Jlechlstaken
Qemeeatemdm
Voor 100 jaar.
SPRUTOL
OeuittetoH
Financieel Overzicht.
Kantongerecht te Alkmaar.
ZUIDSCHARWOUDE
Zomer
sproeten
verdwijnen spoedig
door een pot
dag in stoffelyken vorm erkenning ge
vonden.
En de Vrijheidsbond mag zich gelukkig
achten, dat hij dezen veteraan, dat hy een
zoo degelijke figuur, eeu man van on
kreukbaar karakter, die in zijn lange poli
tieke en parlementaire loopbaan altijd de
achting van allen heeft afgedwongen, nog
steeds in zijn midden heeft.
D. HANS.
(Zitting van 1 Mei.)
Van den regen in den drup.
Vrachtrijder J. B. te Broek op Langendijk
had op 10 April j.1. voor den kantonrechter
terecht gestaan aangezien hij in Oudkarspel
zoodanig zou hebben gereden dat hij het
verkeer in gevaar had gebracht.
Verdachte had in de smalle dorpsstraat
van Oudkarspel geprobeerd een rechts van
den weg geparkeerd zijnde bakfiets te pas-
seeren zonder hierbij aan een uit tegenover
gestelde richting komende autobus voorrang
te verleenen. Wereldschokkende ongelukken
hadden niet plaats gevonden, behalve dat
verdachte een hek ter rechterzijde van den
weg door wat te scherp uitwijken gedeelte
lijk had vernield. Op 10 April was B. door
den kantonrechter veroordeeld tot f 20 boe
te subs. 10 dagen hechtenis.
Verdachte die dit vonnis ongemotiveerd
zwaar vond was ervan in verzet gekomen.
Verdachte voerde aan, dat hij eerst de
bakfiets had moeten passeeren aangezien er
anders geen passeerruimte geweest zou zijn.
Brigadier Rood, als getuige gehoord, ver
telde dat verdachte roekeloos gereden had
en de autobus zeer zeker voorrang had moe
ten verleenen.
De ambtenaar die oordeelde dat de feiten
die thans aan het licht kwamen een ernsti
ger licht op de zaak wierpen dan oorspron
kelijk het geval was, requireerde een geld
boete van 30 subs. 20 dagen hechtenis.
Vonnis schriftelijk over een week.
Nóg gaat rechts voor.
De handelaar J. A. uit Hoogkarspel had
met zijn auto op 18 Maart mej. C. Al uit
Limmen aangereden, als gevolg waarvan
het slachtoffer den linkerarm op twee
plaatsen brak.
Ter terechtszitting bleek dat het meisje
uit een rechterzijweg was gekomen en de
verdachte haar dus voorrang had moeten
verleenen. De getuige die tijdens haar ver
klaringen „nogal in herhalingen trad", dat
zij geheel rechts reed en de verdachte haar
had moeten zien.
Eisch 15 boete of 15 dagen. Uitspraak
10 boete of 10 dagen.
De zingende kleermaker.
De kleermaker A. S. te Beverwijk, thans
zonder emplooy, had om in zijn onderhoud
te voorzien zich zingende langs 's heeren
wegen bewogen en om zijn stem wat meer
kracht bij te zetten hier een megafoon bij
gebruikt. Aangezien hij evenwel niet in het
bezit van een daarvoor vereischte vergun
ning was, hoorde hij heden een geldboete
ad 4 of 4 dagen hechtenis tegen zich
eischen.
Uitspraak f 3 boete of 3 dagen.
Een voorbeeldige zoon.
J. W. Szn. uit Egmond, stammende van
een bekende Egmondsche familie, visscher
van beroep, had zich, zooals hij ter terecht
zitting aanvoerde „op bevel" van zijn vader
zich naar het land begeven en was daar
nota bene op hun eigen gepacht terrein ge
verbaliseerd wegens het loopen op verbo
den grond.
Hoewel kantonrechter en ambtenaar de
mogelijkheid opwierpen dat hij er wellicht
even naast geloopen had bleef verdachte
bij zijn verklaring dat hij beslist niet op
verboden terrein geweest was.
De zaak werd aangehouden tot over acht
dagen, wanneer de verbaliseerende ambte
naar als getuige zal worden gehoord.
In de val geloopen.
