FLITSEN VAN wi?T WITTE DOEK. Kinderen in het licht van de camera ONZE BIOSCOPEN. Zl Leerplicht voor jeugdige filmartisljes. Het probleem-Shirley Temple. De beroemde Shirley Temple. Rondom „Merijntje". JANET GAYNOR en LEW AYRES. Miniatuur-filmpjes. Marlène Dietrich. r.rar'P IVInnrp's nipnu» Wij hebben eens iemand overigens een liefhebber van de film hooren be weren, dat de tergend-langzame doodmar- teling van Bruno Hauptmann nog niet zoo afschuwelijk was, als de wijze, waarop de Amerikaansche geldmagnaten de kleine Shirley Temple met het gereed komen van een nieuwe film van 's wereldberoemdste filmkind telkens een stapje nader brengen tot de totale verwoesting van een on schuldig kinderzieltje. En, waarde Temple-bewonderaars, al zouden we deze krasse zegswijze niet voor het volle pond willen onderstrepen, be denkt, er zit veel waars in het hierboven gesprokene. Immers, denkt nu eens, dat uw jongste spruit, zoo van een jaar of vijf, dagelijks zou moeten tooneelspelen na braaf het film- lesje ingeprent te hebben onder den druk van den bijna onmenschelijk zenuwsloopenden arbeid, welke onvermijdelijk aan het verfilmen van een of andere scène vastzit. Dan kan het niet anders, of zoo'n peuter plotseling ge plaatst in het brandpunt van de belangstelling leeft niet een natuurlijk, voor het kind zoo noodig kinderleventje. Alles wordt geforceerd en inderdaad wordt er iets kapot gemaakt aan het reine kinderzieltje. U, die rustig in een gemakkelijke bioscoopfauteuil zit, heeft waar schijnlijk nooit nagedacht over de consequen ties van dit alles en zich alleen geamuseerd met het ongetwijfeld knappe spel van zulk een kind. Moeilijk probleem. Filmkinderen vormen een probleem op zich zelf. Enkele jonge sterretjes hebben een groo- ten naam, en alles gaat ze voor den wind, zoo lang hun jeugdige charme bewaard blijft. Doch wreed als de wereld is, laat zij een veel- bewonderd, verwend persoontje, soms binnen enkele jaren van het toppunt der roem tot in de diepste vergetelheid zinken. AfgescheideA daarvan zijn er vele welden kende menschen en ook wij kunnen dit voor een groot "deel onderschrijven die het verschijnsel „filmkind" heelemaal uit den booze achten. Zij zijn van meening, dat het acteeren onder de studiolampen op kinderen geestdoo- dend moet werken, en in ieder geval met hun jeugd en kinderlijkheid korte metten zal ma ken. Daar staat tegenover, dat het overgroote deel van het publiek dol blijkt te zijn op kin dersterren en zoodoende de filmproducers aanmoedigt kinderen in hun films te laten op- terden. Terwijl bovendien niet vergeten moet worden, dat 't in de het meest de aandacht trekkende gevallen gaat om Amerikaansche kinderen, die niet met de onze vergeleken mo gen wordenze zijn jammer genoeg veel eerder rijp. Tegen kinder-exploitatie. In ieder geval moet men niet denken, dat de Amerikaansche studio's zich aan ongelimi teerde kinder-exploitatie te buiten gaan of kunnen te buiten gaan. Er zijn in Amerika diverse wettelijke bepalingen gemaakt om den kinder-arbeid, met name ook dien in de stu dio's, te regelen. Behalve een regeling der werktijden, bevat de Amerikaansche wet ook artikelen, die voorkomen dat de opleiding der filmkinderen verwaarloosd wordt. In het alge meen zullen de jonge acteurs en actrices niet in de "gelegenheid zijn de gewone scholen te bezoeken, en zij ontvangen derhalve les van een specialen gouverneur of gouvernante, doorgaans door hun studio aangesteld, die hen onderricht in alle gewone zaken, die ieder kind moet leeren om later een bruikbaar mensch in de maatschappij te worden, met een behoorlijke algemeene ontwikkeling. Ook als de kinderen meegaan „op location", d. w. z. met hun filmgroep op reis gaan om ergens buiten opnamen te maken, waarbij dik wijls wekenlang in barakken en tenten wordt gekampeerd, volgt hun de onderwijzer. Zoo b.v, Shirley Temple in de film „De kleine kolonel". Vele scènes van deze film moesten buiten worden opgenomen, en zoo trokken zij, de kleine Shirley met haar regis seur de heuvels in, waar zij het buitengewoon amusant vonden, zoolang tenminste meester met zijn dikke boeken uit de buurt bleef. Ont komen aan zijn greep kon zij echter niet, en zoo moest zij, wanneer er maar gelegenheid voor was, aan het leeren. Een begaafd meisje. Haar werk voor de camera deed zij met vrij wat meer animo dan haar schoolwerk, en haar spelprestaties zijn werkelijk zeer knap. Het was overigens ook niet de eerste keer, dat een zoo jeugdig speelstertje voor de lens stond. Virginia Weidler kwam reeds op haar tweede jaar bij de film, en nu ze bijna acht is, heeft ze al allerlei rollen vervuld. Meest echter in films, die niet naar Holland kwamen („Mrs Wiggs of the Cabbage Patch" bijvoorbeeld). Intusschen speelde Virginia ook reeds vele malen mee in tooneelstukken, en bovendien is zij de dochter van een vroeger welbekende Duitsche operazangeres, terwijl zij nog in de verte verwant is aan de beroemde muzikale familie Seydel. Een en ander maakt dus wel plausibel, dat Virginia zulke groote artistieke gaven vertoont, en ten volle in staat bleek haar moeilijke taak tot een goed einde te brengen. Pittige Dickie! Dickie Moore, een aardig filmjochie, is al een even begaafde knaap en hij is ook in Holland vrij beroemd. Wij kennen hem name lijk uit de Dietrichfilm „Blonde Venus", van kleine rollen in „Meisjes in Nonnenkleed", „Bloedende Rozen", enz. Dickie speelde ook reeds in zijn prilste jeugd tooneel. Nu is hij elf en in staat een film te dragenniet door zich van zijn snoezigste zijde te laten zien, doch door spél, wérkelijk spel van groote dramatische kracht. Een kijkje tusschen de filmlensen. Merijntje zelf of Marcel Krols, zooals hij in 't gewone leven heet is al aardig gewend geraakt aan de studio-sfeer, die hem de eerste dagen nog wat verlegen en stil gemaakt had. Nu hij de menschen en de dingen om zich heen wat beter kent, beweegt hij zich vrijer en men kon hem dezer dagen al in een huek van de studio vinden, hevig verdiept in eensolo knikkerspel. En zijn gezicht straalde van ple zier, toen A. M. de Jong aanbood „een potje te spelen". Even later was het tweetal vol geest drift aan 't knikkeren! o Piet Bron's gezicht is er in den laatsten tijd niet vriendelijker op geworden. Voor zijn rol van „de Kruik" mocht hij contractueel na een bepaalden datum zich niet meer laten scheren en Bron, die altijd „clean shaven" is, vindt zoo'n stoppelbaard slechts matig aangenaam. Maar aan den anderen kant is zijn enthousias me voor de hem toegedachte rol en zijn be langstelling voor de heele film van dien aard, dat hij graag dit, voor den strooper „De Kruik zoo noodzakelijke uiterlijk op den koop toe neemt. Een nieuwe vriend van de Filmstedelingen is Pol, de hond van „De Kruik", die ook in de film een niet onbelangrijk rol speelt. Pol, een mooie jachthond, heeft door zijn voorbeeldig gedrag aller harten veroverd. Hij blaft niet, tenzij 't van hem verlangd wordt, hij beweegt zich niet als hij voor de camera stil moet staan en kijkt met z'n lieve kop alleen af en toe maar eens vragend rond. o De altijd rustige en goed-gehumeurde „Pap pie" Gerron, die met een bewonderenswaar dige energie en liefdevolle toewijding de regie en de productieleiding van de film voor z'n rekening heeft, kijkt iederen dag mistroostig na. - de