De verkoop van „Der Stürmer".
DE GEBROEDERS „GOCHEM"
Het vraagstuk der Duitsche dienstboden.
Voor Gretchen of Mizi moet een vergunning
betaald worden.
Neem Hollandsch personeel.
JUxALKZoJkw
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Binnenland
Protestvergadering te Amsterdam van den
Vrijheidsbond naar aanleiding van het ge
beurde in den door een N.S.B.-er beheerden
sigarenwinkel.
Mr. Wendelaar en Mr. Boon spreken.
Herlandsche geest komt in de N.S.B. tot uit
drukking, hij leeft in de harten van allen,
die een betere en rechtvaardiger maatschap
pen voorstaan.
Geen volk ter wereld is meer- of minder
waardig. 't Eene volk is niet beter dan het
ndere en wij hebben een eigen plaats op
deze wereld, een plaats, waarop we trotsch
ziin en waarvoor we zullen vechten, des
noods met den inzet van ons leven.
Zijn hier de N.S.B. en Mussert noodig,
z00 vraagt u. Moet juist het nat. soc. komen
om deze begrippen levend te maken? Ja, al
dus spr., want in de 40 jaar, die achter ons
liggen, is geen enkele andere party daartoe
in staat geweest en Mussert is de wekker
van dezen tyd. Hij zal het volk opheffen uit
zyn verval. Er zijn dan twee dingen: be
strijden of meestrijden. Bestrijden betee
kent bewust handelen in den geest van
Moskou, dus een in de kaart spelen van het
bolsjewisme. En we hebben de twijfelach
tige eer van 4 Tweede Kamerleden te ver
nemen, welk een hel op aarde dat zou be-
teekenen. Wilt ge dat niet, dan moet ge
mèt ons strijden; óp voor den komenden
dageraad, óp voor het heil van ons volk.
(Applaus.)
Franeker heeft ons geleerd, dat alles
tegen ons kan zijn, want daar gingen a.r.;
r.k.; s.d.a.p.; c.p.h.; chr. hist. en vrijz. dem.
hand in hand om een front te maken tegen
het nat. soc. Wie had eenige jaren geleden
gedacht, dat onze zinspeling op een even
tueel front Duymaer van TwistLou de
Visser ooit werkelijkheid zou worden? En
thans zien we gebeuren, waarover toen ge
lachen is.
40 Jaar lang hebben de Nederlandsche
marxisten gezongen van de verworpenen
der aarde, hebben ze gevochen voor een
klassestryd en zie, ze hebben gestreden
voor een simpele zeepbel, die uit elkaar ge
spat is en waarvan zoo goed als niets meer
over is.
Nü dan het nat. soc., dat het volk in zijn
geheel naar boven zal stuwen, niet met gods
lasterlijke stukken als „De Beul" of met
propaganda voor de rechtstreeksche hel op
aarde, doch door dit volk zijn geloof in een
betere maatschappij terug te geven. Wilt ge
het nat. socialisme, volgt dan Mussert. Hou
zee! (Langdurig applaus.)
Na een pauze van een half uur werden
ongeveer 30 schriftelijk ingediende vragen
door spr. beantwoord, waarna de kringlei
der nog een propaganda-woord sprak. Met
het zingen van een couplet van het Wilhel
mus was deze vergadering om ruim 11 uur
geëindigd.
(Van onzen R.-redacteur.)
Het zal nu niet zoo heel lang meer duren,
of ook het huispersoneel zal vallen onder
de wet van 16 Mei 1934 tot regeling van
het verrichten van arbeid door vreemde
lingen. Dat beteekent, dat in den loop van
deze of de volgende maand het houden van
een buitenlandsche dienstbode aan een
vergunning zal worden onderworpen, zoo
als dat nu ook reeds het geval is bij andere
bedrijfsgroepen. Voor zulk een vergun
ning, welker geldigheidsduur steeds aan
een termijn wordt gebonden, moet twee
gulden worden betaald en voor elke ver
lenging ervan één gulden.
