De verkoop van „Der Stürmer". DE GEBROEDERS „GOCHEM" Het vraagstuk der Duitsche dienstboden. Voor Gretchen of Mizi moet een vergunning betaald worden. Neem Hollandsch personeel. JUxALKZoJkw Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Binnenland Protestvergadering te Amsterdam van den Vrijheidsbond naar aanleiding van het ge beurde in den door een N.S.B.-er beheerden sigarenwinkel. Mr. Wendelaar en Mr. Boon spreken. Herlandsche geest komt in de N.S.B. tot uit drukking, hij leeft in de harten van allen, die een betere en rechtvaardiger maatschap pen voorstaan. Geen volk ter wereld is meer- of minder waardig. 't Eene volk is niet beter dan het ndere en wij hebben een eigen plaats op deze wereld, een plaats, waarop we trotsch ziin en waarvoor we zullen vechten, des noods met den inzet van ons leven. Zijn hier de N.S.B. en Mussert noodig, z00 vraagt u. Moet juist het nat. soc. komen om deze begrippen levend te maken? Ja, al dus spr., want in de 40 jaar, die achter ons liggen, is geen enkele andere party daartoe in staat geweest en Mussert is de wekker van dezen tyd. Hij zal het volk opheffen uit zyn verval. Er zijn dan twee dingen: be strijden of meestrijden. Bestrijden betee kent bewust handelen in den geest van Moskou, dus een in de kaart spelen van het bolsjewisme. En we hebben de twijfelach tige eer van 4 Tweede Kamerleden te ver nemen, welk een hel op aarde dat zou be- teekenen. Wilt ge dat niet, dan moet ge mèt ons strijden; óp voor den komenden dageraad, óp voor het heil van ons volk. (Applaus.) Franeker heeft ons geleerd, dat alles tegen ons kan zijn, want daar gingen a.r.; r.k.; s.d.a.p.; c.p.h.; chr. hist. en vrijz. dem. hand in hand om een front te maken tegen het nat. soc. Wie had eenige jaren geleden gedacht, dat onze zinspeling op een even tueel front Duymaer van TwistLou de Visser ooit werkelijkheid zou worden? En thans zien we gebeuren, waarover toen ge lachen is. 40 Jaar lang hebben de Nederlandsche marxisten gezongen van de verworpenen der aarde, hebben ze gevochen voor een klassestryd en zie, ze hebben gestreden voor een simpele zeepbel, die uit elkaar ge spat is en waarvan zoo goed als niets meer over is. Nü dan het nat. soc., dat het volk in zijn geheel naar boven zal stuwen, niet met gods lasterlijke stukken als „De Beul" of met propaganda voor de rechtstreeksche hel op aarde, doch door dit volk zijn geloof in een betere maatschappij terug te geven. Wilt ge het nat. socialisme, volgt dan Mussert. Hou zee! (Langdurig applaus.) Na een pauze van een half uur werden ongeveer 30 schriftelijk ingediende vragen door spr. beantwoord, waarna de kringlei der nog een propaganda-woord sprak. Met het zingen van een couplet van het Wilhel mus was deze vergadering om ruim 11 uur geëindigd. (Van onzen R.-redacteur.) Het zal nu niet zoo heel lang meer duren, of ook het huispersoneel zal vallen onder de wet van 16 Mei 1934 tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemde lingen. Dat beteekent, dat in den loop van deze of de volgende maand het houden van een buitenlandsche dienstbode aan een vergunning zal worden onderworpen, zoo als dat nu ook reeds het geval is bij andere bedrijfsgroepen. Voor zulk een vergun ning, welker geldigheidsduur steeds aan een termijn wordt gebonden, moet twee gulden worden betaald en voor elke ver lenging ervan één gulden. Wanneer aldus ook voor het buitenland sche huispersoneel het vergunningsstelsel zal zijn ingevoerd, zal vrijwel het geheele bedrijfsleven onder de toepassing van de wet vallen, met uitzondering alleen nog van het personeel van zee- en binnen vaart. Minister Slingenberg heeft deze nieuwe uitbreiding reeds aangekondigd in de zitting van de Tweede Kamer van Dinsdag 19 November j.1.; wij hebben toen naar aanleiding van die mededeeling reeds eenige artikelen gewijd aan dit on derwerp, dat tamelijk diep ingrijpt in het