Felle brand in de Langestraat.
ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 27 MEI Y996
Na don brand. Hedenmorgen namen wij eenige foto's van de ravage.
Hierboven: een kijkje in de geheel vernielde werkplaats voor orgeis en piano's.
Het gebouw der Gebr. Spanjaard vrijwel
geheel verwoest.
Het inwendige één groote ravage.
Fraai werk van de brandweer.
Een groote vuurzee.
Na 2 uur hard werken de
brand bedwongen.
5000 L. water per minuut.
Nog een vanmorgen genomen foto: van het platdak boven de woon
vertrekken namen wij deze overzichtskiek van het achterste
gedeelte der verwoestingen.
Glimlachje
Hoe de beroemde puzzle-expert
zijn nieuwe woning inrichtte.
worden kleiner. En reeds is het achterste
gedeelte schijnbaar gebluscht.
Schijnbaar, want als de slangen dan
weer op het voorste gedeelte gericht wor
den, komt het smeulende vuur in de werk
plaats weer in de gelegenheid, om opnieuw
op te laaien.
Zoodat om half tien de brand met nieu
we felheid aanwakkert.
Het Roxy-theater wordt ontruimd en al
het filmmateriaal naar het politiebureau
gebracht. Een voorzorgsmaatregel, die
welsiwaar later niet noodig blijkt, maar
die gelukkig zeer verstandig genomen
wordt.
Het blijft even dreigen. Want dikke
rookpluimen kwalmen kronkelend om
hoog en laaiende vlammen verlichten den
reeds donker wordenden hemel. Dan wor
den ook de schijnwerkers in werking ge
steld, om de omgeving te verlichten.
Met nog grootere kracht wordt het vuur
aangetast. Op de daken der omliggende
huizen staan de brandweermannen en rich
ten hun waterstralen op de zee van vuur
en vlammen.
Eenzaam staat de dochter des huizes
tegen het poortje van het stadhuis, de
lippen op elkaar geperst. Zij zwijgt, kan
niets zeggen. En bij haar staan eenige
mannen van het personeel. Daar wordt hun
werk vernietigd door het vuur; daar lig
gen hun instrumenten, hun gereedschap
pen. Er zal niets van overblijven.
Orgels verkolen, piano's verbranden, de
orchestrions zijn al lang een groote ruïne.
Zoo gaat het verder. Nog eenmaal pro
beert het vuur den strijd tegen het water
te winnen; nog eenmaal laait het op in
het achtergebouw, maar de mannen van
Ringers houden vol en eindelijk, tegen
half elf kurinen ze zeggen, dat de brand
bedwongen is.
Toen kon, na 2 uur hard werken, een
aanvang worden gemaakt met het nablus-
schingswerk, dat nog vele uren in beslag
zou nemen.
De schade.
De schade in het gebouw zelf is niet te
overzien. Weliswaar is het voorste gedeelte
van den winkel vrijwel behouden geble
ven en zijn ook de particuliere vertrek
ken gespaard, maar de rest is een waarde-
looze, troostelooze massa geworden.
En het Sierhuis? Och, een begin van
brand was daar gauw gebluscht en zelfs
leek het er lang op, dat de heer v. d. Meer
geen waterschade van beteekenis zou
krijgen.
Maar dat bleek later op den avond an
ders. Toen lekte het overal, toen dropen
de muren. En de eens zoo sierlijke tuin
is een modderbad geworden; geen struik,
geen plant is nog over
De andere perceelen liepen vrijwel geen
schade op.
De aanwezigen.
Op het terrein van den brand merkten
wij o.m. op burgemeester van Kinschot,
commissaris Waj raven, wethouder van
Slingerland, verschillende raadsleden, de
heer Hofman, directeur der licht bedrijven,
mr. Koelma, gemeente-secretaris, mr.
Veendorp, referendaris, mr. v. d. Feen de
Lille, subst. officier in de arrondissements
rechtbank te Alkmaar en vele anderen.
Zjj hebben èn het blusschingswerk gade
geslagen èn voorzoover het politionneele
ambtenaren waren, een onderzoek naar de
oorzaak van den brand ingesteld.
Dit onderzoek is nog steeds niet afge-
loopen en voorloopig tast men nog geheel
in het duister.
Het gebouw was juist eenige dagen ge
leden opnieuw verzekerd, zoodat de ver
zekering althans gedeeltelijk de schade
dekt.
Ook de belangstelling van de zijde van
het publiek was enorm groot. Geen won
der ook: een brand in de binnenstad en
dat nog wel in den avond, waarop het
Gisteravond heeft in de Langestraat
alhier een zeer felle brand gewoed, die
het ongeveer 30 M. diepe pand van de
gebroeders Spanjaard voor het groot
ste gedeelte in de asch heeft gelegd.
Behalve de winkel is vrijwel niets
behouden gebleven: van onder tot
boven heeft het vuur alles vernield
en van het groote gebouw is feitelijk
slechts een ruïne overgebleven, al zal
men dat niet merken, wanneer men
vandaag door de Langestraat het
perceel voorbij loopt.
