$3p
Hoe leeft men in Indië?
AKKERTJES
Üuchtuaact
£xwd: en 5mn^oum
IVat de crisis leerde
Glimlachje
Het thee-uurtje.
Nationaal Comité van den
Internationalen Zuivelbond.
„Van de vele gissingen die tot nu toe
noodig waren bij de bepaling van een
reciame-campagne zijn er tengevolge van
de crisis heel wat verdwenen.
De adverteerders werden gedwongen
uiterst voorzichtig te zijn; zij dienden de
afzetgebieden en de wijze van adverteeren
van te voren te onderzoeken. En geen
ander reclamemedium, biedt een be
trouwbaarder en economischer methode
om de kansen op een geslaagde campagne
vooruit te bepalen dan de couranten.
Door ons reclamebureau worden voort'
durend dergelijke onderzoekingen onder
nomen.
Courantenreclame past zich overal goed
bij aan. Wanneer er plotseling behoefte
aan reclame ontstaat, kunnen de adver
tenties onmiddellijk worden geplaatst.
En daarbij op den dag, die de meeste kans
belooft op succes.
De waardeering voor couranten als econo
misch advertentiemedium zal in 1936 nog
in belangrijkheid toenemen."
Ziedaar, de meening van A. B. Reincke,
president van het groote Amerikaansche
reclamebureau Reincke-Ellis-Younggreen
Finn.
DE POSTVLUCHTEN.
Morgen zal de -Djalak van Amsterdam
naar Batavia vertrekken. De bemanning zal
bestaan uit de heeren L. Sillevis (ste be
stuurder), H. J. Frenken (2de bestuurder),
C. den Blanken (werktuigkundige) en H. C.
Moulijn (radiotelegrafist).
Gistermiddag is de Nachtegaal uit Indië
aangekomen en om 17.20 uur op Schiphol
geland; de Rietvink (uitreis) kwam gister
tot Jodhpur.
Morgen zal de Djalak van Amsterdam
naar Batavia vertrekken. De bemanning
zal bestaan uit de heeren I. Sillevis, 1ste
bestuurder; H. J. Frenken, 2de bestuurder;
C. den Blanken, werktuigkundige en H. C.
Moulyn, radiotelegrafist.
POST UIT PALESTINA PER VLIEGTUIG.
Met ingang van 28 Juni is voor het Pa-
lestijnsche publiek de gelegenheid openge
steld om met de postvliegtuigen van de
K. L. M. Mail te verzenden naar Europa.
Hierop was reeds langen tijd aange
drongen, doch men stuitte af op de onver
zettelijkheid der Britsche autoriteiten.
De afstand GazaAmsterdam is hierdoor
teruggebracht tot 11/2 dag.
HET VLIEG ONGELUK BIJ WESTDUYNE.
Hevige verontwaardiging van de
Belgische pers.
De Belgische bladen toonen zich terecht
hevig verontwaardigd over den vlieger, die
Zaterdag langs de Belgische kust bij West-
duyne zoo laag heeft gevlogen, dat een
jong meisje werd gedood.
Ook het feit, dat de vlieger, na het onge
luk te hebben veroorzaakt, is doorgevlogen
wordt sterk gecritiseerd, en men dringt er
op aan, dat de aviateur zoo streng mogelijk
zal gestraft worden.
DR. EUWE VLIEGT.
Vliegende schaakkampioen.
Of nu de Nationale Luchtvaartschool
van meening was, dat dr. Max Euwe nog
niet hoog genoeg gestegen is, of dat Euwe
zelf, alvorens ten tweede male den strijd
aan te binden tegen dr. Aljechin, er be
hoefte aan voelde in luchtiger sferen de
noodige krachten te verzamelen, een feit
is het, dat de wereldkampioen schaken
gistermiddag op Schiphol onder de deskun
dige leiding van den instructeur de Mul is
opgestegen voor een eerste proefles in de
vliegkunst.
„Zitten en opletten" zei Euwe voor hij
opsteeg „zoo heel groot is het verschil
met schaken toch ook niet" maar van
deze meening bleek de schaakmeester toch
te z(jn teruggekomen na een tocht boven
Amsterdam. Een looping en een immel-
mann. De instructeur was tevreden over
zijn leerling, vooral in de bochten deed hij
heel aardig werk" en Euwe zelf is vol
komen door de nieuwe sport ingepalmd.