huiselijk leven van vele Nederlandsche gezinnen. Men zal zich wellicht herinne ren, dat we de meening hebben weergege ven van het hoofdbestuur van de Neder landsche vereeniging van huisvrouwen, dat we iets hebben kunnen vertellen van de cursussen voor dienstmeisjes, speciaal die welke op sommige plaatsen in de pro vincie Groningen op initiatief van burge meester Buiskool van Delfzyl als ryksin- specteur voor de werkverschaffing zijn opgericht, en dat we tenslotte ook hebben geschreven over hetgeen ons de directeur van de afdeeling werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling van het departe ment van sociale zaken, ir. R. A. Verwei, over deze materie had medegedeeld. De spoedig te verwachten invoering van deze uitbreiding van het vergunningsstel sel is voor den heer Verwey aanleiding ge weest tot het beleggen van een perscon ferentie in overleg met den regeerings- persdienst, waar het vraagstuk van den arbeid van buitenlandsche dienstbdeno en de vervanging van het buitenlandsche huispersoneel door Nederlandsche arbeids krachten van verschillende kanten is be licht en uitvoerig is besproken. Daarbij hebben wy uiteraard veel vernomen, dat onzen lezers uit hetgeen we hier reeds vroeger over publiceerden bekend is. Opnieuw is er de nadruk op gelegd, dat volledige toepassing van de wet van 16 Mei 1934 geenszins beteekent verwijdering van alle vreemde arbeidskrachten, doch voornamelijk het verplicht stellen van een arbeidsvergunning. In vier koninklijke be sluiten zyn reeds soorten van arbeid aan gewezen, welke werkgevers niet door vreemde arbeidskrachten mogen laten verrichten zonder schriftelijke vergunning van den directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering er arbeidsbe middeling. Daar komt nu straks de arbeid in huiselijke diensten bij. In de meeste gevallen is de practijk zoo, dat de ge vraagde vergunning wordt verleend, doch het gevolg van de wet is toch reeds ge weest een vrij belangrijke afneming van het aantal buitenlandsche arbeidskrach ten, doordat een strenger toepassing der wet wordt in acht genomen bij de nieuwe lingen. Practisch komen er dan ook geen nieuwe meer bij. Speciaal ten opzichte van Duitschland verkeert ons land in een ongunstige posi tie. De verhouding is namelijk zoo, dat er hier naar schatting 90.000 Duitsche ar beidskrachten werk vinden tegen 20.000 Nederlandsche in Duitschland. Sedert ja ren wordt er evenwel naar gestreefd, deze verhouding in een voor Nederland gunsti- gen zin te wijzigen. Er is een regeling ge troffen met de Duitsche regeering, welke ten doel heeft de toeneming van de werk zaamheid van Nederlanders in dit land te bevorderen en de afneming van de werk zaamheid van Duitsche onderdanen hier te lande. Het brengen van het huisperso neel onder de wet kan hierbij, wegens het groote percentage dienstmeisjes, dat onder deze vreemde arbeidskrachten is begre pen, een g" ^-"'gen invloed hebben. Im mers de heeft hierbij een wapen in de h"> -p dit g?b!ed regelend op te treden. De groote vraag bij dit alles is en blijft echter: zijn er voldoende Nederlandsche arbeidskrachten beschikbaar, om de plaat sen der buitenlandsche in te nemen? Ter wijl er honderdduizenden Nederlandsche mannen werkloos zijn, is het aantal werk looze Nederlandsche vrouwen, dat bij de verschillende arbeidsbeurzen is opgegeven, aanmerkelijk kleiner dan dat van de in Nederland werkzame buitenlandsche •vrouwen. Op 25 Januari 1936 waren bij de orga nen van de openbare arbeidsbemiddeling ingeschreven 453.900 werklooze mannen en 21.100 werklooze vrouwen. In de be drijfsgroepen, die tot nu toe onder de wet op de buitenlandsche arbeidskrachten val len waren tot 8 Februari van dit jaar 14.051 vergunningen aangevraagd voor den arbeid van buitenlandsche vrouwen. Telt men daar nu de naar schatting onge veer 30.000 buitenlandsche dienstboden bij, dan ziet men, dat