s
8
8
8
£xuuU en JmhOguw
#©ooeo® Jladioptoqtamma
O
OteuilCeion
Die Houten Klaas
ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 9 MAART 1936
Een tijd van onzekerheid.
Alkmaarsche Exportveiling.
Algemeene Vergadering op
Zaterdag j.l. in 'tGulden Viies.
Het is wel een onzekere tyd waarin wij
leven. Wy zyn wel eens gelukkige schep
selen genoemd, omdat juist in ons levens
tijdperk de techniek de wonderen gebracht
heeft, waarvan de wereld tot in lengte van
tyd zal profiteeren. Hebben wy niet de
eerste vliegtuigen de lucht in zien gaan en
is het ook niet ons geslacht, dat de eerste
klanken draadloos heeft opgevangen?,,
Helaas, dit is niet alleen een tyd, die het
nageslacht in dankbaarheid zal herdenken,
het is ook een tijd van groote onzekerheid
en daarbij van werkloosheid en ontwrich
ting van cultureel en maatschappelijk leven.
Wij ouderen hebben de verschrikkingen
van den wereldkryg van nabij kunnen
aanschouwen en wy allen hebben nu een
reeks van jaren de ellende van de vreese-
hjke crisis leeren kennen, die de zorgen van
land en volk steeds zwaarder heeft gemaakt
en waarvan het einde nog altijd niet te zien
is.
In dit tydperk van depressie, nu alle
volkeren zich aaneen moesten sluiten om
gezamenlijk de lasten te dragen en ze door
internationale verbroedering te verlichten,
is de toestand in en buiten Europa vol span
ning en nervositeit.
De grenzen zyn voor handel en verkeer
meer afgesloten dan ooit te voren, in alle
landen is men op zelfbehoud uit en weert
den vreemdeling en zyn waren.
Handel en export zyn ontwricht, kapitalen
zijn verloren gegaan en erger dan dat is het
feit, dat meer en meer een zeker angst
gevoel zich van de volkeren meester maakt,
dat het wantrouwen groeit, dat men elkaar
steeds meer als vijanden gaat beschouwen
en dat men daardoor, in een tyd nu het geld
voor werkloosheid en sociale maatregelen
meer dan noodzakelijk is, millioenen be
steedt aan het opvoeren der bewapening en
het versterken van de grenzen.
Men heeft in den roes der overwinning
verdragen gedicteerd, die door een verslagen
mogendheid geaccepteerd moesten worden,
maar die, bijna twintig jaar na den wereld
oorlog, herziening behoefden. Geen mogend
heid, die zich hersteld heeft en zich bewust
is van zyn vroegere kracht en zijn vroegere
beteekenis, laat zich op den langen duur als
overwonnene behandelen en verdraagt ver
nederende bepalingen, die met het groeiend
machtsbewustzijn van het volk in onafwend
baar conflict moeten komen.
En daarnaast staat een mentaliteit, die
van kracht en durf mag getuigen, maar die
toch niet diegene is waarmee de volken
bondsgedachte in overeenstemming is te
brengen.
Men sluit geen verdragen om ze zonder
waarschuwing te verbreken, ook al is men
nog zoo overtuigd, dat men door bespre
kingen en onderhandelingen niet spoedig
tot een practisch resultaat zal komen.
Door Duitschlands eigenmachtig optreden
is het Ethiopische avontuur in weinige uren
op den achtergrond geraakt. Er zijn ern
stiger conflicten, meer in onze nabijheid,
confliten, die bij onvoorzichtige behande
ling een nieuwen wereldbrand kunnen ont
ketenen.
Duitschland stelt zich op het standpunt,
dat, nu het in eer en oude rechten hersteld
is, het tydperk der gelykberechtigdheid is
aangebroken waarop de staten in Europa,
met uitzondering van die waarin het bolsje
wisme hoogty viert, om de tafel van den
Volkenbond kunnen plaats nemen om als
goede buren en goede vrienden de maatre
gelen te nemen welke de rust in Europa
zullen doen wederkeeren en de angst zullen
doen verdwijnen.
Men kan daarop reageeren door verbol
genheid en machtsvertoon en ongetwij
feld geeft de verdragsschennis daartoe het
recht maar men moet zich terdege af
vragen, wat door een dergelijk optreden
ten slotte bereikt kan worden. Niemand
verlangt de verschrikkingen van den oor
log opnieuw te leeren kennen en elk ge
welddadig optreden tegen een staat, die
door zijn leiders tot het toppunt van machts
bewustzijn is opgezweept, kan de vonk zijn,
die het Europeesche kruitvat doet springen.