„Mijn indrukken? Geweldig leuk" En
weer tot den instructeur: „Dus als ik den
knuppel te veel aantrek
In zulke oogenblikken doet de verslag
gever beter maar te verdwijnen. Hij krijgt
er toch geen woord tusschen.
Ja!ik heb mijn lucifers
vergeten, Marie!
DE „HINDENBURG" BOVEN
ROTTERDAM.
Het Duitsche luchtschip „Hindenburg"
verscheen hedenmorgen te omstreeks kwart
over negen boven Rotterdam. Het lucht
schip koerste zeer laag over de stad en ver
dween in noordelijke richting.
De „Hindenburg" boven Den Haag.
Het Duitsche luchtschip „Hindenburg"
verscheen vanochtend even over half tien
fcoven de residentie. Het vloog zeer laag,
zoodat men alle gelegenheid had, den lucht
reus van nabij te zien.
Boven Scheveningen gekomen zette de
„Hindenburg" koers naar zee. Ver boven het
water verdween het gevaarte in westelijke
richting. Het ongewone schouwspel trok na
tuurlijk zeer veel belangstelling.
HET VERMOGEN DER CANADEESCHE
VIJFLINGEN.
Tezamen reeds millioen dollar.
De Dionne-vijflingen zullen tegen den
tijd dat zij meerderjarig zijn, beschikken
over een vermogen van minstens een mil
lioen dollar elk. Tot dusverre, aldus een
verklaring van dr. Dafoe den behandelenden
geneesheer, heeft elk der vijflingen reeds
een vermogen verdiend van honderddui
zend dollar.
TENTOONSTELLING BLOEMSTILLEVENS
VAN D. H. W. FILARSKI EN
GERMEN DE JONG.
Tijdens de bloemen- en plantententoon-
stelling te Bergen aan Zee exposeeren in
het nabij het Parnassiapark gelegen hotel
Stroomer twee belangrijke kunstenaars: D.
H. W. Filarski en Germen de Jong.
Beide artisten zijn Amsterdammers van
geboorte en hebben, vooral in het buiten
land, veel samen gewerkt.
Met voldoening konden wij constateeren,
dat het publiek ontvankelijker wordt voor
hun impressionistisch werk. In het algemeen
is het Nederlandsche publiek, voor wat de
schilderkunst betreft, gevoelig voor de na-
tuur-imitatie. Vaak treft het ons evenwel,
hoe soms eenvoudige lieden bij het aan
schouwen van het impressionistische werk
het bewijs leveren, dat zij gevoelen, dat
hier in verf een taal gesproken wordt, waar
bij de natuur als levensbron was gebruikt,
doch niet slaafsch is uitgebeeld. Om deze
taal te verstaan, is het noodig, dat de ver
schillende kleuren en lijnen, de compositie,
het rythme, enz. op hun eigen manier het
zelfde uitdrukken.
Beide kunstenaars brengen in hun werk
nog het uitzonderlijke. Zij houden zich niet
bezig met de sociale toestanden der men-
schen, hoewel het ons bekend is, dat beide
kunstenaars daarvan volkomen op de
hoogte zijn. Ieder schilder wordt echter bij
het weergeven van zijn gevoelens door
eigen talent bepaald en daarom komt het er
vóór alles op aan, of in een kunstwerk valt
waar te nemen de inspanning van den schil
der om weer te geven, wat in hem leeft.
Filarski en de Jong hebben in het bui
tenland veel samen gewerkt. Zij ontmoetten
elkander in Zwitserland, Duitschland, Zuid-
Frankrijk, Spanje en Marokko en voor bei
den geldt, dat zij juist in het buitenland
door een grooten scheppingsdrang zijn ge
grepen.
Filarski.
Filarski vestigde zich in 1907 in Bergen;
thans woont hij weer in Amsterdam. Aan-
Met een doosje "AKKERTJES" bij U.
loopt Ge geen kans Uw reis te be
derven door: hooidpijn, kiespijn,
spier- oi zenuwpijnen, vrouwen-
pijnen, „wagenziekte", 'n kou, ens.
AKKER-CACHETS
Koker met 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 8 stuks 20 ot.
vankelijk luminist, ging hij langzamerhand
meer tot het impressionisme over en vooral
in de laatste jaren heeft hij zich doen ken
nen als een kunstenaar met een sterk ont
wikkeld compositie-vermogen. Stillevens
met bloemen vormen naast landschappen
zijn fort. Zoowel in het Amsterdamsche-
als in het Haagsche museum vindt men
daarvan de bewijzen aanwezig.
