Wreef in één dag RHEUMATIEK weg KLOOSTERBALSEM JiediUiaAeH 'JxuiiCetm met den Kloosterbalsem Kantongerecht te Alkmaar. Had een pijn in z'n schouder om turoluursch van te worden AKKERS „Geen goud zoo goed" 01 bureau bereid is om de propaganda voor de Alkmaarsche kaasmarkt financieel te steu nen, met het gevolg dat kan worden mede gedeeld, dat aan dit verzoek alle aandacht zal worden geschonken en medewerking Vrij zeker is. Over de beteekenis van de kaasmarkt nog het volgende: Voor internationale tentoonstellingen voor onze nationale propaganda voor kaas wordt bijna zonder uitzondering reclame gemaakt met eene inzending die de Alkmaarsche kaasmarkt nabootst, waarmee men steeds succes heeft en de belangstelling weet te winnen. Het vreemdelingenbezdek aan Alkmaar, met het doel om de kaasmarkt zooals nergens ter wereld bestaat te bezoeken, levert het overtuigend bewijs hoe groot deze belangstelling is en deze belangstelling zal nooit ten nadeele van de kaasproducenten uitvallen, integendeel er zal altijd een goe de invloed van uitgaan. Het welbegrepen eigenbelang van produ centen brengt mee, dat deze markt niet moet verdwijnen. Een veel verbeterde pro paganda zal het resultaat belangrijk kunnen verbeteren, daarom wordt er alle aandacht aan geschonken. Wanneer Alkmaar zijn belangen goed ziet, zal het ongetwijfeld alles doen om do propaganda voor de kaas te verbeteren. Bovendien zal Alkmaar goed doen om op korten termijn de wik- en.tveegloonen, die inderdaad te hoog zijn voor-, producenten, belangrijk te verlagen. De toegepaste ver laging is in deze onvoldoende\ Bij belang rijk verlaagde wik- en weegloipnen zullen producenten veel méér bereid ztijn om mede te werken aan de instandhouding van kaasmarkt. In deze is goede sajmenwerking beider belang, daarom de handen ineenge slagen. Over het groote belaag van de prijszetting op de Alkmaarsche kaasmarkt waarvan ik tenvolle overtuigd ben wil ik alleen nog zeggen: JWanneer de markt er niet meer is; zal mehi ervaren met groot nadeel dat het belang der pro ducenten geschaad wordt, dofch dan is het niet meer te herstellen". De discussies. Xójór- en tegen standers van de> kaasbeurs aan het woord. De heer K. K u ijp e r te Oostwoud noemde het rapponVvan den heer Kranen een werk, dat zeefr gewaardeerd dient te worden. Spr. wees ero-.p, dat het streven naar verlaging der anarktonkosten al zeer oud is. Hij herinnerde voorts aan de oprichting van een kleinte kaasbeurs te Alkmaar en aan de instelling van een dergelijke ver- koopgelege/tiheid te Purmerend. Spr. aa'htte de kaasbeurs van groot be lang, voforal om het vaak voorkomen van scheurten van de kaas bij het ter markt aanvoeren. Hij achtte de waarde van het argument van den heer Nobel e. a. wel Overdreven, als men daaruit wil afleiden, dat de markt zou moeten blijven. Het pu bliek op de Alkmaarsche kaasmarkt be staat slechts voor een zeer gering deel uit belangstellenden voor de kaas, de meeste menschen zijn toeristen of dagjesmen- schen. Spr. wilde niet ontkennen, dat de markt haar nut heeft, maar als men haar ziet als reclame-object voor het Noord- hollandsche product, dan wilde hij erop wijzen, dat alle kosten ervan gedragen worden door een klein aantal belangheb benden. In het algemeen meende spr. te moeten opmerken, dat het hier moet gaan over de belangen van de producenten en niet over die der gemeente Alkmaar. In de toe komst zal toch stellig een kaasbeurs moe ten worden opgericht. De kaarhandel zal blijven een kwestie van vertrouwen. De beste reclame voor het product moet dat product zelve zijn, zij ligt niet in den aan voer der heele productie ter markt. In geen