HUIDUITSLAG met
jeuk die dol maakt
KLOOSTERBALSEM
Financieel Overzicht.
UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
Stad en O
veroorzaakt vurige wond
VAN HOUTEN.
(i).
AKKER'S
LANDELIJKE FEDERATIE VAN
BOUWVAKARBEIDERS.
Men kan het beschouwen beperkt te zijn
tot het constateeren van een min of meer
toevallige locale neulraliteitsschending en
het protesteeren daartegen met het woord
of met de daad. Een dergelijke handhaving
der neutraliteit was de taak van de Marine
in Ned-Indië gedurende den Wereldoorlog;
die politioneele taak werd behoorlijk ver
vuld, de locale schendingen konden alle
door de Marine verijdeld worden. Zij ont
nam daarmede den oorlogvoerenden de in
hun eigen belang bestaande verplichting,
zich met onze zaken te bemoeien en ons
daardoor in den oorlog te brengen.
Maar anders worden de eischen, die aan
de handhaving van de neutraliteit gesteld
worden, als een der oorlogvoerenden zich
welbewust ergens in Ned.-Indië wil neste
len, omdat zijn eigen belangen hem daar
toe aansporen; wanneer hy, om een voor
beeld te noemen, er zich van een gunstig
gelegen eiland zou willen meester maken,
om dit te gebruiken als steunpunt in den
handelsoorlog. Dan helpt het politioneele
optreden niet meer. Dan helpt alleen de
aanwezigheid van een weermacht, die sterk
genoeg is om te voorkomen, dat een der
partyen haar tegen zich in het harnas zal
jagen, omdat door haar aansluiting bij de
tegenpartij de gecombineerde strijdkrach
ten te sterk zouden worden, omdat dus de
voordeelen van de neutraliteitsschending
niet zouden opwegen tegen de nadeelen.
Dan kan onze weermacht in sterke mate
preventief werken. Evenals van onze weer
macht in Nederland in 1914 een voldoende
preventieve kracht uitging om ons buiten
den oorlog te houden.
Een soortgelijke preventieve kracht had
het Nederlandsche eskader in Ned-Indié
in den Russisch-Japanschen oorlog, toen
de Russische vloot van admiraal Rojest-
wensky haar toch van Kronstadt rond de
Kaap de Goede Hoop naar Oost-Indië
maakte en het Nederlandsch eskader van
uit Nederland tot de grootst mogelijke
sterkt was uitgebreid. Hoewel niet opge
wassen tegen de Russische vloot, zou het
deze toch op voldoende wijze hebben kun
nen verzwakken, om haar toch al niet
groote kansen tegen de Japanners, nog op
gevoelige wijze te verminderen. De Russi
sche vloot, die zooveel mogelijk moeilijk
heden met derden vermeed, koos den lan
gen omweg om Ned-Indië heen en maakte
geen enkele inbreuk op de Nederlandsche
neutraliteit.
Het is deze soort handhaving der neutra
liteit, waar het dan tenslotte op aankomt.
Mocht de preventieve kracht der weer
macht onvoldoende blijken en Nederland
er niet aan kunnen ontkomen, partij te
kiezen, wil het niet van beide kanten te
gelijk de slagen om de ooren krijgen en
Nederlandsch-Indië voorgoed verloren zien
gaan, dan zal het zyn weermacht op het
spel moeten zetten aan de zijde van zijn
natuurlijke bondgenooten, aan de zijde van
hen, wier belangen overeenkomen of pa
rallel loopen met die van Nederland.
Griekenland heeft in den Wereldoorlog
het voorbeeld gegeven, hoe een besluite-
looze en onzekere neutraliteitspolitiek on
vermijdelijk tot het meesleepen in den oor
log leidt. Zij maakt den aarzelenden en
weifelenden staat tot den voetveeg der oor
logvoerenden.
In een volgend artikel nog iets over de
„Grondslagen voor de verdediging van Ne
derlandsch-Indië".