Zijn grijze achtergronden zijn van een
bizondere fijnheid. Men zie hiervoor op de
tentoonstelling te Bergen aan Zee nr. 10:
Vruchten met artisjokken op blauw kleed,
een doek, fijn van compositie en toon. Ook
zijn „Zonnebloemen" behooren tot zijn beste
werken.
In de eetzaal trok bizonder onze aandacht
de vaas met bloeiende Dahlia's en sierkale-
bassen met grijzen achtergrond. Dit doek
prijkte met het voor den kunstenaar verheu
gende opschrift „Verkocht".
De nrs. 13 en 19 in de eetzaal zijn mede
doeken, waarin de kracht van Filarski, als
schilder, tot uiting komt. Eeuwige waarhe
den komen hierin tot uitdrukking.
Wie dezen schilder persoonlijk kent, weet,
dat deze oogenschijnlijk onverschillige man
een mensch is met een zeer gevoelige na
tuur. Hij blijft zichzelf; mode-kunst is hem
vreemd. En daarom staat zijn kunst dicht
bij die van de besten van alle tijden.
Germen de Jong.
Germen de Jong mag ongetwijfeld even
eens een groot kunstenaar worden genoemd.
Zijn werk is minder krachtig dan dat van
Filarski, doch sierlijker. Vooral de sfeer
van het Fransche landschap voelt hij bizon
der goed aan. Men zie hiervoor zijn expo
sitie van Fransche landschappen in het
„Oranje Hotel". Van het stadsbeeld kennen
wij van hem een doek uit Parijs, met de
Sacré Coeur op den achtergrond, waarin hij
zich als een meester uit het land van Rem-
brandt openbaart.
Een fijn, teer doek hangt van hem in het
conversatie-zaaltje van hotel Stroomer, voor
stellende een vaas met lupine en irissen op
blauw kleed met grijs en groen en een
zwart-roden achtergrond. In de eetzaal
(deze eetzaal maakt door de lichte, frissche
kleuren en de vele bloemen en planten een
prettigen indruk) zien wij van Germen de
Jong meer visionnair werk. Zijn chrysanten
en anjelieren zijn bijzonder fijn.
De daar geëxposeerde pastel „Bloemen
met berglandschap op den achtergrond" is
van een bijzondere voornaamheid.
Ook voor de Jong is de natuur een levens
bron, maar toch is het imiteeren van de na
tuur hem vreemd. Zijn kunst moet men
leeren zien, zooals men goede muziek moet
leeren verstaan.
Wie in kunst belang stelt, mag niet ver
zuimen deze expositie, die gratis toeganke
lijk is, te bezoeken.
D. A. K.
In een Lloyd Rapide, de trein die reizi
gers uit Indië, die te Marseille zijn aangeko
men, naar den Haag brengt, heb ik eens een
Indischman, die na vele tropenjaren weer
het oude land ging opzoeken, tegen zijn kin
deren hooren zeggen: „Nu zal je de Hol-
landsche theeuurtjes leeren kennen". Ik heb
toen even verbaasd gekeken en mij van den
domme houdende, hem gevraagd wat hij
van die theeuurtjes verwachtte. Hij zette
toen een heel verhaal op van ouderwetsche
gezelligheid, van leden der familie, die alles
op haren en snaren zetten om toch op dat
uurtje aanwezig te zijn, dat voor hem een
samenkomst scheen, waarin alle leden van
een gezin even de zorgen van den dag van
zch lieten glijden om als in een wijding van
huiselijke gezelligheid nieuwe krachten
voor den verderen dag op te doen. Gelukkig
heb ik den man nooit meer gezien, zoodat. ik
de desillusies niet heb leeren kennen, die
hij ondervonden moet hebben, toen hij zijn
geïdealiseerde theeuurtje in werkelijkheid
zag.
