Hauptmann geëlectrocuteerd.
Een Alkmaarderinhet Vreemdelingenlegioen,
En op een kleine steen staat met bronzen letters:
„Mort pour la France".
Een het op aarde.
Om 8,45 uur gisteravond terechtgesteld.
APRIL 1936
Einde van de geruchtmakende zaak?
Dikwijls, heel dikwijls is er over het
Fransche Vreemdelingen-legioen ge
schreven, schetsen en romans zijn er van
verschenen, en steeds weer werd de lezer
getroffen door een steriotype uitdruk
king: „het leven in het Fransche Vreem
delingen-legioen is als een hel op aarde".
Twee Alkmaarsche jongens, broers,
zijn ingedeeld geweest bij dat legioen;
de oudste is er nog, de jongste is weer
thuis Hij dankt zijn terugkomst aan
twee heeren, het Alkmaarsche raadslid
Appel en diens partijgenoot Sneevliet,
die na veel moeite den nog minderjari
gen uit „de hel" wisten vandaan te krij
gen.
Cor, een jongen van ruim 18 jaar, is
weer thuis bij zijn ouders, zijn familie, maar
vooral bij zijn moeder. Na een onbeschrijf
lijk lijden aan den rand der Sahara, na een
verblijf van vele maanden aldaar, die jaren
leken, is hij weer in Alkmaar, heelhuids en
'gezond, maar ouder geworden door de vele
wreede ervaringen. Hij is weer thuis, woont
weer aan het water, leeft weer in zijn
eigen stad, verkeert weer met zijn oude
vrienden en hoopt op werk. Want in het
huisgezin heerscht armoede en één eter meer
beteekent een kleiner portie voor de anderen.
Cor was reeds een goede autobestuur
der; in Fransch Marokko heeft hij het nog
beter geleerd op den auto-keukenwagen.
Graag wil hij weer echter het stuur zitten,
maar eerst moet hij een rijbewijs hebben.
En daarvoor is geld noodig. Niet veel, maar
heel veel voor een armen jongen, voor een
arm huisgezin
Cor is weer thuis.
En wy gingen hem opzoeken. Maar ons
bezoek was tot twee keer toe tevergeefsch.
De jongen liet zich niet zien en zijn moeder
en vader zwegen. Totdat het hun eindelijk
duidelijk gemaakt werd, dat een interview
in de krant of een verhaal in anderen vorm
Cor niet kon deren. Hij was nu immers thuis
en hij blpef thuis. En geen Fransche leger-
autoriteit kon hem terughalen.
Gisteren waren wij voor de derde keer in
de woning aan het kanaal. Cor was niet
thuis, maar zijn moeder stond ons te woord.
Meer dan een uur hebben wij met haar ge
praat over vele dingen, die soms wel, soms
niet in verband stonden met haar jongsten
zoon.
Wy weten, hoe de familie in vrij goeden
doen is geweest. „Cor is als 't ware in weelde
groot gebracht", zei zijn moeder. Maar wij
weten ook, dat door omstandigheden geheel
buiten hun schuld de menschen verarmd zijn
en thans een heel sober bestaan hebben en
met een zeer karig inkomen maar moeten
zien rond te komen.
„En het zal wel door die armoede geweest
zijn aldus de moeder dat Cor weg ging,
hij met zijn broer.
't Was op een Maandag, dat ze verdwe
nen. Jan, de oudste, had een pas, maar Cor
had niets bij zich. Men vleide ons met de
hoop, dat zij zonder pas de grens niet zouden
overkomen".
Later zou blijken, dat ze wel de grens ge
passeerd waren en dat zij geteekend hadden
voor het Fransche Vreemdelingen-legioen.
De grenzen bleken niet hermetisch geslo
ten
De grens over!
Hoe het tweetal de grens over kwam?
