I 8 Die Houten Klaas ANTOINE Hitier over 3 jaar aan het eind van zijn macht? Buitenland. Dictaturen hebben met fietsen iets gemeen: „zoodra ze niet meer in beweging zi\n, vallen ze om-" Oordeel van een anti-Hitleriaan. JlodioptQQtamma Ij spel. 11.50 Gr.pl. 12.20 Trocadero- MAG DAT ZOO MAAR? De onverwachte vlucht van den Zeppelin boven Nederland. HcuUlelon (Van onzen Berlijnschen correspondent.) Berlyn, 13 April. Dezer dagen had ik gelegenheid, met een Duitschen langjarigen vriend, democraat wat zijn politieke overtui ging betreft, en eens, in de oude tijden van de „republiek van Weimar", een man van grooten invloed in de binnen- en buitenlandsche politiek, zoo onge veer alle belangrijke vragen door te nemen, die de wereld op het oogenblik in spanning houden. Natuurlijk spraken we ook over het Derde Ryk, zijn sterke en zijn zwakke zij den. En ofschoon ik moet bekennen, het in sommige belangrijke punten niet met hem eens te zijn geworden, wil ik toch, ofschoon pns gesprek allesbehalve het karakter van een interview had, hier het een en ander er van navertellen. Want hier is iemand aan 't woord geweest, die niet alleen Duitsch land van boven tot onder kent, maar die ook. een groot stuk van de wereld gezien heeft met de scherpe oogen van den politicus. „Wat denkt u in de eerste plaats van de duurzaamheid van het tegenwoordige ré gime in Duitschland?", vroeg ik hem. Raakt de weermacht verzadigd? „Ik geloof niet aan die duurzaamheid. Ik wil zelfs verder gaan en beweren, dat het Derde Rijk in zijn tegenwoordigen vorm niet veel langer dan nog drie jaren bestand zal hebben. Waarom ik zoo'n korten ter mijn noem? Omdat ik er van overtuigd ben, dat dan aan de eene zijde de weer macht zoover zal zijn, dat er bij wijze van spreken niet veel meer aan te verbeteren is; aan den anderen kant alle middelen zullen zijn uitgeput om nog verder werk te verschaffen dat niet als volkomen over bodig, onproductief of zelfs belachelijk te kenschetsen is. Wat het laatste betreft: men zal natuurlijk nog tientallen jaren aan de nieuwe autorenwegen kunnen wer ken, aangenomen, dat men nog deviezen genoeg zal hebben om dat materiaal, dat alleen het buitenland heeft, te betrekken. Men zal nog eenige kanalen kunnen gra ven en rivieren hier en daar kunnen kana- liseeren. Men zal nog wat kunnen boti- wsn, en drassige gronden kunnen.- droog leggen. Maar de grootste werkgever: ..de weermacht, zal over drie jaren verzadigd zijn. En dan begint een' gevaarlijk sta dium." „Waarom gevaarlijk" „Dat wil ik u uitleggen. Men mag er omheen praten zooveel men wil, mag ver zekeren, dat Duitschland tegenwoord'g de zuiverste vorm van democratie heeft en zoo voort. In werkelijkheid is dat natuur lijk onzin. Het Derde Rijk is een dictatuur. En dictaturen hebben met fietsen iets ge meen: zoodra ze niet meer in be- £«n utifcomtt voor dg wat en Ja vaat. Wit weging zijn, vallen ze om. Een dictator en zijn aanhangers moeten altijd weer iets nieuws bedenken, hun volk in spanning houden, willen ze niet riskeeren, dat er een ontspanning komt, die zich tegen hen keert. Zoodra het oogenblik gekomen is, dat de werkverschaffing in het stadium van het krampachtige treedt, en aan den anderen kant de weermacht op een zeker hoogtepunt van sterkte en geoefendheid is gearriveerd, moet er iets gebeuren. We