Gep. vice-admiraal
G. L. SCHORER.
De Hooge Raad beslist voor houders
der dollarobligaties Koninklijke in
gunstigen zin betreffende de goud
clausule. Eisch tegen de Bataaf-
sche wordt echter afgewezen. De
financieele consequenties daarvan
voor de Koninklijke. Geen zweem
van zenuwachtigheid ter beurze in
verband met den politieken toestand.
Betere stemming voor pandbrie
ven op het gunstige voorloopige ver
slag van de Algemeene Hypotheek
bank.
Een kwestie, die in financieele kringen in
de afgeloopen week druk is besproken, is
de beslissing van den Hoogen Raad inzake
het proces van de dollarobligaties van de
Koninklijke, en de Bataafsche. Men zal
zich herinneren, dat de eischeresse in deze
beide zaken, n.1. de Ver. v. d. Effectenhan
del, door het Haagsche Hof in het ongelijk
was gesteld en dat zij daarna cassatie had
aangeteekend, zoodat de uitspraak in hoog
ste instantie thans met groote spanning
werd tegemoet gezien. De uitslag van de be
handeling der zaak voor den Hoogen Raad
is geweest, dat de uitspraak van het Hof,
voor zoover betreft de Koninklijke, werd te
niet gedaan, terwijl de zaak opnieuw naar
het Hof werd teruggewezen. Daarentegen
van eischeresse inzake de dollarobligaties
Bataafsche met toegewezen, waarmede dus
de beshssmg van het Haagsche Hof werd
bevestigd. De zaak van de Bataafsche is
thans dus definitief beslist in het nadeel
van de houders. De voornaamste grond
waarom de maatschappij hier in het gelijk
werd gesteld, was deze, dat er bij deze lee
ning niet een recht op uitbetaling hier te
lande was bedongen. De rechter behoefde
zich dus niet af te vragen of toepassing van
vreemd recht op een hier te lande verrichte
rechtsbehandeling zou kunnen voeren tot
resultaten, die met de openbare orde hier
te lande in strijd zijn. Men kon de Bataaf
sche dagvaarden, omdat in New York niet
voldaan was aan de goudclausule. In dit ge
val was dus alleen Amerikaansche recht
van toepassing en dit Amerikaansch recht
heeft ingevolge de joint resolution de goud
clausule buiten werking gesteld.
Men kan natuurlijk van oordeel zijn, dat
de Bataafsche tegenover de Nederlandsche
houders van deze obligaties coulanter had
moeten zijn en de oorspronkelijk op haar
genomen verplichtingen had moeten na
komen. Hiertoe was temeer aanleiding, om
dat geen enkel weldenkend mensch zou
durven beweren, dat het niet in de bedoe
ling heeft gelegen om aan de houders van
deze obligaties in verband met een moge
lijke devaluatie van den dollar een groo
tere zekerheid te verschaffen. Immers de
eerste vraag, die opkomt is deze, welken zin
een dergelijke clausule dan zou hebben
gehad, indien men van den beginne af van
plan ware geweest om in geval van deva
luatie slechts op papierbasis te betalen.
