Die Houten Klaas Bescherming van minderjarigen 1 JfodMipicyccunitui Sta d en Omgeving. üeuUlelon Tweede Kamer Nieuwe Nederlanders. - Groot Beverwijk Salarissen rechterlijke macht. De Kamer met vacantie. gf.fr/ EVENAARD IN KWALITEIT >rrf€ Den Haag, 1 April. De Kamer heeft zonder hoofdelijke stem ming de voorgestelde wijziging en aanvul ling goedgekeurd van de bepalingen betref fende de zeden in het wetboek van straf recht ter betere bescherming van minder jarigen. Artikel 248 zal, als het wetsontwerp wet is geworden, hem, die door giften of belof ten van geld of goed, misbruik van uit fei telijke verhoudingen voortvloeiend over wicht of misleiding een minderjarige van onbesproken gedrag, wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, opzettelijk beweegt, ontuchtige handelingen met hem te plegen of ze van hem te dul den, bedreigen met ten hoogste vier jaren gevangenisstraf. Op het oogenblik wordt in dit wetsartikel niet van ontuchtige hande lingen, maar van vleeschelijke gemeenschap gesproken. De maximumstraf van vier jaar is thans twee jaar. En onder de middelen van verleiding is nieuw opgenomen „mis bruik van uit feitelijke verhoudingen voort vloeiend overwicht". Dit betreft b.v. geval len als van een inwonenden zoon, die on tucht pleegt met een minderjarige dienst bode. Artikel 249, betreffende ontucht door per sonen, die gezag uitoefenen, breidt de be schermde categorieën van minderjarigen uit met stief- en pleegkinderen, met aan de waakzaamheid van gezinsvoogden toever trouwde minderjarigen, voogdij- en regee- ringskinderen, aan de zorg van jeugdlei dersisters) toevertrouwde minderjarigen ook van hetzelfde geslacht, minderjarig huis- en winkelpersoneel, enz. Artikel 250, dat de koppelarij van minder jarigen aangaat, wordt eveneens uitgebreid met categorieën, die er nu nog niet onder vallen. Voorts bevat het wetsontwerp scherpere bepalingen ter bescherming van de jeugd tegen voor de eerbaarheid aanstootelijke en zinnenprikkelende geschriften. Art. 240 bis eischt in zoodanige gevallen nu, dat er, zal er van strafbaarheid sprake zijn, uit winst bejag is gehandeld. Deze beperking vervalt. En de thans strafbare gevallen van aanbie den of afstaan van aanstootelij ke geschrif ten en middelen tot verstoring of voorko ming van zwangerschap worden uitgebreid met het aan jeugdige personen beneden 18 jaar in handen geven of vertoonen hiervan. Bij zitten en opstaan heeft de kamer een amendement-Goseling (r.k.) hierop goedge keurd, waardoor ook strafbaar wordt gesteld hij, die ernstige reden heeft om te ver moeden, dat het geschrift aanstootelijk, of het middel een anti-zwangerschapsmiddel is. Mr. Donker (s.d.) bestreed dit amende ment, omdat er al zoovele wijzigingen wor den voorgesteld in artikel 240 bis en hij eerst eens de werking van het veranderde artikel wilde afwachten. Maar minister van Schaik uitte sympathie voor mr. Goseling's voorstel, omdat het hem een goed middel schijnt om houders van uitleenbibliotheken te dwingen, zich op de hoogte te stellen van den inhoud der boe ken, die zij aan jeugdige personen uitlee- nen. Wat het wetsontwerp in het algemeen belangt, bleek ds. van der Heide (s.d.) er sceptisch tegenover te staan. Hij legde er den nadruk op, dat strafbepalingen de sexu- eele moraliteit niet kunnen verbeteren, wat mr. Goseling, mevr. BakkerNort (v.d.) en minister van Schaik hem toegaven, maar wat h.1. niet belet, dat minderjarigen ook door strafbepalingen zoo goed mogelijk moe ten worden beschermd. Ds. van der Heide, vreesde, dat in bepaalde gevallen ten on rechte vervolging zal plaats vinden, bijvoor