DE GEBROEDERS „GOCHEM" Dxmicu&ciek ALS MAASJES PAASCHEIEREN BRENGEN NARCISSEN Raadselhoekie »x xxxxxxxxx Hoe Jaap toch Paasch- eieren kreeg! PASCHEN. V Zw. 12 sch. op: 4, 7, 9, 14, 16, 17, 19, 20, 21 23 29 30. W. 11 sch.' op: 25, 26, 28, 32, 34, 37, 38, 40, 41, 43, 49. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. 2. 4. 1. 2. 3. 4. 2. 3. Oplossing der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. M Medemblik M e i kudde schedel Medemblik h a k b o r d lelie Pil k Wees toch niet zoo lui, Koen, en leun niet langer tegen Toms schouder. (Luik en Gent). De bal was raak en moeilijk terug te slaan. (Aken). Laat Rie straks even een boodschap voor me dan doen. (Triest en Medan) Het is vandaag veel te winderig, An- nie, om te fietsen. (Rigij- De hond kwam in den tuin ,maar blaf te niet. (Minden). Al doende leert men. Londen, rood, lam, leem, teen, delta. Na ,pels; Napels. Voor kleineren. Bloem. Kar, pet; karpet. t B E K E D E K E I Een gat in een kous. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Mijn geheel wordt met 9 letters ge schreven en noemt een stad in Spanje. Een 1, 7, 7, 3 behoort,tot het gereed schap van een timmerman. Een 1, 2, 6 is een rond voorwerp. Een 4, 5, 6 is een nauwe verblijfplaats. Een 6, 7, 3 is een ander woord voor vod. 6, 9, 3, 5, 8 ligt zoowel in Noord- Holland als in Gelderland. Verborgen rivieren in het buitenland. Annemietje vergeet alles, sedert zij zooveel piano speelt. Ja, maar Nora hielp Hans vroeger bij zijn werk. (3) Wist je wel, dat in negen van de tien gevallen hij wat tegen te mopperen heeft? Als Jaap regelmatig oefent, zal hij een goed voetballer worden. De tuinman gaf ons een goeden ra3d en de rozen bloeiden tot laat in het najaar. (2) Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een groente. X X IX X X X een medeklinker, een getal. een landbouwwerktuig, een rivier, die gedeeltelijk door ons land stroomt. 't gevraagde woord, een groote Indische mug. een grappenmaker, een deel van je hoofd, een medeklinker. Men vindt ons aan de wielen: Wij zijn het middelpunt. Maar ook zijn wij in Drente! Noem ons maar, als je kunt! Voor kleineren. Met welke ronde munt kan men ï.iet betalen? Mijn eerste wordt op het hoofd gedra gen, mijn tweede is lang en gewoon lijk van hout en mijn geheel dient om iets aan op te hangen. Welk viertal loopt steeds even snel En draait altijd in 't rond? Je kunt ze toch heel duid'lijk zien, Al raken ze geen grond! Met m ben ik een viervoetig diertje, met b een rond voorwerp, met h een verblijf, met gr fijn en met Pr de bewoner van een deel van Duitsch- land. (Nadruk verboden). -ina^rmt nm- le rij 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e einde een lichtstreep tegen den vloer scheen D t de deur van een verlichte hut zijn" dacht hü V? !™oet en voetje voor voetje sloop hij verder zich nlaf°t den wand drukkend. Dichtbij gekomen bleef hii lilt" luisteren of hij geen onraad hoorde. staan Narcissen bloeien nu volop, 'tls één blij Lentefeest! Met Paschen is narcis toch steeds Trouw op haar post gewteest! Zij maakt weer alles prettig, blij, Zoo feest'lijk en zoo licht, Want die narcissen-weelde is Een heerlijk mooi gezicht! Een boodschap toch brengt elke bloem Ons mee van Moeder Zon. Zij zegt in duidelijke taal, Dat Lente weer begon! (Nadruk verboden). En dathet Paaschfeest nader komt! Graag doen wij allen mee En maken van ons huis een tuin, Is dat geen goed idee? Wij kijken onzen spaarpot na. 't Kost heusch niet al te veel. En koopen er narcissen voor: Wij houden van dat geel! We sieren er de kamers mee. In huis is 't volop feest! En Moes zegt: Zóó verrast ben ik In tijden niet geweest! C. E. DE LILLE HOGERWAARD- echter 18Kf7 om de Ta8 in 't spel te brengen) 19. Tg6 Pg8 20. Tdgl Tf7 21. Lfl! (Om de dame op de g-ln te brengen) 21Taf8 22. Dg2 Tf3! (Na 22 Delf volgt 23. Pdl) 23. Le2! (Fout zou zijn 23. Tg7 wegens Tflf 24. Tfl Tflf 25. Dfl en Kg7.) 23Te3 24. Tg7 Pf6 (maar dit redt niet meer) 25. Th7!!f en mat op de vol gende zet. Een fijne partij. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1431 (A. Roos). Stand. Zw. 13 sch. op: 1, 5, 7, 8, 16/19, 21, 23, 24, 28, 29. W. 11 sch. op: 15, 27, 30, 32, 35, 37, 38, 40, 42, 43, 46. Oplossing. 