HIST O RI SC HE FIGU R EN.
ïBuuwiiaud
IWAN DE VERSCHRIKKELIJKE.
ALKMAAR8CHE COURANT van DONDERDAG 18 APRIL 1936
Ternauwernood gekroond, verbindt
Iwan zich aan de vrouw, wier korte ver
schijning in zyn leven op hem en zijn re-
geeringsdaden een geweldigen invloed zal
hebben. Het is Anastasia, de zachte, lieve
figuur, die wellicht in staat geweest zou
zijn hem ten goede te leiden, althans zijn
hardvochtigen, wreeden aard eenigszins
te temperen. Hij had, zoo we zijn eigen
verzekeren mogen gelooven, eene groote
liefde voor haar. Zij zou in de lange reeks
van vrouwen en minnaressen, die we
naast hem zien verschijnen en verdwij
nen, de eenige geweest zijn, die hij innig
liefhad. Herhaaldelijk spreekt hij over
haar en verontschuldigt hij vele zijner
gruwelijke daden door aan die liefde te
herinneren. Het paradoxale van dit feit
vindt zijn verklaring hierin, dat deze
vrouw, deze liefde slechts korten tijd zijn
leven bestraalde: zij stierf, vergiftigd
door zijn vrienden.
Van toen af werd inderdaad, zooals in
den aanvang van deze schets is gezegd,
het hart van den tsaar van steen, werd
zijn hardheid onvermurwbaar, zijn wreed
heid mateloos. Wat er volgde op hetgeen
reeds gebeurd is, doet vermoeden, dat in
Rusland twee woeste, onbeteugelde krach
ten tegenover elkaar staan: de tsaar en de
trotsche Bojaren-groep, die zijn macht
betwist en begeert. Onder bijzondere, ge
heimzinnige omstandigheden, onopgelost
doch waarschijnlijk op hun moordlust te
boeken, sterft Anastasia's eerste zoon.
Van de zeven vrouwen, die Iwan IV ach
tereenvolgens trouwde, werden ook de
tweede en derde vergiftigd. Vraagt men
naar de moordenaars, dan moet men die
zoeken bij eene camarilla van op macht
beluste vrienden. Als drijvende kracht
dier bende kan men beschouwen een van
des tsaren „lievelingen", een man, die
door zijne hypnotiseerende invloeden doet
denken aan Raspoetin, dien we ons herin
neren uit den hofkring van de laatste
keizerin van Rusland. Het is Adaschew,
de door geest en lichamelijke schoonheid
boeiende, bevoorrechte favoriet van den
tsaar. Op hem laadt de geschiedenis de
verantwoordelijkheid voor deze moorden.
Van toovenarij beschuldigd, eindigt hij
zijn leven in den kerker. Al zyn bloedver
wanten worden op Iwan's bevel ver
moord.
Dan kent de heerscher geen beheer-
sching meer. Moskou beeft en siddert bij
zijn woede. De kring der slachtoffers
breidt zich uit. Voortdurend werd ge
straft en vloeide het bloed. De biograaf
van Iwan, Karamsin, zegt van dien tijd:
„het moorden stilt niet den bloeddorst;
het verscherpt dien". Hij, de beschrijver
van dit sombere leven, spreekt over „zes
tijdperken van terechtstellingen", die
daarin zijn aan te wijzen, doch hij erkent,
dat het er eigenlijk maar één is, zich uit
strekkend over het heele leven van den
Tsaar. Doch na Anastasia's dood wordt
Iwan's wreedheid aan waanzin grenzend.
