^Chlorodont Prof. Aalberse wordt Kamervoorzitter. De proeftocht van de „De Ruyter". Industrie-financiering. Tweede Kamer n. ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 7 MEI 1936 Doe meer voor Uw tanden; ver zorg ze met Chlorodont, de be proefde kwaliteitstandpasta. fÈimtmCaiid Radiorede minister De Wilde. Den Haag, 6 Mei. Euuen hield de zomer eindelijk zijn triomftocht. De tribunes waren leeg. Ver moedelijk hadden de trouwe bezoekers an dere plaatsen ingenomen, welke uitzicht geven niet op groene banken, maar op groene hoornen, niét op het Binnenhof, maar in het Bosch of m de Boschjes. De Kamer heeft prof Aalberse als eerste op" de voordrapht gepïaatet, waaruit de Ko njngm den nieuwen Kamervoorzitter zal Benoemen. Hiermedeis zijn benoeming ver- z&kerd, want het is qenvast, constitutioneel ^jbruik, dat nummer, 1 benoemd wordt. De communist Wijnkoop z§g kans, bij het wets ontwerp betreffende de credietfinanciering keuze doe Kame^( waarbij de blanco- ^n?en vermoederen zijn fractie en van den hqar Sneevliet Tyarerv) even te be steken. Hjj aeide, «fctde politieke onrust ij ons land zou worden vergropt door de ^sluiting ypn prof,. Aalberse uit de prac- Jiscfce politiek, Vermoedelijk doelde hij op feit, dat pn>ê, Aalberse, Hij alle critiek gjner fractie op hiet kabmet-Golijn, kan tuurden geacht,( het verzoenende element te vertegenwoordigen, maöf als fractievoor zitter niet onwaarectójnfij'k zal worden ver» vgreenYdoor den strijdlustiger nm Goseling, d& tegen de kabinetspolitiek nog al wat beswaren koestert. De Kamerpresident kan wri een zekeren invloed oefenen in de ver gaderingen der katholieke fractie. Men zegt, <$t jhr. Ruys de Beerenbrouck dit ook deed. Maar aan het Kamerdebat neemt Kamervoorzitter geen deel. Dat eer fractievoorzitter zich een benoe ming tot Kamervoorzitter laat welgevallen, gebeurt niet veel. Jhiy Ruys de Beeren brouck was geen fractieleider, zijn voorgan ger, mr. Van Schaik, ook niet en diens voor ganger, mr. Kooien, evenmin. Of prof. Aal berse voorts krachtig genoeg zal zijn als Kamerpresident, moet worden afgewacht. Hij heeft een zwakke stem, hetgeen voor de journalisten flaat ons, ook eens aan onze eigen belangen denken) niet plezierig is. De heeren van Dijk en Vliegen kwamen onderscheidenlijk als nummer twee en njanmer drie op de voordracht en blijven duv, wat zjj zijm tweede en derde voorzitter. De industriefinanciering. Het d&bat over de industriefinanciering is zoo lang voortgezet, tot minister Gelissen zijn rede met een enkel woord kon aanvan gen. De laatste afgevaardigde, die sprak, was <Je katholiek Van der Putt. Deze keurde af, dat het wetsontwerp niet uitgaat van regio nale credietfinancieriqgen, waaraan hij de voorkeur gaf boven de centrale financie ring, waarop het regeeringsvoorstel is geba seerd. Hij probeerde, tegenover den tegen- woordigen minister Gelissen prof. ir. Gelis sen uit te spelen, toen deze nog niet zijn huidige, hooge functie bekleedde. Prof. Gelissen had vaak regionale credietfinan- cieringen aangeprezen. Maar aannemelijk was *s ministers antwoord, dat hij ook vroe ger aan een centrale financiering de voor keur had gegeven. Maar toen was hij nog geen minister en dacht hij blijkbaar: „als men niet heeft, wat men liefheeft, moet men liefhebben, wat men heeft". Nu heeft hij het zoo ver gebracht, dat hij zichzelf kan aanschaffen, wat hij liefheeft. Ach, zoo'n voorrecht valt niet iedereen te beurt! Dr. Kortenhorst (r.k.) acht de industrie financiering nuttig, maar meent, dat men eerst spijkers met koppen kan slaan bij de handelsovereenkomsten, waarbij onze regee ring overtolligen, induatriëelen invoer moet