De 35-jarige chauffeur H. V. uit Alkmaar,
thans werkloos, had om zich een boterham
te verschaffen in Limmen drukwerken aan
de deur aangeboden, behelzende populaire
liedjes. Genoemd feit is in Limmen verbo
den, doch verdachte beging de fout ook den
burgemeester met een liedje te verrassen.
Eisch 2 boete of 2 dagen. Uitspraak
0.50 boete of 1 dag.
Toch nog een duur ritje.
De landbouwer W. B. te Burgerbrug
leende op 19 April voor de goedkoopte een
wagen van een kennis omdat een gehuurde
wagen zooveel duurder kwam. Op den Ber-
berweg werd hij voor controle aangehou
den en daarbij kwam vast te staan dat de
handrem niet geheel in orde was.
Verdachte voerde aan, dat de wagen van
zijn kennis altijd zeer goed in orde was en
hij dus bij zijn vertrek geen redenen zag
om dit eerst na te gaan. De ambtenaar die
evenwel B. verantwoordelijk stelde, eischte
10 boete of 10 dagen hechtenis.
Uitspraak 6 of 4 dagen.
Alweer een verkeerscondaar.
De schoenmaker H. S., duitscher, wonen
de te Oudorp, had op 24 April, toen hij zich
van de Ridderstraat naar de Laat wilde be
geven, vergeten den linkerhand uit te ste
ken. Eisch 4 of 4 dagen. Uitspraak 1 of
1 dag.
Buiten zijn boekje gegaan.
De melkslijter C. K. uit Alkmaar had op
10 Maart, toen hij een van zijn klanten, die
zich in een schuit bij het Victorie park be
vond, wilde bezoeken, buiten de daar spe
ciaal voor aangelegde paden geloopen. Ge-
ruimen tijd geleden had verdachte voor
een zelfde overtreding terecht gestaan en
was toen, wegens het ontbreken van de noo-
dige paden, ontslagen van rechtsvervolging
De ambtenaar, die thans de zaak gansch
anders achtte, eischte tegen K. 4 of 4
dagen. Uitspraak conform.
Ook op 1 Mei gaat rechts vóór.
De bollenhandelaar A. v. d. E. uit Uit
geest was op 11 Maart te Akersloot, toen hij
op de Rommeldijk aldaar reed, in botsing
gekomen met een uit een rechterzij weg
komende auto, welke bestuurd werd doty
burgemeester v. d. Heuvel van Akersloot.
De burgemeester kwam uit een zijweg
rijden, die voor rijverkcer gedeeltelijk af
gesloten is. Deze verklaarde als getuige ge
hoord, dat hij v. d. E. had gezien, doch
deze remde af, zoodat get. dacht dat verd.
hem, zooals ook behoorde, de voorrang ver
leende. Op het laatste moment bleek ech
ter, dat verd. geen voorrang verleende, zoo
dat een botsing onvermijdelijk was.
De ambtenaar eischte tegen v. d. E. een
geldboete van 12 subs. 10 dagen hechtenis.
De verdediger, mr. Langeveld, voerde
aan, dat de weg, waaruit de heer v. d. Heu
vel kwam, geen voor het algemeen verkeer
opengesteld rijweg is. Voor auto's is de weg
afgesloten, met die uitzondering dat voor
een aantal personen vrijstelling van deze
bepaling is verleend. Bovendien gaat men
al hard naar de wijziging van de Motor- en
Rijwielwet toe, waarbij er wel degelijk on
derscheid tuschen hoofd- en zijwegen zal
worden gemaakt. De rijweg is er een van
mindere klasse en als zoodanig beschouwde
ook cliënt van verdediger deze.
Spr. concludeerde, dat beide bestuurders
een deel van de schuld treft en vroeg als
zoodanig een evenredige omslag over beide
personen der aangerichte schade.
Over 8 dagen schriftelijk vonnis.
De raad dezer gemeente kwam in ver
gadering bijeen op Donderdag 30 April des
avonds acht uur.
Diverse verslagen waren ontvangen, ter
wijl tevens werd behandeld de rekening
van den Vleeschkeuringsdienst Oudkarspel.
Het nadeelig saldo ten laste dezer gemeen
te bedraagt f 93.10.
Van de studiecommissie voor de instel
ling van een Middenstandsborgstellingfonds
was een verzoek ontvangen om een bijdra
ge in het stichtingskapitaal. B en W. stelden
voor hieraan een bijdrage te verleenen
van f 0.15 per inwoner. Aldus besloten.
