SigaretTenrookers Een ORIGINEEL product „Lichtstrepen in Indischen toestand", zegt Dr. Colijn. HcuuU en Jumêouw DIENSTPLICHT. Onderzoek van Verlofgangers. Eerste Kamer Alom gissingen, wie de nieuwe Gouverneur- generaal van Indië zal worden. N. S. B. stemt vóór begrooting. ALKMAAR8CHE COURANT van VRIJDAG T5 ME11936 Het onderzoek van verlofgangers der lichtingen 1924 en 1927 zal plaats hebben jn het Beursgebouw aan het Luttik Oudorp op DINSDAG, 9 Juni 1936 voor hen, wier geslachtsnaam aanvangt met een der let ters: Lichting 1924: AK 9.00 uur, en LZ 9.45 uur. Lichting 1927: A—K 10.30 uur en L—Z 11.15 uur. Wie bij het onderzoek moeten verschijnen Aan het onderzoek moeten deelnemen de tot de landmacht behoorende groot-verlof gangers, ingelijfd voor een der bovenge melde lichtingen. Zy, die voor een der lichtingen zijn in gelijfd, maar tengevolge van uitstel of om een andere reden tegelijk met een latere lichting de eerste oefening hebben vol bracht, moeten zich niettemin aan het on derzoek onderwerpen, voorzoover zij al thans niet behooren tot hen, die daarvan ZU'n vrijgesteld. Aan het onderzoek moeten ook deelne men de dienstplichtigen van de genoemde lichtingen, die een vrijwillige verbintenis hebben aangegaan: a. als verzorger bij den rijkspostduivendienst; b. als hoefsmid bij de infanterie; c. in verband met erkende ge wetensbezwaren; df. op den voet van een gewoon dienstplichtige. Wie niet aan het onderzoek behoeft deel te nemen. Aan het onderzoek neemt niet deel hij: a. die zijn eerste oefening nog niet heeft volbracht. b. dte in dit jaar vóór den voor het on derzoek bepaalden dag, in werkelijken dienst is geweest uit andere hoofde dan bij wijze van straf; c. die bestemd is om in dit jaar voor her halingsoefeningen in werkelijken dienst te komen; d. die elders woont dan in Nederland, e. die zich buitenlands bevindt ter uit oefening van de zeevaart (hieronder niet begrepen der zeevisscherij f. die de binnenvaart uitoefent op ande re landen en zich voor dit doel in een dier landen ophoudt; g. die ingevolge de geldende bepalingen geheel is vrijgesteld van opkomst in werke lijken dienst in geval van oorlog, oorlogs gevaar of andere buitengewone omstandig heden; h. die als vrijwilliger behoort tot een der landstormkorpsen Motordienst, Vaartuigen- dienst of Spoorwegdienst; i. die vaandrig of kornet is; j. die na zijn ontlsag als reserve-officier in de hoedanigheid van gewoon dienstplich tige tot het leger is blijven behooren. Wijze van verschijning. De verlofganger moet bij dit onderzoek verschijnen in uniform gekleed en boven dien voorzien van de overige tot zijn uit rusting behoorende goederen, voor zoover deze hem zijn uitgereikt of door hemzelf rijn aangeschaft. Hij moet, zoo mogelijk op eigen schoenen bij het onderzoek verschij nen. Onderworpenheid aan bevelen. De verlofganger staat niet alleen gedu rende den tjjd, dien 't onderzoek duurt, maar ook zoolang hij ter gelegenheid van het onderzoek in uniform gekleed is, onder de bevelen van den autoriteit, die 't on derzoek houdt, zoodat, indien hij ongere geldheden pleegt of zich aan een strafbaar feit schuldig maakt, hetiij bij het gaan naar de plaats, voor het onderzoek bestemd, hetzij gedurende het onderzoek of bij het naar huis terugkeeren, hy te dier zake kan worden gestraft volgens het Wetboek van Militair Strafrecht en de Wet op de Krijgs tucht. Nalatigheid. Een streng of een licht arrest van ten hoogste zes dagen kan worden opgelegd aan den