s 8 8 8 £xuuU en JmhOguw #©ooeo® Jladioptoqtamma O OteuilCeion Die Houten Klaas ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 9 MAART 1936 Een tijd van onzekerheid. Alkmaarsche Exportveiling. Algemeene Vergadering op Zaterdag j.l. in 'tGulden Viies. Het is wel een onzekere tyd waarin wij leven. Wy zyn wel eens gelukkige schep selen genoemd, omdat juist in ons levens tijdperk de techniek de wonderen gebracht heeft, waarvan de wereld tot in lengte van tyd zal profiteeren. Hebben wy niet de eerste vliegtuigen de lucht in zien gaan en is het ook niet ons geslacht, dat de eerste klanken draadloos heeft opgevangen?,, Helaas, dit is niet alleen een tyd, die het nageslacht in dankbaarheid zal herdenken, het is ook een tijd van groote onzekerheid en daarbij van werkloosheid en ontwrich ting van cultureel en maatschappelijk leven. Wij ouderen hebben de verschrikkingen van den wereldkryg van nabij kunnen aanschouwen en wy allen hebben nu een reeks van jaren de ellende van de vreese- hjke crisis leeren kennen, die de zorgen van land en volk steeds zwaarder heeft gemaakt en waarvan het einde nog altijd niet te zien is. In dit tydperk van depressie, nu alle volkeren zich aaneen moesten sluiten om gezamenlijk de lasten te dragen en ze door internationale verbroedering te verlichten, is de toestand in en buiten Europa vol span ning en nervositeit. De grenzen zyn voor handel en verkeer meer afgesloten dan ooit te voren, in alle landen is men op zelfbehoud uit en weert den vreemdeling en zyn waren. Handel en export zyn ontwricht, kapitalen zijn verloren gegaan en erger dan dat is het feit, dat meer en meer een zeker angst gevoel zich van de volkeren meester maakt, dat het wantrouwen groeit, dat men elkaar steeds meer als vijanden gaat beschouwen en dat men daardoor, in een tyd nu het geld voor werkloosheid en sociale maatregelen meer dan noodzakelijk is, millioenen be steedt aan het opvoeren der bewapening en het versterken van de grenzen. Men heeft in den roes der overwinning verdragen gedicteerd, die door een verslagen mogendheid geaccepteerd moesten worden, maar die, bijna twintig jaar na den wereld oorlog, herziening behoefden. Geen mogend heid, die zich hersteld heeft en zich bewust is van zyn vroegere kracht en zijn vroegere beteekenis, laat zich op den langen duur als overwonnene behandelen en verdraagt ver nederende bepalingen, die met het groeiend machtsbewustzijn van het volk in onafwend baar conflict moeten komen. En daarnaast staat een mentaliteit, die van kracht en durf mag getuigen, maar die toch niet diegene is waarmee de volken bondsgedachte in overeenstemming is te brengen. Men sluit geen verdragen om ze zonder waarschuwing te verbreken, ook al is men nog zoo overtuigd, dat men door bespre kingen en onderhandelingen niet spoedig tot een practisch resultaat zal komen. Door Duitschlands eigenmachtig optreden is het Ethiopische avontuur in weinige uren op den achtergrond geraakt. Er zijn ern stiger conflicten, meer in onze nabijheid, confliten, die bij onvoorzichtige behande ling een nieuwen wereldbrand kunnen ont ketenen. Duitschland stelt zich op het standpunt, dat, nu het in eer en oude rechten hersteld is, het tydperk der gelykberechtigdheid is aangebroken waarop de staten in Europa, met uitzondering van die waarin het bolsje wisme hoogty viert, om de tafel van den Volkenbond kunnen plaats nemen om als goede buren en goede vrienden de maatre gelen te nemen welke de rust in Europa zullen doen wederkeeren en de angst zullen doen verdwijnen. Men kan daarop reageeren door verbol genheid en machtsvertoon en ongetwij