8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 ^adiopctu^camma ®s©©©®€> U geniet veel meer van het leven als U overgaat op Herinneringen aan Mevr. Bosboom-Toussaint. ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 11 APRIL 1936 OOK MET KURK MONDSTUK Stad en Omgeving De groote Alkmaarsehe letterkundige is 13 April 1886 te 's Gravenhage overleden. Na 50 jaar Le- 10.30 12.30 1.40 Zondag 12 April. HILVERSUM, 301 M. <8.55—10— en 5.-8.— VARA, de VPRO van 10.—12.— en de AVRO van 12— 5— en 8—12— uur). 8.55 Orgel spel. 9.Voetbalnieuws en tuin- bouwpr. 9.30 Orgelspel. 9.45 zing. 10.Voor de kinderen. Kerkdienst. 12— Filmpr. Carillon. 1— Aeolian-orkest. Gr.pl. 2— Boekbespr. 2.30 Piano recital. 3.Omroeporkest en gr.pl. 4.30 Olympisch nieuws. 4.45 Sport en gr.pl. 5— Gr.pl. 5.40 Letterkun dige causerie. 6.05 Orgelspel. 6.30 Radiotooneel. 7— De Lesky Stars en solisten. 8— Ber. 8.15 Gevar. programma. 11— Ber. en gr.pl. 11.15—12.Kovacs Lajos orkest. HILVERSUM, 1875 M. (8.30—9.30, 12.15—5— en 7.45—11— KRO, de NCRV van 9.30—12.15 en 5—7.45). 8.30 Carillonconcert. 8.45 Morgen wijding. 9.15 Gr.pl. 9.30 Gewijde muziek. 9.50 Ned. Herv. Kerk dienst, orgelspel. 12.15 KRO-orkest en lezing. 2.Koorconcert. 2.40 Voordr. 2.55 Gr.pl. 3— Koorcon cert. 3.40 Gr.pl. 4.15 Ziekenlof 5— Gewijde muziek. 5.20 Geref. kerk dienst, gewijde muziek. 7.45 Gr.pl. 7.50 Paaschliturgie. 8.10 Ber. 8.20 KRO-Symph.-orkest en solist 9.10 Zang en piano. 9.30 Gr.pl. 9.40 KRO- symph.orkest en soliste. 10.30 Ber. en gr.pL 10.4011.Epiloog. DROITWICH, 1500 M. 12.50 BBC- Militair-orkest. 1.35 Het VictorOlof Sextet en soliste. 2.20 Het BBC- Northern Ireland orkest. 3.20 Gr. pl. 4.05 Mantovani's Tipica orkest. 4.50 Kinderkerkdienst. 5.20 en 5.50 Radiotooneel. 7.50 Pianorecital. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadig- heidsoproep. 9.10 Ber. 9.20 Leslie Jeffries' orkest en solist. 10.20 Causerie. 10.35 Troise's mandoline orkest. 11.05 Epiloog. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 10.25 Gewijd concert. 11.50 Orkestconcert. 12.20 Orgelconcert. 1.20 Orkestconcert. 3.05 Nat. orkest. 5.20 Andolfi-orkest. 7.50 Zang. 8.20 Radiotooneel. 9.05 Dito. 11.051.05 Dansmuziek en populair concert. KEULEN, 456 H. 5.20 Havencon cert. 9.20 Omroepstrijkkwartet en solisten. 11.20 Orkestconcert. 12.35 Hans Bund's orkest. 3.20 Omroep- kleinorkest, mmv. kinderkoor en solisten. 5.50 Gr.pl. 7.20 Operacon cert, mmv. orkest, koor en solisten. 9.5011.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 9.20 en 10.20 Gr.pl. 11.20 Zigeuner- muziek. 12.20 Populair concert en reportage. 1.30 Verv. concert. 2.20 Orgelconcert. 3.05 Kamermuziek. 4.05 Gr.pl. en repj. 5.20 Klein- orkest. 6.20 Gr.pl. 6.35 Klein-orkest. 7.20 Pianorecital. 8.20 en 9.20 Om roeporkest. 10.30 Dansmuziek. 11.20 —12.20 Gr.pl. 484 M.: 9.20 Gr.pl. 10.20 Relig. muziek. 11.50 en 12.20 Gr.pl. 12.50 Klein-orkest en rep. 1.50 en 2.35 Gr.pl. 3.05 Omroep orkest. 4.05 Gr.pl. en rep. 5.20 Zi- geunermuziek. 6.25 Plechtig lof. 7.05 Gr.pl. 8.20 Symph.-concert. 10.30 en 11.20 Gr.pl. 11.35—12.20 Dansmuziek DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Populair concert door solisten, koor en orkest. 9.20 Ber. 9.50 Gr. pl. 10.05 Weerber. 10.20—11.50 Gra- mofoonplaten. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2. Hilversum. Lijn 3: Parijs Radio 8.309.20, Brussel Fr. 9.2010.20, Parijs R. 10.20—11.50, Keulen 11.50—13.20, Brussel VI. 13.2015.20, Keulen 15.2017.20, Parijs Radio 17.20 19.20, Leipzig 19.2021.40, Weenen 21.40—22.20, Boedapest 22.20—23.25 en Weenen 23.2524. Lijn 4: Brussel VI. 8.3012.50, Droitwich 12.5016.50, Brussel VL 16.5018.35, Lond. Reg. 18.35 19.50, Droitwich 19.5012.05, Luxemburg 21.0521.20, Droitwich 21.20—22.20, Brussel (VI.) 22.20— 22.35, Droitwich 2.3523.15, Ber lijn 23.15—24.—. Maandag 13 April. HILVERSUM, 301 M. (9.—10— en 12—12— VARA, de VPRO van 10—12— v.m.) 9— Gr.pl. en pianospel. 10.Ned. Herv. kerk dienst. 12— Gr.pl. 1— De Noten krakers. 2.Gr.pl. 2.30 E. Walis' orkest. 3.Saxofoon en piano. 3.10 Verv. E. Walis' orkest. 3.40 Voordr. 4— Gr.pl. 4.45 Zang. 5— Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel. 6.05 En semble Fantasia. 6.40 Causerie. 7— De Bohemians. 7.40 Lezing. 8. Ber. 8.10 R'damsch Philh. orkest en Mannenkoor Apollo. 10.Ber. 10.05 VARA-orkest. 11—12— Gr. pl. en pianospel. HILVERSUM, 1875 M. (8.30—9.30 en 12.15—12— NCRV, de KRO van 9.30—12.15). 8.30 Morgenwijding. 9.30 Hoogmis. 11— en 12.15 Gr.pl. 12.30 Orgelconcert. 2.Gr.pl. 3. 3.45 Viool en piano. 4.Concert door vrouwenkoor. 5.Gr.pl. 5.30 NCRV-orkest. 7.30 Deel. 8— Ber. 8.05 Oratoriumconcert. (9.45 Gr.pl. en 10— Ber. 11—12— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Gr.pl. 11.35 Orgelconcert. 12.20 Orkest concert mmv. solist. 1.20 Het Wal ker-Octet en soliste. 2.20 Gr.pl. 3.05 Het Garrick Theater-orkest. 4.05 Voordr. 4.20 Gr.pl. 4.50 Fluit en harp. 5.35 Dansmuziek. 6.20 Ber. 6.50 Viool- en cembalo-recital. 7.10 Lezingen. 7.50 Het Bridgewater kwintet. 8.20 Lezing. 8.35 Operette- uitz. 9.50 Ber. 10.20 Lezing. 10.35 BBC-orkest en soliste. 11.35—12.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 2.20 Zang. 3.20 Gr.pl. 4.50 Gr.pl. 5.50 Orkestconcert. 9.05 Saxofoonkwar tet en solisten. 11.05—12.35 Dans muziek en populair concert. KEULEN, 456 M. 5.20 Havencon cert. 7.20 Mannenkoorconcert. 9.50 Concert. 11.20 Nedersaks. Symph.- orkest en solisten. 12.50 Populair concert. 7.20 Omroeporkest. 9.50 11.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.50 2.20 Gr.pl. 5.20 Zigeunermuziek. 6.50 en 7.20 Gr.pl 820 Zigeunermu ziek. 8.35 Zang en gr.pl. 9.20 Dans muziek. 9.45 Zang en Dansmuziek. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 en 1.302.20 Omroeporkest. 5.20 Klein-orkest. 6.35 Omroeporkest. 8.20 Oratorium-concert. 10.3011.20 Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Gevar. progr. 9.20 Ber. 9.50 Cello en cembalo. 10.C5 Weerber. 10.2012.15 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RALio- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2. Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.309.20, Normandië 9.2 0—9.50, Keulen 9.50 —11.20, Parijs R. 11.20—12.20, Brussel VI. 12.20—13.30, Keulen 13.30—16.20, Droitwich 16.20—16.50, Parijs R. 16.5017.20, Brussel Fr. 17.20—19.35, Berlijn 19.35—24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.3011.05, Lond. Reg. 11.0516.50, Droitwich 16.5018.20, Luxemburg 18.20 18.50 Lond. Reg. 18.5019.50, Droit wich 19.5021.50, Lond. Reg. 21.50 22.20, Brussel (VI.) 22.20—22.35, Droitwich 22.3524. Dinsdag 14 April. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.Gr.pl. 9.Ensemble Lismonde. 11.Kookpr. 11.30 Orgel en tenor. 12.30 Rentmeester's orkest. 2. Omroeporkest en solist. 3.Knip cursus. 4.Rep. 4.30 Viool en piano. 5.Voor de kinderen. 5.30 Kovacs Lajos' orkest en gr.pl. (7. Voor de kinderen). 