FLITSEN VAN wi?T WITTE DOEK.
Kinderen in het licht van de camera
ONZE BIOSCOPEN.
Zl
Leerplicht voor jeugdige filmartisljes.
Het probleem-Shirley Temple.
De beroemde Shirley Temple.
Rondom „Merijntje".
JANET GAYNOR
en LEW AYRES.
Miniatuur-filmpjes.
Marlène Dietrich.
r.rar'P IVInnrp's nipnu»
Wij hebben eens iemand overigens
een liefhebber van de film hooren be
weren, dat de tergend-langzame doodmar-
teling van Bruno Hauptmann nog niet zoo
afschuwelijk was, als de wijze, waarop de
Amerikaansche geldmagnaten de kleine
Shirley Temple met het gereed komen van
een nieuwe film van 's wereldberoemdste
filmkind telkens een stapje nader brengen
tot de totale verwoesting van een on
schuldig kinderzieltje.
En, waarde Temple-bewonderaars, al
zouden we deze krasse zegswijze niet voor
het volle pond willen onderstrepen, be
denkt, er zit veel waars in het hierboven
gesprokene.
Immers, denkt nu eens, dat uw jongste
spruit, zoo van een jaar of vijf, dagelijks zou
moeten tooneelspelen na braaf het film-
lesje ingeprent te hebben onder den druk
van den bijna onmenschelijk zenuwsloopenden
arbeid, welke onvermijdelijk aan het verfilmen
van een of andere scène vastzit. Dan kan het
niet anders, of zoo'n peuter plotseling ge
plaatst in het brandpunt van de belangstelling
leeft niet een natuurlijk, voor het kind zoo
noodig kinderleventje. Alles wordt geforceerd
en inderdaad wordt er iets kapot gemaakt aan
het reine kinderzieltje. U, die rustig in een
gemakkelijke bioscoopfauteuil zit, heeft waar
schijnlijk nooit nagedacht over de consequen
ties van dit alles en zich alleen geamuseerd
met het ongetwijfeld knappe spel van zulk een
kind.
Moeilijk probleem.
Filmkinderen vormen een probleem op zich
zelf. Enkele jonge sterretjes hebben een groo-
ten naam, en alles gaat ze voor den wind, zoo
lang hun jeugdige charme bewaard blijft.
Doch wreed als de wereld is, laat zij een veel-
bewonderd, verwend persoontje, soms binnen
enkele jaren van het toppunt der roem tot in
de diepste vergetelheid zinken.
AfgescheideA daarvan zijn er vele welden
kende menschen en ook wij kunnen dit
voor een groot "deel onderschrijven die het
verschijnsel „filmkind" heelemaal uit den booze
achten. Zij zijn van meening, dat het acteeren
onder de studiolampen op kinderen geestdoo-
dend moet werken, en in ieder geval met hun
jeugd en kinderlijkheid korte metten zal ma
ken. Daar staat tegenover, dat het overgroote
deel van het publiek dol blijkt te zijn op kin
dersterren en zoodoende de filmproducers
aanmoedigt kinderen in hun films te laten op-
terden. Terwijl bovendien niet vergeten moet
worden, dat 't in de het meest de aandacht
trekkende gevallen gaat om Amerikaansche
kinderen, die niet met de onze vergeleken mo
gen wordenze zijn jammer genoeg
veel eerder rijp.
Tegen kinder-exploitatie.
In ieder geval moet men niet denken, dat de
Amerikaansche studio's zich aan ongelimi
teerde kinder-exploitatie te buiten gaan of
kunnen te buiten gaan. Er zijn in Amerika
diverse wettelijke bepalingen gemaakt om den
kinder-arbeid, met name ook dien in de stu
dio's, te regelen. Behalve een regeling der
werktijden, bevat de Amerikaansche wet ook
artikelen, die voorkomen dat de opleiding der
filmkinderen verwaarloosd wordt. In het alge
meen zullen de jonge acteurs en actrices niet
in de "gelegenheid zijn de gewone scholen te
bezoeken, en zij ontvangen derhalve les van
een specialen gouverneur of gouvernante,
doorgaans door hun studio aangesteld, die hen
onderricht in alle gewone zaken, die ieder
kind moet leeren om later een bruikbaar
mensch in de maatschappij te worden, met een
behoorlijke algemeene ontwikkeling.
