Spoorboekjes
Onteigening.
N.V. v.h. HERMS. COSTER S Zn.
Groote Amerihaansche
Automobielmaatschappiien
gebruikten meer
courantenreclame.
Zomerdienst.
VOORDAM C 9,
ALKMAAR.
Glimlachje
Sinds jaren gaat men in Amerika
na op welke wijze de voornaamste
bedrijven reclame maken.
Overduidelijk is daarbij nu weer
aan het licht gekomen, hoe tal van
bedrjjven, en daarbij juist de aller
grootste, meer aan couranten-reclame
gaan besteden.
Hier volgen b.v. de cijfers der voor
naamste drie automobielconcerns
de General Motors Corporation ver
bruikte in 1935
1.264.927 regels meer
in couranten
de Ford Motor Car Company
1.769.342 regels meer?
de Chrysler Corporation
2.746.999 regels meer.
De neiging der Amerikaansche
business-men om steeds meer cou
rantenreclame te benutten is des te
opmerkelijker, wanneer men bedenkt
dat er geen land is waar zooveel
uitstekende magazines zijn en op
zoo'n ruime schaal van den omroep
gebruik gemaakt kan worden voor
reclame.
Het feit dat Nederland vrijwel het
eenige land is waar iedere familie
geabonneerd is op een courant,
die thuis door elk lid van het gezin
wordt gelezen (en niet als elders in
trams of bussen) doet de waarde
van 'courantenreclame in Nederland
wel bijzonder sterk uitkomen.
De Burgemeester der gemeente
Oudorp (N.H.) maakt bekend, dat,
ter voldoening aan artikel 15 der
Onteigeningswet, een afdruk van
het Koninklijk besluit van 14 April
1936, no. 27, tot aanwijzing van
de perceelen, welke kunnen worden
onteigend ten behoeve van den
aanleg van een verbindingsweg in
de gemeente Oudorp, ten noord
oosten van Alkmaar, welk Ko
ninklijk besluit is opgenomen in de
Staatscourant van 20 April 1936,
no. 76, van 14 Mei 1936 tot en met
4 Juni 1986 ter inzage voor een
ieder is uedergelegd op de secretarie
der gemeente.
Oudorp (N.H.), 13 Mei 1936.
De Burgemeester voornoemd)
W. BOS.
milde voorwaarden, die bij dezen vrede
werden toegestaan. Wat niet wegneemt, dat
voor het element; dat hen een groot deel
hunner vrijheden werd ontnomen en zelfs
hun taal werd bedreigd; dat op de puinhoo-
pen van het door den oorlog verwoeste ge
bied een nieuwe welvaart moest worden
opgebouwd; dat de imperialisten van Rho-
des, die de eindelijke zege niet zagen, sche
nen te zegevieren, als uiterlijk teeken waar
van Milner, sedert dien tot Lord verheven,
het gouverneurschap van de Kaap bleef be-
kleeden. Intusschen, de ontvangt, die de
drie Bóeren-generaals Botha, de Wet én de
la Rey hier te lande en elders ondervonden,
gaf duidelijk blijk van de onverminderde
sympathie, die voor het verdrukte Zuid-
Afrika bestond. Wat intusschen niet weg
nam, dat, gelijk begrijpelijk en menschelijk
is, met het einde van den strijd ook het
einde scheen gekomen van die intense be
langstelling, waardoor tot op dat oogenblik
de Zuid-Afrikaansche republieken zich
voelden gesteund. Maar nu bleek, dat de
tegenstand, die nog gedurende den oorlog,
waarin Engeland's prestige op het spel
scheen te staan, door een groep moedige
Engelsche politici en publicisten, onder wie
Lloyd George en Stead dienen te worden
genoemd, was getoond tegenover de Engel
sche annexatie-politiek, haar uitwerking
miste. Op den avond van de zegepraal be
gon er in het Engelsche volk iets te ont
waken. Chamberlain, de vader van de twee
ministers, die sedert dien een welverdien
de reputatie hebben gekregen, mocht van
de politiek van Engeland's „splendid isola-
tion" gewagen de gemiddelde Engelsch-
man gevoelde het toch anders. En koning
Edward was de plotseling zich ontwikke
lende diplomaat, die er op uittrok om deze
isolatie te breken. Wat alweer het best kon
geschieden door verandering te brengen in
het stelsel, dat men ongetwijfeld aanvanke
lijk, teneinde Engeland's positie in Zuid-
Afrika te versterken, er had willen voeten.