Niettemin was deze uitspraak wel te ver
wachten, omdat de eischeresse met geen
mogelijkheid kon aantoonen, dat er geen
Amerikaansch recht van toepassing was,
Geheel anders lag de zaak van de Konink
lijke. Immers voor deze obligatieleening
was een betalingskantoor in Nederland aan
gewezen en alleen had de verdediger ge
tracht om de zaak zoo voor te stellen alsof
het hier* gold een afgeleide betalingsplicht
en geen rechtstreeksche betalingsplicht in
Nederland. Ook liep de strijd over de
vraag, of de goudclausule een gouden munt
dan wel een goudwaardeclausule was. De
rechtbank te 's-Gravenhage had aangeno
men, dat de rente moest worden betaald in
gouden dollars, dus in gouden munten van
een vastgesteld gehalte of wel van een
waarde overeenkomend met de betreffende
hoeveelheid goud. Deze zienswijze was ook
zeer te rechtvaardigen, omdat de kleinste
munt, die in de Ver. Staten vroeger in om
loop was een kwart eagle ter waarde van
2.50, zoodat het onmogelijk was om de
opbrengst van de coupons met de in aftrek
gebrachte belastingen, waardoor men een
gebroken bedrag verkreeg, in werkelyken
gouden munt te betalen. Het Haagsche Ge
rechtshof had echter in Hooger Beroep dit
belangrijke argument volkomen genegeerd
en had te kennen gegeven, dat de verplich
ting bestond in betaling in gouden munten,
hetgeen onmogelijk was geworden door de
opheffing van den gouden standaard en het
verbod om in goud te betalen. De Hooge
Raad was aan dezen uitleg gebonden, maar
trekt daaruit toch een geheel andere con
clusie dan het Haagsche Gerechtshof. Het
was nu onmogelijk om in gouden munt te
betalen, zegt de Hooge Raad, derhalve hebt
U de verplichting om Uw schuld in wettig
betaalmiddel te voldoen, doch naar de
waarde van den bedongen gouden munt.
Van het geheele betoog van de verdediging
bleef door dezen uitleg dus niets over.
Wat de betalingsplicht betreft, n.1. of
deze een rechtstreeksche dan wel een af
geleide was (zooals men weet de groote
strijd over de begrippen payable en col-
lectable) beschouwt de Hooge Raad het on
derscheid tusschen beide betalingsplichten
als van geen beteek mis en stelt hy vast, dat
naar Nederland spraakgebruik een plicht
bestond om den coupon te Amsterdam te
betalen of te doen betalen. Deze plicht is
dus volgens den Hoogen Raad primair en
alle gronden, die door de verdediging waren
aangevoerd en die hierop neerkwamen, dat
de Koninklijke haar coupons in New York
had te betalen en dat alleen voor het gemak
van Nederlandsche houders tevens een
Nederlandsch kantoor (als agente van de
New Yorksche bankiers) voor de betaling
was aangewezen, vielen dus door dezen
uitspraak van den Hoogen Raad volkomen
weg.
De zaak van de Koninklijke zal, zooals
gezegd, naar het Haagsche Hof worden
terugewezen, waarbij het Hof dan echter
zal hebben rekening te houden met den uit
spraak van den Hoogen Raad. Slechts in
dien het de verdediging mocht gelukken om
opnieuw cassatiegronden te' vinden, dus om
geheel nieuwe argumenten aan te voeren,
zou de mogelijkheid bestaan, dat de Ko
ninklijke door het Hof opnieuw in het gelijk
werd gesteld, waarop dan hoogstwaar
schijnlijk weder een beroep op den Hoogen
Raad zou volgen. Men acht deze kans ech
ter uiterst gering, omdat de zaak reeds van
alle kanten is bekeken, zoodat het vrijwel
onmogelijk zal zijn om nieuwe motieven te
vinden. Indien zij aanwezig waren, dan
zouden deze reeds ongetwijfeld door de ver
dediging van de Koninklijke naar voren
zyn gebracht.
De opvatting bij de Ver. v. d. Effecten
handel is dan ook, dat de zaak definitief als
gewonnen mag worden beschouwd en dat
het proles voor Juni a.s. zal zijn geëindigd.
Deze opvatting komt dan ook tot uitdruk
king in de sterke koersstijging van de 4
dollarobligaties Koninklijke, die tijdelijk
zelfs tot boven 90 zijn gestegen, waarop een
lichte reactie volgde tot ca. 89. In het thans
nog bestaande disagio van 11 wordt het
risico tot uitdrukking gebracht, dat men als
houders nog loopt op grond van de hier
boven omschreven mogelijkheid.
Voor de Koninklijke is deze uitspraak na
tuurlijk een geduchte tegenvaller. Wy
brengen in herinnering, dat deze maat
schappij de dollarschuld op haar jongste
balans over 1934 tegen papierwaarde te
boek had gesteld, in tegenstelling met de
voorafgaande jaren, toen men nog altijd de
leening op goudbasis in de balans opnam.
