Het helsch
complot
uw. RaulC. Kaiser
Qmtemtecadeu
HEILOO
Na opening van de voltallige vergadering
van den gemeenteraad door den voorzit
ter, burgemeester j h r. van F o r e e st,
werden gisteravond de notulen van de ver
gaderingen van 4 en 11 Mei onveranderd
goedgekeurd.
De ingekomen stukken (alle berichten van
goedkeuring van raadsbesluiten) werden
voor kennisgeving aangenomen.
Als eerste punt kwam daarna in behande
ling een
voorstel van B. en W. tot verbetering
van den Westerweg.
Door den aankoop van een belangrijk ge
deelte terrein aan dien weg, is het mogelijk
geworden om de verbreeding van den weg
vanaf den Zeeweg tot de Schuine Hondsbos-
schelaan ruimer te doen zijn, dan voorheen
mogelyk was. B. en W. achten het wensche-
lyk om den weg, voor zoover mogelijk on
middellijk op voldoende breedte te brengen.
Behalve de strook, die van het door de
gemeente aangekochte terrein kan worden
afgenomen, zullen gedeelten grond verkre
gen dienen te worden van: D. Bakker 67.50
M2,; Jb. Maat 49 M2.; Joh. G. Hunningher
45 M2.; J. Muijs 81 en 16 M2.; J. C. Mol 28
M2.; wed. K. Jonker 17 M2.; P. Kuijper 20
M2.; R. Kuyper 22 M2. en S. Hottentot 45
M2. Deze eigenaren zijn bereid om den
grond gratis ter beschikking te stellen, mits
voorzieningen worden getroffen ten opzichte
van de erfafscheidingen e.d.
Op het gedeelte ZeewegSchuine Honds-
bosschelaan wenschen B. en W. een wegdek
van beton te doen aanbrengen. De kosten
daarvan zullen f 4400 bedragen, waarbij ko
men de kosten van het in orde maken en be
planten van de bermen ad 540 en het ma
ken en verplaatsen van erfafscheidingen ad
50, totaal 5190. Het aanbrengen van rij
wiel- en voetpaden acht het college voors
hands niet noodig.
Het gedeelte van den weg van Schuine
Hondsbosschelaan tot Kerklaan kan naar de
meening van B. en W. volstaan met een op
pervlaktebehandeling, nadat het paarden-
pad verwijderd is. De kosten daarvan zullen
bedragen 940.
De commissie van bijstand voor de wegen
had geadviseerd beide deelen van den Wes
terweg te voorzien van een gesloten weg
dek, waartegen B. en W. het bezwaar stel
den, dat dan, omdat de aanwonenden niet
voldoende medewerkten om den weg een
behoorlijke breedte te geven, alle leidingen
(gas, water, enz.) onder het beton zouden
komen te liggen. Bovendien zou het geheele
werk dan circa f 7000 méér kosten, wat B.
en W. thans niet verantwoord achtten. Zij
bleven dus bij hun voorstel om te besluiten:
a. tot overname van de hierboven om
schreven gedeelten grond, mits met betrek
king tot de erfafscheidingen een bevredi
gende overeenkomst wordt verkregen;
b. het gedeelte vanaf den Zeeweg tot
Schuine Hondsbosschelaan te verbroeden en
van een wegdek van beton, ter breedte van
5 M. te voorzien;
c. het gedeelte vanaf de Schuine Honds
bosschelaan tot de Kerklaan te verbeteren
door het paardenpad te verwijderen en een
oppervlaktebehandeling met bristar aan te
brengen.
Bij het toelichten van het voorstel bracht
de voorzitter nog dank aan den heer
Keesman en den gemeente-secretaris, die
geen tijd en moeite hebben gespaard om de
belanghebbenden te bewegen tot het gratis
afstaan van de benoodigde perceelen grond
en daarmee veel succes hebben geoogst.
De heer S e n g e r s, lid der wegencom
missie, meende, dat behandeling zooals deze
commissie voorstelde, ten slotte zal blijken
de goedkoopste manier van verbetering te
2ijn en wees als voorbeeld op een paar an
dere wegen, die bewerkt zijn zooals B. en
W. thans voorstellen voor het gedeelte vanaf
de Schuine Hondsbosschelaan tot Kerklaan.