verlofganger, die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt of, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige leden niet aan zijn hierboven omschreven verplichtingen voldoet. Onverminderd deze straf kan de verlof ganger, die zich schuldig maakt aan een der bedoelde feiten of wiens goederen bij het onderzoek blijken niet in den vereisch- ten staat te verkeeren, worden verplicht om op een nader te bepalen tijd en plaats te verschijnen of opnieuw te verschijnen tot het ondergaan van een onderzoek. De verlofganger, die, opgeroepen voor laatstbedoeld onderzoek, daarbij zonder geldige reden niet verschijnt of daarbij in ander opzicht zijn verplichtingen niet na komt, kan in werkelijken dienst worden geroepen voor den tijd van ten hoogste twee maanden. Verhindering. Ingeval ziekte of gebreken de deelneming aan het onderzoek mochten verhinderen, dient daarvan zoodra mogelijk ter gemeen te-secretarie te worden overgelegd een ge neeskundige verklaring, welke op onge zegeld papier kan worden gesteld. De hand- teekening van den geneeskundige behoort gelegaliseerd te zijn door den Burgemees ter van de gemeente, waar de geneeskun dige woont. De verlofganger, die wegens ziekte of om een andere reden in de onmogelijkheid verkeert om bij het Juni-onderzoek te ver schijnen dan wel wegens woonplaatsveran dering niet voor dat onderzoek is opgeroe pen, wordt door den Indeelingsdistrictscom- mandant verplicht het onderzoek in Octo- ber of November te ondergaan. Verschijning op anderen tijd of op andere plaats. Aan den verlofganger kan op zijn verzoek door den Indeelingsdietrictscommandant te Haarlem, Inf. kazerne, worden vergund, 't onderzoek op een anderen dag, op een an dere plaats binnen het district of in een ander district te ondergaan. Het verzoek schrift, waarin de reden duidelijk moet worden omschreven, moet tijdig en gefran keerd worden toegezonden. Maakt een ver lofganger, aan wien een dergelijke vergun ning is verleend, daarvan niet nauwkeurig gebruik, dan wordt de vergunning geacht te zijn vervallen. Wenscht de verlofganger uitstel van het onderzoek tot October of November, dan kan hy ook daartoe het verzoek doen aan den Indeelingsdistrictscmmandant. Alkmaar, 15 Mei 1936. De Burgemeester van Alkmaar F. H. VAN KINSCHOT. (Van onzen parlementairen medewerker.) Den Haag, 14 Mei. De senaat heeft de Indische begrooting ponder hoofdelijke stemming goedgekeurd, aelfs zonder de aanteekening, dat de N.S.B. tegen is. Graaf de Marchant et d' Ansem- bourg had gisteren aangekondigd, dat zijn fractie vóór zou stemmen en aldus eenzelf de houding zou aannemen als bij de be grooting van defensie. Beide begrootingen ressorteeren onder minister Colyn. Heeft deze bij de N.S.B. een streepje voor? An dersom is stellig niet het geval. Integendeel. De minister heeft het verbod voor ambtena ren, om lid der N.S.B. te zijn, heden nog weer verdedigd met te verwijzen naar de belofte van trouw aan den leider, welke be lofte onder zekere omstandigheden den N.S.B.