SigaretTenrookers
Een ORIGINEEL product
„Lichtstrepen in Indischen toestand",
zegt Dr. Colijn.
HcuuU en Jumêouw
DIENSTPLICHT.
Onderzoek van Verlofgangers.
Eerste Kamer
Alom gissingen, wie de nieuwe Gouverneur-
generaal van Indië zal worden.
N. S. B. stemt vóór begrooting.
ALKMAAR8CHE COURANT van VRIJDAG T5 ME11936
Het onderzoek van verlofgangers der
lichtingen 1924 en 1927 zal plaats hebben
jn het Beursgebouw aan het Luttik Oudorp
op DINSDAG, 9 Juni 1936 voor hen, wier
geslachtsnaam aanvangt met een der let
ters:
Lichting 1924: AK 9.00 uur, en LZ
9.45 uur.
Lichting 1927: A—K 10.30 uur en L—Z
11.15 uur.
Wie bij het onderzoek moeten verschijnen
Aan het onderzoek moeten deelnemen de
tot de landmacht behoorende groot-verlof
gangers, ingelijfd voor een der bovenge
melde lichtingen.
Zy, die voor een der lichtingen zijn in
gelijfd, maar tengevolge van uitstel of om
een andere reden tegelijk met een latere
lichting de eerste oefening hebben vol
bracht, moeten zich niettemin aan het on
derzoek onderwerpen, voorzoover zij al
thans niet behooren tot hen, die daarvan
ZU'n vrijgesteld.
Aan het onderzoek moeten ook deelne
men de dienstplichtigen van de genoemde
lichtingen, die een vrijwillige verbintenis
hebben aangegaan: a. als verzorger bij den
rijkspostduivendienst; b. als hoefsmid bij de
infanterie; c. in verband met erkende ge
wetensbezwaren; df. op den voet van een
gewoon dienstplichtige.
Wie niet aan het onderzoek behoeft deel te
nemen.
Aan het onderzoek neemt niet deel hij:
a. die zijn eerste oefening nog niet heeft
volbracht.
b. dte in dit jaar vóór den voor het on
derzoek bepaalden dag, in werkelijken
dienst is geweest uit andere hoofde dan bij
wijze van straf;
c. die bestemd is om in dit jaar voor her
halingsoefeningen in werkelijken dienst te
komen;
d. die elders woont dan in Nederland,
e. die zich buitenlands bevindt ter uit
oefening van de zeevaart (hieronder niet
begrepen der zeevisscherij
f. die de binnenvaart uitoefent op ande
re landen en zich voor dit doel in een dier
landen ophoudt;
g. die ingevolge de geldende bepalingen
geheel is vrijgesteld van opkomst in werke
lijken dienst in geval van oorlog, oorlogs
gevaar of andere buitengewone omstandig
heden;
h. die als vrijwilliger behoort tot een der
landstormkorpsen Motordienst, Vaartuigen-
dienst of Spoorwegdienst;
i. die vaandrig of kornet is;
j. die na zijn ontlsag als reserve-officier
in de hoedanigheid van gewoon dienstplich
tige tot het leger is blijven behooren.
Wijze van verschijning.
De verlofganger moet bij dit onderzoek
verschijnen in uniform gekleed en boven
dien voorzien van de overige tot zijn uit
rusting behoorende goederen, voor zoover
deze hem zijn uitgereikt of door hemzelf
rijn aangeschaft. Hij moet, zoo mogelijk op
eigen schoenen bij het onderzoek verschij
nen.
Onderworpenheid aan bevelen.
De verlofganger staat niet alleen gedu
rende den tjjd, dien 't onderzoek duurt,
maar ook zoolang hij ter gelegenheid van
het onderzoek in uniform gekleed is, onder
de bevelen van den autoriteit, die 't on
derzoek houdt, zoodat, indien hij ongere
geldheden pleegt of zich aan een strafbaar
feit schuldig maakt, hetiij bij het gaan naar
de plaats, voor het onderzoek bestemd,
hetzij gedurende het onderzoek of bij het
naar huis terugkeeren, hy te dier zake kan
worden gestraft volgens het Wetboek van
Militair Strafrecht en de Wet op de Krijgs
tucht.