Wij moeten hier de hulp inroepen van de
brieven, die Cor naar huis schreef en die
steeds maar weer opvallen door het verlan
gen naar zijn moeder, dat er wel heel duide
lijk uit spreekt
Ons werden ze tijdelijk ter hand gesteld en
uit die vele brieven putten wij het volgende,
dat wel een scherp beeld geeft over de toe
standen in het Legioen. Al kunnen wij niet
alles publiceeren.
Cor schrijft dan naar huis:
,..U schreef, dat ik alles eens uitvoerig
moest schrijven. Nu dan, U weet, dat ik samen
met Jan ben weggeloopen. Dat was op een
Maandagamorgen. Van Alkmaar zijn we met
de Trans-Hollandia-Express meegereden naar
België. Toen we aan de grens waren, heb ik
een dagpas gekocht. Jan had een geldige pas,
dus die mocht zoo over de grens.
Eenmaal in België ging alles zoo vlug niet
meer. Toen hebben wij honger geleden en
twee nachten niet geslapen. Den derden dag
mochten wij met een nieuwe Chevrolet mee
rijden tot vlak by de Fransche grens. En
daar ging het veel gemakkelijker, dan we
gedacht hadden.
Toen wy aan de Fransche grens kwa
men, liet Jan zijn pas zien en ik zei, dat
we naar Lille wilden, om voor het
Vreemdelingen-legioen te teekenen. En
toen moest ik eerst een stuk teekenen en
direct mocht ik over de grens!
Toen wij in Lille waren, zijn we direct
naar het wervingsbureau gegaan en
hebben daar voor 5 jaar geteekend.
Het verhaal wordt dan even onderbroken
door een sprong naar Marokko, waar Cor in
Sidi-Bel-Abbes op een gemotoriseerde aan-
hang-keukenwagen terecht kwam en deze
onder moeilijke omstandigheden bestuurde.
En de brief gaat verder:
Van Lille werden wij verder ge
transporteerd naar Toul, midden in Frank
rijk. Daar werden wij nog eens gekeurd en
vervolgens werden we naar Marseille ge
bracht. Onderweg daar heen sprong er een
Pool uit den trein. Hij werd opgenomen met
een zware hersenschudding en een gebroken
arm.
Van Marseille ging het verder per schip
naar Oran, een havenplaats. Dat was twee
dagen varen. En toen wy daar aankwamen,
ontpopten de sergeants zich als ware beesten.
Zij, die niet op de maat marcheerden, werden
maar tegen de beenen geschopt. U kunt wel
begrijpen, dat er velen deserteerden.
Ook wij zy'n eens gedeserteerd. Dat
was in Sidi-Bel-Abbes, dat is 80 K.M.
van Oran af. 't Was op een Zaterdag.
Maar we zijn niet ver gekomen, want
misschien 20 K.M. voor Oran werden we
door de gendarmerie gegrepen en ge
boeid.
Wat er toen in mij om ging, moeder, is
moeilijk te beschrijven.
Ik weet wel, toen we in de gevangenis
zaten, dat wy allemaal zaten te huilen als
een kind.
Wij hadden van een Arabier een costuum
gekocht. Die man woonde 60 K.M. buiten
Sidi-Bel-Abbes. En toen wy weer terug
waren, moesten we bij den kapitein komen,
d-- vroeg, waar die Arabier woonde. Want
die man was natuurlijk strafbaar.
Ik kwam het eerst en zei, dat ik het niet
wist, maar dat het ongeveer 20 K.M. hier
vandaan was; want ik wilde den Arabier niet
verraden. Toen kwam Jan, maar die wist
niet, wat ik gezegd had en toen de kapitein
Jan dezelfde vraag stelde, zei ik „20". Dat
hoorde de officier en hij gaf me op elke wang
zoo'n klap, dat de tranen me in de oogen
kwamen. Toen ging ik „in rust" staan (in
tegenstelling dus met stram in de houding,
zooals vereischt werd. Red. A.C.) en daar
werd de kapitein zoo kwaad om, dat hij my
een schop gaf en een douw, zoodat ik lang
uit op de straat terecht kwam.
Strafmaatregelen.
De eerste drie dagen kregen wy alleen
brood en water en een week lang geen
dekens.