geval achtte spr. het reclame, als er op de markt menschen loopen met een mandje kazen ter verkoop aan den arm. Het is natuurlijk mogelijk een kaasbeurs op te richten, maar het beste zou zijn, als de Bond erachter stond. De heer Laan (Binnenwijzend) zag in den bloei der Alkmaarsche markt 'n aan wijzing, dat de producenten er hun eigen belang in zien op de markt te verkoopen. De contante betalirtg op de markt vond spr. een groot voordeel van deze wijze van verkoop. De heer Swan (Warmenhuizen) her innerde aan het gezegd- „wie de buul heeft, is baas" en geloofde, dat de beurs zal leiden tot chicanes met de betaling. De verkoop van erwten heeft dat geleerd. De heer Kooiman van Wognum vond de Alkmaarsche markt een groote reclame voor het Noordhollandsche product, een reclame, die doordringt tot ver in het bui tenland. Spr. was het eens met den heer Kuiper, waar die sprak over den verkoop van kaas door particulieren op de markt. Hy zou het betreuren, als de markt werd opgeheven. Wie naar een beurs wil, kan toch naar Purmerend gaan. De heer vander Meer (Binnen wijzend) was voorstander van een kaas beurs; aanvoer ter markt van de heele productie benadeelt het product Er is eigenlijk op de markt een middeleeuwsche toestand De heer Laan voerde hiertegen aan, dat op de markt veel betere prijzen worden besteed dan op de kaasbeurs De heer Klaver (Alkmaar) wenschte een woord te spreken als lid van den Bond en niet als wethouder Hij verzekerde, dat het gemeentebestuur niet aanwezig is om het woord te voeren, maar slechts om zijn oor te luisteren te leggen Spr. waardeerde het werk van ir. Kranen, aan de samenstelling van het rapport be steed. Er ligt een kern van waarheid m het betoog van de dure reclame. Maar spr. voerde hier tegen aan, dat over het nut van reclame alle zakenmenschen het toch wel eens zijn, en ook voor de kaas is zij van buitengewoon belang; bovendien is het hier een onpersoonlijke reclame, uit sluitend voor het product. Voor den pro ducent blijft de markt hoofdzaak en is de reclame bijzaak. Juist datgene wat men „middeleeuwsch gedoe" noemt, is de groo te reclame voor het Noordhollandsche pro duct. Spr. vond geen bezwaar tegen het in het klein aanbieden van datgene, wat in het groot op de markt wordt aangeboden. Het gemeentebestuur zal er aandacht aan schen ken, dat het bij deze aanbieding slechts gaat om goede producten. Spr. vroeg zich af of bij instelling van een kaasbeurs de handelaren niet een be paalden dag zullen aanwijzen voor de ont vangst van het gekochte. Zal het dan wel niet eens gebeuren, dat een partij eenigen tijd moet wachten alvorens te kunnen wor den geborgen? Dan heeft men stellig niet .zoo goed gelegenheid voor afdekken van het product als op de markt. De markt geeft geen last met wanbetalers en de heer Kranen zegt, dat de beurs geen wanbetaling geeft van eenige beteeke nis, als men de oogen maar openhoudt. Dit wijst toch wel in een bepaalde richting, zei spr., en zegt ons toch wel iets. De zuiverheid met het wegen op de Noordhollandsche kaasmarkten noemde spr. een zeer groot belang voor de aan voerders. De prijszetting van de kaas komt op de markt het best tot uiting. De toestand, zooals die bestaat in den kaashandel, is ideaal. In Alkmaar heeft men een goed ingerichte markt en daaromheen (in Purmerend en Amsterdam) heeft men een kaasbeurs. Waarom zou men er nu nog een beurs bij vestigen? De heer W i t (Berkhout) constateerde twee stroomingen: vóór de markt en vóór de beurs. Spr. meende, dat de beurs is aan te bevelen, hij had daarmee voldoende er varing. Alleen als de handel stug is, is het verkoopen op de beurs moeilijk, dan komt men