borden, die het rooken in de studio's ten strengste verbieden. Gerron is een hartstochtelijk sigaren-minnaar en zijn devies op dit gebied is: „liever zwart dan bruin". En aangezien het tenslotte niet meevalt om den heelen dag met een sigaar in den mond te loopen, zonder dat er rook geproduceerd wordt, koestert hij thans het plan om een Turksche „Nargileh" te laten komen, een z.g. waterpijp, die uit een oogpunt van brandge vaar onschadelijk is. A. H. de Jong, die even graag vele en zeer donkere sigaren pleegt te rooken, staat vooralsnog wat sceptisch tegen- De vorige week op onze filmpagina het nieuw Ufa-love-team; thans 'n Amerikaansch liefde-duo van zeker niet minder groote re putatie. Janet Gaynor en Lew Ayres vormen momen teel Amerika's geliefd ste filmduo. Lew Ayres mag zich gelukkig achten Janet Gaynor zooveel hy wil (onder de critische blikken van de came- ramenschen!) in zijn armen te sluiten. Want, zooals bekend, in het dagelyksche le ven deelt Janet de „zorgen" met Charles Farrell, met wien ze getrouwd is. Arme Lew Ayres over dit plan. Maar men kan er zeker van zijn, dat hij het voorbeeld van Gerron zal volgen, als er tenminste meer rook dan water uit zoo n Turksch geval komt. Tijdens een der laatste opnamen kondigde de geluids-mixer, die door een luidspreker installatie in de studio zijn stem kan laten klinken, aan, dat hij een hevig bijgeluid hoor de, iets, dat hij niet kon thuisbrengen. De mo gelijkheid van een bromvlieg bij de microfoon moest bij afwezigheid van een dergelijk insect worden verworpen. Toen de diepste stille in acht genomen werd, bleek, dat het ge luid van buiten kwam. Een hevige hagelbui kletterde op het dak! De eerste film van de Canadeesche vyfling. „De Dorpsdokter" (The Country Doc tor), de film waarin de Canadeesche Di- onne Vijfling haar filmdebuut maakt, heeft onlangs haar wereldpremière be leefd. De titelrol, n.1. die van een dokter met een duister verleden, wordt in deze film gespeeld door Jean Hersholt. Dorothy Peterson vervult de rol van de verpleeg ster. Verder werken nog mede June Lang, Michael Whalen, Slim Summer- ville, John Qualen als de vader van de vyfling, en William Benedict. Henry King regisseerde deze Fox-film, die opgenomen werd te Calander in On- tario, de geboorteplaats der vyfling, on der technisch toezicht van den verzorger der kinderen, dr. Allen Roy Dafoe. „Incognito". Dit is de titel van een nieuwe in de pro ductiegroep Ulrich Mohrbutter onder re gie van Richard Schneider-Edenkoben te draaien Ufa-film, waarvoor Harald Bratt en Richard Schnieder-Edenkoben het draaiboek schreven .De hoofdrollen zullen vermoedelijk Hansi Knoteck en Gustav Fröhlich spelen. Als cameraman werd Robert Baberske geëngageerd. De nieuwste film van Jan Kiepuras. De nieuwste Jan Kiepura-film der To- bis lm Sonnenschein, zijn eerste Weensche en tevens zijn eerste Europeesche film na zijn terugkeer uit Hollywood, zal opgeno men worden onder regie van den Itali- aanschen regisseur Carmine Gallone. Als tegenspeelster van Kiepura engageerde men Friedl Czepa, die in Episode op zoo charmante wijze naast Paula Wessely stond. De andere rollen zullen vertolkt worden door: Fritz Imhoff, Luli v. Hohen berg, Anton Pointner, Theo Lingen, Edwin Jürgensen. Grace Moore's nieuwste fiim Grace Moore's nieuwste film, voleindigd even voor zij haar wereldtournee aanving, is getiteld „The King steps out", en heeft in de Vereenig. de Staten veel succes. In deze film is de zangeres een modiste, die door haar gratie en haar zang indruk maakt op een jongen koning, gespeeld door Franchot 1 one. Wat de handeling en de regie betreft, is deze film geheel