buitensluiten. Deze afgevaardigde lardeerde zijn betoog met minder grapjes dan gewoon lijk, maar debiteerde toch een aardigheid, welke het de moeite waard is, te vermel den. De minister heeft eens gezegd, dat hij op zijn departement de bureaucratie nog met heeft aangetroffen, wat dr. Kortenhorst aanleiding gaf, zijn hulde en compliment aan de bureaucratie te brengen, die zich zoo goed onzichtbaar weet te maken. r. Kortenhorst's partijgenoot baron van voorst tot Voorst vroeg, wat de minister, hf®ft aangekondigd, alleen rendabelen export te zullen bevorderen, denkt over uit voer van landbouwproducten. Hierop wordt verlips geleden, maar de export ervan wordt voortgezet, opdat de buitenlandsche mark en niet voor den landbouw verloren zullen gaan en omdat men altijd nog op een bete ren tyd hoopt. Z.Exc. overigens heeft zijn verklaring, alleen rendabelen export te zul len bevorderen, afgelegd met betrekking tot industrie-financiering. De agrarische uitvoer gaat hier buiten om en ressorteert voorts onder een ander departement, dat van Landbouw. Van 's ministers antwoord op zijn vraag heeft baron Van Voorst tot Voorst intusschen zijn stem over het wets ontwerp afhankelijk gemaakt. Mr. Wendelaar (lib.) heeft principieel be- .zwaar tegen het ontwerp gemaakt, omdat het een verderen stap is op den weg naar overheidsingrijpen in het bedrijfsleven en nog meer zullen gaan leunen op vadertje Staat. Als bezwaren noemde hij ook de financiering van lang door kort geld, welke de industriefinanciering z.i. is; zijn vrees, dat het publiek geen geld meer in de in dustrie zal durven beleggen, als de vorde ringen van den Staat preferent zijn; het ge vaar, dat het beheer van de bank een poli tiek karakter zal krijgen, en het gevaar van protectie in den zin van vriendendiensten. Wat hij wil, is aanmoediging van de parti culiere banken bij industriefinanciering. De heer Smeenk (a.r.) merkte daarna op, dat de banken geen geld in de industrie steken, juist omdat zy te voorzichtig zijn om geld op langen termijn te financieren met geld, dat zijzelven op korten termijn verkrijgen. In de landen, waar de banken dit wèl gedaan hebben, is het dan ook mis- geloopen. Mr. Wendelaar wenscht voorts voorzetting van deflatie en van den arbeid van het werkfonds. Andere tegenstanders van het wetsont werp bleken de heeren Sneevliet (r.s.) en Wijnkoop (c.p.) Volgens den eerste brengt het groote, ideologische schade, omdat het de arbeiders in den waan brengt, dat zij het het tegenwoordige maatschappelijke in stelsel goed zullen krijgen. En de heer Wijn koop voorziet, dat de regeering de in dustriefinanciering aan loonsverlaging zal dienstbaar maken. Alleen die werken zullen worden gefi nancierd, welke de economische weerkracht van ons volk verhoogen en geen verplaat sing maar verruiming van werkgelegenheid veroorzaken. By de financiering zullen sommige ondernemingen niet boven andere mogen worden bevoordeeld. De heer Smeenk uitte zijn instemming met deze be ginselen en kwam eenigszins in het schuit je van baron van Voorst tot Voorst, door, wat de rendabiliteit aangaat, op te merken, dat, al kan niet-rendabele export niet duur zaam worden voortgezet, export in het al gemeen terdege noodig blijft. Dr. Lovink (c.h.), die na een ernstige ziekte gisteren voor het eerst in de Kamer verscheen, hield heden een kort speechje, erop aandringende, dat practisch ontwik kelde personen zullen worden benoemd in een raad van toezicht, welke zal worden in gesteld en dat men aan het wetsontwerp een crisiskarakter zal geven, door er de be paling in op te nemen, dat het moet worden herzien over eenige jaren, by voorbeeld voor 1939. Of