Wreef in één dag
RHEUMATIEK weg
KLOOSTERBALSEM
JiediUiaAeH
'JxuiiCetm
met den Kloosterbalsem
Kantongerecht te Alkmaar.
Had een pijn in z'n schouder
om turoluursch van te worden
AKKERS
„Geen goud zoo goed"
01
bureau bereid is om de propaganda voor de
Alkmaarsche kaasmarkt financieel te steu
nen, met het gevolg dat kan worden mede
gedeeld, dat aan dit verzoek alle aandacht
zal worden geschonken en medewerking
Vrij zeker is.
Over de beteekenis van de kaasmarkt
nog het volgende:
Voor internationale tentoonstellingen voor
onze nationale propaganda voor kaas wordt
bijna zonder uitzondering reclame gemaakt
met eene inzending die de Alkmaarsche
kaasmarkt nabootst, waarmee men steeds
succes heeft en de belangstelling weet te
winnen.
Het vreemdelingenbezdek aan Alkmaar,
met het doel om de kaasmarkt zooals
nergens ter wereld bestaat te bezoeken,
levert het overtuigend bewijs hoe groot deze
belangstelling is en deze belangstelling zal
nooit ten nadeele van de kaasproducenten
uitvallen, integendeel er zal altijd een goe
de invloed van uitgaan.
Het welbegrepen eigenbelang van produ
centen brengt mee, dat deze markt niet
moet verdwijnen. Een veel verbeterde pro
paganda zal het resultaat belangrijk kunnen
verbeteren, daarom wordt er alle aandacht
aan geschonken.
Wanneer Alkmaar zijn belangen goed
ziet, zal het ongetwijfeld alles doen om do
propaganda voor de kaas te verbeteren.
Bovendien zal Alkmaar goed doen om op
korten termijn de wik- en.tveegloonen, die
inderdaad te hoog zijn voor-, producenten,
belangrijk te verlagen. De toegepaste ver
laging is in deze onvoldoende\ Bij belang
rijk verlaagde wik- en weegloipnen zullen
producenten veel méér bereid ztijn om mede
te werken aan de instandhouding van
kaasmarkt. In deze is goede sajmenwerking
beider belang, daarom de handen ineenge
slagen. Over het groote belaag van de
prijszetting op de Alkmaarsche kaasmarkt
waarvan ik tenvolle overtuigd ben
wil ik alleen nog zeggen: JWanneer de
markt er niet meer is; zal mehi ervaren
met groot nadeel dat het belang der pro
ducenten geschaad wordt, dofch dan is het
niet meer te herstellen".
De discussies. Xójór- en tegen
standers van de> kaasbeurs aan
het woord.
De heer K. K u ijp e r te Oostwoud
noemde het rapponVvan den heer Kranen
een werk, dat zeefr gewaardeerd dient te
worden.
Spr. wees ero-.p, dat het streven naar
verlaging der anarktonkosten al zeer oud
is. Hij herinnerde voorts aan de oprichting
van een kleinte kaasbeurs te Alkmaar en
aan de instelling van een dergelijke ver-
koopgelege/tiheid te Purmerend.
Spr. aa'htte de kaasbeurs van groot be
lang, voforal om het vaak voorkomen van
scheurten van de kaas bij het ter markt
aanvoeren. Hij achtte de waarde van het
argument van den heer Nobel e. a. wel
Overdreven, als men daaruit wil afleiden,
dat de markt zou moeten blijven. Het pu
bliek op de Alkmaarsche kaasmarkt be
staat slechts voor een zeer gering deel uit
belangstellenden voor de kaas, de meeste
menschen zijn toeristen of dagjesmen-
schen. Spr. wilde niet ontkennen, dat de
markt haar nut heeft, maar als men haar
ziet als reclame-object voor het Noord-
hollandsche product, dan wilde hij erop
wijzen, dat alle kosten ervan gedragen
worden door een klein aantal belangheb
benden.
In het algemeen meende spr. te moeten
opmerken, dat het hier moet gaan over
de belangen van de producenten en niet
over die der gemeente Alkmaar. In de toe
komst zal toch stellig een kaasbeurs moe
ten worden opgericht. De kaarhandel zal
blijven een kwestie van vertrouwen. De
beste reclame voor het product moet dat
product zelve zijn, zij ligt niet in den aan
voer der heele productie ter markt. In geen
geval achtte spr. het reclame, als er op de
markt menschen loopen met een mandje
kazen ter verkoop aan den arm.