Wanneer aldus ook voor het buitenland
sche huispersoneel het vergunningsstelsel
zal zijn ingevoerd, zal vrijwel het geheele
bedrijfsleven onder de toepassing van de
wet vallen, met uitzondering alleen nog
van het personeel van zee- en binnen
vaart. Minister Slingenberg heeft deze
nieuwe uitbreiding reeds aangekondigd in
de zitting van de Tweede Kamer van
Dinsdag 19 November j.1.; wij hebben
toen naar aanleiding van die mededeeling
reeds eenige artikelen gewijd aan dit on
derwerp, dat tamelijk diep ingrijpt in het
huiselijk leven van vele Nederlandsche
gezinnen. Men zal zich wellicht herinne
ren, dat we de meening hebben weergege
ven van het hoofdbestuur van de Neder
landsche vereeniging van huisvrouwen,
dat we iets hebben kunnen vertellen van
de cursussen voor dienstmeisjes, speciaal
die welke op sommige plaatsen in de pro
vincie Groningen op initiatief van burge
meester Buiskool van Delfzyl als ryksin-
specteur voor de werkverschaffing zijn
opgericht, en dat we tenslotte ook hebben
geschreven over hetgeen ons de directeur
van de afdeeling werkloosheidsverzekering
en arbeidsbemiddeling van het departe
ment van sociale zaken, ir. R. A. Verwei,
over deze materie had medegedeeld.
De spoedig te verwachten invoering van
deze uitbreiding van het vergunningsstel
sel is voor den heer Verwey aanleiding ge
weest tot het beleggen van een perscon
ferentie in overleg met den regeerings-
persdienst, waar het vraagstuk van den
arbeid van buitenlandsche dienstbdeno en
de vervanging van het buitenlandsche
huispersoneel door Nederlandsche arbeids
krachten van verschillende kanten is be
licht en uitvoerig is besproken. Daarbij
hebben wy uiteraard veel vernomen, dat
onzen lezers uit hetgeen we hier reeds
vroeger over publiceerden bekend is.
Opnieuw is er de nadruk op gelegd, dat
volledige toepassing van de wet van 16
Mei 1934 geenszins beteekent verwijdering
van alle vreemde arbeidskrachten, doch
voornamelijk het verplicht stellen van een
arbeidsvergunning. In vier koninklijke be
sluiten zyn reeds soorten van arbeid aan
gewezen, welke werkgevers niet door
vreemde arbeidskrachten mogen laten
verrichten zonder schriftelijke vergunning
van den directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering er arbeidsbe
middeling. Daar komt nu straks de arbeid
in huiselijke diensten bij. In de meeste
gevallen is de practijk zoo, dat de ge
vraagde vergunning wordt verleend, doch
het gevolg van de wet is toch reeds ge
weest een vrij belangrijke afneming van
het aantal buitenlandsche arbeidskrach
ten, doordat een strenger toepassing der
wet wordt in acht genomen bij de nieuwe
lingen. Practisch komen er dan ook geen
nieuwe meer bij.
Speciaal ten opzichte van Duitschland
verkeert ons land in een ongunstige posi
tie. De verhouding is namelijk zoo, dat
er hier naar schatting 90.000 Duitsche ar
beidskrachten werk vinden tegen 20.000
Nederlandsche in Duitschland. Sedert ja
ren wordt er evenwel naar gestreefd, deze
verhouding in een voor Nederland gunsti-
gen zin te wijzigen. Er is een regeling ge
troffen met de Duitsche regeering, welke
ten doel heeft de toeneming van de werk
zaamheid van Nederlanders in dit land te
bevorderen en de afneming van de werk
zaamheid van Duitsche onderdanen hier
te lande. Het brengen van het huisperso
neel onder de wet kan hierbij, wegens het
groote percentage dienstmeisjes, dat onder
deze vreemde arbeidskrachten is begre
pen, een g" ^-"'gen invloed hebben. Im
mers de heeft hierbij een wapen
in de h"> -p dit g?b!ed regelend op
te treden.