7.30 Engelsche les. 8.Ber. 8.10 Omroeporkest, Radio-tooneel en gr.platen. 10.25 Schaakles. 11.Ber. 11.1012. Majo Marco's orkest. HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.3012. Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl. en KRO-boys. 2.Vrouwenuur. 3. Modecursus. 4.Gr.pl. 4.15 KRO- boys. 5.— Koorconcert. 5.30 KRO- orkest. 6.40 Lezingen. 7.35 Sport. 8.— Ber. 8.10 Gr.pl. 8.30 KRO- orkest, rep. en de Broadway Sere- naders. 10.15 Gr.pl. 10.30 Ber. 10.35 Zigeunermuziek. 11.1512.Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl. 11.50 Orgelspel. 12.20 BBC-Mid- land-orkest. 1.20 Het Dulay kwin tet. 2.05 Gr.pl. 2.35 Orkestconcert. 3.35 Het Stanley-Sextet. 4.20 Cau serie. 4.40 Sopraan en trio. 5.35 Het Wethmar-trio en solist. 6.20 Ber. 6.50 Viool en cembalo. 7.15 Fran- sche les. 7.50 Lezing. 8.20 HetBoyd Neel strijkorkest. 9.20 Filmmuziek. 9.50 Ber. 10.20 Lezing. 10.40 Het Walford Hyden-Zigeuner-orkest en soliste. 11.3512.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 2.50 Gr. pl. 4.20 Gr.pl. 5.50 Orkestconcert. 8.35 Opera-uitz. 11.5012.35 Cha- pelier-orkest. KEULEN, 456 M. 5.20 Orkestcon cert. 11.20 Verzoekprogr. 12.35 Dresdensch Philh. orkest. 1.40 Gr. pl. 3.20 Voordr. en concert. 5.20 Gr. pl. 7.309.20 Omroepkleinorkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Dansmuziek. 1.50 2.20 Gr.pl. 5.20 Kleinorkest. 6.50 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Zigeunermuziek en zang. 9.20 Dansmuziek en hoor spel. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Zigeunermuziek. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Dansmuziek. 7.20 Piano-recital. 8.20 Omroep orkest. 10.30—11.20 Populair con cert. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2. Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.9.20, Keu len 9.20—10.05, D.sender 10.05 11.20, Kalundborg 11-2012.20, Brussel VI. 12.20—14.20, Lond. Reg. 14.2014.50, Parijs Radio 14.50 15.20, D.sender 15.20—16.20, Parijs R 16.20—17.20, Brusselu VI. 17.20 —18.50, Parijs R. 18.50—19.20, Wee nen 19.20—20.55, Berlijn 20.55— 21.15, Beromünster 21.1521.40, Brussel (Fr.) 21.40—22.20, Brussel VI. 22.2022.30 Berlijn 22.3023.20 en Weenen 23.2024. Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50, Normandië 8.5010.35, Lond. Reg. 10 3511.50, Droitwich 11.5015.20 Lond. Reg. 15.20—17.35, Droitwich 17.3518.20, Luxemburg 18.20 18.50, Lond. Reg. 18.5020.05, Hamburg 20.05—20.20, Droitwich 20.20—21.50, Lond. Reg. 21.50 22.40 en Droitwich 22.4024. Alkmaar is den vreemdeling bekend als een der steden, die, ten deele althans, het schilderachtige oud-Hollandsche karakter heeft bewaard. Alkmaar is beroemd om zijn Waag en zijn Kaasmarkt. Maar de gemid delde Nederlander, die Alkmaar bezoekt, weet, dat tot de il'ustre persoonlijkheden, die binnen Alkmaar geboren zijn, behoort mevrouw BosboomToussaint. En wist hij het niet, de gedenksteen, die in 1912, toen men haar honderdsten geboortedag her dacht, in haar geboortehuis alhier is ge plaatst, zou het hem vertellen. Op 16 September 1812 zag zij het levens licht. Afstammeling van een, gelijk de naam aangeeft, oorspronkelijk Fransche familie, naar Holland uitgeweken met de Hugenoten, oefende haar vader het eerzaam beroep en bedrijf van apotheker uit, tegelijk dat hij lessen in de chemie en de natuur lijke historie gaf aan de toenmalige clini- sche school. Maar Louise Geertruida Tous saint heeft haar eigenlijke