DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Nederlandsche Roode-Kruis- Ambulance in Ethiopië. DE FRANSCHE VERKIEZINGEN. No. 97 Dr. van Schelven verhaal van zijn avontuurlijke reis WEER THUIS! Vrijdag 24 April 1936 138e Jaargang Vooruitzichten en cijfers: 6188 candidaten voor 618 zetels. Vele herstemmingen verwacht. Zondag bollen-Zondag Onze Ambulance. Uit Addis Abeba vertrokken. Vier beruchte inbrekers op heeterdaad betrapt. Mislukte inbraak in het belastingkantoor te Haarlem. Spannende omsingeling. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bjj vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.— franco door het geheele Rjjk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVEBTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordans C t, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Velp, 23 April '36. Ik zit rustig weer thuis, en heb nu pas gelegenheid, een blik achterwaarts te slaan op het werk onzer ambulance; en haar lot gevallen der laatste dagen. Uit de berichten, die ons via Addis Abeba bereiken omtrent het verdere lot mijner medeleden, zou ik opmaken, dat ook aan het werk der andere doktoren een einde is ge komen. Het schijnt n.1., dat het vertrek van onze voorpost, uit Quoram nog vrij plotseling heeft moeten geschieden. Gelijk u uit vroe gere artikelen weet, waren de doktoren v. d. Does, Veeneklaas en Lampe, na mijn vertrek op 18 Maart, aldaar achtergebleven met den inventaris der le unit. De spelonk, door hen betrokken wegens het gevaar voor bombardementen door Ita lianen, was gedeeltelijk voor het opera tieve werk, gedeeltelijk voor opname der patiënten voor particulier gebruik, inge richt. Toen ik vertrok, lagen juist drie patiënten op operatieve behandeling te wachten, ter wijl, naar ik onderweg hoorde, nog meer deren op weg naar hen waren om behan deld te worden. Een groot bezwaar was ech ter, dat deze post op ruim 2 uur afstands van Quoram gelegen was. Dichterbij was echter geen gelegenheid te vinden, waar men rustig arbeiden kon, en tóch beveiligd was tegen luchtaanvallen. U weet, dat op \ys uur afstand de Engel- sche ambulance een soortgelijke grot be trokken had. Deze had echter bü het luchtbombarde ment van 5 Maart het grootste deel van haar inventaris en verpleegartikelen ver loren, zoodat aan haar werk practisch reeds een einde was gekomen. Op mijn terug tocht naar Dessie ontmoette ik in Woldia een transportcolonne onder Cap. Dobben- son, een transport-officier, die op weg was om de rest der Engelsche ambulance naar Addis Abeba terug te brengen. Den leden onzer ambulance in Quoram was op het hart gedrukt, goed te letten op het voortrukken der Italianen; en uit voor zorg goed contact te houden met de Engel sche ambulance, daar deze nog steeds de beschikking had over meerdere vracht auto's. Onze unit had n.1. een enorme sterfte onder haar muildieren gehad. Van 67 dieren waren er bij mijn vertrek nog slechts 3 in leven! Hadden zij bij de nadering der Italianen niet de beschikking over een vrachtauto, dan zouden zij niet alleen niet in staat zijn, hun materiaal in veiligheid te brengen, maar zouden zij zelfs bezwaarlijk het eigen lijf kunnen ber gen! Het lijkt hier in Holland vreemd, dat men den leden eener Roode Kruis ambu lance raden moet te vluchten. En toch was dit noodzakelijk. De Italianen volvoeren n.1. al hun gevechten met behulp van Ascari's, d. w. z. gekleurde troepen onder aanvoering van blanke officieren. Op 200 man zwarte soldaten 1 Italiaansch officier en enkele Italiaansche onderofficie ren. De haat dezer Ascari's tegen de eigen lijke Abessiniërs is zeer groot; en wreed heden aan beide zijden zijn niets onge woons. Enkele eenheden der Abessinische troepen stonden onder bevel van Europee- sche officieren. Mag men nu onze ambulance het risico laten loopen, overvallen te worden door zwarte troepen, en door dezen als strijdend officier behandeld worden, met alle gevol gen van dien? Geen démenti in een Ste- fani-bericht, zelfs geen „peccavi", zou den onzen het leven kunnen teruggeven! Dan maar den "„laarn van: „Beter bloode Jan dan doode Jan" op zich genomen hoewel het in dit geval