DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Ware zegetocht naar het Paleis. Ongekend enthousiasme. Ho. 220 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 17 September 1936 138e Jaargang Een deinende menschenmassa. Ontzaglijke drukte op den Dam. ALKMAARSC URANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTDENs Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, DE HOOFDSTAD VERWELKOMT HET VORSTELIJK PAAR. De blijdschap en geestdrift waarmede, ruim een week geleden, het bericht van de verloving van prinses Juliana met prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld, door het Nederlandsche volk is ontvan gen en ook te Amsterdam haar uiting vond in verscheidene feestelijkheden, waarvan die op den dag van nationaal herdenken Zaterdag j.L een der hoogtepunten vormden, zijn vandaag in de hoofdstad des rijks, ter gelegenheid van het bezoek van het vorstelijk paar naar wij bereids in de achter om liggende uren mochten vaststellen -r* ge groeid tot een waarlijk grooUche mani festatie van verknochtheid aan het Huis van Oranje, een manifestatie, welke in de momenten dat haar uitingsvormen zich meer in het bijzonder richtten tot den toekomstigen prins der Nederlan den, Zijne Hoogheid de blijde ervaring heeft geschonken, dat hij in enkele uren den weg naar het hart der Amsterdam- sche bevolking, die van haar enthou siasme over zijn ongekunstelden een voud op duidelijke wijze heeft doen blyken, heeft weten te vinden. Reeds drukte heel in de vroegte. Dat de hoofdstad, gezien de voorbereidin gen, welke de laatste dagen getroffen wa ren voor een waardige ontvangst van de vorstelijke personen, vooral in de stadsdee- len, waarin de route lag van den feestelij ken intocht, beelden te zien zou geven, van een overweldigende drukte, is reeds in den vroegen morgen waar te nemen. De school jeugd van de openbare inrichtingen van on derwijs, die vrijaf heeft, eischt, zoowel wat de jongeren als de ouderen betreft, haar plaats op voor het groote gebeuren, dat te wachten staat en zoo doen ook duizenden volwassenen, wier aantal, tegen het uur der «blijde incomste" nog vermeerderd wordt niet de duizenden, voor wie deze dag, dank Zij het goede voorbeeld, door de gemeente gegeven en dat is nagevolgd door de direc ties van tal van bedrijven, banken, kantoren en magazijnen, zoomede door tallooze kleine neringdoenden, een gedeeltelijke vacantie- dag is, een dag, waarop de straten bevolkt zijn door een groot gedeelte van de burgerij, welke in hechte verbondenheid met de on- telbaren, die uit alle deelen des lands naar de hoofdstad zijn gekomen en welke laatsten vooral de hotels verkozen hebben, deelne men aan de algemeene feestvreugde. Uiter aard zijn er ook duizenden, die straks het stadsbeeld een afzonderlijk cachet zullen ge ven. Zij vormen in hun totaliteit het leger der bevoorrechten, wier woningen of zaken gelegen zijn aan de route, welke de konink lijke stoet bij zijn intocht en des middags, tijdens den rijtoer naar het Olympisch sta dion volgen zal en die kennissen en verwan ten, die elders wonen, te hunnent genoo- digd hebben om van achter geopende ven ters en op kleine en groote balcons het vorstelijk paar toe te juichen, terwijl mede tal van etalageruimten tot kijktribunes zyn «gericht, voor de plaatsen waarin goede Prijzen worden gemaakt. Er is vreugde in de harten van Amsterdam's burgerij, een warme, spontane vreugde, die mede haar Uiting vindt in een geweldigen, een groot- *®hen tooi van vlaggen allerwege. Lippische vlaggen. Naast het fiere rood, wit en blauw en het warme oranje heeft ook de vlag van het v°rstendom Lippe haar intrede gedaan en ontplooien zich op tal van plaatsen de en roode banen van het dundoek dat *ch deze dagen naast de nationale kleu- en een plaats heeft veroverd. Vlaggen zyn ^•behalve op en aan de huizen, kantoren «wieken en openbare gebouwen, ook op bet water, in de havens, waar tal van schepen gepavoiseerd zyn en op de kleinere vaartui gen in vaarten en grachten, zoodat met