Aan de orde was hierna het voorstel van
B. en W. om den heer J. H. van den Berg
onderwijzer aan de O. L. school alhier, met
ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag te ver
leenen in verband met de vermindering
van het aantal leerlingen. Het gaat wel op
korte termijn, maar de belanghebbende
heeft al maanden geweten, dat hij ontsla
gen zou moeten worden.
Op een vraag van den heer Kramer werd
medegedeeld, dat er op 1 April 73 leerlingen
waren, terwijl het verplichte aantal 81 is
voor drie leerkrachten. Het gemiddelde
van verleden jaar was 70 1/2. Het ontslag
werd verleend.
De heer P. de Geus vond het echter een
paskwil, dat op 30 April werd gekomen
met een voorstel om per 1 Mei den onder
wijzer te ontslaan. Voorzitter achtte het
evenwel een paskwil om hierover te spre
ken, na hetgeen hij heeft medegedeeld. De
onderwijzer zou wanneer hü niet was ont
slagen, toch niet meer op 1 Mei naar school
hebben kunnen gaan.
B. en W. stelden voor het kohier der
straatbelasting voor het dienstjaar 1936
vast te stellen op een bedrag van f 1448.40.
Een kweebeling met acte. Nog
niet tot een eind gekomen.
Do:r de Oudercommissie werd een ver
zoek ingediend, een subsidie te mogen ont
vangen voor het vormen van een fonds
voor het aanstellen van een kweekeling
met acte wegens het vertrek van den der
den leerkracht, den heer Van der Berg.
B. en W. deelden mede, dat het hoofd der
school de bevoegdheid heeft, een kweeke
ling met acte aan te stellen. De meerder
heid van het college is van oordeel, dat het
belang van het onderwijs niet gedoogt dat
voortaan de leerlingen dezer school door
slechts twee leerkrachten zullen worden
onderwezen en acht het daarom voor de ge
meente een plicht alle middelen aan te
wenden om dit te voorkomen. Nu zij deze
aangelegenheid in de allereerste plaats als
een taak der gemeente beschouwt, stelt zij
voor behoudens goedkeuring door Ged.
Staten op de begrooting de noodige gel
den voor deze aanstelling t.w. f 450 uit te
trekken, subsidiar een subsidie te verleenen
van 150.
Een lid der meerderheid, de heer Du
Burek, wenschte hieraan de voorwaarde te
verbonden, dat de aanstelling van den
kweekeling geschiedt door B. en W.
De minderheid van het college, de heer
Groen is het niet met dit voorstel eens, om
dat in het verzoek wordt gevraagd een sub
sidie, waarmee h. i. een tegemoetkoming
wordt bedoeld en de minderheid stelt dan
ook voor, een subsidie te verleenen voor
deze aanstelling van 300 per jaar.
Door den voorzitter werd nog een uit
gebreide toelichting gegeven. Het zal on
mogelijk zijn, om de 7 of 8 klassen te doen
onderwijzen door de twee leerkrachten.
Het zou een bovenmenschelijke taak zijn.
De voorzitter vond 't heel mooi van de
ouders, om een bedrag bij elkaar te brengen,
doch keurde het toch af, dat velen een bij
drage hebben gegeven, welke zij eigenlijk
niet konden missen. De zorg voor een kwee
keling aan de school is een gemeente-taak.
Spr. achtte het wel mogelijk, dat het on
derzoek, dat door de minister zou worden
ingesteld naar de noodzakelijkheid van een
kweekeling, in het voordeel der gemeente
zou uitvallen. Men is nog niet noodlijdend.
Dat versterkt den voorzitter nog in deze
idee.
De heer Groen protesteerde tegen het
prae-advies, dat geheel onwaar is.
De meerderheid van B. en W. heeft geen
voorstel gedaan om 450 te vragen sub
sidiair 300 subsidie, terwijl ook de min
derheid geen 300 heeft voorgesteld maar
150.
De voorzitter lichtte dit nader toe. De
heer Du Burck was het tenslotte eens met
den voorzitter over f 300, hetgeen door den
heer Groen nogmaals werd ontkend.