Toch was hij niet waanzinnig. Zijn ab
normaliteit was niet van geestelijken,
maar van zinnelyken aard. In een andere
omgeving, in een eenvoudigen, alledaag-
schen levenskring, zou hij waarschijnlijk
behoord hebben tot de ongelukkigen, die
de doctoren zoo goed kennen, doch die
door de beperkheid, de bescheidenheid
hunner levensomstandigheden verhin
derd worden om tot misdaden over te
gaan. Maar hier, by Iwan, is het tegen
overgestelde het geval. De slechte opvoe
ding en de absolute macht, waardoor zyn
denkbeelden van jongsaf zijn beheerscht,
worden tot een tragisch noodlot. Men
vergete niet, dat Rusland's geschiedenis
hem veel gruwelen heeft kunnen leeren,
en dat zijn tijd, de zestiende eeuw, rijk is
aan gruweldaden.
By hem, Iwan, is het soort van moord-
roes. Steeds blijft bij hem echter de zede
lijke gedachte van straf, die de misdaad
verdient en welke zij niet ontgaan zal,
aanwezig. Hij weet dat; hij vreest die be
straffing, die rechtvaardig is, maar de
moord-neiging wordt hartstocht bij hem,
wordt moord-lust. Die moordlust is
een niet te overwinnen perverse aanleg
bij hem, die in hem was bij zijn geboorte
en in hem bleef, zijn leven lang en zich in
schrikkelijke daden moest uiten, nu hij
erdemachttoe had.
Een zy'ner favorieten, de trouwelooze
prins Kursky, schaart zich aan de zijde
van Rusland's aartsvijand Polen. Hij
zendt een bode met een schrijven aan den
tsaar. Iwan plant zijn met een ijzeren
Punt voorzienen stok op den voet van den
hode en terwijl hy er met de zwaarte van
"eel zyn lichaam op drukt, dwingt hij ren
den brief voor te lezen. Daarna laat
J}jj hem ter dood brengen, evenals allen,
"ie Kursky's „kring" vormden, waaronder
prinsen.
De ontdekking van eene hoogverrader-
ujke samenzwering is een aanleiding tot
Pieuwe terechtstellingen. Heele familiën
'Pet hunne lijfeigenen en hun vee worden
gedood. Zelfs de honden en katten moeten
voor de schuld der heeren boeten; de vis-
schen in de vijvers worden door het af
tappen van het water „uit den weg ge
ruimd". In een kroniek wordt van Iwan
gezegd: en trok aldus zes weken
door het Moskousche land, over de voor
naamste landgoederen der Bojaren, ver
brandde alles en doodde alles. Vrouwen,
meisjes werden naakt uitgekleed en
moesten voor hem jacht maken op kip-
Pen".
Iwan is onbeteugeld in liefde en in
haat. Waar hij lief heeft, vertrouwt hij
blindelings en verdedigt hij zijne vrien
den. Bemerkt hij, dat zij hem bedriegen,
dan woedt hij tegen hen. Dit spel herhaalt
zich zijn heele leven lang: hij is een ver-
Wrongen beeld van hartstocht, grootheid
en afschuw.
Dat Iwan om zich te vermaken beren
op het volk losliet om het te zien rennen;
dat hij een hofnar een pot kokende soep
over het hoofd uitgoot en hem daarna
neerstiet; dat hij een hoveling het oor
afsneed, omdat hij op dwaze manier een
buiging maakte, dat waren van die kleine
uitingen, waaraan zijn wreede aard be
hoefte had als zijn longen aan frissche
vi» ^en Venetiaansch gezant, die in
1570 in Moskou was, vertelt, dat juist te
Nowgorod in dien tijd achttienduizend
menschen terechtgesteld werden. Tot een
monnik, dien de tsaar met een kruitton in
.s,Pringen, zeide hij schamper:
„Monniken zijn engelen; zy moeten ten
hemel varen".
Merkwaardig is by dit alles en tegen
over zulk een heerscher, het Russische
volk van dien tijd. Was het vertoornd?
Dreigde het met verzet, met revolutie?
Gingen er luide klachten op over de
wreede heerschappij, waaronder het
zuchtte? Geenszins. Dit is misschien alleen
begrijpelijk voor wie zich goed reken
schap geven van de onmetelijkheid van
het Russische rijk en van de geestelijke
opvoeding der Groote Russische volksme
nigte. Zelfs de misdaden van den groot
sten wreedaard in Rusland zijn weinig
talrijk, onbeteekenend tegenover die on
metelijkheid. En in die eeuwen kon men
veel verdragen van den heerscher, aan
wien men ootmoedig onderworpen was.
