HUIDUITSLAG met jeuk die dol maakt KLOOSTERBALSEM Financieel Overzicht. UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN. Stad en O veroorzaakt vurige wond VAN HOUTEN. (i). AKKER'S LANDELIJKE FEDERATIE VAN BOUWVAKARBEIDERS. Men kan het beschouwen beperkt te zijn tot het constateeren van een min of meer toevallige locale neulraliteitsschending en het protesteeren daartegen met het woord of met de daad. Een dergelijke handhaving der neutraliteit was de taak van de Marine in Ned-Indië gedurende den Wereldoorlog; die politioneele taak werd behoorlijk ver vuld, de locale schendingen konden alle door de Marine verijdeld worden. Zij ont nam daarmede den oorlogvoerenden de in hun eigen belang bestaande verplichting, zich met onze zaken te bemoeien en ons daardoor in den oorlog te brengen. Maar anders worden de eischen, die aan de handhaving van de neutraliteit gesteld worden, als een der oorlogvoerenden zich welbewust ergens in Ned.-Indië wil neste len, omdat zijn eigen belangen hem daar toe aansporen; wanneer hy, om een voor beeld te noemen, er zich van een gunstig gelegen eiland zou willen meester maken, om dit te gebruiken als steunpunt in den handelsoorlog. Dan helpt het politioneele optreden niet meer. Dan helpt alleen de aanwezigheid van een weermacht, die sterk genoeg is om te voorkomen, dat een der partyen haar tegen zich in het harnas zal jagen, omdat door haar aansluiting bij de tegenpartij de gecombineerde strijdkrach ten te sterk zouden worden, omdat dus de voordeelen van de neutraliteitsschending niet zouden opwegen tegen de nadeelen. Dan kan onze weermacht in sterke mate preventief werken. Evenals van onze weer macht in Nederland in 1914 een voldoende preventieve kracht uitging om ons buiten den oorlog te houden. Een soortgelijke preventieve kracht had het Nederlandsche eskader in Ned-Indié in den Russisch-Japanschen oorlog, toen de Russische vloot van admiraal Rojest- wensky haar toch van Kronstadt rond de Kaap de Goede Hoop naar Oost-Indië maakte en het Nederlandsch eskader van uit Nederland tot de grootst mogelijke sterkt was uitgebreid. Hoewel niet opge wassen tegen de Russische vloot, zou het deze toch op voldoende wijze hebben kun nen verzwakken, om haar toch al niet groote kansen tegen de Japanners, nog op gevoelige wijze te verminderen. De Russi sche vloot, die zooveel mogelijk moeilijk heden met derden vermeed, koos den lan gen omweg om Ned-Indië heen en maakte geen enkele inbreuk op de Nederlandsche neutraliteit. Het is deze soort handhaving der neutra liteit, waar het dan tenslotte op aankomt. Mocht de preventieve kracht der weer macht onvoldoende blijken en Nederland er niet aan kunnen ontkomen, partij te kiezen, wil het niet van beide kanten te gelijk de slagen om de ooren krijgen en Nederlandsch-Indië voorgoed verloren zien gaan, dan zal het zyn weermacht op het spel moeten zetten aan de zijde van zijn natuurlijke bondgenooten, aan de zijde van hen, wier belangen overeenkomen of pa rallel loopen met die van Nederland. Griekenland heeft in den Wereldoorlog het voorbeeld gegeven, hoe een besluite- looze en onzekere neutraliteitspolitiek on vermijdelijk tot het meesleepen in den oor log leidt. Zij maakt den aarzelenden en weifelenden staat tot den voetveeg der oor logvoerenden. In een volgend artikel nog iets over de „Grondslagen voor de verdediging van Ne derlandsch-Indië". Gep. vice-admiraal G. L. SCHORER. De Hooge Raad beslist voor houders der dollarobligaties Koninklijke in gunstigen zin betreffende de goud clausule. Eisch tegen de Bataaf- sche wordt echter afgewezen. De financieele consequenties daarvan voor de Koninklijke. Geen zweem van zenuwachtigheid ter beurze in verband met den politieken toestand. Betere stemming voor pandbrie ven op het gunstige voorloopige ver slag van de Algemeene Hypotheek bank. Een kwestie, die in financieele