Tegenover deze obligatieschuld, die dus
voor een waarde van 60 mill, werd aan
genomen tegen oorspronkelijk 100 mill.
had de maatschappij een gelijk bedrag aan
dollarobligaties in portefeuille. Voor een
deel waren dit eigen dollarobligaties der
maatschappij, voor een ander deel Ameri
kaansche regeeringsbonds. Alleen voor de
eigen obligaties was deze dekking natuur
lijk voldoende. De regeeringsobligaties vor
men echter slechts een gedeeltelijke dek-
it\0mdat deze uit den aard der 2aak
slechts op papierbasis luiden. Daar staat
dR dLïegen°Ver' dat de maatschappij voor
19 vTmmn r6SerVe had «evormd va"
aannemen rfJt T" mag waarschynlyk wel
nnf t» e reserve voldoende is
.en m,et de beschikbare papierdol-
lar-obligaties de volle goudwaarde van de
nog uitstaande dollarbonds te dekken De
aandeelen van de maatschappij zyn' dan
ook na den uitspraak betrekkelijk weinig
teruggeloopen en later hebben zij zich zelfs
geheel hersteld.
De fondsenmarkt heeft tegenover de crisis
in de buitenlandsche politiek een vrij groo-
ten weerstand vertoond. Onze beurs was
veel minder aan verkoopen blootgesteld dan
de Parjjsche en Londensche markten, terwijl
ook de New-Yorksche beurs tijdelijk een
scherpen terugslag had te zien gegeven. Op
het oogenblik worden de politieke vooruit
zichten weder gunstiger beoordeeld en dit
heeft tot gevolg gehad, dat de stemming
weer vaster is geworden. Het was opmer
kelijk, dat niettegenstaande het onder wa
penen houden van eenige afdeelingen van
het leger in verband met den gespannen toe
stand er geen zweem van zenuwachtigheid
ten opzichte van de valuta of van beleg
gingswaarden bestond. De Nederlandsche
Bank zag haar goudvoorraad nog met 22
mill. stygen, waartegenover zij 5 mill. aan
de Javasche Bank heeft afgegeven. Er was
dan ook geen enkel sympthoom van kapi-
taalvlucht en men ziet hierin een aanwij
zing, dat de aandrang tot devaluatie meer
en meer begint te verminderen.
Op de beleggingsmarkt is de stemming
voor pandbrieven verbeterd, zij het ook, dat
men nog niet van een krachtig koersherstel
kan spreken. Daarvoor zijn de vooruitzich
ten nog te onzeker. Hoewel er tegen het
Vaste Lastenontwerp een hevig verzet be
staat en dat voor een groot deel wel als ge
grond mag worden geacht, is men in beurs-
kringen toch van oordeel, dat na aanneming
van dit ontwerp de positie van verschillen
de hypotheken, in het bijzonder van die,
welke nog in onvoldoende mate hebben ge
converteerd zal verbeteren. Een gunstigen
indruk maakte het voorloopige jaarverslag
van de Algemeene Hypotheekbank. Uit dit
verslag blijkt dat 14 ingekochte onderpan
den te boek staan voor nog geen 100.000
omdat er op dit bezit behoorlijk is afge
schreven. Bovendien staan de gezamenlijke
reserves bijna 24.000 hooger te boek dan
het vorige jaar. Een gunstige omstandigheid
was ook, dat de hypotheekbank weinig ach
terstand in de rentebetaling had. Zy zal een
dividend uitkeeren van 4 pCt., waarbij zij
zich dus heeft geschaard aan de zijde van
die instellingen, die niet zijn meegegaan
met het besluit van een aantal hypotheek
banken om over 1935 geen dividend te be
talen. Het trok de aandacht, dat ook de
Westlandsche Hypotheekbank een dividend
zal uitkeeren van 4 pCt. Men kan niet zeg
gen, dat op de koersen van de pandbrieven
de dividendbesluiten van veel invloed zijn
geweest.