Ook als de kinderen meegaan „op location",
d. w. z. met hun filmgroep op reis gaan om
ergens buiten opnamen te maken, waarbij dik
wijls wekenlang in barakken en tenten wordt
gekampeerd, volgt hun de onderwijzer.
Zoo b.v, Shirley Temple in de film „De
kleine kolonel". Vele scènes van deze film
moesten buiten worden opgenomen, en zoo
trokken zij, de kleine Shirley met haar regis
seur de heuvels in, waar zij het buitengewoon
amusant vonden, zoolang tenminste meester
met zijn dikke boeken uit de buurt bleef. Ont
komen aan zijn greep kon zij echter niet, en
zoo moest zij, wanneer er maar gelegenheid
voor was, aan het leeren.
Een begaafd meisje.
Haar werk voor de camera deed zij met vrij
wat meer animo dan haar schoolwerk, en
haar spelprestaties zijn werkelijk zeer knap.
Het was overigens ook niet de eerste keer,
dat een zoo jeugdig speelstertje voor de lens
stond. Virginia Weidler kwam reeds op haar
tweede jaar bij de film, en nu ze bijna acht is,
heeft ze al allerlei rollen vervuld. Meest echter
in films, die niet naar Holland kwamen („Mrs
Wiggs of the Cabbage Patch" bijvoorbeeld).
Intusschen speelde Virginia ook reeds vele
malen mee in tooneelstukken, en bovendien is
zij de dochter van een vroeger welbekende
Duitsche operazangeres, terwijl zij nog in de
verte verwant is aan de beroemde muzikale
familie Seydel. Een en ander maakt dus wel
plausibel, dat Virginia zulke groote artistieke
gaven vertoont, en ten volle in staat bleek
haar moeilijke taak tot een goed einde te
brengen.
Pittige Dickie!
Dickie Moore, een aardig filmjochie, is al
een even begaafde knaap en hij is ook in
Holland vrij beroemd. Wij kennen hem name
lijk uit de Dietrichfilm „Blonde Venus", van
kleine rollen in „Meisjes in Nonnenkleed",
„Bloedende Rozen", enz. Dickie speelde ook
reeds in zijn prilste jeugd tooneel. Nu is hij
elf en in staat een film te dragenniet door
zich van zijn snoezigste zijde te laten zien,
doch door spél, wérkelijk spel van groote
dramatische kracht.
Een kijkje tusschen de filmlensen.
Merijntje zelf of Marcel Krols, zooals hij
in 't gewone leven heet is al aardig gewend
geraakt aan de studio-sfeer, die hem de eerste
dagen nog wat verlegen en stil gemaakt had.
Nu hij de menschen en de dingen om zich heen
wat beter kent, beweegt hij zich vrijer en men
kon hem dezer dagen al in een huek van de
studio vinden, hevig verdiept in eensolo
knikkerspel. En zijn gezicht straalde van ple
zier, toen A. M. de Jong aanbood „een potje te
spelen". Even later was het tweetal vol geest
drift aan 't knikkeren!
o
Piet Bron's gezicht is er in den laatsten tijd
niet vriendelijker op geworden. Voor zijn rol
van „de Kruik" mocht hij contractueel na een
bepaalden datum zich niet meer laten scheren
en Bron, die altijd „clean shaven" is, vindt
zoo'n stoppelbaard slechts matig aangenaam.
Maar aan den anderen kant is zijn enthousias
me voor de hem toegedachte rol en zijn be
langstelling voor de heele film van dien aard,
dat hij graag dit, voor den strooper „De Kruik
zoo noodzakelijke uiterlijk op den koop toe
neemt.
Een nieuwe vriend van de Filmstedelingen
is Pol, de hond van „De Kruik", die ook in de
film een niet onbelangrijk rol speelt. Pol, een
mooie jachthond, heeft door zijn voorbeeldig
gedrag aller harten veroverd. Hij blaft niet,
tenzij 't van hem verlangd wordt, hij beweegt
zich niet als hij voor de camera stil moet staan
en kijkt met z'n lieve kop alleen af en toe maar
eens vragend rond.