Nalatigheid.
Een streng of een licht arrest van ten
hoogste zes dagen kan worden opgelegd
aan den verlofganger, die zonder geldige
reden niet bij het onderzoek verschijnt of,
daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
leden niet aan zijn hierboven omschreven
verplichtingen voldoet.
Onverminderd deze straf kan de verlof
ganger, die zich schuldig maakt aan een
der bedoelde feiten of wiens goederen bij
het onderzoek blijken niet in den vereisch-
ten staat te verkeeren, worden verplicht om
op een nader te bepalen tijd en plaats te
verschijnen of opnieuw te verschijnen tot
het ondergaan van een onderzoek.
De verlofganger, die, opgeroepen voor
laatstbedoeld onderzoek, daarbij zonder
geldige reden niet verschijnt of daarbij in
ander opzicht zijn verplichtingen niet na
komt, kan in werkelijken dienst worden
geroepen voor den tijd van ten hoogste
twee maanden.
Verhindering.
Ingeval ziekte of gebreken de deelneming
aan het onderzoek mochten verhinderen,
dient daarvan zoodra mogelijk ter gemeen
te-secretarie te worden overgelegd een ge
neeskundige verklaring, welke op onge
zegeld papier kan worden gesteld. De hand-
teekening van den geneeskundige behoort
gelegaliseerd te zijn door den Burgemees
ter van de gemeente, waar de geneeskun
dige woont.
De verlofganger, die wegens ziekte of om
een andere reden in de onmogelijkheid
verkeert om bij het Juni-onderzoek te ver
schijnen dan wel wegens woonplaatsveran
dering niet voor dat onderzoek is opgeroe
pen, wordt door den Indeelingsdistrictscom-
mandant verplicht het onderzoek in Octo-
ber of November te ondergaan.
Verschijning op anderen tijd of op andere
plaats.
Aan den verlofganger kan op zijn verzoek
door den Indeelingsdietrictscommandant te
Haarlem, Inf. kazerne, worden vergund, 't
onderzoek op een anderen dag, op een an
dere plaats binnen het district of in een
ander district te ondergaan. Het verzoek
schrift, waarin de reden duidelijk moet
worden omschreven, moet tijdig en gefran
keerd worden toegezonden. Maakt een ver
lofganger, aan wien een dergelijke vergun
ning is verleend, daarvan niet nauwkeurig
gebruik, dan wordt de vergunning geacht
te zijn vervallen.
Wenscht de verlofganger uitstel van het
onderzoek tot October of November, dan
kan hy ook daartoe het verzoek doen aan
den Indeelingsdistrictscmmandant.
Alkmaar, 15 Mei 1936.
De Burgemeester van Alkmaar
F. H. VAN KINSCHOT.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
Den Haag, 14 Mei.
De senaat heeft de Indische begrooting
ponder hoofdelijke stemming goedgekeurd,
aelfs zonder de aanteekening, dat de N.S.B.
tegen is. Graaf de Marchant et d' Ansem-
bourg had gisteren aangekondigd, dat zijn
fractie vóór zou stemmen en aldus eenzelf
de houding zou aannemen als bij de be
grooting van defensie. Beide begrootingen
ressorteeren onder minister Colyn. Heeft
deze bij de N.S.B. een streepje voor? An
dersom is stellig niet het geval. Integendeel.
De minister heeft het verbod voor ambtena
ren, om lid der N.S.B. te zijn, heden nog
weer verdedigd met te verwijzen naar de
belofte van trouw aan den leider, welke be
lofte onder zekere omstandigheden den
N.S.B.-ers meer waard zou kunnen blijken
dan de gehoorzaamheid, welke zij aan de
legeer in g verschuldigd zijn, en naar „de
Vulgaire critiek op de regeering", door ir.