al deze plaatsen onmo gelijk door landgenooten zouden kunnen worden vervuld. Toch is het wenschelijk. om zooveel mo gelijk Nederlandsche vrouwen den hier beschikbaren arbeid te laten verrichten, omdat dit de zorgen van Nederlandsche gezinnen kan verlichten. Het is echter een feit, dat de jonge vrouwen en meisjes van het dienstbodenvak vervreemd zijn. In vele werklooze gezinnen zyp meisjes," die wat den leeftijd betreft voor het verrichten van huiselijke loondiensten in aanmerking zou den komen, doch die liever thuis blijven rondhangen en er overigens momenteel de geschiktheid voor missen, om als dienst meisje een plaats te vinden. Op verschil lende wyzen wordt getracht, daarin ver andering te brengen. We hebben in onze vorige artikelenserie reeds kunnen melden, dat by den hoogen raad van arbeid thans in onderzoek is een voorontwerp van wet op de vrouwelijke arbeidskrachten, waarmee beoogd wordt, meisjes beneden 16 jaar geen arbeid in een fabriek of werkplaats of op een kantoor te laten verrichten, behoudens in de gevallen, waarin dit bij algemeenen maatregel van bestuur zal zijn toegestaan en met dien verstande, dat het verbod niet zal gelden voor meisjes, die op het tijdstip, waarop de wet in werking treedt, den leeftijd van 14 jaar bereikt hebben. Voorts wordt daarbij beoogd, de mogelijkheid te scheppen, soor ten van arbeid aan te wijzen, welke door een meisje of door een vrouw niet of slechts onder bepaalde voorwaarden mo gen worden verricht, en wel soorten van arbeid, die tot voor weinige jaren uitslui tend door mannen verricht werden of die om physieke of psychische redenen eigen lijk voor vrouwen minder geschikt zijn. Het overleg in den hoogen raad van ar beid heeft inmiddels nog steeds niet tot een advies aan den minister geleid, waaruit wel blijkt, hoe ongewikkeld deze materie is. Is de leeftijd van 16 jaar te laag of te hoog? Volgens sommigen moet het verbod minstens tot 18 jaar worden uitgebreid, omdat meisjes van 14 tot 16 jaar nog geen geschikte dienstboden zijn geworden en zij dan weer al te spoedig naar de fabriek zu 'en gaan, wanneer de gelegenheid zich daartoe voordoet. Hiertegen kan echter woiden opgemerkt, dat het niet de bedoe ling is, om de meisjes te dwingen dienst bode te worden, en men het ook niet aan de fabrikanten volledig onmogelijk wil maken om jonge vrouwelijke arbeids krachten te bekomen voor die werkzaam heden, die daarvoor geschikt zijn. Er zijn aan den anderen kant zelfs nu reeds werk gevers, die vreezin, dat de leeftijd van zestier jaar voor sommige werkzaamheden te hoog zal blijken te zijn. Men verwacht er evenwel van een beperking van den toeloop van meisjes naar fabrieken en kan toren en een zoeken door vele van die meisjes van een werkkring in huiselijke diensten. Uiteraard zal de minister van sociale zaken zijn houding ter zake eerst definilief bepalen, nadat de hooge raad van arbeid zijn advies zal hebben uitge bracht. Hiermede kan men echter onmogelijk volstaan. Het vergeten beroep dient in eere te worden hersteld. Daarom zal meer dan tot nu toe het geval is, aandacht moeten woraen gewijd aan de cursussen, zooals die reeds in verschillende deelen van ons land zijn ingericht, ter opleiding voor dienstbode. Ook de nijverheidsscholen voor huishouden leiden dienstboden op. Daar naast echter, en veelal met medewerking van het aan die scholen verbonden onder wijzend personeel en van plaatselijke vrouwenvereenigingen, zyn deze aparte cursussen tot stand gekomen. Tot dus ver zijn nog slechts eenige hon derden meisjes, die aan die cursussen heb' ben deelgenomen, geplaatst. Indien de or ganisatie van die cursussen zoodanig wordt uitgebreid, dat er rond 2000 dienstboden per jaar ha*r opleiding ontvangen, dan mag gelet op het aantal buitenlandsche dienstboden en het natuurlijk verloop on der haar, die dit vak uitoefenen, door huwelijk en vertrek naar