Jlechlstaken Qemeeatemdm Voor 100 jaar. SPRUTOL OeuittetoH Financieel Overzicht. Kantongerecht te Alkmaar. ZUIDSCHARWOUDE Zomer sproeten verdwijnen spoedig door een pot dag in stoffelyken vorm erkenning ge vonden. En de Vrijheidsbond mag zich gelukkig achten, dat hij dezen veteraan, dat hy een zoo degelijke figuur, eeu man van on kreukbaar karakter, die in zijn lange poli tieke en parlementaire loopbaan altijd de achting van allen heeft afgedwongen, nog steeds in zijn midden heeft. D. HANS. (Zitting van 1 Mei.) Van den regen in den drup. Vrachtrijder J. B. te Broek op Langendijk had op 10 April j.1. voor den kantonrechter terecht gestaan aangezien hij in Oudkarspel zoodanig zou hebben gereden dat hij het verkeer in gevaar had gebracht. Verdachte had in de smalle dorpsstraat van Oudkarspel geprobeerd een rechts van den weg geparkeerd zijnde bakfiets te pas- seeren zonder hierbij aan een uit tegenover gestelde richting komende autobus voorrang te verleenen. Wereldschokkende ongelukken hadden niet plaats gevonden, behalve dat verdachte een hek ter rechterzijde van den weg door wat te scherp uitwijken gedeelte lijk had vernield. Op 10 April was B. door den kantonrechter veroordeeld tot f 20 boe te subs. 10 dagen hechtenis. Verdachte die dit vonnis ongemotiveerd zwaar vond was ervan in verzet gekomen. Verdachte voerde aan, dat hij eerst de bakfiets had moeten passeeren aangezien er anders geen passeerruimte geweest zou zijn. Brigadier Rood, als getuige gehoord, ver telde dat verdachte roekeloos gereden had en de autobus zeer zeker voorrang had moe ten verleenen. De ambtenaar die oordeelde dat de feiten die thans aan het licht kwamen een ernsti ger licht op de zaak wierpen dan oorspron kelijk het geval was, requireerde een geld boete van 30 subs. 20 dagen hechtenis. Vonnis schriftelijk over een week. Nóg gaat rechts voor. De handelaar J. A. uit Hoogkarspel had met zijn auto op 18 Maart mej. C. Al uit Limmen aangereden, als gevolg waarvan het slachtoffer den linkerarm op twee plaatsen brak. Ter terechtszitting bleek dat het meisje uit een rechterzijweg was gekomen en de verdachte haar dus voorrang had moeten verleenen. De getuige die tijdens haar ver klaringen „nogal in herhalingen trad", dat zij geheel rechts reed en de verdachte haar had moeten zien. Eisch 15 boete of 15 dagen. Uitspraak 10 boete of 10 dagen. De zingende kleermaker. De kleermaker A. S. te Beverwijk, thans zonder emplooy, had om in zijn onderhoud te voorzien zich zingende langs 's heeren wegen bewogen en om zijn stem wat meer kracht bij te zetten hier een megafoon bij gebruikt. Aangezien hij evenwel niet in het bezit van een daarvoor vereischte vergun ning was, hoorde hij heden een geldboete ad 4 of 4 dagen hechtenis tegen zich eischen. Uitspraak f 3 boete of 3 dagen. Een voorbeeldige zoon. J. W. Szn. uit Egmond, stammende van een bekende Egmondsche familie, visscher van beroep, had zich, zooals hij ter terecht zitting aanvoerde „op bevel" van zijn vader zich naar het land begeven en was daar nota bene op hun eigen gepacht terrein ge verbaliseerd wegens het loopen op verbo den grond. Hoewel kantonrechter en ambtenaar de mogelijkheid opwierpen dat hij er wellicht even naast geloopen had bleef verdachte bij zijn verklaring dat hij beslist niet op verboden terrein geweest was. De zaak werd aangehouden tot over acht dagen, wanneer de verbaliseerende ambte naar als getuige zal worden gehoord. In de val geloopen. De 35-jarige chauffeur H. V. uit Alkmaar, thans werkloos, had om zich een boterham te verschaffen in Limmen drukwerken aan de deur aangeboden, behelzende populaire liedjes. Genoemd feit is in Limmen verbo den, doch verdachte