Hij geloofde dat ook de daarbij belang heb
benden wel de noodige gronden gratis zullen
willen afstaan, al zou dan misschien de weg
niet overal zoo breed worden als B. en W.
wenschen. Spr. zou het achteruitzetten van
hekken liever niet van gemeentewege willen
doen, maar was er voor om aan eiken be
langhebbende een zeker bedrag daarvoor te
geven, opdat hij zelf dat werk laat doen. Dit
zal ook nog ten goede komen aan de vak-
menschen in de gemeente.
De heer Keesman ging het verloop na
van de besprekingen inzake verbetering van
den Westerweg. Zijn bedoeling was geweest,
om, als eenmaal voor de verbreeding tus-
schen Zeeweg en Schuine Hondsbossche
laan alle noodige perceelen in handen van
de gemeente waren, voort te gaan met zijn
pogingen om de eigenaren bereid te vin
den tot afstand van benoodigd terrein ook
voor het andere gedeelte van den weg. Spr,
geloofde, dat de menschen daarvoor wel te
vinden zullen zijn. Dan zou de weg in zijn
geheel goed onder handen genomen kun
nen worden.
De heer van 't Veer was teleurgesteld
over het voorstel van B. en W. De Wester
weg zal, nu de Zeeweg tot stand gekomen
is, zeer druk worden en dan is oppervlakte
behandeling zooals B. en W. die willen, on
voldoende. Overigens was spr. het met de
beide vorige sprekers eens, dat de aanwo
nenden wel bereid zullen wezen afstand van
een strook grond te doen voor verbetering
van den weg.
De heer Opdam vond ook beter den weg
goed aan te pakken, want bristar-behande-
ling is onvoldoende voor een drukken weg.
De pogingen tot het verkrijgen van den be-
noodigden grond dienen te worden voortge
zet.
Een gesloten wegdek kon spr. niet beko
ren, omdat dit een ernstige hinderpaal is
voor het leggen en herstellen van leidingen
en riolen.
De heer S c h u y t vond het beste om di
rect geen beslissing te nemen omtrent de
behandeling van den weg van Schuine
Hondsbosschelaan tot Kerklaan.
De voorzitter zou liever niet in twee
gedeelten den weg willen opknappen, waar
voor de heeren Keesman en Schuyt zich
hadden uitgesproken. Of het gemakkelijk
zou gaan om voor het tweede gedeelte van
den weg de beschikking te krijgen over den
benoodigden grond, betwijfelde spr.
Weth. Barnhoorn was van oordeel,
dat, als de menschen zien hoe het eerste ge
deelte zal worden, zy des te eerder bereid
zullen zijn om grond af te staan. Spr. zou
het eerste gedeelte nu alvast willen behan
delen. Om te voorkomen dat het geld, uit
gegeven voor het tweede gedeelte volgens
het voorstel van B. en W., weggegooid zou
zijn, sloot spr. zich aan by het idee-Schuyt.
De heer van 't Veer geloofde, dat nooit
een toestand is te krijgen, zooals de heeren
zich dat voorstellen. De huizen n.L die welke
reeds ettelijke jaren geleden werden ge
bouwd, staan daarvoor te dicht by den
weg.
Spr. wenschte een behandeling van den
weg zooals in de Kerkelaan is gebeurd, dat
zal wel voldoende zijn.
Dr. Barnhoorn zou willen vasthou
den aan de mogelijkheid van het leggen van
een fiets- en wandelpad; men zou dan
méér terrein moeten hebben dan voor een
verbetering zooals de heer van 't Veer vol
doende acht.
Wat het wegdek betreft, spr. prefereerde
een betonweg, omdat die kan worden ge
legd door eigen menschen (werkloozen).
De heer H e y n e merkte op, dat de weg
reeds zoo goed als geheel is volgebouwd, de
verschillende geleidingen liggen er dus al,
zoodat de weg niet meer behoeft te worden
opgebroken.
De heer Opdam zei, dat het leggen van
een straatweg niet duurder is dan beton en
dat de eigen inwoners daar ook aan kunnen
arbeiden.
Als straks de rioleering komt, moet men
toch weer opbreken.
De heer Kamer was niet voor een
straatweg; daar komen altijd kuilen en ga
ten in.
De voorzitter nam het voorstel-
Schuyt over. Met de bewoners van het twee
de gedeelte van den weg zou dus overlag
moeten worden gezocht, opdat ook dat op
dezelfde wijze kan worden onder handen
genomen.
