DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Na de bezetting van Abessinië. Groote hotelbrand in Groningen. DE 100000. Italië als koloniseerende mogendheid. De Italiaansche publieke opinie en de sancties. Ho. 120 Vrijdag 22 Mei 1936 138e Jaargang BADOGLIO NAAR ROME. Eén doode en één gewonde. SIGARET DE OORZAAK? De 100000 is hedenmorgen gevallen op no. 587. Vlammenzee in Eindhoven. Katholiek gebouw verwoest door brand. Groote brand te Waarle. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bjj vooruitbetaling voor Alkmaar 2.— franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTEN TIEN s Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordans C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Ti. N. ADEMA. Nu een groot deel der troepen reeds is huiswaarts gekeerd en anderzijds vele kolonisten naar Oost-Afrika zijn ver trokken, heeft men zich te Rome vol komen ingeleefd in de feitelijke liqui datie van het Italiaansch-Abessinisch conflict, en beziet men Abessinië niet meer met het oog van een vijand, maar met het oog van den kolonisator. In dezen gedachtengang gaat de Italiaan de actie der Europesche mogendheden tegen zijn land meer en meer als een anachronisme beschouwen, en acht de publieke opinie den tijd gekomen om het geschil, ook wat de Volkenbonds sancties betreft, te liquideeren. „Pijnlijk verbaasd" is men te Rome over de streng sanctionnistische houding van de Unie van Zuid-Afrika, een land, dat, voor de sancties van kracht werden, een vrij leven- digen handel op Italië had. Welken achtergrond deze „pijnlijke ver bazing" heeft, blijkt duidelijk uit een ar tikel van senator Engeli in de „Lavoro Fas- cista", welk artikel de strekking heeft den naijver te bezweren, welke de eerste kolo nisten van Afrika wellicht mochten hebben tegenover de nieuwe blanke volksplantin gen aan Afrika's Oostkust. De senator schrijft: „Wij kunnen de bezorgdheid, in sommige Zuid-Afrikaansche kringen geuit, niet be grijpen, wanneer wij ten minste niet willen besluiten tot de aanwezigheid van de op vatting, dat de blanke civilisatie op het Afrikaansche continent alleen mag worden uitgebreid en geleid dor Zuid-Afrika. Men behoeft deze stelling alleen te poneeren, om haar als absurd te erkennen. Zij is ab surd wegens de politieke problemen, welke zij oproept ten aanzien van vele Europeesche landen, Gróót Britannië inbegrepen, en wegens de physieke onmogelijkheid voor Zuid-Afrika zulk een gigantische taak ten uitvoer te leggen. De ontwikkeling der blanke beschaving zal redelijk in overeenstemming met de eischen der historie geschieden, als zij Afrika tegelijkertijd van het noorden, oosten en zuiden binnendringt. Doch een afzon derlijke poging daartoe van Zuid-Afrika alleen zou, afgezien van het egoïsme, dat er Uit zou spreken, gedoemd zijn te mislukken. „Signor Engeli" eindigt zijn artikel met de verzekering, dat de bezeetting van Abes sinië geen enkel Britsch imperiaal belang in gevaar brengt. De Italiaansche eischen aan Genève. Tegenover Genève zal Italië, naar men te Rome verwacht, de liquidatie van het Abes- sinisch-Italiaansch geschil eischen door een erkenning de facto van de annexatie van Abessinië. Men gelooft, dat dezer dagen diplomatieke stappen zullen worden ge daan om een basis te bereiken voor de be sprekingen in den Volkenbondsraad van 16 JunL Men meent, dat Italië daarbij intrek king der sancties zal eischen en erkenning der Italiaansche souvereiniteit over Ethio pië. In geval overeenstemming niet zou wor den bereikt, zou de Italiaansche regeering haar vertegenwoordiger Aloisi niet naar Genève zenden op 16 Juni, en hier en daar kan men zelfs het dreigement vernemen, dat Italië in dat geval den Volkenbond zou dienen te verlaten. De oplegging van nieuwe sancties zal beschouwd worden als een naderby brengen van het gevaar voor een Europeeschen oorlog, aldus verluidt het hier. In verband met dit gevaar werd het als een geruststellend teeken beschouwd, dat de grootste strateeg van Italië, maarschalk Ba- doglio, nog geen order had ontvangen te repatrieeren. Men mag er een bewijs in zien, dat Mussolini het gevaar voor