Het is natuurlijk mogelijk een kaasbeurs
op te richten, maar het beste zou zijn, als
de Bond erachter stond.
De heer Laan (Binnenwijzend) zag in
den bloei der Alkmaarsche markt 'n aan
wijzing, dat de producenten er hun eigen
belang in zien op de markt te verkoopen.
De contante betalirtg op de markt vond
spr. een groot voordeel van deze wijze
van verkoop.
De heer Swan (Warmenhuizen) her
innerde aan het gezegd- „wie de buul
heeft, is baas" en geloofde, dat de beurs
zal leiden tot chicanes met de betaling. De
verkoop van erwten heeft dat geleerd.
De heer Kooiman van Wognum vond
de Alkmaarsche markt een groote reclame
voor het Noordhollandsche product, een
reclame, die doordringt tot ver in het bui
tenland. Spr. was het eens met den heer
Kuiper, waar die sprak over den verkoop
van kaas door particulieren op de markt.
Hy zou het betreuren, als de markt werd
opgeheven. Wie naar een beurs wil, kan
toch naar Purmerend gaan.
De heer vander Meer (Binnen
wijzend) was voorstander van een kaas
beurs; aanvoer ter markt van de heele
productie benadeelt het product Er is
eigenlijk op de markt een middeleeuwsche
toestand
De heer Laan voerde hiertegen aan,
dat op de markt veel betere prijzen worden
besteed dan op de kaasbeurs
De heer Klaver (Alkmaar) wenschte
een woord te spreken als lid van den Bond
en niet als wethouder Hij verzekerde, dat
het gemeentebestuur niet aanwezig is om
het woord te voeren, maar slechts om zijn
oor te luisteren te leggen
Spr. waardeerde het werk van ir. Kranen,
aan de samenstelling van het rapport be
steed. Er ligt een kern van waarheid m
het betoog van de dure reclame. Maar spr.
voerde hier tegen aan, dat over het nut
van reclame alle zakenmenschen het toch
wel eens zijn, en ook voor de kaas is zij
van buitengewoon belang; bovendien is
het hier een onpersoonlijke reclame, uit
sluitend voor het product. Voor den pro
ducent blijft de markt hoofdzaak en is de
reclame bijzaak. Juist datgene wat men
„middeleeuwsch gedoe" noemt, is de groo
te reclame voor het Noordhollandsche pro
duct.
Spr. vond geen bezwaar tegen het in het
klein aanbieden van datgene, wat in het
groot op de markt wordt aangeboden. Het
gemeentebestuur zal er aandacht aan schen
ken, dat het bij deze aanbieding slechts
gaat om goede producten.
Spr. vroeg zich af of bij instelling van
een kaasbeurs de handelaren niet een be
paalden dag zullen aanwijzen voor de ont
vangst van het gekochte. Zal het dan wel
niet eens gebeuren, dat een partij eenigen
tijd moet wachten alvorens te kunnen wor
den geborgen? Dan heeft men stellig niet
.zoo goed gelegenheid voor afdekken van
het product als op de markt.
De markt geeft geen last met wanbetalers
en de heer Kranen zegt, dat de beurs
geen wanbetaling geeft van eenige beteeke
nis, als men de oogen maar openhoudt. Dit
wijst toch wel in een bepaalde richting, zei
spr., en zegt ons toch wel iets.
De zuiverheid met het wegen op de
Noordhollandsche kaasmarkten noemde
spr. een zeer groot belang voor de aan
voerders.
De prijszetting van de kaas komt op de
markt het best tot uiting.
De toestand, zooals die bestaat in den
kaashandel, is ideaal. In Alkmaar heeft men
een goed ingerichte markt en daaromheen
(in Purmerend en Amsterdam) heeft men
een kaasbeurs. Waarom zou men er nu nog
een beurs bij vestigen?
De heer W i t (Berkhout) constateerde
twee stroomingen: vóór de markt en vóór
de beurs. Spr. meende, dat de beurs is aan
te bevelen, hij had daarmee voldoende er
varing. Alleen als de handel stug is, is het
verkoopen op de beurs moeilijk, dan komt
men ter markt en alleen daarom zou hij die
verkoopgelegenheid willen behouden.