In 1906 leverden de verkiezingen een 'on
gekende overwinning voor de liberalen on
der leiding van Campbell Bannerman öp, en
nu begon een andere politiek tegenover
Zuid-Afrika. Een politiek van toenadering,
die van de Boerenrepublieken als belang
rijk onderdeel van Zuid-Afrika wilden ma
ken gelijke trouwe steunpunten van het
groote Britsche Rijk, gelijk in den loop der
jaren zich Australië en Canada hadden ge
toond. Zuid-Afrika zelf begon te ontwa
ken; het vroeger door Rhodes en de impe
rialisten voortgestane streven naar fede
ratie en nauwe samenwerking, won tetrein.
Maar in anderen zin dan het aanvankelijk
gedacht was. Ondanks den Engelschen in
vloed in de Kaapkolonie, die jaren achter
een Jameson aan het hoofd van het verant
woordelijk ministerie zag, werd aan de
federatie een niet uitsluitend Engelschen
grondslag gegeven, gevolg reeds dadelijk
van het feit, dat Campbell Bannerman, die
destijds de methoden van het concentratie
kamp als barbarisme had aangevallen,
aan de oude republieken verantwoordelijk
bestuur gaf, met gelijke rechten voor beide
talen. Als gevolg van de herademing, die
dientengevolge intrad, ontwikkelde zich
nieuw politiek leven en nieuwe belangstel
ling. Economische overwegingen, die ook de
spoorweg- en de vrachtenpolitiek betroffc-n,
brachten de vier groote samenstellende
deelen van Zuid-Afrika; de Kaapkolonie,
Natal en de beide Boerenrepublieken 'ot
hZtkS te meer' naarmatè de
S tafrhif f bfSefte' dat 7-'J> tusschen
de talrijke en steeds toenemende Naturel
len, er stonden op een post van gevaar en
dat de ligging der onderdeelen van dien
aard was, dat verdeeldheid en particularisa-
tie-politiek de schromelijkst denkbare ge
volgen konden hebben voor de onderdeelen
der gemeenschap. Nadat in 1906 de te Vcr-
eeniging beloofde autonomie der Boeren
republieken was hersteld, kwam in October
1908 de Nationale Conventie samen, waar
aan Jameston deelnam naast Botha en de
Wet, die beiden een verschillend element
uit de Boerenrepublieken vertegenwoordig
den, Het heeft heel wat moeite en overleg
gekost om tot de oplossing, die op 2 Fe
bruari 1909 werd bereikt te komen; vooral
van de zijde van Natal, kolonie met óver
wegend Engelsche meerderheid, werd ver
tegenwoordiging van elk onderdeel dooi
een gelijk aantal leden geëischt, en keuze
dier leden niet door de afzonderlijke parle
menten, maar door het volk in kiesdistric
ten, hetgeen tengevolge zou hebben, dat de
overwegende Engelsche meerderheid in be
paalde plaatsen zich ook duidelijk zou ken
baar maken. De aldus met zorg voorbereide
grondwet voor het Zuid-Afrikaansche werd
in Sepember 1909, na tevoren door de ver
schillende Koloniale Parlementen te zijn
goedgekeurd, door het Engelsche Parlement
aangenomen; den datum dragend van 20
September van dat jaar, trad zij 31 Mei 1910
in werking. Datgene wat Rhodes en de
zijnen hadden gewenscht: Het scheppen in
Zuid-Afrika van één groot land, werd op
deze wijze bereikt. Maar met een ander uit
eindelijk resultaat, dan Rhodes en de zij
nen, die voor de Engelsche overmacht had
den gestreden, toen konden bevroeden.