De groote vraag bij dit alles is en blijft
echter: zijn er voldoende Nederlandsche
arbeidskrachten beschikbaar, om de plaat
sen der buitenlandsche in te nemen? Ter
wijl er honderdduizenden Nederlandsche
mannen werkloos zijn, is het aantal werk
looze Nederlandsche vrouwen, dat bij de
verschillende arbeidsbeurzen is opgegeven,
aanmerkelijk kleiner dan dat van de in
Nederland werkzame buitenlandsche
•vrouwen.
Op 25 Januari 1936 waren bij de orga
nen van de openbare arbeidsbemiddeling
ingeschreven 453.900 werklooze mannen
en 21.100 werklooze vrouwen. In de be
drijfsgroepen, die tot nu toe onder de wet
op de buitenlandsche arbeidskrachten val
len waren tot 8 Februari van dit jaar
14.051 vergunningen aangevraagd voor
den arbeid van buitenlandsche vrouwen.
Telt men daar nu de naar schatting onge
veer 30.000 buitenlandsche dienstboden bij,
dan ziet men, dat al deze plaatsen onmo
gelijk door landgenooten zouden kunnen
worden vervuld.
Toch is het wenschelijk. om zooveel mo
gelijk Nederlandsche vrouwen den hier
beschikbaren arbeid te laten verrichten,
omdat dit de zorgen van Nederlandsche
gezinnen kan verlichten. Het is echter een
feit, dat de jonge vrouwen en meisjes van
het dienstbodenvak vervreemd zijn. In vele
werklooze gezinnen zyp meisjes," die wat
den leeftijd betreft voor het verrichten van
huiselijke loondiensten in aanmerking zou
den komen, doch die liever thuis blijven
rondhangen en er overigens momenteel de
geschiktheid voor missen, om als dienst
meisje een plaats te vinden. Op verschil
lende wyzen wordt getracht, daarin ver
andering te brengen.
We hebben in onze vorige artikelenserie
reeds kunnen melden, dat by den hoogen
raad van arbeid thans in onderzoek is een
voorontwerp van wet op de vrouwelijke
arbeidskrachten, waarmee beoogd wordt,
meisjes beneden 16 jaar geen arbeid in een
fabriek of werkplaats of op een kantoor te
laten verrichten, behoudens in de gevallen,
waarin dit bij algemeenen maatregel van
bestuur zal zijn toegestaan en met dien
verstande, dat het verbod niet zal gelden
voor meisjes, die op het tijdstip, waarop de
wet in werking treedt, den leeftijd van 14
jaar bereikt hebben. Voorts wordt daarbij
beoogd, de mogelijkheid te scheppen, soor
ten van arbeid aan te wijzen, welke door
een meisje of door een vrouw niet of
slechts onder bepaalde voorwaarden mo
gen worden verricht, en wel soorten van
arbeid, die tot voor weinige jaren uitslui
tend door mannen verricht werden of die
om physieke of psychische redenen eigen
lijk voor vrouwen minder geschikt zijn.
Het overleg in den hoogen raad van ar
beid heeft inmiddels nog steeds niet tot een
advies aan den minister geleid, waaruit
wel blijkt, hoe ongewikkeld deze materie
is.
