Bij de vorstelijke verloving.
\„,J
De vorstelijke verloving.
Amsterdam verneemt het
groote nieuws.
In de Residentie-
Prinses Juliana verloofd, dat is een ver
biedende en reeds lang verwachte tijding.
Hoe vaak heeft al niet het gerucht ge-
loopen dat een vorstelijke verloving bin
nen afzienbaren tijd te verwachten zou
zijn, hoe vaak heeft men de huwelijks-
candidaten niet reeds met eenige reserve
genoemd, nu eens uit België, dan weer
uit Engeland of Zweden.
Toen Prins Hendrik na het overlijden
van Koning Albert van België een vrij
langdurig bezoek aan de Koningin-wedu
we Elisabeth bracht en Prins Karei van
België daarna beidé malen het Belgische
Hof vertegenwoordigde bij de begrafenis
sen van leden onzer koninklijke familie,
zijn veler oogen en gedachten naar het
Zuiden gegaan en werden de kansen van
den jongen, sympathieken Prins als mo
gelijke echtgenoot van onze kroonprinses
in breede kringen besproken.
Toen later in het voor de koninklijke
familie zoo veelbewogen jaar Prinses Ju
liana naar Engeland ging en geruimen
tijd aan het Britsche Hof vertoefde een
verblijf, dat door het overlijden van Prins
Hendrik zoo onverwacht moest worden
afgebroken richtten de blikken van
allen, die in een toekomstige koninklijke
verbintenis belangstellen, zich weer naar
het Noorden en speurde men niet alleen
in Groot Britannië, maar ook in de Scan
dinavische landen, van waaruit prinsen
toen Engeland bezochten, naar mogelijke
huwelijkscandidaten.
Daarna werd niet het minst door het
vertrek van de Koningin en de Prinses
naar Noorwegen in journalistieke krin
gen de belangstelling geconcentreerd op
twee jonge prinsen, die meer dan anderen
als toekomstig echtgenoot voor onze
Kroonprinses in aanmerking zouden ko
men.
Het waren de Prinsen Bertil en Karei
van Zweden. Een van hen zou de uitver
korene zijn, maar omdat niemand met
eenige zekerheid kon voorspellen wie ten
slotte tot het Nederlandsche vorstenhuis
zou toetreden, hielden de actueelste dag
bladen van beide prinsen portretten en
levensbeschrijvingen gereed om bij de
officieele mededeellng der vorstelijke
verloving onmiddellijk de bijzonder
heden te kunnen publiceeren.
Toen liep langs onnaspeurlijke wegen
het gerucht dat Prins Karei de uitver
korene zou zijn en dat van de verloving
op 31 Augustus, den verjaardag van
H. M. de Koningin, officieel zou worden
kennis gegeven.
Het bleef bij dat gerucht en ook toen
voorspeld werd, dat het groote nieuws bij
de troonrede zou afkomen werd men toen
opnieuw teleurgesteld.
Dit jaar is de vorstelijke familie naar
Duitschland gegaan en onwillekeurig
heeft men zich weer afgevraagd of daar
thans de band zou worden gelegd tus-
schen twee vorstelijke telgen, of daar
zich de jonge man zou bevinden, die als
prins-gemaal aan de zijde van onze toe
komstige vorstin in Nederland een voor
aanstaande plaats zou innemen.
En heden, onverwacht, daar kwam de
bevestiging.
Onze Telex belde, lang en nadrukkelijk
om aandacht voor een zeer bijzonder be
richt te vragen.
In opdracht van H. M. de Koningin
maakte de particuliere secretaris van
Hare Majesteit de verloving bekend van
H. K. H. Prinses Juliana met Prins
Bernhard von Lippe Biesterfeld, geboren
29 Juni 1911 te Jena, en dus thans 25
jaar oud, en iets jonger dan Hare Ko
ninklijke Hoogheid.
Deze verloving is voor geheel Neder
land een groote verrassing. Niemand
heeft tot dusverre den naam van dezen
prins genoemd. Weinigen zijn op dit
oogenblik in staat bijzonderheden uit zijn
leven te geven.
Wij weten, op het moment dat wij dit
schrijven van den Prins alleen, dat hij
zich voor den handel interesseert, dat hij
een jonge man van groote begaafdheid is,
sportief en met aangename omgangs
vormen.