beeld als leeraren Homerus of Cats, in wier werken zinnenprikkelende passages voorko men, aan leerlingen ter lezing geven. Vol gens den bewindsman zal het zoo'n vaart niet loopen. Artikel 245 bedreigt hem, die buiten echt vleeschelijke gemeenschap heeft met een meisje tusschen twaalf en zestien jaar, met ten hoogste acht jaar gevangenisstraf. /sinds 50jaaronge- 111 H Mevr. BakkerNort (v.d.) bepleitte een verhooging van den leeftijd van zestien tot achttien jaar, maar minister van Schaik be toogde, dat meisjes boven zestien jaar huw baar zijn, en vreesde, dat verhooging van de leeftijdsgrens tot chantage aanleiding zou geven, omdat vervolging alleen op klacht geschiedt. Ds. van der Heide en mevr. BakkerNort wenschten voorts een verlaging van den leeftijd van één-en-twintig jaar tot achttien jaar in artikel 248 bis, dat homosexueelo handelingen met straf bedreigt. Zij gaven als hun meening te kennen, dat men jonge mannen tusschen achttien en één-en-twintig jaar bezwaarlijk als verleide slachtoffers kan voorstellen, en mevr. Bakker—Nort ver telde van een geval, waarin een zes-en- twintigjarige werd gestraft, terwijl een ne gentienjarige prostitué, met wien hij homo sexueelo handelingen bedreven had, vrij uit ging. Maar minister van Schaik bleek overwe gende bezwaren te koesteren tegen een zoodanige leeftijdsverlaging en was geens zins overtuigd door de geschriften van mr. Benno Stokvis en de liga voor sexueele her vorming, waarop ds. van der Heide zich be riep. Zonder debat en stemming heeft de ka mer het naturalisatiewetsontwerp aangeno men, waardoor onder meer de bankier Mannheimer het Nederlanderschap ver krijgt. Dit was een verrassing na de cam pagne, in een zeker deel der pers gevoerd, en na het verzet, in het voorloopig verslag der Kamer tot uiting gekomen. Vele contingenteeringswetsontwerpen gin gen eveneens onder den hamer door, alsme de de voorgestelde vereeniging van de ge meenten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin. De wijziging van het bezoldigingsbesluit, waardoor de salarissen van het rijksperso neel met ingang van 1 Jan. j.1. zijn ver laagd, had nog een nasleep. Voor hen, wier salarissen bij de wet worden geregeld, t.w. de leden van den Raad van State, de Re kenkamer, de rechterlijke macht en de mi litair-rechterlijke macht, moet. namelijk nog een wet tot stand komen, welke dezelfde salarisverlaging bekrachtigt. Het verlaagde salaris is hun echter reeds eenige malen uitbetaald. Bij zitten en opstaan heeft de kamer intusschen een amendement-Gose ling goedgekeurd, waardoor aan de salaris verlaging voor deze categorieën geen te rugwerkende kracht tot 1 Jan. j.1. wordt gegeven, maar de wet eerst in werking zal treden met ingang van den dag na dien ha- rer afkondiging. Vergeefs betoogde minis ter van Schaik, dat de genoemden niet in een bevoorrechte positie mochten worden gebracht, en vergeefs ook ondersteunde de heer Schouten (a.r.) diens redeneering. De beslissing staat vermoedelijk mede in verband met het feit, dat velen in de ka mer de salarissen van de. leden der rechter lijke macht te laag vinden. Mr. Boon (lib.), mevr..-BakkerNort en mr. Goseling maakten zich tot hun tolk. Z.Exc. vindt die salarissen ook niet ideaal, maar-merkte-op, dat, als, de bezoldigingen van het geheele rijkspersoneel worden ver laagd, men niet die der rechterlijke macht mag uitzonderen. De heer Steinmetz (r.k.) verklaarde, dat hij en eenigen zijner politieke vrienden zouden tegenstemmen als een getuigenis te gen de salarispolitiek der regeering. Maar de heeren J. ter Laan (s.d.) en Sneevliet (r.s.) zetten uiteen, dat al die tegenstanders beter zouden hebben gedaan, als zij voor de motie-van den Tempel (s.d.) hadden ge stemd, welke zich destijds tegen de salaris verlaging in het algemeen richtte. Het wets ontwerp werd aangenomen. Tot 5 Mei is de kamer op Paaschreces. Vrijdag 3 April. HILVERSUM, 301 M. (8.