ter markt en alleen daarom zou hij die verkoopgelegenheid willen behouden. Echter, als producenten willen pogen de onkosten te verlagen, zullen zij moeten komen tot een beurs. Spr. twijfelde er niet aan of ook Alkmaar zal die krijgen. Het zoeken van koopers voor een groote aange voerde partij geeft dikwijls bezwaren. De heer Laan ontkende dit laatste en zeide, dat hij nog nimmer een partij had terug ontvangen, al was het ook warm geweest. De heer ir. Kranen, de reclame van de markt besprekend, zei, dat bij een in gesteld onderzoek was gebleken, dat in Amerika de Alkmaarsche markt niet wordt genoemd, als men spreekt over kaasproductie. Spr. vond, dat van de markt geen of slechts zeer weinig reclame uitgaat, de beschuitjes in het V. V. V.-gebouw doen het ook niet. De prijszetting kan op een beurs even zeer tot haar recht komen als op een markt. Men moet de kwestie bekijken al leen uit het oogpunt van den producent en niet uit het belang voor Alkmaar. Dr. Schey (Hoorn) meende dat men zich niet moet laten leiden door het ge voel. De kaasmarkt in Purmerend is ver dwenen en die van Hoorn is kwijnend; als centrale markt is er nog slechts Alk maar. Men weet op het oogenblik nog niet hoe de kaashandel denkt over het vestigen van een beurs te Alkmaar. Spr. erkende het toebrengen van schade door het aan voeren ter markt, maar het is de slechtste kaas, die het meest lijdt. De kaas onder gaat dus als het ware een vuurproef bij den aanvoer ter markt. Spr. zou geen advies willen geven over de vraag: kaasbeurs of kaasmarkt? maar meende tot voorzichtigheid te moeten aan sporen. De heer Kuiper was niet overtuigd door de argumenten vóór handhaving van de markt. Het argument van den heer Wit zou juist pleiten vóór de beurs, waar men niet de heele party, maar slechts een mon ster heeft aan te voeren. Spr. wenschte, dat in Alkmaar gelegenheid zal worden gege ven tot verkoop van kaas op een beurs on der leiding van den bond. De heer Kout (Edam) gaf de gemeente Alkmaar in overweging om te zorgen voor een behoorlijke installatie van een kaas beurs en niet te doen, zooals Hoorn heeft gedaan. De voorzitter stelde de vertegen woordigers der kaasfabrieken voor de vraag: voor of tegen kaasbeurs? Het resultaat was, dat de groote meerderheid zich verklaarde voor het instellen van een kaasbeurs. Het be stuur zal besprekingen voeren met het gemeentebestuur van Alkmaar. Er waren, zooals wy nog in een deel van onze vorige oplaag konden opne men, 124 stemmen vóór en 23 te gen, zijnde de fabrieken Prins Hendrik te Alkmaar, Hoogkarspel, Midwoud, Burgerburg en Schoorl. Na rondvraag sloot de voorzitter de ver gadering. Zitting van 22 Mei. Verkeersperikelen. De dames M. G. en A. M. T., beiden wonende te Alkmaar, hadden op 14 Mei in Alkmaar gereden op het Scharloo en wa re nonder min of meer vreemde omstan digheden naar rechts gegaan. Een agent van politie, die aldaar surveilleerde, zag hoe beide dames in plaats van links, rechts om den aldaar staande verkeerspaal heen reden. De dames, die beiden -harndnekkig en consequent ontkenden aan den verkeerden kant van den paal te hebben gereden wa ren evenwe' niet in st at den kantonrech ter hiervan te overtuigen. De eisch luidde 6 boete of 6 dagen héchtenis. Uitspraak 3 boete of 3 dagen hechtenis. De kwestie der evenredige be vrachtingen. Vervolgens stonden terecht de expedi teur C. v. S. Jr. alsmede eenigen van zijn knechts wien ten laste was gelegd overtre ding der wet op de evenredige vrachtver- deeling. De expediteur v. S. Jr. had op 23 Jan. en op 12 Maart zonder goedkeuring van de bevrachtingscommissie verschillende pro ducten door enkele zijner