Wij kunnen slechts de hoop uitspreken,
dat deze jonge prins, naar wien thans de
gedachten van millioenen landgenooten
uitgaan, de man zal zijn die allereerst
voor onze toekomstige vorstinne een goe
de echtgenoot zal blijken.
En daarnaast, dat hij zich, evenals wij
len Prins Hendrik, hier thuis zal gevoe
len, dat hij zich geheel aan ons vclk zal
geven en in zoo menig opzicht blijk van
medeleven zal geven bij alles wat dit volk
in lief en leed in de toekomst zal moeten
doormaken.
Bij vorstelijke verbintenissen wordt
niet alleen in persoonlijk opzicht naar
wenschelijkheid en geschiktheid gekeken,
maar spelen ook andere factoren een
voorname rol. Daar wordt in politiek en
militair opzicht het vóór- en nadeel van
een huwelijksband overwogen, daar
streeft men er tevens naar door het
scheppen van familie-relaties tusschen
vorstelijke huizen een toenadering der
daarbij betrokken bevolkingen te bevor
deren.
Hier betreft het geen prins van een
regeerend vorstenhuis, hier is het in
den Duitschen staat in zijn tegenwoordi-
gen vorm slechts een edelman van
vorstelijken bloede.
Het is niet te voorspellen in hoeverre
de betrekkingen tusschen Nederland en
Dv-itschland door deze verloving beïn
vloed zullen worden, maar het is duide
lijk, dat de band tusschen beide rijken
daardoor toch verstevigd zal worden, wat
niet anders dan verheugend kan zijn.
Hier wordt een nieuwe vriendschaps
band geknoopt tusschen twee volkeren,
welker geschiedenissen zoo nauw verwant
zijn en die door hun directe nabuurschap
er beide belang bij hebben, dat geen
geschillen tot verwijdering zullen leiden.
Hoe wij het ook bezien, deze verloving
is een gebeurtenis, die slechts tot dank
baarheid kan stemmen.
Moge nog zoo kort nadat ons Oranje
huis door een dubbelen slag werd getrof
fen, dit verbond van jeugdige vorsten
telgen de kiem van een gelukkig en voor
spoedig tijdperk in zich dragen.
waarschijnlijk omstreeks 1140 geboren werd,
verschijnt reeds in een duidelijk historisch
licht Hij was een geboren krijgsman en
wordt ook beschouwd als de stichter van
Lippstadt en van Lemgo. Toen hij ouder
werd besloot hij in een klooster te gaan,
doch zijn avontuurlijke geest hield het daar
niet lang uit.
In 1211 toen hij reeds een grijsaard
was trok hij met bisschop Albert van Ri
ga mede op een kruistocht tegen de Ger-
maansche heidenen. Hij sloeg de stammen
der Esten en Russen terug en vlocht zich
bij die gelegenheid nieuwe lauweren we
gens zijn groote dapperheid.
De overmacht der heidenen was echter
groot en omdat men wel inzag, dat het on
mogelijk was zonder hulp van buiten op den
duur tegen hun invallen stand te houden,
werd Bernhard naar Denemarken gezonden
om koning Waldemar hulp te vragen. Deze
werd gaarne verleend. Daarna trok Bern
hard naar Rome om paus Honorius den der
den eveneens om hulp te vragen en hem met
aandrang te verzoeken de bedreigde christe
nen in het verre noorden bij te staan.
De paus benoemde den grijsaard als blijk
van waardeering voor zijn verdiensten tot
bisschop van Selburg. Als een merkwaar
digheid vooral omdat ons land hierbij
betrokken is kan nog vermeld worden,
dat Bernhard op de terugreis over Oldenzaal
kwam en daar de bisschopswijding ontving
van zijn zoon Otto, die toentertijd bisschop
van Utrecht was.
De bezittingen van het geslacht zur Lippe
hadden zich in den loop der jaren door er
fenis, verovering en samenvoeging aanzien
lijk uitgebreid, In 1150 kwamen zij in het
bezit van Detmold, in 1123 van Schwanen-
berg, Biesterfeld en Weissenfeld. In 1368
werd het eerstgeboorterecht ingesteld en
daarmee eigenlijk de dynastie erfelijk ge
grondvest.