Na een week mochten wij uit de gevange
nis en toen moesten wij 's morgens met een
zak zand op den rug loopen. Dat was om
gek te worden. Wij moesten steeds achter
elkaar loopen, tergend langzaam en spreken
was heelemaal verboden. Als je dat toch
deed, moest ze een half uur met die zak op
je rug in de houding staan in de brandende
zon.
's Middags moesten wij hout zagen tot
4 uur en dan werd je weer eenzaam opge
sloten in een cel. En dan kon je alleen maar
denken aan huis. 't Was om er gek van te
worden, moeder, en ik begrijp niet, hoe ik
het volgehouden heb
Zoo gaat de brief verder en hoe wreed de
straffen wel zijn, wordt wel zeer scherp ge
ïllustreerd door het volgende, dat een Rot-
terdamsch legionnair aan Cor meedeelde.
Hij vertelde mij aldus de brief
dat een legionnair om de een of an
dere reden voor straf in een cirkel moest
staan van een halven meter doorsnede,
en in de gloeiende zon. Dat had de man
2J4 uur volgehouden en toen viel hij be
wusteloos neer. Na vier weken in het
ziekenhuis te hebben gelegen, is hy ge
storven, en werd met militaire eer be
graven.
Op een kleine steen staat met bronzen
letters: „Mort pour la France". Gestor
ven voor Frankrijk
Manoeuvres
Wy nemen een anderen brief en lezen. En
wij krijgen nog even een idee van wat er in
Cor omgaat, als hy denkt aan zijn teekenen
voor het Legioen:
„Wij kwamen op een vies kantoortje in
Lille, waar Duitschers, Engelschen en andere
nationaliteiten waren. En daar hebben wy
voor 5 jaar geteekend.
Moeder, ik wou, dat ik mijn handen ver
lamd had, voordat ik teekende, want het is
geen leven meer.
Ik zit hier vlak bij de woestijn. Het is er
een hel gelijk.
We zy'n acht dagen op manoeuvres ge
weest en hebben 270 K.M. gemarcheerd met
een bepakking van 38 K.G. We liepen berg
op, berg af en wij hadden koeli-drijvers ach
ter ons aan.
Al die dagen moesten we op den grond
slapen en we kregen niets anders te eten dan
soep, kaas en brood. En om 2 uur 's nachts
was het weer opstaan.
Ik heb het vijf dagen volgehouden en toen
ben ik 's middags in elkaar gezakt en naar
het hospitaal gebracht. Daar lig ik nu al vier
dagen met 38 tot 39 graden koorts.
Moeder, haal wij hier toe hvandaan, want
het is hier geen leven. En stuur mijn pas,
maar niet in een brief, maar in een krant.
Want als er iets dik in een brief zit, wordt
die opengemaakt. En deserteeren zonder pas
is heelemaal onmogelijk".
Zoo gaat deze brief verder. Het is één
groot verlangen naar huis, naar moeder,
s Avonds ligt de jongen op bed te huilen en
heeft heimwee. En hy vraagt om een paar
kranten, om toch maar wat te kunnen lezen.
En als hy die krijgt, leest hij alles, spelt elke
advertentie.
Cor komt weer gezond en fit uit het hospi
taal. Intusschen heeft zijn moeder alles in
het werk gesteld, om hem terug te krijgen
en de heer Sneevliet schijnt in dit verband
vorderingen te maken. Cor hoort er van in
brieven van zijn moeder en er komt nieuwe
hoop by hem. Reeds had hij gedacht, dat hij
Alkmaar nooit terug zou zien, reeds had hij
van zijn weinige franken een revolver ge
kocht. Maar er is hoop.
Intusschen zy'n er weer groote oefeningen
geweest. En Cor schrijft:
Wy hebben al weer een week van de
grootste ellende gehad en dat ik er goed
afgekomen ben, begrijp ik zelf niet. Nou
was ik heelemaal weer beter en nu zy'n
mijn voeten heelemaal stuk van het
loopen. Ze zitten vol blaren. Het eene is
niet achter den rug, of het andere heb je
al weer. En dat voor 25 centimes per dag.