beging de fout ook den burgemeester met een liedje te verrassen. Eisch 2 boete of 2 dagen. Uitspraak 0.50 boete of 1 dag. Toch nog een duur ritje. De landbouwer W. B. te Burgerbrug leende op 19 April voor de goedkoopte een wagen van een kennis omdat een gehuurde wagen zooveel duurder kwam. Op den Ber- berweg werd hij voor controle aangehou den en daarbij kwam vast te staan dat de handrem niet geheel in orde was. Verdachte voerde aan, dat de wagen van zijn kennis altijd zeer goed in orde was en hij dus bij zijn vertrek geen redenen zag om dit eerst na te gaan. De ambtenaar die evenwel B. verantwoordelijk stelde, eischte 10 boete of 10 dagen hechtenis. Uitspraak 6 of 4 dagen. Alweer een verkeerscondaar. De schoenmaker H. S., duitscher, wonen de te Oudorp, had op 24 April, toen hij zich van de Ridderstraat naar de Laat wilde be geven, vergeten den linkerhand uit te ste ken. Eisch 4 of 4 dagen. Uitspraak 1 of 1 dag. Buiten zijn boekje gegaan. De melkslijter C. K. uit Alkmaar had op 10 Maart, toen hij een van zijn klanten, die zich in een schuit bij het Victorie park be vond, wilde bezoeken, buiten de daar spe ciaal voor aangelegde paden geloopen. Ge- ruimen tijd geleden had verdachte voor een zelfde overtreding terecht gestaan en was toen, wegens het ontbreken van de noo- dige paden, ontslagen van rechtsvervolging De ambtenaar, die thans de zaak gansch anders achtte, eischte tegen K. 4 of 4 dagen. Uitspraak conform. Ook op 1 Mei gaat rechts vóór. De bollenhandelaar A. v. d. E. uit Uit geest was op 11 Maart te Akersloot, toen hij op de Rommeldijk aldaar reed, in botsing gekomen met een uit een rechterzij weg komende auto, welke bestuurd werd doty burgemeester v. d. Heuvel van Akersloot. De burgemeester kwam uit een zijweg rijden, die voor rijverkcer gedeeltelijk af gesloten is. Deze verklaarde als getuige ge hoord, dat hij v. d. E. had gezien, doch deze remde af, zoodat get. dacht dat verd. hem, zooals ook behoorde, de voorrang ver leende. Op het laatste moment bleek ech ter, dat verd. geen voorrang verleende, zoo dat een botsing onvermijdelijk was. De ambtenaar eischte tegen v. d. E. een geldboete van 12 subs. 10 dagen hechtenis. De verdediger, mr. Langeveld, voerde aan, dat de weg, waaruit de heer v. d. Heu vel kwam, geen voor het algemeen verkeer opengesteld rijweg is. Voor auto's is de weg afgesloten, met die uitzondering dat voor een aantal personen vrijstelling van deze bepaling is verleend. Bovendien gaat men al hard naar de wijziging van de Motor- en Rijwielwet toe, waarbij er wel degelijk on derscheid tuschen hoofd- en zijwegen zal worden gemaakt. De rijweg is er een van mindere klasse en als zoodanig beschouwde ook cliënt van verdediger deze. Spr. concludeerde, dat beide bestuurders een deel van de schuld treft en vroeg als zoodanig een evenredige omslag over beide personen der aangerichte schade. Over 8 dagen schriftelijk vonnis. De raad dezer gemeente kwam in ver gadering bijeen op Donderdag 30 April des avonds acht uur. Diverse verslagen waren ontvangen, ter wijl tevens werd behandeld de rekening van den Vleeschkeuringsdienst Oudkarspel. Het nadeelig saldo ten laste dezer gemeen te bedraagt f 93.10. Van de studiecommissie voor de instel ling van een Middenstandsborgstellingfonds was een verzoek ontvangen om een bijdra ge in het stichtingskapitaal. B en W. stelden voor hieraan een bijdrage te verleenen van f 0.15 per inwoner. Aldus besloten. Aan de orde was hierna het voorstel van B. en W. om den heer J. H. van den Berg onderwijzer aan de O. L. school alhier, met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag te ver leenen in verband met de vermindering van het aantal