Mussert ook in zijn laatste rede te 's-Gra-
Venhage weder geoefend en waaraan, zeide
2-Exc., „een fatsoenlijk en behoorlijk man
ïich niet zou schuldig maken". De laatste
«rond schijnt ons voor een verbod niet
houdbaar. Niet, omdat wij 's ministers kwa
lificatie van ir. Mussert's critiek niet zouden
Willen onderschrijven, maar omdat zooda
nige critiek in den loop der jaren geoefend
Wordt door aanhangers van verschillende
partijen, zonder dat deswege aan ambtena
ren verboden wordt, lid van zulk een partij
*e zijn. Wij zouden zoo'n verbod op dezen
grond dan ook niet wenschen, al ware het
alleen, omdat het eind ervan zoek zou zyn
en de opvatting, wat vulgair, fatsoenlijk en
behoorlijk is, tot op zekere hoogte een sub
jectief karakter draagt, al zijn er gevallen,
waarin de groote meerderheid van ons vol.c
een gelijke opvatting hieromtrent is toege
daan.
Dat ambtenaren in Indië wel lid der N.S.
B. mogen zijn, verdedigde Z.Exc. met de
opmerking, dat de uitingen van hun begin
sel ginds anders zijn dan hier. Daarom ook
betwistte hij, dat de houding van den gou
verneur-generaal voor hem, die in Neder
land een andere houding aanneemt, pijnlijk
zou wezen.
Be heer d' Apsembourg had gevraagd, of
Nederlandsche couranten in Indië in Japan'
sche handen zijn overgegaan. De minister
zal het onderzoeken, maar achtte het niet
waarschijnlijk en zeide, dat men dertig jaar
geleden in Indië in eiken Japanschen foto
graaf een officier van den generalen staf
van het Japansche leger zag.
Den financieelen toestand besprekende,
deelde Z.Exc. mede, dat hij hoopt en ver
trouwt, dat in 1937 de Indische schuld niet
meer zal toenemen. Gegevens, welke hem
uit Indië bereikt hebben, gaven hem die
hoop en dat vertrouwen. Dat er straf be
zuinigd is, gaf hij toe, maar, vervolgde hij,
men moet op dit punt niet overdrijven; de
salarissen waren tien jaar geleden overdre
ven hoog. Hij erkende, dat het geen fraaie
methode is geweest, om de oliemaatschap
pijen vijf millioen te laten betalen en in ruil
hiervoor een olieheffing in 1936 achterwege
te latèn, maar kreeg de lachers op zijn hand,
toen hij erop liet volgen: „Doch wij kregen
vijf millioen op tafel, hard cash". Wat er in
1937 in dit verband zal gebeuren, wist hij
nog niet. Dat deze methode zou worden ge
repeteerd, vond hij zelf onwenschelijk. Het
uitvoerrecht op rubber rechtvaardigde de
bewindsman met te herinneren aan de re-
geeringsmaatregelen, waardoor de rubber-
prijs is gestegen, maar zoodanige maatrege
len zijn ten aanzien van de olie niet geno
men en de olie moet bovendien op de open
markt concurreeren in tegenstelling tot de
rubber, waarvoor prijsafspraken zijn ge
maakt.
Tegenover een klacht van mr. Mendels
over den voedingstoestand der bevolking
stelde de minister een uitspraak van den
heer Meyer Ranneft, oud-vice-president van
den raad van Indië, en volgens den bewinds
man één der beste kenners van Indië, dat
de voedingstoestand zeker niet slechter is
dan 25 jaar geleden.
Z.Exc. vertelde voorts, dat hij klaar is met
zijn voorstellen inzake de Indische marine
en dat de ministerraad er de volgende week
Dinsdag over zal beslissen. Voor zes van de
dertien bommenwerpers, waarover mr.
Mendels gisteren inlichtingen had gevraagd,
blyken de staten-generaal het geld nog te
moeten toestaan. „U loopt alleen het risico,
dat u ze zelf moet betalen", schertste mr.
Mendels bij interruptie en de minister, aan
stonds den toon vattende, antwoordde: „Dan
loop ik alleen het risico, failliet te gaan".
Vermelding verdient, dat begin Juni de
benoeming van den nieuwen gouverneur-ge
neraal zal afkomen. Wie het worden zal?
Er zijn vele namen genoemd. Ons zou het
niet verwonderen, als het iemand wordt,
die heelemaal niet genoemd is. Was ook
jhr. de Jonge's benoeming niet een verras
sing?