De heer G r e e u w vond het beter een
principe-besluit te nemen voor een gesloten
wegdek voor beide deelen van den weg, dan
kan allicht met meer succes gesproken wor
den met de menschen aan het tweede ge
deelte. Voor hun tegenstand is wel eenige
reden: jaren heeft men nu al over verbete
ring gepraat en nu wil men den weg het
beste maken daar waar bijna geen bebou
wing is.
Weth. Akkerman kon zich ermee ver
eenigen, dat de weg overal minstens 8i/a a
9 meter in zijn geheel wordt.
De heer Keesman drong op spoed aan
bij het bewerken van de menschen, van wie
men grond zou moeten zien te krijgen. Men
zou dan over een maand misschien klaar
kunnen zijn.
Weth. Akkerman zou een week wil
len noemen.
;De heer Keesman: Dat kan niet.
Goedgevonden werd om het eerste gedeel
te van den weg (Zeeweg-Schuine Hondsbos
schelaan) direct onder handen te nemen, in
afwachting dat inmiddels ook voor het an
dere gedeelte de benoodigde terreinen be
schikbaar zijn.
De heer Keesman, Sengers en Heyne na
men op zich om de betrokkenen bewoners
te bezoeken; wethouder Akkerman zou, voor
zoover hij tijd heeft, gaarne meewerken.
Verzoek om ondersteuning afgewezen.
Van C. Houtenbos en G. P. Apeldoorn
waren verzoeken ingekomen om ondersteu
ning. B. en W. stelden afwijzende beschik
king voor, omdat volgens de wet het bur
gerlijk armbestuur op dergelijke aanvragen
heeft te beslissen.
De heer Gr eeuw had een verklaring
verwacht van de reden voor verlaging der
ondersteuning.
De voorzitter wilde liever geen debat
hierover in de openbare vergadering.
Het voorstel werd aangenomen.
De wegen in het Blockhove-park.
Van den heer P. A. de Lange was inge
komen een adres, waarin verzocht wordt de
voorwaarde sub VI, opgenomen in het
raadsbesluit van 5 Februari 1936, waarbij
aan adressant vergunning is verleend tot
het aanleggen van wegen en bijkomende
werken, te doen vervallen.
De argumenten van adressant, dat vol
doende voor plaatselijk rij verkeer is gezorgd,
door aansluiting van de wegen op de Regu
lierslaan en dat doorgaand rijverkeer in de
woonstraten ter plaatse niet toegelaten be
hoort te worden, komen B. en W. wel aan
nemelijk voor. De omgeving ter plaatse dient
landelijk en rustig te blijven, hetgeen ver
loren zou kunnen gaan, indien doorgaand
verkeer van de wegen gebruik zou gaan ma
ken.
Het zal, naar de meening van B. en W.,
by eventueele exploitatie van naastgelegen
terreinen ook geen bezwaar ontmoeten,
wanneer het rijverkeer uit die gedeelten
eveneens op de Regulierslaan zal zijn aan
gewezen. Het college kan zich er bij nader
inzien zeer goed mede vereenigen, dat het
voorschrift, dat de noordelijkste brug voor
ryverkeer geschikt zal moeten zijn, wordt
teruggenomen.
De voorwaarde sub VI kan echter niet in
haar geheel vervallen; de beide bruggen blij
ven voor ander dan rijverkeer gewenscht.
B. en W. stelden daarom voor de voor
waarde sub VI te doen luiden als volgt: Ter
verbinding van de wegen met den Zander
slootweg zullen twee eenvoudige houten
bruggen die niet voor rijverkeer geschikt
zullen zijn moeten worden aangebracht.
De samenstelling van de bruggen zal door
B. en W. worden bepaald.
Voorts stelden zij voor in de bepaling sub
XI de woorden „binnen zes weken na den
datum van dit raadsbesluit" te wijzigen in
„vóór 1 Juli 1936".
De heer Opdam zou willen voorschrij
ven betonnen bruggen te maken, omdat het
onderhoud van een houten brug altijd veel
hooger is (en dit moet de gemeente betalen).
De heer Akkerman zei nog, dat B. en
W. met hun voorstel beoogen den weg tot
in verre toekomst te behouden als wandel
weg.
Het voorstel werd goedgekeurd.
Verkoop van bouwterreinen.