leerlingen. Het gaat wel op korte termijn, maar de belanghebbende heeft al maanden geweten, dat hij ontsla gen zou moeten worden. Op een vraag van den heer Kramer werd medegedeeld, dat er op 1 April 73 leerlingen waren, terwijl het verplichte aantal 81 is voor drie leerkrachten. Het gemiddelde van verleden jaar was 70 1/2. Het ontslag werd verleend. De heer P. de Geus vond het echter een paskwil, dat op 30 April werd gekomen met een voorstel om per 1 Mei den onder wijzer te ontslaan. Voorzitter achtte het evenwel een paskwil om hierover te spre ken, na hetgeen hij heeft medegedeeld. De onderwijzer zou wanneer hü niet was ont slagen, toch niet meer op 1 Mei naar school hebben kunnen gaan. B. en W. stelden voor het kohier der straatbelasting voor het dienstjaar 1936 vast te stellen op een bedrag van f 1448.40. Een kweebeling met acte. Nog niet tot een eind gekomen. Do:r de Oudercommissie werd een ver zoek ingediend, een subsidie te mogen ont vangen voor het vormen van een fonds voor het aanstellen van een kweekeling met acte wegens het vertrek van den der den leerkracht, den heer Van der Berg. B. en W. deelden mede, dat het hoofd der school de bevoegdheid heeft, een kweeke ling met acte aan te stellen. De meerder heid van het college is van oordeel, dat het belang van het onderwijs niet gedoogt dat voortaan de leerlingen dezer school door slechts twee leerkrachten zullen worden onderwezen en acht het daarom voor de ge meente een plicht alle middelen aan te wenden om dit te voorkomen. Nu zij deze aangelegenheid in de allereerste plaats als een taak der gemeente beschouwt, stelt zij voor behoudens goedkeuring door Ged. Staten op de begrooting de noodige gel den voor deze aanstelling t.w. f 450 uit te trekken, subsidiar een subsidie te verleenen van 150. Een lid der meerderheid, de heer Du Burek, wenschte hieraan de voorwaarde te verbonden, dat de aanstelling van den kweekeling geschiedt door B. en W. De minderheid van het college, de heer Groen is het niet met dit voorstel eens, om dat in het verzoek wordt gevraagd een sub sidie, waarmee h. i. een tegemoetkoming wordt bedoeld en de minderheid stelt dan ook voor, een subsidie te verleenen voor deze aanstelling van 300 per jaar. Door den voorzitter werd nog een uit gebreide toelichting gegeven. Het zal on mogelijk zijn, om de 7 of 8 klassen te doen onderwijzen door de twee leerkrachten. Het zou een bovenmenschelijke taak zijn. De voorzitter vond 't heel mooi van de ouders, om een bedrag bij elkaar te brengen, doch keurde het toch af, dat velen een bij drage hebben gegeven, welke zij eigenlijk niet konden missen. De zorg voor een kwee keling aan de school is een gemeente-taak. Spr. achtte het wel mogelijk, dat het on derzoek, dat door de minister zou worden ingesteld naar de noodzakelijkheid van een kweekeling, in het voordeel der gemeente zou uitvallen. Men is nog niet noodlijdend. Dat versterkt den voorzitter nog in deze idee. De heer Groen protesteerde tegen het prae-advies, dat geheel onwaar is. De meerderheid van B. en W. heeft geen voorstel gedaan om 450 te vragen sub sidiair 300 subsidie, terwijl ook de min derheid geen 300 heeft voorgesteld maar 150. De voorzitter lichtte dit nader toe. De heer Du Burck was het tenslotte eens met den voorzitter over f 300, hetgeen door den heer Groen nogmaals werd ontkend. De heer Groen zeide nog, dat de minder heid adviseert in den geest van het adres Er wordt een subsidie gevraagd. De onder- wijsverslechtering ontstaan door het ver trek van de derde leerkracht, zou evengoed gekomen zijn al was de leerlingenschaal niet veranderd. De oude schaal zou ook hebben uitgewezen, dat de heer Van den Berg moest worden