jeugd niet in Alkmaar doorgebracht. Reeds op achtjarigen leeftijd werd zij, als gevolg van nieuwe huiselijke zorgen harer moeder, aan de zorgen van haar grootouders Talma, te Har- lingen woonachtig, toevertrouwd, en eerst tien jaren later keerde zij in Alkmaar terug. Dat de tijd, te Harlingen doorgebracht, in vloed heeft geoefend op haar vorming, zoo wel als mensch als letterkundig, spreekt uit haar verder leven. Dat zij echter aan de jaren, die zij daarna te Alkmaar doorbracht, met groote liefde steeds heeft teruggedacht, blijkt wel uit de zoo teekenende persoon lijke herinneringen aan haar en haar echt genoot, die M. W. Maclaine Pont, kort na het overlijden van Bosboom in 1891, neer schreef. Of zij voldoening heeft gevonden in het in dien tijd uiteraard stille leven te Alkmaar, is moeilijk te zeggen; dat zij te allen tijde met dankbaarheid naar haar vader heeft opgezien, met innerlijke vreugde heeft te ruggedacht aan het ouderlijk huis, blijkt uit zoo menig trekje in haar leven en haar correspondentie. Welke kennis haar te Harlingen is bijgebracht, welke boeken zij er heeft gelezen, volleerd achtte zij zich al lerminst. In de schets, die de vriendelijke Jo de Vries van haar leven heeft gegeven, vol bewondering waar het te pas komt, zonder echter de critiek terzijde te laten, maakt hij melding van haar ingespannen arbeid, tengevolge waarvan zij in 1833 een aanstelling als schoolhouderes verwierf. Zij slaagde erin in een deftig gezin te Hoorn als gouvernante te worden opgenomen. Drie jaren is zij er gebleven; in 1836 zegde zij Hoorn vaarwel, kwam in Alkmaar terug en gaf er, gelijk de Vries aangeeft in datzelfde jaar, dus juist een eeuw geleden, gelijk meerendeels aangenomen wordt in het begin van 1837, haar eerste werk uit. Dit eerste werk, volgende op een ver taling uit het Fransch, die Struensée tot onderwerp had, draagt den titel van „Al- magro". Het geeft reeds een beeld van de omgeving, die de later zoo gevierde schrijf ster bij voorkeur voor haar helden en hel dinnen schiep, maar de kort opgesomde in houd zou aanvankelijk meer den indruk van een melodrama dan van een roman wekken. Almagro is de naam van een vrij buiter, die spookte rondom Engeland's kusten. Maar dezelfde Almagro is een eer zaam markies, die in de voorname Engel sche kringen verkeert. Als zoodanig huwt hij een Engelsche jonkvrouw, die, met zijn eigenlijke persoonlijkheid bekend geraakt, verlangt zijn avontuurlijk leven te volgen en hem trouw te blijven in alles wat hem overkomt. Men ziet het, een soort antieke Lord Lister, een minder altruïstische, maar niet minder ondernemende Roode Pimper nel! Wat echter spoedig op Almagro volgde, in 1839: „De Graaf van Devonshire" en „De Engelschen te Rome", in 1840 „Lord Edwin Glenhouse", toonde het ontluikend talent. Talent van voor dien tyd wel zeer bij zon deren aard; talent, waarvan de gebreken niet te ontkennen vallen en ook nimmer ontkend zijn, maar dat aan een groot deel van het Nederlandsche volk, dat leefde ten tijde dat hare werken met noestige regel maat verschenen, via door haar geschapen personen een blik schonk in voor het mee- rendeel Nederlandsche geschiedkundige toe standen. Een blik, het is meer dan eens ge zegd, vooral door degenen die haar criti- seerden als een bij uitstek protestantsche schrijfster, die de objectiviteit soms terzijde liet, van eenzijdigheid niet altijd vrij te pleiten viel maar die leven bracht in haar