Het leven der Zuid-Afrikaansche politici
is vanaf dat oogenlik niet langs rozen ge
gaan. Louis Botha, de krijgshaftige jonge
Boeren-generaal, die ook den zedelijken
moed had om zich bij de veranderde om
standigheden aan te passen, den smaad van
hem verweten verraad op zich te laden,
heeft het bemerkt. Wat al heeft hij niet
moeten hooren over de tegemoetkomend
heid, die hij zich in 1911 ter conferentie te
Londen met de andere dominiale premiers,
liet Welgevallen. Maar Botha ging rustig
zijn gang. Naar het oordeel van velen ech
ter lette hij te weinig op het Hollandsche
element, als gevolg waarvan reeds in 1912
generaal Hertzog, de vroegere minister van
onderwijs in den Vrijstaat, zijn actie voor
de noodzakelijkheid, dat op de scholen het
aanleeren van beide talen voor allen ver
plichtend zou zijn, begon. Achtte Botha
slechts noodig, dat ieder de taal kon kiezen,
welke hij als voertaal van onderwijs wilde,
en stoven de oude Engelsche imperialisten,
die zich als unionisten in de Kaapkolonie
kenbaar maakten op, bij het vernemen van
Hertzogs' opvatting; dit kon de verwijde
ring van Hertzog uit het ministerie ten ge
volge hebben, maar deed hem aan het
hoofd komen van een nieuwe opkomende
partij, die der nationalisten, de natten ge
naamd, tegenover de sappen, die de Suid-
Afrikaanse partij vertegenwoordigden.
Tijdens den wereldoorlog.
Onmiddellijk na het uitbreken van den
wereldoorlog spitsten zich de tegenstellin
gen toe: Botha achtte zich door de loyauteit
tegenover Engeland verplicht om Duitsch
Zuid-West-Afrika binnen te vallen; mannen
als de Wet, die den strijd van nauwelijks
tien jaren geleden niet konden vergeten,
wilden niet vechten voor het land dat hen
onrecht had gedaan en had veroverd. Op
harde wijze trad de Unie-regeering op, ge
lijk zij kort tevoren met harde hand de
spoorwegstaking had neergelegd; velen wer
den gevangen genomen; een hunner Jopie
Fourie werd zelfs ter dood veroordeeld.
Hoezeer de positie van Botha en de door
hem geleide nationalisten er op achteruit
ging, bleek wel tijdens den oorlog, toen de
roep naar het herstel van de onafhankelijk
heid der oude republieken sterker werd.
Maar de Zuid-Afrikaansche delegatie, die
deze opdracht naar Londen medekreeg,
vond geen gehoor. En het mocht zijn, dat
Botha, nog op betrekkelijk jongen leeftijd
kwam te overlijden, wellicht ook strijdens-
moede onder de vele aanvallen die hij, ook
gedurende zijn verblijf in Engeland, had te
verduren gehad, voorloopig bleven de Sap-
penisten, nu onder leiding van Smuts aan
het bewind. Zij hadden echter om zich te
handhaven, den steun der Unionisten noo
dig, en uit de gevoerde oppositie putten de
nationalisten zoodanige kracht, dat in 1924
Hertzog het bewind kon overnemen, dat tot
ook dLvnreCmg-ng der beide PartiJen en
ook daarna m zijn handen is gebleven.
De fusie tusschen Natten en Sappen.
Want, dat is een merkwaardige fusie ee-
weest, die zich tusschen de Natten en de
Sappen, die elkander vanaf 1919 fel hadden
bestreden, met ingang van 1933 voltrok De
fusie zelve kwam eerst een jaar later tot
stand, maar reeds vanaf Maart 1933 werd
over samenwerking tusschen Smuts en
Hertzog en beider partijgenooten onderhan
deld. Zoo is de Vereenigde Centrale Partij
tot stand gekomen, welker programma den
nadruk legt op den status van souvereine
onafhankelijkheid, gelijk Zuid-Afrika dien
volgens de wet van 1934 heeft verworven.
Het is deze souvereine onafhankelijkheid,
die, al laat zij de feitelijke band met het
Britsche rijk ongerept, het hoofdmotief voor
de nieuwe partij is. Deze gaat niet in de
richting van afscheiding, maar veeleer in
die van eerbied om loyauteit ten opzichte
van het Britsche Imperium. Dit alles, zoo
sprak Smuts in die dagen, is nu dieper in
de verschillende kringen van ons volksle
ven geworteld dan tevoren; een fundamen
teel sentiment geworden, dat onaantastbaar
is. Natuurlijk waren en zijn er onder de
nationalisten, in het bijzonder in de groep
onder leiding van den onverzettelijken Ma-
lan, die pleiten voor een verder gaande on
afhankelijkheid; die ook pleiten voor de om
zetting van de monarchie Zuid-Afrika in
een republiek. Wat in dat opzicht de toe
komst brengt, moet worden afgewacht;
vaststaand mag wel worden gerekend, dat
de verhoudingen thans zoo zijn, dat vóór
alles de versterking van de eenheid der
Zuid-Afrikaansche Unie wordt nagestreefd.