zeker niet opgaat! Uit de berichten zou ik opmaken, dat onze unit onder Dr. v. d. Does toch nog ver rast is door de komst der Italianen, en per vrachtauto, met achterlating van al hun ma teriaal, naar Cobbo teruggeweken is. In de buurt daarvan is een moeras, waarin zij vermoedelijk zijn vastgeloopen; en daarna later door de passeerende Engelschen zijn opgepikt Bijzonderheden zullen wy later wel vernemen. In geheel andere omstandigheden dan deze voorpost verkeerde ons basishospitaal in Dessié. Dit hospitaal was de Italiaan sche legerleiding reeds maanden lang be kend door hare dagelij ksche bezoeken van bombardements- en observatievliegtuig aan Dessie. De tenten, rondom de van steen op getrokken gebouwen der Lazaristen-missie opgesteld, duidelijk met Roode Kruisen ge merkt; en voorzien bovendien van de vlag gen van Nederland en Frankrijk hadden sinds het begin der vijandelijkheden geen overlast der Italianen ondervonden. Boven dien bevond men zich op Fransch grondge bied, beschermd door de „Tricolore" hier waren dus de omstandigheden gansch anders. Er was géén gevaar te duchten van over val door de binnentrekkende overwinnende troepen. In het Noorden echter bevond men zich te midden van vluchtende Abes sinische legers, op een plek die men zeer bezwaarlijk aan één der strijden de partijen kon opgeven ter oriëntatie. Hier was dus alle kans volop voor „misverstanden", zoowel van Italiaan- schen als van Ethiopischen kant. Volgens latere berichten, bij het hoofdbe stuur van het Roode Kruis ontvangen, zou den de Italianen zelfs beslag hebben ge legd op het geheele materiaal van ons basis hospitaal te Dessie. Wij zullen natuurlijk nadere berichten moeten afwachten, onder welke voorwendselen deze inbeslagname heeft plaats gevonden. Uit de eerste berich ten, door maarschalk Badoglio d.d. 16 April had men den indruk gekregen dat de stem ming jegens onze ambulance niet slecht was. Er werd n.L medegedeeld dat drie Fransche doktoren en twee paters Lazaris ten hun opwachting hadden gemaakt bij den, overwinnend Dessie binnentrekkenden Italiaanschen generaal Biroli; en dat hun verzocht werd, hun menschlievend werk voort te zetten. Daar in het geheele Noor den van Ethiopië geen Fransche doktoren werkzaam waren, moet men onder deze drie Fransche doktoren vermoedelijk verstaan ae drie Hollandsche doktoren onzer Neder landsche ambulance, welker leden, naar u weet, onder directe bescherming der Fran sche regeering staan. Daar er van drie doktoren gesproken wordt, waren dit vermoedelijk de doktoren Winckel, Veeneklaas en Lampe; dr. v. d. Does was toen al op weg naar Djiboeti; ter wijl dr. Belmonte waarschijnlijk kort te vo ren afgereisd was, terugkomend op zijn oor spronkelijk plan, om einde Maart of begin April af te reizen. Waarom nu toch de Italianen terugge komen zijn op hunne in den beginne zoo tegemoetkomende houding, door de am bulance toe te staan, haar menschlievend werk voort te zetten ten behoeve van beide strijdende partijen is nog niet recht dui delijk. Uit het feit, dat beslag is gelegd op al het materiaal onzer ambulance, en yoorts dat onze geheele ambulance op het punt staat, Ethiopië te verlaten, terwijl ze nog kort tevoren geseind had, tot den a.s. regentijd daar te wil len blijven werken zou men opma ken, dat de Italianen alle buitenlanders het land willen doen verlaten; en dat omgekeerd het den leden onzer ambu lance onwaarschijnlijk lijkt, dat zy bin nen korten tijd voor één der strijdende partijen nog nuttig werk zal kunnen verrichten. Aan het werk onzer ambulance komt nu wel een even onverwacht als ongewenscht einde. Een geruststelling is, dat één der le den van het Internat. Roode Kruis te Gene ve tenminste toezicht houdt op al ons ma teriaal. Voorts is het een groot geluk dat ons materiaal is ondergebracht in het hos pitaal der Lazaristen in Dessie. Gelijk u weet, was dit, feitelijk nog in aanbouw zijn de, hospitaal, door de paters Lazaristen ter stond bij onze komst in Dessie (in het laatst van Januari) volledig te onzer beschik king gesteld. Behalve twee groote ziekenza len, plaats biedend aan ruim 60 patiënten, hebben de paters ons