zien aan Italië, in welke richting zulk een gebeuren te zoeken is. „In werkelijkheid regeeren de generaals." Kyk om u heen, dan zult u met mij eens moeten zijn, dat het volk hier tegenwoor dig met letterlijk alle hulpmiddelen in de richting van een zuiver militarisme wordt geleid. Het Duitsche volk behoort tot de kinderlijkste ter wereld op het gebied der politiek en is gemakkelijk te leiden, zoo dra er een zoogenaamde sterke hand is. Die sterke hand is naar buiten Hitier. In werkelijkheid regeeren de generaals. En nu gaat het er maar om, hoelang de mili taire leiders van meening zijn, dat met Hitier samen nog te regeeren is." „Ik ben er van overtuigd, dat juist de aanvoerders der weermacht er van door drongen zijn, dat de groote eenheid, die Hitier op nationaal gebied doorgezet heeft, de beste bodem is om een sterke weer macht te bereiken en een massa der be volking achter die weermacht, die bereid is om als het noodig mocht worden, beter dan ooit de militaire fronten te onder steunen." Conflict Hitler-militaire leiders? „Die meening deel ik. Maar ik voeg er aan toe: zoolang het duurt. Ik voorzie het oogenblik, waarop scherpe botsingen tus- schen den niet-militairen dictator en de vooral met oorlogs-eventualiteiten reke ning houdende vakstrategen niet meer te vermijden zullen zijn. Ik ben er van over tuigd, dat Duitschland op 7 en 8 Maart j.1. reeds aan den rand van zulk een conflict voorbij is gegaan. Men heeft hier en daar in de buitenlandsche pers geschreven, dat de hoogere leiders der weermacht allesbe halve ingenomen waren met het besluit van den Führer en zijn civiele raadslieden, niet alleen Locarno op te zeggen, maar ook in de neutrale zóne binnen te marchee- ren. Ik neem aan, dat deze lezing jyist ge wéést 'is; éndat. zelfs dè' militaii'è léidéïs alle verantwoording voor de gevolgen op de politieke leiding afgeschóven hebben. Ik kan het me niet anders voorstellen. Maar dan is het ook juist, dat Parijs ten slotte het binnenlandsch conflict in Ber lijn verhinderd heeft. Een militaire sanc tie van Fransche zijde zou niet alleen een uiterst gevaarlijk experiment voor Duitschland geweest zijn, waar ieder Duit- scher en buitenlander, die rondgekeken heeft, immers weet, dat de Duitsche weer macht zich uit den aard der zaak in een overgangsperiode bevindt, die met zich brengt, dat zij zwakker is, veel zwakker dan indertijd, toen zij nog uitsluitend een beroepsleger was, maar bovendien zou zulk een Fransche actie wellicht het ge volg gehad hebben, dat de leiders der Duitsche weermacht hadden ingegrepen om verdere politieke onvoorzichtigheden te verhoeden en zelf het roer in handen te nemen." Door het oog van de naald. „Is u 'hiet tot deze overtuiging verleid door de berichten uit Parijs, die verteld hebbep dat men daar openlijk van een wederom verzuimde gelegenheid gesproken heeft?" „Neen, ook zonder die berichten zou ik tot deze overtuiging gekomen zijn. We zijn als Duitschers in de dagen na den ze venden Maart letterlijk door het oog van een naald gekropen. Die meening deelen niet alleen mijn vrienden uit het vroegere liberaal-democratische kamp. Het is zeker ook de algemeene opvatting onder de mi litaire leiders. En nu wil ik u het volgende zeggen: het is zeker volkomen waar, dat u onder de Duitsche bevolking vrijwel nergens nei ging