DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
EDEN OVER HITLER's DAAD.
BUDAPESIER STRIJKKWARTET.
Ho. 59
Dinsdag 10 Maart 1936
138e Jaargang
Eden keurt in een rede voor het Lagerhuis
de daden der Duitsche regeering af.
Engeland zal zijn verplichtingen t. a. v.
Locarno nakomen.
60.000 soldaten in het Rijnland.
DE OORLOG IN
OOST-AFRIKA.
Geen sprake van stopzetting
der gevechten.
De algemeene toestand.
ONZE AMBULANCE IN
ABESSINIË.
Alkmaarsclie Kamermuziek Vereenigino
Schouwburg.,HARMONIE"
DONDERDAG 12 MAART 1936
speelt het beroemde
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden by vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Ryk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Voor een stampvol Lagerhuis heeft Eden
gistermiddag een uiteenzetting gegeven
van de Engelsche opvatting van Duitsch-
land's wraking van het verdrag van
Locarno.
De minister begon met te zeggen, dat hij
nog Vrijdag met von Hoesch, den Duit-
schen gezant, gesproken had over de
mogelijkheid van sluiting van een lucht-
pact in het Westen en bij die gelegenheid
volkomen zonder inlichting was gelaten
over den stap die Zaterdag volgen zou.
Dien dag overhandigde de gezant mij het
Duitsche memorandum, dat al een verta
ling bevatte van de rede en de afzonder
lijke voorstellen van den rijkskanselier en
na kennisneming van de saillante punten,
had spr. den gezant zijn grooten spijt be
tuigd, dat hij op deze wijze moest ingelicht
worden over den door Duitschland geda-
nen stap, die het verdrag van Locarno,
dat de Duitsche regeering vrijwillig ge-
teekend had, niet alleen ter zijde schoof,
maar vernietigde.
Nadat de minister de voornaamste dee-
len van Hitler's rede met zijn aanbiedin
gen langzaam had voorgelezen, vervolgde
hy:
„Ik herinner mij nog zeer goed de be
sprekingen, die te Berlijn gevoerd zijn
door Sir John Simon en Hitier, bij welke
ik tegenwoordig was en ik weet, dat de
rijkskanselier toen zijn trouw jegens Lo
carno in ondubbelzinnige bewoordingen
heeft uitgedrukt. Ik deelde Z. E. von
Hoesch dus mede, dat ik dit memorandum
niet in overeenstemming kon brengen met
de woorden van toen en ik heb hem gewe
zen op den buitengewoon ongunstigen in
druk dien de handelwijze van de Duitsche
regeering op de Engelsche openbare mee
ning moest maken. Had de Duitsche re
geering immers veranderingen of wen-
schen nopens het verdrag van Locarno te
berde willen brengen, dan stond haar de
weg daartoe open bii het Haagsche Hof of
by de Verzoeningscommissie, maar in geen
geval had zij het recht het verdrag een
zijdig op te zeggen.
De heer v. Hoesch heeft zich toen gehaast
mij uit te leggen, dat de handelingen der
Duitsche regeering ingegeven waren door
den wensch om zich aan te sluiten bij de
Engelsche politiek van versterking van den
Volkenbond en de collectieve veiligheid.
De minister gaf daarop eenige algemee-
ne aanwijzingen van de houding, die En
geland te Genève zou aannemen.
De methode die de Duitsche regeering
gevolgd heeft, maakt den internationalen
toestand nog gecompliceerder dan hij reeds_
was. Ons vertrouwen immers in ieder be
sluit of verplichting, waartoe de Duitsche
regeering zegt te willen overgaan, is door
het gebeurde ernstig geschokt en ik ver
trouw dat niemand in dit Huis in dit op
zicht met mij van opinie zal verschillen.
Het gebeurde is een ernstige slag, die aan
den eerbied voor verdragen is toegebracht
en het heeft het geloof in internationale
afspraken ten zeerste ondermijnd. Ik meen
te mogen zeggen, dat er van een dreige
ment of toespeling op vijandelijkheden
geen sprake is. De Duitsche regeering her
haalt haar verzekering van vredelievend
heid en heeft een nieuw verdrag van non
agressie aan Frankrijk en België aange
boden.