minister Gelissen aan dezen laatsten wenk gevolg zal geven? Hij zal de sociaal-democraten, die de industriefinan ciering permanent wenschen, bepaald cho- queeren, als hy het doet. 10 uur 50 m. Wy gaan op eigen beenen. De telegrafen hebben gerinkeld; de eigen ma chines stuwen den kruiser voort, de eerste omwentelingen, de eerste van millioenen, zullen wy hopen. Maar ook al weer niet te veel millioenen, want onze marine moet mee met haar tyd en de levensduur van een oorlogsschip behoort kort te zijn, willen wij Onze mannen in den strijd sturen op vol waardig materieel. De sleepbooten krijgen het gemakkelijk. Vóór gooit er al één los, die aan het ach terschip bungelt er zoo'n beetje voor spek en boonen by. 10 uur 55 min. De havenmeester treedt af, de loods treedt op en wy glijden langs de etablissementen aan de oevers van den Nieuwe Waterweg, passeeren Vlaardingen aan S.B. en de Bottelek en de Oude Maas aan B.B. 11 uur 12 min. Wij durven al wat meer, t gaat nu al halve kracht, de sleepboot heeft moeite het bij te sloffen, maar op den eersten proefdag is halve kracht nog niet „jurer gros"; volle kracht is nog geen 12 mijl. Er komt bries uit den noordelijken hoek, en dat beteekent koude in dezen tyd van het jaar; ik zit op de brug, weifel tus- schen mijn zin in een kop koffie en een duik in de behaaglijk warme machinekamer enblijf, want door zelfanalyse consta teer ik plotseling een opwelling van het on derbewustzijn en wil zien of mijn analyse klopt. Een commandant biedt namelijk een loods persé een kop koffie aan, dat weet ik van voor 30 jaar en als hij hem er een aan biedt, kan hij my niet negeeren. 11 uur 20 m. „Loods een bakje koffie? „Graag, overste". „Marinier, twee koffieoh, u zeker ook wel pennist? Drie m'n jongen". O zoo, een vak, dat je jong leert, verleer je nooit. Na mijn koffie, myn duik naar de ma chinekamer? Neen, daar krygen ze me eerst weer, als we 32 mijl loopen, je ziet niets als dollen te keer gaande wijzers en scherp tu rende diagnotiseerende officieren, want hier en daar breken kleine pokjes en mazeltjes uit; een automaat valt uit en als één man reageert de heele bezetting en ze draaien aan iets en 't zaakje klopt weer. In de lange, lange astunnels beweegt ten minste wat, rustig draaiende schroefassen, zoo dik als onze stadsiepen, wanneer wij ze, oud en der dagen zat, moeten omhakken, maar ik blyf den wentelenden monsters uit den weg en druk my wat dicht tegen den veiligen kant en zit nu, behalve onder het loodwit, ook onder de grijze verf en kom zoo kakelbont terug aan dek, dat een Sama ritaan mij. meeneemt naar zijn hut en mij met een plas benzine reinigt. „Beter, dat u met zulke verf dan met lippenstiftafdrukjes thuiskomt", zegt hij. Ja, het grappenmaken heeft de marine man nog niet afgeleerd. Patsch, dat merk ik. Om myn lezers zoo spoedig mogelijk vérslag in te dienen, zit ik tot diep in de eerste wacht (812 uur 's avonds) te pennen en daar gaan alle lich ten uit, behalve een blauwschemerig pitje, waar men niet bij schrijven kan en ten hoogste voorzichtig scharrelend zyn weg kart vinden. Dynamostoring denk ik, maar dat is niet zoo. De duisternis is een punt van het pro gramma. Wij schemeren nu namelijk in oorlogsverlichting. In tijd van gevaar mag natuurlijk geen straaltje licht de plaats van het schip verraden, daartoe blindeert men alle patrijspoorten. Maar een sloddervos of een lichtzinnige zou op eigen autoriteit, het gevaar te licht opnemend, zijn poortje eens kunnen openen en een- lampje aanknippen. Ook kan de duisternis de eisch van één seconde zijn. Daarom kan men van de brug met één handgreep alle licht blusschen, de communicatie