kringen in de afgeloopen week druk is besproken, is de beslissing van den Hoogen Raad inzake het proces van de dollarobligaties van de Koninklijke, en de Bataafsche. Men zal zich herinneren, dat de eischeresse in deze beide zaken, n.1. de Ver. v. d. Effectenhan del, door het Haagsche Hof in het ongelijk was gesteld en dat zij daarna cassatie had aangeteekend, zoodat de uitspraak in hoog ste instantie thans met groote spanning werd tegemoet gezien. De uitslag van de be handeling der zaak voor den Hoogen Raad is geweest, dat de uitspraak van het Hof, voor zoover betreft de Koninklijke, werd te niet gedaan, terwijl de zaak opnieuw naar het Hof werd teruggewezen. Daarentegen van eischeresse inzake de dollarobligaties Bataafsche met toegewezen, waarmede dus de beshssmg van het Haagsche Hof werd bevestigd. De zaak van de Bataafsche is thans dus definitief beslist in het nadeel van de houders. De voornaamste grond waarom de maatschappij hier in het gelijk werd gesteld, was deze, dat er bij deze lee ning niet een recht op uitbetaling hier te lande was bedongen. De rechter behoefde zich dus niet af te vragen of toepassing van vreemd recht op een hier te lande verrichte rechtsbehandeling zou kunnen voeren tot resultaten, die met de openbare orde hier te lande in strijd zijn. Men kon de Bataaf sche dagvaarden, omdat in New York niet voldaan was aan de goudclausule. In dit ge val was dus alleen Amerikaansche recht van toepassing en dit Amerikaansch recht heeft ingevolge de joint resolution de goud clausule buiten werking gesteld. Men kan natuurlijk van oordeel zijn, dat de Bataafsche tegenover de Nederlandsche houders van deze obligaties coulanter had moeten zijn en de oorspronkelijk op haar genomen verplichtingen had moeten na komen. Hiertoe was temeer aanleiding, om dat geen enkel weldenkend mensch zou durven beweren, dat het niet in de bedoe ling heeft gelegen om aan de houders van deze obligaties in verband met een moge lijke devaluatie van den dollar een groo tere zekerheid te verschaffen. Immers de eerste vraag, die opkomt is deze, welken zin een dergelijke clausule dan zou hebben gehad, indien men van den beginne af van plan ware geweest om in geval van deva luatie slechts op papierbasis te betalen. Niettemin was deze uitspraak wel te ver wachten, omdat de eischeresse met geen mogelijkheid kon aantoonen, dat er geen Amerikaansch recht van toepassing was, Geheel anders lag de zaak van de Konink lijke. Immers voor deze obligatieleening was een betalingskantoor in Nederland aan gewezen en alleen had de verdediger ge tracht om de zaak zoo voor te stellen alsof het hier* gold een afgeleide betalingsplicht en geen rechtstreeksche betalingsplicht in Nederland. Ook liep de strijd over de vraag, of de goudclausule een gouden munt dan wel een goudwaardeclausule was. De rechtbank te 's-Gravenhage had aangeno men, dat de rente moest worden betaald in gouden dollars, dus in gouden munten van een vastgesteld gehalte of wel van een waarde overeenkomend met de betreffende hoeveelheid goud. Deze zienswijze was ook zeer te rechtvaardigen, omdat de kleinste munt, die in de Ver. Staten vroeger in om loop was een kwart eagle ter waarde van 2.50, zoodat het onmogelijk was om de opbrengst van de coupons met de in aftrek gebrachte belastingen, waardoor men een gebroken bedrag verkreeg, in werkelyken gouden munt te betalen. Het Haagsche Ge rechtshof had echter in Hooger Beroep dit belangrijke argument volkomen genegeerd en had te kennen gegeven, dat de verplich ting bestond in betaling in gouden munten, hetgeen onmogelijk was geworden door de opheffing van den gouden standaard en het verbod om in goud te betalen. De Hooge Raad was aan dezen uitleg gebonden, maar trekt daaruit toch een geheel andere con clusie dan het Haagsche Gerechtshof. Het was nu onmogelijk om in gouden munt te betalen, zegt