Wij zullen al deze dingen met een koel
hoofd moeten onderzoeken, maar om ieder
mogelijk misverstand te ondervangen ver
klaar ik reeds nu plechtig, dat de Engel
sche regeering gedurende die periode van
gedachtenwisseling al haar verplichtingen
uit hoofde van Locarno, naar de letter en
den geest zal nakomen, niettegenstaande
Duitschland's handeling. Zoodat zij zich
gebonden acht om zoowel Frankrijk als
België onmiddellijk ter hulp te snellen, als
een of beide landen zouden worden aan
gevallen.
Wij zijn in de eerste plaats om de toe
komst bezorgd, want een van de grondpij
lers van den vrede in Europa is door dezen
éénen slag op zijde geschoven en de waar
borging van den vrede is er weer door op
losse schroeven gezet.
Wij zullen dus in de eerste plaats weer
al het mogelijke moeten doen om de voor
uitzichten op het behoud van een vrede te
versterken en te verzekeren. Geen enkele
gelegenheid mag worden verzuimd om dat
doel in het oog te houden.
In dezen geest zullen wij de nieuwe
voorstellen van den Duitschen rijkskanse
lier bezien.
Minister Eden.
De Britsche regeering zal deze voorstel
len objectief bestudeeren, om na te gaan
in welke mate zij middelen bevatten, waar
door de vrede op een steviger basis kan
worden gegrondvest.
Ik vraag met vertrouwen alle partijen
in dit Huis om de regeering te willen ster
ken in haar pogingen, om wijsheid en ver
stand te vereenigen met staatsmanschap
tot behoud van den wereldvrede. (Lang
durige toejuichingen).
In het lagerhuis begonnen hierna de de
batten over de bewapeningsplannen van de
regeering, die uiteraard mede in het teeken
stonden van het gebaar van Duitschland.
De indruk van Eden's rede.
Reuter meldt uit Londen:
De woorden van Eden maakten een
grooten indruk in de vergadering en wer
den algemeen met groote instemming
ontvangen. Het Lagerhuis veroordeelt
vrijwel in zijn geheel het gebaar van
Duitschland. Men moet echter vaststellen,
dat men onder de oppositie bij deze ver
oordeeling niet ongenegen is het vraagstuk
van onmiddellijke onderhandelingen met
Duitschland onder de oogen te zien. Zoo
dat dus blijkt, dat de rede van Eden vrij
wel algemeen waardeering vond, omdat
hij zich met betrekking tot deze onderhan
delingen zoo algemeen uitdrukte en alleen
verklaarde, dat de regeering deze kwestie
ernstig onder de oogen zal zien. Bij een
meer preciese stelling neming van de re
geering is het de vraag of deze waardee
ring zich zoowel over den rechter- als den
linkerkant van het Huis zou hebben uitge
strekt.
De reactie in Italië.
Reuter meldt uit Rome:
Men heeft hier de rede van Eden in het
Lagerhuis met dezelfde reserve ontvangen,
als alle berichten die betrekking hebben
op de Duitsche schending van het pact van
Locarno. Niettemin is ze met belangstel
ling afgewacht. De uitlatingen van Fran-
sche, Engelsche en Duitsche zijde worden
alle op dezelfde wijze ontvangen. Alles
schijnt er op te wijzen dat men zich, als
onderteekenaar van het verdrag van Lo
carno zal aansluiten bij de algemeene ver
oordeeling van het Duitsche gebaar, maar
het is niet goed mogelijk om zich voor te
stellen, dat Italië deel zal nemer aan even-
tueele sancties tegen Duitschland, in de
eerste plaats, omdat men ook tegen Italië
sancties heeft toegepast en bovendien om
dat Duitschland niet heeft deel genomen
aan de veroordeeling van Italië.
Engeland blijft kalm.