tot gewapende conflicten, ook niet met Frankrijk, zult aantreffen. Ik wil zelfs aannemen, dat onze tegenwoordige regee ring het volkomen eerlijk meent als zij telkens weer verzekert, dat zij den vrede wil. Maar ik ben een oud man. Ik heb veel beleefd, ook voor 1914, in Duitschland. En ik wantrouw zulke periode'S als die we nu weer beleven, waarin alle aandacht op een moordendsterke weermacht geconcen treerd wordt. Men praat elkaar na, dat die noodig is om de onafhankelijkheid te be schermen en om bij internationale bespre kingen ook eens, als het nationaal belang dat noodig maakt, met de vuist op de tafel te kunnen slaan. Maar vooral in dictato riaal geregeerde landen, die steeds in be weging moeten blijven willen ze niet om vallen, is zulk een geweldige weermacht daarom zoo gevaarlijk, omdat men naar inwendige wetten luistert, die voorschrij ven dat ze op een bepaald oogenblik haar kracht beproeven moet in de richting van den zwaksten weerstand. Ik zie daarom over een jaar of drie, als Duitschland naar menschelijke berekening ten einde raad is wat zijn aanvaardbare werkver schaffing betreft, en zoo goed als gereed, wat zijn leger, vloot en luchtmacht aan gaat, het oogenblik komen, waarop de dic tatuur zal gaan speuren naar mogelijk heden, om als het niet anders kan langs den weg van gewapende conflicten, niet tegen Frankrijk (vandaar de plannen tot het opwerpen van een gelykwaardigen beton- muur tegen Frankrijk en België), maar tegen andere tegenstanders, die opluchting te zoeken, die het voor haar voortbestaan noodig meent te hebben. Het zal in dat stadium de groote vraag zijn, of de eigen lijk oppermachtige militaire leiders mee- nen, in de Hitler-bewéging met alles wat daarbij hoort, nog wel de meest geschikte politieke en diplomatieke pleitbezorgers te bezitten." „U is een principieél tegenstander van het nationaal-socialismé gebleven?" Nationaal-socialisme een overgangs periode? „Ja, ik ben en blyf overtuigd, dat deze beweging, ondanks het ontegenzeglijk zeer vele bewonderenswaardige dat zij nog dagelijks tot stand brengt, op den duur ons volk niet tot zegen zal strekken. Maar als goed patriot rijd ik haar niet in de wielen, waar zij nu eenmaal de overgroote meer derheid van het zeer goedgeloovige Duit sche volk achter zich heeft. Dat verhin dert niet, dat ik haar régime slechts als een overgangsperiode Vermag te zien. En ik voeg er aan toe: als^éen niet ongevaar lijke overgangsperiode.. Zooals men hier nu de jeugd opvoedt, het volk tot soldaten maakt, en een andere stemming dan de tegenwoordige nationalistische koorts en opwinding niet laat ópkómen, kan het nauwelijks anders, of het moet vroeg of laat verkeerd afloopen- ©Vèral wantrouwen. Ik ben er van overtuigd., dat de militaire kopstukken dat ook wel zien en dat die vooral bevreesd zijn, dat zulk een botsing met andere staten door de wilde mannen der Hitlerbeweging zou kunnen worden uitgelokt op een oogenblik, waarop ze van militair-technisch standpunt uit niet te verdedigen is en op een nieuwe nederlaag moet uitloopen. Ziet u toch om u heen! Waar hebben we nog werkelijke vrienden op de Wereld? Overal heerscht wantrou wen tegen ons. Denkt u dat de generaals by ons daar geen rekening mee houden? En wie het Duitsche volk en zijn beroeps officieren zoo goed kent als ik, weet, dat