit te spreken, dat het hem nog vele jaren gegèven mocht zijn, zijn beste krachten aan de belangen van de gemeente Bergen te wijden. (Applaus). Wethouder Miltenburg verzekerde, gaarne de uitnoodiging te heb ben aanvaard, omdat het hier de huldiging gold van een man, dien hij vier jaar ais raadslid en een half jaar als collega-wet- Naar het Engelsoh van. door J. L en CHARLOTTE M. YONGE E. A. H. 24) Toch was Herbert Morton in zijn hart béter, dan hij op dat oogenblik leek; zijn fouten waren hoofdzakelijk het gevolg daarvan, dat hij het noblesse oblige (adel verplicht) op een andere wijze opvatte dan zijn oom. Bovendien zou het beter zijn ge weest voor hem, als zijn gouverneur een eind van Northmoor had afgewoond, waar door hij niet de opmerkingen had gehoord van de moeders van de andere leerlingen over zijn oom en tante, te meer daar de geaardheid van de jongens zeiven ook wel wat ruw was. Als hij had gehoord, wat de vaders zeiden, dan zou hij van die verno men hebben, dat lord Northmoor het alge meen vertrouwen en de hoogachting ge noot. Hij kon nu misschien niet zoo goed praten en moest zich zoo schijnbaar dus dikwijls gewonnen geven voor den luid- ruchtigen Squire, maar hij schoot geens zins te kort in zijn taak als landheer. De bisschop en de voorzitter van de districts vergaderingen noodigden hem in de com missies, niet alleen om zijn hoogen rang, maar ook om der wille van zijn ijver voor het werk, dat hieraan verbonden'was. Over het geheel mochten lord en lady Northmoor dan al niet zoo heel levendig zijn, niet zulk een groote aanwinst voor het gezellig verkeer in hun kringen, tóch kon niemand hen beschuldigen van onop gevoedheid of een tekort aan goede vor men. Dit alles kostte lord Northmoor, hetzij dan meer of minder bewust, een groote inspanning, omdat hij toch niet geboren was in dien stand. Het beheer van het eenigszins verarmde en zwaar met hypo theken belaste goed, de onmogelijkheid om jegens zijn pachters zóó te handelen als een landheer dit volgens zijn'nauwgezet heid van geweten was verplicht; zijn on vermogen om ook voor de kerk te kunnen doen wat wenschelijk was en de voortdu rende kwelling, dat zijn schoonzuster niet kon sparen, dit alles vergde veel meer van zijn krachten dan zijn vroeger kan toorwerk en ondanks de kalme, gelukkige uren, die hij met Mary doorbracht, en haar liefderijke en krachtdadige hulp, waar zij kon, leed hij den laatsten tijd aan zware zenuwhoofdpijnen, die zijn gestel on- dermijnden en die dus verholpen moesten worden, wilde hij niet ongeschikt zijn voor eenigen geestelijken arbeid. HOOFDSTUK XVI. Rust en niets dan rust! „Rust en niets dan rust en warme baden, daarin ligt zijn herstel", zei lady Northmoor tot Constance, die in de grootste spanning op de uitspraak van den dokter had ge wacht. „Frank is overwerkt, - neen kindje, je hoeft je waarlijk niet ongerust te ma ken. We moeten enkel zorgen, dat hij zich in het geheel niet met zaken bemoeit, ge durende enkele weken". Constance was nu totaal van streek en was in tranen uitgebarsten. „O, wat ben ik blij!" zei ze met innige sympathie. „Je zult je Zaterdagen en Zondagen wel missen, kindje", ging tante Mary voort, „want we zullen naar het buitenland moe ten gaan, om alle werk voor oom te ont- loopen". „O, voor mij komt het er niets op aan, tante, als oom maar weer beter wordt! Blijft u lang weg?" „Dat weet ik nog niet. Oom spreekt van zes weken, maar dokter Smith van drie maanden. Het moet opwekkende, verster kende lucht, zijn hoogstwaarschijnlijk zal het dus Zwitserland worden". „O, hoe heerlijk! Wat zult u er van ge nieten!" „Het is altijd mijn illusie geweest, maar eigenaardig, hè, nu die misschien in ver vulling gaat, voel ik er mij toch zoo ge drukt onder". „O, maar oom zal er vast beter