ontslagen. Voor het belang van het onderwijs zijn er nog ande re mogelijkheden, zooals concentratie van scholen, wanneer Langendijk één was. De ouders voelen niet voor de combinatie, daarom juicht spr. nu een subsidie toe. Men heeft een groote kans, dat geen der bedra gen wordt toegestaan, en gaf zijn voorstel van 150 de meeste kans. De voorzitter zeide dat de griffie mede deelde, dat het wel meer is voorgekomen in deze gevallen. Men adivseerde daar, naar den minister te schrijven om toestem ming. Als er één protest gemotiveerd is op de gemeentebegrooting dan is het deze. Wethouder Du Burck had zijn redenen om op geen succes te hopen, doch heeft zich niet willen onttrekken aan het probee- ren van de vervulling der gedachte, In co mité wilde spr. nog wel het een en ander naar voren brengen. Uit da Alkmaarscha Courant van 2 Mei 1836. Door de Commissie welke zich te Egmond aan Zee heeft belast met het inzamelen van liefdegif ten voor de nagelatene Weduwen en Kinderen van de manschap der visschers schuilt welke door de onlangs gewoed hebbende storm is verongelukt, verzocht zijnde, om binnen deze Stad voor die in armoede gedompelde ongc- lukkigen, een Collecte te mogen doen, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat dit verzoek is toegestaan en dien tengevolge >p Woensdag den 4den Mei aan staande, aan de huizen, tot boven gemeld einde, een Collecte zal plaats hebben. Burgemeester en Wethouders bevelen deze ongelukkigen, be staande uit 5 Weduwen, waarvan twee, in zwangeren toestand, met derzelver Kinderen en te zamen een getal van dertig hulpbehoe venden uitmakende, aan de me dedeelzaamheid van de ingezete nen en zij twijfelen geenszins of dezelve zullen ook bij deze gele genheid opnieuw gaarne mede werken tot verzachting van de treurige en kommervolle omstan digheden, waarin deze door het verlies zonder Mannen en Vaders, waarvan ook het verlies van alle hunne midelen van bestaan het gevolg is, zijn gestort geworden. Alkmaar, 80 April 1836. Burgemeester en Wethouders der Stad Alkmaar: FONTEIN VERSCHUIR. Ter Ordonnantie van Denzelven, De Dieu Fontein Verschuir. De raad ging hierna eenigen tijd in comi té, doch na heropening deelde voorzitter mede, dat men heelemaal niet in comité had behoeven te gaan, daar het gesproke ne met deze zaak niets te maken had. De heer Kramer gaf een uitvoerige re devoering ten beste, waarin hij het belang van het onderwijs voorop stelde, doch betwijfelde of de benoeming van de kwee keling aan 't hoofd der school kan worden overgelaten. Dat moet de gemeenteraad toch doen? Een weg voor beter onderwijs noemde spr. nog de concentratie van ver- schilende scholen uit de omliggende ge meenten. Spr. prefereert een groote school. Spr. zou het dezen kant heen willen leiden dat als de gemeente de kweekeling niet mocht betalen, de gemeentenaren de f 450 aan de gemeente gaven als subsidie. De meening van den heer Kramer werd als onjuist door den voorzitter bestempeld. B. en W. en de raad hebben in de benoe ming niets te zeggen. Door de combinatie van scholen zou men teere punten aanra ken, waardoor men wel eens in een wes pennest kon verzeilen. De heer de Geus juichte het royale stand punt van B. en W. toe, hoewel hij succes betwijfelde. De heer Weel verklaarde zich voor 150 en achtte het ook een belang om de scho len te concentreeren. Lang en breed werd nog over de zaak door verschilende heeren, waarbij nog eenige scherpe woorden vielen toen de Heer Groen het heele prae-advies van B. en W. veroordeelde. Het deugde volgens spr. niet. De secretaris deelde, dat de burgemeester hiervan eenige toelichtingen verstrekt, waarbij hij mededeelde, dat de burgemees ter steeds