feld geeft de verdragsschennis daartoe het recht maar men moet zich terdege af vragen, wat door een dergelijk optreden ten slotte bereikt kan worden. Niemand verlangt de verschrikkingen van den oor log opnieuw te leeren kennen en elk ge welddadig optreden tegen een staat, die door zijn leiders tot het toppunt van machts bewustzijn is opgezweept, kan de vonk zijn, die het Europeesche kruitvat doet springen. Nu reeds trekt Frankrijk de verloven in en brengt het de bezettingen der vestingen op groote sterkte, alsof de Duitschers van plan waren de legercorpsen, waarmede zij de gedemilitariseerde zóne van het eigen rijk bezet hebben, morgen op weg naar Parijs te sturen. Het is Engelands hoogst verantwoordelijke taak hier regelend en onderhandelend op te treden, opdat geen onberaden stap ons allen in het verderf zal storten. Er zyn van Duitsche zijde voorstellen ge daan, die op een ernstig streven wijzen van nu af aan in vrede en vriendschap samen te leven met allen, die in de laatste jaren een wedloop in bewapening hebben ge houden. Er zyn voorstellen, die, wanneer ze tot stand komen, een ontspanning kunnen brengen en het is alleen maar weer de vraag in hoeverre men nieuwe verdragen zal kunnen sluiten met een mogendheid, die dergelijke overeenkomsten als van nul en geener waarde besehouwt, zoodra de om standigheden een optreden in anderen zin wenschelyk maken. In dén tijd van spanning, waarin wij nu al jaren leven, is thans een hoogtepunt bereikt, waarin wij ons zorgvol afvragen, wat de dag van morgen zal kunnen brengen. Moge door een bezadigd optreden van Engeland en andere Europeesche staten geen onberaden stap tot het uitlokken van nieuwe en wellicht niet meer door woorden oplosbare conflicten leiden. De volkeren hebben al zoo veel geleden, dat een nieuwe oorlog de vernietiging van alles zal beteekenen, wat in cultureel of economisch opzicht tot dusver nog van waarde is gebleven. De heer S. van der Stok, voorzitter, uit Nieuwe Niedorp, heette alle aanwezigen welkom, o.w. de heer van Slingerland als vertegenwoordiger der gemeente Alkmaar en de heer P. Klant namens de Prov. com missie uit de veilingen in Noordholland. Een terugblik werpende op het vervlogen jaar, zei spr., dat 1935 voor den tuinbouw buitengewoon slecht was en dat de vooruit zichten voor 1936 ook al slecht zyn. De hooge invoerrechten maken export zeer moeilijk. Een klein lichtpuntje is, dat Ame rika de invoerrechten belangrijk verlaagde, maar het is de vraag of onze tuinbouwpro ducten daarvan zullen kunnen profiteeren. Met een herinnering aan de rode van den directeur-generaal van den landbouw, zei spr., dat hem was opgevallen het „slag woord, dat blijkbaar in Den Haag is uitge vonden", n.1. „de tuinbouw moet zich aan passen". Hoe dat zal moeten, kon spr. niet zeggen, want de arbeiders worden naar huis gestuurd en de tuinders hebben geen in komsten meer. Van de reisbelasting vreesde spr. ook al nadeel voor den tuinbouw en hij hoopte, dat de minister ook hier in zyn financieel beleid het woord „aanpassen" zal blijken te verstaan. Spr. memoreerde het overlijden van den ouden heer Jonker, chauffeur van de vei ling (onlangs gestorven), aan wiens nage dachtenis hij een hartelijk woord wijdde, vol lof sprekende over diens groote bereid willigheid. Met den wensch, dat 1936 voor den tu'n- der beter zal worden dan '35, opende spr. de door een 40-tal aandeelhouders bezochte vergadering, waarna de directeur der veiling, de heer E. Mak, de notulen voorlas, welke onveranderd werden vastge steld. Het jaarverslag, voorgelezen door den directeur, deelde me de, dat door de herkiezing van den heer Kluft tot commissaris geen wijziging in het bestuur was gekomen. Het bestuur was negen keer bijeen geweest en er was é»n algemeene vergade ring gehouden. De omzet over 1935 was 266.343.41 geweest, d.i. 13.615.09 minder dan in 1934, grootendeels gevolg van lang durige droogte en misgewas. De aanvoer van fruit was toegenomen. De boekwaarde van de emballage bedroeg op 1 Jan. 1.1. 