En zoo moet geconstateerd worden, dat
het Russische volk zijn tsaar Iwan IV
liefhad. De Bojaren spanden tegen hem
samen; de priesters richtten hun boet-
predicaties tegen hem, maar het volk be
jubelde hem. Wanneer hij, na Kasan ver
overd te hebben, in zyn hoofdstad terug
keert, overstemt de ontroering van het
volk het gezang der priesters. En die ont
roering is niet alleen uiting van vreugde,
maar, hoe vreemd het klinke, ook van
liefde. Zoo zeggen de tijdgenooten, die
toch met kritische oogen den persoon van
den vorst zien. Zoo wreed, zoo teugelloos
in zijn haat kon de tsaar niet zijn of het
volk overtrof hem, deed om zoo te zeggen
hooger bod van aanhankelijkheid en toe
wijding. In die Russische volksliefde is
iets van de trouw en de aanhankelijkheid
van een dier. En de heerscher zal dat ook
wel als zoodanig hebben opgevat. Hij
wierp zijn volk geschenken toe, zooals
men voedsel toewerpt aan de dieren. Toch
is er in de uiting der volksliefde soms zoo
iets fijns, dat teergevoeliger naturen dan
Iwan IV het verschil begrepen zouden
hebben tusschen een volksziel en een hon
gerige dierenmaag. Toen Anastasia, de
door vorst en volk beminde, gestorven
was, weigerde dat volk de gebruikelijke
aalmoezen bij haar begrafenis aan te ne
men. Dat was z ij n rouwbetooning
Een tragische gebeurtenis tragisch
boven vele andere versombert eens
klaps het leven van den vorst. In een
conflict met zijn zoon Iwan slaat hij de
zen dood; die doodslag is niet door hem
gewild. Een ongeluk is hier in de plaats
van een misdaad getreden.
Doch deze catastrophe drukt Iwan ter
neder. Het is een zware last, dien hij pijn
lijk en met innerlijke boetedoening heeft
te dragen. Van toen af begint zijn wreed
heid te verminderen; ten minste treedt zij
minder naar buiten. Zijn physieke kracht,
ondermijnd door groffe en onbeheerschl^
uitspattingen, wordt verlamd. Het is alsof
heel zyn doen en laten nu naar de scha
duwzijde van het tooneel, waarop het zich
afspeelt, is verschoven.
Het is gedaan met zijn schitterende
buitenlandsche politiek. Hem, den aan
overwinningen gewende, worden door
Polen en Zweden ernstige beproevingen
opgelegd.
In het begin van het jaar 1584 staat
dreigend aan Moskou's hemel een komeet.
„Dat beduidt iets ernstigs", zegt het volk
en het stroomt naar de kerken. „Dat be
duidt mijn dood", zegt de vorst. Zestig
waarzeggers worden bijeengeroepen. Zij
moeten djt teeken aan den hemel uitleg
gen. Na lang en ernstig overleg luidt hun
uitspraak:
Den 18en Maart zal de tsaar
sterven.
De tsaar verneemt het, verontrust zich,
wordt ziek. Maar aan den morgen van
den aangekondigden fatalen datum voelt
hij zich beter. Dan ontwaakt weer de ge-
weldswellusteling in hem. Hij laat den
waarzeggers weten, dat hun onwetend
heid gestraft zal worden met den dood op
den brandstapel. De waarzeggers ant
woorden, dat de dag nog niet voorbij is
En, inderdaad, de 18e Maart gaat niet
voorbij zonder den waarzeggers gelijk te
geven. Terwijl de vorst dam speelt met
een favoriet treft hem een beroerte, die
hem doodt.
Een gruwelijk leven was ten einde.