een Europ. oorlog nog niet dreigend achtte. Het spreekt van zelf, dat de plotselinge terugkeer van den maarschalk thans wordt gezien als een teeken, dat Mussolini het zwaartepunt zijner politiek van Oost-Afrika naar Europa gaat verleggen. De positie der Britsche legatie te Addis Abeba. De positie van de Britsche legatie te Addis Abeba heeft de groote aandacht van de be trokken instanties te Londen, in het bijzon der naar aanleiding van den van Italiaan sche zijde te kennen gegeven wensch, dat de troepenafdeeling Indische Sikhs, die in hot najaar ter versterking van de legatie naar Addis Abeba is gezonden, zal worden teruggetrokken. Dezelfde wensch is door de Italianen te kennen gegeven aan de Franschen met be trekking tot de troepen, die ter verdediging van de Fransche bezittingen en den spoor weg te Diredawa gelegerd zijn. De regee ringen te Londen en te Parijs houden voe ling met elkaar om gezamenlijk hun hou ding \e bepalen. Lid der Engelsche ambulance vermist. Te Londen heeft men thans een bevesti ging ontvangen van de verdwijning uit Diredawa sedert 17 Mei van den heer Bon- ner, een lid van een der Britsche Roode Kruis-eenheden, die sedert November in Abessinië heeft gewerkt. Bonner werd tegen het einde van April door een dollen hond gebeten en stelde zich onmiddellijk onder medische behandeling. Nadat hij on geveer de helft van het noodige aantal in jecties had gehad werd de nog aanwezige serum voorraad tijdens de onlusten te Addis Abeba vernietigd en op 13 Mei vertrok Bon ner naar Aden om daar de behandeling te laten voortzetten. Men wist dat hij te Diredawa was aange komen doch sedert dien had men niets meer van hem vernomen. Later bleek, dat hij door de Italianen was garresteerd en in antwoord op een verzoek om inlichtingen van den Britschen consul deelden de Ita liaansche autoriteiten mede, dat zij het be wijs hadden, dat Bonner diensten had ver richt voor het Abessinische leger. De con sul heeft dit ten stelligste ontkend en tegen Bonne'rs aanhouding met kracht geprotes teerd. Een zendeling vermoord in Abessinië. In West-Abessinië is een Duitsche zende ling vermoord. Aangenomen wordt, dat zijn naam Muller is en de Abessinische autori teiten in Gore in West-Abessinië, alwaar een Abessinisch gouvernement schijnt op te treden, hebben een afdeeling troepen uitge zonden met de opdracht zijn weduwe en eventueele andere zendelingen op hun te rugweg bescherming te verleenen. Vervanging buitenlandsche missionarissen. Het agentschap Stefani meldt: In de be zette gebieden van Harrar en Diredaoea hebben de bij het Italiaansche leger dienst doende geestelijken thans een aanvang ge maakt met vervanging van de missionaris sen van andere nationaliteiten, in welker plaats zij thans de religieuze diensten lei den. Het Italiaansche agentschap voegt hier aan toe, dat dit volkomen normaal is vol gens de militaire gebruikelijkheden en ver- eischten. Dat verklaart tevens waarom Mgr. Jarousseau vervangen wordt, die thans 90 jaar oud en physiek niet meer in staat geacht kan worden de mis te bedie nen (De leeftijd van mgr. Jarousseau die door Stefani op 90 jaar gesteld wordt, wordt van andere zijde op 82 jaar gesteld). Iersche ambulancedokter overleden. Dr. Paul Fower, een Iersche dokter, die aan het Abessinische Roode Kruis was ver bonden, is Woensdagmorgen aan malaria overleden. Militair bestuur wordt geleidelijk door civiel vervangen. Woensdag zijn te Addis Abeba beambten van de Italiaansche bank aangekomen, die het monetair systeem van het nieuwe im perium zullen bestudeeren. Het militair bestuur wordt geleidelijk vervangen door koloniale ambtenaren. Generaal Graziani is te Addis Abeba aan gekomen en zal gedurende de afwezigheid van den onderkoning Badoglio, het bestuur waarnemen. Badoglio gaat voor een kort bezoek per vliegtuig naar Rome. Ook de vroegere gezant van Italië te Addis graaf Vinei is in de hoofdstad van Abessinië aangekomen. Britsche en Fransche militairen moeten teruggeroepen worden. De Times deelt mede, dat de Italiaansche regeering aan de regeeringen te Londen en Parijs heeft doen weten, dat het thans tijd is de compagnie