verschillend van de beide vorige zangfilms van Grace Moore: Columbia g»f haar opnieuw een anderen regisseur, ditmaal Joseph von Sternberg. Groote figuren op het doek. Warner Bross kondigt drie films aan waar! in de carrière van drie groote figuren op het doek wordt gebracht, namelijk die van Beet. hoven, Danton en Mozart. Aanleiding tot deze films was het succes dat de Pasteur-film boekte. Hierbij moeten wij helaas opmerken dat Paul Muni s film in onj land geen groot succes is gebleken, ondanks den ernst waarmee Pasteur's leven werd ver. filmd, en het prachtige spel van Muni, die ook in de Beethoven-film de titelrol zal spelen, wederom onder de regie van William Dieterlee, Voor Mozart zoekt men een anderen acteur, omdat men het niet aandurft Muni twee com- ponisten te laten spelen; de rol van Danton zal worden vertolkt door Charles Laughton. De Lindbergh-affairt. Radio Pictures reconstrueert het Hauptmann. proces; de film zal uitkomen onder den titel „We, the Jury". Mariene Dietrich's film „Deaire" plagiaat? De film „Desire", waarin Mariene Dietrich en Gary Cooper de hoofdrollen speelden, werd gemaakt naar een scenario waarvan jaren ge- leden de Ufa gebruik maakte voor haar film „Het paarlencollier". In de Duitsche film was Brigitte Helm de dievegge, die met het gesto len collier naar Spanje vluchtte. Paramount kocht dit scenario bij de Ufa aan, doch wordt thans van plagiaat beschuldigd door een Hon- gaarschen auteur, Miklós Laszlo, die een kort tooneelstuk schreef, getiteld „Een uur onder de dwazen", waaraan „Het paarlencollier" werd ontleend. De Hongaar diende tegen de Ufa indertijd geen klacht in, het schijnt dat hij van de Duit sche film nooit heeft gehoord. De rechter zal nu moeten uitmaken of „Disere" inderdaad berust op Laszlo's tooneelstuk, en deze dus r.echt heeft op schadevergoeding. HET GEZICHT IN DEN NACHT. Roxy-theater. Het is voor een filmregisseur in Amerika heel wat gemakkelijker een filmmotief te vinden dan in Europa. Er gebeuren daar vrijwel dagelijks zooveel sensationeele din gen, dat de draaiboeken om zoo te zeggen voor het grijpen liggen. „Het gezicht in den nacht" is tenminste gemaakt naar een aller zonderlingst voorval, dat in de oude wereld niet denkbaar is. De zoon van den directeur eener groote telefoonmaatschappij ligt herhaaldelijk overhoop met zijn vader, die er zulke ouderwetsche begrippen op na houdt, dat samenwerking uitgesloten is. De zoon (Tim Mac Coy) gaat na een tragisch afscheid zijn eigen weg en voorloopig zoekt hij zijn kracht in de sport. Maar als het paardrijden hem gaat vervelen, komt allengs de lust, het werk weer eens ter hand te nemen en op toevallige wijze komt hij in aanraking met de dochter van zijn vader's grootsten concurrent. Na aarzeling treedt hij bij haar vader in dienst en den eersten tijd gaat alles goed. Maar dan komt het uit, dat zijn eigen vader de zaak waaraan hy verbonden is, bespionneert en ondermijnt en dat is voor Tim het teeken zijn tanden op elkaar te zetten en met verdubbelden ijver verder te werken in het belang van zyn nieuwen werkgever. Allerlei ongelukken op het werk maakt de arbeid voorhem buiten gewoon moeilijk en tot overmaat van ramp wordt de dochter van zijn chef op wie hij begrijpelijkerwijs verliefd is geworden ontvoerd en dan eerst volgen de sensaties elkaar snel op. Hoe het tenslotte afloopt, willen wij liever niet verklappen. Aan deze film gaat een zeker niet minder spannende film vooraf met in de hoofdrol Dick Foran, terwijl actueel binnen- en buitenlandsch nieuws het geheel waardig completeert. TRIOMF DER LIEFDE. Bioscoop Harmonie. Het voorprogramma sluit zich wonderwel aan bij het