Bij de vorstelijke verloving. \„,J De vorstelijke verloving. Amsterdam verneemt het groote nieuws. In de Residentie- Prinses Juliana verloofd, dat is een ver biedende en reeds lang verwachte tijding. Hoe vaak heeft al niet het gerucht ge- loopen dat een vorstelijke verloving bin nen afzienbaren tijd te verwachten zou zijn, hoe vaak heeft men de huwelijks- candidaten niet reeds met eenige reserve genoemd, nu eens uit België, dan weer uit Engeland of Zweden. Toen Prins Hendrik na het overlijden van Koning Albert van België een vrij langdurig bezoek aan de Koningin-wedu we Elisabeth bracht en Prins Karei van België daarna beidé malen het Belgische Hof vertegenwoordigde bij de begrafenis sen van leden onzer koninklijke familie, zijn veler oogen en gedachten naar het Zuiden gegaan en werden de kansen van den jongen, sympathieken Prins als mo gelijke echtgenoot van onze kroonprinses in breede kringen besproken. Toen later in het voor de koninklijke familie zoo veelbewogen jaar Prinses Ju liana naar Engeland ging en geruimen tijd aan het Britsche Hof vertoefde een verblijf, dat door het overlijden van Prins Hendrik zoo onverwacht moest worden afgebroken richtten de blikken van allen, die in een toekomstige koninklijke verbintenis belangstellen, zich weer naar het Noorden en speurde men niet alleen in Groot Britannië, maar ook in de Scan dinavische landen, van waaruit prinsen toen Engeland bezochten, naar mogelijke huwelijkscandidaten. Daarna werd niet het minst door het vertrek van de Koningin en de Prinses naar Noorwegen in journalistieke krin gen de belangstelling geconcentreerd op twee jonge prinsen, die meer dan anderen als toekomstig echtgenoot voor onze Kroonprinses in aanmerking zouden ko men. Het waren de Prinsen Bertil en Karei van Zweden. Een van hen zou de uitver korene zijn, maar omdat niemand met eenige zekerheid kon voorspellen wie ten slotte tot het Nederlandsche vorstenhuis zou toetreden, hielden de actueelste dag bladen van beide prinsen portretten en levensbeschrijvingen gereed om bij de officieele mededeellng der vorstelijke verloving onmiddellijk de bijzonder heden te kunnen publiceeren. Toen liep langs onnaspeurlijke wegen het gerucht dat Prins Karei de uitver korene zou zijn en dat van de verloving op 31 Augustus, den verjaardag van H. M. de Koningin, officieel zou worden kennis gegeven. Het bleef bij dat gerucht en ook toen voorspeld werd, dat het groote nieuws bij de troonrede zou afkomen werd men toen opnieuw teleurgesteld. Dit jaar is de vorstelijke familie naar Duitschland gegaan en onwillekeurig heeft men zich weer afgevraagd of daar thans de band zou worden gelegd tus- schen twee vorstelijke telgen, of daar zich de jonge man zou bevinden, die als prins-gemaal aan de zijde van onze toe komstige vorstin in Nederland een voor aanstaande plaats zou innemen. En heden, onverwacht, daar kwam de bevestiging. Onze Telex belde, lang en nadrukkelijk om aandacht voor een zeer bijzonder be richt te vragen. In opdracht van H. M. de Koningin maakte de particuliere secretaris van Hare Majesteit de verloving bekend van H. K. H. Prinses Juliana met Prins Bernhard von Lippe Biesterfeld, geboren 29 Juni 1911 te Jena, en dus thans 25 jaar oud, en iets jonger dan Hare Ko ninklijke Hoogheid. Deze verloving is voor geheel Neder land een groote verrassing. Niemand heeft tot dusverre den naam van dezen prins genoemd. Weinigen zijn op dit oogenblik in staat bijzonderheden uit zijn leven te geven. Wij weten, op het moment dat wij dit schrijven van den Prins alleen, dat hij zich voor den handel interesseert, dat hij een jonge man van groote begaafdheid is, sportief en met aangename omgangs