De denkbeelden omtrent instelling van
een Rijksraad of een Rijksparlement zal
Z.Exc. niet bestudeeren, omdat voor verwe
zenlijking hiervan een rustiger tyd noo-
dig is.
Hy eindigde met een hoopvol geluid: het
laat zich aanzien, dat de allerdonkerste tij
den in Indië achter ons liggen en dat de
lichtstrepen zullen toenemen. Velen applau
disseerden, misschien niet alleen uit bewon
dering voor 's ministers rede, maar ook uit
blijdschap over die voorspelling.
De heer d'Ansembourg, in zijn repliek,
verwekte vroolijkheid in de Kamer, door
niet te spreken van „gouverneur-generaal",
maar van „generaal-gouverneur". Waarom
dan maar niet ineens: „General-Statthal-
ter"? Dit is ten minste zuiver Duitsch.
En mr. Mendels repliceerde, dat de minister
hem niet bevredigd had, waarop hij vervolg
de: „De minister zal door mij ook wel niet
bevredigd zijn, maar dit doet er minder toe,
want wij zitten hier niet om den minister te
bevredigen, maar wel andersom". Is dit een
omschrijving van het parlementaire stelsel?
Hoe het zij, Z.Exc. toonde weer, een grap
te kunnen waardeeren, en antwoordde, dat
het hem een genoegen was, met mr. Men
dels te debatteeren, op één voorwaarde: dat
deze niet zou eischen, dat Z.Exc. hem zou
overtuigen.
De begrooting van Suriname is goedge
keurd, nadat mr. Droogleever Fortuyn (lib.)
gepleit had voor voortzetting van den re-
geeringssteun aan de citruscultuur (minis
ter Colijn is ertoe bereid) en de heer de
Jong had aangedrongen op gelijkstelling
van de hoofdonderwijzersakten in Neder
land en in Suriname, wat exameneischen en
bevoegdheid betreft, een zaak, waarover
minister Colijn met zijn ambtgenoot van on
derwijs zal spreken.
Het wetsontwerp tot instelling van een
vaartuigendienst in Suriname ging onder
den hamer door, hoewel bij de regeling van
werkzaamheden mr. Mendels er nog al wat
drukte over had gemaakt.
De salarisverlaging voor de leden van den
raad van State, van de rechterlijke macht
en van de Rekenkamer bracht een rede van
mr. Knottenbelt (lib.) tegen deze verlaging
voor de rechterlijke macht, welker salaris
sen z.i. al eerder te laag, dan te hoog zijn.
Minister van Schaik was dit laatste niet met
mr. Knottenbelt eens en betoogde, dat allen
over één kam moeten worden geschoren.
CENTRALE VEILINGSVEREENIGING
WARMENHUIZEN EN OMSTREKEN
TE WARMENHUIZEN.
Woensdagmiddag werd in café De
Moriaan te Warmenhuizen de j aarlij ksche
algemeene vergadering gehouden van de
C. V. V. Warmenhuizen en omstreken.
De voorzitter, de heer P. Slot, wees in
zijn openingswoord er op, dat het de vei
ling in het afgeloopen jaar vrij goed is
gegaan. Met de bedrijven der leden is dit
echter niet het geval. De verwachtingen
waren hoog aangeslagen voor de prijzen
der producten in verband met de geringe
opbrengst, doch deze verwachtingen zijn
beschaamd geworden. Hiervan is de oor
zaak te zoeken in de belemmeringen welke
het betalingsverkeer ondervindt. Andere
steun dan misoogststeun behoeft men niet
meer te verwachten, daar de producten
tot boven de richtprijzen hebben opge
bracht. De hoop dat eindelijk eens een
eind zal komen aan de autarkie in ver
schillende landen moet niet te groot zijn.
Aan het einde van zijn rede herdacht spr.
den overleden telefonist van de veiling,
wijlen de heer Th. Reinders.
Medegedeeld werd, dat het aantal leden
bij de veiling aangesloten, 650 bedraagt,
tegen 659 in het vorige jaar. Voorgelezen
werden de verschillende bepalingen welke
door de Ned. Groenten- en Fruit-Centrale
zijn gesteld voor de veilingen in verband
met het veilen van producten en de hier
aan gestelde kwaliteitseischen.