o
De altijd rustige en goed-gehumeurde „Pap
pie" Gerron, die met een bewonderenswaar
dige energie en liefdevolle toewijding de regie
en de productieleiding van de film voor z'n
rekening heeft, kijkt iederen dag mistroostig
na. - de borden, die het rooken in de studio's
ten strengste verbieden. Gerron is een
hartstochtelijk sigaren-minnaar en zijn devies
op dit gebied is: „liever zwart dan bruin". En
aangezien het tenslotte niet meevalt om den
heelen dag met een sigaar in den mond te
loopen, zonder dat er rook geproduceerd
wordt, koestert hij thans het plan om een
Turksche „Nargileh" te laten komen, een z.g.
waterpijp, die uit een oogpunt van brandge
vaar onschadelijk is. A. H. de Jong, die even
graag vele en zeer donkere sigaren pleegt te
rooken, staat vooralsnog wat sceptisch tegen-
De vorige week op
onze filmpagina het
nieuw Ufa-love-team;
thans 'n Amerikaansch
liefde-duo van zeker
niet minder groote re
putatie.
Janet Gaynor en Lew
Ayres vormen momen
teel Amerika's geliefd
ste filmduo.
Lew Ayres mag zich
gelukkig achten Janet
Gaynor zooveel hy
wil (onder de critische
blikken van de came-
ramenschen!) in zijn
armen te sluiten.
Want, zooals bekend,
in het dagelyksche le
ven deelt Janet de
„zorgen" met Charles
Farrell, met wien ze
getrouwd is.
Arme Lew Ayres
over dit plan. Maar men kan er zeker van zijn,
dat hij het voorbeeld van Gerron zal volgen,
als er tenminste meer rook dan water uit zoo n
Turksch geval komt.
Tijdens een der laatste opnamen kondigde
de geluids-mixer, die door een luidspreker
installatie in de studio zijn stem kan laten
klinken, aan, dat hij een hevig bijgeluid hoor
de, iets, dat hij niet kon thuisbrengen. De mo
gelijkheid van een bromvlieg bij de microfoon
moest bij afwezigheid van een dergelijk
insect worden verworpen. Toen de diepste
stille in acht genomen werd, bleek, dat het ge
luid van buiten kwam. Een hevige hagelbui
kletterde op het dak!
De eerste film van de Canadeesche
vyfling.
„De Dorpsdokter" (The Country Doc
tor), de film waarin de Canadeesche Di-
onne Vijfling haar filmdebuut maakt,
heeft onlangs haar wereldpremière be
leefd.
De titelrol, n.1. die van een dokter met
een duister verleden, wordt in deze film
gespeeld door Jean Hersholt. Dorothy
Peterson vervult de rol van de verpleeg
ster. Verder werken nog mede June
Lang, Michael Whalen, Slim Summer-
ville, John Qualen als de vader van de
vyfling, en William Benedict.
Henry King regisseerde deze Fox-film,
die opgenomen werd te Calander in On-
tario, de geboorteplaats der vyfling, on
der technisch toezicht van den verzorger
der kinderen, dr. Allen Roy Dafoe.
„Incognito".
Dit is de titel van een nieuwe in de pro
ductiegroep Ulrich Mohrbutter onder re
gie van Richard Schneider-Edenkoben te
draaien Ufa-film, waarvoor Harald Bratt
en Richard Schnieder-Edenkoben het
draaiboek schreven .De hoofdrollen zullen
vermoedelijk Hansi Knoteck en Gustav
Fröhlich spelen. Als cameraman werd
Robert Baberske geëngageerd.
De nieuwste film van Jan Kiepuras.
De nieuwste Jan Kiepura-film der To-
bis lm Sonnenschein, zijn eerste Weensche
en tevens zijn eerste Europeesche film na
zijn terugkeer uit Hollywood, zal opgeno
men worden onder regie van den Itali-
aanschen regisseur Carmine Gallone. Als
tegenspeelster van Kiepura engageerde
men Friedl Czepa, die in Episode op zoo
charmante wijze naast Paula Wessely
stond. De andere rollen zullen vertolkt
worden door: Fritz Imhoff, Luli v. Hohen
berg, Anton Pointner, Theo Lingen, Edwin
Jürgensen.
Grace Moore's nieuwste fiim
Grace Moore's nieuwste film, voleindigd even
voor zij haar wereldtournee aanving, is getiteld
„The King steps out", en heeft in de Vereenig.
de Staten veel succes. In deze film is de
zangeres een modiste, die door haar gratie en
haar zang indruk maakt op een jongen koning,
gespeeld door Franchot 1 one.