6200. De bruto-winst der veiling was over 1935 9715.43; het bestuur stelde voor 5 pCt. di vidend uit te keeren op de aandeelen 1 tot en met 714, te reserveeren 152.35, uit te betalen een tantième eveneens 152.35 en de rest (groot 8699.73) te besteden voor afschrijving op de bezittingen der vennoot schap. De heer B r a s se r vroeg of in de balans ook de steun was opgenomen als omzet. Bezwaar had spr. tegen den post „loonen". Een directeur voor de veiling was niet noo- dig, meende spr., men zou kunnen volstaan met één functionnaris voor de beide func ties van boekhouder en directeur. Er moet nu eenmaal bezuinigd worden. Spr. protesteerde ertegen, dat z.i. door het geven van fooien aan het personeel der veiling het vlot afdoen van zaken kan wor den bespoedigd. Hy meende, dat men die menschen wel kan missen, wat ook bezuini ging zou geven. De voorzitter verzette zich tegen deze bespreking, die bij het punt „balans" kan worden gevoerd. Het jaarverslag werd hierna goedge keurd. De balans. De heer Brasser kwam weer met zyn bovengenoemd bezuinigingsvoorstel. De voorzit te r zei, dat eventueele voorstellen vóór de vergadering schriftelijk hadden moeten zijn ingediend. Als de heer Brasser zijn voorstel wilde handhaven, kon hy dit bij de rondvraag indienen, waarna het bestuur het zal onderzoeken. De balans, sluitend op 53.114.50, werd hierna goedgekeurd, evenals de exploitatie rekening, welke sloot op een bedrag van 32.928.49. Het bestuursvoorstel tot uitkeering van 5 pCt. dividend op de volgestorte aandeelen werd goedgekeurd. Bestuursverkiezing. Als bestuursleden moesten periodiek af treden de voorzitter en de heer G. van Slin gerland (afgevaardigde voor de gemeente Alkmaar). De tuindersvereeniging „Schermerhorn en Omstreken" had den wensch te kennen ge geven tot nauwere samenwerking met de veiling en daartoe vertegenwoordiging in het bestuur gevraagd, waarvoor werd aan bevolen de heer A. Kluft te Schermerhorn. Speciaal deze candidatuur werd door den voorzitter aanbevolen, als blijk van groeienden invloed van de veiling. De vergadering keurde zonder stemming goed, dat het bestuur met één lid zal wor den uitgebreid, om het opnemen van een vertegenwoordiger van de tuindersvereeni ging te Schermerhorn mogelijk te maken. Bij de hierop volgende stemming werden de heeren van der Stok en van Slingerland herkozen en de heer Kluft gekozen, allen met vrijwel algemeene stemmen. Rondvraag. De heer Potgieser (Oudorp) wilde 't personeel der veiling niet afdanken, maar uitbreiden met twee personen, omdat z.i. het werk te veel omvattend is voor drie man, zooals tot dusver. De heer Brasser verdedigde zijn reeds bij een vorig punt gedaan voorstel tot op heffing van de functie van het personeel der veiling. Hij gaf daarbij voorbeelden van wat hy noemde het aannemen van steek penningen; zelfs gebruikte hij het woord „verduistering", in een geval, waarbij hy een bak met groenten had laten staan. De heer J. de Vries klaagde erover, dat menschen, die met de veiling heelemaal niets te maken hebben, aan de aangevoerde producten gaan trekken. Dit geeft aanlei ding tot gewichtsvermindering en zelfs al geheel verdwijnen van sommige artikelen. Hij