Soms zou ik mij wel dronken willen
drinken aan die gemeene wijn, maar ik
bedwing me".
Dan vertelt HU, hoe zijn broer Jan gedeser
teerd is:
Jan is erg gemeen geweest. Ik ben op
rapport by den kapitein geweest en die ver
telde me over hem. Met zijn drieën waren
zijn gedeserteerd, Jan, nog een Hollander en
een Belg. Toen hebben Jan en die Belg
's nachts in de bergen den Hollander be
wusteloos geslagen en 300 francs van hem
afgenomen. Toen de Hollander weer bij
kwam, heeft hij zich vrijwillig gemeld en
alles verteld. En toen zijn Jan en die Belg
weer opgepakt. Ze hebben allebei nu drie
maanden gekregen".
Heimwee.
In denzelfden brief lezen wij, hoe groot
het verlangen naar huis is en hoe de vertwij
feling wordt opgewekt.
In het eerst huilde ik, moeder, maar
dat kan ik nu niet meer. Ik moet van 's mor
gens tot 's avonds aan huis denken. Op de
manoeuvres schoten wy met losse patronen.
Als wij met scherp hadden moeten schieten,
was ik nu wel uit de ellende geweest
En als hij dan verneemt, dat de kans op
terugkeer in Holland grooter wordt, dan
gaat hy de dagen tellen. Het zal nog wel een
paar maanden duren, maarEn dan denkt
hij weer aan de totale onmogelijkheid, om
ooit weg te komen.
De africhting gaat verder. Eiken Vrijdag
moeten de legionnairs 28 tot 30 K.M. mar-
cheeren. Zijn de voeten stuk geloopen, dan
gaan ze naar het hospitaal en den volgender.
Vrijdag is het weer aantreden met goede voe
ten of met stukgeloopen voeten. Maar het
ergst zijn wel de manoeuvres. Niet alleen Cor
heeft er over geschreven, een vriend van hem
vertelt er ook van in een brief. Hij is ouder,
heeft meer meegemaakt en vertelt:
In den Hollandschen dienst heb ik zulke
oefeningen nooit meegemaakt. Het was berg
op berg af met volle bepakking en onder een
temperatuur van zoo'n 75 graden. Zoo hebben
wij in 7 dagen 240 K.M. geloopen, dat is eiken
dag net zooveel als ze in Holland de Vier-
daagsche loopen. En dan slapen ze daar nog
in een warm opgemaakt bed, terwijl wij zelf
onze tenten moeten opslaan, die wij overdag
moeten meesjouwen. Wij slapen er met ons
zessen in. En zoo warm als het overdag is,
zoo koud is het 's nachts.
En dat alles is nog mooi, vergeleken bij
Marokko. Daar moet men den heelen dag in
het zand loopen en als daar iemand uitvalt,
worden hem zy'n geweer en alles afgenomen
en als de Arabieren hem dan vinden, snijden
die zijn hoofd af, om er een premie van 25
francs voor te krijgen.
Cor schrijft aan een vriend.
Cor, die steeds regelmatig zijn moeder ge
schreven had en een enkelen brief aan zijn
zuster gestuurd had, krijgt dan de gelegen
heid, om een vriend te schrijven. Waarschijn
lijk heeft zijn moeder of zuster hem een
paar postzegels gestuurd of een paar fran
ken; want hij vraagt niet veel: alleen om
alles te probeeren, om hem weer thuis te
krijgen en om een paar frank, waarvoor hy
postzegels en papier kan koopen.
Nu schrijft hij dan aan zijn vriend Piet. Hij
doet weer het verhaal van zijn reis, hij ver
telt weer van zijn poging om te deserteeren
en hoe hij daardoor in de gevangenis terecht
kwam en wij lezen, dat hij in één maand
30 pond afviel. Wij lezen ook, dat zijn broer
Jan nogmaals gedeserteerd is, maar wij
weten, dat die poging weer zou mislukken.