Dat iemand, die heel wat voetstappen
onder de zon heeft liggen, zich geen zuiver
denkbeeld kan maken van hetgeen in Hol
land geschiedt, behoeft geen verwondering
te brengen, vooral omdat het Indische thee
uurtje want iets dat daarop lijkt hebben
we hier ook zoo veel verschilt van wat
het in Holland soms noodig is, maar in elk
geval geweest is. Hier wordt thee gedron
ken als vader van kantoor thuis komt. Het
uur is niet altijd hetzelfde, want op de kan
toren wordt meer gewerkt totdat het werk
af is, dan tot een bepaald uur. Voor zoons
en dochters, die een baan hebben en thuis
wonen, geldt natuurlijk hetzelfde. Het aan
wezig zijn van alle leden van het gezin om
de thee, is dan gewoonlijk alleen aan een
gelukkig toeval te danken. Daarbij zijn de
menschen na een Indische dagtaak moe,
soms zelfs heel wat meer dan dat en het
theedrinken begint met het vallen in een
gemakkelijken stoel om breed uit te zitten
en uit te blazen. In enkele gezinnen gaat de
weg via de badkamer naar de thee, maar
dat verandert niets aan den aard van het
gezamenlijk drinken. De warmte is dan aan
het afnemen, wel is de zon nog niet onder,
maar de kracht van de stralen is gebroken
en als in de kuststreken de zeewind door
komt, kan het zoo tusschen 5 en 6 uur lek
ker frisch zijn, dat wil hier zeggen, beneden
de 88 graden.
Het gezamenlijk »#<i»itten om wat bij te
trekken brengt niet gemakkelijk een sfeer
van intimiteit en het ontbreken van de kin
deren draagt er niet toe bij de huislijkheid
te bevorderen. Kinderen, die in den regel
's middags kunnen rusten, hebben daarna
eigenlijk de eenige gelegenheid van den dag
om te gaan spelen, te fietsen ,te dollen. Deze
tijd voor hen kan vergeleken worden met
dien in Holland tusschen schooltijd en het
eten.
Gezamenlijk in een openbare inrichting
thee gaan drinken, doen wij hier nooit. In
de hotels wordt thee op de kamers gebracht,
de zalen en terrassen zijn op dit uur leeg,
café's dikwijls gesloten. Theedrinken mag
vooral niet gepaard gaan met het nemen
van beweging of het aantrekken van mooie,
maar warm zittende kleeren. Het maken
van theevisites, het moge door sommigen
voor deftig gehouden worden, geschiedt al
leen op uitnoodiging anders zou de ontvan
gende familie aangetroffen kunnen worden
in een kleeding welke eigenlijk alleen door
de leden van het gezin gezien mag worden.
Wat Holland niet kent, is het Indische
koffieuurtje, waarbij het begrip uur niet te
scherp moet worden genomen.
Koffie drinken we hier in het vroege
morgenuur, vlak na het opstaan, dikwijls
reeds tusschen half 6 en zessen. Het is dan
eigenlijk het eenig frissche oogenblik van
den dag. De zon is aan het opkomen, langs
de horizon zijn gouden streepjes getrokken,
waar het silhouet van het landschap of van
de bergen, tegen den hemel uitkomt. Wind
is er gewoonlijk niet. De lucht, volkomen
zuiver en frisch, hangt nog zonder zwaarte
om ons heen,het halfdonker geeft wat
stemming. Het is nog stil. Geen auto's, geen
motorfietsen, geen schellende kooplui, geen
radio, en gewoonlijk ook geen gramofoon.
De menschen gaan, zoo uit bed, op de
voorgalerij zitten, gemakkelijk in ruime
stoelen en savoueeren dan een kopje koffie.
Het is een gebruik van eeuwen her. De
mannen verschijnen zonder uitzondering in
pyama, de dames in gelijke kleeding of in
kimono. (Tot voor enkele tientallen jaren
terug was de respectieve kleeding kabaja en
slaapbroek en kabaja en sarong) de kinde
ren, zoolang zij dien naam nog verdienen, in
tjelana monjet (apekiel) voor zoover zy
ook niet tot de pyama zijn overgegaan.
Het is alsof de menschen op dit, koele, rus
tige uur, krachten willen verzamelen voor
de komende vermoeienissen. Daarbij zijn de
nachten hier altijd warm, behalve in de
hooge bergstreken, en het doet goed om de
slaapkamer, die ondanks de beste ventilatie,
altijd wat bedompt wordt, te kunnen ver
laten om zich buiten te laten opkoelen,
's Nacht moge de zon er niet zijn, het is ver
keerd te meenen, dat het dan in Indië
tevens koel wordt. De wind is hier vee!
minder hevig en minder frequent dan in
Holland. Hangt hier een lage wolk, dan
blijf die geruimen tyd op dezelfde plaats en
als de lucht hier niet omhoog kan stijgen,
krijgen wij een broeikasttemperatuur, die
slapen dikwijls onmogelijk maakt, ondanks
het aan hebben van een mnimum-kleedij en
het ontbreken van alles wat dek lijkt. Sla-
pelooze nachten zijn hier te goed bekend en
na een aantal uren van rondwentelen in
bed, van het vruchteloos zoeken naar een
koel stukje kussen om het hoofd neer te
leggen, brengt opstaan en gaan naar de fris'
sche buitenlucht een ontspanning, en op<
luchting, ook indien het niet gelukt mocht
zijn ook slechts één oogenblik te slapen.