blijft dan mogelijk door het zeer zwakke licht, dat haast niet naar bui ten schijnt. Mooi voor oorlogstijd, maar ver velend als je pennen moet. Maar wij nemen den draad van de bele venissen des dags weer op. Tegen twaalven weer aan dek, dwars van Maassluis en in cns zog een oorlogsschip der koninklijke marine, H.M. Nautilus, die ons zeer attent uitgeleide doet. Het scheepje is in het visch- seizoen politievaartuig, maar bovendien een klein, grimmig mynenleggertje, dat oefenen gaat. 12 uur. De bries wakkert aan. Het is een raar klimaat op zoo'n schip. Heelemaal be neden zwoel, halfweg tochtig warm, boven winderig koud. Om 12 uur 15 m. geeft de laatste sleepboot drie lange stooten op de fluit ten afscheid; wy zijn vrij van de pie ren, loopen in zee tot de brulboei en stop pen daar, om den loods af te zetten. De de Ruyter is in zijn element, hy loopt nu verder op eigen beenen; met 100 slagen van de schroef en 12 mijl vaart leggen wjj koers evenwijdig aan, maar ver uit de kust, op het Schulpengat aan, waar wij tegen 8 uur 's avonds ten anker zyn gekomen, 4 mijl N.W. van Callantsoog. Ik zal den lezer niet bezighouden met de talrijke proefnemingen, die elk detail ver richtte met de aan zijn zorgen toevertrouw de machines en apparaten, maar dezen dag besluiten met de beschrijving van de eerste ernstige oefening van hedenmiddag, n.1 „het sluiten en het verlaten van het schip", Het vóóropstellen dezer oefening acht ik wijs beleid en wel zeer specifieke Holland' sche voorzichtigheid. Een schip op een proeftocht is geen goedgekeurd schip, geen ingevaren schip, geen bij den bevelhebber volledig bekend schip. Er zijn duizend kam sen op een gebrekje, maar een gebrekje op zee kan uitdraaien op een ramp. Van de duizend kansen zyn 999 uit te schakelen door voorzorg, maar één blijft er over en men kan niet weten welke. En daarom weerklonk drie uren na het verlaten van de haven het huiveringwek kend sein „schip sluiten" met de electrische sluitseinbellen en aanhoudend glazen slaan. Er brak geen paniek uit, wij allen hielden ons als helden, maar dat kwam omdat wy vóór het sein gewaarschuwd waren. Wij hadden naar dek te snellen, daar werden wij ingedeeld bij de diverse sloepen, kregen niet alleen onze zwemvesten, maar moesten ze model ombinden, model aantreden op den linkervleugel van de militaire beman ning en al was het ons niet speciaal geor donneerd, toch trokken wij burgers op het kernachtige commando: „geeft acht" van onzen sloepcommandant de voeten keurig by; wij richtten ons netjes op het „rechts richten" en bleven als standbeeld in de houding staan: de directeur van Wilton, de hoofdingenieur A, de opperspecialist B, de monteurs en wat er voor verdere talenten in overalls en zwemvesten gestoken waren, tot onze jeugdige commandant „op de plaats rust" commandeerde. Toen waren wy inge deeld in onze B2; klaar stonden de rantsoe nen hard brood en alle utensiliën uit de zeerampkasten en na „aftrap" salueerden wij netjes mee en borgen zoet onze zwem vesten op de aangeduide plaats. Zoo hoort het, geen astubliefjes en lolle tjes by een oefening, die noodig is om een vreeselyke ramp tot een minimum te kun nen beperken, want by zoo'n ramp staan de officieren met geladen revolvers voor je en de gasten bij de sloeptakels met geladen geweer, daar paniek o zoo denkbaar is, als het meenens is met een zeeramp. Maar dat sluiten, wat is dat? Dat is het zorgen, dat elk compartiment dicht gaat en dus het drijfvermogen van het schip helpt, De kruiser is verdeeld in drie hoofddryf deelen, die tezamen beschikken over 10 af deelingen, in welke weder talrijke kleine waterdichte compartimenten voorkomen. Er