de Hooge Raad, derhalve hebt U de verplichting om Uw schuld in wettig betaalmiddel te voldoen, doch naar de waarde van den bedongen gouden munt. Van het geheele betoog van de verdediging bleef door dezen uitleg dus niets over. Wat de betalingsplicht betreft, n.1. of deze een rechtstreeksche dan wel een af geleide was (zooals men weet de groote strijd over de begrippen payable en col- lectable) beschouwt de Hooge Raad het on derscheid tusschen beide betalingsplichten als van geen beteek mis en stelt hy vast, dat naar Nederland spraakgebruik een plicht bestond om den coupon te Amsterdam te betalen of te doen betalen. Deze plicht is dus volgens den Hoogen Raad primair en alle gronden, die door de verdediging waren aangevoerd en die hierop neerkwamen, dat de Koninklijke haar coupons in New York had te betalen en dat alleen voor het gemak van Nederlandsche houders tevens een Nederlandsch kantoor (als agente van de New Yorksche bankiers) voor de betaling was aangewezen, vielen dus door dezen uitspraak van den Hoogen Raad volkomen weg. De zaak van de Koninklijke zal, zooals gezegd, naar het Haagsche Hof worden terugewezen, waarbij het Hof dan echter zal hebben rekening te houden met den uit spraak van den Hoogen Raad. Slechts in dien het de verdediging mocht gelukken om opnieuw cassatiegronden te' vinden, dus om geheel nieuwe argumenten aan te voeren, zou de mogelijkheid bestaan, dat de Ko ninklijke door het Hof opnieuw in het gelijk werd gesteld, waarop dan hoogstwaar schijnlijk weder een beroep op den Hoogen Raad zou volgen. Men acht deze kans ech ter uiterst gering, omdat de zaak reeds van alle kanten is bekeken, zoodat het vrijwel onmogelijk zal zijn om nieuwe motieven te vinden. Indien zij aanwezig waren, dan zouden deze reeds ongetwijfeld door de ver dediging van de Koninklijke naar voren zyn gebracht. De opvatting bij de Ver. v. d. Effecten handel is dan ook, dat de zaak definitief als gewonnen mag worden beschouwd en dat het proles voor Juni a.s. zal zijn geëindigd. Deze opvatting komt dan ook tot uitdruk king in de sterke koersstijging van de 4 dollarobligaties Koninklijke, die tijdelijk zelfs tot boven 90 zijn gestegen, waarop een lichte reactie volgde tot ca. 89. In het thans nog bestaande disagio van 11 wordt het risico tot uitdrukking gebracht, dat men als houders nog loopt op grond van de hier boven omschreven mogelijkheid. Voor de Koninklijke is deze uitspraak na tuurlijk een geduchte tegenvaller. Wy brengen in herinnering, dat deze maat schappij de dollarschuld op haar jongste balans over 1934 tegen papierwaarde te boek had gesteld, in tegenstelling met de voorafgaande jaren, toen men nog altijd de leening op goudbasis in de balans opnam. Tegenover deze obligatieschuld, die dus voor een waarde van 60 mill, werd aan genomen tegen oorspronkelijk 100 mill. had de maatschappij een gelijk bedrag aan dollarobligaties in portefeuille. Voor een deel waren dit eigen dollarobligaties der maatschappij, voor een ander deel Ameri kaansche regeeringsbonds. Alleen voor de eigen obligaties was deze dekking natuur lijk voldoende. De regeeringsobligaties vor men echter slechts een gedeeltelijke dek- it\0mdat deze uit den aard der 2aak slechts op papierbasis luiden. Daar staat dR dLïegen°Ver' dat de maatschappij voor 19 vTmmn r6SerVe had «evormd va" aannemen rfJt T" mag waarschynlyk wel nnf t» e reserve voldoende is .en m,et de beschikbare papierdol- lar-obligaties de volle goudwaarde van de nog uitstaande dollarbonds te dekken De aandeelen van de maatschappij zyn' dan ook na den uitspraak betrekkelijk weinig teruggeloopen en later hebben zij zich zelfs geheel hersteld. De fondsenmarkt heeft tegenover de crisis in de buitenlandsche politiek een vrij groo- ten weerstand vertoond. Onze beurs was veel minder aan verkoopen blootgesteld dan de Parjjsche en Londensche