De heer Groen zeide nog, dat de minder
heid adviseert in den geest van het adres
Er wordt een subsidie gevraagd. De onder-
wijsverslechtering ontstaan door het ver
trek van de derde leerkracht, zou evengoed
gekomen zijn al was de leerlingenschaal
niet veranderd. De oude schaal zou ook
hebben uitgewezen, dat de heer Van den
Berg moest worden ontslagen. Voor het
belang van het onderwijs zijn er nog ande
re mogelijkheden, zooals concentratie van
scholen, wanneer Langendijk één was. De
ouders voelen niet voor de combinatie,
daarom juicht spr. nu een subsidie toe. Men
heeft een groote kans, dat geen der bedra
gen wordt toegestaan, en gaf zijn voorstel
van 150 de meeste kans.
De voorzitter zeide dat de griffie mede
deelde, dat het wel meer is voorgekomen
in deze gevallen. Men adivseerde daar,
naar den minister te schrijven om toestem
ming. Als er één protest gemotiveerd is op
de gemeentebegrooting dan is het deze.
Wethouder Du Burck had zijn redenen
om op geen succes te hopen, doch heeft
zich niet willen onttrekken aan het probee-
ren van de vervulling der gedachte, In co
mité wilde spr. nog wel het een en ander
naar voren brengen.
Uit da Alkmaarscha Courant
van 2 Mei 1836.
Door de Commissie welke zich
te Egmond aan Zee heeft belast
met het inzamelen van liefdegif
ten voor de nagelatene Weduwen
en Kinderen van de manschap
der visschers schuilt welke door
de onlangs gewoed hebbende
storm is verongelukt, verzocht
zijnde, om binnen deze Stad voor
die in armoede gedompelde ongc-
lukkigen, een Collecte te mogen
doen, brengen ter kennis van de
ingezetenen, dat dit verzoek is
toegestaan en dien tengevolge >p
Woensdag den 4den Mei aan
staande, aan de huizen, tot boven
gemeld einde, een Collecte zal
plaats hebben.
Burgemeester en Wethouders
bevelen deze ongelukkigen, be
staande uit 5 Weduwen, waarvan
twee, in zwangeren toestand, met
derzelver Kinderen en te zamen
een getal van dertig hulpbehoe
venden uitmakende, aan de me
dedeelzaamheid van de ingezete
nen en zij twijfelen geenszins of
dezelve zullen ook bij deze gele
genheid opnieuw gaarne mede
werken tot verzachting van de
treurige en kommervolle omstan
digheden, waarin deze door het
verlies zonder Mannen en Vaders,
waarvan ook het verlies van alle
hunne midelen van bestaan het
gevolg is, zijn gestort geworden.
Alkmaar, 80 April 1836.
Burgemeester en Wethouders
der Stad Alkmaar:
FONTEIN VERSCHUIR.
Ter Ordonnantie van Denzelven,
De Dieu Fontein Verschuir.
De raad ging hierna eenigen tijd in comi
té, doch na heropening deelde voorzitter
mede, dat men heelemaal niet in comité
had behoeven te gaan, daar het gesproke
ne met deze zaak niets te maken had.
De heer Kramer gaf een uitvoerige re
devoering ten beste, waarin hij het belang
van het onderwijs voorop stelde, doch
betwijfelde of de benoeming van de kwee
keling aan 't hoofd der school kan worden
overgelaten. Dat moet de gemeenteraad
toch doen? Een weg voor beter onderwijs
noemde spr. nog de concentratie van ver-
schilende scholen uit de omliggende ge
meenten. Spr. prefereert een groote school.
Spr. zou het dezen kant heen willen leiden
dat als de gemeente de kweekeling niet
mocht betalen, de gemeentenaren de f 450
aan de gemeente gaven als subsidie.
De meening van den heer Kramer werd
als onjuist door den voorzitter bestempeld.
B. en W. en de raad hebben in de benoe
ming niets te zeggen. Door de combinatie
van scholen zou men teere punten aanra
ken, waardoor men wel eens in een wes
pennest kon verzeilen.
De heer de Geus juichte het royale stand
punt van B. en W. toe, hoewel hij succes
betwijfelde.
De heer Weel verklaarde zich voor 150
en achtte het ook een belang om de scho
len te concentreeren.
Lang en breed werd nog over de zaak
door verschilende heeren, waarbij nog
eenige scherpe woorden vielen toen de Heer
Groen het heele prae-advies van B. en W.
veroordeelde. Het deugde volgens spr. niet.
De secretaris deelde, dat de burgemeester
hiervan eenige toelichtingen verstrekt,
waarbij hij mededeelde, dat de burgemees
ter steeds over 300 heeft gesproken. Over
deze zaak is men nog niet tot een eind, daar
bij de gehouden stemming de stemmen
staakten.