zijn drie sluittoestanden. Sluittoestand A be teekent eigenlijk een normale toestand van een oorlogsschip. Beneden het pantserdek namelijk behooren alle compartimenten te allen tijde gesloten te zyn. Doch er moet na tuurlijk nu in dit, dan in dat compartiment gewerkt worden, toezicht en ventilatie ver- eischen alsdan, dat deze openstaan. Maar 's nachts mag dat nooit, na de avondronde heerscht dus aan boord sluittoestand A, en overdag als de commandant dit noodig acht. De sluittoestand B treedt in by het verla ten van een haven, bij oorlogsgevaar, bi slecht zicht of in een druk vaarwater. Alle ruimten beneden het pantserdek worden ge' sloten met de klemknevels op deuren en kleppen stevig aangedraaid. De communica tie met dek is dan alleen mogelijk door de verticale vluchtschachten; ook zijn alle luik jes in het pantserdek gesloten. Op het pant ser- en kuildek moeten alle poorten geslo ten zijn, ook de waterdichte deuren in de gangen, terwijl aan dek, in de dekhuizen en in de geschuttorens de poorten en kleppen, de deksels en de deuren der Lichtschachten nog open mogen blijven. De sluittoestand C wijst op direct gevaar voor den ondergang, b.v. bij stranding en alarm. Alsdan is alles letterlijk dicht, ja, dan ijlen de posten naar de ventilatieleidin- gen om deze laatste openingen dicht te wer pen als water aanbruist of..., gassen na deren. De vluchtschachten blijven slechts geopend, tot alle menschen zich van dek in veiligheid gebracht hebben. Het behoeft geen betoog, dat het signaal voor den sluittoestand C uitsluitend en al leen door den commandant, den schipper naast God, gegeven mag worden. Als dit signaal herhaald wordt, is dat een bewijs, dat de commandant besloten heeft met zyn 450 schepelingen het schip te verlaten in de ter beschikking staande 6 sloepen, 2 vletten en op de 20 reddingsvlotten. En niemand verlate het schip, eer de commandant met een gongslag de toestemming daartoe heeft gegeven. Zoo en zoo alleen kan een gedisciplineer de en geoefende bemanning gered worden, zij eerst en dan.... zoo mogelijk en als de laatste, de commandant. Wordt vervolgd. BETERE NEDERLANDSCHE TANDPASTA tab* 35 ct. Groote tube 60 ct - Coosje» 20 en 35 et. »Wut rijden «1 die meniehen ge- vasrtyk vandaag", dacht u immeri vanmiddag achter het stuur. (Moe zegt men dat ook weer van dien splinter,diett haHc en uw oog?...) Minister de Wilde Voor de reclasseering. De minister van binnenlandsche zaken, mr. J. A. de Wilde, heeft gisteravond half acht voor de N.C.R.V.-microfoon een korte opwekking gesproken tot steun aan het doel van den nationalen reclasseeringsdag op Zaterdag 9 Mei a.s. De minister wekte hierbij de luisteraars op om naar mate van ieders financieelen welstand steun te geven aan een edel en echt christelijk streven. Ook de gevangene, ook de naar recht ge-' strafte, blyft mensch, onze medemensch, geschapen naar het beeld gods, aangelegd op een eeuwig leven. Straks, na zijn straf tijd volbracht te hebben, keert hij weer in de maatschappij terug, en dan mogen wy ons niet van hem afmaken. Tot ons komt een stem, die ons aanspoort het verlorene te zoeken, het nedergebogene op te richten en degenen, die in de gevan genis zuchten, van ons medelijden te doen blijken, door troost te brengen en uitzicht op levensherstel te openen. Natuurlijk kunnen wij dat niet allen doen, want die troost, die steun, die opbeu ring, dat pogen om weer licht te brengen in de duisternis vereischen een groote mate van wijsheid, ervaring en voorzichtigheid. Daartoe zyn reclasaeeringsvereeniigingen gesticht, welke personen in dienst hebben, die voor dit werk de noodige bekwaamheid bezitten. Hun