In Volkenbondskringen heeft men den
indruk, dat de redevoering van Eden in het
Lagerhuis vooral gezien in verband met de
door Baldwin daarna afgelegde verklaring
beschouwd moet worden als een uiting van
een in wezen gematigde houding, zoodat
mag worden verwacht dat Engeland een
remmenden invloed zal uitoefenen op even-
tueele verlangens tot drastisch optreden te
gen Duitschland.
DE STERKTE VAN DE TROEPEN
IN DE RIJNZONE.
Zestigduizend man, waarvan de
helft Landespolizei, die by de
Ryksweer zou zyn ingelijfd.
Reuter meldt uit Berlijn:
De sterkte van de Duitsche soldaten in
het gedemilitariseerde gebied bedraagt
zestigduizend man. Ongeveer dertigdui
zend man is Zondag het gebied binnenge
trokken, dertigduizend man Landespolizei
was er reeds, en is nu bij de Rijksweer in
geschakeld. De Duitsche regeering heeft
hiervan geen mededeeling gedaan. Maar
men weet het uit te Keulen afgelegde ver
klaringen, en ook in andere plaatsen heb
ben commandanten van afdeelingen politie
het verteld.
De sterkte van de Duitsche troepen gaat
een symbolische bezetting, waarvan Zater
dag werd gesproken, dus wel alleszins te
buiten.
De Rijnzone is sedert Zondag militair
gereorganiseerd.
De nu in 't gebied gestationneerde troe
pen bestaan uit ten minste vier divisies,
voorts uit afdeelingen luchtmacht, die niet
bij die divisies zijn getrokken.
In de kranten staat te lezen dat de ste
den in het Rijndal: Dusseldorf, Keulen,
Bonn, Koblenz, Mainz, Ludwigshafen,
Mannheim en Heidelberg weer garnizoe
nen hebben gekregen. Aken, Trier en
Saarbrucken zouden slechts zwak met
detachementen bezet zijn, zoo preciseert het
versterkte communiqué het maa be
langrijke afdeelingen Landespolizei zitten
er reeds geruimen tijd.
Twee groepen jachtvliegtuigen zijn ver
deeld tusschen Frankfort en Mannheim
aan den eenen kant, Keulen en Dusseldorf
aan den anderen.
De Angriff spreekt zelfs van escadrilles
bombardementsvliegtuigen, welks motoren
boven Keulen hebben geronkt. Men weet
nog niet waar deze ecadrilles zijn gestati-
onneerd. In officieele mededeelingen is er
geen melding van gemaakt.
De artillerie die naar de Rijnzone is ver
trokken, omvat dertien groepen van drie
batterijen.
Het gaat voornamelijk om gemotoriseer
de batterijen van 120 en 150 man. Voorts
tanks en anti-tankgeschut. De sterkte
komt overeen met die van de infanterie,
waaraan de batterijen zijn toegevoegd.
Een officieus Duitsch antwoord
op de rede van Sarraut.
Aan de Wilhelmstrasse verklaarde men
gisteren naar aanleiding van de radiorede
van Sarraut officieus:
Sarraut heeft met nadruk verzekerd
geen onderhandelingen met Duitschland
te zullen aanknoopen. Hij meende in de
daad van Duitschland een grof fait ac
compli te kunnen zien. Hij vergat evenwel
dat de zevende Maart een einde maakte
aan een lange reeks van faits accompli's
van de zijde van Frankrijk. Frankrijk ver
geet zijn eigen verplichtingen, die iedere
agressie en iedere daad, die tot eenigerlei
internationale verwikkeling zou kunnen
leiden, verbieden. Frankrijk vermeerdert
de mogelijkheden tot een conflict door te
pretendeeren, dat dit alles wel in overeen
stemming is met het verdrag van Locarno
en dat het 't recht heeft den aanvaller aan
te wijzen. Het verwijt van Sarraut is aller
eerst op Frankrijk zelf te betrekken. Dit
heeft zich dit recht aangematigd van het
oogenblik af, dat het de besprekingen met
Moskou opende. Deze handelwijze van
Frankrijk maakte het onmogelijk het Rijn
land langer zonder beveiliging te laten.