Het koffieuurtje eens voorbij, gaat het
crescendo naar de hitte. De zon stijgt snel,
het stadslawaai begint, de uittocht naar de
scholen, de bureaux en vroege kantoren
neemt een aanvang, in de huizen worden de
krees (rieten rolgordijnen) neergelaten, de
lucht raakt langzaam aan bezwangerd met
stof, etensluchtjes, reuk van warm asfalt,
les cris de Java stijgen uit de kelen van
tallooze venters, de straatreiniging neemt 90
pet. van het vuil mee en jaagt 10 pet. om
hoog, de lucht wordt zwaarder en schijnt
met alles wat er in is gekomen, steeds meer
in ons te dringen. De schaduwen gaan bijna
geheel verdwijnen; we als Europeaan veel
beweging neemt, voelt straaltjes langs rug
en borst. Het sluiten van ramen en deuren
houdt de ergste hitte wel buiten, maar ver
hindert doortochten. Eerst tegen half 3 be
gint de temperatuur iets te dalen. Wel staat
de zon reeds om 12 uur op haar hoogst,
maar in de uren daarna straalt alles wat in
de zon heeft gestaan, de opgenomen warmte
terug. De asfalteering is een prachtuitvin
ding geweest. Indië is er het wanhopige stof
door kwijtgeraakt, maar wie zoo omstreeks
2 uur eens op asfalt wandelt en dan van
onder de hitte tegen zich aan voelt slaan,
wenscht, dat er nog eens een plaveisel uit
gevonden moge worden, dat warmte absor
beert en niet naar boven uitjaagt.
De namiddag brengt wat verlichting, de
nacht soms ook, maar we voelen ons Das
weer lekker koel en op ons gemak (senang,
heet dat hier) als we den volgenden morgen
in pyama de frische koude onder onze klee
ren voelen kruipen.
Laat de Hollander uit het bovenstaande
nu niet de meening krijgen, dat het hier
niet uit te houden is. Kan van de Holland-
sche koude, als in November een scherpe
Noordwester blaast, in Februari de Oosten
wind de menschen in huis drijft, of een van
de 300 dagen regen het uitgaan tot een be
zoeking maakt, niet een gelijksoortig ver
haal worden gedaan?
Indië is een best land, met groote voor-
deelen boven het kille Holland en wat wij
op sommige oogenblikken als nadeel gevoe
len, nemen wij graag op den koop toe. De
balans is nog altijd voordeelig en levert het
steeds groote aantal gepensionneerden, dat
uit Holland terugkomt om hier blijver te
worden, niet het bewijs, dat het in dit
warme land nog zoo slecht niet is? En zij
die dit doen zijn werkelijk niet altijd leden
van families, waarop een langdurig verblijf
in de troepen een bepaalde tjap heeft ge
drukt. Ras Hollanders, die als eerste van
hun geslacht hier kwamen, kunnen na hun
terugkeer in het oude land daar dikwijls
niet meer aarden en vestigen zich hier om
onder de palmen begraven te worden. De
auto heeft koele bergstreken gemakkelijk
bereikbaar gemaakt. Bergwater is gewoon
lijk zonder te veel bewerking geschikt voor
gebruikt te maken. Aanvoer van levens
middelen baart daar weinig zorg, want zoo
dra slechts enkele huizen op niet te verren
afstand van elkander zijn gebouwd en be
woond, vestigt zich er een Chineesche lan-
ganan (kruidenier), die behalve de artike
len voor dagelijksch gebruik, op verzoek
alles en nog wat weet te betrekken. De ver
lichting kan wel eens wat moeilijkheden
brengen. Een stormlantaarn, of petro
leum onder druk geeft wel voldoende licht,
maar eischt aanhoudende zorg en daarom
wordt met verlangen uitgezien naar de
resultaten van het bezoek dat de directeur
van Verkeer en Waterstaat aan Japan heeft
gebracht om daar na te gaan op wekle wijze
de stroomverdeeling over het platte land
geschiedt. Hier is de distributie misschien
wel wat heel kostbaar opgezet. Nu is Japan
een land van aardbevingen, tyfoons en an
dere rampen, die oorzaak worden van om
vallen van hetgeen staat. Men komt er dan
zoo licht toe palen en masten en ook ge
bouwen minder stevig te maken dan indien
de bodem onwrikbaar vast ligt. Misschien
ontbreekt in Japan veel van hetgeen wij
hier voorzorg zouden noemen, maar tus
schen hetgeen daar geschiedt en den bouw
voor eeuwen, die hier aangehangen wordt,
is een groot verschil. Indien dr. mr. van
Buuren den juisten middenweg weet te vin
den, zullen groote gedeelten van Indië uit
de duisternis verlost worden.