Nadat in 1405 de toenmaals zoo schoone
en rijke bezitting Sternberg tot de goederen
der Lippe's was toegevoegd, kreeg het ge
slacht in 1528 officieel den titel van graaf.
De eerste Lippische heer, die dien titel
voerde, was Bernhard de achtste. Hij ver
bleef meestal in het slot van Detmold, even
als zijn zoon graaf Simon de zesde zur Lip
pe, die van 1563-1614 regeerde en niet
slechts onder de Lippische heeren de eerste
plaats inneemt, doch ook een rol heeft ge
speeld in de Duitsche geschiedenis.
De geschiedschrijvers, die zich met deze
figuur hebben bezig gehouden, schetsen
hem allen als een bijzondere persoonlijk
heid, die een der merkwaardigste verschij
ningen van zijn tijd geweest is..
Vroeger contact met Nederland.
Zijn aan afwisselingen en avonturen zoo
rijk leven voerde hem ook naar de Neder
landen, waar hij in 1591 en 1592 vertoefde.
Hij maakte toen deel uit van de in opdracht
van keizer Rudolf den tweeden ondernomen
bijzondere missie naar België en naar ons
land, om te trachten den vrede te stichten
tusschen koning Philip den tweeden van
Spanje en de in opstand gekomen Nederlan
den. De eigenhandige aanteekeningen van
den graaf over deze reis worden in het vor
stelijke huisarchief van Detmold bewaard.
Merkwaardig is wel, dat waar Munster
en Paderborn oude bisschopssteden zijn met
een overwegend katholieke bevolking, in
Lippe het protestantisme, reeds van den eer
sten tijd der reformatie af, grooten invloed
heeft gehad. Ook de graven van Lippe had
den het protestantsche geloof aanvaard.
Simon de zesde, over wien wij hierboven
het een en ander mededeelden, heeft reeds
in zijn jeugd den godsdienststrijd meege
maakt. Na den dood van zijn vader zond
zijn moeder hem met het oog op zijn ont
wikkeling naar Parijs. Hij was daar juist
in den tijd van den Bartholomeusnacht..
Slechts met moeite gelukte het den jon
gen graaf zich verborgen te houden en op
die manier aan de vervolging der protestan
ten te ontkomen. Op la teren leeftijd was het
aan zijn bezonnenheid te danken, dat de op
stand van de Lemgo'ers, nadat de gerefor
meerde leer officieel ingevoerd was, zon
der bloedigen strijd verliep.
Zijn zoon, graaf Simon de zevende, wordt
beschouwd als de stamvader van het ge
slacht Lippe-Detmold, dat bijna drie
eeuwen de regeerende tak in Lippe is ge
weest.
In 1789 werden de leden van het regee
rende huis tot vorsten verheven met den
titel Fuerst zur Lippe. Daarnaast ontston
den twee grafelijke zijtakken: Lippe-Bies-
terfeld en Lippe-Weissenfeld. Als een bewijs
Wü publiceeren hier nog eens een foto welke in ons nummer van 20 Augustus j.1. werd opgenomen. H. K. H. fotografeert
hier haar gezelschap op het 3500 meter boven den zeespiegel gelegen Jungfrau-joch-plateau.
Naar vermoedt wordt is de jonge man met de witte trui de toekomstige prinsgemaal der Nederlanden.
van de vele betrekkingen, welke van de
vroegste tijden af tusschen Lippe en Neder
land bestaan hebben, kunnen wij nog ver
melden, dat een der Lippische graven, Si
mon Heinrich, gehuwd was met de burg--
gravin Amalie zu Dohna, souvereine vrouwe
van Vianen en Ameiden, erfburggravin van
Utrecht, waardoor de heerlijkheid Vianen
in het bezit kwam van het Lippische huis.
Hun zoon, Friedrich Adolf, werd, naar uit
bescheiden in de Lippische landesbibliotheek
bleek, naar Leiden gezonden om daar met
„dem prinzen von Oranien und andern leute
von kondition bekannt gemacht zu werden".
Graaf Friedrich Adolf werd echter in Lei
den ziek en zijn moeder haalde hem na ver
blijf van 'n jaar in ons land weer naar Det
mold terug.
Ook later zou Friedrich Adolf nog
met de Nederlanden in contact komen
zij het dan ook op een andere wijze.