En tenslotte schrijft hij aan zijn moeder
nog een langen brief. Hy vertelt er in, dat
hij met een brief zoo bly is als een kind. Hij
heeft leeren opstaan 's morgens, want blyf je
even liggen, dan krijg je 's avonds van 5 tot
8 uur corvé-dienst. En eindelijk vertelt hij,
dat de premie 1000 francs is. Daarvan
krijgt de legionnair er eerst 300, na de eerste
oefeningen by de tweede keuring nog 300 en
dan elk jaar lang 30 francs. Dat is alles.
Cor heeft er een paar schoenen voor ge
kocht en wat kleinigheden. Veel is het niet
en daarom vraagt hy' aan zy'n moeder, of die
hem een doosje tandpasta en een borstel wil
sturen. Want zy'n geld is op
Weer vrij!
En dan komt de laatste brief, half Maart
geschreven. Het is de brief, waarin de bevrij
ding tot uiting komt.
Goddank, ik mag hier weg gaan. Ik ben
op het bureau van den luitenant geweest en
die vroeg me, of ik my'n contract wou ver-
brekenl Ik moest dan 600 francs terug beta
len. Als u het geld opstuurt, moeder, kan ik
over 14 dagen weg.
O moeder, wat ben ik u dankbaar, dat u
alles voor elkaar hebt gekregen. Toen ik het
hoorde van den luitenant, kreeg ik tranen
in de oogen van blijdschap. U weet niet, hoe
blij ik ben; het is onbeschrijfelijk.
Moeder, schrijf mij gauw terug en stuur
me het geld zoo vlug mogelijk. Dan ben ik
misschien over twee weken weer thuis.
En als ik dan weer op een wagen kan
rijden, dan is alles weer gauw voor elkaar.
Ik heb het sturen hier nog beter geleerd dan
in Holland.
Moeder, ik ben in mijn leven niet zoo blij
geweest als nu!
Zoo eindigt het verhaal.
De lezer zal begrijpen, dat wy niet alles
hebben kunen weergeven. Wij hebben den
jongen niet zelf gesproken, alleen zijn brie
ven doorgeloopen. Wy weten niet precies,
hoe zijn bevrijding tot stand is gekomen.
Maar wel weten wij, dat een jongen van
18 jaar nog juist op tijd gered is en weer
heelhuids in Alkmaar is teruggekeerd.
Moge het leed spoedig geleden zijn, moge
hij spoedig zijn geloften kunnen nakomen: te
kunnen werken, om zijn moeder te kunnen
helpen
Onder buitengewone belangstelling heeft
gisteravond om ruim kwart voor negen de
terechtstelling plaats gehad van Bruno
Richard Hauptmann, den ontvoerder en
moordenaar van het kind van Lindbergh.
De executie geschiedde in den electri-
schen stoel in de gevangenis van Trenton.
Hauptmann's laatste uren.
De laatste hoop op redding voor Hauptmann
verdween, toen een half uur voor den voor de
terechtstelling vastgestelden tijd, de secretaris
van gouverneur Hoffman de wachtende me
nigte mededeelde, dat de gouverneur geen
verdere macht bezat om uitstel te verleenen.
Te 18 uur 45 kwam de beul Elliott in de ge
vangenis aan.
De ingang daarvan werd door een dubbele
haag politie-agenten bewaakt.
Wilentz, de officier van Justitie, voerde een
langdurig onderhoud met gouverneur Hoffman,
Te 19 uur 5 kwam Fisher, Hauptmann's
voornaamste advocaat, in de gevangenis aan.
Kort daarop arriveerden ook de dertig ge
tuigen, hoofdzakelijk journalisten, die de te
rechtstelling zouden bijwonen.
Zij werden naar het bureau van den direc
teur der gevangenis geleid en nauwkeurig ge
fouilleerd.
In haar hotelkamer bad intusschen de hevig
snikkende mevrouw Hauptmann.