Echter, als producenten willen pogen de
onkosten te verlagen, zullen zij moeten
komen tot een beurs. Spr. twijfelde er niet
aan of ook Alkmaar zal die krijgen. Het
zoeken van koopers voor een groote aange
voerde partij geeft dikwijls bezwaren.
De heer Laan ontkende dit laatste en
zeide, dat hij nog nimmer een partij had
terug ontvangen, al was het ook warm
geweest.
De heer ir. Kranen, de reclame van
de markt besprekend, zei, dat bij een in
gesteld onderzoek was gebleken, dat in
Amerika de Alkmaarsche markt niet
wordt genoemd, als men spreekt over
kaasproductie.
Spr. vond, dat van de markt geen of
slechts zeer weinig reclame uitgaat, de
beschuitjes in het V. V. V.-gebouw doen
het ook niet.
De prijszetting kan op een beurs even
zeer tot haar recht komen als op een
markt. Men moet de kwestie bekijken al
leen uit het oogpunt van den producent
en niet uit het belang voor Alkmaar.
Dr. Schey (Hoorn) meende dat men
zich niet moet laten leiden door het ge
voel. De kaasmarkt in Purmerend is ver
dwenen en die van Hoorn is kwijnend;
als centrale markt is er nog slechts Alk
maar. Men weet op het oogenblik nog niet
hoe de kaashandel denkt over het vestigen
van een beurs te Alkmaar. Spr. erkende
het toebrengen van schade door het aan
voeren ter markt, maar het is de slechtste
kaas, die het meest lijdt. De kaas onder
gaat dus als het ware een vuurproef bij
den aanvoer ter markt.
Spr. zou geen advies willen geven over
de vraag: kaasbeurs of kaasmarkt? maar
meende tot voorzichtigheid te moeten aan
sporen.
De heer Kuiper was niet overtuigd
door de argumenten vóór handhaving van
de markt. Het argument van den heer Wit
zou juist pleiten vóór de beurs, waar men
niet de heele party, maar slechts een mon
ster heeft aan te voeren. Spr. wenschte, dat
in Alkmaar gelegenheid zal worden gege
ven tot verkoop van kaas op een beurs on
der leiding van den bond.
De heer Kout (Edam) gaf de gemeente
Alkmaar in overweging om te zorgen voor
een behoorlijke installatie van een kaas
beurs en niet te doen, zooals Hoorn heeft
gedaan.
De voorzitter stelde de vertegen
woordigers der kaasfabrieken voor de
vraag: voor of tegen kaasbeurs?
Het resultaat was, dat de groote
meerderheid zich verklaarde voor het
instellen van een kaasbeurs. Het be
stuur zal besprekingen voeren met het
gemeentebestuur van Alkmaar.
Er waren, zooals wy nog in een deel
van onze vorige oplaag konden opne
men, 124 stemmen vóór en 23 te
gen, zijnde de fabrieken Prins Hendrik
te Alkmaar, Hoogkarspel, Midwoud,
Burgerburg en Schoorl.
Na rondvraag sloot de voorzitter de ver
gadering.
Zitting van 22 Mei.
Verkeersperikelen.
De dames M. G. en A. M. T., beiden
wonende te Alkmaar, hadden op 14 Mei in
Alkmaar gereden op het Scharloo en wa
re nonder min of meer vreemde omstan
digheden naar rechts gegaan. Een agent
van politie, die aldaar surveilleerde, zag
hoe beide dames in plaats van links, rechts
om den aldaar staande verkeerspaal heen
reden.
De dames, die beiden -harndnekkig en
consequent ontkenden aan den verkeerden
kant van den paal te hebben gereden wa
ren evenwe' niet in st at den kantonrech
ter hiervan te overtuigen. De eisch luidde
6 boete of 6 dagen héchtenis. Uitspraak
3 boete of 3 dagen hechtenis.
De kwestie der evenredige be
vrachtingen.
Vervolgens stonden terecht de expedi
teur C. v. S. Jr. alsmede eenigen van zijn
knechts wien ten laste was gelegd overtre
ding der wet op de evenredige vrachtver-
deeling.