over 300 heeft gesproken. Over deze zaak is men nog niet tot een eind, daar bij de gehouden stemming de stemmen staakten. Na rondvraag, welke weinig opleverde volgde sluiting. Bij alle drogisten. Noodzakelijke saneering der Fransche staatsfondsen. Koersdaling Van Fransche staatsfondsen. yer„ beweging op de New Yorksche bem'l Teleurstellende kwartaalstaat van de staaltrust. Scherpe fluctuaties op de Amsterdamsche fondsenmarkt Vergrooting der rubberverschepü, gen. Ongunstige dividendverwach tingen voor Handelsver. Amsterdam" De stemming ter beurze heeft in de af™ loopen week weer alles te wenschen qT!' gelaten. Op sommige dagen is het tot scher pe koersdalingen gekomen en ook de fonri sen, die niet door deze koersdaling getrof fen werden, lagen gedrukt in de markt n factoren, die het marktverloop beheerschen waren dan ook wel van zeer deprimeeren- den aard. De voorloopige uitslag der Fran sche verkiezingen heeft op de Parijs beurs de verwachte reactie teweeg gebraohf Vooralsnog ia er weliswaar nog weinig defi nitiefs te voorspellen omtrent de vermoT delüke samenstelling der nieuwe regecri™ en nog veel minder omtrent de houdin» welke deze ten aanzien van het valuta vraagstuk zal aannemen. Er bestaat echter weinig aanleiding, om in dit opzicht timistisch gestemd te zijn. Het beste men vermoedelijk mag verwachten, 4 een platonische verklaring ten gunste van handhaving van den franc: zulk een verkla ring zal echter geen oplossing vormen voor het moeilijke vraagstuk, waarvoor elk Fransch kabinet, hoe de samenstelling er van ook zijn moge, zich gesteld zal zien n.L de saneering der Fransche staatsfinan ciën. Wil deze effect sorteeren, dan zal zij binnen den kortst mogelijken tijd moeten geschieden: anders zal het aanhoudende wantrouwen het de regeering hoe langer hoe moeilijker maken, de voor voortzetting der staatshuishouding benoodigde middelen te verkrijgen. Een verdere verhooging van het maximum aan schatkistbiljetten, dat de regeering mag uitgeven, zou wel een zeer ongunstigen indruk maken, nadat reeds eenige weken geleden de grens der uitgifte met Fr. 5 miUiard was verhoogd. Het is zelfs de vraag, of een nieuw bedrag plaat sing zou vinden. Van de onderhandelingen, die met een Nederlandsche bankiersgroep zijn gevoerd over een guldenscrediet van 100 millioen hoort men ook niets meer; het afsluiten van het crediet zoo hiervan nog sprake is zal wel zijn uitgesteld met het oog op de politieke onzekerheid. Van een consolidatie der sterk opgeloopen vlottende staatsschuld van Frankrijk zal zeker geen sprake kunnen zijn, zoolang geen orde op de staatsfinanciën is gesteld. Voor houders van Fransche staatsfondsen is het van groote beteekenis, in welke rich ting de oplossing van het moeilijke pro bleem zal worden gezocht. Zelfs wanneer devaluatie achterwege mocht blijven, zullen wellicht offers van houders van staatsfond sen en door den Staat gegarandeerde lee ningen worden verlangd, in den vorm van een extra couponbelasting of iets derge lijks. Het is dan ook geen wonder, dat de stemming voor Fransche staatsfondsen op de Parijsche beurs zeer gedrukt is. Hierbij aansluitend zijn ook de noteerin gen voor Fransche obligatiën op de Am sterdamsche beurs verder afgebrokkeld. Tot een overstelpende verkoopbeweging is het echter niet gekomen en hiertoe schijnt dan ook weinig aanleiding te bestaan. Men moet niet vergeten, dat in de koersen van Fransche staatsfondsen reeds heel wat on gunstige verwachtingen verdisconteerd zijn. Voor de 4 leeningen b.v. bedraagt de no teering nog geen 70 ook de obligatiën der Fransche spoorwegondernemingen heb ben reeds een peil bereikt, dat ook in geval van devaluatie nog slechts een geringe marge voor een verdere koersdaling last. Naar men weet, hebben de leeningen van de Fransche spoorwegmijen een indirecte garantie van den Staat, doordien de scha- kist de tekorten bijpast van het ,.!