De prins van Oranje deed, toen de
Franschen het Rijnland waren binnen
gevallen, een beroep op den keurvorst
van Brandenburg. Deze had een ver
bond met verschillende Duitsche vorsten
gesloten en zond den prins hulptroe
pen. Graaf Simon Heinrich van Lippe,
de vader van Friedrich Adolf, besloot
een regiment ruiters te zenden om de
vereenigde Nederlanden te hulp te ko
men.
Zijn zoon werd tot overste aangesteld en
nam aan tal van veldslagen tegen de Fran
schen deel. Zoo wordt zijn naam genoemd
en die van het Lippischen regiment bij den
slag van Fleuris en bij dien van Neerwin
den.
Nog een vierde tak van het Huis.
Naast de vorstelijke linie en de beide
grafelijke linies is er nog een vierde tak.
welke met Lippe verbonden is. Het is de
linie Lippe-Alferdissen, welke in de 18de
eeuw door huwelijk het graafschap Schaum-
burg verkreeg en sinds dien tijd Schaum-
burg-Lippe genoemd wordt. Sinds 1807 is
ook deze tak vorstelijk.
In 1895 is groot opzien gewekt in Duitsch
land door den strijd over de troonsopvol
ging in Lippe. Deze kwestie heeft een tijd
lang in het middelpunt der Duitsche binnen-
landsche politiek gestaan, mede door het
persoonlijk ingrijpen van den Duitschen kei
zer. De kwestie trok zelfs de aandacht ver
over de grenzen van het kleine land en
werd aan buitenlandsche hoven en kansela
rijen besproken.
De Lippische troonstrijd, die in 1895 uit
brak, is oorspronkelijk een familiestrijd
tusschen de in Detmold regeerende hoofd
linie en de beide grafelijke zijtakken Lippe-
Biesterfeld en Lippe-Weissenfeld. Eerst
toen er zekerheid bestond, dat de hoofdlinie
zonder mannelijke erfgenamen zou uitster
ven, nam de familiekwestie een staatkundig
karakter aan.
Als laatste regeerende vorst stierf in
1895 vorst Woldemar. Zijn eenige broeder,
prins Alexander, die sinds vele jaren in een
inrichting voor geesteszieken verpleegd
werd, kwam voor de troonsopvolging niet
in aanmerking. Er waren toen drie preten
denten voor den Lippischen troon: het
vorstelijk huis Schaumburg-Lippe en de
grafelijke takken Biesterfeld en Weissen
feld. Het zou ons te ver voeren de aanspra
ken, welke elk der pretendenten meende te
kunnen doen gelden, hier uiteen te zetten.
In de Lippische archieven kan men daar
over een schat van litteratuur vinden. Het
probleem werd by een scheidsgerecht, on
der voorzitterschap van den koning van
Saksen, aanhangig gemaakt en na een lang
durige procedure werd de linie Lippe-Bies-
terfeld in het gelijk gesteld en besteeg
Ernst, graaf en heer zur Lippe-Biesterfeld,
graaf van Schwalenberg en van Sternberg
enz., den Lippischen troon. Hij heeft zich
een buitengewone populariteit weten te ver
werven en een standbeeld in het Detmclder
slotpark getuigt nog van'de vereering, wel
ke zijn onderdanen hem toedroegen.
Ernst had twee zoons: de oudste, Leopold
en de jongere, prins Bernhard. Leopold
volgde hem in 1905 als vorst van Lippe op
en regeerde tot 1918. De revolutie-golf, wel
ke bij het einde van den wereldoorlog over
Duitschland ging en het keizerrijk en alle
koninkrijken en vorstendommen wegvaag
de, maakte aan zijn bestuur een einde.
Thans woont hij teruggetrokken en eenvou
dig op het oude slot in Detmold.
Zjjn broeder Bernhard is de vader van
den verloofde van onze prinses.
LippeBiesterfeld in den Iaatsten
tijd.
Graaf Ernst, die in 1905 op den Lippi
schen troon kwam, woonde in het slot Ober-
cassel met het daarbij behoorende oude
klooster Heisterbach. In het park van Heis-
terbach bevindt zich ook het Mausoleum
van de heeren zur LippeBiesterfeld.
De latere vorst Leopold en zijn broeder,
prins Bernhard, werden beiden in Ober-
cassel geboren.
Hun jeugd brachten de beide prinsen voor
een groot gedeelte door op het kasteel Neu-
dorf bij Bentschen in het tegenwoordige
Folen, een bezitting der familie.