dat al de gansche hoofdstad zich in feestdos heeft gestoken, een feestdos, welke in vol komen harmonie is met de feestelijke stem ming harer inwoners. In het kader van deze bonte drukte weet de politie, als in den nog vroegen ochtend de eerste detachementen de bureaux verla ten en ook de ruiters en motorrijders uit rukken, dat zij voor een zware taak komt te staan en rekening moet houden met de mogelijkheid, dat in de komende uren hier en daar een wildbruisende stroom van ent housiasme in zijn bedding zal moeten wor den teruggedrongen. Maar als altijd is het corps paraat en ten volle toegerust om zijn plicht naar behooren te vervullen. Er is in het stadsbeeld ook weer een afzonderlijke categorie van menschen: de speldjesverkoo- pers, die, vóór zich in centrum en west de reeks van politie-afzettingen voltrekt, tot het laatste oogenblik nog goede zaken doen, want meer nog dan op andere hoogtijdagen, in de geschiedenis van ons vorstenhuis, siert het knoopje of het strikje van oranje de rever van jas en mantel. Het gewone ry verkeer over den Dam is reeds van negen uur af stopgezet. De Dam vormt overigens uiteraard het groote aantrekkingspunt voor het publiek. Reeds in den zeer vroegen ochtend zijn de eerste scharen belangstellenden op het histo risch plein, binnen welks omlijsting zich een geestdriftig en hooggestemd huldebetoon zal afspelen, verschenen en geleidelijk, doch niettemin in een tempo, dat verrassend mag heeten, vult zich dit plekske grond in de groote stad met vele duizenden. Zij staan tezamen met de talloozen, die uit andere plaatsen gekomen zyn in dikke, dichte rijen naast en achter elkander geschaard, verschillend in leeftijd, verschillend in rang en stand, maar een in hun liefde voor ons vorstenhuis en in hun blijdschap, dat daar over de zon van een nieuw geluk is opge gaan. Eén deinende menschenmassa. Van ongeveer negen uur af reeds is de aandacht van de politie er op gericht, dat het Damplein niet te vol zal stroomen en zy volgt dan ook de reeds te tevoren vastge stelde tactiek om van het oogenblik, dat zulks naar het oordeel der politiechefs nood zakelijk wordt geacht, de vele toegangen af te zetten en nog alleen van de zijde van Damrak en Rokin gelegenheid te geven, den Dam te betreden. Als tenslotte ook deze toegangen worden afgesneden .biedt het ge heel van gevel tot gevel het aspect van één groote, deinende menschenmassa De trambanen zijn, waar zoovele lijnen hier passeeren moeten en moeilijk omgeleid kunnen worden dit geschiedt wel met lijn 14 vrijgehouden en het vergt van de po litie groote oplettendheid dat met het voor bijrijden van de trams niet nieuwe groepen belangstellenden de kans benutten om door de afzettingen heen te slippen en de com pacte massa nog dichter te maken. Met be hulp van betonnen paaltjes en touwen is midden over het plein een afscheiding ge trokken, waardoor een breede baan is vrij gehouden, welke door politieruiters is bezet. En dan is er ongewoon verschijnsel bij vorstelijke bezoeken aan de hoofdstad, maar er van getuigend dat de kans op dringpar- tyen onder het oog is gezien langs den rand van het plein, voor het paleis, een cordon van stramme marechaussee te paard, welke opdracht heeft, elke poging tot ver breking van de afzetting aan deze zijde te verhinderen Ook achter de trambaan, voor en aan weerszijden van het Dam-plantsoen, ziet het zwart van belangstellenden, zij vormen de achterhoede van de legioenen en zij hebben uiteraard niet, zooals de voorste gelederen, het volle gezicht op de matrozen van H.M.'s gisteren in de haven aangekomen „Gelder land", die de wacht voor het paleis hebben betrokken, maar toch wordt ook hun het lange wachten verkort, dank zij het feit dat de heer J. Vincent het carillon E>espeelt en vaderlandsche wijsjes, die door velen wor den meegezongen, ten beste geeft, terwijl nu en dan ook de stafmuziek der koninklijke De aankomst van het vorstelijk paar op den Hoofdweg aan de grens der gemeente Amsterdam. marine uit den Helder, die bij het