Na rondvraag, welke weinig opleverde
volgde sluiting.
Bij alle drogisten.
Noodzakelijke saneering der Fransche
staatsfondsen. Koersdaling Van
Fransche staatsfondsen. yer„
beweging op de New Yorksche bem'l
Teleurstellende kwartaalstaat van
de staaltrust. Scherpe fluctuaties
op de Amsterdamsche fondsenmarkt
Vergrooting der rubberverschepü,
gen. Ongunstige dividendverwach
tingen voor Handelsver. Amsterdam"
De stemming ter beurze heeft in de af™
loopen week weer alles te wenschen qT!'
gelaten. Op sommige dagen is het tot scher
pe koersdalingen gekomen en ook de fonri
sen, die niet door deze koersdaling getrof
fen werden, lagen gedrukt in de markt n
factoren, die het marktverloop beheerschen
waren dan ook wel van zeer deprimeeren-
den aard. De voorloopige uitslag der Fran
sche verkiezingen heeft op de Parijs
beurs de verwachte reactie teweeg gebraohf
Vooralsnog ia er weliswaar nog weinig defi
nitiefs te voorspellen omtrent de vermoT
delüke samenstelling der nieuwe regecri™
en nog veel minder omtrent de houdin»
welke deze ten aanzien van het valuta
vraagstuk zal aannemen. Er bestaat echter
weinig aanleiding, om in dit opzicht
timistisch gestemd te zijn. Het beste
men vermoedelijk mag verwachten, 4 een
platonische verklaring ten gunste van
handhaving van den franc: zulk een verkla
ring zal echter geen oplossing vormen voor
het moeilijke vraagstuk, waarvoor elk
Fransch kabinet, hoe de samenstelling er
van ook zijn moge, zich gesteld zal zien
n.L de saneering der Fransche staatsfinan
ciën. Wil deze effect sorteeren, dan zal zij
binnen den kortst mogelijken tijd moeten
geschieden: anders zal het aanhoudende
wantrouwen het de regeering hoe langer
hoe moeilijker maken, de voor voortzetting
der staatshuishouding benoodigde middelen
te verkrijgen. Een verdere verhooging van
het maximum aan schatkistbiljetten, dat de
regeering mag uitgeven, zou wel een zeer
ongunstigen indruk maken, nadat reeds
eenige weken geleden de grens der uitgifte
met Fr. 5 miUiard was verhoogd. Het is
zelfs de vraag, of een nieuw bedrag plaat
sing zou vinden. Van de onderhandelingen,
die met een Nederlandsche bankiersgroep
zijn gevoerd over een guldenscrediet van
100 millioen hoort men ook niets meer;
het afsluiten van het crediet zoo hiervan
nog sprake is zal wel zijn uitgesteld met
het oog op de politieke onzekerheid.
Van een consolidatie der sterk opgeloopen
vlottende staatsschuld van Frankrijk zal
zeker geen sprake kunnen zijn, zoolang
geen orde op de staatsfinanciën is gesteld.
Voor houders van Fransche staatsfondsen
is het van groote beteekenis, in welke rich
ting de oplossing van het moeilijke pro
bleem zal worden gezocht. Zelfs wanneer
devaluatie achterwege mocht blijven, zullen
wellicht offers van houders van staatsfond
sen en door den Staat gegarandeerde lee
ningen worden verlangd, in den vorm van
een extra couponbelasting of iets derge
lijks. Het is dan ook geen wonder, dat de
stemming voor Fransche staatsfondsen op
de Parijsche beurs zeer gedrukt is.
Hierbij aansluitend zijn ook de noteerin
gen voor Fransche obligatiën op de Am
sterdamsche beurs verder afgebrokkeld.
Tot een overstelpende verkoopbeweging is
het echter niet gekomen en hiertoe schijnt
dan ook weinig aanleiding te bestaan. Men
moet niet vergeten, dat in de koersen van
Fransche staatsfondsen reeds heel wat on
gunstige verwachtingen verdisconteerd zijn.
Voor de 4 leeningen b.v. bedraagt de no
teering nog geen 70 ook de obligatiën
der Fransche spoorwegondernemingen heb
ben reeds een peil bereikt, dat ook in geval
van devaluatie nog slechts een geringe
marge voor een verdere koersdaling last.