markten, terwijl ook de New-Yorksche beurs tijdelijk een scherpen terugslag had te zien gegeven. Op het oogenblik worden de politieke vooruit zichten weder gunstiger beoordeeld en dit heeft tot gevolg gehad, dat de stemming weer vaster is geworden. Het was opmer kelijk, dat niettegenstaande het onder wa penen houden van eenige afdeelingen van het leger in verband met den gespannen toe stand er geen zweem van zenuwachtigheid ten opzichte van de valuta of van beleg gingswaarden bestond. De Nederlandsche Bank zag haar goudvoorraad nog met 22 mill. stygen, waartegenover zij 5 mill. aan de Javasche Bank heeft afgegeven. Er was dan ook geen enkel sympthoom van kapi- taalvlucht en men ziet hierin een aanwij zing, dat de aandrang tot devaluatie meer en meer begint te verminderen. Op de beleggingsmarkt is de stemming voor pandbrieven verbeterd, zij het ook, dat men nog niet van een krachtig koersherstel kan spreken. Daarvoor zijn de vooruitzich ten nog te onzeker. Hoewel er tegen het Vaste Lastenontwerp een hevig verzet be staat en dat voor een groot deel wel als ge grond mag worden geacht, is men in beurs- kringen toch van oordeel, dat na aanneming van dit ontwerp de positie van verschillen de hypotheken, in het bijzonder van die, welke nog in onvoldoende mate hebben ge converteerd zal verbeteren. Een gunstigen indruk maakte het voorloopige jaarverslag van de Algemeene Hypotheekbank. Uit dit verslag blijkt dat 14 ingekochte onderpan den te boek staan voor nog geen 100.000 omdat er op dit bezit behoorlijk is afge schreven. Bovendien staan de gezamenlijke reserves bijna 24.000 hooger te boek dan het vorige jaar. Een gunstige omstandigheid was ook, dat de hypotheekbank weinig ach terstand in de rentebetaling had. Zy zal een dividend uitkeeren van 4 pCt., waarbij zij zich dus heeft geschaard aan de zijde van die instellingen, die niet zijn meegegaan met het besluit van een aantal hypotheek banken om over 1935 geen dividend te be talen. Het trok de aandacht, dat ook de Westlandsche Hypotheekbank een dividend zal uitkeeren van 4 pCt. Men kan niet zeg gen, dat op de koersen van de pandbrieven de dividendbesluiten van veel invloed zijn geweest. Op de aandeelenmarkt duurde het aanbod in aandeelen Philips nog altijd voort. Er zijn enkele groote huizen, die als verkoopers op treden, doch het staat wel ^ast, dat het hier reëele orders zyn en dat men dus niet met contramine-verkoopen te doen heeft. Na het geen wy de vorige weken reeds over deze kwestie hebben geschreven, valt er thans niet vee' nieuws meer te melden. Alleen moet er nog een kwestie hangende zijn met de Oostenrijksche regeering. Deze betreft een betaling van een boete tot een vrij aan zienlijk bedrag en het schijnt, dat ook de gezant te Weenen zich met deze kwestie heeft ingelaten. Wij hoorden, dat het niet is mogen gelukken om de Oostenrijksche autoriteiten van standpunt te doen veran deren. Wij konden echter niet met zeker heid gewaar worden om welk bedrag het eigenlijk ging. Evenmin wat de grond was van deze betaling. Zeer waarschijnlijk zal er over deze kwestie binnenkort eenige me- dedeelingen worden gedaan. Het jaarverslag van de Kon. Papierfa briek van Gelder maakte een vrij goeden in druk. Daar het deze maatschappij is gelukt om dank zij de belangrijk hoogere bedrijfs winst, na ruime afschrijvingen, slechts met een klein verlies af te sluiten, terwijl het vorige jaar nog een verlies werd geleden van bijna 1^4 mill. Teleurstellend was het dividend van de Hollandsche Beton, welke maatschappij slechts 10 pCt. zal uitkeeren tegen 15 pCt. in het vorige jaar. De huidige koers van de aandeelen is circa 208 pCt., zoodat men op deze basis nog altijd een be hoorlijke rente maakt. Daarbij moet men in aanmerking nemen, dat het hier een intren siek zeer goede maatschappij betreft, die goed beheerd wordt. Wat de overige afdeelingen