-ers meer waard zou kunnen blijken dan de gehoorzaamheid, welke zij aan de legeer in g verschuldigd zijn, en naar „de Vulgaire critiek op de regeering", door ir. Mussert ook in zijn laatste rede te 's-Gra- Venhage weder geoefend en waaraan, zeide 2-Exc., „een fatsoenlijk en behoorlijk man ïich niet zou schuldig maken". De laatste «rond schijnt ons voor een verbod niet houdbaar. Niet, omdat wij 's ministers kwa lificatie van ir. Mussert's critiek niet zouden Willen onderschrijven, maar omdat zooda nige critiek in den loop der jaren geoefend Wordt door aanhangers van verschillende partijen, zonder dat deswege aan ambtena ren verboden wordt, lid van zulk een partij *e zijn. Wij zouden zoo'n verbod op dezen grond dan ook niet wenschen, al ware het alleen, omdat het eind ervan zoek zou zyn en de opvatting, wat vulgair, fatsoenlijk en behoorlijk is, tot op zekere hoogte een sub jectief karakter draagt, al zijn er gevallen, waarin de groote meerderheid van ons vol.c een gelijke opvatting hieromtrent is toege daan. Dat ambtenaren in Indië wel lid der N.S. B. mogen zijn, verdedigde Z.Exc. met de opmerking, dat de uitingen van hun begin sel ginds anders zijn dan hier. Daarom ook betwistte hij, dat de houding van den gou verneur-generaal voor hem, die in Neder land een andere houding aanneemt, pijnlijk zou wezen. Be heer d' Apsembourg had gevraagd, of Nederlandsche couranten in Indië in Japan' sche handen zijn overgegaan. De minister zal het onderzoeken, maar achtte het niet waarschijnlijk en zeide, dat men dertig jaar geleden in Indië in eiken Japanschen foto graaf een officier van den generalen staf van het Japansche leger zag. Den financieelen toestand besprekende, deelde Z.Exc. mede, dat hij hoopt en ver trouwt, dat in 1937 de Indische schuld niet meer zal toenemen. Gegevens, welke hem uit Indië bereikt hebben, gaven hem die hoop en dat vertrouwen. Dat er straf be zuinigd is, gaf hij toe, maar, vervolgde hij, men moet op dit punt niet overdrijven; de salarissen waren tien jaar geleden overdre ven hoog. Hij erkende, dat het geen fraaie methode is geweest, om de oliemaatschap pijen vijf millioen te laten betalen en in ruil hiervoor een olieheffing in 1936 achterwege te latèn, maar kreeg de lachers op zijn hand, toen hij erop liet volgen: „Doch wij kregen vijf millioen op tafel, hard cash". Wat er in 1937 in dit verband zal gebeuren, wist hij nog niet. Dat deze methode zou worden ge repeteerd, vond hij zelf onwenschelijk. Het uitvoerrecht op rubber rechtvaardigde de bewindsman met te herinneren aan de re- geeringsmaatregelen, waardoor de rubber- prijs is gestegen, maar zoodanige maatrege len zijn ten aanzien van de olie niet geno men en de olie moet bovendien op de open markt concurreeren in tegenstelling tot de rubber, waarvoor prijsafspraken zijn ge maakt. Tegenover een klacht van mr. Mendels over den voedingstoestand der bevolking stelde de minister een uitspraak van den heer Meyer Ranneft, oud-vice-president van den raad van Indië, en volgens den bewinds man één der beste kenners van Indië, dat de voedingstoestand zeker niet slechter is dan 25 jaar geleden. Z.Exc. vertelde voorts, dat hij klaar is met zijn voorstellen inzake de Indische marine en dat de ministerraad er de volgende week Dinsdag over zal beslissen. Voor zes van de dertien bommenwerpers, waarover mr. Mendels gisteren inlichtingen had gevraagd, blyken de staten-generaal het geld nog te moeten toestaan. „U loopt alleen het risico, dat u ze zelf moet betalen", schertste mr. Mendels bij interruptie en de minister, aan stonds den toon vattende, antwoordde: „Dan loop ik alleen het risico, failliet te gaan". Vermelding verdient, dat begin Juni de benoeming van den nieuwen gouverneur-ge neraal zal afkomen. Wie het worden zal? Er zijn vele namen genoemd. Ons zou het niet verwonderen, als het iemand wordt, die heelemaal niet genoemd is. Was ook jhr. de Jonge's benoeming niet een verras sing? De denkbeelden omtrent instelling van een Rijksraad of een Rijksparlement zal Z.Exc. niet