vormen. Wij kunnen slechts de hoop uitspreken, dat deze jonge prins, naar wien thans de gedachten van millioenen landgenooten uitgaan, de man zal zijn die allereerst voor onze toekomstige vorstinne een goe de echtgenoot zal blijken. En daarnaast, dat hij zich, evenals wij len Prins Hendrik, hier thuis zal gevoe len, dat hij zich geheel aan ons vclk zal geven en in zoo menig opzicht blijk van medeleven zal geven bij alles wat dit volk in lief en leed in de toekomst zal moeten doormaken. Bij vorstelijke verbintenissen wordt niet alleen in persoonlijk opzicht naar wenschelijkheid en geschiktheid gekeken, maar spelen ook andere factoren een voorname rol. Daar wordt in politiek en militair opzicht het vóór- en nadeel van een huwelijksband overwogen, daar streeft men er tevens naar door het scheppen van familie-relaties tusschen vorstelijke huizen een toenadering der daarbij betrokken bevolkingen te bevor deren. Hier betreft het geen prins van een regeerend vorstenhuis, hier is het in den Duitschen staat in zijn tegenwoordi- gen vorm slechts een edelman van vorstelijken bloede. Het is niet te voorspellen in hoeverre de betrekkingen tusschen Nederland en Dv-itschland door deze verloving beïn vloed zullen worden, maar het is duide lijk, dat de band tusschen beide rijken daardoor toch verstevigd zal worden, wat niet anders dan verheugend kan zijn. Hier wordt een nieuwe vriendschaps band geknoopt tusschen twee volkeren, welker geschiedenissen zoo nauw verwant zijn en die door hun directe nabuurschap er beide belang bij hebben, dat geen geschillen tot verwijdering zullen leiden. Hoe wij het ook bezien, deze verloving is een gebeurtenis, die slechts tot dank baarheid kan stemmen. Moge nog zoo kort nadat ons Oranje huis door een dubbelen slag werd getrof fen, dit verbond van jeugdige vorsten telgen de kiem van een gelukkig en voor spoedig tijdperk in zich dragen. waarschijnlijk omstreeks 1140 geboren werd, verschijnt reeds in een duidelijk historisch licht Hij was een geboren krijgsman en wordt ook beschouwd als de stichter van Lippstadt en van Lemgo. Toen hij ouder werd besloot hij in een klooster te gaan, doch zijn avontuurlijke geest hield het daar niet lang uit. In 1211 toen hij reeds een grijsaard was trok hij met bisschop Albert van Ri ga mede op een kruistocht tegen de Ger- maansche heidenen. Hij sloeg de stammen der Esten en Russen terug en vlocht zich bij die gelegenheid nieuwe lauweren we gens zijn groote dapperheid. De overmacht der heidenen was echter groot en omdat men wel inzag, dat het on mogelijk was zonder hulp van buiten op den duur tegen hun invallen stand te houden, werd Bernhard naar Denemarken gezonden om koning Waldemar hulp te vragen. Deze werd gaarne verleend. Daarna trok Bern hard naar Rome om paus Honorius den der den eveneens om hulp te vragen en hem met aandrang te verzoeken de bedreigde christe nen in het verre noorden bij te staan. De paus benoemde den grijsaard als blijk van waardeering voor zijn verdiensten tot bisschop van Selburg. Als een merkwaar digheid vooral omdat ons land hierbij betrokken is kan nog vermeld worden, dat Bernhard op de terugreis over Oldenzaal kwam en daar de bisschopswijding ontving van zijn zoon Otto, die toentertijd bisschop van Utrecht was. De bezittingen van het geslacht zur Lippe hadden zich in den loop der jaren door er fenis, verovering en samenvoeging aanzien lijk uitgebreid, In 1150 kwamen zij in het bezit van Detmold, in 1123 van Schwanen- berg, Biesterfeld en Weissenfeld. In 1368 werd het eerstgeboorterecht ingesteld en daarmee eigenlijk de dynastie erfelijk ge grondvest. Nadat in 1405 de toenmaals zoo schoone en rijke bezitting