Toch heeft dat leven zijn schoone kanten
gehad. Mededeelingen over hem van
tijdgenooten; portretten van hem, die in
hun uiterlijke schoonheid geen zweem
verraden van wreedheid bij den geschil
derde; de vrijmoedige toon zijner brieven
en zijn daden ten nutte des volks, de ver
betering der wetten, de vermeerdering
van het aantal scholen, de bescherming en
de gastvrijheid, aan kunstenaars en ge
leerden verleend, zelfs de weelde en
groote verfijning, die het vroeger zoo
ruwe en barbaarsche hof onder Iwan IV
kenmerkten, bewijzen toch ook, dat hij
een persoon was van buitengewone be
gaafdheden. Naast „de gruwelijke" is hij
ook „de bewonderenswaardige". De ge
schiedschrijver-tijdgenoot, wanneer hij al
de bloedsporen in dit felle leven volgt,
schijnt alle boosheid te willen terugbren
gen op de groote wonde, eenmaal den
vorst geslagen, toen hij de beminde Anas
tasia moest verliezen. Telkens weer klaagt
de vorst; „Waarom hebben zy mij mijn
lieve vriendin ontnomen?"
Zulk een gevolgtrekking zal thans wel
niemand meer durven maken. Iwan's
jeugd, vóór zijn smart over den dood zij
ner eerste vrouw, is er om ons daarvan af
te houden. Doch in het verwikkeld com
plex van dezen tsaar van Rusland is toch
naast zooveel tegenstandigs ook zooveel,
wat hem aanspraak geeft op eenige waar
deering, dat wellicht de geschiedenis hem
in den naam van „den Verschrikkelijke"
eenigszins eenzijdig schijnt geteekend te
hebben.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
INTERNATIONALE PAEDAGOGISCHE
CONFERENTIE.
Op den eersten dag heeft de heer Kees
Boeke een uitvoerige rede gehouden.
De eerste spreker op de tweede dag van
bovengenoemde conferentie was professor
Pierre Bovet van de universiteit te Genève.
Zyn onderwerp was: „Hoe kunnen wij de
hinderpalen wegnemen, die het vechtinstinct
aan het leven in gemeenschap in de weg
legt?"
Voor het onderwerp en voor de wijze van
behandeling bestond zeer levendige belang
stelling, zooals ook by de discussie bleek.
Nadat een groot deel van de conferentie
gangers geluncht had in de daartoe beschik
baar gestelde dieseltreinen op het Malie
baanstation, werden de middagzittingen in
gezet met een lezing van dr.' Neurath (Wee-
nen) over „Symbolischer Bildpaedagogiek
und internationale Bildersprache".
Deze voordracht werd gehouden in het
Botanisch laboratorium, daartoe welwillend
door prof. Koningsberger afgestaan.
In gebouw „Leeuwenbergh" sprak daarna
prof. dr. J. H. Gunning Wzn. over: „Het lee
ren samenleven in de geschiedenis van on
derwijs en opvoeding, in het bijzonder van
de laatste vijftig jaar".
Lange tijd stond spr. stil bij Pestalozzi en
diens experiment op zijn Neuhof, waarvoor
spr. de grootste bewondering uitsprak.
De dag werd besloten met een concert in
Tivoli, door het Utrechtsch Stedelijk Orkest
aan het Congres aangeboden. Het U.S.O. had
hierbij de medewerking van een leerlingen-
koor en -orkest.
VOORTZETTING VERGADERING
CHR. HIST. UNIE.
Het slot.
Aan het slot van de rede, die luit.-gen. Jhr.
Röell, Dinsdagmiddag in de algemeene ver
gadering der chr. hist. unie heeft gehouden,
dankte de voorzitter, jhr. mr. de Geer, den
inleider voor zijn redevoering, met welker
algemeene strekking hij zijn instemming be
tuigde.