Door den heer Jac. Kaandorp werd ver
zocht te mogen koopen een perceel bouwter
rein aan de zuidzijde van den Zeeweg, ter
breedte van 15 M. en ter diepte van 30 M.,
en met inbegrip van den achtergrond van
dit perceel en den achtergrond achter het
perceel van den heer Kosters, groot onge
veer 1050 M2., tegen een koopprijs van
2000.
De 30 M. diepte van den weg af, zal, voor
zoover de bebouwing en noodzakelijke
paden het. toelaten, gebezigd worden voor
plantsoen en siertuin, het overige terrein
zal bestemd zijn voor moestuin.
De heer J. Roggeveen verzocht te mogen
koopen een perceel bouwterrein aan de
noordzijde van den Zeeweg, ongeveer 300
M. van het begin van den weg af, ter
breedte van 16 M. en ter diepte van 28,50 M.,
tegen een koopprijs van f 2 per M2.
De heer K. Nauta Jr. te Zaandam wensch
te te koopen een perceel bouwterrein aan
den Zeeweg, ter breedte van 20 M. en een
gemiddelde diepte van ongeveer 32,50 M
voor 1300, voor het bouwen van een enkel
woonhuis.
B. en W. stelden voor deze perceelen
bouwterrein te verkoopen op de gewone
voorwaarden.
Zonder stemming goedgekeurd.
Rijwielvergoedingen.
Behalve op de verlaging van de jaarwed
den van de lynwerkers en de wegwerkers
drong de minister van binnenlandsche
zaken aan op verlaging van de rywielver-
goedingen. De minister geeft in overweging
die vergoeding te bepalen op f 30.
B. en W. stelden voor, aan dezen wenk te
voldoen en de vergoeding voor de rijwieJen
van de lijnwerkers en wegwerkers op f 30
per jaar te bepalen. Zij stelden hierbij
tevens voor, om de gemeente-opzichter ook
een rijwielvergadering van f 30 per jaar toe
te kennen, een en ander met ingang van
1 Jan. 1.1.
De heer van 't Veer meende, dat de
opzichter wel zooveel verdient, dat hij de
vergoeding niet noodig heeft.
De heer Keesman: Dan gaat hy loo-
pen en zijn we nog meer kwijt. Wij kunnen
hem niet verplichten de fiets in dienst van
de gemeente te gebruiken.
Het voorstel werd z.h.s. goedgekeurd.
Een gratificatie.
Naar aanleiding van de meerdere werk
zaamheden van den correspondent der ar
beidsbemiddeling werd hem over de beide
voorafgaande jaren een gratificatie van
100 verleend.
B. en W. stelden voor te besluiten ook
voor het jaar 1 October 19351 October
1936 eenzelfde gratificatie toe te kennen (de
vaste bezoldiging bedraagt 150).
Goedgekeurd.
Af- en overschrijvingen dienstjaar
1935.
Op voorstel van B. en W. werd besloten
tot het doen van verschillende af- en over
schrijvingen op de begrooting van het
dienstjaar 1935.
Standplaats voor woonwagens
B. en W. stelden voor, een terreintje aan
den Kanaalweg, n.1. het meest oostelijk ge
deelte van de Bregweid, als standplaats voor
woonwagens aan te wijzen en daarnaast te
verbieden, dat elders in de gemeente een
standplaats wordt ingenomen.
Zy gaven in overweging de Alg. Politie
verordening in dezen zin te wijzigen.
De voorzitter, het voorstel toelich
tende, wees erop, dat reeds meermalen is
geklaagd over de aanwezigheid van woon
wagens. Bovendien: als de politie de wagen
bewoners poogt te verwijderen, vragen ze
allicht waar ze dan mogen staan. En dan
heeft men geen antwoord, men kan hen
toch niet altijd naar Alkmaar sturen.
De heer Kant geloofde niet, dat er veel
behoefte is aan een woonwagenkamp in de
gemeente. Zoodra men een plaats er voor
inruimt, komt de behoefte aan een W.C.,
water, enz., en misschien zelfs wel een
politiewacht.
De heer Sengers was het niet met
den heer Kant eens: er is wel ter dege be
hoefte aan een standplaats voor woon
wagens.
De heer Schuyt zou de standplaats
gaarne nog wat verder van het dorp willen
hebben.
De heer Opdam zou de vroegere vuil
nisbelt voor het beoogde doel willen inrui
men, dat z.i. beter daaraan beantwoordde.
Bovendien is het door B. en W. genoemde
terrein een mooi stuk grond, geschikt voor
bouwterrein, aan een goeden weg.