Nu reeds trekt Frankrijk de verloven in
en brengt het de bezettingen der vestingen
op groote sterkte, alsof de Duitschers van
plan waren de legercorpsen, waarmede zij
de gedemilitariseerde zóne van het eigen
rijk bezet hebben, morgen op weg naar
Parijs te sturen. Het is Engelands hoogst
verantwoordelijke taak hier regelend en
onderhandelend op te treden, opdat geen
onberaden stap ons allen in het verderf zal
storten.
Er zyn van Duitsche zijde voorstellen ge
daan, die op een ernstig streven wijzen van
nu af aan in vrede en vriendschap samen
te leven met allen, die in de laatste jaren
een wedloop in bewapening hebben ge
houden. Er zyn voorstellen, die, wanneer ze
tot stand komen, een ontspanning kunnen
brengen en het is alleen maar weer de
vraag in hoeverre men nieuwe verdragen
zal kunnen sluiten met een mogendheid, die
dergelijke overeenkomsten als van nul en
geener waarde besehouwt, zoodra de om
standigheden een optreden in anderen zin
wenschelyk maken.
In dén tijd van spanning, waarin wij nu
al jaren leven, is thans een hoogtepunt
bereikt, waarin wij ons zorgvol afvragen,
wat de dag van morgen zal kunnen brengen.
Moge door een bezadigd optreden van
Engeland en andere Europeesche staten
geen onberaden stap tot het uitlokken van
nieuwe en wellicht niet meer door woorden
oplosbare conflicten leiden.
De volkeren hebben al zoo veel geleden,
dat een nieuwe oorlog de vernietiging van
alles zal beteekenen, wat in cultureel of
economisch opzicht tot dusver nog van
waarde is gebleven.
De heer S. van der Stok, voorzitter,
uit Nieuwe Niedorp, heette alle aanwezigen
welkom, o.w. de heer van Slingerland als
vertegenwoordiger der gemeente Alkmaar
en de heer P. Klant namens de Prov. com
missie uit de veilingen in Noordholland.
Een terugblik werpende op het vervlogen
jaar, zei spr., dat 1935 voor den tuinbouw
buitengewoon slecht was en dat de vooruit
zichten voor 1936 ook al slecht zyn. De
hooge invoerrechten maken export zeer
moeilijk. Een klein lichtpuntje is, dat Ame
rika de invoerrechten belangrijk verlaagde,
maar het is de vraag of onze tuinbouwpro
ducten daarvan zullen kunnen profiteeren.
Met een herinnering aan de rode van den
directeur-generaal van den landbouw, zei
spr., dat hem was opgevallen het „slag
woord, dat blijkbaar in Den Haag is uitge
vonden", n.1. „de tuinbouw moet zich aan
passen". Hoe dat zal moeten, kon spr. niet
zeggen, want de arbeiders worden naar huis
gestuurd en de tuinders hebben geen in
komsten meer. Van de reisbelasting vreesde
spr. ook al nadeel voor den tuinbouw en hij
hoopte, dat de minister ook hier in zyn
financieel beleid het woord „aanpassen" zal
blijken te verstaan.
Spr. memoreerde het overlijden van den
ouden heer Jonker, chauffeur van de vei
ling (onlangs gestorven), aan wiens nage
dachtenis hij een hartelijk woord wijdde,
vol lof sprekende over diens groote bereid
willigheid.
Met den wensch, dat 1936 voor den tu'n-
der beter zal worden dan '35, opende spr. de
door een 40-tal aandeelhouders bezochte
vergadering, waarna de directeur der
veiling, de heer E. Mak, de notulen
voorlas, welke onveranderd werden vastge
steld.
Het jaarverslag,
voorgelezen door den directeur, deelde me
de, dat door de herkiezing van den heer
Kluft tot commissaris geen wijziging in het
bestuur was gekomen.
Het bestuur was negen keer bijeen
geweest en er was é»n algemeene vergade
ring gehouden. De omzet over 1935 was
266.343.41 geweest, d.i. 13.615.09 minder
dan in 1934, grootendeels gevolg van lang
durige droogte en misgewas. De aanvoer van
fruit was toegenomen.