Sarraut maakte zich van deze kwestie af
door te zeggen, dat Frankrijk niet wilde
dat Straatsburg onder de Duitsche kanon
nen lag.
Sarraut achtte het blijkbaar wel mpge-
lijk, dat Karlsruhe, Freiburg, Mannheim
Saarbrucken en tal van andere steden in
Duitschland wel onder de Fransche kanon
nen liggen.
Het is zeer betreurenswaardig, dat Sar
raut al deze dingen liet rusten en harts
tochtelijk verklaarde, dat Frankrijk niet
bereid is tot opbouwende onderhandelin
gen met Duitschland.
Hiermede sluit men de deur voor het tot
stand brengen van een concrete en open
hartige samenwerking.
Met betrekking tot de uitlating van
Sarraut als zou de tijd van de opzegging
van het verdrag van Locarno in verband
staan met de komende Fransche verkiezin
gen, merkte men op, dat Duitschland een
eensgezind Frankrijk noodzakelijk acht
voor het behoud van den vrede in Europa.
Fransche troepen naar de grens.
Uit Epinal wordt gemeld, dat dekkings
troepen van de standplaatsen Epinal, Rémi-
remont en St. Dié Maandag uit hun kazer
nes zijn vertrokken om hun stellingen in de
grensfortificaties te betrekken.
Men heeft zich gisteren te Rome ge
haast het optimistische bericht, dat de
verschillende dagbladcorrespondenten
te Asmara vrijwel gelijkvormig aan
hunne redacties geseind hebben, n.1.
dat het Italiaansche oppercommando
in afwachting van de vredesonderhan
delingen de vijandelijkheden zou sta
ken, tegen te spreken. Trouwens, deze
tegenspraak was reeds niet meer noodig
want des morgens hebben Italiaansche
vliegtuigen boven Sidamo bommen
laten vallen, ook zijn er gisteren weer
vliegtuigen gesignaleerd boven de
spoorlijn Addis AbebaDzjiboeti.
Verder wordt uit Rome gemeld, dat maar
schalk Badoglio een herziening van de in
tendance ter hand heeft genomen, om nieu
we operaties mogelijk te maken. Dit alles
wijst dus allerminst op een staken van de
vijandelijkheden. Het is nu alleen maar de
vraag hoe het bericht hieromtrent de een
suur van het Italiaansche hoofdkwartier
kon passeer en.
Uit Addis Abeba wordt gemeld, dat de
voortgang dien de Italianen ten Zuiden van
Amba Aladji hebben gemaakt van geen
beteekenis is. Tusschen den Amba Aladji en
het Asjiangimeer zijn Abessinische troepen
geconcentreerd het bericht vermeldt niet
onder wien en de Abessiniërs hopen den
Italianen te beletten voor het begin van de
regens het Asjiangimeer te bereiken. Deze
verklaring klinkt bekend genoeg, ook ras
Moeloegeta hoopte indertijd zooiets, doch
aan den anderen kant bevestigt een rapport
van maarschalk Badoglio aan Mussolini,
dat aan de bezetting van den Amba Aladji
slechts één legercorps heeft deelgenomen
in tegenstelling dus tot de bezetting van
den Amba Aradam, waar meerdere corpsen
aan deelnamen en hierdoor is natuurlijk
de kans voor de Abessiniërs aanmerkelijk
grooter.
Verder houdt men te Addis Abeba nog
steeds vol, dat er aan het Noordelijk front
een ernstige strijd gaande is. Het zal ethter
noodig zijn nadere bijzonderheden van
dezen strijd af te wachten. Gelijk men weet,
meldde men Zaterdag uit Addis Abeba, dat
tot in God jam gevochten werd, doch dit is
tot dusverre de eenige plaatsbepaling die
men gegeven heeft en zeer veelzeggend is
deze niet, temeer omdat de Italianen af en
toe nog berichten geven over een opstand,
die in deze provincie opnieuw is uitge
broken.