werk is van de grootste be- teekenis voor de justitie, die voortdurend met hen samenwerkt, waardoor het ook van belang voor heel ons nationale leven is. Het heeft des te grooter waarde, omdat deze vereenigingen zich niet alleen bezig houden met de gevangenen in de cel, maar eveneens met de vele voorwaardelijke ver oordeelden en met de na gedeeltelijk vol brachten straftijd voorwaardelijk in vrijheid gestelden. Ook dezen mogen wij niet aan hun lot overlaten en wy hebben den plicht ons met hen te bemoeien en alles in het werk te stellen om hen voor verderen val of terugval onder gods zegen te behoeden. De practyk heeft bewezen, dat zeer veel veroordeelden door het toezicht en den steun weer op betere wegen zijn gebracht en niet zelden nuttige leden der maat schappij zijn geworden. Zoo mag dan ook geconstateerd worden, dat het werk der reclasseering van groot moreel nut is voor de gevangenen, die tij dens hun straftijd voortdurend worden be zocht, en daarnaast een krachtig middel is om hen, die vielen, maar nog niet tot een definitieve straf werden veroordeeld, bui ten de cel te houden. Men vergete niet aldus de minister, dat het voor wie eenmaal veroordeeld werd, zoo uitermate moeilijk is, zich weer een sociale positie te verschaffen. En dat is in vele gevallen de oorzaak van recidieve, van een terugvallen in de misdaad. Het Nederlandsche volk toone, dat het dezen reclasseeringsarbeid waardeert. Moge de collecte van den reclasseerings dag op Zaterdag 9 Mei bewijzen aldus de minister dat duizenden het groote nut ervan begrijpen en, door liefde tot den naaste bewogen, offers te brengen, die de krachtige voortzetting van het reclassee- ringswerk mogelijk maken. ZILVEREN JOURNALISTENFEEST IS. SANTCROOS DLZN. Gisterm. heeft de heer Santcroos Dlzn. te A'dam by gelegenheid van zijn zilveren feest als journalist, dat tevens zijn afscheid uit de journalistiek was, een receptie gehouden, die zeer druk werd bezocht. Naast een groot aantal collega's kwamen er de wet houder van publieke werken, raadsleden, en velen uit andere kringen den heer Sant croos de hand drukken. Het woord werd gevoerd door den heer Kouwenaar, voorzitter van de huldigings commissie, en van de vereeniging „De Am- sterdamsche pers", die hem als blijvende herinnering een schilderij van Troelstra aanbood, D. Hans voorzitter van den Nederlandschen journalistenkring, J. F. Ankersmit, hoofdredacteur van Het Volk, aan welk blad de heer Santcroos 19 jaar verbonden was, den heer Klomp die een teekening van A. Colnot offreerde, den wethouder de Miranda en vele anderen, die hartelijke woorden van vriendschap en waardeering spraken. De jubilaris bracht dank aan allen voor de hulde hem gebracht en voor de stoffe lijke bewijzen van vriendschap, hem ge schonken. Vele bloemstukken waren ingekomen. NEDERLANDER KRIJGT AUTO-ONGELUK. In Zuid-FranRrtfk. De heer A. H. Testers uit Bergen op Zoom, die zich momenteel in Zuid-Frank- ryk bevindt, is gisteren, toen hy per auto in Dijon reed, door een vrachtauto aange reden. De botsing kwam zoo ernstig aan, dat zoowel onze landgenoot als de bestuur der van de vrachtauto in het ziekenhuis te Dijon moesten worden opgenomen. De heer ;Testers had op verschelende plaatsen van s'het lichaam fracturen opgeloopen, terwijl ,hf ook verwondingen in het gelaat opliep. De familie van onzen, landgenoot, die o.m. bekendheid verwierf door zijn succesvolle deelneming aap de Rallye naar Monte fCario, is naar'Dijon vertrdkken. VAN DAK GEVALLEN. Spoedig daarna overleden. In de Zeeburgerstraat te Amsterdam "heeft gistermiddag een ongeluk met doo- delijken afloop plaats gehad. Een jonge man was op het dak van een der huizen bezig met het nazien van de antenne. Daarbij heeft hy vermoedelijk het even wicht verloren en is van het dak op straat gevallen. Hij kwam op zijn achter hoofd terecht en werd in zorgwekkenden toestand naar het O. L. Vrouwegasthuis vervoerd. Kort daarop is hy daar overleden. UITVOERING DER WONINGWET. Directe bemoeiing van dm minister van sociale zaken. Blijkens het in Stsbl. 