De boekwaarde van de emballage bedroeg
op 1 Jan. 1.1. 6200.
De bruto-winst der veiling was over 1935
9715.43; het bestuur stelde voor 5 pCt. di
vidend uit te keeren op de aandeelen 1 tot
en met 714, te reserveeren 152.35, uit te
betalen een tantième eveneens 152.35 en
de rest (groot 8699.73) te besteden voor
afschrijving op de bezittingen der vennoot
schap.
De heer B r a s se r vroeg of in de balans
ook de steun was opgenomen als omzet.
Bezwaar had spr. tegen den post „loonen".
Een directeur voor de veiling was niet noo-
dig, meende spr., men zou kunnen volstaan
met één functionnaris voor de beide func
ties van boekhouder en directeur. Er moet
nu eenmaal bezuinigd worden.
Spr. protesteerde ertegen, dat z.i. door het
geven van fooien aan het personeel der
veiling het vlot afdoen van zaken kan wor
den bespoedigd. Hy meende, dat men die
menschen wel kan missen, wat ook bezuini
ging zou geven.
De voorzitter verzette zich tegen deze
bespreking, die bij het punt „balans" kan
worden gevoerd.
Het jaarverslag werd hierna goedge
keurd.
De balans.
De heer Brasser kwam weer met zyn
bovengenoemd bezuinigingsvoorstel.
De voorzit te r zei, dat eventueele
voorstellen vóór de vergadering schriftelijk
hadden moeten zijn ingediend. Als de heer
Brasser zijn voorstel wilde handhaven, kon
hy dit bij de rondvraag indienen, waarna
het bestuur het zal onderzoeken.
De balans, sluitend op 53.114.50, werd
hierna goedgekeurd, evenals de exploitatie
rekening, welke sloot op een bedrag van
32.928.49.
Het bestuursvoorstel tot uitkeering van
5 pCt. dividend op de volgestorte aandeelen
werd goedgekeurd.
Bestuursverkiezing.
Als bestuursleden moesten periodiek af
treden de voorzitter en de heer G. van Slin
gerland (afgevaardigde voor de gemeente
Alkmaar).
De tuindersvereeniging „Schermerhorn en
Omstreken" had den wensch te kennen ge
geven tot nauwere samenwerking met de
veiling en daartoe vertegenwoordiging in
het bestuur gevraagd, waarvoor werd aan
bevolen de heer A. Kluft te Schermerhorn.
Speciaal deze candidatuur werd door den
voorzitter aanbevolen, als blijk van
groeienden invloed van de veiling.
De vergadering keurde zonder stemming
goed, dat het bestuur met één lid zal wor
den uitgebreid, om het opnemen van een
vertegenwoordiger van de tuindersvereeni
ging te Schermerhorn mogelijk te maken.
Bij de hierop volgende stemming werden
de heeren van der Stok en van Slingerland
herkozen en de heer Kluft gekozen, allen
met vrijwel algemeene stemmen.
Rondvraag.
De heer Potgieser (Oudorp) wilde 't
personeel der veiling niet afdanken, maar
uitbreiden met twee personen, omdat z.i. het
werk te veel omvattend is voor drie man,
zooals tot dusver.
De heer Brasser verdedigde zijn reeds
bij een vorig punt gedaan voorstel tot op
heffing van de functie van het personeel
der veiling. Hij gaf daarbij voorbeelden van
wat hy noemde het aannemen van steek
penningen; zelfs gebruikte hij het woord
„verduistering", in een geval, waarbij hy
een bak met groenten had laten staan.
De heer J. de Vries klaagde erover, dat
menschen, die met de veiling heelemaal
niets te maken hebben, aan de aangevoerde
producten gaan trekken. Dit geeft aanlei
ding tot gewichtsvermindering en zelfs al
geheel verdwijnen van sommige artikelen.
Hij wilde de betrokken personen den toe
gang tot de veiling doen ontzeggen. Wat
doen die „menschen met een zak voor ko-
nynenvoer" aan de veiling? vroeg spr.
De heer Noort was van meening, dat
het wegnemen van groenten door bedoelde
menschen niet zoo erg is als sommigen wel
meenen. Hij had eens een man, van wien
iemand zeide gezien te hebben dat hij iets
had weggepakt, den zak laten omkeeren en
toen bleek dat er niets dan losse blaadjes
in waren, welke gewoon van den grord wa
ren opgeraapt.