Britsch-Indische soldaten en de Senegaleesche Tirailleurs uit Direda wa terug te roepen. De Italianen achtten zich sterk genoeg de orde te handhaven. Wel mag een legatiewacht van enkele manschappen onder een Europeesch officier te Addis Abeba blijven. Het Kaiserhof toekomstige residentie van Haile Selassie? Op den top van de Olijvenberg staat een paleis, Kaiserinhof genaamd, gebouwd tn het eind der vorige eeuw door ex-Keizer Wilhelm voor keizerin Augusta Victoria, gebouwd na hun bezoek aan Jeruzalem. Al gemeen spreekt men in Jerazulem de ver wachting uit, dat de keizer van Abessinië zich daar denkt te vestigen als zijn po gingen om door den Volkenbond nog iets van zijn rijk te redden onvruchtbaar blij ken. Gisteren bracht hij een langdurig bezoek aan het gebouw en was zichtbaar ontroerd toen hij vele veranderingen op merkte die er aangebracht waren sinds zijn laatste bezoek aan het paleis in 1924, toen hij er als gast van den Britschen hoogen commissaris in Palestina, Sir Herbert Sa- muel gedurende eenigen tijd verblijf hield. Het gebouw is onlangs geheel gerestau reerd. De Negus ontving des morgens, sir Arthur Wauchope, den hoogen commissaris van Palestina, in zijn villa, waarna de keizer met hem de lunch gebruikte in het gouver nementshuis. Eiken dag bezoekt de Negus de verschillende heilige bedevaartsplaatsen in Jeruzalem en brengt er geruimen tijd in gebed door. Streeft Mussolini naar ontspanning tusschen Engeland en Italië? Het Fransche blad L'Intransigeant meent te weten, dat Mussolini bereid is, aan Engeland de verzekering te geven, dat hij niet streeft naar uitbreiding van het Ro- meische keizerrijk in Noord-Afrika, en eventueel zou willen overwegen, de blanke troepen uit Lybië terug te trekken. Voorts zou hij bereid zijn officieel te herhalen, hetgeen hij in zijn laatste interview met Ward Price van de Daily Mail heeft ver klaard, t.w., dat zijn regeering geenszins het oog gericht heeft op Egypte, noch op Palestina, en dat hij bereid is, tegen erken ning van de overwinning en de rechten der Italianen, op elk gebied de goede betrek kingen tusschen Italië en Engeland weder aan te knoopen. Voor verzoening tusschen Italië en den Volkenbond. De conservatieve „Morining Post" publi ceert een bericht van zijn diplomatieken medewerker, volgens hetwelk op het oogen- blik te Parijs en Rome nieuwe plannen voor bijlegging van het conflict tusschen Italië en den Volkenbond zouden worden besproken. Wellicht zal reeds binnenkort een gedachtenwisseling over deze kwestie plaats vinden. Het is mogelijk ,dat ook het contact met Rome zal worden hersteld, daar alle drie de regeeringen willen, dat aan den huidigen moeilijken toestand een eind komt. Als gevolg van de door de regeeringswis- seling in Frankrijk veroorzaakte vertraging en de weifelende houding van de Britsche regeering is evenwel niet te verwachten, dat voor de in Juni te houden raadszitting groote vorderingen zullen worden gemaakt. Een geweldige brand, zooals in geen jaren in Groningen heeft gewoed, heeft in den nacht van Woensdag op Don derdag het bekende café restaurant „Suisse" in de Heerestraat verwoest, waarbij één c'oode en één gewonde te betreuren zijn. Om half drie ontdekte de surveilleerende agent van politie, Hoek een rookzuil aan de bovenzijde van het café Suisse. Hij alarmeerde de brandweer en maakte nog verder alarm. Men begon met de inwoners, die hun slaapplaats allen boven in het uit drie ver diepingen bestaande gebouw hadden te wekken en wel door het intrappen van deuren en het afschieten van revolvers. Hierdoor werden de inwoners, in totaal 12 personen gewaarschuwd. Dit was ook hoog noodig, want binnen een minimum van tijd sloegen de vlammen fel uit. Van de inwo ners wisten vijf dienstmeisjes en twee koks zich aan de achterzijde langs de brandlad der te redden. Met het vangzeil gered. De eigenaar van Suisse, de 45-jarige heer B. Homan, die met vrouw en kind een slaapkamer op de tweede étage aan de voorzijde had, konden niet meer langs de brandladder naar beneden. Mevrouw Homan sprong van uit de twee de verdieping in het inmiddels door de brandweer, politie en