hoofdnummer: zang en dans zyn overwegend in bijna alle van de num mers van dat deel van het programma, er is een uitstekende band, we hooren schitte renden solozang, er zijn zingende Kozakken (o.a. het Wolgalied) en zelfs de teekenfilm geeft volop muziek. Maar dit alles haalt niet bij den zang van den befaamden Jan Kiepura als de vis- scher Antonio uit Sorrento, later op bijzon dere manier operazanger geworden. Hij was een uitstekende zanger, die al zijn werk zin gende deed en de menschen naar de kade deed stroomen als zijn schip binnenkwam, en kon er niet tegen toen de zich een ster noemende Forcellino (Alan Mowbray) „Verdi vermoordde", zooals Antonio het noemde. Hy verstoorde toen met een aan tal anderen de opera-uitvoering door den „moordenaar" met versche eieren te beko gelen. Dit bracht hem achter de tralies, maar toch niet vóór hij had laten hooren dat hij beter kon zingen dan Forcellino. Ook de jonge en mooie Maria (de van Holland- sche afkomst zijnde Gladys Swarthout) had hem gehoord en zij vertelt ervan aan haar leeraar Bonetti (Philip Merivale), die een opera „Romeo en Julia" schreef, waarin zij zou optreden met Forcellino. 't Gevolg was, dat niet deze, maar Antonio erin op treedt en dat hij zóó in zyn rol opgaat, dat hy „erin verwart" gelijk hy dat noemt, d. w. z. werkelijk verliefd wordt op Julia- Maria. En zij beantwoordt die liefde, maar er gebeurt toch nog heel wat eer zy elkaar inderdaad vinden: er ontstaan ernstige mis verstanden, waarvar de reeds bejaarde leeraar de oorzaak is doordat hij de dank baarheid, welke Maria voor hem voelt, voor liefde houdt. De ontwikkeling van een en ander brengt spanning in de zaal, waarbij ook de massa regie, de fraaie décors en mooie tooneel vondsten voor verrassingen zorgen. En er zit spel, tempo en levendigheid in deze film „Triomph der liefde", waarmee de di rectie van de bioscoop Harmonie een goede keuze heeft gedaan. CHAUSSEUR 14. City-Theater. Een uitstekend programma wordt er deze week in het City-theater afgedraaid. Daar is allereerst het z.g. voorprogramma, dat onder andere een Duitsche film bevat, die bijna een hoofdnummer gelijkwaardig is, een pittingen inhoud heeft en vlot ge speeld wordt. Natuurlijk speelde de „lief de" er een hoofdrol in en even natuurlijk zijn er twee, die elkaar krygen. Hetzelfde is eigenlijk het geval met het werkelijke hoofdnummer „Chasseur 14". Een aardige geschiedenis: een prins uit Europa heeft in het deftigste hotel van New-York een baantje aangenomen als chasseur en moet dus ondergeschikt werk doen. En in dien tijd komt er uit Engeland een aardige jongedame over, die met de steeple-chase een groote som verdiend heeft en nu voor een maand in de groote wereld wil leven. Zoo zien wij een prins, die tijdelijk voor chasseur speelt en een typiste, die tijdelijk rijk is. Men begrijpt dat dit tot zeer typische en onverwachte situaties leidt; men begrijpt ook dat de onderdanige chasseur zijn nederige positie wel eens vergeet en dat de rijke typiste met haar houding wel eens geen raad weet. Het hoogtepunt komt tijdens een bal, waarop slechts de upper ten komt. De typiste is uitgenoodigd, omdat zij voor een deftige dame doorgaat en zij wordt bege leid door den prins-chasseur, in wien zij den chasseur en al de anderen den prins h!!