Zuid-Afrika is één ten opzichte van de wen-
schelijkheid, die het gevoelt, dat het voor
malige Duitsch Zuid-West-Afrika, als man
daat in beheer genomen, als vijfde provin-
éie aan de Unie zal worden toegevoegd.
Eén in de overtuiging, dat Zuid-Afrika is
eén territoir voor de blanken, waar mei;
aan de Naturellen alle tegemoetkomendheic
kan verleenen, die nóodig is om het ras ii
stand te houden en dit een behoorlijke le
venskans te geven, maar tegelijk om hel
de. mogelijkheid te ontnemen om de blan
ken, die Zuid-Afrika hebben gemaakt tot
wat het thans is, te verdringen. Eén ook in
den wensch, dat, zoo mogelijk in af zien-
baren tfjd de kroon-kolonie Rhodesia, wel
ker beide doelen Noord- en Zuid-Rhodesia
reeds geruimen tijd zijn samengevoegd, met
de Zuid-AfrikaanscheUnie zal worden ver-
eenigd, evenals die wenschelijkheid gevoeld
wordt ten opzichte van de door Engeland
uitgeoefende protectoraten over de zwarte
landen. De regeeringsvorm van de Zuid-
Afrikaansche Unie is een gematigde federa
tieve, want weliswaar hebben de vier on
derdeelen elk hun eigen vertegenwoordi
ging, die volgens een uitgebreid kiesrecht
wordt gekozen, en staat naast dezen de ver-
tegenwoordigger van den gouverneur-gene
raal der Kaapkolonie, doch de parlementen
dezer vier provinciën behandelen slechts wat
men zou kunnen noemen de provinciale aan
gelegenheden. Alles wat de wetgeving, het
buitenlandsch beleid, de financiën, de weer
baarheid betreft, wordt door de Zuid-Afri
kaansche Unie beslist. Het parlement zetelt
te Kaapstad, waar reeds tijdens het En-
gelsch beheer het parlementsgebouw werd
gezet; het uitvoerend gezag zetelt te Preto
ria, dat sedert ook Pretoria ten deele mij-
nenstad is geworden, aan beteekenis heeft
gewonnen; het hoog gerechtshof is gevestigd
te Bloemfontein, waar zoodoende de oude
rustige sfeer bewaard is gebleven. Terwijl
naast Kaapstad Durban, het oude Port-Na-
tal van de kolonie Natal de belangrijkste
havenplaats vormt. Hoezeer het rassen
vraagstuk in de Zuid-Afrikaansche Unie een
gewichtiger ol speelt, hoezeer de tegenover
de Naturellen te volgen politiek, niet slechts
in het mandaatgebied, maar ook in de Unie
zelve, meer dan eens onderwerp van discus-
si is geweest tusschen Kaapstad en Londen,
behoeft geen betoog. Ook in dat opzicht is
het einde van den strijd tusschen de Natten
en de Sappen van overwegende beteekenis
geweest, en te meer logisch verklaarbaar,
omdat algemeen thans wel wordt ingezien,
hoezeer Botha, de verguizing, die hem dien
tengevolge ten deel viel ten spijt, den eenig
juisten weg heeft ingeslagen om te herstel
len na wat in 1902 hopeloos verloren scheen,
De huidige situatie.