Wat de handeling en de regie betreft, is deze
film geheel verschillend van de beide vorige
zangfilms van Grace Moore: Columbia g»f
haar opnieuw een anderen regisseur, ditmaal
Joseph von Sternberg.
Groote figuren op het doek.
Warner Bross kondigt drie films aan waar!
in de carrière van drie groote figuren op het
doek wordt gebracht, namelijk die van Beet.
hoven, Danton en Mozart.
Aanleiding tot deze films was het succes dat
de Pasteur-film boekte. Hierbij moeten wij
helaas opmerken dat Paul Muni s film in onj
land geen groot succes is gebleken, ondanks
den ernst waarmee Pasteur's leven werd ver.
filmd, en het prachtige spel van Muni, die ook
in de Beethoven-film de titelrol zal spelen,
wederom onder de regie van William Dieterlee,
Voor Mozart zoekt men een anderen acteur,
omdat men het niet aandurft Muni twee com-
ponisten te laten spelen; de rol van Danton
zal worden vertolkt door Charles Laughton.
De Lindbergh-affairt.
Radio Pictures reconstrueert het Hauptmann.
proces; de film zal uitkomen onder den titel
„We, the Jury".
Mariene Dietrich's film „Deaire"
plagiaat?
De film „Desire", waarin Mariene Dietrich
en Gary Cooper de hoofdrollen speelden, werd
gemaakt naar een scenario waarvan jaren ge-
leden de Ufa gebruik maakte voor haar film
„Het paarlencollier". In de Duitsche film was
Brigitte Helm de dievegge, die met het gesto
len collier naar Spanje vluchtte. Paramount
kocht dit scenario bij de Ufa aan, doch wordt
thans van plagiaat beschuldigd door een Hon-
gaarschen auteur, Miklós Laszlo, die een kort
tooneelstuk schreef, getiteld „Een uur onder
de dwazen", waaraan „Het paarlencollier"
werd ontleend.
De Hongaar diende tegen de Ufa indertijd
geen klacht in, het schijnt dat hij van de Duit
sche film nooit heeft gehoord. De rechter zal
nu moeten uitmaken of „Disere" inderdaad
berust op Laszlo's tooneelstuk, en deze dus
r.echt heeft op schadevergoeding.
HET GEZICHT IN DEN NACHT.
Roxy-theater.
Het is voor een filmregisseur in Amerika
heel wat gemakkelijker een filmmotief te
vinden dan in Europa. Er gebeuren daar
vrijwel dagelijks zooveel sensationeele din
gen, dat de draaiboeken om zoo te zeggen
voor het grijpen liggen. „Het gezicht in den
nacht" is tenminste gemaakt naar een aller
zonderlingst voorval, dat in de oude wereld
niet denkbaar is.
De zoon van den directeur eener groote
telefoonmaatschappij ligt herhaaldelijk
overhoop met zijn vader, die er zulke
ouderwetsche begrippen op na houdt, dat
samenwerking uitgesloten is. De zoon (Tim
Mac Coy) gaat na een tragisch afscheid zijn
eigen weg en voorloopig zoekt hij zijn
kracht in de sport. Maar als het paardrijden
hem gaat vervelen, komt allengs de lust,
het werk weer eens ter hand te nemen en
op toevallige wijze komt hij in aanraking
met de dochter van zijn vader's grootsten
concurrent. Na aarzeling treedt hij bij haar
vader in dienst en den eersten tijd gaat alles
goed. Maar dan komt het uit, dat zijn eigen
vader de zaak waaraan hy verbonden is,
bespionneert en ondermijnt en dat is voor
Tim het teeken zijn tanden op elkaar te
zetten en met verdubbelden ijver verder te
werken in het belang van zyn nieuwen
werkgever. Allerlei ongelukken op het
werk maakt de arbeid voorhem buiten
gewoon moeilijk en tot overmaat van ramp
wordt de dochter van zijn chef op wie hij
begrijpelijkerwijs verliefd is geworden
ontvoerd en dan eerst volgen de sensaties
elkaar snel op. Hoe het tenslotte afloopt,
willen wij liever niet verklappen.
Aan deze film gaat een zeker niet minder
spannende film vooraf met in de hoofdrol
Dick Foran, terwijl actueel binnen- en
buitenlandsch nieuws het geheel waardig
completeert.