De expediteur v. S. Jr. had op 23 Jan.
en op 12 Maart zonder goedkeuring van de
bevrachtingscommissie verschillende pro
ducten door enkele zijner schippers doen
vervoeren. Op 23 Januari 1936 had verd.
door zijn schipper D. Slot te den Helder
een vracht tarwe doen innemen, terwijl aan
verdachte geen verwunning is verleend om
vrachten van of naar den Helder te ver
voeren. Verder zou verdachte op 12 Maart
te Heerhugowaard door zijn schipper Aarse
een hoeveelheid cocoskoeken hebben doen
vervoeren, zonder dat ook hier door de be
vrachtingscommissie aan verd. toestem
ming hiertoe was gegeven.
Als getuigen werden in beide zaken al
lereerst gehoord de schippers der beide
schepen Trio II en Trio VI die verklaarden
van v. S. Jr. in zekeren zin opdracht te
hebbei ontvangen tot lading en vervoer
der vrachten tarwe en cocoskoeken.
Getuige H. Holsmuller, plaatsvervan
gend secretaris van de bevrachtingscom
missie vertelde hoe de verd. meerdere
malen probeerde om aan de wet op de
evenredige vrachtverdeeling te ontkomen.
Als zoodanig had de beviachtingscommis-
sie al eenige malen wrijving met verd.
gehad.
Uit het getuigenverhoor kwam vast te
staan dat het hier steeds betrof versche
pingen van goederen welke bestemd wa
ren voor zekeren Timmermans, chef van 'n
graanmalerij te St. Pancras. Genoemde
ondernemer had, naar hij als getuige ver
klaarde, destyds moeilijkheden gekregen
met de beurtvaartschippers. Getuige ver
voerde n.1. reeds gedurende 20 jaar zijn
goederen via de firma C. v. S. te Broek op
Langendijk. Later had hij dit vervoer meer
willen verdeelen en zich daartoe gewend
tot de vereeniging van beurtschippers.
Deze had hy een deel van het vrachtver
voer willen gunnen, doch achteraf bleek
dat deze vereeniging alles of niets wilde
hebben. Bovendien had gedurende een
strengen winter laatstgenoemde vereeni
ging geweigerd voor get. te varen. Getuige
was toen geholpen door de expediteur
v. S. die wel voor hem voer.
Een en ander was voor de bevrtachtings-
commissie aanleiding geweest om de beurt
schippers opdracht te geven geen goederen
meer voor Timmermans te verschepen. On
der deze regeling was inmiddels ook de
firma v. S. gevallen, die evenwel haar zaak
zoodanig ingericht had op de vervoersbe
hoeften van den heer Timmermans dat zij
in groote mate afhankelijk was geworden
van laatstgenoemde.
Dit werd dan ook aanleiding dat ge
noemde firma terwille van haar goede
cliënt eenige malen in overtreding was,
waarbij een tweetal van haar schepen n.1.
de Trio II en de Trio VI in beslag werden
genomen.
De ambtenaar van het O. M. achtte de
beide overtredingen vrij ernstig. Door der
gelijke handelingen worden vele kleine
beurtschippers gedupeerd. Bovendien had
de verdachte aan hem na de eerste over
treding uitdrukkelijk toegezegd er voor
zorg te dragen dat hij niet meer in over
treding zou komen. Desondanks was op 12
Maart weer een gelijksoortige overtreding
begaan. Verdachte stoort zich in het ge
heel niets aan de bevrachtingscommissie
en spreker eisch te tegen v. S. Jr. in beide
zaken een geldboete van 500 subs. 100
dagen hechtenis, met order tot teruggave
van de in beslag genomen schepen binnen
14 dagen nadat het vonnis in kracht van
gewijsde zal zijn gegaan.
In dezelfde affaire had schipper D. Kr.
wonende te Zuidscharwoude, die in dienst
is van de firma v. S. een vracht houtskool
vervoerd welke bestemd was voor de firma
Timmerman te St. Pancras zonder dat
hiervoor een goedkeuring van de bevrach
tingscommissie bestond. Eisch 10 boete
of 10 dagen hechtenis.
Op gelijksoortige wijze was schipper C.
A., wonende te Broek op Langendijk en
eveneens in dienst der firma v. S., in
overtreding geweest ten aanzien van de
wet op de evenredige vrachtverdeeling.
Ditmaal betrof het vervoer en in la
ding nemen van een vrachtborstels dat
ook weer bestemd was voor de firma Tim
merman te St. Pancras, zonder dat ook
hier de bevrachtingscommissie te Alkmaar
goedkeuring hiertoe was verleend.. Voor
dezelfde firma had schipper A. ook ver
voerd een vracht mais.