figuren en dit leven vanzelf op den lezer deed overspringen. Reeds vier jaren na haar debuut volgde een harer meesterwerken: „Het Huis Lauer- nesse Zij is tot het schrijven van dezen roman door haren uitgever, den heer Beye- rinck aangespoord en uitgenoodigd. De le zing van haar voorgaande geesteskinde ren had dezen uitgever de overtuiging ge schonken, dat, zoo iemand in staat was om het aanvangstydperk van de Hervorming in Nederland ten voeten uit te beelden, dit me juffrouw Toussaint zou zijn. Aan den gods- dienstigen zin, aan diep ingewortelde pro testantsche overtuiging ontbrak het haar zeker niet. Aan geschiedkundige kennis, aan zin tot voorafgaande diepe bestudeering van het onderwerp, evenmin. Of de jonge schrijfster lang heeft geaarzeld, voordat zij de vereerende uitnoodiging aannam, is niet bekend. Maar „Het Huis Lauernesse" is in datzelfde jaar 1840 verschenen. De inhoud ervan mag in het algemeen bekend worden verondersteld; trouwens zoo in dit boek als in tal van andere is de intrige, al spint zij deze uit met een geduld, dat niet alle haar lezers hebben om te volgen, bijzaak bij de schildering der personen vergeleken. En zij heeft uit de verschillende kringen der samenleving, waarmede dit boek ons in aanmerking brengt, de figuren levendig geschilderd, zoodanig, dat zij ons bijblijven, wanneer wij denken aan dezen tijd. De ge loofsstrijd, de geweldige zielestrijd, die dien tengevolge tusschen een menschenpaar wordt gestreden, is, wil men het zoo noe men, een liefdesgeschiedenis. Maar een, waarin zij elkander niet krijgen; een, waar in tot op de laatste bladzijde toe de schil dering der figuren is volgehouden. „Het Huis Lauernesse" vestigde de roem als schrijfster van mejuffrouw Toussaint voor goed. Die roem heeft haar nooit verlaten, al vertelt Maclaine Pont ons, dat zij in haar gezellige woning te 's-Gravenhage, gelegen aan de Toussaintkade, na haar dood, naar haar genoemd, minder letterkundigen ont ving dan zij wel gewild had. Zij werd door velen harer tijdgenooten, ook diegenen on der hen, die haar talent konden waardeeren, wat ouderwetsch genoemd, wat breed voerig, wellicht wat zwaar op de hand. Zeker is haar nooit het verwijt gemaakt, dat zij slordig was in hare beschrijvingen; heen stapte over historische bijzonderheden; fei telijke omstandigheden onjuist weergaf. Reeds in dien eersten tijd van haar op treden als schrijfster mocht zij in de on middellijke omgeving, in het zoo liefelijk gelegen Heiloo, waarheen geheel Nederland gaat om er de Willebrordusput te zien, aan raking vinden met de eerste letterkundigen van dien tijd. Er was, ten huize van den toenmaligen ds. Hasebroek, een Heiloër kring. Als de Vries deze vergelijkt met den kring, dien Hooft om zich vormde op het Slot van Muiden, gaat hy zeker wat ver; de omgeving was er ook eenvoudiger dan bij den Amsterdamschen patriciër. Maar mejuffrouw Toussaint ontmoette er Nicolaas Beets, Potgieter, Hofdijk, de Clercq, Beynen en anderen, ook Bakhuizen van den Brink, met wien zij verloofd is geweest, voordat zij den schilder Bosboom huwde. Wanneer zij later gewaagde van iets, dat op een vuur proef gelijkt bij het binnentreden in dezen kring, dan kan thans getuigd worden, dat zij behoord heeft tot diegenen, die aan dezen Heiloër kring bekendheid en beteeke- nis hebben gegeven! Het leven van mevrouw BosboomTous saint is het leven van de letterkundige, die opgaat in haar werk. Haar