Wij waren toen de brand uitbrak, op
het sportterrein en keken toevallig in de
richting van de stad. Daar ontdekten wij
een zwarte en dikke rookkolom, die hoog
boven de huizen uitsteeg en zienderoogen
in afmetingen toenam.
„Brand!" Dat was onze eerste gedachte
en slechts enkele minuten later stonden
wi> in den tuin van den heer v. d. Meer,
eigenaar van het Sierhuis, dat gelegen is
naast het pand der gebroeders Spnajaard.
En reeds was de brandweer in volle actie.
Aan blusschen viel voorloopig niet te
denken, want het achterste gedeelte van
het gebouw was van onder tot boven één
groote vuurzee. Daarom trachtte de brand
weer, die onder leiding van commandant
Ringers stond, allereerst het vuur te loca-
liseeren en de omliggende panden te be
veiligen. Dit ging met zeer veel moeilijk
heden gepaard, want alle huizen zijn daar
als 't ware in elkaar ingebouwd.
Toch gelukte het de brandweer, om het
perceel van drie kanten aan te tasten,
dank zij de smalle stegen, waardoor de
slangen gelegd werden.
Het verloop.
De familie Spanjaard zat de winkel
was om 8 uur gesloten in de huiskamer
akn tafel. Er was den geheelen dag overal
gewerkt, want de aan den gang zijnde
uitverkoop had heel wat extra-werk ver-
eischt. Toen de werkplaatsen verlaten wa
ren, had niemand ietr bizonders ontdekt,
en niets wees er op, dat zoo spoedig een
felle brand de geheele zaak zou vernieti
gen.
Vrijwel op denzelfden tijd werd de
brand ontdekt door meerderen. Een der
eersten was gelukkig inspecteur Maarle-
veld, die op zyn bureau aan de ove: zijde
van de straat plotseling een rookzuil zag
en onmiddellijk de brandweer alarmeerde
voor groot alarm. Door deze zeer snelle
alarmeering kon de brandweer zoo vlug
ter olaatse zijn.
Ook de kinderen van de familie v. d.
Meer zagen de vuurzee. Zij sliepen in hun
slaapkamer, die uitkomt op een binnen
plaats, een tuin, welke grenst aan het huis
der gebr. Spanjaard. Zij zagen plotseling
de vlammen in de orgelfabriek en riepen
angstig geworden om hun ouders.
De heer v. d. Meer snelde naar boven
en
„Het was een groote vuurzee", aldus ver
telde hij ons in den loop van den avond.
Het leek wel, of alles tegelijk in brand
stond en zelfs het dak van mijn huis be
gon al te schroeien, 'k Heb direct de poli-
tie gewaarschuwd en toen mijn eigen voor
zorgsmaatregelen genomen
De brandweer, die met al haar mate
riaal uitgerukt was, begon zooals gezegd,
het vuur van alle zijden aan te pakken.
Natuurlijk werd eerst het gevaar voor uit
breiding afgewend, zoodat na enkele mi
nuten het „Sierhuis" geen gevaar meer
liep. Ook het nieuw opgetrokken café aan
de andere zijde werd afdoende beveiligd,
zoodat alle krachten werden geconcen
treerd op het brandende gebouw zelf.
Voorloopig werd de nieuwe groote auto
spuit op de Oudegracht aangekoppeld in
reserve gehouden, terwijl het overige
materiaal op de waterleiding werd ge
koppeld.
Met zeven stralen werd het vuur
aangetast, wat beteekende, dat ruim
3000 Liter water per minuut in 't ge
bouw werd geworpen. Maar een zicht
baar resultaat had dat niet.
Want op dat oogenblik woedde het
vuur in het middengedeelte van het
gebouw. Daar stonden gelijkvloers op
gesteld vijf groote orchestrions, welke
een prachtig voedsel waren voor de
vlammen. En daar was de eerste etage,
waar een 20-tal orgels en piano's, be
nevens een groote hoeveelheid orgel
pijpen en ander materiaal lagen opge
slagen. Het leken licht-brandbare
spaanders, die het vuur hoog deden
oplaaien.
De watermassa's doofden het vuur niet,
maar verplaatsten het. Nu begon het
achterste gedeelte in volle vlam te komen.
Daar was de groote werkplaats met zoo
veel licht brandbaar materiaal. Daar was
de lift, die met donderend geraas naar be
neden viel en welks koker een prachtige
schoorsteen vormde, die „trok".
Om 9 uur was de brand op zijn hevigst.
Toen zakte het dak in en kreeg de lucht
vrijen toegang tot het geheele pand.
Overal brandde het, van voor tot achter,
van onder tot boven. Dikke rookwolken
verstikten soms even de omgeving om dan
weer plaats te maken van hoog-oplaaien-
de vlammen.
Alle spuiten aan het werk.
Méér water» wordt er gecommandeerd
en nu komt ook de allergrootste autospuit
in werking.- En de capaciteit van alle slan
gen nadert de 5000 Liter per minuut.