wilde de betrokken personen den toe gang tot de veiling doen ontzeggen. Wat doen die „menschen met een zak voor ko- nynenvoer" aan de veiling? vroeg spr. De heer Noort was van meening, dat het wegnemen van groenten door bedoelde menschen niet zoo erg is als sommigen wel meenen. Hij had eens een man, van wien iemand zeide gezien te hebben dat hij iets had weggepakt, den zak laten omkeeren en toen bleek dat er niets dan losse blaadjes in waren, welke gewoon van den grord wa ren opgeraapt. De voorzitter erkende, dat in den zo mer wel eens lang moet worden gewacht aan de veiling tengevolge van het geringe aantal personen dat er werkzaam is. Het be stuur zal uitbreiding in de zomermaanden overwegen. Tot den heer de Vries zei spr., dat het be stuur aandacht aan de klacht zal schenken. De heer Mak zei tot den heer Brasser, dat hij diens klacht zal onderzoeken. Hij had nog niet eerder gehoord van het aanne men van steekpenningen en fooien door het personeel der veiling. Wat betreft uitbreiding van het personeel zei spr., dat hij daarvoor huiverig is, want als regel zijn er werkkrachten voldoende. Voor de overdrukke dagen verzocht spr. de Dinsdag 10 Maart. HILVERSUM, 1875 M. (AVRO- uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwij ding en gr.pl. 10.30 Piano-recital. 11.RVU.: Lezing. 11.30 Kovacs Lajos' orkest. 12.45 Gr.pl. 1.Om roeporkest en voordr. 3.Knip cursus. 4.Viool en piano. 4.30 Kinderkoorzang. 5.05 Voor de kin deren. 5.30 VPRO: Bijbelvertelling. 6.Gr.pl. 6.30 RVU: Causerie. 7. Voor de kinderen. 7.05 Radio- Volkszang. 7.30 Engelsche les. 8. Ber. 8.10 Cabaret. 9.25 Hoorspel. 10.35 Bridgeles. 11.Ber. 11.10 12.Kovacs Lajos' orkest. HILVERSUM, 301 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30—12.— Godsd. halfuur. 12.15 KRO-Melo- disten. 1.Gr.pl. 1.15 KRO-orkest. 2.Vrouwenuur. 3.Modecursus. 4.-5.— Gr.pl. 5.05 KRO-boys. 5.45 Gr.pl. 6.KRO-Melodisten. 6.40 Lezing en ber. 7.15 Lezing. 8. Lijdensmeditatie. 9.Ber. 9.10 KRO-orkest en soliste. 9.50 Gr.pl. 10.10 Cello-recital. 10.30 Ber. 10.33 KRO-orkest. 11.0512.Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50 Orgelspel. 12.10 Het Wethmar-trio. 12.50 Gr.pl. 1.20—2.20 BBC-Welsch orkest. 3.153.35 Jack Wilson's kwintet. 4.20 Lezing. 4.40 Alt en strijkkwartet. 5.35 Dansmuziek. 6.20 Ber. 6.50 Oude muziek. 7.15 Fransche les. 7.50 Lezing. 8.20 Rep. 8.40 Radiotooneel. 8.50 Geral- do's orkest en solisten. 9.50 Ber. 10.20 Lezing. 10.40 Het Bridge- water-kwintet en soliste. 11.35 Dansmuziek. 12.0512.20 Rep. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 2.50 Gr.pl. 4.20 Zang. 4.35 Piano-recital. 8.50 4.50 Gr.pl. 5.50 Orkestconoert. Operette-uitz. KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon cert 11.20 Omroeporkest. 1.35 Schrammelconcert. 3.20 Lezingen en muziek. 5.20 Omroeporkest en solisten. 7.30 Omroepkleinorkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Zigeunermuziek. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Dansmuziek 6.35 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Hoorspel. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.50 2.20 Gr.pl. 5.20 Zigeunermuziek. 5.50 Gr.pl. 6.40 Rep. 8.20 Klein- orkest. 10.3011.15 Grpl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 „Marz", maandoverzicht. 8.20 Dansmuziek. 9.20 Ber. 9.50 Gr.pl. 10.05 Weerber. 10.2011.20 Dans muziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.9.20, Keu len 9.20—9.35, D.sender 9.35—11.20, Kalundborg 11.2012.20, Brussel VI. 12.20—15.05, Parijs R. 15.05— 17.20, Brussel VI. 17.20—18.50, Pa rijs Radio 18.50—19.25, Beromün- ster 19.25—21.30, Weenen 21.30— 22.10, Parijs P. T. T. 22.10—22.35, Weenen 22.3524. Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50, Normandië 8.5010.35, Lond. Reg. 10.35—12.10, Droitwich 12.10—14.20, Lond. Reg. 14.2017.35, Droitwich 17.3518.20, Luxemburg 18.20 18.50, Lond. Reg. 18.50—20.40, Droitwich 20.4021.50, Brussel Fr. 21.50—22.20 Droitwich 22.20—22.40 en Lond. Reg. 22.4024. aanvoerders zelf een handje mee te willen helpen. De door den heer Brasser geopperde klacht over verduistering was spr. bekend geworden. Hij wilde er echter nadrukkelijk aan toevoegen, dat dergelijke gevallen en diefstallen heel wat minder voorkomen dan voorheen wel het geval was; zij zijn tegen woordig uiterst zeldzaam. De heer Brasser betoogde, dat fouten ook wel voorkomen tengevolge van ondui delijk schrift op de labels aan de kisten. De heer Mak erkende, dat onduidelijk schrift kan leiden tot vergissingen. Wat betreft het „zoeken van losse blaad jes" door houders van konijnen, zei spr., dat hij dat steeds toelaat; zoodra zij echter aan de goederen beginnen te trekken, maakt spr. terstond een einde aan dat bezoek. De heer de Vries (Bergen) wenschte, dat de aanvoerders op elke partij hun naam zouden plaatsen in het belang van handha ving van de bepaling van netto-aanvoer. De heer Mak meende, dat het gewensch- te niets zou geven; tenzij men het uitbreidde tot elke kist, en dit achtte spr. practisch on mogelijk. Over het geheel kan gezegd wor den, dat elke tuinder zyn naam vermeldt bij zijn aanvoeren. Uitvoerig sprak de heer Mak nog over de aanvoeren, waarbij hij op juist gewicht aan drong, wat niet altijd het geval is; met voor beelden gaf hij dit nader aan. Het wegen van elke kist afzonderlijk vond spr. niet noodig: een goede tuinder kan het gewicht zonder dat wel bepalen. De heer Langereis (Schermerhorn) drong erop aan, dat alle aanvoerders in kennis worden gesteld met veranderde voor schriften. De heer Mak meende, dat dit zou stui ten op groote bezwaren, omdat er 800 aan voerders zijn. In den regel vertellen de aan voerders en vrachtrijders de wijzigingen wel aan elkaar. In Schermerhorn zal een punt worden gezocht voor bekendmaking voor alle nieuwe bepalingen. De heer Potgieser (Oudorp) vroeg veiling van spinazie per bak, zooals in Be verwijk geschiedt. De voorzitter en de heer Mak be twijfelden de mogelijkheid van eerlijke doorvoering. De voorzitter wees bovendien nog op de mogelijkheid van een landelijke rege ling, die te verwachten is, zoodat hij het niet wenschelijk vond om nu voor Alkmaar wijzigingen in te voeren. De heer Klant (Prov. Comm. uit de veilingen) concludeerde uit het verloop der vergadering een groot vertrouwen der tuin ders in het bestuur. Hij hoopte, dat de vei ling onder de leiding van thans verder mo ge bloeien. De voorzitter sloot hierop de verga dering met de beste wenschen voor de toe komst van de tuinders en de veiling. WARME NHUIZEN. Omzet veiling Warmenhuizen. Aan de veiling te Warmenhuizen werd verhandeld: Februari 1936 Februari 1935 Roode kool 656.900 K.G. 1.382.700 K.G. Gele kool 174.750 328.725 D. witte kool 285.825 495.875 Uien 111.450 110.025 Peen 31.175 16.750 Aardappelen 1.700 400 Bieten 5.475 12.300 Nep 550 Boerenkool 350 Spruitkool 60 De omzet bedroeg in Februari 1936 78.837,76 tegen 69.857,88 in Februari 1935. BROEK OP LANGENDIJR Bloembollencultuur. "Donderdagavond had alhier op voor de afd. Lanendijk en Omstr. van Bloembol lencultuur, de heer van Herwijnen te Sint Pancras, die een causerie held over de bestrijding van ziekten in bolgewassen, speciaal tulpen en gladiolen. Gewezen werd op het ontstaan en ver loop