Er zal dan eenige poëzie verloren gaan.
Het flikkeren van rosse petroleumvlam-
metjes, van fakkels, van flambouwen, die
nu de kampongs in den avond verlichten,
doen zoo wonderwel in het geheimzinnige,
dat een Indisch landschap in den avond om
sluit. Worden al deze vlammetjes vervan
gen door helder wit, maar onbeweeglijk
electrisch licht, dan zal de duisternis onge
twijfeld minder worden, maar in het land
schap komen dan vaste punten licht, die
het een realiteit zullen geven, welke eigen
lijk niet past bij het wonderlijk stille van
een Indische nacht, waar een kreet van een
eenzamen roofvogel, die naar buit zoekt,
het onheilspellende, dat uit de zwartheid
kan voortkomen, nog zwaarder schijnt te
maken. Het dansen van de vlammetjes, die
wegens het ontbreken van wind, niet door
een lampeglas beschermd worden, maakt
den indruk, welke dwaallichtjes geven.
Maar een electrificatie van het landelijke,
in veel ruimer mate dan thans reeds is ge
schied, brengt zulke voordeelen, dat het
verlies van wat poëzie niet mag tellen en
trouwens wie denkt in een modernen tijd
nog aan poëzie? Heeft in Holland het steeds
intensiever wordende verkeer ook niet veel
van de schoonheid van het landschap ge
roofd om van de villaparken met haar
kwasie moderne bouwsels maar te zwijgen?,
We hebben veel te aanvaarden, omdat af
weer onverstandig zou zijn. De moderne tyd
heeft met zijn verfijnd mechanisme veel
oude wantoestanden veranderd en vei-
beterd. Dit kan niet anders gaan dan ten
koste van wat reeds eeuwen had bestaan.
Verstandelijk geredeneerd kunnen wij deze
veranderingen niet anders dan weldaden
noemen, maar dit neemt niet weg, dat dien
uit ons wel eens een zucht kan opwellen:
Het is practisch en goed, het zal veel men
schen tot voordeel strekken, maar tóch is
het jammer.
Ten slotte een grapje, dat hier is ingesla
gen. Zooals bekend heeft de echtgenoote ven
den G.G. zich veel moeite gegeven voor ar
menverzorging. De oprichting van de A(lge-
meene) S(steun) I(landsche) B(ehoeftigen)
is aan haar initiatief te danken, maar zooals
alles wat hoogerhand gebeurt kritiek on
dervindt, bleef ook de Asib niet vrij van
spot. Ik laat volkomen in het midden of die
spot verdiend is of niet.
De oudste dochter van den G.G. is onlangs
gehuwd en nu zegt de volksmond, dat vlak
na het huwelyk de G.G. aan zijn schoonzoon
den volgenden raad heeft gegeven:
Spreek geen kwaad van d'Asib,
Want dan kijkt mama sib.
In een dezer dagen gehouden vergadering
van Nationaal Comité van den Internatio
nalen Zuivelbond, onder leiding van dr. F.