Sternberg tot de goederen der Lippe's was toegevoegd, kreeg het ge slacht in 1528 officieel den titel van graaf. De eerste Lippische heer, die dien titel voerde, was Bernhard de achtste. Hij ver bleef meestal in het slot van Detmold, even als zijn zoon graaf Simon de zesde zur Lip pe, die van 1563-1614 regeerde en niet slechts onder de Lippische heeren de eerste plaats inneemt, doch ook een rol heeft ge speeld in de Duitsche geschiedenis. De geschiedschrijvers, die zich met deze figuur hebben bezig gehouden, schetsen hem allen als een bijzondere persoonlijk heid, die een der merkwaardigste verschij ningen van zijn tijd geweest is.. Vroeger contact met Nederland. Zijn aan afwisselingen en avonturen zoo rijk leven voerde hem ook naar de Neder landen, waar hij in 1591 en 1592 vertoefde. Hij maakte toen deel uit van de in opdracht van keizer Rudolf den tweeden ondernomen bijzondere missie naar België en naar ons land, om te trachten den vrede te stichten tusschen koning Philip den tweeden van Spanje en de in opstand gekomen Nederlan den. De eigenhandige aanteekeningen van den graaf over deze reis worden in het vor stelijke huisarchief van Detmold bewaard. Merkwaardig is wel, dat waar Munster en Paderborn oude bisschopssteden zijn met een overwegend katholieke bevolking, in Lippe het protestantisme, reeds van den eer sten tijd der reformatie af, grooten invloed heeft gehad. Ook de graven van Lippe had den het protestantsche geloof aanvaard. Simon de zesde, over wien wij hierboven het een en ander mededeelden, heeft reeds in zijn jeugd den godsdienststrijd meege maakt. Na den dood van zijn vader zond zijn moeder hem met het oog op zijn ont wikkeling naar Parijs. Hij was daar juist in den tijd van den Bartholomeusnacht.. Slechts met moeite gelukte het den jon gen graaf zich verborgen te houden en op die manier aan de vervolging der protestan ten te ontkomen. Op la teren leeftijd was het aan zijn bezonnenheid te danken, dat de op stand van de Lemgo'ers, nadat de gerefor meerde leer officieel ingevoerd was, zon der bloedigen strijd verliep. Zijn zoon, graaf Simon de zevende, wordt beschouwd als de stamvader van het ge slacht Lippe-Detmold, dat bijna drie eeuwen de regeerende tak in Lippe is ge weest. In 1789 werden de leden van het regee rende huis tot vorsten verheven met den titel Fuerst zur Lippe. Daarnaast ontston den twee grafelijke zijtakken: Lippe-Bies- terfeld en Lippe-Weissenfeld. Als een bewijs Wü publiceeren hier nog eens een foto welke in ons nummer van 20 Augustus j.1. werd opgenomen. H. K. H. fotografeert hier haar gezelschap op het 3500 meter boven den zeespiegel gelegen Jungfrau-joch-plateau. Naar vermoedt wordt is de jonge man met de witte trui de toekomstige prinsgemaal der Nederlanden. van de vele betrekkingen, welke van de vroegste tijden af tusschen Lippe en Neder land bestaan hebben, kunnen wij nog ver melden, dat een der Lippische graven, Si mon Heinrich, gehuwd was met de burg-- gravin Amalie zu Dohna, souvereine vrouwe van Vianen en Ameiden, erfburggravin van Utrecht, waardoor de heerlijkheid Vianen in het bezit kwam van het Lippische huis. Hun zoon, Friedrich Adolf, werd, naar uit bescheiden in de Lippische landesbibliotheek bleek, naar Leiden gezonden om daar met „dem prinzen von Oranien und andern leute von kondition bekannt gemacht zu werden". Graaf Friedrich Adolf werd echter in Lei den ziek en zijn moeder haalde hem na ver blijf van 'n jaar in ons land weer naar Det mold terug. Ook later zou Friedrich Adolf nog met de Nederlanden in contact komen zij het dan ook op een andere wijze. De prins van Oranje deed, toen de Franschen het Rijnland waren binnen gevallen, een