De Zuid-Afrikaansche Unie vormt thans
onderdeel van het groote Britsche Impe
rium; het is een der vijf, en zeker niet het
onbelangrijkste, Dominions. Er is in den
loop der laatste kwarteeuw een groote ver-
an ering ingetreden in de verhouding, die
statuut van WesTmTnsteï^gïidt' dït^j z^n
doch door eengSÏÏnscSpelXerKhiai
trouw aan de kroon vereenigd en vrijelhk
verbonden als leden van het Britsche ge-
eenebest van naties. Generaal Hertzog heeft
daarop nog eens nadruk gelegd, toen hij
een vorig jaar in Europa vertoefde, en als
men generaal Smuts de positie van Zuid-
Afrika hoort uiteenzeten, verneemt men al
n et anders. De eerste conferentie der do
miniale premiers, die door de Zuid-Afri
kaansche Unie en in haar naam door Botha,
werd bijgewoond, was die van 1911; toen
werd voor het eerst een uitgebreid en alle
mogelijke geheime inlichtingen verschaffend
overzicht van Engeland's internationale
staatkunde aan de dominions gegeven. Maar
voorloopig lieten deze nog na de maatrege
len te treffen, waardoor zij zich toen reeds
een volledig aandeel in de zeggenschap om
trent het buitenlandsch beleid hadden kun
nen verwerven. De oorlog, die Engeland's
beroep op den steun der dominions noodig
maakte, veranderde dit; veranderde het
zoodanig, dat reeds in 1917 het rijks-oor
logskabinet in het leven werd geroepen,
waaraan door vertegenwoordigers der do
minions werd deelgenomen. Reeds ter confe
rentie van 1921 werd de vrijwel volledige
j interne onafhankelijkheid der dominions
erkend en in 1923 bevestigd. Maar vooral ter
conferentie van 1926 is de grondslag gelegd
voor de verhouding, die in 1931 tot het Sta
tuut van Westminster heeft geleid, en de
oand tusschen het Engelsche moederland
.•enerzijds, de dominions anderzijds, in de
jogen van de eenen heeft verzwakt, van de
anderen heeft versterkt. Verzwakt, wanneer
men meende, dat slechts volkomen autori
teit van het Engelsche moederland in alle
rijkszaken de mogelijkheid zou scheppen tot
handhaving van de eenheid. Versterkt, wan
neer men zich stelt op het standpunt, dat
alleen de algemeene erkenning door deze
onderdeelen van gemeenschappelijke belan
gen een band kan scheppen die ook voor
een ver verwijderde toekomst bindt.
Mt Canada heeft Zuid-Afrika behoord tot
de dominions, die ongetwijfeld tengevolge
van de geschiedenis van Zuid-Afrika het
sterkst op de onafhankelijke rechten van de
dominions nadruk hebben gelegd. Zuid-
Afrika ziet zijn eigen toekomst voor zich,
toekomst, die het zich niet denkt onafhan
kelijk van Engeland, maar waarin het eigen
levensmogelijkheden wil scheppen, die het
afgescheiden wil houden van Engelsche po
litieke belangen. Vandaar, dat de dominions
aan het tractaat van Locarno niet medede-
den; vandaar, dat terzake van initiatieven
op de Ontwapeningsconferentie door Enge
land overleg met de dominions werd ge
pleegd; vandaar, dat Engeland terzake van
het act van Vier noch ten aanzien van eenig
belangrijk punt van buitenlandsch beleid
stelling nam zonder met de dominions te
hebben overlegd. Wie zich nog herinnert het
geestige „Van Dag tot Dag"-artikel van den
onvergetelijken Charles Boissevain in 1899
geschreven ter gelegenheid van het uitbre
ken van den Zuid-Afrikaanschen oorlog,
voorspellende de ontbinding van het groote
Britsche Rijk, komt tot de overtuiging, dat
weliswaar de daarin gedane profetie niet
tot verwezenlijking is gekomen, maar dat
langs anderen weg de Engelsche overmacht
in de deelen der wereld, die aan het begin
dzer eeuw nog onverkort door Londen wer
den beheerscht, is ten einde gekomen. Wie
had zoodanig resultaat bijkans binnen een
kwarteeuw na de Vrede van Vereeniging
kunnen verwachten!
Ziet men wat de Zuid-Afrikaansche Unie
van het oogenblik is, dan ziet men in haar
een gebied van een totaal oppervlakte van
11/4 milioen K.M.2., waarvan er 720.000 tot
de Kaapkolonie, 260.000 tot den voormali-
gen Transvaal, 135.000 tot den voormaligen
Oranje Vrijstaat en 90.000 tot Natal behoo-
ren, terwijl het onder mandaat staande Duit-
sche Zuid-West-Afrika alleen reeds een op
pervlakte van 833.000 K.M.2. heeft. De Zuid-
Afrikaansche Unie wordt bewoond door een
totaal van 6 tot 7 millioen inwoners, waar
van ruim IK millioen tot het blanke ras be-
hooren; Duitsch Zuid-West-Afrika door bij
kans 200.000 inwoners en een blanke bevol
king, die met 10 pCt. is overeen te brengen.