TRIOMF DER LIEFDE.
Bioscoop Harmonie.
Het voorprogramma sluit zich wonderwel
aan bij het hoofdnummer: zang en dans
zyn overwegend in bijna alle van de num
mers van dat deel van het programma, er
is een uitstekende band, we hooren schitte
renden solozang, er zijn zingende Kozakken
(o.a. het Wolgalied) en zelfs de teekenfilm
geeft volop muziek.
Maar dit alles haalt niet bij den zang
van den befaamden Jan Kiepura als de vis-
scher Antonio uit Sorrento, later op bijzon
dere manier operazanger geworden. Hij was
een uitstekende zanger, die al zijn werk zin
gende deed en de menschen naar de kade
deed stroomen als zijn schip binnenkwam,
en kon er niet tegen toen de zich een ster
noemende Forcellino (Alan Mowbray)
„Verdi vermoordde", zooals Antonio het
noemde. Hy verstoorde toen met een aan
tal anderen de opera-uitvoering door den
„moordenaar" met versche eieren te beko
gelen. Dit bracht hem achter de tralies,
maar toch niet vóór hij had laten hooren
dat hij beter kon zingen dan Forcellino. Ook
de jonge en mooie Maria (de van Holland-
sche afkomst zijnde Gladys Swarthout)
had hem gehoord en zij vertelt ervan aan
haar leeraar Bonetti (Philip Merivale), die
een opera „Romeo en Julia" schreef, waarin
zij zou optreden met Forcellino. 't Gevolg
was, dat niet deze, maar Antonio erin op
treedt en dat hij zóó in zyn rol opgaat, dat
hy „erin verwart" gelijk hy dat noemt, d.
w. z. werkelijk verliefd wordt op Julia-
Maria. En zij beantwoordt die liefde, maar
er gebeurt toch nog heel wat eer zy elkaar
inderdaad vinden: er ontstaan ernstige mis
verstanden, waarvar de reeds bejaarde
leeraar de oorzaak is doordat hij de dank
baarheid, welke Maria voor hem voelt, voor
liefde houdt.
De ontwikkeling van een en ander brengt
spanning in de zaal, waarbij ook de massa
regie, de fraaie décors en mooie tooneel
vondsten voor verrassingen zorgen. En er
zit spel, tempo en levendigheid in deze
film „Triomph der liefde", waarmee de di
rectie van de bioscoop Harmonie een goede
keuze heeft gedaan.
CHAUSSEUR 14.
City-Theater.
Een uitstekend programma wordt er
deze week in het City-theater afgedraaid.
Daar is allereerst het z.g. voorprogramma,
dat onder andere een Duitsche film bevat,
die bijna een hoofdnummer gelijkwaardig
is, een pittingen inhoud heeft en vlot ge
speeld wordt. Natuurlijk speelde de „lief
de" er een hoofdrol in en even natuurlijk
zijn er twee, die elkaar krygen.
Hetzelfde is eigenlijk het geval met het
werkelijke hoofdnummer „Chasseur 14".
Een aardige geschiedenis: een prins uit
Europa heeft in het deftigste hotel van
New-York een baantje aangenomen als
chasseur en moet dus ondergeschikt werk
doen. En in dien tijd komt er uit Engeland
een aardige jongedame over, die met de
steeple-chase een groote som verdiend
heeft en nu voor een maand in de groote
wereld wil leven. Zoo zien wij een prins,
die tijdelijk voor chasseur speelt en een
typiste, die tijdelijk rijk is. Men begrijpt
dat dit tot zeer typische en onverwachte
situaties leidt; men begrijpt ook dat de
onderdanige chasseur zijn nederige positie
wel eens vergeet en dat de rijke typiste
met haar houding wel eens geen raad
weet.
Het hoogtepunt komt tijdens een bal,
waarop slechts de upper ten komt. De
typiste is uitgenoodigd, omdat zij voor een
deftige dame doorgaat en zij wordt bege
leid door den prins-chasseur, in wien zij
den chasseur en al de anderen den prins
h!!£'. ¥den °"der het feest springt de
bom. de prins blijkt geen prins te zijn en
de gevangenis wacht hem!
Echter het duurt niet lang, of de oplos
sing komt: een diplomatieke oplossing en
daaruit blijkt weer, dat de prins-chasseur
toch een echte prins is en dat de koele ty
piste toch een hart heeft.