Is de leeftijd van 16 jaar te laag of te
hoog? Volgens sommigen moet het verbod
minstens tot 18 jaar worden uitgebreid,
omdat meisjes van 14 tot 16 jaar nog geen
geschikte dienstboden zijn geworden en
zij dan weer al te spoedig naar de fabriek
zu 'en gaan, wanneer de gelegenheid zich
daartoe voordoet. Hiertegen kan echter
woiden opgemerkt, dat het niet de bedoe
ling is, om de meisjes te dwingen dienst
bode te worden, en men het ook niet aan
de fabrikanten volledig onmogelijk wil
maken om jonge vrouwelijke arbeids
krachten te bekomen voor die werkzaam
heden, die daarvoor geschikt zijn. Er zijn
aan den anderen kant zelfs nu reeds werk
gevers, die vreezin, dat de leeftijd van
zestier jaar voor sommige werkzaamheden
te hoog zal blijken te zijn. Men verwacht
er evenwel van een beperking van den
toeloop van meisjes naar fabrieken en kan
toren en een zoeken door vele van die
meisjes van een werkkring in huiselijke
diensten. Uiteraard zal de minister van
sociale zaken zijn houding ter zake eerst
definilief bepalen, nadat de hooge raad
van arbeid zijn advies zal hebben uitge
bracht.
Hiermede kan men echter onmogelijk
volstaan. Het vergeten beroep dient in eere
te worden hersteld. Daarom zal meer dan
tot nu toe het geval is, aandacht moeten
woraen gewijd aan de cursussen, zooals
die reeds in verschillende deelen van ons
land zijn ingericht, ter opleiding voor
dienstbode. Ook de nijverheidsscholen voor
huishouden leiden dienstboden op. Daar
naast echter, en veelal met medewerking
van het aan die scholen verbonden onder
wijzend personeel en van plaatselijke
vrouwenvereenigingen, zyn deze aparte
cursussen tot stand gekomen.
Tot dus ver zijn nog slechts eenige hon
derden meisjes, die aan die cursussen heb'
ben deelgenomen, geplaatst. Indien de or
ganisatie van die cursussen zoodanig wordt
uitgebreid, dat er rond 2000 dienstboden
per jaar ha*r opleiding ontvangen, dan
mag gelet op het aantal buitenlandsche
dienstboden en het natuurlijk verloop on
der haar, die dit vak uitoefenen, door
huwelijk en vertrek naar het buitenland
worden aangenomen, dat meer dan dat
aantal plaatsing kunnen vinden in betrek
kingen, welke volgens de practijk van de
laatste jaren door nieuw uit het buitenland
komende meisjes zouden werden vervuld.
Uit den aard van de zaak is een meisje, dat
zoo'n cursus (die meestal twaalf weken
duurt) heeft doorloopen, nog niet in haar
vak volleerd. De medewerking van huis
vrouwen is dan ook noodig voor verdere
vorming en voor het aankweeken van lief
de voor het vak.
Van groot belang is echter ook een zorg
vuldige arbeidsbemiddeling door de orga
nen van de openbare arbeidsbemiddeling,
desgewenscht ook van zonder winstoog
merk werkende instellingen van bijzonde
re arbeidsbemiddeling voor dienstboden.
Het ligt nu in de bedoeling, voor zoover
dat in verband met de cursussen noodig is,
de organisatie van de openbare arbeidsbe
middeling aan te vullen door de benoeming
van arbeidsbemiddelaarsters voor vrou
wen. Reeds zijn hiertoe, zooals men weet,
in de provincie Groningen en in Noord
brabant dames aangesteld.
Op deze wijze hoopt men in het tekort
van Nederlandsche dienstmeisjes te kun
nen voorzien, waardoor op den duur het
aantal buitenlandsche arbeidskrachten zal
kunnen verminderen. Dat dit langzaam
gaat. zal ieder begrijpen, die eenig inzicht
heeft in de-* 5 materie. Het begin is echter
aanwezig. In samenwerking van de over
heid en de verschillende belanghebbende
lichamen zal dit werk verder dienen te
worden ontwikkeld.
NOTARIS VAN VERDUISTERING
VERDACHT.
Gistermiddag stond voor de Leeuwar-
densche rechtbank terecht A. F., oud-no
taris te Langweer, thans te Apeldoorn, ver
dacht van verduistering van twee bedragen
van ongeveer 3500 en 500, hetgeen den
verdachte was betaald als aflossing van 'n
geldleening van 4.000 onder hypothecair
verband, subsidiair van verduistering van
een bedrag van 2300, hetgeen den notaris
eveneens was overhandigd om af te dragen
aan een zijner clienten, die dat bedrag als
hypotheek op een 'stuk weiland had ver
leend. De Officier Van Justitie vorderde
tien maanden gevangenisstraf.