De voorzitter erkende, dat in den zo
mer wel eens lang moet worden gewacht
aan de veiling tengevolge van het geringe
aantal personen dat er werkzaam is. Het be
stuur zal uitbreiding in de zomermaanden
overwegen.
Tot den heer de Vries zei spr., dat het be
stuur aandacht aan de klacht zal schenken.
De heer Mak zei tot den heer Brasser,
dat hij diens klacht zal onderzoeken. Hij
had nog niet eerder gehoord van het aanne
men van steekpenningen en fooien door het
personeel der veiling.
Wat betreft uitbreiding van het personeel
zei spr., dat hij daarvoor huiverig is, want
als regel zijn er werkkrachten voldoende.
Voor de overdrukke dagen verzocht spr. de
Dinsdag 10 Maart.
HILVERSUM, 1875 M. (AVRO-
uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwij
ding en gr.pl. 10.30 Piano-recital.
11.RVU.: Lezing. 11.30 Kovacs
Lajos' orkest. 12.45 Gr.pl. 1.Om
roeporkest en voordr. 3.Knip
cursus. 4.Viool en piano. 4.30
Kinderkoorzang. 5.05 Voor de kin
deren. 5.30 VPRO: Bijbelvertelling.
6.Gr.pl. 6.30 RVU: Causerie. 7.
Voor de kinderen. 7.05 Radio-
Volkszang. 7.30 Engelsche les. 8.
Ber. 8.10 Cabaret. 9.25 Hoorspel.
10.35 Bridgeles. 11.Ber. 11.10
12.Kovacs Lajos' orkest.
HILVERSUM, 301 M. (KRO-uitz.)
8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30—12.—
Godsd. halfuur. 12.15 KRO-Melo-
disten. 1.Gr.pl. 1.15 KRO-orkest.
2.Vrouwenuur. 3.Modecursus.
4.-5.— Gr.pl. 5.05 KRO-boys. 5.45
Gr.pl. 6.KRO-Melodisten. 6.40
Lezing en ber. 7.15 Lezing. 8.
Lijdensmeditatie. 9.Ber. 9.10
KRO-orkest en soliste. 9.50 Gr.pl.
10.10 Cello-recital. 10.30 Ber. 10.33
KRO-orkest. 11.0512.Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50
Orgelspel. 12.10 Het Wethmar-trio.
12.50 Gr.pl. 1.20—2.20 BBC-Welsch
orkest. 3.153.35 Jack Wilson's
kwintet. 4.20 Lezing. 4.40 Alt en
strijkkwartet. 5.35 Dansmuziek.
6.20 Ber. 6.50 Oude muziek. 7.15
Fransche les. 7.50 Lezing. 8.20
Rep. 8.40 Radiotooneel. 8.50 Geral-
do's orkest en solisten. 9.50 Ber.
10.20 Lezing. 10.40 Het Bridge-
water-kwintet en soliste. 11.35
Dansmuziek. 12.0512.20 Rep.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20
Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 2.50
Gr.pl. 4.20 Zang. 4.35 Piano-recital.
8.50
4.50 Gr.pl. 5.50 Orkestconoert.
Operette-uitz.
KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon
cert 11.20 Omroeporkest. 1.35
Schrammelconcert. 3.20 Lezingen
en muziek. 5.20 Omroeporkest en
solisten. 7.30 Omroepkleinorkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Zigeunermuziek.
1.502.20 Gr.pl. 5.20 Dansmuziek
6.35 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Hoorspel.
10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.50
2.20 Gr.pl. 5.20 Zigeunermuziek.
5.50 Gr.pl. 6.40 Rep. 8.20 Klein-
orkest. 10.3011.15 Grpl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 „Marz", maandoverzicht. 8.20
Dansmuziek. 9.20 Ber. 9.50 Gr.pl.
10.05 Weerber. 10.2011.20 Dans
muziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Brussel VI. 8.9.20, Keu
len 9.20—9.35, D.sender 9.35—11.20,
Kalundborg 11.2012.20, Brussel
VI. 12.20—15.05, Parijs R. 15.05—
17.20, Brussel VI. 17.20—18.50, Pa
rijs Radio 18.50—19.25, Beromün-
ster 19.25—21.30, Weenen 21.30—
22.10, Parijs P. T. T. 22.10—22.35,
Weenen 22.3524.
Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50,
Normandië 8.5010.35, Lond. Reg.
10.35—12.10, Droitwich 12.10—14.20,
Lond. Reg. 14.2017.35, Droitwich
17.3518.20, Luxemburg 18.20
18.50, Lond. Reg. 18.50—20.40,
Droitwich 20.4021.50, Brussel Fr.
21.50—22.20 Droitwich 22.20—22.40
en Lond. Reg. 22.4024.
aanvoerders zelf een handje mee te willen
helpen.
De door den heer Brasser geopperde
klacht over verduistering was spr. bekend
geworden. Hij wilde er echter nadrukkelijk
aan toevoegen, dat dergelijke gevallen en
diefstallen heel wat minder voorkomen dan
voorheen wel het geval was; zij zijn tegen
woordig uiterst zeldzaam.
De heer Brasser betoogde, dat fouten
ook wel voorkomen tengevolge van ondui
delijk schrift op de labels aan de kisten.
De heer Mak erkende, dat onduidelijk
schrift kan leiden tot vergissingen.
Wat betreft het „zoeken van losse blaad
jes" door houders van konijnen, zei spr., dat
hij dat steeds toelaat; zoodra zij echter aan
de goederen beginnen te trekken, maakt
spr. terstond een einde aan dat bezoek.
De heer de Vries (Bergen) wenschte,
dat de aanvoerders op elke partij hun naam
zouden plaatsen in het belang van handha
ving van de bepaling van netto-aanvoer.
De heer Mak meende, dat het gewensch-
te niets zou geven; tenzij men het uitbreidde
tot elke kist, en dit achtte spr. practisch on
mogelijk. Over het geheel kan gezegd wor
den, dat elke tuinder zyn naam vermeldt
bij zijn aanvoeren.
Uitvoerig sprak de heer Mak nog over de
aanvoeren, waarbij hij op juist gewicht aan
drong, wat niet altijd het geval is; met voor
beelden gaf hij dit nader aan. Het wegen
van elke kist afzonderlijk vond spr. niet
noodig: een goede tuinder kan het gewicht
zonder dat wel bepalen.
De heer Langereis (Schermerhorn)
drong erop aan, dat alle aanvoerders in
kennis worden gesteld met veranderde voor
schriften.
De heer Mak meende, dat dit zou stui
ten op groote bezwaren, omdat er 800 aan
voerders zijn. In den regel vertellen de aan
voerders en vrachtrijders de wijzigingen
wel aan elkaar. In Schermerhorn zal een
punt worden gezocht voor bekendmaking
voor alle nieuwe bepalingen.
De heer Potgieser (Oudorp) vroeg
veiling van spinazie per bak, zooals in Be
verwijk geschiedt.
De voorzitter en de heer Mak be
twijfelden de mogelijkheid van eerlijke
doorvoering.
De voorzitter wees bovendien nog
op de mogelijkheid van een landelijke rege
ling, die te verwachten is, zoodat hij het
niet wenschelijk vond om nu voor Alkmaar
wijzigingen in te voeren.
De heer Klant (Prov. Comm. uit de
veilingen) concludeerde uit het verloop der
vergadering een groot vertrouwen der tuin
ders in het bestuur. Hij hoopte, dat de vei
ling onder de leiding van thans verder mo
ge bloeien.
De voorzitter sloot hierop de verga
dering met de beste wenschen voor de toe
komst van de tuinders en de veiling.
WARME NHUIZEN.
Omzet veiling Warmenhuizen.
Aan de veiling te Warmenhuizen werd
verhandeld:
Februari 1936 Februari 1935
Roode kool 656.900 K.G. 1.382.700 K.G.
Gele kool 174.750 328.725
D. witte kool 285.825 495.875
Uien 111.450 110.025
Peen 31.175 16.750
Aardappelen 1.700 400
Bieten 5.475 12.300
Nep 550
Boerenkool 350
Spruitkool 60
De omzet bedroeg in Februari 1936
78.837,76 tegen 69.857,88 in Februari
1935.
BROEK OP LANGENDIJR
Bloembollencultuur.
"Donderdagavond had alhier op voor de
afd. Lanendijk en Omstr. van Bloembol
lencultuur, de heer van Herwijnen te
Sint Pancras, die een causerie held over de
bestrijding van ziekten in bolgewassen,
speciaal tulpen en gladiolen.