—12.— 4.-8.— en 11.—12.— VARA, de AVRO van 12.4.en de VPRO van 8.11.uur). 8.Gr.pl.- 10.VPRO-morgenwijding. 10.15 Voordr. 10.30 Gr.pl. 11.10 Voordr. 11.30 Gr.pl. 12.— Cantabilé-orkest. 1.45 Voordr. 2.15 Omroeporkest en solist. 4.Orvitropia en gr.pl. 5. Kinderuur. 5.30 Gr.pl. 6.05 De Flie refluiters. 7.Causerie. 7.20 Gr.pl. 7.50 en 8.— Ber. 8.05 Causerie. 8.30 Zang en piano. 9.— Lezing. 9.30 Gr.pl. 10 Toespraak. 10.15 Cau serie. 10 45 Ber. 11.—12.— Gevar. progr. HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr. KRO). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 —12.— Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 KRO-Melodisten en gr.pl. 1.45 Orgelconcert en gr.pl. 3.— Gr.pl. 4.— KRO-Kamerorkest. 4.45 Gr.pl. 5.15 KRO-orkest. 6.05 Causerie. 6.25 KRO-orkest. 7.Ber. 7.15 Lezing. 7.35 Gr.pl. 8.— Ber. en gr.pl. 8.15 Sted. orkest Maastricht en soliste. 9.Gr.pl. 9.10 Schaak interview. 9.30 Gr.pl. 10.30 Ber. 10.35—12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20 Orgel spel. 11.50 Orkestconcert. 12.50 Dansmuziek. 1.35 Strijkkwintet. 2.20 BBC-Northern-orkest en solist. 3.20 Orkestconcert. 4.20 Gr.pl. 4.35 E. Colombo's orkest. 5.35 Het Hal lis-kwintet en soliste. 6.20 Ber. 6.50 Zang. 7.10 Lezingen. 8.20 Dans muziek. 9.— Hoorspel. 9.50 Ber. 10.20 Nieuws uit Amerika. 10.40 BBC-koor. 11.35 Dansmuziek. 11.50 —12.20 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon cert. 11.20 Omroeporkest. 12.35 Werag-kamerorkest. 1.35 Omroep- schrammelensemble en pianoduo. 4.20 Symph.-concert. 6.20 Gr.pl. 7.30 Vooroud-strijders, 10.2011.20 Orkestconcert. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20, 8.35 en 11.35 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert. 2.50 Gr.pl. 4.20 Kwartetconcert. 5.50 Orkestconcert. 8.35 Zang. 9 05 Operette-uitz. 11.05—1.05 Orkest concert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 1,302.20 Kleinorkest. 5 20 Zigeunermuziek. 6.20 Gr.pl, 650 Viool-recital. 7.35 Gr.pl. 8.20 Dans muziek. 8.50 Hoorspel. 9.30 Kamer- muziek. 10.30—11.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12,50 Zigeu-' nermuziek. 1.50—2.20 Gr.pl. 520 Saxofoonkwartet. 5.45 Gr.pL 5 50 Harmonicamuziek. 6.35 Gr.pl. 650 Piano-recital. 7.35 Zang. 8.20 Sym- phonieconcert en zang. 10.30—11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Bonte avond. 9.20 Ber. 9.50 Fluitkwartet. 10.05 Weerber. 10^20 —11.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2. Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.—9.20. Keu len 9.2010.10, D.sender 10.10—» 10.35, Parijs Radio 10.35—13.05, Brussel VI. 13.05—14.20, Kalund- borg 14.2014.50, Parijs R. 14.50 —15.20, Lond. Reg. 15.20—16.20, Parijs Radio 16.20—17.20, Keulen 17.20—19.05, Boedapest 19.05—21.35 Brussel Fr. 21.3522.20, Brussel VL 22.20—22.30, Berlijn 22.30—23.20, Weenen 23.2024.—. Lijn 4: Keulen 8.058.20, Nor- mandië 8.2010.35, Lond. Reg. 10.3511.20, Droitwich 11.2018.20, Luxemburg 18.2018.50, Lond. Reg.' 18.5020.20, Droitwich 20.20—21.— Lond. Reg. 21.24.