beroep op den keurvorst van Brandenburg. Deze had een ver bond met verschillende Duitsche vorsten gesloten en zond den prins hulptroe pen. Graaf Simon Heinrich van Lippe, de vader van Friedrich Adolf, besloot een regiment ruiters te zenden om de vereenigde Nederlanden te hulp te ko men. Zijn zoon werd tot overste aangesteld en nam aan tal van veldslagen tegen de Fran schen deel. Zoo wordt zijn naam genoemd en die van het Lippischen regiment bij den slag van Fleuris en bij dien van Neerwin den. Nog een vierde tak van het Huis. Naast de vorstelijke linie en de beide grafelijke linies is er nog een vierde tak. welke met Lippe verbonden is. Het is de linie Lippe-Alferdissen, welke in de 18de eeuw door huwelijk het graafschap Schaum- burg verkreeg en sinds dien tijd Schaum- burg-Lippe genoemd wordt. Sinds 1807 is ook deze tak vorstelijk. In 1895 is groot opzien gewekt in Duitsch land door den strijd over de troonsopvol ging in Lippe. Deze kwestie heeft een tijd lang in het middelpunt der Duitsche binnen- landsche politiek gestaan, mede door het persoonlijk ingrijpen van den Duitschen kei zer. De kwestie trok zelfs de aandacht ver over de grenzen van het kleine land en werd aan buitenlandsche hoven en kansela rijen besproken. De Lippische troonstrijd, die in 1895 uit brak, is oorspronkelijk een familiestrijd tusschen de in Detmold regeerende hoofd linie en de beide grafelijke zijtakken Lippe- Biesterfeld en Lippe-Weissenfeld. Eerst toen er zekerheid bestond, dat de hoofdlinie zonder mannelijke erfgenamen zou uitster ven, nam de familiekwestie een staatkundig karakter aan. Als laatste regeerende vorst stierf in 1895 vorst Woldemar. Zijn eenige broeder, prins Alexander, die sinds vele jaren in een inrichting voor geesteszieken verpleegd werd, kwam voor de troonsopvolging niet in aanmerking. Er waren toen drie preten denten voor den Lippischen troon: het vorstelijk huis Schaumburg-Lippe en de grafelijke takken Biesterfeld en Weissen feld. Het zou ons te ver voeren de aanspra ken, welke elk der pretendenten meende te kunnen doen gelden, hier uiteen te zetten. In de Lippische archieven kan men daar over een schat van litteratuur vinden. Het probleem werd by een scheidsgerecht, on der voorzitterschap van den koning van Saksen, aanhangig gemaakt en na een lang durige procedure werd de linie Lippe-Bies- terfeld in het gelijk gesteld en besteeg Ernst, graaf en heer zur Lippe-Biesterfeld, graaf van Schwalenberg en van Sternberg enz., den Lippischen troon. Hij heeft zich een buitengewone populariteit weten te ver werven en een standbeeld in het Detmclder slotpark getuigt nog van'de vereering, wel ke zijn onderdanen hem toedroegen. Ernst had twee zoons: de oudste, Leopold en de jongere, prins Bernhard. Leopold volgde hem in 1905 als vorst van Lippe op en regeerde tot 1918. De revolutie-golf, wel ke bij het einde van den wereldoorlog over Duitschland ging en het keizerrijk en alle koninkrijken en vorstendommen wegvaag de, maakte aan zijn bestuur een einde. Thans woont hij teruggetrokken en eenvou dig op het oude slot in Detmold. Zjjn broeder Bernhard is de vader van den verloofde van onze prinses. LippeBiesterfeld in den Iaatsten tijd. Graaf Ernst, die in 1905 op den Lippi schen troon kwam, woonde in het slot Ober- cassel met het daarbij behoorende oude klooster Heisterbach. In het park van Heis- terbach bevindt zich ook het Mausoleum van de heeren zur LippeBiesterfeld. De latere vorst Leopold en zijn broeder, prins Bernhard, werden beiden in Ober- cassel geboren. Hun jeugd brachten de beide prinsen voor een groot gedeelte door op het kasteel Neu- dorf bij Bentschen in het tegenwoordige Folen, een bezitting