Toen het besluit van den gouverneur, geen
verder uitstel te verleenen, bekend werd ge
maakt, begon de beul voorbereidselen te tref
fen voor de vervulling van zijn taak en den
electrischen stoel in gereedheid te brengen.
De menigte buiten de gevangenis groeide
meer en meer aan en allerlei soorten voertui
gen verzamelden zich in de omgeving van het
gevangenisgebouw.
Mevrouw Hauptmann hoorde de tijding, dat
geen verder uitstel kon worden verleend, in
somber stilzwijgen aan.
Hauptmann's geestelijke raadsman, in zwarte
kleeding, werd bij zijn aankomst aan het ge
vangenisgebouw eveneens door de beambten
gefouilleerd.
Even na acht uur werd een dokter bij Me
vrouw Hauptmann in haar hotel ontboden.
Om 8 uur 10 was er nog niets aangaande de
terechtstelling bekend, ofschoon deze op
8 uur was bepaald. Maar om 8.45 werd
Hauptmann terecht gesteld.
Hoe de executie geschiedde
Gisteren is nog tweemaal gepoogd hem te
redden, doch beide pogingen zijn mislukt. In
een onderhoud tusschen proc. Wilenz en gou
verneur Hofmann trachtte deze laatste nog
uitstel van executie te verkrijgen en de ver
dediging van Hauptmann poogde een nieuw
o-derzoek te doen instellen naar Wendel in
het district Huntingdon. Hofmann slaagde er
niet in een nieuw uitstel van executie te ver
krijgen en de autoriteiten van Merfer weiger
den Wendel uit te leveren aan Huntingdon,
aangezien de beschuldiging welke tegen hem
was ingebracht, nog niet was opgeheven en
de procureur van Huntingdon weigerde de
kwestie aan zijn jury voor te leggen, alvorens
de jury van Merford gereed was.
Op het oogenblik dat Hauptmann naar den
stoel werd gevoerd, telefoneerde de directeur
van de gevangenis nog of er nog kans was op
uitstel, doch er werd ontkennend geant
woord.
Hauptmann trad kalm, doch bleek de zaal
binnen. Twee cipiers geleidden hem naar den
stoel, waarop hij rustig plaats nam en keek een
oogenblik naar de 51 getuigen, die in de
executiezaal hadden plaats genomen.
De eerste schok werd te 1 uur 41 min.
30 sec. gegeven. Daarna volgden er nog
twee andere schokken met een minuut
tusschenpooze. Het lichaam werd vervol
gens naar de onderzoekkamer gebracht,
waar het door 6 doktoren werd nageke
ken, waarna dr. Weisier officieel mee
deelde, dat Hauptmann was overleden.
Tijdens de executie werden enkele getuigen
onwel en moesten naar buiten worden gedra
gen. Na de terechtstelling verklaarde Kim-
berling, dat Hauptmann tot het laatste oogen
blik overtuigd was, dat hij niet zou worden
terechtgesteld. De veroordeelde vroeg niet te
mogen biechten, hij verloor den moed niet en
ontbeet met goeden eetlust. Het grootste deel
van den dag bracht hij door met spreken met
Luthersche dominé's. Ook las hij in den bijbel.
Toen de echtgenoote van Hauptmann ver
nam, dat haar man was terechtgesteld, riep
zij in het Duitsch uit: „Mijn God, waarom hebt
Ge dit toegelaten". Zij vluchtte vervolgens in
de badkamer van haar hotel en sloot de dein-.
Men vreesde dat zij zelfmoord zou plegen.
Eerst de dominé, die de terechtstelling bij
woonde, slaagde erin haar de deur te doen
openen. Zij is thans naar haar zoontje Manfred
te New-York vertrokken.
Het onderzoek inzake de bekentenis
van Wendel.
De Parijsche editie van de New York Herald
geeft het volgende relaas over de verhooren
met betrekking tot de „bekentenis" van den
oud-advocaat Wendel, die beweerd heeft, zich
aan de ontvoering van het kind van Lindbergh
te hebben schuldig gemaakt.