Het helpt. Want de vlammen minderen,
Nog hooger gaan wij, op het platte d»K
aan de voorzijde. En in de diepte zien wij
een groote ravage, een groote verwoesting,
een verkoolde massa. Een enkele viool
hangt nog aan een muur, maar de snaren
zijn gesprongen. Enkele koperen muziek
standaards liggen tusschen de resten van
wat gisteren nog muziekinstrumenten
waren.
Maar al met al is het een waardelooze
massa. En nog overal druipt het water, dat
gisteravond meer dan een voet hoog stonjk,
Vuur is er niet meer, althans niet zicht*
baar. Maar de waakzaamheid is nog ge»
biedend. Want hier en daar stijgen n<v{
rookwolkjes op: er zijn nog smeulend
resten.
Een vrij normale voorzijde, een totaal!
verwoest achtergedeelte.
Zoo is het thans, vandaag..*
(Ongecorrigeerd.)
werk is geëindigd! Drommen nieuwsgieri
gen stonden dan ook samengepakt achter
de afzetting. Veel hebben ze niet kunnen
zien, want de hooge huizen rondom het
brandende perceel waren een beletsel
voor het oog. En vanuit de Langestraat
was vrijwel niets te zien dan de rookko
lom, die op bepaalde momenten ontstond
en ook de Langestraat soms even ver
duisterde.
De samenwerking tusschen politie en
brandweer was perfect. Het blusschings
werk kon daardoor zonder moeite ter hand
worden genomen.
Hedenmorgen.
„Doorloopen, dames en heeren!" Dat is
de order van den geheelen morgen geweest.
Want vanaf den vroegen morgen hebben
tal van nieuwsgierigen getracht door de
groote etalageramen iets van de verwoes
ting te zien.
Er was echter ook hedenmorgen van de
zijde van de Langestraat vrijwel niets te
bespeuren van wat de brand gisteravond
vernield had.
Zooveel temeer echter was er te zien
in het groote gebouw zelf. Toen wij met
den fotograaf de woestenij doorkruist heb
ben, zagen wij, welk een ravage hier ont
staan was.
De groote ruimte, waar de orchestrions
stonden, was een troostelooze ruïne gewor
den. Weliswaar kon men de vormen der
groote instrumenten nog zien, maar van
de eens zoo prachtvolle instrumenten was
niets over. Het hout was verkoold, de
orgelpijpen en snaren lagen kris-kras door
elkaar.
Verderop lag de werkplaats. Niets was
gespaard gebleven. Het vuur had zijn
vernielend werk wel zeer afdoende ver
richt. Een trap leidde naar boven, maar
halverwege eindigde de trap: het boven
stuk was verbrand, totaal verbrand.
Een slaapkamer bleek eveneens uitge
brand. En vandaar uit kwamen wij op de
eerste étage, die wellicht het meest ver
woest is. Hier is misschien alleen een enkel
muziekstandaard overgebleven. Maar al
het overige ligt verkoold op de vloer of
hangt tegen elkaar aan.
Vanaf deze étage kijken wij nog eens
naar beneden en overzien de troostelooze
wanorde.
De instrumentmakers loopen rond. Zij
kunnen niets doen, zij zijn gedoemd wer
keloos toe te zien.
DE GEVAREN VAN DEN
ONBE WAAKTEN....
Wederom een tragisch ongeval.
Hedenmorgen wilde de melkknecht, R
Peters uit Weert met zijn met kannen be
laden melkkar den onbewaakten overweg
aan den Moesdijk onder de gemeente Weert
passeeren. De melkknecht en zijn zoontja,
dat op den wagen meereed, bemerkten niet
dat trein 1714, die te 6 uur 25 uit Roer
mond vertrekt, den spoorwegovergang nar
derde. De melkkar werd eenige meters
door den trein meegesleurd, de melkboer
Peters werd bij de botsing tusschen trein
en kar gedood, terwijl diens zoontje er met
lichte verwondingen nog vrij goed at
kwam.
De kar met inhoud werd vernield, het
paard gedood.
Daar het uitzicht ter plaatse goed is, be
grijpt men niet hoe dit noodlottig ongevifl
heeft kunnen plaats vinden.
Het slachtoffer was 38 jaar, gehuwd en
laat zeven kinderen achter.
ZITTING TWEEDE KAMER.
„Vaste lasten" uitgesteld.
Hedenmiddag vergaderde de Tweede Ka
mer. Zonder hoofdelijke stemming worc(t
op verzoek van de commissie van voorberei*
ding besloten in verband met ingekome^
amendementen niet morgen doch
Woensdag een aanvang te maken met de les
handeling der wetsontwerpen tot verlaging
der vaste lasten e.a.
Interpellaties^
Zonder hoofdelijke stemming wordt
sloten, aan de agenda toe te voegen de ii&
terpellatie-Vervoorn (plattel.) betreffeiite
de positie der producenten van hooi, deii
hooihandel en de hooiperserijen.
Inzake het verzoek van den heer Scha
(comm.) om een interpellatie te hoï
over den gang van zaken bij de glasfatji;
te Leerdam stelt de voorzitter voor
het onderzoek nog niet afgeloopen is
verzoek niet toe te staan.
UI dacht
vóór dt«
kon
dan wag
kon", u