worden!" „Konden wij je maar meenemen, Conny! Weet je ook, waar Herbert is?" „Neen, tante. Het spijt mij toch zoo van Witvleugel! Maar ik geloof nooit, dat Ber- tie het gedaan had, als de anderen hem niet geplaagd hadden". „Misschien niet; maar het doet mij leed; dat is waar. En niet alleen ter wille van die arme Witte, maar ook omdat hij het over zich heeft kunnen verkrijgen, om Oom, juist nu, zoo'n verdriet te doen! Mo gelijk begrijpt hij ook niet, hoe ziek Frank de heele week is geweest. Ik vrees, dat die jonge Stanhope geen best gezelschap voor hem is". „Neen, dat geloof ik ook. Ik denk, dat die hem verleidt tot dat wedden en hem ook wijs maakt, dat het niets geeft, of nij nu door zijn examen komt of niet, zoodat Bertie zich in het geheel niet inspant". Herbert was niet te vinden, ook niet later, op den tijd van het diner. Het bleek, dat hij uit den stal had genomen het paard, dat hij berijden mocht en dat hij naar Stanhope was gegaan, om dien het slachtoffer te laten zien en vervolgens naar den man, die den vogel zou opzetten. Op de een of andere wijze had hij een maal gekregen en hij was eerst laat thuis gekomen en naar bed gestommeld. Zoo was hij voor dien Zaterdag dus aan een onderhoud met zijn oom ontkomen. Den volgenden dag voelde lord North moor zich heel wat beter en veel verlicht door de uitspraak van den dokter. De hoofd-jachtopzlener was er in het minst niet op bedacht, om hem te willen sparen, Mr. Best beschouwde met een soort beschermende goedmoedigheid een lord schap, die geen smaak vond in de jacht en dus ook geen oog had voor zijn wild park; maar voor „mr. Morton" koesterde hU een besliste antipathie. Sinds die eerste ontmoeting was hij eenmaal een wrok gaan koesteren, en, had Herbert nu maar den raad van miss Morton gevolgd en had hij goede vrienden trachten te zijn met Best, dan was het alles misschien nog wel los- geloopen; maar zijn optreden tegenover Was ook waarl>jk aanma- v!fm t„!ni mede-leerlingen stijfden er g ^at hij Best maar moest be- M 6n "6en °Ud WMf"- Met den onder-opziener was Herbert goede vrienden genoeg, om dien ook op standig te maken tegen Best en op de da gen, dat lord Northmoor hem verlof gaf onr e jagen, werd er onder elkaar altijd heel wat getwist. Best was nog het ver draagzaamst en klaagde maar heel weinig over persoonlijke beleedigingen, terwijl Herbert zeer heftig kon zijn in zijn beklag tot zijn oom over dien „ouden gek", 0*" schoon zijn lordschap er niet de minste notitie van nam. Maar Best voelde zich innig gegriefd door dit geval met de witte raaf, die on der zijn speciale hoede was gesteld en. daar hij bovendien „aardigheid had in het vak", had hij zoo'n stille hoop gekoesterd, dat hij een „Northmoor-soort" zou fokken. Dus, terwijl lady Adela onderweg lady Northmoor ophield, om té vragen, hoe de uitspraak van dokter Smith luidde, wachtte Best zijn heer af met de inleiding: „Uw lordschap heeft mij orders gegeven, om bijzonder te letten op die witte raaf, dat die ongedeerd bleef „Ja. Is er dan iets mee gebeurd?" vroeg Frank mat. „Nu, ik zag mr. Morton naar het kraaien- bosch gaan met zijn geweer en ik zei tegen hem, dat het geen tijd was. om op de kraaien te schieten en dat de witte raar door niemand aangeraakt mocht worden, en hij maakte me uit voor „ouwe zeurpot en nog meer van dergelijke fraaiigheden, die ik maar niet herhalen zal voor uw lord schap, en even later hoorde ik zijn geweer knallen en zag hem de witte raaf oppakken, waar haar ladyschap zooveel plezier in had, en nu acht ik mij verplicht, u te zeggen, mylord, dat mij geen schuld treft!" „Zéker niet, Best. Het doet mij leed, da mijn neef zoo onbehoorlijk jegens je Se' handeld heeft en ik zal er hem ovër on- dehouden". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 8