geschiedenis is de geschiedenis van haar boeken. De naam, dien zij zich verworven had, droeg er zorg voor, dat haar pen maar zelden behoefde te rusten. Wanneer wij de statige rij van boeken voor ons zien, waarin haar volledig werk is verzameld, en wanneer wij be denken welk een studie er noodig is ge weest om elk dezer onderwerpen uit te werken, gelijk zij het heeft gedaan, dan gevoelen wij bewondering en eerbied voor de werkkracht, die zij heeft ontwikkeld in die lange reeks van jaren, dat zij bij haar ouders thuis woonde, en er zich in de ouder- wetsche, gezellige omgeving thuis gevoelde. Tot 1851 is zy te Alkmaar gebleven; toen trouwde zij met den schilder Bosboom en verplaatste zich naar de residentie, zonder intusschen Alkmaar ontrouw te worden. Tal van volledige romans, geheel een reeks van die teekenende, korte schetsen, die de historische sfeer, waarin deze ons plaat sen, zoo goed benaderen, heeft zy er ge schreven. Wat de laatste betreft, denken wij aan: „Het rustuur van Kardinaal Ximenes", aan den Hertog van Alva zoo wel in Nederland als in Spanje, aan het veel uitvoeriger: „Een kroon voor Karei den Stoute". Wat haar volledige romans aangaat, denken wij aan: „Prinses Orsini", „Mejonkvrouwe de Mauléon", „Het Huis Honselaarsdyk", „Diana". Maar in diezelfde jaren kwamen ook de beide deelen van den „Graaf van Leycester in Nederland" en van de „Vrouwen uit het Leycestersche tijd vak" tot stand, die door „Gideon Floris- zoon" later zouden worden vervolgd en ver volledigd. Niet ten onrechte wordt door velen deze serie romans, die het zoo belang rijke en tegelijk zoo slecht gekende Leyces tersche tijdvak uit onze geschiedenis nader tot de lezers brengt, een monument gehee- ten. Hoe men moge denken over de voor stelling, die de schrijfster ons van den Graaf van Leycester geeft, lang niet altijd in overeenstemming met het karakter, gelijk de geschiedschrijvers het teekenen, het is ten einde toe vol gehouden, en bovenal het leeft. Het doet ons den Graaf van Leycester vergezellen vanaf het oogenblik dat hij op dien kouden Decemberdag 1585 te Vlissin- gen aan wal stapt, totdat hy het, bijkans twee jaren later, met wrevel in het harte, te Vlissingen weer verlaat. Het doet ons van tal van moeilijkheden, die hij, tengevolge van Koningin Elisabeth's weifelen en jaloe zie eenerzijds, van de zucht naar vrijheid en naar macht der Hollandsche heeren Regen ten anderzijds, zoo overdadig ondervond, een indruk krijgen! Dat mejuffrouw Toussaint, vooral in de tal van schetsen, die zij in de vooraanstaan de letterkundige tijdschriften van dien tyd in het licht gaf, eigen geboorteplaats niet vergat, bewijst haar schets van het Beleg van Alkmaar in 1573, haar „Alkmaarsehe Wees", haar „Alkmaarder te Praag", om slechts enkele voorbeelden te noemen. Haar huwelijk bracht verandering in haar leven, groote verandering, reeds allereerst omdat zij Alkmaar ging verlaten. Maar Bosboom, de fijnvoelige kunstenaar, die met het penseel op het doek bracht diezelf de typische Hollandsche tafereelen en in terieurs, die mejuffrouw Tousaint met de pen ons voor oogen trachtte te brengen, waardeerde haar letterkundigen arbeid te zeer, dan dat hij daarop niet stimuleerend zou hebben gewerkt. Geen vermindering dan ook van haar literaire voortbrenging na 1851, noch in kwantiteit noch in kwali teit. De serie der Leycester-romans komt ten einde; een boek als „Media Noche", spelende ten tijde