der familie. Leopo'd en Bernhard gingen zooals ge woonte was bij de zoons van vorstelijken hi.'ze in militairen dienst. Leopold werd officier bij de Garde-Uhlanen in Potsdam en Bernhard bij de huzaren. De militaire l.xipbaan van Leopold nam vrij spoedig een einde, omdat hij in verband met de troonsopvolging in Lippe zijn ont slag nam. Prins Bernhard was en bleef officier. Na de troonsbestijging van zijn vader werd hij overgeplaatst naar het huzarenregiment „Keizer Nikolaas van Rusland" in Pader born, waardoor hij in de nabijheid van het ouderlijk huis en van het Lippische volk bleef. Aan het leven van dit volk, aan de lan delijke genoegens van de bewoners zoowel als aan de cultureele zijde van het landsbe stuur nam hij steeds met groote opgewekt heid deel. Ook hij mocht zich in een groote populariteit verheugen. Zijn natuurlijke ge moedelijkheid, zijn uitgesproken sympathie voor het Lippische volk, kwamen wel bij zonder tot uiting bij volksfeesten, waar hij steeds gaarne aan deelnam. In Detmold spraken wij menschen, die prins Bernhard persoonlijk gekend hadden en zij vertelden ons, dat het volk nog nooit medegemaakt had, dat een prins uit het regeerende huis danste met het eenvoudigste meisje uit het dorp, dat hij met arbeiders en knechten een glas bier dronk. En hoe deed hij het. In alles was hij zon der pose, hij deed het als een uitdrukking van de meest natuurlijke verbondenheid en saamhoorigheid. Dit maakte hem overal geliefd. Een speciale verslaggever, die reeds eenige dagen in Detmold, de hoofdstad van het voormalige vorstendom Lippe, heeft vertoefd, meldt ons in verband met de vorstelijke verloving het vol gende: Niet ver van de Nederlandsch-Duitsche grens, tegen het oude Westfalen aan, ligt het vorstendom Lippe, voor een groot deel be dekt door de bosschen van het Teutoburger- woud, dat zich van het Noordwesten naar het Noordoosten tusschen de bisschops steden Osnabrück en Paderborn uitstrekt. Prachtige bosschen van loofboomen, hier en daar onderbroken met naaldbosschen, be dekken voor het grootste deel dezen berg keten. Het land is van een zeer bijzondere schoonheid. De heide gaat over in beboschte heuvels, die weer door weiden van elkaar zijn geschieden. Hier en daar ziet men dorpjes en steden liggen, waarvan de meeste als badplaats een groote bekendheid hebben gekregen. Het geheele gebied is bijzonder rijk aan geneeskrachtige bronnen en ner gens liggen in het noordelijk deel van het Duitsche rijk de kurplaatsen zoo dicht bij elkaar als in het Lippische land. Ook voor den Nederlander, die zijn vacan- tie buiten de grenzen doorbrengt, is Lippe en het Teutoburgerwoud niet onbekend Geen van hen, die in het Teutoburgerwoud vertoefd hebben, zal verzuimd hebben den Grotenburg met het geweldige Hermans denkmal, het symbool der Germaansche overwinning op de Romeinsche legerscha ren, te bezoeken. Hier heeft het woud ook zijn grootste breedte en oefent op allen een r «°1'vr.e aantrekkin8skracht uit door «ijn lieflijkheid en wonderlijke schoonheid, waardoor een ieder, die eenmaal de beko ring van dit dichtbegroeide bergland heeft gekend, er steeds gaarne terugkeert. Nauw met den Grotenburg en daardoor met het geheele Teutoburgerwoud verbon den is Detmold, de residentie van de Lip pische vorsten. v Weinig zullen de Nederlanders, die in bekend znn anderC badPlaatsen in Lippe bekend zijn, vermoed hebben, dat de naam ïppe nog eens in de geschiedenis zou nauw met Nederland verbonden zou worden sis nu door de verloving en het a.s. huwelijk van H.K.H. prinses Juliana met prins Bern hard von LippeBiesterfeld staat te gebeu ren. Geheel onverwacht, op een tijdstip dat het voor iedereen een