Hoe dat nu allemaal gaat, hoe de ge
schiedenis zich precies ontwikkelt, dat
moet men zelf zien. Wij kunnen alleen
zeggen, dat de situaties dikwijls zeer
moeilijk zijn, dat de prins-chasseur eenige
keeren ontslagen wordt, dat hij niet alleen
prins, maar ook een handige sportieve
kerel is en dat het geheele verhaal aller
aardigst is om te zien.
Het zal dan ook niemand behoeven te
spijten, wanneer hy het City-programma
van deze week ziet!
GA NOOIT VAN ME WEG.
Victoria-Theater.
Elisabeth Bergner is de draagster van
deze film en dat wil zeggen, dat het iets
bijzonders is. Het is een speelfilm, die niet
uitblinkt door een boeiend scenario, het stuk
is zelfs hier en daar vrij onwaarschijnlijk,
maar men volgt het in groote spanning om
de hoofdfiguur, om het schitterende spel
van Elisabeth Bergner.
In een pracht van een Venetiaansch paleis
zitten de slotheer en slotvrouwe met een
gast te samen, terwijl de benedenzalen be
zocht worden door groepen schoolmeisjes
onder leiding van haar onderwijzeressen.
Plotseling blijkt, dat een meisje er niet by
hoort. Zij tracht te ontvluchten, wordt voor
den slotheer gebracht en blijkt een zielig
jong vrouwtje te zijn, die, als schoolmeisje
verkleed, met de klassen naar binnen gaat
en daarna ook meegaat als de kinderen gaan
eten. Zoo komt zy, als een soort versteke-
linge aan den kost en zij vertelt, dat zij een
kind heeft en door haar man verlaten bij
een musicus in huis is genomen. Die musi
cus blijkt de man te zyn met wie de doch
ter des paleizes voornemens is in het huwe
lijk te treden. Papa, mama en de dochter
zoeken vergetelheid voor den schok in de
Dolomieten en aangezien er een persoons
verwisseling heeft plaats gevonden en niet
de a.s. verloofde van de dochter, maar diens
broeder Sebastiaan het zwervertje tot huis
houdster heeft, reis het geheele stel de fa
milie na naar de Dolomieten om daar de
zaak uit te leggen. Vanaf dit oogenblik ver
dwijnen Papa en Mama van het tooneel, of
liever van het doek en ontstaat er een com
binatie tusschen de twee broeders, het arme
en het ryke meisje. Sebastiaan trouw zijn
huishoudstertje in Londen, waar ook de
beide anderen hoewel nog ongetrouwd
verschijnen en Sebastiaan, die de muziek
voor een ballet componeert en daardoor
zoo weinig geld verdient, dat zyn vrouW
eiken dag uit werken moet gaan, vergeet
wel eens, dat hij getrouwd is en dat het
rijke meisje niet van hem maar van zijn
broer is. Het ballet wordt een succes, maar
het arme, verwaarloosde vrouwtje wordt
met haar baby alleen gelaten. Het kind
sterft en Sebastiaan zal juist met de rijke
Fenna vluchten als zijn verhouding door
zyn broer ontdekt wordt. Uit het kwade
wordt dan het goede geboren. Sebastiaan
verzoent zich met zijn vrouwtje en beiden
zullen in Italië opnieuw naar geluk zoeken.
Het is Elisabeth Bergner, die in deze fik11
ontroerend spel geeft, komisch als zij een
oogenblik zonder zorgen is, maar van groote
dramatische kracht als het leven haar in
zijn wreeden greep houdt, voornamelijk als
haar kindje sterft, als zij het niet gelooven
kan en naar het ziekenhuis gaat om het
lijkje te bekijken. Een arm, verwaarloosd
vrouwtje, dat van het leven weinig vraagt,
maar nog minder krijgt, het is deze merk
waardige artiste, die dat tot een filmfigyur
gemaakt heeft, die men zich nog zal herin
neren als het stuk zelf al lang vergeten za
zijn.
Vooraf gaat een alleraardigste en span
nende film waarin een klein jochie „ont
voerd" wordt Het is eigenlijk een tweede
hoofdfilm en zeker een, welke het publiek
in alle opzichten zal apprecieeren.
Binnen- en buitenlandsch nieuws in be
weegbaar geïllustreerden vorm vult de
pauses op gelukkige wyze aan.