later, toen het aantal oorlogsverwonden zoo onrustbarend steeg (zoo bracht de colonne, waarmee ik my op 19 Maart uit Quoram naar Dessie begaf een zestig verwonden naar het Zuiden!) later ook voor het onderbrengen onzer ge wonden hun kapel aangeboden; die toenter tijd niet geheel voltooid was; welke laatste ook een 40-tal patiënten bergen kon. In hun andere gebouwen hadden wij in- tusschen onze operatiekamer, apotheek, Röntgeninstallatie etc. ondergebracht. Zoo als u ziet, hadden wij hier een volledig uit gerust hospitaal, dat gedurende ons verblijf een constante bezetting van gemiddeld 60 gewonden bezat, waarvan het meerendeel kleine of grootere chirurgisch ingrijpen van noode had. Het werk hier bracht de eigenaardige moeilijkheden met zich van een ziekenhuis, dat niet over voldoend verplegend perso neel beschikt. En vooral het gemis aan vrou- welyke werkkrachten deed zich hier uiter mate gevoelen. Hebben wy daar in Ethiopië niet aan den lijve ondervonden, dat wy mannen die or de, netheid en gevoel van reinheid misten, die wij in ons operatief werk juist zoo van noode hebben? Wie onzer doktoren kan zich nog een operatiekamer voorstellen, zonder de operatiezuster en hare noodzakelijke hulpkrachten? Die na een operatie alle „vui le boel" opreddert iets dat ons zoo van zelf sprekend lykt in Holland! doch wat wij in Abessinië zoo misten! Instrumenten uitzoeken, later reinigen drogen lakens en doeken uitwasschen drogen vouwen kortom al dat werk moesten wij zelf doen. U begrijpt dat hier dan een critisch oog wel een en ander ontdekt zal hebben, dat anders moest. Maar al die zorg maakte het werk veel zwaarder. Toch raakt men gewend aan deze wijze van werken. En ook aan het instrumentaire, het hulp hospitaal, raakt men gehecht. En nu?? Al dat materiaal heeft onze ambulance hier moeten achterlaten. De aanwezigheid der paters in deze ge bouwen, en de oprechte medewerking, wel ke wij van deze paters steeds hebben mogen ondervinden, staan ons echter in zekeren zin borg, dat ons Roode Kruis te eeniger Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. tijd wederom de beschikking zal krijgen over haar eigendommen. Voor mij persoonlijk is het de grootste geruststelling, dat onze vooruitgeschoven post in Quoram veilig Dessie bereikt heeft. Daar men, gegeven de ondervindingen tevo ren opgedaan, toch nooit te veel op beloften of medewerking van anderen rekenen kan. Zonder vervoermiddel zat men in de bergen boven Quoram als een rat gevangen in de val. Gelukkig zijn de heeren op tijd verdwe nen, vóór de val zich sloot. Het is wel niet zeer juist, om de Abessi niërs in den steek te laten, nu de krijgs kans zich tegen hen keert. Doch in de gege ven omstandigheden was anders handelen zeer moeilijk. Het Abessinische leger heeft zich in de ontoegankelijke bergen in het Westen teruggetrokken; op een terrein, dat niet voor een ambulance bereikbaar is. Met een omweg zouden wy misschien na een week Detra Tabor kunnen bereiken. Doch dan de kans te loopen, op karavaan zijnde, door Italiaansche bommenwerpers bestookt te worden, of anderszins te worden lastig gevallen ik geloof dat wij dan te veel risico op ons genomen hadden. Wij zullen dus slechts kalm de nadere berichten over de omstandigheden, waar onder zij Ethiopië verlaten moesten, afwach ten. VAN SCHELVEN. (Nadruk verboden.) Nu de vierjaarlijksche verkiezingen in Frankrijk, welke zijn vastgesteld op Zondag a.s. 26 April voor het eerste ge deelte en op Zondag S Mei voor het tweede gedeelte, naderen, houdt men zich in Frankrijk bezig met kansbereke ningen omtrent den verkiezingsuitslag. Het aantal candidaten, dat gekozen moet worden, is 618, waarvan 598 in Frankrijk zelf, tien in Algiers en tien in de andere koloniën. Men kent in Frankrijk een verkiezing in twee gedeel ten. Gekozen is bij de eerste stemming de candidaat, die de volstrekte meerder' heid in zijn arrondissement of stemdis- trict behaalt, bij de tweede stemming degene, die de relatieve meerderheid heeft. De verkiezingen van dit jaar onderschei den zich allereerst door een overdaad aan candidaten, namelijk 4807 voor Frankrijk en 1381 voor de omgeving van