Ondanks alle onvolmaaktheden van den
Volkenbond, naar verbetering waarvan
krachtig moest worden gestreefd, moest men
echter krachtig aan de idee eener inter
nationale rechtorde vasthouden. Het gevaar
dreigde, dat wanneer de steeds weer geper
fectioneerde techniek op de oorlogsmiddelen
zou worden toegepast, onze beschaving op
den duur aan haar techniek ten gronde zou
gaan.
Als resultaat der bestuursverkiezing ble
ken alle herkiesbare aftredende bestuurs
leden te zijn herkozen, terwijl in de eenig
overgebleven vacature werd gekozen de
door het bestuur aanbevolen candidaat prof.
dr. J. de Zwaan uit Leiden.
Een telegram van deelneming werd ge
zonden aan het wegens ziekte afwezige Ka
merlid den heer Lovink.
Hierna werd voortgegaan met de afhande
ling der agenda. Een voorstel van Amster
damWatergraafsmeer I, uitsprekende, dat
loons- en salarisverlagingen gepaard dienen
te gaan met ernstige pogingen tot verlaging
van de kosten van het levensonderhoud om
dat eenzijdige deflatie het gevaar van gees
telijke inzinking tengevolge kan hebben,
werd na eenige discussie aangenomen. Ver
schillende sprekers voerden aan, dat er
reeds nu zelfs onder een deel van de wer
kende bevolking gebrek werd geleden en
dat het nu eens uit moest zijn met de offi-
cieele propaganda voor loonsverlaging.
De afd. AmsterdamWatergraafsmeer II
had een uitspraak voorgesteld, dat de even
redige vertegenwoordiging heeft gefaald en
door districtvertegenwoordiging vervangen
diende te worden. Het hoofdbestuur achtte
deze uitspraak echter, in afwachting van het
rapport der staatscommissie voor grondwets
herziening, prematuur en het voorstel werd
niet in stemming gebracht. Op voorstel van
's-Gravenhage III werd bij acclamatie de
uitspraak aanvaard, dat de christ. hist. unie
ten aanzien van het chr. lager onderwijs nog
staat op het standpunt van Lohman en de
Visser.
Een voorstel van de afd. Schelte tot instel
ling van een commissie die rapport zal uit
brengen over het vraagstuk van den Bijbel
op de openbare school, werd aangenomen,
waardoor een soortgelijk voorstel van Veen-
dam kon worden ingetrokken. De woord
voerder van de afd. Marken gaf als zijn
meening te kennen, dat men den Bijbel niet
op de openbare school moest brengen omdat
gezien den geest die daar heerschte, het hei
lige woord Gods dan op zijn zachtst gezegd
in handen van onbevoegden zou komen.
Daartegenover werd van andere zijde aan
gevoerd, dat men als christen, nu men zelfs
van links om het woord Gods vraagt, de
helpende hand niet mocht weigeren. Het
standpunt van het hoofdbestuur werd verde
digd door mr. dr. Schokking, die waar
schuwde tegen de opvatting van den afge
vaardigde van het eiland Marken.
Tenslotte werden nog verschillende voor
stellen van organisatorischen aard behan
deld.
Op voorstel van het hoofdbestuur werd
overeenkomstig de statuten de heer J. R.
Snoeck Henkemans onder applaus tot advi-
seerend lid van het hoofdbestuur en van
het dagelyksch bestuur benoemd.
Te ruim half zes werd de vergadering
met een kort woord van jhr. mr. de Geer
gesloten.
JONGETJE OVERREDEN EN GEDOOD.
Op den Haagweg te Monster is gistermid
dag de zesjarige A. van Leeuwen door een
vrachtauto door H. A. S. uit Woerden, by
het onvoorzichtig oversteken van den'weg
overreden, met ernstige verwondingen werd
het kind opgenomen en naar het r. k. zie
kenhuis te 's-Gravenhage overgebracht,
waar het is overleden.
AANRIJDING MET DOODELIJK GEVOLG
In de Nude onder Wageningen is gister
avond de zestigjarige landbouwer N. Brie
nessen, die op zyn rijwiel gezeten, vlak
achter een vrachtauto den straatweg over
stak, door een personenauto, welke van den
anderen kant naderde en bestuurd werd
door den heer van I. uit Soest aangereden.