paleis is opgesteld, vroolyke marschmuziek hooren doet. Met dat al zijn er enkele duizenden laatkomers, die vroeg dachten te zijn on verbiddelijk bij de afzettingen teruggewe zen en de meesten van hen haasten zich om zich ter elfder ure nog te scharen -in de gele deren dier vele andere duizenden, welke ook reeds urenlang hun plaatsen hebben in genomen en in dichte ryen geschaard staan langs de route van den intocht, welke van den hoofdweg af haar voortzetting vindt langs Jan Evertsenstraat, Admiraal de Ruij- terweg, de Clercqstraat, Rozengracht, Wes- termarkt Raadhuisstraat, N.Z. Voorburgwal, en Paleisstraat. Langs deze route zyn, onder de voortref felijke leiding van commissarissen, hoofdin specteurs en inspecteurs doeltreffende poli tie-afzettingen tot stand gebracht, welke er vooral op gericht zijn dat in het breede lint van den rijweg geen vernauwingen kunnen optreden, die aan een vrij passeeren van den vorstelyken stoet bezwaren in den weg zou den kunnen leggen. Verscheidene stadswijken vormen, in te genstelling met deze geweldige drukte, een beeld van volkomen verlatenheid, en het zal uren duren eer hier het leven van alle dag weer zyn gewonen gang gaat. De vrij groote, onbebouwde vakken aan het begin van den hoofdweg zijn ingeno men, welke hier heerscht, wordt grooter naarmate het tijdstip van de aankomst der vorstelijke personen nadert. Motoristen van de verkeerspolitie rijden heen en weer tot aan de grens der gemeen te: den Osdorperweg bij Halfweg en zij zien nauwlettend toe dat automobilisten op den Haarlemmerweg, welke kort na elven ge heel voor het verkeer wordt gesloten, hun wagens niet parkeeren, terwijl het mede hun taak is, zorg te dragen, dat ook hier de publieke belangstelling niet hinderlijk wordt. De koninklijke stoet komt aan. Er klinkt gejuich op als de auto's van den burgemeester, dr. W. de Vlugt, en van den hoofdcommissaris, den heer H. J. Versteeg, arriveeren en zich, met het front naar de stad, op den Haarlemmerweg bij den hoofd weg posteeren, maar dit gejuich valt geheel in het niet by de daverende uitingen van vreugde en enthousiasme als, kort nadat de klokken in den omtrek het tijdstip van half twaalf hebben aangekondigd, de auto's in zicht komen. Voorafgegaan door een motor met zijspan van de verkeerspolitie en door enkele politiemotoren geflankeerd, terwijl het sluitstuk eveneens door een motor met zijspan gevormd wordt, nadert de stoet in vry snelle vaart. Aan den kop gaat de me nigte neemt het met uitbundige vreugde waar een open hofauto, waarin het vorstelijk paar gezeten is, prins Bernhard, het gelaat, waarvan de oogen nu en dan schuilgaan achter de schittering der brille- glazen, geplooid tot gulle lach, naast hem de kroonprinses, lachend en stralend van geluk. Achter dezen auto, die de standaard van de prinses voert, een prachtige, nieuwe Cadillac, waarin hebben plaats genomen H.M. de Koningin, prinses Armgad, de moeder van prins Bernhard en 's prinsen broeder, prins Aschwin. Ook op het gelaat van dit vorstelijk drie tal weerspiegelt zich de vreugde over dit eerste, blijde contact met de burgerij der hoofdstad. Vlag bij den hoofdweg achter de koninklijke auto's sluiten die van het gevolg aan, houdt de stoet halt en dan is er, van de zijde van het vorstelijk paar, de spontane armzwaai, die eenvoudige, hartelijke groet, waarmede het uiting geeft aan zijn erkentelijkheid voor het hartelijk welkom. Het oogenblik is dan aangebroken, dat de burgemeester en de hoofd-commissaris de vorstelijke personen verwelkomen, een kor te hartelijke plechtigheid, die nog wordt aangevuld door het aanbieden aan de vor stelijke verloofden van een bloemenhulde, o.m. door het bestuur van de vrouwelijke Amsterdamsche studentenvereeniging, waar na zich de stoet, waaraan thans de auto'3 met de hooge ambtsdragers voorafgaan, zich in beweging zet en de blijde intocht in de hoofdstad een aanvang neemt. Er zijn vier auto's met het gevolg. Een auto met persvertegenwoordigers sluit hier onmiddellijk op aan. In