van de beurs betreft, hadden cultuuraandeelen een tame lijk kleurloos verloop. De Nivas heeft weer eenige partijen suiker afgedaan, nadat zy de limiet met 5 cent had verhoogd. Voor de H.V.A. en de Amsterdam Rubber is het een ongunstige omstandigheid, dat de palmolie- markt nog altijd gedrukt blijft. Men be schouwt dit echter in betrokken kringen als een seizoen verschijnsel. De rubberprijs heeft niet veel beweging getoond. De voorraad in Engeland gaf de vorige week een vry krachtige vermindering te zien, maar met het oog op de groote verschepingen lijkt het waarschijnlijk, dat daarin volgende week een verandering zal komen. Ook luiden de berichten uit Amerika in zooverre iets min der bevredigend, dat het verbruik daar te lande over Februari niet zal meevallen. De koersen der rubberaandeelen hebben zich overigens vry goed kunnen handhaven. Voor enkele maatschappijen verwacht men tamelyk bevredigende resultaten en enkele zullen wfel een dividend kunnen uitkeeren. Tabaksaandeelen waren tamelyk vast in nawerking van de totstandkoming van de compensatietranstactie met Duitschland. De tabak van de Deli Batavia wordt gunstig beoordeeld en het waren dan ook in het bij zonder deze aandeelen, die gevraagd waren Amerikaansche fondsen waren zeer stil en de koersen sloten zich aan bij de beweging in New-York. De markt heeft </iar even eens onder den invloed van den politieken toestand gestaan. De berichten uit het be drijfsleven blijven echter gunstig luiden. Een goeden indruk maakte het verslag van de American Smelting and Refining, welke maatschappij in 1935 5.01 per aandeel heeft verdiend tegen vorig jaar 1.63. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week: 4 pCt. Nederland 1934, 98 3/8, 97 7/8, 98 9/16; 4 pCt. Ned. Indië 1934, 96^, 96 1/16, 6 7/8; 6 pCt. Rotterdam leening 1924, 67 1/4, 75, 71 'A, 72; Alg. Hyp. Bank 4 pCt., 87)4, 84; Mij. v. Hyp. Crediet (met 2)4 pCt uitl.) 4)4 pCt., 80, 71, 73«; 4 pCt. Koninklijke 1000, 85 1/4, 90 3/4, 89; HoU. Beton 211, 208, 209; Ned. Kabelfabriek, 335, 357; Papierfabriek van Gelder 49 3/4, 52 1/8; Ned. Ford, 221, 226ys; Philips 191)4, 193)4, 181, 182 3/4; Unilever 103 3/4, 107 1/4, 106^; Redjang Lebong 210, 229, 220; Koninklijke 233 3/4, 238 1/4; Amsterdam Rubber 123, 126 1/4, 125)4; Deli Batavia Rubber Mij. 70, 75, 74; H.V.A. 234, 236, 235)4; Deli Batavia Mij. 174 3/4, 185; Deli Mij. 188, 199; Senembah Mij., 186, 196, 195 1/4. „Mijnheer de Voorzitter, ik zou liever m'n rechterhand verbranden, dan dat ik voor dit wetsontwerp stemde!" Het moment staat, plotseling, in m'n herinnering weer fel-beiicht. Het was vele jaren geleden, bij de behandeling van het Arbeidscontract in de Eerste Kamer. De golven van het debat schuimden hoog op; het was een bewogen discussie; de scher pe, sterke wind der oppositie streek langs de oratorische wateren. Regout, de betreurde, welsprekende oud- Minister van Waterstaat (toen was hij nog geen oud-Minister), groot-industrieel uit Limburg, had zich voor het wetsontwerp verklaard, ofschoon hij er tal van bezwa ren tegen koesterde. Dit standpunt had in niet geringe mate de ergernis van Mr. Samuel van Houten, afgevaardigde voor Friesland, gaande ge maakt. Hij bestreed Regout met bijzondere felheid. En toen roep de oude staatsman het befaamde woord, waarmee ik deze schets ben aangevangen. Z'n rechterhand verbranden De oude staatsman. Tóen al naar den mensch gesproken oud. De zeventig reeds gepasseerd. Hij is over de 90 gewor den; met Van Karnebeek en de Savornin Lohman het wonder-sterke trio vormend, dat als een levende schakel is met een vorige generatie. Staatsman. Wie zal, precies, verklaren wat een staatsman is? In onderscheiding van een politicus? Staatsman is een begrip van hoogere orde dan politicus. Er is, zoo on geveer, de verhouding tusschen van kun stenaar en dilettant. Toch loopen de mee