schippers doen vervoeren. Op 23 Januari 1936 had verd. door zijn schipper D. Slot te den Helder een vracht tarwe doen innemen, terwijl aan verdachte geen verwunning is verleend om vrachten van of naar den Helder te ver voeren. Verder zou verdachte op 12 Maart te Heerhugowaard door zijn schipper Aarse een hoeveelheid cocoskoeken hebben doen vervoeren, zonder dat ook hier door de be vrachtingscommissie aan verd. toestem ming hiertoe was gegeven. Als getuigen werden in beide zaken al lereerst gehoord de schippers der beide schepen Trio II en Trio VI die verklaarden van v. S. Jr. in zekeren zin opdracht te hebbei ontvangen tot lading en vervoer der vrachten tarwe en cocoskoeken. Getuige H. Holsmuller, plaatsvervan gend secretaris van de bevrachtingscom missie vertelde hoe de verd. meerdere malen probeerde om aan de wet op de evenredige vrachtverdeeling te ontkomen. Als zoodanig had de beviachtingscommis- sie al eenige malen wrijving met verd. gehad. Uit het getuigenverhoor kwam vast te staan dat het hier steeds betrof versche pingen van goederen welke bestemd wa ren voor zekeren Timmermans, chef van 'n graanmalerij te St. Pancras. Genoemde ondernemer had, naar hij als getuige ver klaarde, destyds moeilijkheden gekregen met de beurtvaartschippers. Getuige ver voerde n.1. reeds gedurende 20 jaar zijn goederen via de firma C. v. S. te Broek op Langendijk. Later had hij dit vervoer meer willen verdeelen en zich daartoe gewend tot de vereeniging van beurtschippers. Deze had hy een deel van het vrachtver voer willen gunnen, doch achteraf bleek dat deze vereeniging alles of niets wilde hebben. Bovendien had gedurende een strengen winter laatstgenoemde vereeni ging geweigerd voor get. te varen. Getuige was toen geholpen door de expediteur v. S. die wel voor hem voer. Een en ander was voor de bevrtachtings- commissie aanleiding geweest om de beurt schippers opdracht te geven geen goederen meer voor Timmermans te verschepen. On der deze regeling was inmiddels ook de firma v. S. gevallen, die evenwel haar zaak zoodanig ingericht had op de vervoersbe hoeften van den heer Timmermans dat zij in groote mate afhankelijk was geworden van laatstgenoemde. Dit werd dan ook aanleiding dat ge noemde firma terwille van haar goede cliënt eenige malen in overtreding was, waarbij een tweetal van haar schepen n.1. de Trio II en de Trio VI in beslag werden genomen. De ambtenaar van het O. M. achtte de beide overtredingen vrij ernstig. Door der gelijke handelingen worden vele kleine beurtschippers gedupeerd. Bovendien had de verdachte aan hem na de eerste over treding uitdrukkelijk toegezegd er voor zorg te dragen dat hij niet meer in over treding zou komen. Desondanks was op 12 Maart weer een gelijksoortige overtreding begaan. Verdachte stoort zich in het ge heel niets aan de bevrachtingscommissie en spreker eisch te tegen v. S. Jr. in beide zaken een geldboete van 500 subs. 100 dagen hechtenis, met order tot teruggave van de in beslag genomen schepen binnen 14 dagen nadat het vonnis in kracht van gewijsde zal zijn gegaan. In dezelfde affaire had schipper D. Kr. wonende te Zuidscharwoude, die in dienst is van de firma v. S. een vracht houtskool vervoerd welke bestemd was voor de firma Timmerman te St. Pancras zonder dat hiervoor een goedkeuring van de bevrach tingscommissie bestond. Eisch 10 boete of 10 dagen hechtenis. Op gelijksoortige wijze was schipper C. A., wonende te Broek op Langendijk en eveneens in dienst der firma v. S., in overtreding geweest ten aanzien van de wet op de evenredige vrachtverdeeling. Ditmaal betrof het vervoer en in la ding nemen van een vrachtborstels dat ook