Weder geweldige paniek
Abeba.
te Addis
De bombardementen in de omgeving van
Addis Abeba duren onverminderd voort.
Ook in het Sidamogebied zijn bommen ge
worpen, doch van de 12 kwamen slechts 2
tot ontploffing.
Te Addis Abeba werd gisteren volgens
Reuter bericht ontvangen, dat de Italiaan
sche vliegtuigen Irga Alem, de hoofdstad
van Sidamo, hadden gebombardeerd. De
stad werd gealarmeerd, daar men vreesde,
dat de vliegtuigen er ook toe zouden over
gaan de hoofdstad te bombardeeren. Er
ontstond een geweldige paniek. Om half elf
achtte men het echter onwaarschijnlijk, dat
over Addis Abeba zou worden gevlogen.
Nagadras Afework, de voormalige Abes
sinische gezant te Rome, is telegrafisch
door den Negus naar het Tigré-front geroe
pen. Hij is gister naar Dessie vertrokken,
waarschijnlijk om instructies te ontvangen.
Te Addis Abeba verluidde gister, dat aan
het noordfront nog steeds een hevige strijd
woedt.
Naar aanleiding van het bericht omtrent
het staken der vijandelijkheden door de
Italianen werd te Addis Abeba officieus
verklaard, dat de Ethiopische troepen in
hun stellingen zullen blijven en den strijd
zullen voorzetten. Ethiopië zal slechts reke
ning houden met het staken van het Ita
liaansche offensief wanneer Genève een
beslissing neemt.
Italianen zijn enthousiast.
Het agentschap Stefani deelt mede, dat
aan het geheele Italiaansche front een sterk
enthousiasme heerscht. De verbinding met
het achterland is uitstekend. Van de kust
tot het front is een ieder bezield met ver
langen een overwinning te behalen.
Het dagrapport.
Wij vervolgen thans het uittreksel uit de
dagrapporten van dr. Winckel, den leider
der Nederlandsche ambulances.
Deze rapporten betreffen de periode
van Zaterdag 8 Februari tot en met Woens
dag 12 Februari.
Op Zaterdag 8 Februari kwam in den na
middag onverwacht dr. Belmonte per Roode
Kruisvliegtuig uit Addis Abeba in Dessie
aan. De post was helaas achtergebleven in
de koffers, welke het vliegtuig te zwaar zou
hebben gemaakt.
Dr. Winckel teekent bij dezen dag nog
aan, dat hij zeer belemmerd is in zijn be
wegingen door een geïnfecteerd wondje aan
den rechtervoet.
Den volgenden Zondag waren onze land-
genooten getuige van een bombardement op
Dessie en omgeving door Italiaansche vlieg-
tuigen. Om acht uur verschenen 5 of 8
vliegtuigen, die op drie plaatsen hun bom
bardement richtten: op de stad zelf, op een
plaats circa een uur loopens van de Neder
landsche ambulance en ook ten Oosten.
Een groep van 4 bommen viel op onge
veer 800 M. ten Westen van het kamp, zon
der schade aan te richten.
Wij kregen niet den indruk, zoo schrijft
dr. Winckel, dat de Italianen het op ons
kamp voorzien hadden.
Toen de Italiaansche vliegtuigen waren
verdwenen, trokken de Nederlandsche art
sen naar de stad en naar de plaats ten Noor
den, waar vele bommen waren gevallen. De
eerste ploeg kwam onverrichter zake terug.
Er waren slechts weinig slachtoffers geval
len: twee dooden en twee licht gewonden,
die beiden reeds in het Amerikaansche hos
pitaal behandeld waren. De tweede ploeg
had meer succes: onderweg vond men twee
lichtverwonden, die voorloopig verbonden
werden en naar de Nederlandsche ambu
lance verwezen. Voorts trof men op de
plaats des onheils nog een lichtverwonde en
een ernstiger geval. Beiden werden in het
hospitaal gebracht.