het buitenland worden aangenomen, dat meer dan dat aantal plaatsing kunnen vinden in betrek kingen, welke volgens de practijk van de laatste jaren door nieuw uit het buitenland komende meisjes zouden werden vervuld. Uit den aard van de zaak is een meisje, dat zoo'n cursus (die meestal twaalf weken duurt) heeft doorloopen, nog niet in haar vak volleerd. De medewerking van huis vrouwen is dan ook noodig voor verdere vorming en voor het aankweeken van lief de voor het vak. Van groot belang is echter ook een zorg vuldige arbeidsbemiddeling door de orga nen van de openbare arbeidsbemiddeling, desgewenscht ook van zonder winstoog merk werkende instellingen van bijzonde re arbeidsbemiddeling voor dienstboden. Het ligt nu in de bedoeling, voor zoover dat in verband met de cursussen noodig is, de organisatie van de openbare arbeidsbe middeling aan te vullen door de benoeming van arbeidsbemiddelaarsters voor vrou wen. Reeds zijn hiertoe, zooals men weet, in de provincie Groningen en in Noord brabant dames aangesteld. Op deze wijze hoopt men in het tekort van Nederlandsche dienstmeisjes te kun nen voorzien, waardoor op den duur het aantal buitenlandsche arbeidskrachten zal kunnen verminderen. Dat dit langzaam gaat. zal ieder begrijpen, die eenig inzicht heeft in de-* 5 materie. Het begin is echter aanwezig. In samenwerking van de over heid en de verschillende belanghebbende lichamen zal dit werk verder dienen te worden ontwikkeld. NOTARIS VAN VERDUISTERING VERDACHT. Gistermiddag stond voor de Leeuwar- densche rechtbank terecht A. F., oud-no taris te Langweer, thans te Apeldoorn, ver dacht van verduistering van twee bedragen van ongeveer 3500 en 500, hetgeen den verdachte was betaald als aflossing van 'n geldleening van 4.000 onder hypothecair verband, subsidiair van verduistering van een bedrag van 2300, hetgeen den notaris eveneens was overhandigd om af te dragen aan een zijner clienten, die dat bedrag als hypotheek op een 'stuk weiland had ver leend. De Officier Van Justitie vorderde tien maanden gevangenisstraf. Sierteeltcentrale-wee. Als een kweeker bij de Sierteeltcentrale een vergunning heeft aangevraagd dan be gint hij in den regel direct maar te teelen, want hij weet, dat op een antwoord uit Den Haag byna niet te wachten valt. Zoo ge beurt het dan ook meestal, dat de gevraag de vergunningen afkomen, wanneer de bollen, waar de vergunning voor diende, al uitgebloeid, soms al gerooid zijn. Ongeveer zoo verging het den jeugdigen bollenkweeker Piet J. K. uit Bovenkarspel, die met het oog op zyn trouwplannen in '34 een vergunning voor het teelen van bollen aanvroeg, in de hoop, dat als hy met Mei 35 in het huwelijksbootje zou stappen, de vergunning er zou zijn. Zooals algemeen gebruikelijk, begon hij alvast maar te tee len in de goede hoop, dat de vergunning zal af komen. Die kwam ook af, maar. te laat, pas in Juni '35, toen hij reeds een pro ces-verbaal te pakken had voor het teelen zonder vergunning. De kantonrechter te Hoorn veroordeelde hem deswege tot 300 of 30 dagen, tegen welk vonnis de jonge kweeker thans in beroep kwam. De Officier betoogde, nadat de rechtbank zich geruimen tijd in de ingewikkelde sier teelt-affaire vermeid had, dat hier bij den verd. niet voorzat een ontduiking der be palingen, doch dat verd. inderdaad alle moeite gedaan had, om te doen, wat hij doen moest. De hooge geldboete achtte de Off. dan ook niet gemotiveerd; hij vroeg weliswaar bevestiging van het kanton- rechterlijk vonnis, maar met reduceering van de geldboete tot 15 of 10 dagen. Stroopers in verzet. Minder succes hadden de Egmond aan Zeesche visschers, die in verzet waren ge komen tegen het vonnis van den kanton rechter wegens stroopery. Willem Zw. was door den kantonrechter wegens strikkenzetten en het opgeven van een valschen naam veroordeeld tot 20 of 15 dagen en 10 of 6 dagen; Leendert BI. wegens