langzaam tempo rijdt de kleurige, vor stelijke stoet langs de juichende menschen- massa's, de prinses en haar verloofde zyn, ofschoon de achter hen liggende dagen tel kenmale opnieuw het bewijs te zien heb ben gegeven hoezeer deze vorstelijke ver bintenis spreekt tot het hart van het volk, zichtbaar verrast over deze geestdriftige ontvangst en door hartelijk groeten en wuiven, ook naar de balcons en de vele ven sters, waarop en waarachter ta.' van enthou siaste belangstellenden het voorbijtrekken gadeslaan, ga.ven zij uiting aan hun erkente lijkheid voor dit huldebetoon. Het wordt een ware zegetocht, zich kenmerkend door tooneelen van uitbundige geestdrift, waarin ook de landsvrouwe, prinses Armgard en prins Aschwin allerminst worden vergeten. Door de duizendkoppige menigte op den Dam, die op het naderen van de vorstelijke verloofden worden voorbereid door het ge juich, dat van den Voorburgwal tot hier doordringt en van wie een groot gedeelte ook van het binnentrekken van het hoofd stedelijk grondgebied de wetenschap heeft gekregen doordat op het moment van dit gebeuren het eerste der saluutschoten van H.M.'s „Gelderland" werd afgegeven, waar na het doffe gedreun der volgende schoten tot in het hart der stad waarneembaar is, laait een groote, alles omvattende vlam van geestdrift en enthousiasme als uit de Paleis straat komend, de hofauto's den Dam op rijden en, terwijl nadat korte commando's geklonken hebben, de eerewacht der matro zen het geweer presenteert, voor het paleis stilhouden. Alle oogen gericht op het gelukkige paar. Duizenden oogenparen zijn gericht op de auto van de vorstelijke verloofden en dui zenden zien hoe prins Bernhard, na vlug te zyn uitgestapt, de prinses de hand toe steekt als zij zijn voorbeeld volgt. Dan volgt weer, als ook de koningin, prinses Armgard, en prins Aschwin de tweede auto verlaten hebben, het hartelijke, breede armgebaar van het vorstelijk tweetal in de richting van het publiek. Het „Wilhelmus", ingezet door de marinekapel, wordt door talloozen overgenomen, maar de woorden van de eerste strophe van ons prachtige volkslied worden overstemd door het gejuich uit dui zenden kelen. De gansche Dam, met zijn omlijsting van gebouwen, welks vensters en balcons dicht bezet zijn, biedt het imposante, ontroerende schouwspel van een deinende, geweldige menschenzee, welke, ook als de vorstelijke personen het paleis, waarvan verscheidene vertrekken door de taPooze bloemstukken, die tot elf uur aan den kant van den Voorburgwal bezorgd waren, in een bloemenhof herschapen zijn, zijn binnen getreden, niet ophoudt met jubelen en juichen, aangezien vol ongeduld het groote oogenblik wordt verbeid dat de vorstelijke verloofden, op het balcon zullen verschijnen. Op het balcon. En ziet reeds worden de deuren van de daarachter liggende salon geopend en treden prinses Juliana en prins Bernhard als eer sten naar buiten om opnieuw de hulde der duizenden in ontvangst te nemen. H. M. de koningin, prinses Armgad en prins Aschwin houden zich, en zoo doen ook de leden van het gevolg en de burgemeester, op den ach tergrond, als wil de landsvrouwe ook op deze plaats tegenover de burgerij getuigen dat van deze spontane, overweldigende geestdrift de kroonprinses en de aanstaande prins-gemaal de hoofdpersonen zyn. Weer klinkt het „Wilhelmus", thans door de dui zenden uit volle borst meegezongen. Nau- melyks zyn de laatste woorden verklonken of het gejuich breekt opnieuw los. „Leve de prinses, leve prins Bernhard", klinkt het onophoudelijk en, als ook het „leve de koningin" zich hooren doet, wordt deze uiting van aanhankelijkheid aan ons vorstenhuis door duizenden kelen overge nomen. Politie en marechaussee hebben moeite de menigte in bedwang te houden, want het liefst zou men tot op de kleine steentjes voor het paleis, van zyn enthou siasme willen doen blyken, de prins en de prinses, verblijd en ontroerd door deze stralende geestdrift, wuiven spontaan naar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1