publiek uitgespreide vangzeil. Zij kwam behouden op den grond. Vervolgens liet de heer Homan zijn 13-ja- rig zoontje langs een touw naar beneden zakken, waardoor de jongen eveneens be houden kon worden opgevangen. Toen gebeurde het vreeselijke: De heer Homan, die vermoedelijk nog teruggegaan is om een geldkistje te halen, verscheen even later voor het raam, sprong naar beneden, doch kwam met zijn hoofd terecht tegen een voor uitstekend balkon op de eerste étage. Hij werd hierdoor zwaar gewond en toen men hem uit het vangzeil haalde, bleek hij reeds te zijn overleden. Twee huisknechts hebben zich langs een anderen trap kunnen redden, doch een van hen, de bejaarde heer Bulstra, werd hierbij gewond. Hij is naar het academisch zie kenhuis overgebracht. De andere huis knecht kwam er goed af. De blusschingswerkzaamheden. Inmiddels had de brandweer, die met groot materiaal was uitgerukt het gebouw, dat als een fakkel brandde aan de voorzij de dus in de Heerestraat aangetast met vijf stralen op de waterleiding, terwijl het vuur aan de achterzijde, in de Gelkingestraat werd bestreden met vier stralen op de stoomspuit, welke water verkreeg uit het reservoir dat zich bevindt op de Groote Markt onder den grond. Door deze negen stralen werd een enor me hoeveelheid water gedurende anderhalf uur in het perceel gespoten. De bewoners van de aangrenzende hui zen hadden intusschen hun woningen moe ten verlaten. Na ongeveer vijf kwartier hard werken van de brandweer, die door de politie uit stekend werd terzijde gestaan, kon men aannemen, dat het gevaar voor uitbreiding geweken was. Het gerucht, dat zich nog twee dienstmeis jes in het brandende perceel zouden bevin den, bleek gelukkig niet waar te zijn. Al het personeel werd ondergebracht in het hotel Elzenga. Om half vijf kon de stoomspuit inrukken en werd in de Heerestraat het nablus- schingswerk voortgezet. Het café is van binnen geheel uitgebrand en verwoest. De beide aangrenzende perceelen kregen groote waterschade. Oorzaak onbekend. Omtrent de oorzaak van den brand valt niets te zeggen. Het café is om een uur ge sloten, om twee uur waren allen in diepen rust. Vast staat, dat het vuur moet zijn ont staan in de keuken, welke zich op de twee de étage bevindt. Eenige dagen geleden had de brandweer ook al assistentie ver<. leend bij een begin van brand in de keuken van dit restaurant. De schade wordt door verzekering gedekt. Een woord van hulde voor brandweer, politie en publiek, die alles hebben gedaan wat zij konden, is hier alleszins op zijn plaats. Het blusschingswerk geschiedde onder leiding van den commandant van de brand weer, den heer P. Ploegh. Deze was met het nablusschingswerk zoo tijdig gereed, dat het verkeer en tramverkeer in de Hee restraat Donderdagmorgen om zeven uur weer een normaal verloop had. Door het afschieten van de revolvers door acht agenten en een inspecteur wer den alle bewoners van de Heerestraat en omgeving uit hun bed gehaald, zoodat er ondanks het late uur veel publiek op de been was. Op het terrein van den brand waren mede aanwezig de burgemeester van Gro ningen, mr. P. W. J. H. Cort van der Lin den, de politie-dokter en nog eenige' andere doktoren. Brandende sigaret de oorzaak? Aangaande den brand in het restaurant „Suisse" waarbij de directeur, de heer Ho man den dood vond, vernemen wij van de zijde der recherche, dat de oorzaak moet worden gezocht in het achteloos wegwer pen van een sigaret op de eerste étage en nog wel op een plek, waar zeer veel passage is, zoodat het niet goed te begrijpen is, dat de brand niet eerder is ontdekt. Nader is gebleken, dat zich bij het uit breken van den brand niet twaalf maar vijftien personen zich op de bovenste étage bevonden, die allen, gedeeltelijk in nacht gewaad, zijn gevlucht. De druk op de wa terleiding, welke naar men weet, de laatste weken moeilijkheden opleverde, liet geluk kig tijdens het blusschingswerk niets te wenschen over. De toestand van den 71-jarigen huis knecht G. Bulstra, die eveneens in 't vang zeil was gesprongen en daarbij een bescha diging opliep aan een wervel, was gister avond niet ongunstig. De heer Homan