strikken zetten tot 25 of 20 dagen, 'n Honderdtal strikken van beide stroopers samen lag als stukken van over tuiging op de groene tafel. De Officier vroeg bevestiging van beide vonnissen. Slachtoffers van den gladden weg. Op den eersten Kerstdag kwam de bus van de Waco, dienst HoornEnkhuizen, by den Overweg „De Buurt" te Venhuizen tengevolge van den gladden weg in aanra king met de motortram, die daar passeer de. De chaffeur in lossen dienst Corn. W. had op het laatste moment de tram zien aankomen, remde, doch door den gladden weg reed de autobus door met het bekende gevolg. Hem was ten laste gelegd, dat door zijn schuld gevaar was ontstaan voor ontsporing van de stram en gevaar voor de passagiers der beide voertuigen. Verd. beriep zich op den gladden wegen werd hierin gesteund door enkele gewone getuigen a décharge, die verklaarden, dat de weg glad was en dat dien Kerstmorgen niet gestrooid was; slechts de veldwachter Rustenburg verklaarde het tegendeel. Verd. had kalm gereden. De trambestuurder reed met 5 K.M. snelheid en de Officier vroeg terecht, of deze niet had kunnen stoppen, toen hy den buschauffeur in moeilijkheden zag. De Officier trok grove schuld van den buschauffeur in twijfel, gezien de gladheid van den weg en vroeg derhalve vrijspraak. Niet bewezen. Uit de getuigenverklaringen achtte de Officier niet bewezen de aan Chr. H. K. te Den Helder tenlaste gelegde diefstal van 'n autoband op den Fortweg te Den Helder in Sept. '35, zoodat ook hier vrijspraak werd gevraagd. Ten uitvoer werd gelegd de voorw. straf van 10 mnd. tegen D. H. PI. Aanrijding op den Schagerweg. In de middagzitting stond terecht de 21- jarige Fr. H. J. de Gr., chauffeur uit den Helder, wegens toebrengen van lichamelijk letsel. In den nacht van 24 op 25 Nov. had hy op den Schagerweg te Schagerbrug volgens de dagvaarding te snel, roekeloos en onverantwoordelijk hard gereden met een slecht verlichte auto, nadat hij in café „De Moriaan" te Schagen in 2 uur tijd vijf citroenbittertjes had gebruikt en tengevolge daarvan den arbeider G. Kuit aangereden, die daardoor kneuzingen aan enkel en heup en 'n hoofdwond opliep en geruimen tijd z'n werk niet kon doen. Uit het getuigenverhoor bleek ook, dat de remmen niet in orde waren. Door het slachtoffer Kuit was een eisch tot schade vergoeding ingediend tot een bedrag van ruim 100. Nadat de president verd. op zijn tekortko ming, ook tegenover zyn jong gezin, heeft gewezen, hield de officier requisitoir, dat Criais-publicatie. AANVRAGEN VOOR RESTITUTIE MOETEN VOOR 16 MAART WORDEN INGEDIEND. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt bekend, dat eventueele aanvragen voor restitutie krachtens de Crisis-Restitu tiebeschikking 1934 XIII (consumptieaard appelen, verstrekt door instellingen van liefdadigheid) vóór 16 Maart 1936 moeten zijn ingediend. Aanvragen na dien datum ingediend, kunnen niet meer in behandeling worden genomen. begrijpelijkerwijs niet malsch was. Verd. was door het gebruik van alcohól niet pa raat; dit was te erger, omdat verd. beroeps chauffeur is. Na het ongeval was verd. door gereden. Evenmin als voor zijn gezin, had hij gevoel voor z'n slachtoffer. Het was onver antwoordelijk rijden. Spr. requireerde 3 maanden hechtenis en 1 jaar ontzegging van rijbevoegdheid. Mr. Bulskool, toegevoegd verdediger, achtte het mogelijk, dat het naar links uitwijken van een wielrijder, verd. heeft misleid. Hij bepleitte clementie na erop gewezen te heb ben, dat drankmisbruik niet bewezen was. Visschen met aaldobbers. Door den kantonrechter was St. H. V. uit Oudorp tot 20 subs. 18 dagen veroordeeld wegens het visschen met aaldobbers in ver boden water. Na verhoor van H. Bleyendaal vroeg de officier bevestiging. Onder protest moest de schreeuwerige Steven de zaal uit gezet worden. Inbraak bij Bierdrager. Voorts stonden terecht de beide gedeti neerden Chr. Sch. 