Sierteeltcentrale-wee.
Als een kweeker bij de Sierteeltcentrale
een vergunning heeft aangevraagd dan be
gint hij in den regel direct maar te teelen,
want hij weet, dat op een antwoord uit Den
Haag byna niet te wachten valt. Zoo ge
beurt het dan ook meestal, dat de gevraag
de vergunningen afkomen, wanneer de
bollen, waar de vergunning voor diende, al
uitgebloeid, soms al gerooid zijn.
Ongeveer zoo verging het den jeugdigen
bollenkweeker Piet J. K. uit Bovenkarspel,
die met het oog op zyn trouwplannen in '34
een vergunning voor het teelen van bollen
aanvroeg, in de hoop, dat als hy met Mei
35 in het huwelijksbootje zou stappen, de
vergunning er zou zijn. Zooals algemeen
gebruikelijk, begon hij alvast maar te tee
len in de goede hoop, dat de vergunning
zal af komen. Die kwam ook af, maar. te
laat, pas in Juni '35, toen hij reeds een pro
ces-verbaal te pakken had voor het teelen
zonder vergunning. De kantonrechter te
Hoorn veroordeelde hem deswege tot 300
of 30 dagen, tegen welk vonnis de jonge
kweeker thans in beroep kwam.
De Officier betoogde, nadat de rechtbank
zich geruimen tijd in de ingewikkelde sier
teelt-affaire vermeid had, dat hier bij den
verd. niet voorzat een ontduiking der be
palingen, doch dat verd. inderdaad alle
moeite gedaan had, om te doen, wat hij
doen moest. De hooge geldboete achtte de
Off. dan ook niet gemotiveerd; hij vroeg
weliswaar bevestiging van het kanton-
rechterlijk vonnis, maar met reduceering
van de geldboete tot 15 of 10 dagen.
Stroopers in verzet.
Minder succes hadden de Egmond aan
Zeesche visschers, die in verzet waren ge
komen tegen het vonnis van den kanton
rechter wegens stroopery.
Willem Zw. was door den kantonrechter
wegens strikkenzetten en het opgeven van
een valschen naam veroordeeld tot 20
of 15 dagen en 10 of 6 dagen; Leendert
BI. wegens strikken zetten tot 25 of 20
dagen, 'n Honderdtal strikken van beide
stroopers samen lag als stukken van over
tuiging op de groene tafel. De Officier
vroeg bevestiging van beide vonnissen.
Slachtoffers van den gladden weg.
Op den eersten Kerstdag kwam de bus
van de Waco, dienst HoornEnkhuizen, by
den Overweg „De Buurt" te Venhuizen
tengevolge van den gladden weg in aanra
king met de motortram, die daar passeer
de. De chaffeur in lossen dienst Corn. W.
had op het laatste moment de tram zien
aankomen, remde, doch door den gladden
weg reed de autobus door met het bekende
gevolg.
Hem was ten laste gelegd, dat door zijn
schuld gevaar was ontstaan voor ontsporing
van de stram en gevaar voor de passagiers
der beide voertuigen.
Verd. beriep zich op den gladden wegen
werd hierin gesteund door enkele gewone
getuigen a décharge, die verklaarden, dat
de weg glad was en dat dien Kerstmorgen
niet gestrooid was; slechts de veldwachter
Rustenburg verklaarde het tegendeel. Verd.
had kalm gereden. De trambestuurder reed
met 5 K.M. snelheid en de Officier vroeg
terecht, of deze niet had kunnen stoppen,
toen hy den buschauffeur in moeilijkheden
zag. De Officier trok grove schuld van den
buschauffeur in twijfel, gezien de gladheid
van den weg en vroeg derhalve vrijspraak.