Parijs. In 1932, dat een recordaantal candidaten had, be droeg in geheel Frankrijk het aantal candi daten slechts 3837. Het spreekt van zelf, dat men weinig geneigd is in deze overdaad een teeken te zien van den bloei van het politieke leven. Veeleer gaan er stemmen op, die ter bestrijding van „fantastische candida- turen" een systeem van cautie willen zien ingevoerd, zooals men dat ook buiten Frank rijk kent. Door dezen overvloed van candidaten wordt het aantal, dat bij de eerste stemming reeds verkozen kan worden verklaard, waarschijnlijk veel geringer. Ook zal ver moedelijk het aantal leden, dat in de Kamer terugkeert, geringer zijn dan anders, eens deels doordat het groote aantal candidaten een wisselvallig element in de stemming brengt, en ook, omdat de huidige politieke situatie en de economische nood bijna in elk arrondissement een reactie heeft opgeroepen tegen de zittende Kamerleden. In 1924, 1928 en 1932 bedroeg het percentage „nieuwe menschen" respectievelijk 38, 42 en 28 pro cent. Een der elementen, die den verkiezingsuit slag onzeker maken, is het aantal onthoudin gen. Gezien de betrekkelijke kalmte, waarin de verkiezingscampagne wordt gevoerd, en de politieke onverschilligheid van een deel van het kiezerscorps, kan voorspeld worden, dat het aantal onthoudingen op de beide ko mende Zondagen aanmerkelijk hooger zal zijn dan het bij de vorige verkiezingen ge bruikelijk geworden percentage van rond 17 procent. Opmerkelijk is, dat in het noor den steeds drukker gestemd wordt dan in de midden, waar de politieke belangstelling of het politieke plichtsgevoel blijkbaar minder groot is. De partijen. Het aantal grootere politieke partijen is in Frankrijk zeer uitgebreid, in de Kamer telt men 17 fracties van zeer verschillende sterkte. Het aantal leden van de verschillen de fracties varieerde in de afgeloopen wet gevende periode tusschen 5 en 150. De belangrijkste partijen van de linker zijde zyn de communisten, de socialistische en radicaal-socialistische party, waarbij men tevens moet rekenen de „unite ouvriere" en de socialistisch-republikeinsche unie. Cen trumpartijen zijn de „alliance democratique", de „democrates populaires" en, meer rechtsch, de republikeinsche federatie. De vroegere rechtsche conservatieve party is verdwenen, de monarchisten en royalisten der „Action Francaise" noemen zich „onafhankelijken". „Onafhankelyken" vindt men echter ook in het centrum en aan de linkerzijde. Men heeft zelfs onafhankelijke communisten of leninis tische bolsjewiki. Naast al deze groepen heeft men dan nog agrarische en andere groepeeringen. De verkiezingen van 1932 brachten aan de conservatieven 5, aan de republikeinsch- democratische unie 76, aan de verschillende onafhankelijken 28, aan de volksdemocraten 16, aan de linksrepublikeinen 72, aan de on afhankelijke radicalen 62, aan de raciaal- socialisten 157, aan de republikeinsch-socia- listen 37, aan de socialisten 129, aan de com- munistisch-socialisten 11 en aan de commu nisten 12 zetels. Daarna echter is de samenstelling der Ka mer door 49 partiëele verkiezingen gewij zigd en hebben zich nieuwe partijen ge vormd, zooals de „socialistes de france", die zich van de socialistische partij heeft afge scheiden. Wanneer men bij de sterkte van elke frac tie de vacante zetels meerekent en de geïso leerde geestverwanten bij de fractie telt, komt men tot het volgende overzicht van de huidige verhoudingen in de Kamer: Onaf hankelij ken 13, republikeinsche fede ratie 45, republikeinsche en sociale groep 16, onafhankelijke groep voor economische, sociale en boerenactie 5, het republikeinsche centrum 35, herstel het republikeinsche cen trum 33, de republikeinen van het midden 7, volksdemocraten 16, linksrepublikeinen 44, linksche onaf hankelij ken 26, radicale lin kerzijde 48, radicalen en radicaal-socialisten 158, Fransche republikeinsch socialisten 8, onafhankelijke linkerzijde 17, socialistische en republikeinsche unie 40, de socialistische partij s.f.i.o. 101, arbeiderseenheid 10, com munisten 10, partijloos 17 zetels. Bij goed weer kan a.s. Zondag de bollen-Zondag verwacht worden. De hyacinthen staan