Op de aandeelenmarkt duurde het aanbod
in aandeelen Philips nog altijd voort. Er zijn
enkele groote huizen, die als verkoopers op
treden, doch het staat wel ^ast, dat het hier
reëele orders zyn en dat men dus niet met
contramine-verkoopen te doen heeft. Na het
geen wy de vorige weken reeds over deze
kwestie hebben geschreven, valt er thans
niet vee' nieuws meer te melden. Alleen
moet er nog een kwestie hangende zijn met
de Oostenrijksche regeering. Deze betreft
een betaling van een boete tot een vrij aan
zienlijk bedrag en het schijnt, dat ook de
gezant te Weenen zich met deze kwestie
heeft ingelaten. Wij hoorden, dat het niet
is mogen gelukken om de Oostenrijksche
autoriteiten van standpunt te doen veran
deren. Wij konden echter niet met zeker
heid gewaar worden om welk bedrag het
eigenlijk ging. Evenmin wat de grond was
van deze betaling. Zeer waarschijnlijk zal
er over deze kwestie binnenkort eenige me-
dedeelingen worden gedaan.
Het jaarverslag van de Kon. Papierfa
briek van Gelder maakte een vrij goeden in
druk. Daar het deze maatschappij is gelukt
om dank zij de belangrijk hoogere bedrijfs
winst, na ruime afschrijvingen, slechts met
een klein verlies af te sluiten, terwijl het
vorige jaar nog een verlies werd geleden
van bijna 1^4 mill. Teleurstellend was het
dividend van de Hollandsche Beton, welke
maatschappij slechts 10 pCt. zal uitkeeren
tegen 15 pCt. in het vorige jaar. De huidige
koers van de aandeelen is circa 208 pCt.,
zoodat men op deze basis nog altijd een be
hoorlijke rente maakt. Daarbij moet men in
aanmerking nemen, dat het hier een intren
siek zeer goede maatschappij betreft, die
goed beheerd wordt.
Wat de overige afdeelingen van de beurs
betreft, hadden cultuuraandeelen een tame
lijk kleurloos verloop. De Nivas heeft weer
eenige partijen suiker afgedaan, nadat zy de
limiet met 5 cent had verhoogd. Voor de
H.V.A. en de Amsterdam Rubber is het een
ongunstige omstandigheid, dat de palmolie-
markt nog altijd gedrukt blijft. Men be
schouwt dit echter in betrokken kringen als
een seizoen verschijnsel. De rubberprijs heeft
niet veel beweging getoond. De voorraad
in Engeland gaf de vorige week een vry
krachtige vermindering te zien, maar met
het oog op de groote verschepingen lijkt het
waarschijnlijk, dat daarin volgende week
een verandering zal komen. Ook luiden de
berichten uit Amerika in zooverre iets min
der bevredigend, dat het verbruik daar te
lande over Februari niet zal meevallen. De
koersen der rubberaandeelen hebben zich
overigens vry goed kunnen handhaven.
Voor enkele maatschappijen verwacht men
tamelyk bevredigende resultaten en enkele
zullen wfel een dividend kunnen uitkeeren.
Tabaksaandeelen waren tamelyk vast in
nawerking van de totstandkoming van de
compensatietranstactie met Duitschland. De
tabak van de Deli Batavia wordt gunstig
beoordeeld en het waren dan ook in het bij
zonder deze aandeelen, die gevraagd waren
Amerikaansche fondsen waren zeer stil en
de koersen sloten zich aan bij de beweging
in New-York. De markt heeft </iar even
eens onder den invloed van den politieken
toestand gestaan. De berichten uit het be
drijfsleven blijven echter gunstig luiden.
Een goeden indruk maakte het verslag van
de American Smelting and Refining, welke
maatschappij in 1935 5.01 per aandeel
heeft verdiend tegen vorig jaar 1.63.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week:
4 pCt. Nederland 1934, 98 3/8, 97 7/8,
98 9/16;
4 pCt. Ned. Indië 1934, 96^, 96 1/16, 6 7/8;
6 pCt. Rotterdam leening 1924, 67 1/4,
75, 71 'A, 72;
Alg. Hyp. Bank 4 pCt., 87)4, 84;
Mij. v. Hyp. Crediet (met 2)4 pCt uitl.)