Niet bewezen.
Uit de getuigenverklaringen achtte de
Officier niet bewezen de aan Chr. H. K. te
Den Helder tenlaste gelegde diefstal van 'n
autoband op den Fortweg te Den Helder in
Sept. '35, zoodat ook hier vrijspraak werd
gevraagd.
Ten uitvoer werd gelegd de voorw. straf
van 10 mnd. tegen D. H. PI.
Aanrijding op den Schagerweg.
In de middagzitting stond terecht de 21-
jarige Fr. H. J. de Gr., chauffeur uit den
Helder, wegens toebrengen van lichamelijk
letsel. In den nacht van 24 op 25 Nov. had
hy op den Schagerweg te Schagerbrug
volgens de dagvaarding te snel, roekeloos
en onverantwoordelijk hard gereden met een
slecht verlichte auto, nadat hij in café „De
Moriaan" te Schagen in 2 uur tijd vijf
citroenbittertjes had gebruikt en tengevolge
daarvan den arbeider G. Kuit aangereden,
die daardoor kneuzingen aan enkel en heup
en 'n hoofdwond opliep en geruimen tijd z'n
werk niet kon doen.
Uit het getuigenverhoor bleek ook, dat de
remmen niet in orde waren. Door het
slachtoffer Kuit was een eisch tot schade
vergoeding ingediend tot een bedrag van
ruim 100.
Nadat de president verd. op zijn tekortko
ming, ook tegenover zyn jong gezin, heeft
gewezen, hield de officier requisitoir, dat
Criais-publicatie.
AANVRAGEN VOOR RESTITUTIE
MOETEN VOOR 16 MAART WORDEN
INGEDIEND.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale
maakt bekend, dat eventueele aanvragen
voor restitutie krachtens de Crisis-Restitu
tiebeschikking 1934 XIII (consumptieaard
appelen, verstrekt door instellingen van
liefdadigheid) vóór 16 Maart 1936 moeten
zijn ingediend. Aanvragen na dien datum
ingediend, kunnen niet meer in behandeling
worden genomen.
begrijpelijkerwijs niet malsch was. Verd.
was door het gebruik van alcohól niet pa
raat; dit was te erger, omdat verd. beroeps
chauffeur is. Na het ongeval was verd. door
gereden. Evenmin als voor zijn gezin, had hij
gevoel voor z'n slachtoffer. Het was onver
antwoordelijk rijden. Spr. requireerde 3
maanden hechtenis en 1 jaar ontzegging van
rijbevoegdheid.
Mr. Bulskool, toegevoegd verdediger, achtte
het mogelijk, dat het naar links uitwijken
van een wielrijder, verd. heeft misleid. Hij
bepleitte clementie na erop gewezen te heb
ben, dat drankmisbruik niet bewezen was.
Visschen met aaldobbers.
Door den kantonrechter was St. H. V. uit
Oudorp tot 20 subs. 18 dagen veroordeeld
wegens het visschen met aaldobbers in ver
boden water. Na verhoor van H. Bleyendaal
vroeg de officier bevestiging. Onder protest
moest de schreeuwerige Steven de zaal uit
gezet worden.
Inbraak bij Bierdrager.
Voorts stonden terecht de beide gedeti
neerden Chr. Sch. 35 jaar en S. H. K. 26 jaar,
beide uit Alkmaar, wegens inbraak met
diefstal in den nacht van 18 op 19 Oct. j.1.
in het kantoor van de fa. Bierdrager, hout
handel te Alkmaar, waarbij een bedrag van
213.89 werd vermist. Er bleken nog een 3e
en 4e in 't complot betrokken te zijn
zekere B. en Br. de laatste, die onlangs in
het gemeentehuis te Egmond had ingebro
ken. De beide verdachten gaven elkaar de
schuld en deden elkaar verwijten. Ze ver
klaarden echter zich gaarne onder hoede
van de reclasseering te willen stellen.