bestudeeren, omdat voor verwe zenlijking hiervan een rustiger tyd noo- dig is. Hy eindigde met een hoopvol geluid: het laat zich aanzien, dat de allerdonkerste tij den in Indië achter ons liggen en dat de lichtstrepen zullen toenemen. Velen applau disseerden, misschien niet alleen uit bewon dering voor 's ministers rede, maar ook uit blijdschap over die voorspelling. De heer d'Ansembourg, in zijn repliek, verwekte vroolijkheid in de Kamer, door niet te spreken van „gouverneur-generaal", maar van „generaal-gouverneur". Waarom dan maar niet ineens: „General-Statthal- ter"? Dit is ten minste zuiver Duitsch. En mr. Mendels repliceerde, dat de minister hem niet bevredigd had, waarop hij vervolg de: „De minister zal door mij ook wel niet bevredigd zijn, maar dit doet er minder toe, want wij zitten hier niet om den minister te bevredigen, maar wel andersom". Is dit een omschrijving van het parlementaire stelsel? Hoe het zij, Z.Exc. toonde weer, een grap te kunnen waardeeren, en antwoordde, dat het hem een genoegen was, met mr. Men dels te debatteeren, op één voorwaarde: dat deze niet zou eischen, dat Z.Exc. hem zou overtuigen. De begrooting van Suriname is goedge keurd, nadat mr. Droogleever Fortuyn (lib.) gepleit had voor voortzetting van den re- geeringssteun aan de citruscultuur (minis ter Colijn is ertoe bereid) en de heer de Jong had aangedrongen op gelijkstelling van de hoofdonderwijzersakten in Neder land en in Suriname, wat exameneischen en bevoegdheid betreft, een zaak, waarover minister Colijn met zijn ambtgenoot van on derwijs zal spreken. Het wetsontwerp tot instelling van een vaartuigendienst in Suriname ging onder den hamer door, hoewel bij de regeling van werkzaamheden mr. Mendels er nog al wat drukte over had gemaakt. De salarisverlaging voor de leden van den raad van State, van de rechterlijke macht en van de Rekenkamer bracht een rede van mr. Knottenbelt (lib.) tegen deze verlaging voor de rechterlijke macht, welker salaris sen z.i. al eerder te laag, dan te hoog zijn. Minister van Schaik was dit laatste niet met mr. Knottenbelt eens en betoogde, dat allen over één kam moeten worden geschoren. CENTRALE VEILINGSVEREENIGING WARMENHUIZEN EN OMSTREKEN TE WARMENHUIZEN. Woensdagmiddag werd in café De Moriaan te Warmenhuizen de j aarlij ksche algemeene vergadering gehouden van de C. V. V. Warmenhuizen en omstreken. De voorzitter, de heer P. Slot, wees in zijn openingswoord er op, dat het de vei ling in het afgeloopen jaar vrij goed is gegaan. Met de bedrijven der leden is dit echter niet het geval. De verwachtingen waren hoog aangeslagen voor de prijzen der producten in verband met de geringe opbrengst, doch deze verwachtingen zijn beschaamd geworden. Hiervan is de oor zaak te zoeken in de belemmeringen welke het betalingsverkeer ondervindt. Andere steun dan misoogststeun behoeft men niet meer te verwachten, daar de producten tot boven de richtprijzen hebben opge bracht. De hoop dat eindelijk eens een eind zal komen aan de autarkie in ver schillende landen moet niet te groot zijn. Aan het einde van zijn rede herdacht spr. den overleden telefonist van de veiling, wijlen de heer Th. Reinders. Medegedeeld werd, dat het aantal leden bij de veiling aangesloten, 650 bedraagt, tegen 659 in het vorige jaar. Voorgelezen werden de verschillende bepalingen welke door de Ned. Groenten- en Fruit-Centrale zijn gesteld voor de veilingen in verband met het veilen van producten en de hier aan gestelde kwaliteitseischen. Voorts werd