juist de militaire beroepsmenschen in Duitschland de nuchterste rekenaars zijn, als het er op aan komt. Daarom voorspel ik, dat zij hier het roer zullen overnemen op het zelfde oogenblik, waarop het natio naal-socialisme, dat er nimmer in slagen zal werkelijke buitenlandsche vrienden te maken, en dat Duitschland ook on der een ander régime tot nader order geketend heeft aan de loodzware blokken van het anti-semitisme en de rassenpoli tiek, niet meer in staat is in het binnenland zijn thans nog onverzwakt prestige hoog te houden en in buitenlandsche conflicten en exaperimenten afleiding zal willen zoeken". Het is stellig slechts 'n kleine groep van thans uitgeschakelde politici in Duitsch land, die de ontwikkeling zoo ziet als mijn zegsman. Maar het scheen me toch zeer belang wekkend, zijn visie op de dingen hier weer te geven. Donderdag 16 April. HILVERSUM, 301 M. (AVRO- uitz.) 8.Gr.pl. 9.Omroep orkest 10.Morgenwijding en gr.pl. 10.30 Omroeporkest. 11. Knipcursus. 11.30 Piano-recital. 12.Cantabilé-orkest en gr.pl. 2.15 Voor de vrouw. 2.45 Gr.pl. 3. Knipcursus. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken. 4.30 Lyra-trio. 5.15 Voorde meisjes. 5.30 Kovacs Lajos' orkest. 6.30 Sportpr. 7.— Voor de kinde ren. 7.05 Radio-tooneel. 7.3.0 Engel- sche les. 8.— Ber. 8.10 Padvinders- progr. 9.— Causerie. 9.20 Gr.pl. 0.30 Opera-progr. 10.30 Kovacs Lajos' orkest. 11.— Ber. 11.10 12.— Dansmuziek. HILVERSUM, 1875 M. (8—9.15 en H_2,— KRO de NCRV van 9.15 —11.en 2.11.30 uur). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 0 10.45 Gr.pl. 11.30—12.— Godsd. halfuur. 12.15 KRO-orkest engr.pl. 2.Handwerkcursus. 3.3.45 Or gelspel. 4.— Bijbellezing. 5.—Han denarbeid v. d. jeugd. 5.30 De SGooilanders en gr.pl. 7.— Ber. 7.15 Rep. 7.30 Cursus Psychologie. 8. Ber. 8.15 Paaschbergkoor, solisten en orkest. 9.40 Paasch-Overden- king. 10.10 Ber. 10.15—11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.25 Orgel- x Cinema-orkest. 1.20 Gr.pl. 2.20 P BBC- Welsch orkest en solist. 3.20 0 Vesper. 4.10 Lezing. 4.30 Gr.pl. 5.05 gj Harp-trio. 5.35 Dansmuziek. 6.20 If Ber. 6.50 Viool en cembalo. 7.15 Spaansche les. 7.50 Lezing. 8.20 J> Radio-tooneel. 9.20 Gr.pl. 9.50 Ber. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Kamermu- ziek. 11.35—12.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.40 Jf Gr.pl. 9.20 Orgelconcert. 11.20 Om roeporkest. 2.50 Gr.pl. 4.20 Con cert. 5.20 Radio-tooneel. 8.20 Zana. 9.05 Nat. orkest. 11.05—12.35 Dans muziek, Populair CQncert. KEULEN, 456 M. 5.20 Orkestcon cert. 11.20 Verzoekprogr. 12.35 Amusementsorkest. 1.40 Gr.pl. 3.20 Omroepkoor, kwartet en solisten. 5 20 Omroeporkest en solisten. 7.30 Radio-tooneel. 9.50 Literair-muzi- kaal progr. 10.20—11.20 Omroep- kleinorkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Zigeunermuziek. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Omroeporkest 6.50 en 7.20 Grpl. 8.20 Omroep orkest. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 en 1.30—2.20 Gr.pl, 5.20 Zi geunermuziek. 6.35 Zang. 7.05 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Klein-orkest en zang. 10.30—11.20 Gr.pl* DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Opera-uitz. 9.20 Ber. 9.50 Piano-recital. 10.G5 Weerber. 10.20 11.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Hjn 2. Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.—9.20, Keu len 9.20—9.50, Parijs R. 9.50—13.05, Brussel VI. 13.0514.20, Lond. Reg! 14.2016.20, Parijs R. 16.2017.20,' Keulen 17.2019.05, Lond. Reg! 19.0520.20, Rome 20.2024. Lijn 4: Parys Radio 8.058.20, Normandië 8.2010.35, Lond. Reg! 10.35—13.35, Droitwich 13.35—18.20, Luxemburg 18.2018.50, Droitwich 18.5019.15, Beromiinster 19.15— 21.35, Brussel Fr. 21.35—22.20, Brussel VI. 22.20—22.30, Berlijn 22.30—23.20 Lond. Reg. 23.20—24.—. 0 Onverplichte aanhondiging. (Van onzen R.-redacteur). Het motorengeronk van de Zeppelin, die in den nacht van Maandag op Dinsdag boven het Zuiden van ons land koerste, was een volledige verrassing. Bij vorige gelegen heden, wanneer de Zep over Nederland vloog, was de komst van het luchtschip steeds van te voren aangekondigd. Nu was de bevolking volkomen onvoorbereid en wellicht zal menigeen bij het vernemen van het geheimzinnig gedruisch in de lucht even de schrik om het hart zijn geslagen in dezen tijd, nu de internationale span ningen zoo groot zijn. Onwillekeurig zal men zich de vraag hebben gesteld en dat niet alleen in de plaatsen, waar de luchtreus overheen vloog mag dat zoo maar? Het antwoord op die vraag moet be vestigend luiden. Inderdaad mag een luchtvaartuig van vreemde nationaliteit, of het nu een vliegmachine of een lucht schip is, in den regel over ons land vliegen zonder dat daartoe een speciale vergunning is verkregen. Dit geldt al thans voor speciale vluchten, als hoe danig dit plotselinge bezoek van de Graf Zeppelin moet beschouwd worden. In 1919 is te Londen, als uitvloeisel van het vredesverdrag van VersailLes, een inter nationaal luchtvaarttr'actaat gesloten, waar toe ook Nederland is toegetreden. Dit ver drag draagt echter nog alle kenteekenen van de omstandigheden, waaronder het werd geboren: alleen de vroegere „gealli eerden", benevens enkele „neutrale" mo gendheden z(jn erby betrokken. Volgens deze overeenkomst mag ieder luchtvaartuig van een contracteerenden staat vrij boven een der andere contracteerende staten vlie gen zonder er een landing te maken. In dat geval is het gehouden de route te volgen, die door deze staten is vastgesteld. Wanneer het wel een landing wil maken, moet het dit op een vastgestelde luchtvaarthaven doen. Staats-luchtvaartuigen (waaronder vallen militaire, douane- en politie-vliegtuigen) hebben wel een speciale vergunning noodig. Nederland heeft op 24 Juli 1922 met Duitschland een voorloopige schikking ge troffen, om deze aangelegenheid tusschen beide landen te regelen. Deze schikking is, ondanks haar voorloopigheld, nog steeds van kracht. Zij houdt in, dat voor speciale vluchten van luchtvaartuigen van het eene land boven het andere geen toestemming noodig is. Wèl is dat het geval, wanneer een vreemde maatschappij een geregelde lijn over het land wil instellen, al of niet met tusschenlandingen. De route van den Graf Zeppelin naar Zuid-Amerika leidt niet over Nederland. Wanneer dus een luchtschip van dezen dienst boven Nederland komt, is dat steeds een bijzondere vlucht, waarvoor een toe stemming niet noodig is. Zoo ook dezen nacht, toen de koers van den Zeppelin, wegens de onverwachte weigering van Frankrijk om over te vliegen, Noordelij ter werd verlegd. Deze tocht, alhoewel deel uit makend van een