van vuur in tulpen. Enkele bestrij dingsmiddelen werden opgesomd, waarvan de resultaten nog zeer gering zijn, terwijl de gevaren bij de bestrijding van vuur nog al belangrijk zijn wat betreft bescha diging der plant. Nog steeds wordt gezocht naar een meer afdoend middel, hetwelk naar spr. oordeel gezocht moet worden in het wellen van koperhoudende zouten. Wat de bestrijding aangaat der gladiolen Naar hot Engelsch »an door J. L en CHARLOTTE M. YONGF. E. A. H. 28) ..Nu, die kleine Conny weet haar troe ven uit te spelen!" meende moeder. ..Och, kom! Het kind weet niet eens, wat dat beduidt!" antwoordde Herbert geme lijk. ..Zy is altijd het lievelingetje geweest! viel Ida in. „Het is een schande!" „Omdat jij toch ook zooveel prijzen hebt gekregen?" vroeg Herbert. „Onzin, jongen!" zei z'n moeder. .Jdas opvoeding was voltooid, zooals je weet „Ze was niets ouder, dan Conny nu is. En ik houd niet van al die studie en die geleerdheid; daar heeft niemand wat aan ging mrs. Morton voort. „Je zusjes hoe ven immers geen gouvernante te worden! Ik mag veel liever een meisje, dat een deuntje op de piano kan spelen en dat zich aangenaam weet te maken. Je oom mag dan doen, dat wij wil, maar voor Conny zal hij moeten zorgen. De mannen hebben niet op met een meisje, dat altijd over haar boeken gebogen zit!" „Daar mag u nu zoo over denken, maar ik durf er wat onder verwedden, dat Con ny een beteren man krijgt dan Ida!" zei Herbert. „Dat is nogal logisch!" zei Ida, half hui lende, „als oom haar meeneemt naar al die mooie plaatsen en haar tot zijn lieve ling maakt; net de jongste! 't Is niet eer lijk!" „Of ze niet verreweg de beste is van de twee!" „Hoor eens, Bertie, ik wil niet, dat je je zusje zoo plaagt en ik vind het ook een schande en een beleediging, om juist de jongste uit te kiezen, te meer, omdat die arme Ida toch al zoo teer van gestel is en jullie beiden veel meer recht hebt op zoo'n begunstiging!" „Diè is goed!" mompelde Herbert, terwyl Ida riep: „Ja, maar ik weet het wel. Tante is altyd zoo onaardig geweest voor mij, sinds ma heeft gezegd dat ik niet sterk genoeg was, om naar die verschrikkelijke school te gaan; en dien armen Herbert hebben ze gepasseerd, omdat hij de witte „Houd je mond, Ida! Ik zou niet met hem mee willen gaan, al zouden ze het mij ook op hun bloote knieën smeeken! Wat zou ik beginnen onder al die kijvende kik kereters, die geen woord van een fatsoen lijke Christentaal spreken en terwijl oom Frank steeds met zijn neus over een reis gids gebogen staat, zou ik naar allerlei schilderijen moeten kijken en naar oude, vervallen kerken. Nu, Conny zal er op af vliegen als de bijen op den honing, en ze verdient het dan ook!" „Ik begrijp toch niet, ma, dat u Conny laat gaan, als het mij zooveel goed zou doen en het bovendien zoo oneerlijk is!" „Lieve kind, je verstaat de gevoelens van een moeder niet. Ik besef, dat het een be leediging is voor jou, meisje, maar je oom is vrij, om te doen en te laten, wat hij wil. Hy betaalt het en al zou ik nu ook niet willen hebben, dat Conny ging, dit zou jou nog niet ten goede komen". „Maar ze zal hoe langer hoe verwaander worden", morde Ida. „Geen nood! Ik zou wel eens willen we ten, wie van de twee het meest verwaand lijkt", zei Herbert, wiens eenigszins verder rondkijken in de wereld hem de oogen ge opend, had voor Ida's tekortkomingen en die haar luidruchtige wijze van flirten be schouwde met den blik van den censor: wat hij dan ook zelve mocht wezen, hij wist wat een jonge dame moest ziin. Het was zoo eenigszins een triomf voor hem, toen Conny de paar dagen, dat zij in Londen