851 afgekondigd Kon. Besl., inzake uitvoering van de Wo ningwet, zyn in het Woningbesluit eenige wijzigingen aangebracht, waardoor de mi nister van sociale zaken zich voortaan in verschillende gevallen, zonder tusschen- komst van derden, met d>e uitvoering dezer wet zal bemoeien. Met name wordt de di recteur-generaal van de Volksgezondheid;-® de hierbedoelde gevallen uitgeschakeld.. Tot nu toe luidde een der voorschrift®, dat B. en W. een er gemeente toezien op de huurzetting (van, met geldelyken steun vin gemeentewege gebouwde woningen), welke huurzetting de goedkeuring vereischte van den directeur-generaal van de Volksge zondheid. Alleen, wanneer blijvend gemis aan overeenstemming werd geconstateerd, werd de zaak ter eindbeslissing voorgelegd aan den minister van sociale zaken. De thans aangebrachte wijziging houdt in, dat de huurzetting onmiddellijk de goedkeuring behoeft van genoemden minister, die be slist met inachtneming van de algemeene richtlijnen, welke door hem in overleg met den minister van financiën worden getrok ken. Ook wat de bestemming van woningen als de bovenbedoelde betreft, is een soort gelijke wijziging aangebracht. Niet de goed keuring van den directeur-generaal van de Volksgezondheid, maar dit van den voor noemden minister wordt thans vereischt. Ook voor iedere aanwending van gelden uit het gemeenschappelijk fonds, k niet meer de goedkeuring vereischt van den meergenoemden directeur-generaal, dpch van den bovengenoemden minister, aan wien ook jaarlijks, vóór 1 Mei, het gemeen tebestuur verslag moet doen toekomen om trent het gemeenschapelij k fonds. Tot nu toe geschiedde dit aan den directeur-gene raal van de Volksgezondheid. Dit besluit is op 1 Mei j.1. in werking ge treden. OP ZOEK NAAR INBREKERS. Zy zaten op de vliering. De politie te Laren (N.-H.) werd gis termiddag door een villabewoner gewaar schuwd, dat zich twee personen op ver dachte wijze ophielden in een leegstaande villa aan den 'Houtweg 1. De politie om singelde het huis, terwijl twee agenten binnen een onderzoek instelden. De verschillende verdiepingen werden doorzocht, doch van inbrekers was geen spoor te vinden. Tenslotte ontdekte een der agenten een vlieringluik. Hij ging op de schouders van zijn collega staan, duw de het luik open en zag twee personen op de vliering. Zij hadden zich, toen zij zich ontdekt wisten, daar verstopt en de lad der omhoog getrokken. De inbrekers, die bleken te zijn de Hilversummers C. B. en J. E., werden naar het politiebureau te Laren overgebracht en ingesloten. OPTREDEN TEGEN KWAKZALVERS. Vervolging van mevr. Heberlé? De Amsterdamsche justitie heeft thans de zaak van de ernstige kwakzalfster mevrouw Heberlé in behandeling. De „Volk"-redac- teur, die by deze dame op bezoek is ge weest, is thans als getuige door de politie gehoord daar men dit geval van overtre ding der wet op tie uitoefening van de ge neeskunst zal onderzoeken, waarschijnlijk zal vervolgen. GEVOLGEN ONBEWAAKTEN OVERWEG. Voerman overleden. De jonge Vreeman, wonende op de hoeve „Vreeman" te Aalten, die gistermorgen op een onbewaakten overweg door een trein werd gegrepen, is in het ziekenhuis te Win terswijk aan zyn verwondingen bezweken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9