Naar men weet, hebben de leeningen van
de Fransche spoorwegmijen een indirecte
garantie van den Staat, doordien de scha-
kist de tekorten bijpast van het ,.!°n
Commun", d.i. de gemeenschappelijke »P°
der spoorwegen, waarin deze even uee
overschotten storten en waaruit zij e^en"
tueele tekorten bijgepast krijgen. Tot dus
verre is de Fransche Staat de verplichtin
gen, die zij uit hoofde van de bestaan
overeenkomst met de spoorwegen op
heeft genomen, stipt nagekomen. Dit
de schatkist echter vele millioenen gek
'W* WWW W
„Ik behoef natuurlijk geen beroep op U
t mijn eigen m°eilijkheden be-
standiBheflpnSeZlen fe onverklaarbare om-
fn w?ardoor ik ineens midden
m deze eigenaardige affaire ben gewikkeld
WaSd ,t TeTenigeldat U had k^nen doeJ
voordat U de hulp van de politie inriep!
even de zaak met mij onder vier oogen te
bespreken".
Graaf Thomson sloeg de oogen neer en
vestigde ze, alsof hij hem om hulp smeek
te, op den inspecteur.
„Zou dit gesprek eenig verschil gemaakt
hebben?" vroeg deze nu tamelijk scherp.
„Waarschijnlijk niet. Maar het lijkt mij
toch niet de juiste manier een gast te on-
dérvragen, als hij niet geheel van het ge
beurde op de hoogte is".
„Ik ben verplicht iedereen te verbooren,
die hier op het kasteel is", zei de inspec
teur, terwijl Graaf Thomson er op liet vol
gen:
„En daarbij sta ik tegenover al mijn gas
ten op het oogenblik even wantrouwend, en
ik heb geen reden jou daarbij uit te zon
deren".
„Onzin", merkte Erik op. „In orde, in
specteur, gaat uw gang en telefoneert U
gerust. Ik zal naar mijn kamer gaan en daar
blijven zoolang U het wenscht. U hebt mijn
woord. En U, graaf Thomson, zal ik niet
langer hinderen met mijn tegenwoordig
heid".
Hü draaide zich om en met een kleine
hoofdknik aan den inspecteur verliet hij
het vertrek.
Backersen schreef enkele dingen op een
stukje papier en keek den graaf ironisch
aan. „Hü ziet er niet erg schuldig uit, vind
ik", merkte hü op.
Graaf Thomson speelde zenuwachtig met
zün horlogeketting. „Ik heb ook niet ge-
zeged, dat hü schuldig was", zei hü- „Hans-
ley is de bekendste amateurssportsman, die
ons land heeft en alleen een krankzinnige
zou zün naam in verband met dezen ver
meenden diefstal willen noemen".
„Vermeende? De juweelen zün toch ver
dwenen?"
„Kom U even mee naar mün bibliotheek",
zei de graaf en opende de deur.
HOOFDSTUK III,
Het sloeg juist elf uur dien avond, toen
een dichte auto voor de poorten van het
kasteel stilhield. De chauffeur drukte op
de claxon om den portier te waarschu
wen, dat hü het hek moest openen, toen
commissaris van der Velden hem op den
arm tikte.
„Laat het hek maar dicht blyven", zei
hy kort, „wü blüven hier".
De commissaris en een van zün beste
helpers, inspecteur Rietsen, stapten uit,
terwyl Backersen volgde.
„Is er nog een andere toegang tot het
kasteel?" vroeg van der Velden aan Bac
kersen.
De inspecteur schudde het hoofd. „De
steenen muur loopt rond het heele kasteel
en voor zoover ik weet wordt hü nergens
onderbroken", antwoordde hy.
„Maar zün er nergens dikke heggen?"
vroeg van der Velden verder.
„Ja, heelemaal aan den achterkant is een
heg, die buitengewoon dik is en zeer goed
onderhouden wordt".
De commissaris knikte. Rietsen, ga jij
rechts den muur rond, dan zal ik den lin
kerkant voor mün rekening nemen. Het
eerste, waar wij naar te küken hebben is,
of er niet ergens in den muur of in den heg
een dunne plek of een opening is, waar een
man, met een klein pakje bü zich, door
heen kan kruipen. Kom Backersen, ga Jij
met Rietsen mee".