-- VERSLAG OVER HET JAAR 1935 VAN DE NUTSSPAARBANK TE ALKMAAR. Werd in 1934 door de inleggers 231.000 meer ingelegd dan terugbetaald, in 1935 overtroffen de terugbetalingen de inge legde bedragen met bijna 100.000. Dank zij de over 1935 bijgeschreven rente ad 108.000, vertoont het aan de inleggers verschuldigde kapitaa.1 niettemin nog eenig accrès; het spaarderstegoed bleef dientengevolge op 3,9 millioen gulden ge handhaafd. Het verschijnsel dat in eenig jaar de terugbetalingen den inleg overtroffen, deed zich in de laatste 25 jaar slechts driemaal voor, n.1. in 1914 en 1915 (de eerste jaren van den wereldoorlog) en 1920 (de z.g.n. inflatietijd). De factoren, die geleid hebben tot dezen stilstand in den gestadigen groei van het spaarderstegoed, zjjn niet van plaatselijken aard. Het is een verschijnsel dat zich in 1935 bij zoo goed als alle spaarbanken in meerdere of mindere mate heeft vertoond en dat verklaard wordt door de tijdsom standigheden en de wereldgebeurtenissen welke het volksvertrouwen schokken. Buitengewone omstandigheden voorbe houden wordt verwacht dat de aanzien lijke bedragen die in de laatste 10 jaren aan de spaarbanken in het algemeen zijn tovertrouwd, daar zullen blijven en wel licht nog zullen toenemen, zóólang de wel vaart zich niet gaat herstellen. Komt eindelijk de zoo lang verbeide kentering, dan eerst zal, naar wij vermoe den, van een niet onbelangrijken terugloop der ingelegde gelden sprake zijn. Uiter aard houden wij bij de belegging dor spaargelden met deze mogelijkheid reke ning door te streven naar een ruime liqui diteit. De gestadige stijging van inleggers (in 1929 6000, bij 't samenstellen van dit ver slag 12.000, waarvan 2100 buiten Alkmaar gevestigd) geeft den stelligen indruk, dat ondanks de heerschende depressie de bereidheid om te sparen onverminderd blijft bestaan. Dat velen onzer vooral in de latere jaren toegetreden spaarders in een spaarbankboekje het middel hebben gevonden, om door wekelijksche of maan- delijksche stortingen, prompt op tijd aan hun financieele verplichtingen (in het bij zonder de betaling hunner vaste lasten) te voldoen, is onze vaste overtuiging. Wij meenen dan ook, dat de spaarbank in deze richting meer dan vroeger een nuttige taak heeft te vervullen. Zij gewent velen aan regelmaat en orde in financieel beheer, helpt hen voldoende toezicht te houden op hun uitgaven en werkt er aldus toe mede om te komen tot een sluitend gezinsbudget. Overgaande tot een meer gedetailleerde beschouwing van de resultaten over 1935 valt het volgende te vermelden: Ingelegd werd in 1935 2.058.853,88 (v. j. S 2.208.920,40). Terugbetaald werd in 1935/2.158.160,08 (v. j. 1.977.292,59). In 1935 werd alzoo 99.306,20 minder inelegd dan terugbetaald (v. j. 231.627,90 meer ingelegd dan terugbetaald). De in 1935 ingelegde en terugbetaalde bedragen (omzet) beliepen tezamen 4.217.013,96 (v. J. 4.186.213,08). Op de inleggersrekeningen is in 1935 in het geheel 108.139,71 aan rente bijge schreven (v. j. 110.797,15). Na bijschrijving der per 31 December 1935 verschuldigde rente klom het aan de inleggers verschuldigde kapitaal (op 1 Januari 1935 3.908.246,49) tot 3.914,554,20, d. i. een vermeerdering jn|t 6-.3Q7;71(v. j. 340,170,60). - In 1935 werden 1407 nieuwe boekjes (waaronder 309 aan op school sparende kinderen) uitgereikt (v. j. 1624), daaren tegen 883 boekjes (waaronder 155 van schoolspaarders) ingetrokken (v. j. 788). Het aantal in omloop zijnde spaarbank boekjes (bij den aanvang van het jaar 11380) klom dientengevolge met 524 (v. J. 836) tot 11904, waaronder 1682 (v. j. 1531) van op school sparende kinderen. Ten behoeve van 61 inleggers (v. j. 47) wordt door de Spaarbank bemiddeling ver leend voor het in ontvangst nemen van hun pensioen c.q. salaris. Ten behoeve van 44 inleggers (v. J. 34) wordt door de Spaarbank bemiddeling verleend voor het in ontvangst nemen van de hun toegekende Ouderdomsrente. De