verrassing was, is het groote nieuws gekomen van de verloving van prinses Juliana. Mid den in het bedrijvige zakenleven van de hoofdstad kwam de verrassing, uiter aard het eerst bekend in de krantenwijk, de omgeving van den Nieuwen Zijds voorburgwal, die tevens het centnm van het Amsterdamsche zakenleven is. Te kwart voor elf vanmorgen deelden de beide omroepvereenigingen over den HU- versumschen en den Huizer-zender, na een plotselinge onderbreking vrijwel gelijktijdig het officieele bericht mede, dat gevolgd werd door het Wilhelmus. Het zijn voorna melijk de vrouwen, en zij die toevallig op dit tijdstip thuis zijn, die het bericht zoo midden in den ochtend hooren, doch als een loopend vuurtje gaat het nieuws verder, men vertelt het elkaar en degenen, die hét uit de tweede of derde hand hooren twijfe len nog aan de waarheid en informeem overal of het gerucht juist is. Zoo ging het ook vanmorgen in de binnenstad, toen de twijfel plotseling in zekerheid verkeerde omdat aanvankelijk aan de gevels der groo te dagbladgebouwen even later bij enkele groote zaken en daarna weldra bij de meeste magazijnen en winkels, café's en ho tels het rood-wit-blauwe of oranje-blanje- bleu dundoek geheschen wordt Ook de openbare gebouwen beginnen te vlaggen en de bulletins verschijnen voor de ramen. In de binnenstad weet men het thans zeker: de prinses is verloofd, en zakenlieden bellen van hun kantoren hun woonhuis op, bood schappenjongens uit het centrum versprei den het nieuws in de buitenwijken en voor zoover men het daar nog niet per radio heeft opgevangen is het ook hier spoedu kekend: de prinses is verloofd, en ook vè» particulieren halen de na 31 Augustus reeds opgeborgen vlag te voorschijn en weldra ziet men ook in de buitenwijken de vlaggen, die allerwege kond doen, dat hetgene, dat velen verwacht en vurig gehoopt hebben is ge schied en dat onze prinses het belangrijke besluit heeft genomen, een levensgezel te kiezen, die als prins-gemaal nauw met bet Nederlandsche volk zal worden verbonden. En als na 12 uur kantoren, werkplaatsen en scholen uitgaan, zijn ook reeds de extra edities der bladen op straat en worden de kranten den verkoopers als het ware uit de handen gerukt en groepen de menschen bij een om het heuglyke nieuws te bespreken. In de straten van de binnenstad hangt die typische sfeer van spanning en beweging, die zoo karakteristiek is voor de hoofdstad als een groote gebeurtenis hoofden en har ten der Amsterdamsche bevolking vervult En velen, die bijeen groepen, spreken den wensch uit, die bij allen onuitgesproken leeft: dat veel geluk en zegen het jonge paar op zijn levensweg ten deel moge val len en dat onze toekomstige vorstin en haer aanstaande gemaal zich zullen mogen koes teren in den zon van voorspoed, die het ge heele Nederlandsche volk zal mogen be schijnen. onmiddeiiijk nadat de redacties van -<Je bladen op de hoogte waren gesteld van de blijde mare, dat onze kroonprinses zich me^ Prins Bernhar Zur LippeBiesterfeld ver loofd had, wapperden van de diverse bu- reaux het rood-wit-blauw. Dit goede voorbeeld vond spoedig navo ging. Bulletins en extra-edities brachten groote publiek in record-tijd op de b°°ï van het groote nieuws. De legaties, Pf* culieren en winkels staken de vlag U1 de H. T. M. zorgde voor den op hoogU)<J»- gen voor het Huis van Oranje gebruikeHJ pavoiseering van trams en autobussen. De collectanten voor het koningin Em fonds kregen lotgenooten, want verkoop en verkoopsters van oranjestrikken ve zen als paddestoelen uit den grond. In de étalages van verschillende winkels werden foto's van Prinses Ju geplaatst.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 2