Voor beide overtredingen eischte de
ambtenaar een geldboete van 7.50 subs.
5 dagen hechtenis.
De verdediger, mr. Grolleman, voerde in
een uitvoerig pleidooi aan dat hy de ten
laste gelegde feiten niet strafbaar achtte.
Er was volgens pleiter geen sprake van
uitlokking tot overtreding omdat de schip
pers niet geweigerd zouden hebben de
opdracht uit te voeren. Pleiter ging ver
volgens uitvoerig in op de omstandigheden
waaronder de firma v. S. opgegroeid was
en kwam uiteindelijk tot de conclusie dat
ontslag van rechtsvervolging zou moeten
volgen.
Na re- en dupliek werd de uitspraak
vastgesteld op 29 Mei.
De spoorboomen niet gesloten.
S. J., arbeider te Schagen, was op 28
April even weggeloopen om den broode te
gaan nutten en had daarbij het hem op
gedragen werk, n.1. het afsluiten der
spoorboomen op een bewaakten overweg
maar eenvoudig blauw blauw gelaten. Een
vrachtauto, die passeerde, was ondanks de
geopende spoorboomen nog tijdig blijven
staan omdat de bestuurder ervan den trein
zag naderen.
De verdachte vertelde dat hij altijd des
.En zoo in eens/ Ik kon niet meer
heen of weer. Ik houd niet oan tabletjes
en liet mffn orouw mff wrijven met
Kloosterbalsem. Niet ie hard zeg ik
want alles, ook de geheele omgevino'
deed me zeer. Zff wreef mff zacht ju
om te beginnen, naderhand wat harder
en het was of er een wonder gebeurde
Onder 't wrijven verminderde de pün
al en toen het 's avonds herhaald was
stond Ik den volgenden morgen weel-
even frisch op als alt ffd."
Pr. D. te 0.
Onovertroffen b(J brand-en sn(J wonden
Ook ongeëvenaard ale wr(jfmiddel hH
Kheumatlek, optt en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 et Potten: 82^ et en f ï.o*
middag tusschen kwart over één en twee
uur ging eten. Hij belde dan de stations
chef op, die dan voor een remplagant zorg
droeg. Ditmaal echter had hy vergeten op
te bellen en was zonder meer weggeloo
pen.
De ambtenaar van het O. M. die achtte
dat dit wel eens menschenleveng had kun
nen kosten, eischte tegen J. een geldboete
van 25 subs. 20 dagen hechtenis.
Uitspraak 12 of 10 dagen hechtenis.
ONGELUK IN HET HUIS VAN
BEWARING.
De rechtbank te Amsterdam veroordeel
de vandaag een arbeider wegens diefstal
met braak tot een gevangenisstraf van vier
maanden met aftrek van drie maanden en
een week.
De rechtbank hield er by de strafmaat
rekening mee, dat deze verdachte in de
werkplaats van het huis van bewaring een
ernstig ongeluk heeft gehad, doordat hij
met een hand tuscshen de machine kwam.
TWEE WIELRIJDERS BIJ AANRIJDING
GEDOOD.
Op 25 Februari, 's avonds om 8 uur had
op den Arnhemschen Straatweg ter
hoogte van het natuurhistorisch museum
tusschen Apeldoorn en Beekbergen een
auto-ongeluk plaats, dat aan twee men
schen het leven kostte. Op dat tijdstip na
derde uit de richting Arnhem een auto.
Bij het inhalen van een rechts van den
weg rijdenden aangespannen wagen
week de bestuurder van de ^uto, die vol
gens ooggetuigen met zeer groote snelheid
reed, te ver naar links uit. Twee wielrij
ders, de 22-jarige mejuffrouw J. Blumink
uit Velp en de 19-jarige K. de Bruin uit
Arnhem, die in de richting Arnhcn fiets
ten werden door de auto gegrepen. De
Bruin werd op slag gedood; het meisje
werd over den berm langs het rijwielpad,
in een diepen sloot geworpen, waaruit
zij enkele oogenblikken later levenloos
werd opgehaald.
Vandaag diende de zaak voor de Zut-
phensche rechtbank.