bedrijfsuitkomsten zijn wederom be vredigend. Terwijl op de hypothecaire geldlenin gen en de geldleeningen aan gemeenten, polders enz. over 1935 was te ontvangen 68.739,52, bleef aan het einde van het jaar een bedrag van 2300 onbetaald. Verkoop van perceelen krachtens 1223 B. W. vond in 1935 eenmaal plaats. Uit de opbrengst van dezen verkoop kon het restant der hypotheek ad 29.650,— geheel worden afgelost. Een verlies aan rente en kosten, groot 1962,26 werd op de daarvoor reeds eerder gevormde reser ve afgeschreven. In het vorig verslagjaar was de koers waarde van het effectenbezit tengevolge N aar het Engelsch >an CHARLOTTE M. YONGE 49) door J. L en E. A.H. Niet lang duurde het, of Mary's zachte tred werd vernomen, en haar lippen pre velden: „Geen grond verloren" toen op 't zien van de uitdrukking op Adela's gelaat haar alle glans uit de oogen week en zij zich schrap zette, terwijl zij sprak: „Je komt met slecht nieuws. Mijn jongen Adela trad naderbij en wilde haar hand vatten en zeggen: „Arme Maryl", toen zij die ineensloeg en vroeg: „Roodvonk?" „Neen, neen! Erger nog! Verdronken!" „O...! Dan is er tenminste niet al dat lijden geweest zonder mij!... O, neen, neen!" toen lady Adela haar in de armen zou gesloten hebben. „Maak mij niet zoo van streek, dan zou ik niet meer bij Frank kunnen gaan. Het hangt alles af van dezen éénen dag, zeggen ze, en ik moet, moet zijn, zooals altoos. Er komt nog tijd genoeg, om het te weten, alsals me een langen, onderdrukten zucht, „als het hém bespaard zal blijven, het te hoo- ren!" „Ik geloof, dat je gelijk hebt, lieve. Als je hem houdtverder kwam lady Adela niet. „Of hij zal mij teruggeschonken worden, of het zal hem bespaard blijven", zei Mary. „Maar laat ik nu naar hem teruggaan". Toen lady Northmoor bij de deur was, bracht ze de hand naar het hoofd en vroeg: „Wie is hier naast?" „Die arme Eden!" „O! Laat haar en Emma weten, dat ik zeker ben, hoe het haar schuld niet is. Kom morgen terug; ik denk wel, dat h(j dan beter zal zijn". Weer even geruischloos gleed zij weg, terwijl ze nog geen traan gelaten had. Adela wachtte op den dokter, die haar ver zekerde dat de patiënt eerder gewonnen dan verloren had gedurende de laatste vier-en-twintig uren en dat, als hij ge spaard kon blijven voor iederen schok of opwinding, hij het er waarschijnlijk nog wel bovenop zou halen. Lady Northmoor scheen zoo volkomen vervuld van het critieke van zijn toestand dat zij zeker niet verraden zou de smart die zy opgeborgen had in de geheime ka mer van haar hart, te meer daar haar echt genoot nog te slaperig was en te weinig belangstellend, om te vragen naar het kind, nu hij eenmaal wist, dat het uit huis was. Toch was dokter Trotman ten zeerste in genomen met het voornemen van lady Adela, om in het Huis te blijven slapen, in geval van een plotselingen ommekeer in den toestand. „Ja, het zal een heele troost zijn, als dat arme schepsel tenminste iemand binnen haar bereik heeft", zei Bertha, toen ze samen teruggingen. „En als je er je toe in staat voelt, Addie, dan ben jij juist de aan gewezen persoon „Op het oogenblik zal ze zich nog niet verdiepen in het leed over het kind. Ze heeft zelfs den brief van mrs. Morton niet ingekeken". „En ik hoop van harte, dat ze het arme, kleine ventje niet vinden; dat ze hem niet zoo hoeft te zien!" „O, Birdie!" „Er is maar één reden, waarom ik het wel zou wenschen. Ik ben zeker, dat miss Ida er meer van weet, dan zij zegt. Neen, je hoeft nu niet weer te zeggen „O, Bir die!" Ik verdenk haar niet van de daad, maar ik geloof, dat zij den jongen gezien heeft, dat zij hem uit