medegedeeld, dat de mini mum- en vergoedingsprijzen voor de tuinbouwproducten dezelfde zijn gebleven. Aan het financieel verslag zij ontleend, dat de ontvangsten totaal 20.84.56 waren geweest, de uitgaven 18853.25, het voor- deelig saldo 1231.31 Het aanvang- saldo was 412.0014. De balans sloot op een totaal bedrag van 50.928.88, het winststaldo was 3754.12, terwijl de verlis- en winstreke ning een eindcijfer toonde van 16.484.51. Het winstsaldo stelde het bestuur voor als volgt aan te wenden' 4 rente beta len over het aandeelenkapitaal en 3554.16 af te schrijven op de gebouwen. De boekwaarde wordt hierdoor terugge bracht op 39.041.41 K. Het voorstel voor de bestemming van de winst is aange nomen. De begrooting 1936 welke hierna werd behandeld, sloot in totaal op 12.601, bij een geraamden omzet van 500.000. Het batig saldo op deze begrooting werd ge raamd op 834. Naar aanleiding van deze begrooting werden een paar vragen gesteld, of men er mee door moest gaan, in het minimumprij- zenfonds te storten. De voorzitter achtte dit een verplichting, welke men op zich genomen had tegenover de provincie. Door „Groentecultuur" werd voorgesteld het liggeld met de helft te verlagen. Dit zal in het bestuur worden bespro ken, doch er werden geen toezeggingen gedaan. Verder maakte de heer Boekei bezwaar tegen de hooge uitgaven, welke volgens dezen spreker gelijk waren aan de z.g. gouden tjjd. De voorzitter verklaarde het wel anders. De heer Boekei noemde echter het inkomen van den marktopzichter- keurmeester, die volgens hem 31 ver dient. Hierbij is echter ook gerekend de pensioenstorting welke door de veiling wordt gedaan. Na eenige besprekingen werd de begrooting aldus aangenomen, hoewel er de aandacht op werd geves tigd, de mogelijkheid te onderzoeken of combinatie van de betrekkingen telefonist en schoonmaker kon plaats vinden. Het zeer uitgebreide jaarverslag, ver volgens door den secretaris, den heer P. Klant, uitgebracht vermeldde een omzet over 1935 van 449.471.78, tegen 500.101.16 in 1934. Over de seizoenen was het beeld iets gunstiger. Dan was de omzet over 1935/1936 ongeveer 10 hoo- ger dan in het seizoen 1934/1935. Gememoreerd wordt de misoogst welke de tuinders heeft getroffen en waardoor de toestand dier menschen werkelijk be klagenswaardig is geworden. Gelukkig heeft de regeering gehoor gegeven aan het dringend verzoek om een bijzondere steun- verleening in het leven te roepen, waar voor dank wordt gebracht. Hierna volgde een overzicht van het verloop der markt prijzen. De aanvoer is in vergelijking met ver leden jaar toegenomen van gewone witte kool met 3 wagons, peen met 4 wagons, zilveruien met 1 wagon, late aardappelen met 4 wagons en afgenomen met 308 wa gons roode kool, 100 wagons gele kool, 146 wagons Deensche witte kool, 14 wagons vroege aardappelen, 7 wagons slaboonen, 8 wagons gele nep, 25 wagons gele uien en 7 wagons bieten. Deze vermindering is te wijten aan de misoogst. Behoefte aan onze producten bestaat nog wel, maar de beta lingsmoeilijkheden en belemmering van het handelsverkeer spelen een groote rol. De nieuwe handelsverdragen met Amerika en Polen zullen naar gehoopt wordt, in de toekomst de gelegenheid kunnen bieden het afzetgebied uit te breiden. De voor raden waren tengevolge van de misoogst aanmerkelijk minder. Er waren minder 319 wagons roode kool, 160 wagons gele kool, 21 wagons Deensche witte kool, of in totaal ongeveer 700 wagons minder. Voor het buitenland werd geinspecteerd een hoeveelheid van 5086 