De voorzitter zou voor de woon
wagens een ander terrein willen aanwij
zen, als het thans bedoelde voor bouwter
rein benoodigd zou zyn. Spr. handhaafde
het voorstel van B. en W.
Dat voorstel werd hierna goedgekeurd.
De nieuwe u.l.o. school.
In verband met het raadsbesluit van 4
Mei J.l. hebben B. en W uitgez'en naar een
terrein, waarop de u.1 o.schrol zal kunnen
worden gesticht. By de keuze van het ter
rein meenden zij als eisch te mogen stellen,
dat de school in het centrum van het dorp
zal komen te liggen en ook met het oog
op de leerlingen uit de omligende gemeen
ten niet te ver van het station en van de
verbindingswegen. Zij meenden een derge
lijk terrein te hebben gevonden in het zui
delijk deel van het Gemeentebosch aan den
Heerenweg. Het aspect van het bosch zou
zooveel mogelijk kunnen worden gespaard
door aan de wegzijde niet meer dan een
ruimen toegang te kappen en de school ove
rigens zooveel mogelyk door houtgewas om
geven te laten. Waar dit terrein eigendom
der gemeente is, zou een niet onaanzienlijk
bedrag worden bespaard.
B. en W. ontveinzen zich niet, dat er eenig
gevaar in schuilt om een deel van het bosch
aan de tegenwoordige bestemming te ont
trekken, doch waar het hier geldt een on-
derwijs-inrichting een inrichting dus die
voor ander dan particulier gebruik bestemd
is die de meest ideale plaats zal krijgen,
die men er voor zou kunnen wenschen, ach
ten wij de voordeelen zoo groot, dat de
ernstige wensch om zooveel mogelijk
bosch te sparen, daarvoor dient te wijken.
B. en W. stelden voor te bepalen, de
school op dit terrein te doen bouwen.
De heer G r e e u w kon zich met de door
B. en W. gedachte plaats voor de school niet
vereenigen en zou in besloten vergadering
gaarne nader de zaak willen bespreken.
De heer O pdam ondersteunde het ver
zoek om een comité-vergadering.
De voorzitter schorste hierop de vergade
ring.
Na heropening van de vergadering heeft
de raad na korte bespreking zich unaniem
vereen igd met het voorstel van B. en W.
TEXEL (Mei).
Geboren: Arie, z. van Jacob Visser en
Johanna Dob. Krina, d. van Jacob Groen
hof en Klaasje den Braven. Janke, d. van
Wybren Pranger en Rensje Donker.
Hendricus Wilhelmus, z. van Antonius van
Heerwaarden en Agatha Zoetelief. Cor-
nelis, z. van Cornelis Pieter Moojen en
Dirkje Jacoba Eelman. Martha Maria, d.
van Hedrik Smit en Agatha Witte. Ar-
nold Adriaan, z. van Arnold Adriaan v. d.
Leer en Klazina Hendrika van Werven.
Ondertrouwd: Pieter Bakker en
Annaatje Verberne. Pieter Bremer en
Maria Emma Kooiman. Pieter Nicolaas
Willem Kikkert en Klasina Lap. Lieuwe
Hendrik van der Veen en Jannetje Eelman.
Adriaan de Wolf en Johanna Gerarda
Kikkert. Dirk Willem Keyser en Pe-
tronella Slot. Grabal Parlevliet en Hen-
drikje de Kort.
Getrouwd: Teunis Buis en Anna
Cadova. Teunis Pongers en Maria Jo-
sepha Freericks. Cornelis Smit en Marina
Cornelia Lap. Jan Dogger en Cornelia
Boon. Dirk Eelman en Anna Catharina
v. d. Vliet. Dirk Zuidewind en Maria
Wilhelmina van Boven. Hendrikus Cor
nelis van Montfoort en Martha Margaretha
Susanna Rab. Jacob Dijt en Frouwkje
Tromp. Ferdinand Reyer Keyser en
Bertha Maria Stammes. Pieter Bakker en
Annatje Verberne. Pieter Nicolaas Wil
lem Kikkert en Klasina Lap. Adriaan de
Wolf en Johanna Gerarda Kikkert.
Lieuwe Hendrik van der Veen en Jannetje
Eelman.
van Paul C. Kaiser!