was, schreef van de heerlijke uren, die zij met Rose Rollstone had door gebracht, terwijl oom en tante en miss Morton een avond van Bertha's „jongens" waren gaan bijwonen en zy Rose met het rijtuig had mogen halen en brengen. De twee jonge dingen waren samen heel gelukkig geweest. Rose was steeds be schaafder geworden; haar mede-leerlingen op het atelier behoorden tot een goeden stand; er waren zelfs een paar echte jonge dames onder. Haar werkgeefster verzorgde met groote nauwgezetheid van geweten zoowel haar lichamelijk als haar geestelijk welzijn, want de jonge meisjes woonden ook 'n bijbelklasse by, zoodat Rose in geen enkel opzicht minderwaardig gezelschap was voor Constance Morton en het tweetal met het grootste genoegen uitwisselden van ge dachten over haar wederzijdsche levensbe schouwingen, als ze tenminste niet speel den met Cea, de beschermelinge van miss Morton. Dit was een alleraardigste dreu mes met groote, blauwe oogen en goud blond haar, vol leven en ondeugd, dus een ware verkwikking om bij te wonen, en, toen het dienstmeisje, dat voor haar zor gen moest, haar kwam halen, om haar naar bed te brengen, vroegen de twee vriendin nen, of ze haar mochten helpen uitkleeden en ze zouden zeker nog van allerlei grapjes met de kleine hebben gemaakt, die al in haar bedje zat, als ze niet onverbiddelijk weggestuurd waren. Toen gingen ze op de lage stoeltjes op het balcon tusschen de bloemen zitten, dicht genoeg by elkaar, om af en toe, op echte bakvisschenmanier, nog eens een lief - koozenden handdruk te wisselen. Constance voelde zich zeer getroffen door het mooie borduurwerk en meende, dat het heerlijk moest wezen, om zulke dingen te maken. „Ja, voor de leidsters", zei Rose, „maar er is ook heel veel saai werk by, telkens en telkens weer hetzelfde, en als er maar één klein steekje mis gaat, dan brengt dit al het andere in de war! Miss Grey zei, hoe we vooral goed in het oog moesten houden, dat het in ons leven precies zóó was, als we maar één foutje beginnen". „Aardig gedacht", zei Constance. „Is het werk allemaal voor kerkelijke doeleinden?" „Neen, er is ook heel veel bij tot ver siering van kleeding en meubilair en voor tochtschermen". „Krijg je niet een Zondagsgevoel over je, als je aan altaarkleeden of andere kerke lijke versieringen werkt?" vroeg Constance eerbiedig. „Ik wilde wel, dat dit zoo was; maar ik doe nog niet veel aan dat soort werk en je kunt er altijd ernstig onder blijven. Miss Grey verlangt ook niet, dat wy zoo saai worden; ze leest ons voor, als ze er tijd voor heeft en verklaart ons de symbolen, die wy onderhanden hebben; maar dik wijls is het ook een grappig boek, of mogen we gerust wat onder elkaar praten, als het maar geen gebabbel over anderen is". „Ik zou wel eens willen weten, of ik ook met je op het atelier zou zyn gegaan, als oom geen lord was geworden. Het lykt mij daar zoo prettig!" „Maar op school vindt je het toch ook prettig?" „O, ja, zeker. Ik houd van leeren en de Zaterdagen en Zondagen op Northmoor zyn heerlijk! Oom Frank geeft my godsdienst onderwijs, weet je?" „Net als wy krijgen in de Bijbelklasse?" „Ja, ik heb er vroeger nooit veel van be grepen, of voor gevoeld; maar hy weet het zóó te verklaren, dat het je wel treffen moet. Ik heb zelf ook een heel klein Zon dagsschoolklasje". „Ik krijg er binnenkort ook een". „Het zyn zulke alleraardigste kindertjes. En Zaterdag helpt tante Mary my bij de voorbereiding. Ik houd van les geven; ik denk, zie je, Rose, dat ik later onderwijze res zal worden aan de school, waar ik nu ben". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9