In de dagvaarding werd J. H. G. ten
laste gelegd, dat het aan zyn grove schuld
te wijten is, dat J. Blumink en K. de
Bruin zwaar lichamelijk letsel hebben be
komen en daarna zijn overleden, hebben
de verdachte hoogst roekeloos, onvoor
zichtig en onoplettend, verkeerende onder
zoodanigen invloed van het gebruik van
alcoholhoudende drank, dat hij niet in
staat moest worden geacht een auto naar
behooren te kunnen besturen, met groote
snelheid had gereden op den Arnhem
schen weg zonder voldoende acht te slaan
op de op het rijwielpad naderende wiel
rijders.
Als verdediger trad op mr. J. A. M-
van Oorschot te Apeldoorn.
Van de zijde van het O. M. zijn 12 ge-
tuigen gedagvaard, waarbij een deskun
dige.
In zijn requisitoir zeide de officier van
HOOFDSTUK 9.
De conferentie, die de Chef in dien
middag met zijn superieuren had, was niet
bepaald gemoedelijk geweest. Zakelijk en
kalm hadden zij den chef meegedeeld, dat
de mannen weer terug moesten komen,
want dat er hier ander werk voor hen te
doen was en dat zij het niet langer kon
den verantwoorden de agenten wilde gan
zen te laten schieten in het park van graaf
Thomson. De chef moest toegeven, dat de
zaak op een volkomen fiasco was uitgeloo-
pen en hij deed zijn best de heeren te be
wegen, de bewaking nog tien dagen voort
te zetten, desnoods met minder menschen.
maar zij wilden niet toegeven en onder de
hand was het al laat in den avond gewor
den, zonder dat zij tot een resultaat waren
gekomen, toen zij opeens krachtig en totaal
onverwacht wakker werden geschud door
de ontstellende telefonische mededeeling
van Rietsen, dat James, de butler, dien
middag vermoord was. Oogenblikkelijk
werd er bevel gegeven de bewaking voort
te zetten en de chef keerde onmiddellijk
per auto terug, zoodat hij een paar uur la-
ter weer op het kasteel aankwam. Het hee
le kasteel was geladen met een atmosfeer
van angst en ontzettende hulpeloosheid.
Backersen keek bitterder dan ooit te vo
ren. „Weet U, wat ik ga doen?" vroeg hij.
De chef fronste even het voorhoofd en
schudde van neen.
„Ik ga vannacht in de bibliotheek zitten
en zal daar net zoo lang blijven tot het
raadsel opgelost is".
„Backersen", zei de chef kalmeerend, „ik
geloof, dat je verstandig doet een flinke
groc te nemen cn dan naar bed te gaan. Je
moet varnacht eens flink uitslapen, dat zal
je goed doen".
„Pardon, Chef, ik meen het in vollen
ernst".
De chef schudde het hoofd. „Dat gaat
niet, Backersen", zei hij. „Ik bewonder je
moed, man, maar je haalt jezelf moeilijk
heden op den hals, die niet noodig zijn. En
ik zou niet verantwoord zijn als er wat met
ik"6 eUrC*e' Clat weet net 200 8°e(l als
„Maar chef", hield Backersen vol, de
voordeelen zullen immers heclemaal aan
myn kant zyn. Ik heb het leelijke gedrocht
gezien en ik weet dus, waarvoor ik moet
oppassen. En ik beloof U, dat het kleine
monster mij niet voor den tweeden maal
zal ontglippen. Wij kunnen immers ver
schillende voorbereidingen treffen, waar
door ik mij zoo veilig zal voelen als bij
myn moeder thuis".
De chef keerde zich nu naar den ande
ren detective. „Rietsen wreef zich langs de
kin en deed zijn best een slag om den arm
te houden. Het was niet bepaald gemakke
lijk om hier advies te geven, want niet hij,
maar Backersen was de man, die zyn hoofd
in den strop stak en Rietsen voelde, dat
hij zoo iets onmogelijk kon aanmoedigen,
zelfs al zou hy het zelf hebben willen
doen.