U krijgt er nog 'n Paula-bon bij. En de
beschuitjes? Verbazend lekker! 'n Nieuwe
tractatie voor de kinderen.
vierkant*
n.v. paul c. kaiser, beschuitfabrieken, rotterdam
Heuiitelon
Vrij naar het Engelsch
door ANNIE S. SWAN.
15.
Dalgleish's doffe oogen blgonnen te
schitteren en nadat ze den dokter uitge
laten had, ging ze gauw het goede nieuw3
aan Meikle vertellen.
Ondertusschen was Christina Caldwell,
met haar ketel heet water, die nu niet meer
noodig was, bij miss Harman op de zieken
kamer gekomen.
„Hier is 't water, miss, maar waar is de
dokter? Het heeft akelig lang geduurd, maar
het vuur was uitgegaan en alle ketels wa
ren leeg".
„Het hindert niet, Christina, zet het maar
in de kleedkamer neer. Ik dank je wel".
Getroffen door den treurigen toon van
haar geliefde meesteres, deed het meisje
wat haar gezegd was en kwam toen, onder
het voorwendsel, dat ze naar het vuur
moest kijken, in de kamer terug.
„Wat denkt de dokter, miss Alice? Is ze
iets beter?"
Alice schudde haar hoofd.
„Ikzelf geloof, dat ze erger is, veel erger",
antwoordde zij. „Wat me ook bezorgd
maakt, Christina, is, dat ik de kamer van
mijn tante 's nachts verlaten moet. De dok
ter staat er op".
„Waarom?"
„Hij zeg, wat misschien wel waar is, dat
ik niet door kan gaan met overdag en
's nachts te waken en dat ze, tenzij er
iemand bij haar is, die nog volkomen frisch
is, ieder oogenblik kan sterven. Maar je
weet, hoe ellendig ik het vind om haar te
verlaten. Ik heb zoo'n gevoel, dat ze het
zelf niet prettig zou vinden".
„En wie waakt er nu inplaats van u?"
vroeg Christina.
„Dalgleish".
„Hm!" merkte Christina op, terwyl ze den
leegen kolenbak opnam. „Wanneer wilt u
uw thee hebben, miss? Zal ik ze boven
brengen?"
„Graag. Zet ze maar in de kleedkamer.
Ik ben zoo blij, dat wij die kamer hebben;
het is zoo'n gemak".
„Dat is het zeker", gaf Christina toe, ter
wijl ze de kamer uitging. Nadat ze de deur
zorgvuldig achter zich gesloten had, bleef
ze in het nauwe gangetje staan, dat van
de kleedkamer naar het portaal leidde.
„Hml" herhaalde zij. „Kokend water!
Dat hadden ze heelemaal niet noodig. Ze
wilden van jou afkomen, Tina. Vannacht
zullen er twee opblijven, Dalgleish zal rle
eene zijn en Tina de andere, hoewel je haar
niet zult zien".
HOOFDSTUK IX.
De professor.
Toen Ruthven het huis verliet, sloeg het
vijf uur van den toren van de Tronkerk.
Bij zichzelf overleggend, dat hij z(jn vader
waarschijnlijk nog net op zijn kantoor aan
kon treffen, stak hij de George IV-brug
over en na een paar minuten stevig door
gestapt te hebben, bereikte hij de St. An-
drewstraat, waar de oude Ruthven zyn
kantoor had. Hij hield nog vast aan een
eerzame en deftige buurt, maar had zich
genoodzaakt genen de parterre verdieping,
die de menschen van zyn beroep over het
algemeen bewoonden, te verlaten en twee
trappen hooger zijn intrek te nemen. Hij
bezat daar echter ruime, prettige kamers,
waarvan hy de grootste tot zijn kantoor
ingericht had. Een deel er van was door
matglas afgeschut, waar zyn eenige klerk
te werken zat,
Eenmaal had Patrick Ruthven Senior
deel uitgemaakt van een keurig advocaten
kantoor, dat uitstekend aangeschreven had
gestaan. Nu echter vermeden zijn meeste
collega's hem, omdat hy met zoovele kwade
zaken gemoeid was geweest.
Hij sprong op om zijn zoon te begroeten,
terwijl er een angstige uitdrukking in zyn
oogen verscheen.
Ofschoon Pat in den laatsten tijd veel
van de voortdurende raadgevingen van zijn
vader geprofiteerd had en in zooverre veel
vooruit was gegaan, dat hij tegenwoordig
het belang van iedere kleinigheid inzag,
wenschte de oude Ruthven toch dikwijls,
dat hij de beroepen van dokter en advocaat
in zichzelf had kunnen vereenigen,
Het was een wanhopig spelletje, dat zij
aan het spelen waren en de kleinste mis
stap zou al hun moeizamen arbeid van
jaren, te niet kunnen doen.