ningen wat uiteen. Ik ken menschen, die volkomen te goeder trouw bijvoorbeeld Goeman Borgesius geen staatsman von den, doch een politicus. Dit is, men houde het mij ten goede, een dwaasheid, een misvatting. „Staatsman", zei Thorbecke, die het toch wel weten kon, „staatsman is niet wie u-devoeringen houdt, maar wie proeven van staatsbeleid gaf". En Borgesius heeft beleirr-even wat »Proeven van staats- Ïn,ld fgev!n' Nu neem ik aan, dat niet uitsluitend "proeven van staatsbeleid" UCL uitsluitend concrefp nmö,rn« i b«p™ Ik geef toe, dat men er over zou kiin„a„ twisten Of hy er ten volle recht op K gehad Niet uit een oogpunt van bekwaam heid. In dit opzicht stak hij met hoofd en schouders vèr boven de over-groote meer derheid uit. Maar, naar myn begrip, moet een staatsman oog hebben voor de teeke nen des tijds, moet hij de stemmen zyner dagen weten te verstaan en te begrypen en zich niet te zeer verliezen in een dogma tisch principe. Wat sommigen de zwakke steê van Borgesius vonden, zijn soepel heid, zijn aanpassingsvermogen, zyn op portunisme, is voor den staatsman die wat bereiken wil een onmisbare eigenschap. Zonder die komt lij er niet. Zonder die zal hy nooit leider kunnen zyn. Zie hier het groote, kenmerkende ver schil tusschen Borgesius en van Houten: het practisch opportunisme, van het libe rale beginsel doortrokken, tegenover het dogmatisch-principieele. Zóó kon de een een saambindende kracht, een aanvoerder worden, terwijl dë ander meer en meer geïsoleerd kwam te staan. Leider en Einspanner. Maar met dat al was van Houten een staatsman: één van de beste en knapste figuren, die de vrijzinnigen, na Thorbecke hebben bezeten. Ik heb het al meer gezegd: wellicht is hij, na Thorbecke, de meest universeel- ontwikkelde figuur geweest in hun mid den. Ik kan mij eigenlijk geen portefeuille denken, die, uit een oogpunt van per soonlijke bekwaamheid bezien, niet door van Houten beheerd had kunnen worden. Maar in het constateeren van dit merk waardige feit, ligt dan tevens de erken ning van de groote fout in van Houten's politieke leven: zyn veel te vet gedreven individualisme, dat hem te eenenmale met onvruchtbaarheid heeft geslagen. Indien van Houten minder individualist ware ge weest, méér den aanleg van de eigen schappen voor leider had bezeten, meer had weten te vereenigen dan af te stooten, dan zou deze man met zijn zeer bijzondere knapheid in de vrijzinnige gelederen een positie van schier onberekenbare invloed hebben gekregen. Dan zou hy, wellicht, het middelpunt der vrijzinnige beweging zyn geworden. Nu werd hij het niet. Hy werd het hoe langer hoe minder. Dit heeft hem verbit terd. Het leidde hem tot het meer en meer toespitsen zijner persoonlijke politiek. En zoo kwam zijn figuur ook meer en meer alleen te staan. De breede, sterke stroom der gebeurte nissen, van de stuwkracht der nieuwere sociale gemeenschapsbegrippen vervuld, vloeide langs hem heen. Hij stond aan den oever. Ik noemde zooeven, in vergelijking met an Houten, Goeman Borgesius. Van dezen da^! uin»2^ ^euRd door niemand minder dan Prof. Jonckbloet getuigd, „dat hy Dank dan klOOSIEBaii,,^ verdwijnt wond an kmdnteS /3-i Jeukte. Maar door •t kribb^ntS een wond op m(jn hand zoo gnoffl een kwartje, welke wond mtt hl Ptjn bezorgde. Toen niets hieln ik Klooaterbalsem. Dadelf/k ,m derde het jeukerige gevoel de werd moot zuiver, de uitslag lerwh! derde en verdween en ook de L genas geheet"fond BL te D. 4 J oaiemvti raa in,Mi Geen goud zoo goed" Onovertroffen b(J branden anUwn-a Ook ongeëvenaard als wrüfmlddel km Kbeumatlek, spit en pUnltfke splerïj Schroofdoo» 85 et Potten: 62)4 et en 1.04 nawi^ nooit zoo rood zou worden als van Houten Het liep anders. Maar ik wil ter vergelijking nog een anderen naam noemen. Cort van der Lin den. Iemand vandezelfde wetenschappe" lijke standing als van Houten. Onverdacht