den weg gebleven is, terwijl zij nu wel zal willen hebben, dat alle blaam op die arme Ellen valt". „Maar jij gelooft toch niet, dat Ellen schuld heeft?" „Ik hecht veel meer waarde aan hetgeen Ellen Mole zegt, dan aan de uitspraak van Ida Morton! Er is iets in dat meisje, dat mij in het geheel niet bevalt. Ik heb haar nooit verder vertrouwd, dan ik haar zag". „Een vooroordee1, Birdie, omdat zij geen „echte dame" is!" diëSerrteik't vooroorcJeelen Addie? Jij, hier te ^ïyveri^onen^oncter^het^rèeiem van dien armen houten Klaas?" „Hoor eens, Birdie. Hij heeft verdiend, enkel door zijn braafheid Amf man, ik weet niet, wat ik voor hem weT schen moet, als ik denk aan de ellende die hem wacht! Maar nu ga ik Const'ance schrijven. Nog eens, Bertha, wees niet te haastig in je vooroordeel!" „Heb ik daar al niet genoeg voor ge boet?" HOOFDSTUK XXXIII. Duisternis. Ruim een week later keek Frank op van zijn kussen en zei: „Wanneer zullen wij nu veilig Mite hier kunnen terug hebben? Mary, liefste, wat is er? Ik heb al lang gedacht, dat je iets had, dat je bezwaarde. Vertel het mij nu eens even. Als hij roodvonk heeft, moet je naar hem gaan. Neen?" Toen ze zijn hand vast in de hare sloot en haar ge zichtje op het kussen legde: „O, Frank, hij heeft ons niet meer noo- dig". „Mary, arme Mary!Heb je daar al lang mee rondgeloopen?" „Sinds dien dag van jouw crisis, dus een week. Dat ik jou beter zag worden, schonk mij de kracht". „Kun je het mij vertellen?" Dit deed zij: met haar zachte, bedaarde stem vertelde zij hem al wat zij wist. Maar dat was heel weinig en hij kon kalm luis teren, deels doordat hij nog zoo heel erg zwak was, deels om haar te sparen, en dan, omdat zelfbeheersching, uit kracht der gewoonte in hun vroegere onderge schikte betrekkingen, hun beiden tot een tweede natuur was geworden. „Het leven zal voortaan anders voor ons wezen", zei hij. „Wij hebben drie ja ren van nagenoeg volmaakt geluk gehad. De Heer heeft gegeven, de Heer heeft ge nomen, de naam h„yrrder. *5wam bij niet, want hij zag, dat gezichtje zenuwachtig vertrok. Over het geheel spraken ze heel weinig van hun verlies, zelfs tegen elkaar. Hit verdriet was te diep gegaan, dan dat ie het uiten konden en hun hart en hun oogen begrepen elkaar immers, zonder dat hun lippen nog iets zeggen hoefden. Lord Northmoor was zeker weer eenig® dagen achteruit gezet in zijn herstel en op den dag, dat hij voor het eerst op een rust bank bij het venster werd gedragen, had Mary een inzinking en werd nagenoeg be wusteloos naar bed gebracht. Het was geen ernstige flauwte en he eenige, dat zij behoefde, was rust; maa* toch vertoonden zich weldra pijn 'n keel en andere symptomen, die maakten, dat de quarantaine verlengd moest wor®e" en dat ze Adela ook niet langer kond® terughouden, toen die haar hulp aaI}°°° Ze ging af en aan tusschen de P8"®11*® en sprak hun beiden moed in ten opzien van eikaars toestand, door de een te ver tellen, dat de krachten weerkeerden nu haar echtgenoot en den anderen te verze keren, dat wat zijn vrouwtje bovenal noo- dig had, rust was; voor zichzelve dacht z er bij: „en dat zij zich niet langer hoe goed te houden", want duidelijk viel aan Mary's oogen te zien, dat zij nu dik wijls haar tranen den vrijen loop liet. Lady Adela had genoeg doorgemaakt om tactvol te kunnen vermijden, hetgeen hu beiden nog het meeste pijn zou doen. had Bertha overreed om terug te gaa naar Londen, zoowel voor haar werk, 8 om Amice daar bij zich te nemen, het beter was, dat die nog eenigen tijd op een afstand bleef. (Wordt vervolgd). L

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6