Dxmtcu&cieA wb m, WÊ>'WÊ AWÊ1 WÉ WÈ WÈ 'lÈk m ém. fli mË m WA f i"i H B I M vm m Ut mk lllü. 2^6 m Raadselhoekie IN DE WEI LEGKAART UIT SLOOTLAND BIJ T SLAPEN GAAN ROEDERS „GOCHEM" ï'd hSTfiS/jJ" h,1!,mcl p" Pat- HlJ m m Loopt parmantig heen en weer. (Nadruk verboden). A R M R O E M E S VL C. E. d. L. H. 1Ke6 2. Kf3 Ke5 3. Ke3 Kf6 4. Kf4 Ke6 5. Kf3 Kd6 6. Kf4 e6 7. Kg4 Kc5 8. Kg5 Remise. Hoe gevaarlijk een verkeerde zet is volgt hieruit: 1. Kf3? Ke6 2. Kf4 (2. Ke3 Ke5 3. Kf3 Kd4 4. Kf4 e6 en zwart wint. 2Kf6 3. e5t Kg6 4. Kg4 e6 5. Kf4 Kh5 6. Ke4 Kg4 7. Kd3 Kf4 8. Kd4 Kf5 9. Kc4! Ke4 (Ke5? 10. Kc5 geeft remise) 10. Kb4 Kd4 11. Kb5 Kd5 12. Kb4 Kc6 13. Ka5 Kc5 en zwart wint. De volgende partij werd gespeeld en het tournooi om het kampioenschap van Ber lijn in 1936. Wit: K. Richter. Zw. K. Helling. CaraKann. 1. e4 c6 2. Pc3 d5 3. Pf3 de4. (Beter dan 3d4 waardoor zwart al zijn best moet doen om zijn pionnen te bewaren) 4. Pe4 Pf6 5. Pg3 g6. 6. d4 Lg7. 7. Lc4 0—0 8. 0—0 Lg4 9. c3 Pbd7 10. Tfel Pd5 11. h3 Lf3 12. Df3 Pb6 13. Lb3 e5. (Eindelijk heeft zwart zijn zin.) 14. Pe4! (Zwart heeft f7 verzwakt en daarop wordt wits plan nu gebouwd) 14. ed4 15. Lg5 Dc7 16. cd4 Pbd5 (Zwart durft 't offer niet aan maar de tekstzet is niet beter. Na 16Ld4 volgt 17. Tadl Nu volgt na 17Lb2 of Lg7 volgt 18. Pd6 en na 17. Le5 of Lc5 volgt 18. Lh6 Lg7 19. Lg7 Kg7 20. Pd6 en na 17Pe5 volgt 18. Dg3 en wit staat best). 17. Pc3! Pd7b6. 18. Ld5 Pd5 19. Pd5 cd5 20. Dd5 Db6. 21. Te4! Db2 22. Tael. Nu heet wit een superieure stelling. 22h6 23. Le7. Tfg8 Iets beter was Te8 waardoor wit niet dadelk Tf4 kan spelen. 24. Tf4! Tel. 25. Df7f Kh8 26. Teel. Delf 27. Kh2 g5 28. Tf6U dreigend Th6| en Lf6f, 28Tag8 29. d5 g4 30. d6 gh3 31. d7! Wit laat zich niet afleiden. Na 31Dc7f 32. g3 en nu zou fout zijn Dd 33. Th6| Lh6 34. Lf6 met damewinst. 31Dfl. Te laat! Er volgt mat in 4 zetten. 32. Th6 Lh6, 33. Lf6f Tg7 Na Lg7 34. Dh5 mat. 34. d8D Kh7 35. Dg8 mat. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1437. Stand. Zw. 11 sch. op: 6, 9, 11, 12, 14, 19, 23, OO 9Q QO OC W. 10 sch.'op: 21, 25, 27, 31, 34, 37, 42, 44, 47, 50. Oplossing. 1. 25—20 1. 29 49 2. 42—38 2. 49 41 of 46 3. 47—42 3. 14:25 4. 42—37 4. 41 of 46 32 5. 27 16 5. 36 27 6. 213! Zeer mooi! Uit de partij. In de volgende positie was zwart aan zet en behaalde voordeel op zeer interessante wijze: Zw. 17 sch. op: 2, 3, 6, 8, 9, 11/20. 23, 24 W. 17 sch. op: 26, 27, 28, 31/36, 38 39, 40, 43, 45, 47, 48, 49. 1 24—29 33X24. 2 20X29 39—33 3 15—20! 33X15 4 17—21 26X17 5 11X42 47X38 6 Op 48X37 zou 1420 en 19X18 volgen. 