balen aardappelen. Met genoegen werd verbetering van de financieele toestand der veiling geconsta teerd. Het uitstaande bedrag aan obliga ties is nog 12.850. De invoer-hal is voorzien van een nieuwe dakbedekking, waaraan tamelijk veel geld is besteed. Men is er echter nu een heele tijd af. Gewezen werd op de ongeregelde aanvoeren, welke voorziening behoeven. Om de draaihartig- heid in de kool te bestrijden heeft men zich met den heer Lijftogt in verbinding gesteld, die daarover een lezing heeft ge houden, met gevolg, dat proeven zullen worden genomen met het door hem gepro pageerde; bestrijding door middel van ta bakszand, zoowel door de veiling als door particulieren. De hoeveelheid beschikbaar tabakszand is echter zeer beperkt. Toege juicht wordt het onder de landbouwuit- voerwet brengen van de tuinbouwproduc ten. Men dient zich ter uitbreiding van de afzet in te stellen op betere kwaliteit. Voor de toekomst ziet het niet gunstig uit. Al wordt wel eens gesproken over de afschaffing van de autarkie, dit is nog niet het geval. De vooruitzichten zijn on zekerder dan ooit. Wij hopen echter, aldus besluit het jaarverslag, dat de leden on danks de ongunst der tijden zich niet laten ontmoedigen en te doen wat voor de hand ligt, namelijk, te zaaien te planten en te oogsten in de hoop dat er zegen op hun arbeid moge rusten. Het jaarverslag werd onder dank aan den samensteller goedgekeurd en vastge steld. In verband met den stand der begrooting en de toelichting van het bestuur werd een voorstel van de afd. L. T. B. Tuitjen- horn om het veilingspercentage met te verlagen, ingetrokken. De handel met Rusland. De vereeniging Westfriesland achtte het voor de toekomst van den tuinbouw van het grootste belang hoe de koers van de handelspolitiek zal zijn. De moeilijkheden in het handelsverkeer met Duitschland vormen een ernstige bedreiging voor den tuinbouw. Westfriesland zou er op aan willen dringen dat ter verbetering van het afzetgebied, handelsbetrekkingen met Rusland worden aangegaan. Wanneer niet wordt uitgezien naar andere en betere af zetgebieden dan we thans hebben geeft het niets, al wordt bereikt dat men de draiahartigheid in de kool bestrijdt met goed succes. Gewezen wordt op het feit, dat Nederland de zesde plaats inneemt in het handelsverkeer me' Rusuand en op een belangrijke bestelling bloembollen welke door Rusland in ons land is geplaatst. Men wil nogmaals met klem bij de regeering aandringen dat ook voor den tuinbouw het vraagstuk van handelscredieten op lange termijn aan de Sovjet-Unie ten spoedigste zal worden opgelost en aan de vereenigde Kamers van Koophandel zal worden aan geboden. Het Centraal bestuur wees er op, dat men niet alleen het oog gevestigd moet houden op Rusland, maar ook op Polen, Tsjecho-Slowakije, de Randstaten, Canada enz. Uitbreiding van het afzetge bied is bij het Centraal Bureau in studie en het C. Bestuur meent te kunnen volstaan met het streven van het Centraal Bureau zoo veel mogelijk te steunen. De heer Half van Schoorldam lichtte het voorstel toe. Het is zijn bedoeling, dat speciaal de aandacht op de Sovjet-Unie wordt gevestigd. Op het oogenblik wordt deze wel wat op den achtergrond gehou den. De voorzitter zeide dat men er feitelijk hetzelfde over dacht. Spr. wees op de me dewerking van de regeering om meer practici in de delegatie te benoemen, het geen toe te juichen valt. Er wordt ge tracht met Rusland in verbinding te ko men. Er zijn echter vele moeilijkheden. De heer Wildeboer heeft