thans in vollen bloei, terwijl ook de tulpen niettegenstaande het koude weer der laatste weken gaan bloeien. De tulpen zullen nog wel enkele weken volhouden, doch na Zondag zul len reeds veel hyacinthen-velden van de bloemen worden ontdaan, zoodat een bezoek vooral in de eerstvolgende dagen wordt aangeraden. LEEUWARDEN GEEN GARNIZOENS PLAATS. De stad voldoet niet meer aan de eischen. Naar aanleiding van het verzoek van het provinciaal bestuur van Friesland tot terugkeer van het garnizoen te Leeuwarden, heeft de minister van Defensie bericht, dat Leeuwarden voor vredesgarnizoen niet in aanmerking komt, omdat de oefengelegenheid ter plaatse niet voldoet aan de eischen, welke in verband met de opleiding voor den militairen dienst moeten wor den gesteld. Dr. Winckler, de leider van de Nederlandsche Roode Kruis-ambu- lance in Abessinië, heeft tegenover den correspondent van het A. N. P. te Addis Abeba voor het vertrek naar Dzjiboeti een boodschap voor het Nederlandsche volk overhandigd. Dr. Winckler verklaarde: „Wy hebben vier maanden vol avontuur achter den rug, waarin wij veel goed werk hebben verricht. Wy zijn blij gelegenheid te hebben gehad hulp te verleenen en wij vinden het jammer, dat wy zoo overhaast moeten ver trekken." De ambulance heeft uit den Haag een telegram ontvangen, waarin ver meld stond, dat zij zich naar Dzji boeti moet begeven, waar een Neder- landsch vrachtschip gereed ligt, dat de leden der ambulance naar het va derland zal terug brengen. Hedenochtend heeft de ambulance de Abessinische hoofdstad verlaten. In den trein naar Dzjiboeti hadden behalve de leden der ambulance een groot aantal Europeanen plaats ge nomen. Toen het gezelschap zich reeds op het station bevond, vloog een Itali aansch vliegtuig boven de stad. Een enorme menigte bevond zich aan het station om getuige te zyn van het ver trek van den trein naar DzjiboetL De menigte bleef kalm en vertoon de geen enkel bewijs van ongerust heid. De Haarlemsche politie is er in den afgeloopen nacht in samenwerking met de centrale recherche uit Amsterdam in geslaagd de hand te leggen op vier beruchte individuen, juist toen deze be zig waren de kluis te forceeren van het Rijksbelastingkantoor te Haarlem. Het was ter kennis gekomen van de cen trale recherche te Amsterdam, dat vier per sonen, die reeds geruimen tijd door de po litie gevolgd werden, het plan hadden op gevat, in den afgeloopen nacht hun slag te slaan in een belastingkantoor te Haarlem. Daar het de centrale recherche in de hoofdstad gisteravond inderdaad bleek, dat de vier verdachte personen zich naar Haar lem begaven, begaven ook de inspecteur Rocher en eenige rechercheurs zich daar heen. Te ruim elf uur bemerkte de Haarlemsche rechercheur van politie W., die belast was met de bewaking van het kantoor van den rijksontvanger aan het Klein Heiligland na bij de Gasthuisvest, dat vier mannen bin nendrongen in de leegstaande garage naast het belastingkantoor en dat zij door dit pand aan de achterzijde het belastingkan toor binnen gingen. Hij maakte onmiddellijk alarm en spoedig had de hoofdinspecteur van politie te Haar lem, de heer Woud, bijgestaan door inspec teur Verschoor en eenige rechercheurs van de Haarlemsche politie, door inspecteur Ro cher uit Amsterdam en de Amsterdamsche rechercheurs, het belastingkantoor omsin geld. De politie was in het bezit van de sleutels van alle deuren, welke toegang ga ven tot het kantoor en van verschillende kanten tegelijk drong de politie daarop het kantoor binnen. Toen de politie het kantoor binnen kwam, waren de inbrekers juist bezig met hun pogingen een der beide klui zen, welke in het kantoor staan, te for ceeren. Met steekvlammen was reeds een groot gat in de kluis gebrand. Met een tweede gat was men juist bezig. Een der mannen bediende het zuurstof apparaat, de drie anderen stonden te kijken, wachtende op het oogenblik, dat de buit bereikbaar zou zijn. Onder bedreiging van de politie-revolvers gaven de inbrekers zich onmiddellijk over. Het bleken te zijn vier beruchte indivi duen, n.L de 49-jarige P. de J-. die de lei-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1