Gesteld, dat te eeniger tijd Rhodesia en de
protectoraten van Bechuanaland, Basoeto-
land en Swazi en Nyassaland in het noor
den van Natal tot de Zuid-Afrikaansche
Unie zouden gaan behooren, dan zou deze
omvatten een gebied dat bij een toename
tot 4 millioen K.M.2. zijn bevolking matiger
zou zien stijgen en in elk geval het zwarte
e ement zou zien toenemen. Ziet men naar
de verhouding van blanken en zwarten dan
blijkt, dat in Natal waar ook de Aziaten zijn.
het blanke element slechts 1/10 deel der be-
volking uitmaakt; in den Oranje Vrijstaat
is het met 60 pCt. het sterkst. Welke da
juiste verhouding is tusschen het Holland»
sche en het Engelsche element, is uiteraard
niet zoo gemakkelijk vast te stellen, omdat
hier niet uitsluitend de taal de overheer-
schende factor is, maar zelfs de Engelsche
statistieken van een tiental jaren geleden
gaven 40 boeren tegenover 35 Engelschen
toe, welke verhouding volgens sommigen
niet te geflatteerd is, wanneer men haar op
50 tegenover 25 stelt. Hoe dit zij, Zuid-Afri.
ka is, tengevolge van den natuurlijken rijk-
dam aan mineralen, bezig zich te ontwik
kelen in geheel anderen zin dan de oude
voortrekkers ook maar een oogenblik heb
ben kunnen denken. Zuid-Afrika is land
van diamant en van goud, en van het laat
ste vooral, ja relatief gesproken, het rijkst
produceerende goudland te wereld. Men
stelle tegenover elkander het cijfer van
ruim 100 millioen gulden in 1896 en dat van
ruim 400 millioen in 1920, en men bedenke,
dat op 7 tot 8 milliard gesteld wordt de
waarde, die tusschen 1886 en 1919 aan den
Zuid-Afrikaanschen bodem is ontnomen.
Daartegenover is de landbouwvoortbrenging
uiteraard niet in gelijke mate gestegen, al
treft men ook hier een vereerdering van
de welvaart aan, die met de ontwikkeling
van diamant- en goudindustrie verband
houdt. Hierbij komt nog, dat Zuid-Afrika
kolen bevat voor de eigen industrie; dat de
bodem koper en tin oplevert. En vooral
dient niet vergeten te worden, dat de vee
teelt van de Zuid-Afrikaansche Unie tot de
belangrijkste der wereld behoort; dat, in net
bijzonder inhet zuidelijk gedeelte van de
Kaapkolonie de fruitteelt bloeit en de wijn
bouw een belangrijke tak vormt. Natal is
bovendien een land, waar suikerriet, thee,
kinine, tabak geplant kan worden. Was
Kaapstad met het daarachter gelegen Zuid-
Afrikaansche land eens de wisselplaats der
schepen, het leeft thans een eigen leven,
waarin het weliswaar niet geheel onafhan
kelijk is van de overige wereld welk an
is dat tegenwoordig wel? maar waarin
het richting geeft aan eigen bestemming.
Van Kaapstad in het Zuiden tot aan de
Limpopo-rivier in het noorden, van Dur an
in het oosten tot aan de westelijke grenzen
van de Kaapkolonie, ja, eigenlijk to aa
die van den Atlantischen Oceaan waai
vierkleurige vlag, waarin het embleem v
de Union Jack niet is vergeten. De strijd om
deze vlag vormt op zichzelf een episo e
het leven der Zuid-Afrikaansche Unie. a
de kleuren van die vlag brengen in
nering, dat het Nederlandsch initiatief a
stoot heeft gegeven tot de eerste open e
ging van Zuid-Afrika, en dat het de taaie
volharding, vrijheidszin en geestkracht oer
voortrekkers van 1836 is geweest, °ie
v/onder, dat de levenskrachtige Zuid-A" -
kaansche Unie in zich sluit, heeft mog
gemaakt.
Dat is een gedachte, die in 1936 met
bied vervult tegenover de wilskrach ïg
mannen, vrouwen en kinderen van
WÈÊM
Hier vader!U had uw
boterhammen vergeten!