„En", vroeg hij bezorgd, „wat is er aan
de hand?"
Pat wees met zyn hoofd in de richting
van het glazen tusschenschot en zijn vader
haastte zich hem te verzekeren, dat ze
alleen waren.
..Brlggs is een dag met vacantie; hy moet
zijn tante begraven", antwoordde hij luch
tig. „Is er iets aan de hand? Je ziet er som
ber uit".
„Ik weet niet, wat ik doen moet. Ze wil
een anderen dokter consulteeren over de
oude Kate".
„Wie wil dat miss Harman?"
Patrick knikte.
„Wat heb je gezegd?"
„Dat ik een professor mee zou brengen,
natuurlijk. Hoe kunnen wy daar met fat
soen afkomen. Weet jij het?"
De oude advocaat, met zijn gladgescho
ren gezich en onbetrouwbare, grijze oogen,
was een oogenblik van zijn stuk gebracht
en stond diep na te denken.
„Je kunt er niet afkomen, je moet wel
iemand meebrengen. Dat staat vast. En
het zal in ons voordeel zijn".
„Als het ons niet volkomen de das om
doet", merkte Pat nadenkend op. „Als er
een professor bij komt, moet ik zorgen dat
ik weg kom".
„Denk je werkelijk, dat alles dan uit zou
komen?"
„Ik weet het zeker. Er zijn symptomen,
die iederen dokter moet herkennen".
„Toch moet het gedaan worden".
„Leg maar uit hoe, oude heer", zei de
jonge man ongeduldig. „Ik weet natuurlijk
wel, dat u op de meeste dingen raad weet,
maar ik wil u wel bekennen, dat ik niet
ziet, wat u in dit geval kunt doen".
„Je moet iemand zien te vinden, die de
rol van professor op zich wil nemen".
Pat schudde zijn hoofd.
„Je weet niet, wat je zegt, oude heer
Neem me niet kwalijk, maar het is een feit
En zij is ontzettend gewiekst. Ze zou door
een steenen muur heen zien, als er aan den
anderen kant iets was, wat ze wou weten".
„Als we Gardiner eens namen Dicky
Gardiner, die in Rankeillourstraat gewoond
heeft. Onlangs ben ik hem nog tegen ge
komen. Hij zag er ontzettend shabby uit
Hij zou dolblij zijn, als hy iets kon verdie
nen, en als we hem een beetje verstandig
aanpakken, zal hy er geen bezwaar tegen
maken. Hy heeft een heel fatsoeniyk uiter-
ïyk. Ik zou hem mijn overjas kunnen leu
nen. De oude Dick zou een oplossing zijn"-
Patrick Ruthven keek een oogenblik vol
komen onthutst. De man, waar zyn vader
over gesproken had, was een geneesheer,
die volkomen aan lager wal geraakt cn
daarna aan den drank byna geheel ten
gronde gegaan was. Eens had hy echter
een goede practyk gehad en wbs hy graag
gezien door de menschen uit den beteren
stand.
„Dat is wel een beetje heel erg laag,
niet vader?" zei hy, met een weifelden
klank in zyn stem.
„Dat kan wel zyn, maar we staan er
leeiyk voor, tenminste jy", was het veelbe-
teekenende antwoord. „Je weet, of je be
hoort tenminste te weten, wat de gevolgen
zullen zyn, als je op het oogenblik een
deskundige er by haalt. Aan den anderen
kant, als je weigert een consult te houden,
krygt het meisje natuuriyk achterdocht.
Je staat tusschen twee vuren. Van twee
kwaden, raad ik je aan Dicky te kiezen.
Een paar woorden te rechter tyd gesproken
en een borrel na afloop is alles, wat er
noodig is. En je moest er maar geen gras
over laten groeien. Ik ga nu met je mee en
zal by je thuis op je wachten, totdat je
Dicky gesproken hebt en verslag over hem
uit kunt brengen. Daarna kan hy by mij
mijn overjas komen halen".
Ruthven voelde zich gedwongen bewon
dering te gevoelen voor de eenvoudige en
beknopte wijze, waarop zijn vader elk de
tail behandelde.
Wordt vervolgd.