Voorts werd medegedeeld, dat de mini
mum- en vergoedingsprijzen voor de
tuinbouwproducten dezelfde zijn gebleven.
Aan het financieel verslag zij ontleend,
dat de ontvangsten totaal 20.84.56 waren
geweest, de uitgaven 18853.25, het voor-
deelig saldo 1231.31 Het aanvang-
saldo was 412.0014.
De balans sloot op een totaal bedrag
van 50.928.88, het winststaldo was
3754.12, terwijl de verlis- en winstreke
ning een eindcijfer toonde van 16.484.51.
Het winstsaldo stelde het bestuur voor
als volgt aan te wenden' 4 rente beta
len over het aandeelenkapitaal en
3554.16 af te schrijven op de gebouwen.
De boekwaarde wordt hierdoor terugge
bracht op 39.041.41 K. Het voorstel voor
de bestemming van de winst is aange
nomen.
De begrooting 1936 welke hierna werd
behandeld, sloot in totaal op 12.601, bij
een geraamden omzet van 500.000. Het
batig saldo op deze begrooting werd ge
raamd op 834.
Naar aanleiding van deze begrooting
werden een paar vragen gesteld, of men er
mee door moest gaan, in het minimumprij-
zenfonds te storten. De voorzitter achtte
dit een verplichting, welke men op zich
genomen had tegenover de provincie.
Door „Groentecultuur" werd voorgesteld
het liggeld met de helft te verlagen.
Dit zal in het bestuur worden bespro
ken, doch er werden geen toezeggingen
gedaan.
Verder maakte de heer Boekei bezwaar
tegen de hooge uitgaven, welke volgens
dezen spreker gelijk waren aan de z.g.
gouden tjjd. De voorzitter verklaarde het
wel anders. De heer Boekei noemde echter
het inkomen van den marktopzichter-
keurmeester, die volgens hem 31 ver
dient. Hierbij is echter ook gerekend de
pensioenstorting welke door de veiling
wordt gedaan. Na eenige besprekingen
werd de begrooting aldus aangenomen,
hoewel er de aandacht op werd geves
tigd, de mogelijkheid te onderzoeken of
combinatie van de betrekkingen telefonist
en schoonmaker kon plaats vinden.
Het zeer uitgebreide jaarverslag, ver
volgens door den secretaris, den heer P.
Klant, uitgebracht vermeldde een omzet
over 1935 van 449.471.78, tegen
500.101.16 in 1934. Over de seizoenen
was het beeld iets gunstiger. Dan was de
omzet over 1935/1936 ongeveer 10 hoo-
ger dan in het seizoen 1934/1935.
Gememoreerd wordt de misoogst welke
de tuinders heeft getroffen en waardoor
de toestand dier menschen werkelijk be
klagenswaardig is geworden. Gelukkig
heeft de regeering gehoor gegeven aan het
dringend verzoek om een bijzondere steun-
verleening in het leven te roepen, waar
voor dank wordt gebracht. Hierna volgde
een overzicht van het verloop der markt
prijzen.
De aanvoer is in vergelijking met ver
leden jaar toegenomen van gewone witte
kool met 3 wagons, peen met 4 wagons,
zilveruien met 1 wagon, late aardappelen
met 4 wagons en afgenomen met 308 wa
gons roode kool, 100 wagons gele kool, 146
wagons Deensche witte kool, 14 wagons
vroege aardappelen, 7 wagons slaboonen,
8 wagons gele nep, 25 wagons gele uien en
7 wagons bieten. Deze vermindering is te
wijten aan de misoogst. Behoefte aan onze
producten bestaat nog wel, maar de beta
lingsmoeilijkheden en belemmering van
het handelsverkeer spelen een groote rol.
De nieuwe handelsverdragen met Amerika
en Polen zullen naar gehoopt wordt, in de
toekomst de gelegenheid kunnen bieden
het afzetgebied uit te breiden. De voor
raden waren tengevolge van de misoogst
aanmerkelijk minder. Er waren minder
319 wagons roode kool, 160 wagons gele
kool, 21 wagons Deensche witte kool, of in
totaal ongeveer 700 wagons minder. Voor
het buitenland werd geinspecteerd een
hoeveelheid van 5086 balen aardappelen.