lynvlucht, werd om deze redenen toch als een speciale vlucht be schouwd. Het feit dat tot het uitstapje over Nederland zoo plotseling moest worden be sloten en aan het voornemen vooraf geen bekendheid was gegeven, deed vermoeden, „WETENSCHAPPELIJKE SCHOONHEIDSVERZORGING" wordt voorge»chreven na een zorgvuldig huidonderzock, want het komt zelden voor, dat de eene vrouw un hetzelfde euvel lijdt al» de andere Een medewerkster van PARIJSCHE SCHOON HEIDS SPECIALIST een.ge dagen geheel kosteloos te Uwer beschikking aan onderstaand adres. haar d. aÉM^riHÉlHÉHtAMriÉÉaMÉÉIAI aar den aard van Uw huid te onderzoeken ën U da producten aan Uw uiterlijk noodig hebt. Malton MARCEL J. B. v, MerwUck, Laat 148a ALKMAAR.Tal. SST» •e wijzen die U voor de volle ontwikkeling van 1. B.v.Merwl). Vrijdag 17 en Zaterdag 18 April aj. Naar het Engelsch van door J. L en CHARWTTE M. YONGE E. A, H. j,De,bljef aan lord Northmoor, dien de be diende hem ter hand stelde, was korter en begon met de verbluffende mededeeling- „De schurk heeft Michael te vondeling gelegd bij het Armbuis in Liverpool". De vader las dit hardop met een uitroep van: „Gode zü dankl" Zijn schoonzuster beantwoordde dit met een kreet van ont zetting en riep: „Hoe verschrikkelijk! De „Honourable" Michael Morton in een armhuis!" „Hy is daar veilig en er zal zeker goed zorg voor hem gedragen worden. Daar ben ik niet bang voori Er zijn wel erger plaat sen dan v!e kinderafdeeling van die groote instellingen". Toen, onder het verder lezen: „Je jongen heeft edel gehandeld, Emma! Hij heeft weer geheel goed gemaakt, wat zijn zuster misdreef. Verheug je daarover en wees dankbaar met mij. De vreugde za! toch niet te veel zijn voor mijn Mary? O, mijn jongen!Hoe gauw kan ik Li verpool bereiken? Kijk, je zult den brief zeker ook wel eens willen lezen? Ik moet nu gaan om het goede kind te bedanken, dat Herbert in staat gesteld heeft tot de reis". Het volgend oogenblik was lord North- moor weg en hij vond Rose bezig haar brief voor te lezen (behalve dan enkele deelen. waardoor zij soms wat haperde, alsof het schrift onduidelijk was) aan haar ouders en mr. Deyncourt. Daar, in dat gezelschapje, wist zijn lord schap haast weer niet, wat hij zeggen moest. Geen van hen, die de situatie zoo goed meester was als mr. Rollstone: „Mylord, ik heb de eer u geluk te wen- schen", zei hij met een plechstatigheid, die alleen eenige belemmering ondervond, doordat hij moeilijk kon opstaan. „Ikik. stamelde zijn lordschap, Selukwenschen met zulk een tCrwijl hy Rose zelf toen een verpletterend-stev^en handdruk gaf, sprak hy. „Miss Rollstone, wat wij u verplicht zyn is, in den waren zin des woords on uitsprekelijk!" wooras, on- „Ik ben overtuigd, dat zij over-gelukkig is, mylord, dat ze U van dienst heeft kun nen zijn", viel nu ook mrs. Rollstone in. Om de atmosfeer eenigszins te ontladen, zei mr. Deyncourt: „Miss Rollstone was juist bezig den brief voor te lezen, waarin mr. Morton van zijn avonturen vertelt. Zoudt u niet graag heb- gen dat zij opnieuw begon?" Rose deed dit en intusschen had lord Northmoor de gelegenheid om zijn chèque- boek te voorschijn te halen, en, toen het jonge meisje ophield, zei hij: „Mijn neef herinnert er mij aan, dat ik u een schuld heb te voldoen, miss Roll stone. U hebt hem de middelen verschatt voor de reis. Mag