E. Posthuma, werd o.a. medegedeeld, dat
door de Nederlandsche regeering, op aan
drang van het bestuur van het comité, bij
de Fransche regeering stappen zijn gedaan
om voor de Nederlandsche zuivelproducten
ontheffing te verkrijgen van art. 3 der wet
van 29 Juni 1934 tot bescherming van zui
velproducten in Frankrijk, waarbij bepaald
is, dat na de inwerkingtreding dezer wet al
leen zuivelproducten kunnen worden inge
voerd uit landen, waar men een verklikstof
aan de margarine toevoegt. Het bestuur is
van oordeel, dat de bedoelde bepaling een
miskenning is van de waarborgen, welke
onze boter-, kaas- en melkproductencontro
le, gepaard aan een uitvoerverbod van on
gecontroleerde producten, voor de zuiver
heid der geëxporteerde producten bieden
en de waardeering dezer controle op den
duur zouden kunnen verzwakken. Van
Fransche zijde is aan het verzoek onzer re
geering nog niet voldaan, maar wel is de
inwerkingtreding der bedoelde bepaling nu
reeds driemaal uitgesteld. Intusschen wordt
van de zyde van het comité nog getracht,
tot een nadere bespreking van dit onder
werp met Fransche en andere belangheb
bende groepen te komen.
Inmiddels is, voor het geval van een on
verwachte inwerkingstelling van de bedoel
de bepaling der Fransche wet, door het co
mité aan de Fransche regeering verzocht,
het verplichtend stellen van de toevoeging
van een z.g. „verklikstof" aan de margarine
op korten termijn mogelijk te maken. Onze
regeering heeft hieraan voldaan, en op 21
Maart 1935 is een desbetreffende wijziging
der boterwet tot stand gekomen.
Mededeeling werd gedaan van uitlating
in den Franschen senaat (bij de behande
ling der bovengenoemde wet), dat men in
Nederland uit ondermelk en plantaardige
olie kaas kon bereiden en dat men de
Fransche producenten tegen den invoer van
dergelijke artikelen diende te beschermen.
Aangezien uit Nederland alleen 'zuivel
producten voorzien van het rijksmerk kun
nen worden geëxporteerd en het gebruik
van vreemde vetten hierbij absoluut uitge
sloten is, is krachtig opgetreden om deze
verdachtmakingen weerlegd te krijgen.
Door den minister van landbouw en vis-
scherij werd het oordeel van het comité ge
vraagd over het denkbeeld, om alleen vol
vette en 40 4- kaas ten uitvoer toe te laten,
en verder, of, in het belang van dezen ex
port, het aanbrengen van een kwaliteits
merk op grond van een vóór den uitvoer in
gesteld onderzoek, aanbeveling zou verdie
nen. Het bestuur heeft daarop aan een com
missie van deskundigen de vraag voorge
legd, of een dergelijke controle wenschelijk
en uitvoerbaar zou zyn. Deze commissie is
echter noch over het vraagstuk in zijn ge
heel, noch in onderdeelen tot een eenstem
mig oordeel kunnen komen, terwijl ook
door de voorstanders geen zoodanig afdoen
de oplossing voor de uitvoering eener con
trole aan de hand kon worden gedaan, dat
daarop een door de overhéid af te geven
kwaliteitsmerk gebaseerd zou kunnen wor
den.
Daarna is door het bestuur aan de com
missie de vraag voorgelegd, of h.i. op een
voudige wijze controle zou zyn uit te oefe
nen op de kaas in de pakhuizen der expor
teurs, zoowel ter voorkoming van den uit
voer van sterk afwijkende partijen, als met
het oog op een doelmatige verpakking,
een controle, die voorloopig van oriëntee-
rend en voorlichtend karakter zou kunnen
zijn. Ook van dit denkbeeld verwachtte de
commissie geen practisch resultaat, maar
toch heeft het bestuur dit punt in beraad
gehouden, ter nader overleg met de rijks-
zuivelinspectie.
Mededeeling werd gedaan van het. resul
taat der vergaderingen, in Mei j.1. in Den
Haag gehouden, van de studiecommissies
van den internationalen zuivelbond. De 2e
internationale kaascommissie behandelde 'n
concept-regeling voor de gemalen kaas tot
internationale uniformeering der benamin
gen, een verbod van het toevoegen van
vreemde vetten en oliën en het verplich
tend stellen van het vetgehalte in de droo-
ge stof en het netto-gewicht op de verpak
king der kaas. Een voorstel van Finsche
zijde, om het vetgehalte in de waar op de
verpakking te vermelden, kon geen instem
ming vinden. Van Nederlandsche zijde werd
bezwaar gemaakt tegen een te ver gaande
reglementeering der reclame-opschriften op
de kaas ter vermijding van misleidende be
namingen.
Ook in de internationale melkpoedercom
missie werd een concept-regeling behandeld,
waarbij als belangrijkste punten werden