Met genoegen werd verbetering van de
financieele toestand der veiling geconsta
teerd. Het uitstaande bedrag aan obliga
ties is nog 12.850. De invoer-hal is
voorzien van een nieuwe dakbedekking,
waaraan tamelijk veel geld is besteed. Men
is er echter nu een heele tijd af. Gewezen
werd op de ongeregelde aanvoeren, welke
voorziening behoeven. Om de draaihartig-
heid in de kool te bestrijden heeft men
zich met den heer Lijftogt in verbinding
gesteld, die daarover een lezing heeft ge
houden, met gevolg, dat proeven zullen
worden genomen met het door hem gepro
pageerde; bestrijding door middel van ta
bakszand, zoowel door de veiling als door
particulieren. De hoeveelheid beschikbaar
tabakszand is echter zeer beperkt. Toege
juicht wordt het onder de landbouwuit-
voerwet brengen van de tuinbouwproduc
ten. Men dient zich ter uitbreiding van de
afzet in te stellen op betere kwaliteit.
Voor de toekomst ziet het niet gunstig
uit. Al wordt wel eens gesproken over de
afschaffing van de autarkie, dit is nog
niet het geval. De vooruitzichten zijn on
zekerder dan ooit. Wij hopen echter, aldus
besluit het jaarverslag, dat de leden on
danks de ongunst der tijden zich niet laten
ontmoedigen en te doen wat voor de hand
ligt, namelijk, te zaaien te planten en te
oogsten in de hoop dat er zegen op hun
arbeid moge rusten.
Het jaarverslag werd onder dank aan
den samensteller goedgekeurd en vastge
steld.
In verband met den stand der begrooting
en de toelichting van het bestuur werd
een voorstel van de afd. L. T. B. Tuitjen-
horn om het veilingspercentage met
te verlagen, ingetrokken.
De handel met Rusland.
De vereeniging Westfriesland achtte het
voor de toekomst van den tuinbouw van
het grootste belang hoe de koers van de
handelspolitiek zal zijn. De moeilijkheden
in het handelsverkeer met Duitschland
vormen een ernstige bedreiging voor den
tuinbouw. Westfriesland zou er op aan
willen dringen dat ter verbetering van het
afzetgebied, handelsbetrekkingen met
Rusland worden aangegaan. Wanneer niet
wordt uitgezien naar andere en betere af
zetgebieden dan we thans hebben geeft
het niets, al wordt bereikt dat men de
draiahartigheid in de kool bestrijdt met
goed succes. Gewezen wordt op het feit,
dat Nederland de zesde plaats inneemt in
het handelsverkeer me' Rusuand en op een
belangrijke bestelling bloembollen welke
door Rusland in ons land is geplaatst. Men
wil nogmaals met klem bij de regeering
aandringen dat ook voor den tuinbouw het
vraagstuk van handelscredieten op lange
termijn aan de Sovjet-Unie ten spoedigste
zal worden opgelost en aan de vereenigde
Kamers van Koophandel zal worden aan
geboden. Het Centraal bestuur wees er op,
dat men niet alleen het oog gevestigd
moet houden op Rusland, maar ook op
Polen, Tsjecho-Slowakije, de Randstaten,
Canada enz. Uitbreiding van het afzetge
bied is bij het Centraal Bureau in studie en
het C. Bestuur meent te kunnen volstaan
met het streven van het Centraal Bureau
zoo veel mogelijk te steunen.
De heer Half van Schoorldam lichtte het
voorstel toe. Het is zijn bedoeling, dat
speciaal de aandacht op de Sovjet-Unie
wordt gevestigd. Op het oogenblik wordt
deze wel wat op den achtergrond gehou
den.
De voorzitter zeide dat men er feitelijk
hetzelfde over dacht. Spr. wees op de me
dewerking van de regeering om meer
practici in de delegatie te benoemen, het
geen toe te juichen valt. Er wordt ge
tracht met Rusland in verbinding te ko
men. Er zijn echter vele moeilijkheden.