Gewezen werd op het ontstaan en ver
loop van vuur in tulpen. Enkele bestrij
dingsmiddelen werden opgesomd, waarvan
de resultaten nog zeer gering zijn, terwijl
de gevaren bij de bestrijding van vuur
nog al belangrijk zijn wat betreft bescha
diging der plant. Nog steeds wordt gezocht
naar een meer afdoend middel, hetwelk
naar spr. oordeel gezocht moet worden in
het wellen van koperhoudende zouten.
Wat de bestrijding aangaat der gladiolen
Naar hot Engelsch »an door J. L en
CHARLOTTE M. YONGF. E. A. H.
28)
..Nu, die kleine Conny weet haar troe
ven uit te spelen!" meende moeder.
..Och, kom! Het kind weet niet eens, wat
dat beduidt!" antwoordde Herbert geme
lijk.
..Zy is altijd het lievelingetje geweest!
viel Ida in. „Het is een schande!"
„Omdat jij toch ook zooveel prijzen hebt
gekregen?" vroeg Herbert.
„Onzin, jongen!" zei z'n moeder. .Jdas
opvoeding was voltooid, zooals je weet
„Ze was niets ouder, dan Conny nu is.
En ik houd niet van al die studie en die
geleerdheid; daar heeft niemand wat aan
ging mrs. Morton voort. „Je zusjes hoe
ven immers geen gouvernante te worden!
Ik mag veel liever een meisje, dat een
deuntje op de piano kan spelen en dat zich
aangenaam weet te maken. Je oom mag
dan doen, dat wij wil, maar voor Conny zal
hij moeten zorgen. De mannen hebben niet
op met een meisje, dat altijd over haar
boeken gebogen zit!"
„Daar mag u nu zoo over denken, maar
ik durf er wat onder verwedden, dat Con
ny een beteren man krijgt dan Ida!" zei
Herbert.
„Dat is nogal logisch!" zei Ida, half hui
lende, „als oom haar meeneemt naar al
die mooie plaatsen en haar tot zijn lieve
ling maakt; net de jongste! 't Is niet eer
lijk!"
„Of ze niet verreweg de beste is van de
twee!"
„Hoor eens, Bertie, ik wil niet, dat je
je zusje zoo plaagt en ik vind het ook een
schande en een beleediging, om juist de
jongste uit te kiezen, te meer, omdat die
arme Ida toch al zoo teer van gestel is en
jullie beiden veel meer recht hebt op zoo'n
begunstiging!"
„Diè is goed!" mompelde Herbert, terwyl
Ida riep:
„Ja, maar ik weet het wel. Tante is altyd
zoo onaardig geweest voor mij, sinds ma
heeft gezegd dat ik niet sterk genoeg was,
om naar die verschrikkelijke school te
gaan; en dien armen Herbert hebben ze
gepasseerd, omdat hij de witte
„Houd je mond, Ida! Ik zou niet met
hem mee willen gaan, al zouden ze het mij
ook op hun bloote knieën smeeken! Wat
zou ik beginnen onder al die kijvende kik
kereters, die geen woord van een fatsoen
lijke Christentaal spreken en terwijl oom
Frank steeds met zijn neus over een reis
gids gebogen staat, zou ik naar allerlei
schilderijen moeten kijken en naar oude,
vervallen kerken. Nu, Conny zal er op af
vliegen als de bijen op den honing, en
ze verdient het dan ook!"
„Ik begrijp toch niet, ma, dat u Conny
laat gaan, als het mij zooveel goed zou
doen en het bovendien zoo oneerlijk is!"
„Lieve kind, je verstaat de gevoelens van
een moeder niet. Ik besef, dat het een be
leediging is voor jou, meisje, maar je oom
is vrij, om te doen en te laten, wat hij wil.
Hy betaalt het en al zou ik nu ook niet
willen hebben, dat Conny ging, dit zou jou
nog niet ten goede komen".
„Maar ze zal hoe langer hoe verwaander
worden", morde Ida.
„Geen nood! Ik zou wel eens willen we
ten, wie van de twee het meest verwaand
lijkt", zei Herbert, wiens eenigszins verder
rondkijken in de wereld hem de oogen ge
opend, had voor Ida's tekortkomingen en
die haar luidruchtige wijze van flirten be
schouwde met den blik van den censor:
wat hij dan ook zelve mocht wezen, hij
wist wat een jonge dame moest ziin.