£'. ¥den °"der het feest springt de bom. de prins blijkt geen prins te zijn en de gevangenis wacht hem! Echter het duurt niet lang, of de oplos sing komt: een diplomatieke oplossing en daaruit blijkt weer, dat de prins-chasseur toch een echte prins is en dat de koele ty piste toch een hart heeft. Hoe dat nu allemaal gaat, hoe de ge schiedenis zich precies ontwikkelt, dat moet men zelf zien. Wij kunnen alleen zeggen, dat de situaties dikwijls zeer moeilijk zijn, dat de prins-chasseur eenige keeren ontslagen wordt, dat hij niet alleen prins, maar ook een handige sportieve kerel is en dat het geheele verhaal aller aardigst is om te zien. Het zal dan ook niemand behoeven te spijten, wanneer hy het City-programma van deze week ziet! GA NOOIT VAN ME WEG. Victoria-Theater. Elisabeth Bergner is de draagster van deze film en dat wil zeggen, dat het iets bijzonders is. Het is een speelfilm, die niet uitblinkt door een boeiend scenario, het stuk is zelfs hier en daar vrij onwaarschijnlijk, maar men volgt het in groote spanning om de hoofdfiguur, om het schitterende spel van Elisabeth Bergner. In een pracht van een Venetiaansch paleis zitten de slotheer en slotvrouwe met een gast te samen, terwijl de benedenzalen be zocht worden door groepen schoolmeisjes onder leiding van haar onderwijzeressen. Plotseling blijkt, dat een meisje er niet by hoort. Zij tracht te ontvluchten, wordt voor den slotheer gebracht en blijkt een zielig jong vrouwtje te zijn, die, als schoolmeisje verkleed, met de klassen naar binnen gaat en daarna ook meegaat als de kinderen gaan eten. Zoo komt zy, als een soort versteke- linge aan den kost en zij vertelt, dat zij een kind heeft en door haar man verlaten bij een musicus in huis is genomen. Die musi cus blijkt de man te zyn met wie de doch ter des paleizes voornemens is in het huwe lijk te treden. Papa, mama en de dochter zoeken vergetelheid voor den schok in de Dolomieten en aangezien er een persoons verwisseling heeft plaats gevonden en niet de a.s. verloofde van de dochter, maar diens broeder Sebastiaan het zwervertje tot huis houdster heeft, reis het geheele stel de fa milie na naar de Dolomieten om daar de zaak uit te leggen. Vanaf dit oogenblik ver dwijnen Papa en Mama van het tooneel, of liever van het doek en ontstaat er een com binatie tusschen de twee broeders, het arme en het ryke meisje. Sebastiaan trouw zijn huishoudstertje in Londen, waar ook de beide anderen hoewel nog ongetrouwd verschijnen en Sebastiaan, die de muziek voor een ballet componeert en daardoor zoo weinig geld verdient, dat zyn vrouW eiken dag uit werken moet gaan, vergeet wel eens, dat hij getrouwd is en dat het rijke meisje niet van hem maar van zijn broer is. Het ballet wordt een succes, maar het arme, verwaarloosde vrouwtje wordt met haar baby alleen gelaten. Het kind sterft en Sebastiaan zal juist met de rijke Fenna vluchten als zijn verhouding door zyn broer ontdekt wordt. Uit het kwade wordt dan het goede geboren. Sebastiaan verzoent zich met zijn vrouwtje en beiden zullen in Italië opnieuw naar geluk zoeken. Het is Elisabeth Bergner, die in deze fik11 ontroerend spel geeft, komisch als zij een oogenblik zonder zorgen is, maar van groote dramatische kracht als het leven haar in zijn wreeden greep houdt, voornamelijk als haar kindje sterft, als zij het niet gelooven kan en naar het ziekenhuis gaat om het lijkje te bekijken. Een arm, verwaarloosd vrouwtje, dat van het leven weinig vraagt, maar nog minder krijgt, het is deze merk waardige artiste, die dat tot een filmfigyur gemaakt heeft, die men zich nog zal herin neren als het stuk zelf al lang vergeten za zijn. Vooraf gaat een alleraardigste en span nende film waarin een klein jochie „ont voerd" wordt Het is eigenlijk een tweede hoofdfilm en zeker een, welke het publiek in alle opzichten zal apprecieeren. Binnen- en buitenlandsch nieuws in be weegbaar geïllustreerden vorm vult de pauses op gelukkige wyze aan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 14