°n Commun", d.i. de gemeenschappelijke »P° der spoorwegen, waarin deze even uee overschotten storten en waaruit zij e^en" tueele tekorten bijgepast krijgen. Tot dus verre is de Fransche Staat de verplichtin gen, die zij uit hoofde van de bestaan overeenkomst met de spoorwegen op heeft genomen, stipt nagekomen. Dit de schatkist echter vele millioenen gek 'W* WWW W „Ik behoef natuurlijk geen beroep op U t mijn eigen m°eilijkheden be- standiBheflpnSeZlen fe onverklaarbare om- fn w?ardoor ik ineens midden m deze eigenaardige affaire ben gewikkeld WaSd ,t TeTenigeldat U had k^nen doeJ voordat U de hulp van de politie inriep! even de zaak met mij onder vier oogen te bespreken". Graaf Thomson sloeg de oogen neer en vestigde ze, alsof hij hem om hulp smeek te, op den inspecteur. „Zou dit gesprek eenig verschil gemaakt hebben?" vroeg deze nu tamelijk scherp. „Waarschijnlijk niet. Maar het lijkt mij toch niet de juiste manier een gast te on- dérvragen, als hij niet geheel van het ge beurde op de hoogte is". „Ik ben verplicht iedereen te verbooren, die hier op het kasteel is", zei de inspec teur, terwijl Graaf Thomson er op liet vol gen: „En daarbij sta ik tegenover al mijn gas ten op het oogenblik even wantrouwend, en ik heb geen reden jou daarbij uit te zon deren". „Onzin", merkte Erik op. „In orde, in specteur, gaat uw gang en telefoneert U gerust. Ik zal naar mijn kamer gaan en daar blijven zoolang U het wenscht. U hebt mijn woord. En U, graaf Thomson, zal ik niet langer hinderen met mijn tegenwoordig heid". Hü draaide zich om en met een kleine hoofdknik aan den inspecteur verliet hij het vertrek. Backersen schreef enkele dingen op een stukje papier en keek den graaf ironisch aan. „Hü ziet er niet erg schuldig uit, vind ik", merkte hü op. Graaf Thomson speelde zenuwachtig met zün horlogeketting. „Ik heb ook niet ge- zeged, dat hü schuldig was", zei hü- „Hans- ley is de bekendste amateurssportsman, die ons land heeft en alleen een krankzinnige zou zün naam in verband met dezen ver meenden diefstal willen noemen". „Vermeende? De juweelen zün toch ver dwenen?" „Kom U even mee naar mün bibliotheek", zei de graaf en opende de deur. HOOFDSTUK III, Het sloeg juist elf uur dien avond, toen een dichte auto voor de poorten van het kasteel stilhield. De chauffeur drukte op de claxon om den portier te waarschu wen, dat hü het hek moest openen, toen commissaris van der Velden hem op den arm tikte. „Laat het hek maar dicht blyven", zei hy kort, „wü blüven hier". De commissaris en een van zün beste helpers, inspecteur Rietsen, stapten uit, terwyl Backersen volgde. „Is er nog een andere toegang tot het kasteel?" vroeg van der Velden aan Bac kersen. De inspecteur schudde het hoofd. „De steenen muur loopt rond het heele kasteel en voor zoover ik weet wordt hü nergens onderbroken", antwoordde hy. „Maar zün er nergens dikke heggen?" vroeg van der Velden verder. „Ja, heelemaal aan den achterkant is een heg, die buitengewoon dik is en zeer goed onderhouden wordt". De commissaris knikte. Rietsen, ga jij rechts den muur rond, dan zal ik den lin kerkant voor mün rekening nemen. Het eerste, waar wij naar te küken hebben is, of er niet ergens in den muur of in den heg een dunne plek of een opening is, waar een man, met een klein pakje bü zich, door heen kan kruipen. Kom Backersen, ga Jij met Rietsen mee". „Bertus", zoo wendde hij zich verder tot den chauffeur, „ga jij even naar het kas teel en vertel Graaf Thomson, dat