6 23—29 34X23 7 19X26 Met schijfwinst voor zwart, terwijlr ook schijf 27 verloren gaat. In den volgenden stand is een origineele winstcombinatie mogelijk, ('t Is een thema van den Franschen probiemist Morillon) ItlÉ ifÉÜ lÉH fUL ww. /Ww.WW/W.. i WÈ i i WW, w. W& WW// wm. Ml. I? Wm wm Wm WM... w.inp Zw. 7 sch. op: 10, 20, 24/27, 37. W. 7 sch. op: 29, 33, 34, 38, 39, 48, 49. Wit wint hier door: 1. 38—32 1. 37 28 of 27 38 2. 33 :31 2. 24:44 3. 4940 3. 26 37 4. 48—42 4. 37 :48 5. 40—35 5. 48 30 6. 35: 4! Ter oplossing voor deze week: Probleem 1438 van H. Morillon (Fr.) //XA.' //Müs WW. ^kk... Zw. 12 sch. op: 3, 8, 9, 10, 12, 14, 17/20, 24, 25. W. 12 sch. op: 23, 27, 29, 31/34, 38, 39, 47, 48, 49. Wit speelt en wint in 9 zetten. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Oplossing der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. 1. Vliegmachine. Main, China, vlieg, ven, Hein. 2. L Leicester M e i ruïne ij s s c h o 1 Leicester V a a s s e n aster heg r 3. Tante kwam u gisteren mooie bloemen brengen. (mug en ooi). Heb je in de nieuwe zaak al fruit ge kocht? (kalf). Weet je, dat daar een deur gemaakt wordt? (ree en eend). Heb je fraaie knikkers? Dit zijn de grootste; u raadt niet, hoeveel ik er heb! (steur). In het park waren drie boomen omge waaid. (arend). 4. Ei, bergen; Eibergen. Op een mooien dag in Mei Loopt familie Altijd-Blij Door het groene weideland, 't Kleinste bigj' aan Moeders hand, Vader Altijd-Blij, vooraan, Wijst den weg, die moet gegaan. Zijn nieuw Zondagsch pak zegt goed, Hoe de mode worden moet. Meester Knipschaar Biggelaar Had 't juist gisteravond klaar. 't Zit „gegoten aan zijn lijf", Al loopt Vader nog wat stijf. Moeder, ook in 't Zondagsch pak: Mantel, nee maar! met een zak! En een hoedje iet een veer, Zij bekijkt haar half dozijn, Glimmend in den zonneschijn: Rozesnuit, Krulstaart en Log, Gladvel, Wroet en 't jongste: Jog. Allen zien er keurig 'uit: urkjes zijn gebloemd, geruit; Jasjes, broekjes effen meest, Uitgaan i& voor hen een feest! Nu, familie Altijd-Blij, Veel plezier, hoor, in de wei! Weet je, wat ik 't liefste dee'? Wel, ik ging met jullie mee! CARLA HOOG. (Nadruk verboden.) Deze legkaart stelt voor: De Kleine Schilder. 1. Voor kleineren. 2. Op je tong. 3. Reus, neus. 4. Zon ZALM Ada Lip Mos OM OP TE LOSSEN Voor grooteren. 1. Verborgen lichaamsdeelen. Het werk is klaar, maar het is te laat geworden om uit te gaan. In den zomer gaat Oom Henk eiken dag zwemmen. De buurman leek niet erg opgewekt te zijn. Zou je met Tante Miek uitgaan van middag? 2. Mijn geheel wordt met 9 letters ge schreven en noemt een visch. Een 9, 2, 1 kan heel gevaarlijk zijn. 3, 5, 2, 8, 9 is een kleur. Een 1, 7, 3, 4, 5 is een dik scheepstouw. Een 6, 7, 1 is een kleedingstuk. 3. 3/5 kamer en een jongensnaam vor men samen een aardzout. Welk? 4. Schrijf onder elkaar: le een wateroppervlakte. 2e een nachtvogel. 3e een tijdsverloop. 