35 jaar en S. H. K. 26 jaar, beide uit Alkmaar, wegens inbraak met diefstal in den nacht van 18 op 19 Oct. j.1. in het kantoor van de fa. Bierdrager, hout handel te Alkmaar, waarbij een bedrag van 213.89 werd vermist. Er bleken nog een 3e en 4e in 't complot betrokken te zijn zekere B. en Br. de laatste, die onlangs in het gemeentehuis te Egmond had ingebro ken. De beide verdachten gaven elkaar de schuld en deden elkaar verwijten. Ze ver klaarden echter zich gaarne onder hoede van de reclasseering te willen stellen. Nadat de heer D. Kaaijk als get. was ge hoord, wees de officier er op dat hier geen voorwaardelijke straf paste; by deze inbraak is de brandkast geforceerd. De officier vroeg voor elk een jaar gevangenisstraf. Mr. v. d. Loos vroeg voor Sch. en mr. H. Schuurman voor K. clementie, zoo mogelijk een voorw. veroordeeling. Aanrijding te Schagen. Dezelfde verd. S. H. K., stond nogmaals terecht inzake de aanrijding op 16 Oct. te Schagen, waarby een jonge vrouw werd ge wond. De officier had destijds 1 maand hechtenis en 1 jaar ontzegging van rijbevoegdheid ge vraagd en ondanks het welwillend rapport van den reclasseeringsambtenaar persisteer de hij by zijn eisch. In alle zaken uitspraak 10 Maart. Onder buitengewoon groote belang stelling is gisteravond in de groote zaal van „Bellevue" té Amsterdam de open bare protestvergadering gehouden, be legd door de afdeeling Amsterdam van de Liberale Staatspartij „De Vrijheids bond", naar aanleiding van het feit, dat door een lid der N.S.B., beheerder van den sigarenwinkel „Het Nederlandsch Sigarenbedryf de Driehoek" in de Kal- verstraat te Amsterdam, het blad „Der Stürmer" van Julius Streicher zij het op bedekte wijze werd verkocht. Twee bekende figuren van de Liberale Staatsparty, mr. W. C. Wendelaar, voor zitter en lid van de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal, zoomede het lid der Kamer, mr. G. A. Boon, hebben in deze vergadering het licht van hun oordeel over het gebeur de doen schijnen en een krachtig pleidooi gehouden voor het behoud van de geloofs vrijheid in ons land. Een aantal personen, dat tijdens de vergadering de orde trachtte te verstoren, werd met krachtige hand uit de zaal verwijderd, terwijl zich aan het ein de der bijeenkomst heftige incidenten voor deden, waarby de politie moest ingrijpen. Een inleidend woord sprak de voorzitter der afdeeling Amsterdam^ mr. K. Jansma, die er zijn blijdschap over uitsprak, dat zoovelen zijn opgekomen om stelling te ne men tegen het voortschrijdende anti-semitis- me in ons land. Spr. deed uitkomen, dat de N.S.B. zich gaandeweg in anti-semitische richting gaat bewegen en daartegen is krachtig verzet ge boden, opdat in Nederland de door de eeuwen heen bewaarde traditie, volgens welke ieders geloof wordt geëerbiedigd, ge handhaafd blyve. Mr. Wendelaar, vervolgens het woord verkrijgende, zeide, dat hij zich, ter voorbe reiding van zijn onderwerp van dezen avond, verplicht had gezien kennis te ne men van den inhoud van eenige exempla ren van „Der Stürmer". Spr. adviseerde de vergadering, dit voorbeeld niet na te vol gen, want die inhoud is onsmakelijk, walge lijk en goor! (Krachtig applaus). Het blad is zeide spr. in strijd met de menschelijke waardigheid, hetgeen hij, enkele rubrieken besprekende en passages voorlezende, aantoonde; erop wijzende, dat, 159. „Hebben jullie verstand van paarden?" vroeg ze. „We kunnen reuzen goed met beesten omgaan", ant woordde Pat. Hij bedoelde „honden en katten". „Mooi", zei de jonkvrouw. „Dan neem ik jullie in dienst. Ga maar naar den koetsier en zeg dat jullie de nieuwe stal jongens zijn. Jullie krijgen ook een uniform voor pal frenier". 160. De jongens gingen nu naar den stal en maakten kennis met den koetsier, die hun verschillende aanwij zingen betreffende hun werkzaamheden gaf.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 7