Het was zoo eenigszins een triomf voor
hem, toen Conny de paar dagen, dat zij
in Londen was, schreef van de heerlijke
uren, die zij met Rose Rollstone had door
gebracht, terwijl oom en tante en miss
Morton een avond van Bertha's „jongens"
waren gaan bijwonen en zy Rose met het
rijtuig had mogen halen en brengen.
De twee jonge dingen waren samen heel
gelukkig geweest. Rose was steeds be
schaafder geworden; haar mede-leerlingen
op het atelier behoorden tot een goeden
stand; er waren zelfs een paar echte jonge
dames onder. Haar werkgeefster verzorgde
met groote nauwgezetheid van geweten
zoowel haar lichamelijk als haar geestelijk
welzijn, want de jonge meisjes woonden ook
'n bijbelklasse by, zoodat Rose in geen enkel
opzicht minderwaardig gezelschap was
voor Constance Morton en het tweetal met
het grootste genoegen uitwisselden van ge
dachten over haar wederzijdsche levensbe
schouwingen, als ze tenminste niet speel
den met Cea, de beschermelinge van miss
Morton. Dit was een alleraardigste dreu
mes met groote, blauwe oogen en goud
blond haar, vol leven en ondeugd, dus een
ware verkwikking om bij te wonen, en,
toen het dienstmeisje, dat voor haar zor
gen moest, haar kwam halen, om haar naar
bed te brengen, vroegen de twee vriendin
nen, of ze haar mochten helpen uitkleeden
en ze zouden zeker nog van allerlei grapjes
met de kleine hebben gemaakt, die al in
haar bedje zat, als ze niet onverbiddelijk
weggestuurd waren.
Toen gingen ze op de lage stoeltjes op
het balcon tusschen de bloemen zitten,
dicht genoeg by elkaar, om af en toe, op
echte bakvisschenmanier, nog eens een lief -
koozenden handdruk te wisselen.
Constance voelde zich zeer getroffen door
het mooie borduurwerk en meende, dat het
heerlijk moest wezen, om zulke dingen te
maken.
„Ja, voor de leidsters", zei Rose, „maar
er is ook heel veel saai werk by, telkens
en telkens weer hetzelfde, en als er maar
één klein steekje mis gaat, dan brengt dit
al het andere in de war! Miss Grey zei, hoe
we vooral goed in het oog moesten houden,
dat het in ons leven precies zóó was, als
we maar één foutje beginnen".
„Aardig gedacht", zei Constance. „Is het
werk allemaal voor kerkelijke doeleinden?"
„Neen, er is ook heel veel bij tot ver
siering van kleeding en meubilair en voor
tochtschermen".
„Krijg je niet een Zondagsgevoel over je,
als je aan altaarkleeden of andere kerke
lijke versieringen werkt?" vroeg Constance
eerbiedig.
„Ik wilde wel, dat dit zoo was; maar ik
doe nog niet veel aan dat soort werk en
je kunt er altijd ernstig onder blijven. Miss
Grey verlangt ook niet, dat wy zoo saai
worden; ze leest ons voor, als ze er tijd
voor heeft en verklaart ons de symbolen,
die wy onderhanden hebben; maar dik
wijls is het ook een grappig boek, of mogen
we gerust wat onder elkaar praten, als het
maar geen gebabbel over anderen is".
„Ik zou wel eens willen weten, of ik
ook met je op het atelier zou zyn gegaan,
als oom geen lord was geworden. Het lykt
mij daar zoo prettig!"
„Maar op school vindt je het toch ook
prettig?"
„O, ja, zeker. Ik houd van leeren en de
Zaterdagen en Zondagen op Northmoor zyn
heerlijk! Oom Frank geeft my godsdienst
onderwijs, weet je?"
„Net als wy krijgen in de Bijbelklasse?"
„Ja, ik heb er vroeger nooit veel van be
grepen, of voor gevoeld; maar hy weet
het zóó te verklaren, dat het je wel treffen
moet. Ik heb zelf ook een heel klein Zon
dagsschoolklasje".
„Ik krijg er binnenkort ook een".
„Het zyn zulke alleraardigste kindertjes.
En Zaterdag helpt tante Mary my bij de
voorbereiding. Ik houd van les geven; ik
denk, zie je, Rose, dat ik later onderwijze
res zal worden aan de school, waar ik nu
ben".
(Wordt vervolgd).