Leopo'd en Bernhard gingen zooals ge
woonte was bij de zoons van vorstelijken
hi.'ze in militairen dienst. Leopold werd
officier bij de Garde-Uhlanen in Potsdam
en Bernhard bij de huzaren.
De militaire l.xipbaan van Leopold nam
vrij spoedig een einde, omdat hij in verband
met de troonsopvolging in Lippe zijn ont
slag nam.
Prins Bernhard was en bleef officier. Na
de troonsbestijging van zijn vader werd hij
overgeplaatst naar het huzarenregiment
„Keizer Nikolaas van Rusland" in Pader
born, waardoor hij in de nabijheid van het
ouderlijk huis en van het Lippische volk
bleef.
Aan het leven van dit volk, aan de lan
delijke genoegens van de bewoners zoowel
als aan de cultureele zijde van het landsbe
stuur nam hij steeds met groote opgewekt
heid deel. Ook hij mocht zich in een groote
populariteit verheugen. Zijn natuurlijke ge
moedelijkheid, zijn uitgesproken sympathie
voor het Lippische volk, kwamen wel bij
zonder tot uiting bij volksfeesten, waar hij
steeds gaarne aan deelnam. In Detmold
spraken wij menschen, die prins Bernhard
persoonlijk gekend hadden en zij vertelden
ons, dat het volk nog nooit medegemaakt
had, dat een prins uit het regeerende huis
danste met het eenvoudigste meisje uit het
dorp, dat hij met arbeiders en knechten een
glas bier dronk.
En hoe deed hij het. In alles was hij zon
der pose, hij deed het als een uitdrukking
van de meest natuurlijke verbondenheid en
saamhoorigheid. Dit maakte hem overal
geliefd.
Een speciale verslaggever, die reeds
eenige dagen in Detmold, de hoofdstad
van het voormalige vorstendom Lippe,
heeft vertoefd, meldt ons in verband
met de vorstelijke verloving het vol
gende:
Niet ver van de Nederlandsch-Duitsche
grens, tegen het oude Westfalen aan, ligt het
vorstendom Lippe, voor een groot deel be
dekt door de bosschen van het Teutoburger-
woud, dat zich van het Noordwesten naar
het Noordoosten tusschen de bisschops
steden Osnabrück en Paderborn uitstrekt.
Prachtige bosschen van loofboomen, hier
en daar onderbroken met naaldbosschen, be
dekken voor het grootste deel dezen berg
keten. Het land is van een zeer bijzondere
schoonheid. De heide gaat over in beboschte
heuvels, die weer door weiden van elkaar
zijn geschieden. Hier en daar ziet men
dorpjes en steden liggen, waarvan de meeste
als badplaats een groote bekendheid hebben
gekregen. Het geheele gebied is bijzonder
rijk aan geneeskrachtige bronnen en ner
gens liggen in het noordelijk deel van het
Duitsche rijk de kurplaatsen zoo dicht bij
elkaar als in het Lippische land.
Ook voor den Nederlander, die zijn vacan-
tie buiten de grenzen doorbrengt, is Lippe
en het Teutoburgerwoud niet onbekend
Geen van hen, die in het Teutoburgerwoud
vertoefd hebben, zal verzuimd hebben den
Grotenburg met het geweldige Hermans
denkmal, het symbool der Germaansche
overwinning op de Romeinsche legerscha
ren, te bezoeken. Hier heeft het woud ook
zijn grootste breedte en oefent op allen een
r «°1'vr.e aantrekkin8skracht uit door «ijn
lieflijkheid en wonderlijke schoonheid,
waardoor een ieder, die eenmaal de beko
ring van dit dichtbegroeide bergland heeft
gekend, er steeds gaarne terugkeert.
Nauw met den Grotenburg en daardoor
met het geheele Teutoburgerwoud verbon
den is Detmold, de residentie van de Lip
pische vorsten. v
Weinig zullen de Nederlanders, die in
bekend znn anderC badPlaatsen in Lippe
bekend zijn, vermoed hebben, dat de naam
ïppe nog eens in de geschiedenis zou nauw
met Nederland verbonden zou worden sis
nu door de verloving en het a.s. huwelijk
van H.K.H. prinses Juliana met prins Bern
hard von LippeBiesterfeld staat te gebeu
ren.