De heer Wildeboer heeft over de han
delsdelegatie naar Rusland slechts weinig
gelezen, in tegenstelling van die naar
Amerika. Het is voor den tuinbouw tenge
volge van het afsluiten van overeenkom
sten met het buitenland al moeilijker ge
worden. De heer Wildeboer stelde weinig
vertrouwen in het Centraal Bureau als
het ging om verbetering van de handels
betrekkingen met Rusland, gezien de
houding van den voorzitter van het C,
Bestuur op de laatste algemeene vergade
ring.
De voorzitter wees er op, dat als een
overeenkomst wordt afgesloten, de andera
partij ook voorwaarden heeft. Het is een
geven en nemen. Als dan een klein beetje
bereikt is, is men al blij. Die andere lan
den geven ook weer producten terug die zij
te veel hebben en dat zijn veelal onze
producten.
De heer Half noemde het de fout dat
Rusland niet erkend is.
De voorzitter meende nu, dat men zich
op politiek terrein begaf.
Na eenige besprekingen, waarbij da
heer Wildeboer de aandacht vestigde op
een in 1937 te houden tuinbouwtentoon
stelling te Moskou, werd van dit onderwerp
overgegaan op het volgende.
Koolduiven bestrijding.
De vereeniging Westfriesland stelde
voor te besluiten tot een doelmatige be
strijding van de koolduiven, in samen
werking met de Langendijker veilingen.
Deze dieren zijn zeer schadelijk voor de
zaadbouw en planten snel voort.
Het Centraal Bestuur is het met de voor
stellende vereeniging eens.
Na eenige besprekingen, waarbij o.m.
werd aangedrongen om de plaatselijke
vereenigingen iets te doen bijdragen, waar
voor een beroep op de leden werd gedaan,
werd op voorstel van den voorzitter be
sloten, voorloopig een bedrag van 100
beschikbaar te stellen en met de zuster-
veilingen aan den Langendijk in verbin
ding te treden.
Bij de rondvraag werd o.m. de vraag
behandeld hoe het stond met de in België
door een zuurkoolfabrikant gecontracteer
de kool. Of deze in Holland vrij mocht
worden ingevoerd, hetgeen een groote con
currentie zou beteekenen.
De voorzitter geloofde, dat dit wel mo
gelijk was, doch dat de fabrikant de kool
allicht in België zou inmaken, zooals al
meerdere jaren, omdat op zuurkool in
België een invoerrecht drukt. Zoo noodig
kan men door de Vierbond stappen doen.
Verder werd nog een motie voorgesteld
om te trachten de uitsluiting van de mis
oogststeun voor de bedrijven die vrijwil
lig in 1933 hebben ingekrompen, te krij
gen opgeheven.
Hierop zal weinig kans zijn, zeide de
voorzitter, want de bedrijven welke voor
minder dan 30 uit tuinbouw bestaan
zijn uitgeschakeld. Er moet een regeling
zijn.
Men had van de 50.000 K.G. tabakszand,
welke waren besteld, slechts 15000 K.G.
kunnen koopen, ondanks de groote aanbie
dingen n. a. v. de eerste aanvrage. Na zeer
breedvoerige besprekingen werd tenslotte
besloten dat men zal trachten het aan te
koopen kwantum uit te breiden tot 70 a
80 van het bestelde.
Hierna volgden nog eenige besprekingen
en onder de gewone plichtplegingen slui
ting der vergadering.
1936 EEN SLECHT FRUITJAAR?
Nachtvorsten en koude wind
richtten veel schade aan.
Voor een goed deel is de bloeitijd der
fruitboomen thans voorbij. De beroemde
bloesemdagen naar het fruitland zyn door
het ongunstige weer dit jaar een matig
succes geworden en het ergste is, dat óver
het geheel genomen de vooruitzichten voor
den oogst, voorzoover die thans reeds kun
nen worden overschouwd, verre van gun
stig zyn. De directie van den Landbouw
geeft het volgend beeld van den stand op
11 Mei.
De weersomstandigheden zyn niet