Nadat de heer D. Kaaijk als get. was ge
hoord, wees de officier er op dat hier geen
voorwaardelijke straf paste; by deze inbraak
is de brandkast geforceerd. De officier vroeg
voor elk een jaar gevangenisstraf.
Mr. v. d. Loos vroeg voor Sch. en mr. H.
Schuurman voor K. clementie, zoo mogelijk
een voorw. veroordeeling.
Aanrijding te Schagen.
Dezelfde verd. S. H. K., stond nogmaals
terecht inzake de aanrijding op 16 Oct. te
Schagen, waarby een jonge vrouw werd ge
wond.
De officier had destijds 1 maand hechtenis
en 1 jaar ontzegging van rijbevoegdheid ge
vraagd en ondanks het welwillend rapport
van den reclasseeringsambtenaar persisteer
de hij by zijn eisch.
In alle zaken uitspraak 10 Maart.
Onder buitengewoon groote belang
stelling is gisteravond in de groote zaal
van „Bellevue" té Amsterdam de open
bare protestvergadering gehouden, be
legd door de afdeeling Amsterdam van
de Liberale Staatspartij „De Vrijheids
bond", naar aanleiding van het feit, dat
door een lid der N.S.B., beheerder van
den sigarenwinkel „Het Nederlandsch
Sigarenbedryf de Driehoek" in de Kal-
verstraat te Amsterdam, het blad „Der
Stürmer" van Julius Streicher zij het
op bedekte wijze werd verkocht.
Twee bekende figuren van de Liberale
Staatsparty, mr. W. C. Wendelaar, voor
zitter en lid van de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal, zoomede het lid der Kamer,
mr. G. A. Boon, hebben in deze vergadering
het licht van hun oordeel over het gebeur
de doen schijnen en een krachtig pleidooi
gehouden voor het behoud van de geloofs
vrijheid in ons land. Een aantal personen,
dat tijdens de vergadering de orde trachtte
te verstoren, werd met krachtige hand uit
de zaal verwijderd, terwijl zich aan het ein
de der bijeenkomst heftige incidenten voor
deden, waarby de politie moest ingrijpen.
Een inleidend woord sprak de voorzitter
der afdeeling Amsterdam^ mr. K. Jansma,
die er zijn blijdschap over uitsprak, dat
zoovelen zijn opgekomen om stelling te ne
men tegen het voortschrijdende anti-semitis-
me in ons land.
Spr. deed uitkomen, dat de N.S.B. zich
gaandeweg in anti-semitische richting gaat
bewegen en daartegen is krachtig verzet ge
boden, opdat in Nederland de door de
eeuwen heen bewaarde traditie, volgens
welke ieders geloof wordt geëerbiedigd, ge
handhaafd blyve.
Mr. Wendelaar, vervolgens het woord
verkrijgende, zeide, dat hij zich, ter voorbe
reiding van zijn onderwerp van dezen
avond, verplicht had gezien kennis te ne
men van den inhoud van eenige exempla
ren van „Der Stürmer". Spr. adviseerde de
vergadering, dit voorbeeld niet na te vol
gen, want die inhoud is onsmakelijk, walge
lijk en goor! (Krachtig applaus).
Het blad is zeide spr. in strijd met
de menschelijke waardigheid, hetgeen hij,
enkele rubrieken besprekende en passages
voorlezende, aantoonde; erop wijzende, dat,
159. „Hebben jullie verstand van paarden?" vroeg ze.
„We kunnen reuzen goed met beesten omgaan", ant
woordde Pat. Hij bedoelde „honden en katten". „Mooi",
zei de jonkvrouw. „Dan neem ik jullie in dienst. Ga
maar naar den koetsier en zeg dat jullie de nieuwe stal
jongens zijn. Jullie krijgen ook een uniform voor pal
frenier".
160. De jongens gingen nu naar den stal en maakten
kennis met den koetsier, die hun verschillende aanwij
zingen betreffende hun werkzaamheden gaf.