B. liep een zeer ernstige hoofdwonde op en
werd binnengebracht in de woning van
zyn zoon, die hij juist te voren had verla
ten. Hier is hij eenigen tijd later overleden.
Den bestuurder van de auto, die ondanks
zyn krachtig remmen het onheil niet meer
kon voorkomen, treft geen schuld.
De voorruit van den wagen brak, terwijl
de fiets van het slachtoffer geheel werd
vernield.
DIRECTEUR-GENERAAL
WERKVERSCHAFFING EN
STEUNVERLEENING.
De heer Draayer, burgemeester
van Wormerveer.
Naar wij vernemen, is zeer binnen
kort de benoeming te verwachten van
den heer D. G. Draayer, burgemeester
van Wormerveer tot directeur-generaal
van de werkverschaffing en steunver
lening aan het departement van
sociale zaken.
De nieuwe directeur-generaal
De nieuwbenoemde directeur-generaal
van de werkverschaffing en steunverleening,
drs. D. G. Draayer, werd 4 April 1879 in
Dieren (Gld.) geboren en is dus thans 57
jaar. Na de H. B. S. te Leiden te hebben
doorloopen, werd de heer Draayer cadet
aan de Koninklijke Militaire Academie in
Breda. Na volbrachte militaire studie werd
hij in 1899 benoemd tot tweede-luitenant by
het wapen der infanterie van het Konink
lijke Nederlandsch-Indische leger, waarbij
hy de verschillende rangen docrliep, totdat
hy in 1927 als kolonel werd gepensionneerd.
De heer Draayer, die nog behoord heeft tot
de oude marechaussee's van generaal van
Heutz, is tijdens zijn militaire loopbaan 12
jaren op Atjeh geplaatst geweest bij de
marechaussee en by den topografischen
dienst. Tijdens deze dienstvervulling werd
de heer Draayer eervol vermeld.
Na zijn pensionneering heeft de heer
Draayer, aan wien sindsdien de titulaire
rang van generaal-majoor werd toegekend,
gestudeerd aan de universiteit te Leiden,
waar hij in 1932 doctoraal examen in de
rechten deed.
In Januari 1934 werd drs. Draayer be
noemd tot burgemeester van Wormerveer.
De heer Draayer, die, naar wij ver
namen, veel aan sport heeft gedaan, is
drager van de gouden medaille van het
Olympisch Comité.
AUTO DUIKELT SCHEVENINGSCHE
HAVEN IN.
Merkwaardig ongeluk.
Gisteravond omstreeks 8 uur heeft op den
Strandweg te Scheveningen een ernstig on
geluk plaats gehad, dat merkwaardig goed
is afgeloopen. Een auto met drie personen,
welke bestuurd werd door den 38-jarigen J.
H., reed pardoes door het hek, dat de Bui
tenhaven afscheid van den Strandweg.
De wagen duikelde van vrij groote hoogte
de haven in. Gelukkig kwam hij terecht in
het ondiepe gedeelte. De bestuurder en de
inzittende 21-jarige J. K. werden ter plaatse
verbonden voor een hoofdwond en konden
op eigen gelegenheid huiswaarts gaan.
De derde inzittende, mej. I. G., 26 jaar,
had geen letsel opgeloopen. Alle drie inzit
tenden wonen in de Oranjestraat te 's-Gra
venhage.
De kraanwagen van de politie heeft den
beschadigde auto opgetakeld.
De bestuurder verklaarde ter plaatse niet
bekend te zijn en door de duisternis het
hek niet te hebben gezien.
HET AUTO-ONGELUK TE HEESCH.
De begrafenis der slachtoffers.