Geheel onverwacht, op een tijdstip
dat het voor iedereen een verrassing
was, is het groote nieuws gekomen van
de verloving van prinses Juliana. Mid
den in het bedrijvige zakenleven van
de hoofdstad kwam de verrassing, uiter
aard het eerst bekend in de krantenwijk,
de omgeving van den Nieuwen Zijds
voorburgwal, die tevens het centnm
van het Amsterdamsche zakenleven is.
Te kwart voor elf vanmorgen deelden de
beide omroepvereenigingen over den HU-
versumschen en den Huizer-zender, na een
plotselinge onderbreking vrijwel gelijktijdig
het officieele bericht mede, dat gevolgd
werd door het Wilhelmus. Het zijn voorna
melijk de vrouwen, en zij die toevallig op
dit tijdstip thuis zijn, die het bericht zoo
midden in den ochtend hooren, doch als een
loopend vuurtje gaat het nieuws verder,
men vertelt het elkaar en degenen, die hét
uit de tweede of derde hand hooren twijfe
len nog aan de waarheid en informeem
overal of het gerucht juist is. Zoo ging het
ook vanmorgen in de binnenstad, toen de
twijfel plotseling in zekerheid verkeerde
omdat aanvankelijk aan de gevels der groo
te dagbladgebouwen even later bij enkele
groote zaken en daarna weldra bij de
meeste magazijnen en winkels, café's en ho
tels het rood-wit-blauwe of oranje-blanje-
bleu dundoek geheschen wordt Ook de
openbare gebouwen beginnen te vlaggen en
de bulletins verschijnen voor de ramen. In
de binnenstad weet men het thans zeker: de
prinses is verloofd, en zakenlieden bellen
van hun kantoren hun woonhuis op, bood
schappenjongens uit het centrum versprei
den het nieuws in de buitenwijken en voor
zoover men het daar nog niet per radio
heeft opgevangen is het ook hier spoedu
kekend: de prinses is verloofd, en ook vè»
particulieren halen de na 31 Augustus reeds
opgeborgen vlag te voorschijn en weldra ziet
men ook in de buitenwijken de vlaggen, die
allerwege kond doen, dat hetgene, dat velen
verwacht en vurig gehoopt hebben is ge
schied en dat onze prinses het belangrijke
besluit heeft genomen, een levensgezel te
kiezen, die als prins-gemaal nauw met bet
Nederlandsche volk zal worden verbonden.
En als na 12 uur kantoren, werkplaatsen
en scholen uitgaan, zijn ook reeds de extra
edities der bladen op straat en worden de
kranten den verkoopers als het ware uit de
handen gerukt en groepen de menschen bij
een om het heuglyke nieuws te bespreken.
In de straten van de binnenstad hangt die
typische sfeer van spanning en beweging,
die zoo karakteristiek is voor de hoofdstad
als een groote gebeurtenis hoofden en har
ten der Amsterdamsche bevolking vervult
En velen, die bijeen groepen, spreken den
wensch uit, die bij allen onuitgesproken
leeft: dat veel geluk en zegen het jonge
paar op zijn levensweg ten deel moge val
len en dat onze toekomstige vorstin en haer
aanstaande gemaal zich zullen mogen koes
teren in den zon van voorspoed, die het ge
heele Nederlandsche volk zal mogen be
schijnen.
onmiddeiiijk nadat de redacties van -<Je
bladen op de hoogte waren gesteld van de
blijde mare, dat onze kroonprinses zich me^
Prins Bernhar Zur LippeBiesterfeld ver
loofd had, wapperden van de diverse bu-
reaux het rood-wit-blauw.
Dit goede voorbeeld vond spoedig navo
ging. Bulletins en extra-edities brachten
groote publiek in record-tijd op de b°°ï
van het groote nieuws. De legaties, Pf*
culieren en winkels staken de vlag U1
de H. T. M. zorgde voor den op hoogU)<J»-
gen voor het Huis van Oranje gebruikeHJ
pavoiseering van trams en autobussen.
De collectanten voor het koningin Em
fonds kregen lotgenooten, want verkoop
en verkoopsters van oranjestrikken ve
zen als paddestoelen uit den grond.
In de étalages van verschillende
winkels werden foto's van Prinses Ju
geplaatst.