over de han delsdelegatie naar Rusland slechts weinig gelezen, in tegenstelling van die naar Amerika. Het is voor den tuinbouw tenge volge van het afsluiten van overeenkom sten met het buitenland al moeilijker ge worden. De heer Wildeboer stelde weinig vertrouwen in het Centraal Bureau als het ging om verbetering van de handels betrekkingen met Rusland, gezien de houding van den voorzitter van het C, Bestuur op de laatste algemeene vergade ring. De voorzitter wees er op, dat als een overeenkomst wordt afgesloten, de andera partij ook voorwaarden heeft. Het is een geven en nemen. Als dan een klein beetje bereikt is, is men al blij. Die andere lan den geven ook weer producten terug die zij te veel hebben en dat zijn veelal onze producten. De heer Half noemde het de fout dat Rusland niet erkend is. De voorzitter meende nu, dat men zich op politiek terrein begaf. Na eenige besprekingen, waarbij da heer Wildeboer de aandacht vestigde op een in 1937 te houden tuinbouwtentoon stelling te Moskou, werd van dit onderwerp overgegaan op het volgende. Koolduiven bestrijding. De vereeniging Westfriesland stelde voor te besluiten tot een doelmatige be strijding van de koolduiven, in samen werking met de Langendijker veilingen. Deze dieren zijn zeer schadelijk voor de zaadbouw en planten snel voort. Het Centraal Bestuur is het met de voor stellende vereeniging eens. Na eenige besprekingen, waarbij o.m. werd aangedrongen om de plaatselijke vereenigingen iets te doen bijdragen, waar voor een beroep op de leden werd gedaan, werd op voorstel van den voorzitter be sloten, voorloopig een bedrag van 100 beschikbaar te stellen en met de zuster- veilingen aan den Langendijk in verbin ding te treden. Bij de rondvraag werd o.m. de vraag behandeld hoe het stond met de in België door een zuurkoolfabrikant gecontracteer de kool. Of deze in Holland vrij mocht worden ingevoerd, hetgeen een groote con currentie zou beteekenen. De voorzitter geloofde, dat dit wel mo gelijk was, doch dat de fabrikant de kool allicht in België zou inmaken, zooals al meerdere jaren, omdat op zuurkool in België een invoerrecht drukt. Zoo noodig kan men door de Vierbond stappen doen. Verder werd nog een motie voorgesteld om te trachten de uitsluiting van de mis oogststeun voor de bedrijven die vrijwil lig in 1933 hebben ingekrompen, te krij gen opgeheven. Hierop zal weinig kans zijn, zeide de voorzitter, want de bedrijven welke voor minder dan 30 uit tuinbouw bestaan zijn uitgeschakeld. Er moet een regeling zijn. Men had van de 50.000 K.G. tabakszand, welke waren besteld, slechts 15000 K.G. kunnen koopen, ondanks de groote aanbie dingen n. a. v. de eerste aanvrage. Na zeer breedvoerige besprekingen werd tenslotte besloten dat men zal trachten het aan te koopen kwantum uit te breiden tot 70 a 80 van het bestelde. Hierna volgden nog eenige besprekingen en onder de gewone plichtplegingen slui ting der vergadering. 1936 EEN SLECHT FRUITJAAR? Nachtvorsten en koude wind richtten veel schade aan. Voor een goed deel is de bloeitijd der fruitboomen thans voorbij. De beroemde bloesemdagen naar het fruitland zyn door het ongunstige weer dit jaar een matig succes geworden en het ergste is, dat óver het geheel genomen de vooruitzichten voor den oogst, voorzoover die thans reeds kun nen worden overschouwd, verre van gun stig zyn. De directie van den Landbouw geeft het volgend beeld van den stand op 11 Mei. De weersomstandigheden zyn niet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 5