4)4 pCt., 80, 71, 73«;
4 pCt. Koninklijke 1000, 85 1/4, 90 3/4,
89;
HoU. Beton 211, 208, 209;
Ned. Kabelfabriek, 335, 357;
Papierfabriek van Gelder 49 3/4, 52 1/8;
Ned. Ford, 221, 226ys;
Philips 191)4, 193)4, 181, 182 3/4;
Unilever 103 3/4, 107 1/4, 106^;
Redjang Lebong 210, 229, 220;
Koninklijke 233 3/4, 238 1/4;
Amsterdam Rubber 123, 126 1/4, 125)4;
Deli Batavia Rubber Mij. 70, 75, 74;
H.V.A. 234, 236, 235)4;
Deli Batavia Mij. 174 3/4, 185;
Deli Mij. 188, 199;
Senembah Mij., 186, 196, 195 1/4.
„Mijnheer de Voorzitter, ik zou liever
m'n rechterhand verbranden, dan dat ik
voor dit wetsontwerp stemde!"
Het moment staat, plotseling, in m'n
herinnering weer fel-beiicht. Het was vele
jaren geleden, bij de behandeling van het
Arbeidscontract in de Eerste Kamer. De
golven van het debat schuimden hoog op;
het was een bewogen discussie; de scher
pe, sterke wind der oppositie streek langs
de oratorische wateren.
Regout, de betreurde, welsprekende oud-
Minister van Waterstaat (toen was hij nog
geen oud-Minister), groot-industrieel uit
Limburg, had zich voor het wetsontwerp
verklaard, ofschoon hij er tal van bezwa
ren tegen koesterde.
Dit standpunt had in niet geringe mate
de ergernis van Mr. Samuel van Houten,
afgevaardigde voor Friesland, gaande ge
maakt. Hij bestreed Regout met bijzondere
felheid. En toen roep de oude staatsman
het befaamde woord, waarmee ik deze
schets ben aangevangen.
Z'n rechterhand verbranden
De oude staatsman. Tóen al naar den
mensch gesproken oud. De zeventig
reeds gepasseerd. Hij is over de 90 gewor
den; met Van Karnebeek en de Savornin
Lohman het wonder-sterke trio vormend,
dat als een levende schakel is met een
vorige generatie.
Staatsman.
Wie zal, precies, verklaren wat een
staatsman is? In onderscheiding van een
politicus? Staatsman is een begrip van
hoogere orde dan politicus. Er is, zoo on
geveer, de verhouding tusschen van kun
stenaar en dilettant. Toch loopen de mee
ningen wat uiteen. Ik ken menschen, die
volkomen te goeder trouw bijvoorbeeld
Goeman Borgesius geen staatsman von
den, doch een politicus.
Dit is, men houde het mij ten goede, een
dwaasheid, een misvatting.
„Staatsman", zei Thorbecke, die het toch
wel weten kon, „staatsman is niet wie
u-devoeringen houdt, maar wie proeven
van staatsbeleid gaf". En Borgesius heeft
beleirr-even wat »Proeven van staats-
Ïn,ld fgev!n' Nu neem ik aan, dat
niet uitsluitend "proeven van staatsbeleid"
UCL uitsluitend concrefp nmö,rn« i
b«p™
Ik geef toe, dat men er over zou kiin„a„
twisten Of hy er ten volle recht op K
gehad Niet uit een oogpunt van bekwaam
heid. In dit opzicht stak hij met hoofd en
schouders vèr boven de over-groote meer
derheid uit. Maar, naar myn begrip, moet
een staatsman oog hebben voor de teeke
nen des tijds, moet hij de stemmen zyner
dagen weten te verstaan en te begrypen en
zich niet te zeer verliezen in een dogma
tisch principe. Wat sommigen de zwakke
steê van Borgesius vonden, zijn soepel
heid, zijn aanpassingsvermogen, zyn op
portunisme, is voor den staatsman die wat
bereiken wil een onmisbare eigenschap.