De gouverneur van New Jersey, Harold G.
Hoffman, die van meening is, dat Hauptmann
niet de eenige schuldige is, was de eerste ge
tuige, die voor de groote jury verscheen. Voor
de rechtbank was een groote menigte verza
meld, die den gouverneur toejuichte bij zijn
aankomst aldaar. Over de verhooren zelf
wordt niets gezegd, doch het schijnt, dat de
procureur-generaal Wilentz de jury heeft
trachten te overtuigen dat zij geen bevoegd
heid had, om uitspraak te doen in deze zaak.
Niettemin schijnt Hoffman te hebben opge
merkt, dat zijns inziens de beraadslagingen
van de jury nog allerminst geëindigd zijn en dit
heeft de meening doen ontstaan, dat Haupt
mann deze week nog niet terechtgesteld zal
worden. De groote jury wenschte o.a. nog het
handschrift van Wendel met dat van de dreig
brieven aan Lindbergh te vergelijken en eenige
van de schriftkundigen, die getuigen waren te
Flemington, zijn te Trenton aangekomen.
In dien tusschentijd doen tallooze geruchten
de ronde en verscheidene van deze geruchten
zijn afkomstig van lieden, die min of meer bij
de zaak betrokken zijn, zoodat de verwarring
dagelijks grooter wordt.
Zoo beweren ambtenaren, dat gouverneur
Hoffman reeds een maand geleden op de hoog
te was met de bekentenis van Wendel en dat
hij persoonlijk heeft gezorgd, dat Stephen
Spitz, op wien een gedeelte van het losgeld
voor het kind van Lindbergh gevonden is, en
die te Chicago in een gevangenis zat, naar
Trenton kon komen om verklaringen af te leg
gen. Dit gerucht werd weer bevestigd door de
vrouw van den advocaat van Spitz, die verder
nog wist mede te deelen, dat Spitz inderdaad
belangrijke verklaringen kon afleggen.
Spitz is inmiddels naar New Jersey geko
men, waar hij verklaard heeft, dat hij het geld
indertijd gekregen had van twee gangsters uit
New Jersey, Over de betrouwbaarheid van
zijn verhaal loopen de meeningen echter nogal
uiteen en bij zelf had een onderzoek door een
„leugenontdekker" afgewezen.
Inmiddels is er ook een klacht ingediend te
gen gouverneur Hoffman, naar aanleiding van
een incident, waarbij een vijftal mannen zich
toegang hadden verschaft tot het terrein van
het landhuis van de Lindbergh's om een onder
zoek in te stellen. De huisbewaarder had het
nummer van de auto opgeschreven en het
bleek, dat deze aan een maatschappij behoor
de, waar Hoffman vroeger het hoofd van was
geweest. Hoffman zou echter dit incident ver
doezeld hebben en nu is er een klacht tegen
hem ingediend, omdat hij het onderzoek zou
bemoeilijken. Aan den anderen kant ontkent
men deze geheele geschiedenis weer, maar het
geheel maakt wel duidelijk dat zich een uiter
mate onfrissche geschiedenis om de executie
van Hauptmann afspeelde.
Daar komt nog bij, dat men de zaak niet vrij
schijnt te willen houden van politieke invloe
den. Gouverneur Hoffman is een republikein
en alle betrokken autoriteiten die de terecht
stelling van Hauptmann uitgesteld wenschen te
zien totdat de geheele zaak is opgehelderd,
zijn eveneens republikeinen. Aan den anderen
kant is de procureur-generaal een democraat.
In de groote jury zitten 12 republikeinen,
9 democraten en 2 onafhankelijken. Inmiddels
zijn niet alle republikeinsche leden van de
jury het met de opvatting van Hoffman eens.
Het besluit van Donderdag van de groote
jury om het onderzoek nog niet te beëindigen,
was genomen met 12 tegen 11 stemmen. In
middels bleek de jury sindsdien weer van
meening veranderd te zijn.
De ontvoering van de baby van Lind
bergh. De rol van Hauptmann.