evenzeer als vrijzinnige. Bovendien jn wijsgeerigen geestesaanleg met hem gelijk Borgesius was geen wijsgeer. Cort van der Linden en van Houten echter zochten beide bij voorkeur ook de philosofische zijde van het liberalisme. Niettemin: welk een on derscheid in de praktijk. Cort van der Linden heeft nooit z'n hand willen ver branden, liever dan voor een ontwerp te stemmen, dat de nieuwere denkbeelden op sociaal gebied vorderden. Cort van der Linden is dan ook als staatsman van heel wat grooter allure gebleken dan van Houten, omdat hy van het liberalisme een levende leer en geen dogma maakte. Met volkomen handhaving van gezag en positie en beginsel en persoonlijkheid en hoogen, voornamen stijl, bleek van der Linden een leider, tegenover den eenling var. Houten. Philosoof beide. Ook beide persoonlijke en oorspronkelijke geesten, met een eigen cachet. Niettemin praktisch en invloedrijk staatsman de een, individueel dogmaticus de ander. Met dit al heeft toch ook Van Jlouten voor de vrijzinnige zaak in en buiten de volksvertegenwoordiging groot werk gedaan. D. HANS. „De eenige uitweg uit den chaos van onderdrukking en uitbuiting". De gisteravond in de dancing van de Har monie gehouden openbare vergadering van de afd. Alkmaar der landelijke federatie van bouwvakarbeiders was slecht bezocht, waarover de voorzitter, de heer H. Steur, by de opening zyn ontstemming en afkeuring uitsprak. Als spreker trad op de heer M. I. Rood- v e 1 d t, uit Hilversum, secretaris der Fede ratie, over bovenstaand onderwerp. De voor Alkmaar niet onbekende spreker constateerde na een korte inleiding, dat het aantal werklooze bouwvakarbeiders bijna de 100.000 heeft bereikt, ondanks het feit dat in het 60-millioenenplan verschillende dingen zijn opgenomen, die ertoe zouden bijdragen, dat het bouwbedrijf op pooten blijft staan. Dat onder deze omstandigheden tal van arbeiders zich niet veel aantrekken van een „contract-actie", zooals thans wordt gevoerd, vond spr. wel begrijpelijk, maar niet te verontschuldigen. Want de contractac tie raakt niet alleen de nog werkenden, maar zeer zeker ook de werkloozen, al zijn er onder dezen ook velen, die misschien heelemaal niet meer aan het werk komen. Men moet immers niet vergeten, dat, hoe wel de minister verzekert, dat aan de steun- normen niet getornd zal worden, het bedrag van den steun wèl naar beneden gaat zoo dra het loon in het bedrijf daalt, want he steunbedrag is een bepaald percentage van dat loon. Met een voorbeeld gaf spr. dit na der aan, concludeerende dat de werkloozen dus zeer zeker wel iets te maken hebben met de contract-actie, en dan niet uitslui tend die voor de eigen groep, van schilders, stucadoors of anderen, maar iedere cont^ac," actie, want zy zyn van belang voor de hee e arbeidersklasse. Speciaal uit de bouwbedrijven constateer de spr., dat duidelijk kenbaar is, dat werkgevers in elk der verschillende bran ches zijn opgetreden volgens een tevore vastgesteld plan. Zij stelden b.v. vast, een collectief contract buiten werking worden gesteld voor een bepaalde streek, dien het daar niet zou worden nagelee Onder deze omstandigheden staat het v dat hetgeen men nu overeenkomt, 0 twee weken wel weer ongedaan kan w den gemaakt. En deze voorwaarde he alle arbeidersorganisaties geaccepteer spr. afkeurend. Het is dus eigenlijk on gelijk om een collectief contract aan gaan. jpn Ieder, die zich op het standpunt va klassenstrijd stelt, moet terstond "e& met zijn mede-arbeiders tot strijd-berei op te wekken tegen elke poging van geverszijde om het collectieve arbei tract te torpedeeren. „e. Naast een aanslag op het loon is 00 tornd aan den zoogenaamd socialen kan het thans nog geldende contract. De s doors b.v. zyn al weer zooveel teru drongen, dat z;j niet verder meer zyn twintig jaar geleden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 12