wü er zün. Vraag verder of wü vannacht op het kasteel kunnen slapen en als dat niet kan, ga dan even naar het dorp en bestel daar kamers in de herberg, die wü daar straks voorbü gekomen zün". Daarna draalde hy zich om en volgde omtr*k v«n het kasteel, terwyl hü het schijnen! ZaW8nUar" ».ar boven liet Na een half uur van zorgvuldige onder zoekingen zag de commissaris efn duida- lyken indruk in de heg, die voorba n!,, m"drj w®.lke °P e6n Begeven oogenblik ophield, liep en de omrastering van hit park voortzette. Achter die heg liep éen laan, die uit ligusters bestond en zeer ste vig en dik was, en duidelük een plek ver toonde, waar de takken uiteen gebogen wa ren, zoodat men een opening kreeg, waar gemakkelük iemand doorheen kon krui pen. En wat hem nog meer voldoening schonk, waren de voetsporen, die hü hier overal vond. Door het herhaaldelük in- en uitgaan was hier in het gras een duidelyk zichtbaar smal paadje ontstaan. Van der Velden liet het licht van zün lantaarn op de omgeving schijnen en zocht Üverig naar voetsporen op den grond, in- plaats van op het gras, doch hü vond niets anders dan het platgetrapte paadje, ter- wijl op den grond er omheen niets te ont dekken viel. Juist wilde hü zün lan taarn uitdoen en den plek bü daglicht nog eens aan een nauwgezet onderzoek onderwerpen, toen hü opeens stokstüf aan den grond genageld bleef staan. Hü liet het licht op dezelfde plek schü- nen als waar het zoo juist geschenen had en zag nu iets roods op den grond liggen, dat hem tegenschitterde als het oog van 'n albion, en hü wist als by instuitie, dat dit een van de beroemde robünen moest zün. Eindelük kon hü zich uit de betoove- ring losrukken, bukte zich en raapte het voorwerp op. Het was een groote, bloed- roode robijn aan een gouden ketting. Zün hart klopte hoorbaar. Het was de grootste en mooiste steen van de heele collectie, het was „Het Bloedend Hart", dat kon niet missen, trouwens hü had de afbeeldingen van dezen steen meermalen in verschillen de bladen afgebeeld gezien. Van der Velden draaide de ketting om zün vingers en bekeek in het bleeke maan licht de prachtige steen en stak tenslotte de ketting ln zün zak. Hü zocht toen op han en en voeten kruipend, de heele omge ving af om te zien of er nog ergens iu^v®a len te vinden waren. Maar dat was me geval. Hü volgde het smalle paadje zens door de heg heen over de laan, doch K verder niets büzonders ontdekken. Hü bleef een oogenblik in gedachten ver zonken staan, terwül hü langs zün wreef. Het pad loopt naar de laan, brom hü in zich zelf. Dat beteekent dus, dat ae dief door de heg naar buiten is ge6a8r Maar het is toch zonderling, dat hij zoo duidelük zichtbaar spoor heeft achtergela ten, de laan gaat natuurlük naar cen anderen drui.ken verkeersweg, doch spoe dig zag hü, dat het slechts een karrespoor was. Het leek op, dat het een doorgan., was tusschen het kasteel en een van groote boerderüen, die er bü hoorden. Plotseling klonk een diepe stem van a tegenovergeHelden kant van de heg en der Velden hoorde: „Zoekt U hier iets?" Eenigszins geschrokken deed hy au matisch het licht van zün lantaarn u toen hü weer een beetje bekomen drukte hü weer op de knop en verlicht de heele omgeving en ook een man. Deze zweeg en verroerdo zich met. a wel het felle licht hem vlak in de oog» scheen, knipte hü zelfs niet met de oog den. Het was een buitengewoon °Pvan® gezicht, dat van een ex-bokser, tcrwü' opvallende figuur, dat grimmig was' bovenmatig sterk dadelyk een zwaarg wicht kampioen liet herkennen. Het was een gezicht, waarmede au een politie-agent of een krankzinnige doen zou willen hebben. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 12