weer bestemd was voor de firma Tim merman te St. Pancras, zonder dat ook hier de bevrachtingscommissie te Alkmaar goedkeuring hiertoe was verleend.. Voor dezelfde firma had schipper A. ook ver voerd een vracht mais. Voor beide overtredingen eischte de ambtenaar een geldboete van 7.50 subs. 5 dagen hechtenis. De verdediger, mr. Grolleman, voerde in een uitvoerig pleidooi aan dat hy de ten laste gelegde feiten niet strafbaar achtte. Er was volgens pleiter geen sprake van uitlokking tot overtreding omdat de schip pers niet geweigerd zouden hebben de opdracht uit te voeren. Pleiter ging ver volgens uitvoerig in op de omstandigheden waaronder de firma v. S. opgegroeid was en kwam uiteindelijk tot de conclusie dat ontslag van rechtsvervolging zou moeten volgen. Na re- en dupliek werd de uitspraak vastgesteld op 29 Mei. De spoorboomen niet gesloten. S. J., arbeider te Schagen, was op 28 April even weggeloopen om den broode te gaan nutten en had daarbij het hem op gedragen werk, n.1. het afsluiten der spoorboomen op een bewaakten overweg maar eenvoudig blauw blauw gelaten. Een vrachtauto, die passeerde, was ondanks de geopende spoorboomen nog tijdig blijven staan omdat de bestuurder ervan den trein zag naderen. De verdachte vertelde dat hij altijd des .En zoo in eens/ Ik kon niet meer heen of weer. Ik houd niet oan tabletjes en liet mffn orouw mff wrijven met Kloosterbalsem. Niet ie hard zeg ik want alles, ook de geheele omgevino' deed me zeer. Zff wreef mff zacht ju om te beginnen, naderhand wat harder en het was of er een wonder gebeurde Onder 't wrijven verminderde de pün al en toen het 's avonds herhaald was stond Ik den volgenden morgen weel- even frisch op als alt ffd." Pr. D. te 0. Onovertroffen b(J brand-en sn(J wonden Ook ongeëvenaard ale wr(jfmiddel hH Kheumatlek, optt en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 et Potten: 82^ et en f ï.o* middag tusschen kwart over één en twee uur ging eten. Hij belde dan de stations chef op, die dan voor een remplagant zorg droeg. Ditmaal echter had hy vergeten op te bellen en was zonder meer weggeloo pen. De ambtenaar van het O. M. die achtte dat dit wel eens menschenleveng had kun nen kosten, eischte tegen J. een geldboete van 25 subs. 20 dagen hechtenis. Uitspraak 12 of 10 dagen hechtenis. ONGELUK IN HET HUIS VAN BEWARING. De rechtbank te Amsterdam veroordeel de vandaag een arbeider wegens diefstal met braak tot een gevangenisstraf van vier maanden met aftrek van drie maanden en een week. De rechtbank hield er by de strafmaat rekening mee, dat deze verdachte in de werkplaats van het huis van bewaring een ernstig ongeluk heeft gehad, doordat hij met een hand tuscshen de machine kwam. TWEE WIELRIJDERS BIJ AANRIJDING GEDOOD. Op 25 Februari, 's avonds om 8 uur had op den Arnhemschen Straatweg ter hoogte van het natuurhistorisch museum tusschen Apeldoorn en Beekbergen een auto-ongeluk plaats, dat aan twee men schen het leven kostte. Op dat tijdstip na derde uit de richting Arnhem een auto. Bij het inhalen van een rechts van den weg rijdenden aangespannen wagen week de bestuurder van de ^uto, die vol gens ooggetuigen met zeer groote snelheid reed, te ver naar links uit. Twee wielrij ders, de 22-jarige mejuffrouw J. Blumink uit Velp en de 19-jarige K. de Bruin uit Arnhem, die in de richting Arnhcn fiets ten werden door de auto gegrepen. De Bruin werd op slag gedood; het meisje werd over den berm langs het rijwielpad, in een diepen sloot geworpen, waaruit zij enkele oogenblikken later levenloos werd opgehaald. Vandaag diende de zaak voor de Zut- phensche rechtbank. In de dagvaarding werd J. H. G. ten laste