Het is geenszins waarschijnlijk dat met de
executie van Hauptmann het laatste woord is
gezegd in de geruchtmakende zaak van de
ontvoering van de baby van Lindbergh.
Wel zelden zal een rechtszaak over de ge
heele wereld zoo'n belangstelling hebben ge
wekt als die tegen den ontvoerder en moor
denaar van het zoontje van dear Lindy, den
beroemden Amerikaanschen vlieger,
Zooals men zich herinneren zal bereikte ons
op 1 Maart 1932, dus reeds meer dan vijf jaar
geleden, het bericht, dat het 20 maanden oude
zoontje van kolonel Charles A. Lindbergh,
Charles A. Jr. des avonds tusschen acht en
tien uur uit zijn slaapkamer in het buitenver
blijf van de familie Lindbergh te Hopewell
(Staat New Jersey) was ontvoerd.
Ondanks alle nasporingen en ondanks de
geweldige belooningen welke men had gesteld
op de terugbrenging van het kind, werd het
niet levend aan de ouders teruggebracht. Op
12 Mei, dus bijna 2maand later werd het
lijkje van de kleine door een neger ontdekt in
de nabijheid van de villa* van Lindbergh.
Slechts aan de kleeren kon men het slacht
offertje doen identificeeren als het zoontje
van Lindbergh.
Bij de autopsie bleek, dat de dood moest
zijn ingetreden tengevolge van een slag of
ernstigen schok, aangezien de breuk in het
schedeltje zulks uitwees.
Een aanklacht tegen Bruno
Hauptmann.
Twee jaren later, op 12 October 1934 besloot
een jury van de Rechtbank te Flemington
(New Jersey) over te gaan tot het indienen
van een aanklacht tegen den Duitscher Bruno
Richard Hauptmann, die zij er van beschul
digden het zoontje van Lindbergh te hebben
ontvoerd en vermoord.
Op 14 Februari 1935 werd Hauptmann door
de jury te Flemington schuldig bevonden aan
„moord in den eersten graad". De rechter ver
oordeelde Hauptmann toen ter dood, waarbij
hij de terechtstelling bepaalde op 18 Maart.
De advocaat van Hauptmann, Reilly, deelde
direct na dit vonnis mede voor zijn cliënt in
beroep te zullen gaan en de zaak zoo noodig
door te zullen zetten tot bij het hoogste ge
rechtshof te Washington. Eenige dagen later
teekende Hauptmann, met toestemming van
rechter Trenchard hooger beroep aan bij het
Hof van Appel van den staat New Jersey.
Het Hoogste Gerechtshof van New Jersey
bevestigde evenwel op 23 October d. a. v. het
tegen Bruno Hauptmann uitgesproken dood
vonnis. De executie werd evenwel voor onbe-
paalden tijd uitgesteld. In afwachting van een
nader gerechterlijk onderzoek werd de wereld
onlangs verrast door het bericht dat zekere
Paul Wendel bekend zou hebben het kind
vermoord te hebben.
Op deze bekentenis kwam Wendel evenwel
later terug.
De executie werd bepaald op Dinsdag j.1.,
doch aangezien men bij een nadere ondervra
ging van Wendel nog niet tot resultaat was
gekomen, zoodat de rechtszitting nog voort
duurde op het oogenblik dat Hauptmann zou
moeten worden geëxecuteerd, bepaalde de
Grand Jury dat Hauptmann andermaal een
respijt mocht worden toegestaan, zoodat de
directeur van de gevangenis voor ter dood
veroordeelden, Kimberling, de terechtstelling
voorloopig 48 uren uitstelde.
Gister-(Vrijdag)avond om acht uur zou
Hauptmann geëlectrocuteerd worden. De te
rechtstelling geschiedde ongeveer 47 J4 minuut
later.
Iedere automobilist kan u dadehjk
vertellen, hoeveel kilomaier per
uur zijn wagen haalt, maar slechts
weinigen welen, hoeveel meier
ze wel noodig hebben om met
die vaart te stoppen!