„Bertus", zoo wendde hij zich verder tot
den chauffeur, „ga jij even naar het kas
teel en vertel Graaf Thomson, dat wü er
zün. Vraag verder of wü vannacht op het
kasteel kunnen slapen en als dat niet kan,
ga dan even naar het dorp en bestel daar
kamers in de herberg, die wü daar straks
voorbü gekomen zün".
Daarna draalde hy zich om en volgde
omtr*k v«n het kasteel, terwyl hü het
schijnen! ZaW8nUar" ».ar boven liet
Na een half uur van zorgvuldige onder
zoekingen zag de commissaris efn duida-
lyken indruk in de heg, die voorba n!,,
m"drj w®.lke °P e6n Begeven oogenblik
ophield, liep en de omrastering van hit
park voortzette. Achter die heg liep éen
laan, die uit ligusters bestond en zeer ste
vig en dik was, en duidelük een plek ver
toonde, waar de takken uiteen gebogen wa
ren, zoodat men een opening kreeg, waar
gemakkelük iemand doorheen kon krui
pen. En wat hem nog meer voldoening
schonk, waren de voetsporen, die hü hier
overal vond. Door het herhaaldelük in- en
uitgaan was hier in het gras een duidelyk
zichtbaar smal paadje ontstaan.
Van der Velden liet het licht van zün
lantaarn op de omgeving schijnen en zocht
Üverig naar voetsporen op den grond, in-
plaats van op het gras, doch hü vond niets
anders dan het platgetrapte paadje, ter-
wijl op den grond er omheen niets te ont
dekken viel. Juist wilde hü zün lan
taarn uitdoen en den plek bü daglicht
nog eens aan een nauwgezet onderzoek
onderwerpen, toen hü opeens stokstüf aan
den grond genageld bleef staan.
Hü liet het licht op dezelfde plek schü-
nen als waar het zoo juist geschenen had
en zag nu iets roods op den grond liggen,
dat hem tegenschitterde als het oog van 'n
albion, en hü wist als by instuitie, dat dit
een van de beroemde robünen moest zün.
Eindelük kon hü zich uit de betoove-
ring losrukken, bukte zich en raapte het
voorwerp op. Het was een groote, bloed-
roode robijn aan een gouden ketting. Zün
hart klopte hoorbaar. Het was de grootste
en mooiste steen van de heele collectie, het
was „Het Bloedend Hart", dat kon niet
missen, trouwens hü had de afbeeldingen
van dezen steen meermalen in verschillen
de bladen afgebeeld gezien.
Van der Velden draaide de ketting om
zün vingers en bekeek in het bleeke maan
licht de prachtige steen en stak tenslotte de
ketting ln zün zak. Hü zocht toen op han
en en voeten kruipend, de heele omge
ving af om te zien of er nog ergens iu^v®a
len te vinden waren. Maar dat was me
geval. Hü volgde het smalle paadje zens
door de heg heen over de laan, doch K
verder niets büzonders ontdekken.
Hü bleef een oogenblik in gedachten ver
zonken staan, terwül hü langs zün
wreef. Het pad loopt naar de laan, brom
hü in zich zelf. Dat beteekent dus, dat ae
dief door de heg naar buiten is ge6a8r
Maar het is toch zonderling, dat hij zoo
duidelük zichtbaar spoor heeft achtergela
ten, de laan gaat natuurlük naar cen
anderen drui.ken verkeersweg, doch spoe
dig zag hü, dat het slechts een karrespoor
was. Het leek op, dat het een doorgan.,
was tusschen het kasteel en een van
groote boerderüen, die er bü hoorden.
Plotseling klonk een diepe stem van a
tegenovergeHelden kant van de heg en
der Velden hoorde:
„Zoekt U hier iets?"
Eenigszins geschrokken deed hy au
matisch het licht van zün lantaarn u
toen hü weer een beetje bekomen
drukte hü weer op de knop en verlicht
de heele omgeving en ook een man.
Deze zweeg en verroerdo zich met. a
wel het felle licht hem vlak in de oog»
scheen, knipte hü zelfs niet met de oog
den. Het was een buitengewoon °Pvan®
gezicht, dat van een ex-bokser, tcrwü'
opvallende figuur, dat grimmig was'
bovenmatig sterk dadelyk een zwaarg
wicht kampioen liet herkennen.
Het was een gezicht, waarmede au
een politie-agent of een krankzinnige
doen zou willen hebben.
(Wordt vervolgd).