Onder groote belangstelling heeft te Til
burg gisteren de teraardebestelling plaats
gehad van de slachtoffers van het tragische
auto-ongeluk op eersten Paaschdag te
Heesch, waarbij drie kinderen van het echt
paar Willems, de 15-jarige Josefine, de 11-
jarige Agnes en de 9-jarige Louise om het
leven kwamen. Des morgens waren de lij
ken van de slachtoffers naar Tilburg over
gebracht. Bij het viaduct aan den Bosschen-
weg werden de drie lijkkisten in de drie
lykauto's geplaatst. Door een haag van be
langstellenden trok de stoet naar het woon
huis der ouders van de slachtoffers aan de
Enschotschestraat. Hier werd een groot
aantal kransen aan de lijkwagens gehangen.
In de lange stoet rijtuigen volgden de broers
(de vader kon wegens de by het auto-on
geluk opgeloopen verwondingen de begrafe
nis niet bijwonen), familieleden en vrienden
den lijkwagen op den langen weg naar de
begraafplaats Vredehof aan de Gilzerbaan.
Op het kerkhof hadden zich de leerlingen
en het personeel van de school met den by-
fcel, welke school door twee der slachtoffer
tjes bezocht werd, opgesteld. De predikant
der Nederduitsch hervormde gemeente, ds.
P. v. d. Wal, sprak woorden van troost tot
het zwaar beproefde gezin en wees op de
kracht Gods, die den dood heeft overwon
nen. De drie lijkkisten werden naast elkaar
in de groeve neergelaten. De broers strooi
den bloemen in de geopende groeve. Nadat
een der broers voor de deelneming had be
dankt, verlieten allen zeer ontroerd den
doodenakker.
GROOTE VOORJAARSVEEMARKT.
De Directeur van het Gemeente-Slachthuis
en het Marktwezen te Alkmaar brengt ter
algemeene kennis, dat ter gelegenheid van
de Groote Voorjaarsveemarkt op WOENS
DAG 22 APRIL 1936 het vee, hetwelk men
niet per vaartuig naar de markt brengt,
alléén mag worden aangevoerd langs den
Helderscheweg naar de Handelskade en over
de Schermervlotbrug, via den Kanaaldyk
over de Frieschebrug.
Aanvoer van vee over de BERGERBRUG,
de EMMABRUG, de POPMANSBRUG en de
beide rustieke voetbruggen is verboden.
Het vee dat vanaf den Schermerweg naar
de markt wordt gebracht, moet via den
Kanaaldyk naar de Frieschebrug vervoerd
worden.
Al het vee, te voet aangevoerd vanuit de
richting Heiloo, moet via het Ritsevoort, de
Koorstraat, de Laurensstraat, de Nieuwe-
sloot, de Doelenstraat en Doelenkluft naar
de Handelskade gebracht worden. Het vee-
vervoer per as, komende uit de richting
Heiloo, moet via den Kennemersingel en
Geestersingel naar de Handelskade.
Vaartuigen met voor de markt bestemd
vee moeten gelost worden aan de Handels
kade. De havenmeester zal de ligplaatsen
aanwijzen. In verband hiermede zullen voor
zooveel noodig, de schepen welke een lig
plaats aan de Handelskade hebben, op aan
wijzing van den havenmeester, tijdelijk
worden verlegd.
Het vee, langs den Helderscheweg en per
vaartuig aangevoerd, mag alleen naar de
markt worden gebracht over de Korte
Nieuwesloot van de Handelskade af.
Bij de FRIESCHEBRUG en aan de HAN
DELSKADE (Korte Nieuwesloot) zal het
aan te voeren vee deskundig worden onder
zocht en zal het verschuldigde marktgeld
moeten worden voldaan. Zonder dat hier
aan gevolg is gegeven mag geen vee ter
markt worden aangevoerd.
Vóór des morgens 7 uur wordt geen vee
ter markt toegelaten. Om 10 uur voorraid-
dags sluit de aanvoer.
Afvoer van vee door de Langestraat is
verboden.
Alkmaar, 14 April 1936.
De Directeur voornoemd,
VOORTHUYSEN.
BELEEDIGING VAN HITLER?