Zonder die komt lij er niet.
Zonder die zal hy nooit leider kunnen zyn.
Zie hier het groote, kenmerkende ver
schil tusschen Borgesius en van Houten:
het practisch opportunisme, van het libe
rale beginsel doortrokken, tegenover het
dogmatisch-principieele. Zóó kon de een
een saambindende kracht, een aanvoerder
worden, terwijl dë ander meer en meer
geïsoleerd kwam te staan.
Leider en Einspanner.
Maar met dat al was van Houten een
staatsman: één van de beste en knapste
figuren, die de vrijzinnigen, na Thorbecke
hebben bezeten.
Ik heb het al meer gezegd: wellicht is
hij, na Thorbecke, de meest universeel-
ontwikkelde figuur geweest in hun mid
den. Ik kan mij eigenlijk geen portefeuille
denken, die, uit een oogpunt van per
soonlijke bekwaamheid bezien, niet door
van Houten beheerd had kunnen worden.
Maar in het constateeren van dit merk
waardige feit, ligt dan tevens de erken
ning van de groote fout in van Houten's
politieke leven: zyn veel te vet gedreven
individualisme, dat hem te eenenmale met
onvruchtbaarheid heeft geslagen. Indien
van Houten minder individualist ware ge
weest, méér den aanleg van de eigen
schappen voor leider had bezeten, meer
had weten te vereenigen dan af te stooten,
dan zou deze man met zijn zeer bijzondere
knapheid in de vrijzinnige gelederen een
positie van schier onberekenbare invloed
hebben gekregen.
Dan zou hy, wellicht, het middelpunt
der vrijzinnige beweging zyn geworden.
Nu werd hij het niet. Hy werd het hoe
langer hoe minder. Dit heeft hem verbit
terd. Het leidde hem tot het meer en meer
toespitsen zijner persoonlijke politiek. En
zoo kwam zijn figuur ook meer en meer
alleen te staan.
De breede, sterke stroom der gebeurte
nissen, van de stuwkracht der nieuwere
sociale gemeenschapsbegrippen vervuld,
vloeide langs hem heen. Hij stond aan den
oever.
Ik noemde zooeven, in vergelijking met
an Houten, Goeman Borgesius. Van dezen
da^! uin»2^ ^euRd door niemand minder
dan Prof. Jonckbloet getuigd, „dat hy
Dank dan klOOSIEBaii,,^
verdwijnt wond an kmdnteS
/3-i
Jeukte. Maar door •t kribb^ntS
een wond op m(jn hand zoo gnoffl
een kwartje, welke wond mtt hl
Ptjn bezorgde. Toen niets hieln
ik Klooaterbalsem. Dadelf/k ,m
derde het jeukerige gevoel de
werd moot zuiver, de uitslag lerwh!
derde en verdween en ook de L
genas geheet"fond
BL te D. 4
J oaiemvti raa in,Mi
Geen goud zoo goed"
Onovertroffen b(J branden anUwn-a
Ook ongeëvenaard als wrüfmlddel km
Kbeumatlek, spit en pUnltfke splerïj
Schroofdoo» 85 et Potten: 62)4 et en 1.04
nawi^
nooit zoo rood zou worden als van Houten
Het liep anders.
Maar ik wil ter vergelijking nog een
anderen naam noemen. Cort van der Lin
den. Iemand vandezelfde wetenschappe"
lijke standing als van Houten. Onverdacht
evenzeer als vrijzinnige. Bovendien jn
wijsgeerigen geestesaanleg met hem gelijk
Borgesius was geen wijsgeer. Cort van der
Linden en van Houten echter zochten beide
bij voorkeur ook de philosofische zijde van
het liberalisme. Niettemin: welk een on
derscheid in de praktijk. Cort van der
Linden heeft nooit z'n hand willen ver
branden, liever dan voor een ontwerp te
stemmen, dat de nieuwere denkbeelden
op sociaal gebied vorderden. Cort van der
Linden is dan ook als staatsman van heel
wat grooter allure gebleken dan van
Houten, omdat hy van het liberalisme een
levende leer en geen dogma maakte.