4e een knaagdier. 5e een groote steen. 6e een lichaamsdeel. 7e een ander lichaamsdeel. 8e een rivier in ons land. De woorden moeten alle uit 3 letters bestaan en de beginletters, van bo ven naar beneden gelezen, een win- tergerecht noemen. Voor kleineren. 1. Welk jong, viervoetig dier is omge keerd dwaas? 2. Vul de rijmwoorden in: 'k Hoor de vogels zóó mooi fluiten! Wie gaat er nu mee naar Jongens, meisjes, het is Mei! 't Zonnetje maakt ons zoo Zoo maar op ons bloote Maar valt er een regendropje Dan niet schriken, hoor! geen nood! Meiregen maakt ons toch Heisa, hop! Hoera, joechee! Wie van jullie gaat er 3.Maak bloemen van: Hal Ida Pruis deken Tram gier Anno moe 4. 'k Ben scherp, kan leelijk prikken, Al ben ik eig'lijk klein, Ook noem ik een mooi dorp, maar 't Zou te gemak'lijk zijn, Als 'k zei, waar 't was te vinden. Doe nu je best eens goed. En zeg mij, wat het antwoord Van 't raadsel wezen moet! (Nadruk verboden). Voetbalmatch Voetballen doen de kikkertjes Ook heel graag in hun wei. Kijk maar eens naar het snuit van Groen, Wat staat dat vrees'lijk blij! Zie Spring-in-'t-Veld eens loopen, zeg! Den bal geeft hij een schop Rond-Oog, die 't ziet, denkt 'k kreeg dien bal Niet graag, hoor! op mijn kop! Ze oefenen zich voor een matcK, Want 't elf-tal komt gauw uit En wie de voetbalkunst verstaat, Die weet, wat dat beduidt. 't Zal Slootland tegen Laagland zijn En 't Pers-bureau krijgt 't woord Zooals dat door de radio Toch na een wedstrijd hoort! (Nadruk verboden). Als Jaap en Liesje slapen gaan, Is 't altijd even feest. Ik kan je dat vertellen, hoor! 'k Ben vaak er bij geweest! Ze kruipen met hun tweetjes dan In Moeders groote bed! Al is het vijf minuutjes maar, 't Geeft altijd heel wat pret! Soms wordt 't een reuze-stoeipartij, Soms zingen ze een lied. Maar 't grootste feest is toch, als Lies Vertelt van „Hans en Griet!" (Nadruk verboden.) Al heeft klein Jaapje 't vaak gehoord, Misschien wel honderd keer, Toch vleit hij telkens weer opnieuw: Toe, Zus, vertelt 't eens weer!" Dan komt ten slotte Moedertje En uituit is 't met de pret! Moes stopt haar beide kleutertjes Vlug in hun eigen bed! „Nu slapen, rakkers!" zegt zc dan Bij ieder 'edikant. En 't duurt niet lang, of Jaap en Lies Zijn in het Droomenland. R. WINKEL. en rukte het lapje voor'»ün ringen uit zijn ooren dat ik ben", vroeg hij met onti-^5' "Wie denken iullie gens. „Éénoog natuurlijk" zcid,.n v!f j stem aan de i°n" y zeiden beiden tegelijkertijd. 288. „Hebben jullie nooit van Oom John gehoord, die altijd verre reizen maakte en nooit meer is terug geko men", vroeg hij. „Oooo", gilden de jongens plotseling, „bent U dat" en van louter blijdschap danste het drietal vol vreugde in het rond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 12