Justitiëele actie tegen redactie van
„Het Volk".
Tegen den hoofdredacteur en tegen den
teekenaar P. van Reen van „Het Volk" is
ambtshalve een vervolging ingesteld wegens
„opzettelijke beleediging, het hoofd van een
bevrienden staat aangedaan". Zij zijn des
wegen op Vrijdagmiddag a.s. voor den rech-
ter-commissaris te Amsterdam gedagvaard.
Het gaat om een prent, naar aanleiding
van de redevoering, door den Duitschen
rijkspresident en rijkskanselier Hitier te
Schwerin gehouden bij de rouwplechtigheid
voor Gustloff, den leider der Duitsche nat.-
socialisten in Zwitserland, die door een
Joodsch student was doodgeschoten. By die
gelegenheid zeide Hitier, plechtig te consta-
teeren, dat op den weg naar de macht van
de nationaal-socialistische beweging „geen
enkele door ons vermoorde tegenstander
ligt". Hij vervolgde: „Niet één aanslag is
door ons gepleegd, wij hebben dat van den
eersten dag af geweigerd. Nooit hebben wij
met deze wapenen gestreden. Daartegenover
stond een eindeloos lange rij van vermoorde
nationaal-socialisten, op laffe wijze afge
maakt, bijna steeds uit een hinderlaag".
Op de prent was nu de Duitsche „Leider"
afgebeeld met „plechtig constateerend" ge
baar naast drie grafzerken, waarin gebeiteld
de namen Rathenau, Erzberger en Röhm.
Het onderschrift luidde: „De Leider: Wy,
brave nazi's, hebben nog nimmer een poli
tiek tegenstander vermoord".
Hierin schijnt de justitie „beleediging" te
zien.
Zijn wy goed ingelicht, dan geschiedt de
vervolging naar lan leiding van een klacht,
door den Duitschen gezant by onze regee
ring ingediend.
VIER JEUGDIGE AVONTURIERS.
Twee kinderen uit het groote gezin de
Groot aan de Raamgracht te Amsterdam
de veertienjarige Leendert en de elfjarige
Izaak, van wie eerstgenoemde reeds ver
scheidene malen van huis is weggeloopen,
hebben Dinsdagmiddag in gezelschap van
twee kameraadjes, de dertienjarige Leen
dert Vleeschhouwer en zijn negenjarig
broertje Daniël, wonende in de Nieuwe
Kerkstraat, by een rijwielhandelaar op Ra
penburg drie kinderfietsen gehuurd.
Naar de oudste de Groot meedeelde, had
den zij de karretje maar voor een uurtje
noodig, doch toen de kinderen in den na
middag niet waren teruggekeerd en de
ouders in hevige ongerustheid verkeerden,
was het vermoeden gewettigd, dat het
viertal op avontuur was uitgetrokken.
De kinderpolitie werd van de vermissing
der knapen op de hoogte gesteld en n»m
onmiddellijk het onderzoek ter hand.
Naar wij vernemen heeft dit het gelukki
ge gevolg gehad, dat in den vooravond al
le vier in Amersfoort zijn aangehouden.
Vanwaar zy heden op transport naar de
hoofdstad zullen worden gesteld.
Van ernstig misdrijf verdacht.
Naar wy vernemen, zijn er zeer sterke
aanwijzingen, dat de vier jeugdige avontu
riers, zich hebben schuldig gemaakt aan de
in den middag van den tweeden Paaschdag
gepleegde opensluiting van een brandkast
in het kantoor van een manufacturenhandel
in de Jodenbreestraat, waartoe de daders
zich via de achterzijde van het gebouw toe
gang hadden verschaft. De buit bestond uit
een bedrag van 600, terwijl aanvankelijk
ook een chèque ter waarde van 900 is ver
mist, die later is teruggevonden. Heden zul
len de jongens, na hun aankomst te Amster
dam, op het bureau J. D. Meyerplein terzake
van dit feit gehoord worden.