Toen de chef hem dan ook zijn meening
vroeg, antwoordde hij langzaam:
„Ik geloof wel, dat Backersen gelijk
heeft en dat wy het geheim van de biblio
theek moeten zoeken. Er is geen andere
weg om tn dat vertrek te komen dan door
de deur, tenminste, wij hebben tot nog toe
geen anderen weg kunnen ontdekken, hoe
wij ook gezocht hebben. Als de moordenaar
kans ziet om door een heelen kring van be
wakers heen te breken, dan vind ik, dat
het tijd wordt, dat wij de zaak er bij neer
gooien. Ik geef niet graag een zaak op,
maar ik geloof niet, dat wij in dit geval
iets zullen bereiken. Er moet natuurlijn
iets gedaan worden en met hier alleen
maar rond te hangen komen wij niet ver
der, maar hoe lossen wij het geheim van
de bibliotheek op? Ik zie er gaan kan3
voor".
Plotseling viel Backersen hem in de re-
e: Ja, in dat geval kunnen wij beter
heelemaal weggaan, want wij loopen in
onze kamers precies evenveel kans om
vermoord te worden als h£r Alleen
door in het kasteel verbliif v, j
vinden wy ons reedsln Lv£r^kÏÏ h*"
niet in, dat het risico hier in de' bibliotheek
grooter zou zyn dan in een van de and«r«
vertrekken - laat mij het probeeren !f
het is in ieder geval beter, dan werkloos
te wachten".
De chef gaf zich een weinig gewonnen.
„Maarbegon hij, „watprecies
verwacht je dan?"
„Dat weet ik zelf niet. Maar we zouden
aan den graaf toestemming kunnen vragen
om alle meubelstukken uit deze kamer te
mogen verdwijnen. Dan krijg ik een goede
blik op de vier muren en voordat ik er in
ga zullen wij met ons allen onderzoeken ot
de kamer leeg is. De deur kan trouwens
open blijven. Rietsen en een paar agenten
kunnen dan buiten de deur blijven staan
en bijvoorbeeld iedere minuut naar binnen
kyken. De rest van de mannen kan in de
hall worden uitgezet en langs de muren,
die naar de bibliotheek leiden, als iemand
dan nog kans ziet om door de bewaking
been te breken, dan eet ik myn heele uni
form voor straf op, uitgezonderd dan na
tuurlijk mijn pet!"
De chef keek eens naar de stevige, eiken
houten deur van de bibliotheek. „Dat
klinkt volkomen aanvaardbaar", zei hy,
„en verder?"
„Ik zal hier binnen steeds in beweging
blijven, zoodat de mannen me kunnen hoo-
ren. Daarmede bewijs ik dan dat alles hier
volkomen in orde is. Ik zal om een tref
kans te voorkomen steeds van richting ver
anderen, zoodat de moordenaar mij niet
van achteren kan besluipen. En ik zal niets
anders doen dan mijn oogen den kost ge
ven en steeds de vier muren controleeren.
Daarbij houd ik mijn revolver in de hand.
Als ik iets verdachts zie, zal ik fluiten of
gillen, wat het best uitkomt. Kan dat uw
goedkeuring wegdragen?"
„Ja, maar nog één ding", zei de chei
grimmig' „Rietsen, geef me eens een hoe-
denspeld, zoo'n ordinaire hoedenspeld, die
de dames vroeger door haar hoeden sta
ken en dan een heele sterke draad".
Zonder wat te zeggen draaide Rietsen
zich om en ging naar de keuken. Toen hy
met het gevraagde terugkwam, hadden de
agenten reeds met toestemming van den
graaf alle meubelstukken uit de biblio
theek gehaald en in de groote hal geplaatst.
De chef nam nu de hoedenspel en stak
deze horizontaal in de deurstijl aan den
binnenkant, zoodat de zwart glazen knop
tegen het bovenpaneel aangedrukt za
daardoor kreeg men als het war eeen soor
van automatische trommelstok. Toen bond
hij een draad om de pols van Backersen,
zoodat deze, waar hy zich ook in de kamar
bevond, slechts een rukje aan de draad be
hoefde te geven om aan de wacht buiten de
hall mede te deelen, dat alles in orde was.
„Bent U tevreden, chef?" vroeg Backer
sen, toen het laatste meubelstuk in de ha
stond.
„Ja", zei de chef, „en ik zal hier me
Rietsen vlak voor de deur blijven, terwy
jij binnen bent. Met hun drieën controleer
den zij nu of de kamer leeg was, waarnj!
Backersen een sigaret opstak en ml®6
achterbleef.
De deur werd op een kier gezet, zooda
een kleine streep licht naar buiten viel.
Wordt vervolgd.