Met volkomen handhaving van gezag en
positie en beginsel en persoonlijkheid en
hoogen, voornamen stijl, bleek van der
Linden een leider, tegenover den eenling
var. Houten.
Philosoof beide. Ook beide persoonlijke
en oorspronkelijke geesten, met een eigen
cachet. Niettemin praktisch en invloedrijk
staatsman de een, individueel dogmaticus
de ander. Met dit al heeft toch ook Van
Jlouten voor de vrijzinnige zaak in en
buiten de volksvertegenwoordiging groot
werk gedaan.
D. HANS.
„De eenige uitweg uit den chaos
van onderdrukking en uitbuiting".
De gisteravond in de dancing van de Har
monie gehouden openbare vergadering van
de afd. Alkmaar der landelijke federatie
van bouwvakarbeiders was slecht bezocht,
waarover de voorzitter, de heer H.
Steur, by de opening zyn ontstemming en
afkeuring uitsprak.
Als spreker trad op de heer M. I. Rood-
v e 1 d t, uit Hilversum, secretaris der Fede
ratie, over bovenstaand onderwerp.
De voor Alkmaar niet onbekende spreker
constateerde na een korte inleiding, dat het
aantal werklooze bouwvakarbeiders bijna
de 100.000 heeft bereikt, ondanks het feit
dat in het 60-millioenenplan verschillende
dingen zijn opgenomen, die ertoe zouden
bijdragen, dat het bouwbedrijf op pooten
blijft staan. Dat onder deze omstandigheden
tal van arbeiders zich niet veel aantrekken
van een „contract-actie", zooals thans wordt
gevoerd, vond spr. wel begrijpelijk, maar
niet te verontschuldigen. Want de contractac
tie raakt niet alleen de nog werkenden,
maar zeer zeker ook de werkloozen, al zijn
er onder dezen ook velen, die misschien
heelemaal niet meer aan het werk komen.
Men moet immers niet vergeten, dat, hoe
wel de minister verzekert, dat aan de steun-
normen niet getornd zal worden, het bedrag
van den steun wèl naar beneden gaat zoo
dra het loon in het bedrijf daalt, want he
steunbedrag is een bepaald percentage van
dat loon. Met een voorbeeld gaf spr. dit na
der aan, concludeerende dat de werkloozen
dus zeer zeker wel iets te maken hebben
met de contract-actie, en dan niet uitslui
tend die voor de eigen groep, van schilders,
stucadoors of anderen, maar iedere cont^ac,"
actie, want zy zyn van belang voor de hee e
arbeidersklasse.
Speciaal uit de bouwbedrijven constateer
de spr., dat duidelijk kenbaar is, dat
werkgevers in elk der verschillende bran
ches zijn opgetreden volgens een tevore
vastgesteld plan. Zij stelden b.v. vast,
een collectief contract buiten werking
worden gesteld voor een bepaalde streek,
dien het daar niet zou worden nagelee
Onder deze omstandigheden staat het v
dat hetgeen men nu overeenkomt, 0
twee weken wel weer ongedaan kan w
den gemaakt. En deze voorwaarde he
alle arbeidersorganisaties geaccepteer
spr. afkeurend. Het is dus eigenlijk on
gelijk om een collectief contract aan
gaan. jpn
Ieder, die zich op het standpunt va
klassenstrijd stelt, moet terstond "e&
met zijn mede-arbeiders tot strijd-berei
op te wekken tegen elke poging van
geverszijde om het collectieve arbei
tract te torpedeeren. „e.
Naast een aanslag op het loon is 00
tornd aan den zoogenaamd socialen kan
het thans nog geldende contract. De s
doors b.v. zyn al weer zooveel teru
drongen, dat z;j niet verder meer zyn
twintig jaar geleden.