gelegd, dat het aan zyn grove schuld te wijten is, dat J. Blumink en K. de Bruin zwaar lichamelijk letsel hebben be komen en daarna zijn overleden, hebben de verdachte hoogst roekeloos, onvoor zichtig en onoplettend, verkeerende onder zoodanigen invloed van het gebruik van alcoholhoudende drank, dat hij niet in staat moest worden geacht een auto naar behooren te kunnen besturen, met groote snelheid had gereden op den Arnhem schen weg zonder voldoende acht te slaan op de op het rijwielpad naderende wiel rijders. Als verdediger trad op mr. J. A. M- van Oorschot te Apeldoorn. Van de zijde van het O. M. zijn 12 ge- tuigen gedagvaard, waarbij een deskun dige. In zijn requisitoir zeide de officier van HOOFDSTUK 9. De conferentie, die de Chef in dien middag met zijn superieuren had, was niet bepaald gemoedelijk geweest. Zakelijk en kalm hadden zij den chef meegedeeld, dat de mannen weer terug moesten komen, want dat er hier ander werk voor hen te doen was en dat zij het niet langer kon den verantwoorden de agenten wilde gan zen te laten schieten in het park van graaf Thomson. De chef moest toegeven, dat de zaak op een volkomen fiasco was uitgeloo- pen en hij deed zijn best de heeren te be wegen, de bewaking nog tien dagen voort te zetten, desnoods met minder menschen. maar zij wilden niet toegeven en onder de hand was het al laat in den avond gewor den, zonder dat zij tot een resultaat waren gekomen, toen zij opeens krachtig en totaal onverwacht wakker werden geschud door de ontstellende telefonische mededeeling van Rietsen, dat James, de butler, dien middag vermoord was. Oogenblikkelijk werd er bevel gegeven de bewaking voort te zetten en de chef keerde onmiddellijk per auto terug, zoodat hij een paar uur la- ter weer op het kasteel aankwam. Het hee le kasteel was geladen met een atmosfeer van angst en ontzettende hulpeloosheid. Backersen keek bitterder dan ooit te vo ren. „Weet U, wat ik ga doen?" vroeg hij. De chef fronste even het voorhoofd en schudde van neen. „Ik ga vannacht in de bibliotheek zitten en zal daar net zoo lang blijven tot het raadsel opgelost is". „Backersen", zei de chef kalmeerend, „ik geloof, dat je verstandig doet een flinke groc te nemen cn dan naar bed te gaan. Je moet varnacht eens flink uitslapen, dat zal je goed doen". „Pardon, Chef, ik meen het in vollen ernst". De chef schudde het hoofd. „Dat gaat niet, Backersen", zei hij. „Ik bewonder je moed, man, maar je haalt jezelf moeilijk heden op den hals, die niet noodig zijn. En ik zou niet verantwoord zijn als er wat met ik"6 eUrC*e' Clat weet net 200 8°e(l als „Maar chef", hield Backersen vol, de voordeelen zullen immers heclemaal aan myn kant zyn. Ik heb het leelijke gedrocht gezien en ik weet dus, waarvoor ik moet oppassen. En ik beloof U, dat het kleine monster mij niet voor den tweeden maal zal ontglippen. Wij kunnen immers ver schillende voorbereidingen treffen, waar door ik mij zoo veilig zal voelen als bij myn moeder thuis". De chef keerde zich nu naar den ande ren detective. „Rietsen wreef zich langs de kin en deed zijn best een slag om den arm te houden. Het was niet bepaald gemakke lijk om hier advies te geven, want niet hij, maar Backersen was de man, die zyn hoofd in den strop stak en Rietsen voelde, dat hij zoo iets onmogelijk kon aanmoedigen, zelfs al zou hy het zelf hebben willen doen. Toen de chef hem dan ook zijn meening vroeg, antwoordde hij langzaam: „Ik geloof wel, dat Backersen gelijk heeft en dat wy het geheim van de biblio theek moeten zoeken. Er is geen andere weg om tn dat vertrek te komen dan door de deur, tenminste, wij hebben tot nog toe geen anderen weg kunnen