ik u dit overhandigen? Dien wissel kan ik afdoen, maar mijn dank baarheid jegens u nooit!" Mr. Rollstone mocht dan in het eerst al gewanhoopt hebben bij de ontdekking, hoe zijn dochter er haar spaarpenningen aan gewaagd had daaromtrent was hij nu volkomen gerustgesteld, maar wel maakte hij zich, en misschien nog meer dan mrs. Morton, bezorgd over het geval, dat de „Honourable Michael" nu in het Armhuis zou verblijven,"en hy kon zich maar niet begrijpen, hoe zijn lordschap dit betrekke lijk zoo kalm opvatte. Frank keek eens op zijn horloge; hij vroeg wanneer de eerstvolgende post ging, en toen hij hoorde, dat hij nog maar een half uur had, vroeg hij, of mr. Deyncourt hem schrijfmateriaal wilde verschaffen voor een brief aan zijn vrouw. „Zij zou een post missen en dat zou haar weÏTiï? maki^"' liChttC hiJ t0e" -Toch moet"* Wat haar hij OP de kamer van den dominee achreef „Liefste vrouw, Ik ben den heelen dag op pad en heb maar een enkel oogenblik om ie te zeggen, dat ik mij zeer wel voel en hoop en vertrouw, dat ik allergunstigst nieuws voor je heb. Maak je niet ongerust als je morgen niets van mij hoort. Je eigen FRANK". Nog had hij den tijd voor het volgend briefje: „Waarde lady Adela, U mag ik het toevertrouwen, om Mary voor te bereiden op bijna ongelooflijke vreugde, maar laat ze zich niet te veel op winden. Ik kan niet thuis zijn vóór Vrij dagmiddag. Uw dankbare NORTHMOOR". Nadat hij deze epistels verzonden had, keek hy zyn spoorwegboekje in. Hy zou dienzelfden avond nog met den mailtrein zyn gegaan, als mr. Deyncourt en mrs. Morton hem niet gezamenlyk overreed had den, dat zyn krachten nog niet bestand zouden zyn tegen zulk een inspanning. Ze kenden haast den man niet meer, die im mers in den regel zoo kalm en evenwichtig was. Glimlachend verklaarde hy, dat hy niet eten en niet slapen kon en toch deed hy beide. Hy sliep juist beter, dan hy dit sinds zyn ziekte had gedaan en kwam den vol genden morgen beneden als een ander mensch ofschoon hy nog geheel dezelfde was in vriendelijkheid jegens mrs. Morton. Hij beloofde, dat hij haar zou telegrafeeren, zoodra hij wist, dat alles in orde was en verzekerde haar, dat hy zyn best zou doen om het schandaal uit de bladen te were dat hy nooit zyn verplichtingen z°u ver geten jegens Herbert's edelmoedigheid e dat, als zy soms besluiten mocht Wesuw ven te verlaten, hy haar dan de verhuizing zou vergemakkeiyken. Ida was niet op; zy had een zeer slech ten nacht gehad, want zy had zich 8ekw. n gevoeld door droomen, die erger waren waken, sinds den tyd, dat het kind w gevoerd was. Haar moeder had we 8 merkt, dat zy byzonder rusteloos en nuwachtig was, maar voor een groo schreef zy dit toe aan liefde en missch'e. had zy hier niet geheel verkeerd JF zien. In ieder geval was Ida nu werke t ziek en kon de gedachte niet verdr g haar oom te zien, ofschoon hy naa boodschap stuurde, dat hy het nu t moeiiyk niet vond het haar te ve/"8® p dat hy van ganscher harte voor haar de. Deze vriendelykheid trof mrs. bovenal. De jaren hadden haar zacn maakt; misschien ook Frank's lankmo- heid en de beschavende invloed, van^ omgang met mr. Deyncourt, althans. d vele opzichten was zy geheel vers van de vrouw die zoo luide haa g testeerd tegen zyn huweiyk met Marshall. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6