Den volgenden dag, Maandag 10 Februari,
had een bespreking plaats met dr. Melly,
de leider der Britsche ambulance. Deze
deelde o.a. mede, dat zijn geheele ambu
lance is ingericht op vervoer per vracht
auto, een lichter type dan de Nederland
sche. Nu hij een plaats inneemt achter het
noordfront, zou hij liever muildieren ver
voer wenschen. De daaraan verbonden hoo-
ge kosten waren echter een bezwaar. Daar
om kon de Engelsche ambulance ook niet,
zooals de Nederlandsche, voorposten van
eenig belang uitzenden; ten hoogste zouden
die eenige eerste-hulppatrouilles kunnen
zyn. Het plan van dr. Melly was, op te ruk
ken naar Quoram. Dr. Winckel deelde hem
mede, dat de beide Nederlandsche eenheden
ook elk een plaats in de buurt van Quoram
zouden innemen, zoodat de samenwerking
tusschen de Britsche en de Nederlandsche
ambulance van het hoogste gewicht zou
zijn. Dr. Melly beaamde dit en de beide
leiders kwamen tot een gemeenschappelijk
werkplan.
In groote lijnen komt dit werkplan hierop
neer: direct achter het front zijn de ambu
lances van het Ethiopisch Roode Kruis, dan
komen de eenheden van de Nederlandsche
en de geheele Britsche ambulance op on
geveer 50 tot 80 K.M. achter het front. De
Nederlandsche eenheden voeren hun patiën
ten, teneinde niet overbelast te geraken, af
naar de Britsche ambulance, die haar
patiënten verder betrekt van haar eigen
eerste-hulp patrouilles en van de Ethiopi
sche eenheden.
Voorts zal de Britsche ambulance afvoe
ren op de Nederlandsche te Dessie. Dit
transport wordt onderhouden met de
camions der Britten. Het duurt twee a drie
dagen.
De Nederlandsche ambulance blijft te
Dessie en zal vermoedelijk van belang zijn
voor de definitieve operatieve behandeling
der verwonden. Deze laatsten worden ten
slotte geëvacueerd naar Addis Abeba, door
de Nederlandsche camions of door de zor
gen van het Ethiopische gouvernement.
In een toelichting tot dit werkplan wyst
dr. Winckel er op, dat deze regeling een
regelmatig contact tusschen de Nederland
sche eenheden en het basis-hospitaal ge
makkelijker maakt. De ledig terugkeerer.de
Britsche camions kunnen berichten en aan
vullende voorraden althans tot voorbij
Quoram meenemen. Het laatste stuk van
den weg wordt dan afgelegd met muildie
ren in het bezit der Nederlandsche een
heden. Daardoor viel het dr. Winckel ook
gemakkelijker de beslissing te nemen, dat
de basis te Dessie blijft en (voorloopig) niet
noordwaarts verplaats wordt. Dr. Winckel
neigde tot dit laatste wegens den enormen
afstand welke ruim 300 K.M. bedraagt. De
vestiging in Dessie heeft echter zulke groote
voordeelen, dat hij van verder noordwaarts
trekken van het basis-hospitaal afzag.
Dessie is aangewezen als basis, omdat het 't
hoofdkwartier van den Negus is en als zoo
danig vaker het doel van bombardementen
dan eenige andere plaats. Ook is Dessie ge
legen in het midden tusschen het front en
Addis Abeba, wat van belang is voor de
evacuatie der patiënten. Ook is er de ge
makkelijke verbinding met Abbis Abe ia;
maar naar het Noorden bestaan er geen
post- of telegraafkantoren. Bovendien be
schikt Engeland hier over een militairen
attaché.
Ten slotte overwoog dr. Winckel, dat het
voor Nederland, tot dusver aan den Negus
vrijwel onbekend, van veel belang kan zijn.
dat een goed uitgeruste ambulance in de
onmiddellijke nabijheid van Z.M. blijft, die
trouwens daarom heeft gevraagd.