van de vredesonderhan delingen te Nymegen in 1678 en met groo te subtiliteit weergevende den geest van intrige van dien tijd, verschijnt. In 1859 zag haar „Leidsch Student in 1593"; in 1860 de veel bestreden roman „Graaf Pe- poli" het licht. Daarop volgden: „De triomf van Pisani"; „De bloemschildering Maria van Oosterijk"; „De Verrasing van Hoey in 1595"; „De Delftsche Wonderdokter" in 1870. En gedeeltelijk daar tusschendoor, ge deeltelijk daarna zijn die drie boeken ver schenen, die in haar reeks werken op zich zelf staan: „Frits Millioenen en zijn vrien den", het nog altijd gewaardeerde „Ma joor Frans" en „Lang een omweg". Hier is slechts de romancière aan het woord; hier zwy'gt de geschiedkundige. De onderwer pen, in deze drie boeken behandeld, zyn van uit eenloopenden aard, maar ook hier is de schrijfster erin geslaagd ons de hoofd personen ten voeten toe uit te beelden, ons in hun karakters te doen doordringen en zoodoende hun lief en leed te doen mede leven. En ongetwijfeld, ook van deze ro mans gelden de bezwaren, die zoo vele malen tegen het werk van mevrouw Bos boomToussaint zijn vernomen. Zij is uit voerig en breedspraakig; niet terstond brengt zij den lezer tot datgene wat hij weten wil. De door haar opgezette conver saties zijn dikwerf meer kunstig dan na tuurlijk, en dienen om den lezer daarheen te brengen, waar de schrijfster het goed vindt, dat hij komt. Het oud-Hollandsch, dat zij haar personen doet spreken, is, nie mand die het ontkent, gedeeltelijk eigen vinding. Maar dat alles neemt niet weg, dat, voorop gesteld natuurlijk, dat men be langstelling heeft voor het tijdperk, dat in het betreffend boek wordt beschreven, zij U niet loslaat. Het is minder de intrige, waarvan ge de ontknooping wilt weten, dan wel, dat ge wilt doordringen in de ka rakters, die zij beschrijft. Er is geduld nóo- dig om dit te doen, maar voor een ieder, die iets wil weten van het leven van an dere tijdperken, wordt dit vergemakkelijkt door de rijke schat van kennis, die van haar beschrijvingen uitgaat. Ge ziet de personen voor U, ge ziet ze in de omgeving, die mevrouw Bosboom Toussaint voor hen geeft opgebouwd, me nigmaal kan men gerust zeggen, dat ge een stuk leven uit dien tijd medeleeft. Mevrouw Bosboom-Toussaint heeft, al vond zij niet slechts rozen op haar pad, voldoening te over van haren arbeid ge vonden. De voldoening bestond reeds hier in, dat zij nimmer afzetgebied voor haar literaire productie had te zoeken; dat de uitgevers een nieuw boek van haar gaarne aanvaardden, omdat zij wisten, dat het ge kocht zou worden. De voldoening bestond ook hierin, dat verschillende van haar werken in vreemde talen zijn vertaald. Op haar 70sten verjaardag werd zij gehuldigd, en schoon bescheidenheid een trek van haar beminnelijk karakter was, degenen, die in haar omgeving hebben geleefd, ver tellen ons hoezeer zij dat heeft gewaar deerd. Toen in 1885 tot een nieuwe, volledige uitgave van haar werken werd besloten, schreef zy op verzoek van den uitgever, den heer Charles Enlings, een voorwoord. Zij erkende de moeilijkheid ervan, omdat aanbeveling voor eigen werk haar niet juist voorkwam. „Ik kan alleen zeggen", schreef zy, „dat ik, dankbaar voor de sym pathie, mij bijna een halve eeuw door myn landgenooten betoond, nauwelijks als nieuw bewijs hunner ingenomenheid met mijn werk, durf vragen deze onderneming te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 11