ontdekken, hoe wij ook gezocht hebben. Als de moordenaar kans ziet om door een heelen kring van be wakers heen te breken, dan vind ik, dat het tijd wordt, dat wij de zaak er bij neer gooien. Ik geef niet graag een zaak op, maar ik geloof niet, dat wij in dit geval iets zullen bereiken. Er moet natuurlijn iets gedaan worden en met hier alleen maar rond te hangen komen wij niet ver der, maar hoe lossen wij het geheim van de bibliotheek op? Ik zie er gaan kan3 voor". Plotseling viel Backersen hem in de re- e: Ja, in dat geval kunnen wij beter heelemaal weggaan, want wij loopen in onze kamers precies evenveel kans om vermoord te worden als h£r Alleen door in het kasteel verbliif v, j vinden wy ons reedsln Lv£r^kÏÏ h*" niet in, dat het risico hier in de' bibliotheek grooter zou zyn dan in een van de and«r« vertrekken - laat mij het probeeren !f het is in ieder geval beter, dan werkloos te wachten". De chef gaf zich een weinig gewonnen. „Maarbegon hij, „watprecies verwacht je dan?" „Dat weet ik zelf niet. Maar we zouden aan den graaf toestemming kunnen vragen om alle meubelstukken uit deze kamer te mogen verdwijnen. Dan krijg ik een goede blik op de vier muren en voordat ik er in ga zullen wij met ons allen onderzoeken ot de kamer leeg is. De deur kan trouwens open blijven. Rietsen en een paar agenten kunnen dan buiten de deur blijven staan en bijvoorbeeld iedere minuut naar binnen kyken. De rest van de mannen kan in de hall worden uitgezet en langs de muren, die naar de bibliotheek leiden, als iemand dan nog kans ziet om door de bewaking been te breken, dan eet ik myn heele uni form voor straf op, uitgezonderd dan na tuurlijk mijn pet!" De chef keek eens naar de stevige, eiken houten deur van de bibliotheek. „Dat klinkt volkomen aanvaardbaar", zei hy, „en verder?" „Ik zal hier binnen steeds in beweging blijven, zoodat de mannen me kunnen hoo- ren. Daarmede bewijs ik dan dat alles hier volkomen in orde is. Ik zal om een tref kans te voorkomen steeds van richting ver anderen, zoodat de moordenaar mij niet van achteren kan besluipen. En ik zal niets anders doen dan mijn oogen den kost ge ven en steeds de vier muren controleeren. Daarbij houd ik mijn revolver in de hand. Als ik iets verdachts zie, zal ik fluiten of gillen, wat het best uitkomt. Kan dat uw goedkeuring wegdragen?" „Ja, maar nog één ding", zei de chei grimmig' „Rietsen, geef me eens een hoe- denspeld, zoo'n ordinaire hoedenspeld, die de dames vroeger door haar hoeden sta ken en dan een heele sterke draad". Zonder wat te zeggen draaide Rietsen zich om en ging naar de keuken. Toen hy met het gevraagde terugkwam, hadden de agenten reeds met toestemming van den graaf alle meubelstukken uit de biblio theek gehaald en in de groote hal geplaatst. De chef nam nu de hoedenspel en stak deze horizontaal in de deurstijl aan den binnenkant, zoodat de zwart glazen knop tegen het bovenpaneel aangedrukt za daardoor kreeg men als het war eeen soor van automatische trommelstok. Toen bond hij een draad om de pols van Backersen, zoodat deze, waar hy zich ook in de kamar bevond, slechts een rukje aan de draad be hoefde te geven om aan de wacht buiten de hall mede te deelen, dat alles in orde was. „Bent U tevreden, chef?" vroeg Backer sen, toen het laatste meubelstuk in de ha stond. „Ja", zei de chef, „en ik zal hier me Rietsen vlak voor de deur blijven, terwy jij binnen bent. Met hun drieën controleer den zij nu of de kamer leeg was, waarnj! Backersen een sigaret opstak en ml®6 achterbleef. De deur werd op een kier gezet, zooda een kleine streep licht naar buiten viel. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 10