1. 15—10 1. 5:14 2. 40—34 2. 29 40 3. 35 44 3. 24 35 4. 44—40 4. 35 44 5. 43—39 5. 44 :33 6. 38 29 6. 23 34 7. 32 3 7. 21 41 8. 3 24 Combinaties. De volgende stand is samengesteld en ons toegezonden door den heer J. H. Bra- kers in den Haag. Zw. 9 sch. op: 8, 9, 10, 12, 14, 16, 19, 20, 24. W. 9 sch. op: 21, 23, 27, 28, 31, 33, 34, 41, 45. Wit speelt hier: 1. 33—29 1. 24 22 2. 27 7 2. 16 47 3. 7— 2 3. 1928 4. 2 33 4. 47 40 5. 45 34! In den stand die thans volgt: Zw. 12 sch. op: 3, 6, 9, 11, 14, 16/19, 21, 23 24. W. 12 sch. op: 26, 27, 28, 30, 31, 32, 35, 37, 38, 42, 47, 48. speelt ./it: 1. 28—22 1. 17 28 2. 26:17 2. 11 :22 3. 31—26 3. 22 31 4. 26—21 4. 16 27 5. 37 26 5. 28 27 6. 42: 4 Ter oplossing voor deze week: Probleem 1432 van G. Mantel Jr. (Nadruk verboden). door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. 223. Hij ontdekte niets, stapte naar buiten en stond daarna in den donkeren gang, terwijl hij de deur be hoedzaam achter zich dicht deed en op een klein kiertje liet staan. Behoedzaam sloopt hij verder, na eerst zijn schoenen te hebben uitgedaan. Opeens brak de maan door en bij dit eenigszins wazige licht kon hij de omge ving thans wat beter onderscheiden. Als 't Paschen is, verstoppen De haasjes menig ei. Ze weten, dat de kind'ren Daarmee zijn o! zoo blij. En waar ze die verstoppen? In tuinen: achter 'n haag, Ook onder struiken, planten. De haasjes doen dat graag! Klein Jaapje weet het goed, maar Toch heeft hij echt verdriet, Want ach, een tuintje is er Bij 't nieuwe huis toch niet! Ze wonen, laat eens kijken! Juist twintig treden hoog. Moes zegt: 't Bevalt m'uitstekend. Het is hier hoog en droog! Maar dat de hazevriendjes Mij zoeken in de lucht, Geloof ik n i e t! zegt Jaapje En 't kleine ventje zucht. Er is een groot balkon wel Met bloemen bij het huis En gist'ren zag hij zelf nog Een kleine, grijze muis Jaap droomt nu, dat een muisje Hem eitjes heeft gebracht! Zoo komt het, dat de jongen Nu in zijn slaap heusch lacht! Paaschmorgen! Klokken luiden En heerlijk schijnt de zon, Jaap mag van Moes eens zoeken Naar ei'ren op 't balkon. Hij vindt er, o. wel zeven! En juicht dan: Moes, vannacht Heeft 'tlieve, grijze muisje Die eitjes mij gebracht! ANNIE O. Het is een heele drukte In 't groote hazenbosch. De haasjes, in een kring, zeg, Die zitten op het mos. Ze houden er vergaad'ring, 't Loopt tegen Paschen toch! En je begrijpt: er valt dus Veel te bespreken nog. Ze zullen immers allen Zooals zoo menig keer Veel eieren gaan brengen Aan 'tjonge volkje weer. Ze moeten die verstoppen In tuin of op balkon, Bij struiken, onder bloemen Of achter 'n regenton. En als 'tdan is Paaschmorgen, Hoopt ieder menschenkind, Dat het dien dag geluk heeft; Een Paasch-eitje dus vindt! 't Zou graag de lieve haasjes Bedanken voor elk ei, Waarmee het vlug naar huis loopt, Wat is zoo'n kleuter blij! Maarhoe of het ook rondkijkt, Een haasje ziet het niet! En niet kunnen bedanken, Is bijna een verdriet! Wat, nu? 'k Weet raad! Vlug zet ik 'n Bedankje in de krant En 'kstuur dat: Aan de haasjes In Bosch en Knollenland. Maar nu, nu is het Paschen! Nu jubelen ze blij En kinderen gaan zoeken. Ze vinden menig ei. De grooten? Ja, die weten, Dat Paschen iets beduidt En dat het Nieuwe Leven Daarmee wordt ingeluid! Nieuw Leven! Paschen brengt ons Als elk jaar weer een schat Van blijde, goede dingen. Hoe heerlijk toch is d a t! 'tls Paschen! Klokken luiden: „Bim-bam! Het-is nu-feest!" Zij roepen: „Vroo-lijk Pa-schen!" Tot ieder, die dit leest. CARLA HOOG. - J En 's avonds in zijn bedje Denkt hij maar steeds daar aan, Hoe moet het met de ei'ren Met Paschen nu wel gaan? 't Is Paschen! Klokken luiden: „Bim-bam! Het is nu feest!" Zij roepen: „Vroo-lijk Pa-schen!" Tot ieder, die dit leest. Zij zwegen alle gist'ren, Een oude sage zegt: Zij moesten ei'ren halen, In Rome heel gelegd! Ze spreken daarom af, waar Elk haasje heen zal gaan Des nachts. Het is hopen, Bij 't helder licht der maan! Bedankt, liefHazenvolkje, Voor wat j'ons hebt gebracht. Jehebt o n s e c h t ver ras t weer Met eieren vannacht!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 14