was een, vooral in kringen van de paardensport, zeer bekende persoonlijkheid. Den geheelen dag verdrongen zich drom men belangstellenden Voor het uitgebrande perceel. Hedennacht te omstreeks half twaalf brak een felle brand uit in het gebouw van de r.k. Werklieden Vereeniging, dat aan de voorzijde aan den wal en aan de achterzijde aan de Paradijslaan te Eindhoven gelegen is. Dit groote complex van gebouwen is grootendeels in vlammen opgegaan. Omwonenden hadden het vuur ontdekt en waarschuwden de brandweer, wier ge bouw vlak bij het brandende gebouw ge legen is. De brandweer rukte direct met al het be schikbare materiaal uit en tastte het vuur aan twee zijden tegelijk met vele stralen aan. De spuitgasten klommen op de aan grenzende gebouwen om de geweldige vuurzee te bedwingen. Langzaam wonnen zij terrein en omstreeks kwart over twee kon, hoewel het vuur nog hevig woedde, aangenomen worden, dat de brand geen grooter omvang meer kon aannemen. De groote zaal en het tooneel waren toen echter reeds totaal uitgebrand. Ook het café, dat aan den ingang is gelegen en de daarboven gelegen vergaderzalen, alsmede de bureaux van den secretaris waren groo tendeels door het vuur vernield. De schade is nog niet vast te stellen, doch bedraagt thans reeds meer dan honderd duizend gulden, naar men ons mededeelde. Het gebouw, dat vrij groot is en aan de R.K. Werkliedenvereeniging behoort, is ver zekerd. Toen de brandweer ter plaatse verscheen, ontdekte men op twee plaatsen tegelijk, n.1. in de groote zaal en op het tooneel vuur haarden. Vermoed wordt dan ook, dat men hier te doen heeft met het werk van een brandstichtersbende, door wier toedoen ook reeds de openbare school aan de Keizers gracht en het Chicago Theater in de Rechte Starat aan de vlammen ten prooi zijn ge vallen. In het gebouw was op den avond tevoren (Hemelvaartsdag) niet vergaderd, terwijl omstreeks elf uur de laatste bezoekers het café hadden verlaten. Omstreeks twaalf uur, toen de brand reeds door omstanders was ontdekt, be merkte de bewoner van het café rook in de zaal, terwijl bleek, dat ook het tooneel in de groote zaal reeds vlam had gevat. Het vuur vond daar gretig voedsel in opgesla gen tooneelmateriaal, terwijl ook het vele houtwerk in de zaal een gemakkelijke prooi voor de vlammen was. Omstreeks kwart over twee, toen het nog flink brandde, viel nog niet te zeggen wat er precies ten prooi aan de vlammen geval len was, doch vermoed wordt, dat het grootste deel van het gebouw als verloren beschouwd moet worden. Te goed half drie hedennacht was men het vuur volkomen meester. Toen bleek, dat het café en de daarboven gelegen loca- liteiten wel waterschade hadden gekregen, doch geen brandschade hadden opgeloopen. De totale schade wordt op 75.000 ge schat. Wat de oofzaak betreft, daaromtrent staat nog niets vast. Drie boerderijen, twee landbouw- schuren en een hooimijt in de asch gelegd. Pluimvee omgekomen. Woensdagmiddag om even voor twee uur ontdekten de bewoners van de boerderij op het Timmereind 5 te Waalre een begin van brand. Daar het vuur echter door den ster ken Noordoosten wind snel werd voortge jaagd, vatte spoedig het strooien dak vlam en korten tijd later was de boerderij een vuurpoel. Het gezin van den landbouwer Martin Wijlaards, bestaande uit drie perso nen, kon zich ternauwernood in veiligheid stellen. Daar niemand het vuur vermocht te stui ten de gemeente bezit geen brandweer werd na korten tijd de belendende boer- derij, toebehoorende aan den landbouwer H. van Mol aangetast. Deze hofstede was on bewoond en onderging hetzelfde lot als de eerste boerderij. De wind droeg het vernie lende element toen verder naar de boer derij, bewoond door H. van Mol, welk pand eveneens tot den gond toe afbrandde. Bo vendien brandden de aan de overzijde van den weg gelegen twee groote landbouw- schuren en een hooimijt, alle het eigendom van den landbouwer van Mol, af. De geheele landbouwinventarus en de in boedel van de twee bewoonde boerderijen ging verloren. Van het huisraad van den landbouwer van Mol kon slechts ean klein

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1