ondragelijke
brandwonden
kloosterbalsem
R--0-H
D
De tegenstellingen van links
en rechts in België.
lle geheimschriften zijn
te ontsluieren.
r\ u i 1
S&S^rr Tend °™1"
«wijs
E CHINEESCHE
POSTZEGEL
üeiulleton
Na een aanslag. Pegeeringsmaatregelen in voor
bereiding. Conflicten bij de socialisten
in 't vooruitzicht.
Snelle gang van de gebeurteniaaen.
DE VELLEN HINGEN ERBU
zqn hand weer goed In orde
AKKER'S «ftMiNMi tik mum
SKSSJT""--' i-S
v" v°"-
(Wordt vervolguJ-
Voetgangers, 31 pet. bestuurders van motor
voertuigen en 16 pet. wielrijders. De toe
stand van de voertuigen had in nog geen
4 pet. der gevallen schuld, de wegcondities
bleven verre beneden de 1 pet.
Opmerkelijk is, dat te groote snelheid, in
verband met de omstandigheden slechts in
8 pet. van de ongevallen werd geconstateerd,
slippen in 2)4 pet. en onervarenheid van be
stuurders van motorrijtuigen in slechts ruim
Yz pet. Van de bestuurders der motorrijtui
gen aan wie de oorzaak der ongevallen
moest worden toegeschreven reden bijna de
helft op motorfietsen, 35 pet. in personen
auto's en 15 pet. in vrachtauto's.
Van de gedoode voetgangers waren de
slachtoffers voor 83 pet. daarvoor zelf ver
antwoordelijk en wel in hoofdzaak door on
oplettendheid en plotseling oversteken, het
oversteken van den weg vanachter een stil
staan voertuig enz. Twee derde van de ge
doode voetgangers waren kinderen onder de
elf jaar of ouden van dagen (boven de 60
jaar).
Het aantal gewonden bij verkeersongeval
len in 1935 was ongeveer 34 maal zoo groot
als het aantal dooden.
Uit deze statistische cijfers, welke op een
solieden grondslag berusten, valt op te ma
ken, dat de oorzaak van de ernstige ver
keersongevallen in Engeland voor het groot
ste deel moet worden gezocht in onbewust
begane fouten en tekortkomingen van
voetgangers en wielrijders.
Aangeteekend moge verder worden, dat
Engeland ongeveer 46 millioen inwoners
telt, dat er in 1935 ruim 1% millioen per
sonenauto's, 430.000 vrachtauto'6 en 530.000
motorrijwielen waren geregistreerd, terwijl
het aantal fietsen op 10 millioen werd ge
schat.
Van onzen Brusselschen correspondent.
Men behoeft geen buitengewoon waar
nemer te zijn om in te zien dat de ge
beurtenissen zich in België snel ontwik
kelen en de tegenstellingen van links
en rechts met 'den dag scherper vormen
aannemen. Het nieuwe conflict dat zich
even over de Fransche grens, te Rijsel
en in de omgeving, waar steeds vele
Belgische arbeiders hebben gewerkt,
heeft voorgedaan, werd en wordt nog
met zenuwachtige spanning gevolgd,
omdat men weet dat, wat daar gebeurt,
maar al te dikwijls zijn weerslag heeft
in België zelf. De poging tot sovjetisee
ring van de industrie in Noord-Frank
rijk acht men hier bijzonder kenschet
send voor de bedoelingen van het Volks
front en men beschouwt het eerder als
een waarschuwing.
Hierbij komt dan nog het ernstige inci
dent dat heeft plaats gehad te Seraing, waar
Léon Degrelle een meeting zou houden, die,
regelmatig aangevraagd bij de autoriteiten,
op het laatste oogenblik werd verboden dcor
den socialistischen burgemeester, zooge
naamd omdat het lokaal ongeschikt was en
geen ordemaatregelen toeliet, terwijl ook
twee andere betoogingen van socialisten
en communisten waren verboden geworden.
Leon Degrelle wou toch spreken en voer
met rexistische mandatarissen per plezier-
bootjé van Luik naar Seraing, langs de
Maas, om van af de boot het woord te voe
ren. Hij kon niet eens Seraing bereiken.
Van spreken was er geen kwesie. Terwijl de
boot terugvoer naar Luik werd er geschoten,
herhaaldelijk, en met steenen geworpen,
zoodat drie rexisten ernstig werden ge
wond. Degrelle heeft zelf niet het voor
beeld gegeven van tucht en eerbied voor de
overheidsmaatregelen, doch de openbare
opinie is het erover eens om 't standpunt te
verdedigen dat zulks nog geen reden zijn mag
om met revolvers voor den dag te komen.
Alle bladen, zelfs „Le Peuple", zijn het hier
over eens. In verschillende plaatsen, waar
Rex meetings gaf, is het reeds tot hevige in
cidenten gekomen en dat toont voldoende
aan dat volgens sommigen de vrijheid van
het woord in België niet algemeen schijnt
te mogen zijn. „Le Peuple" stelt nu de za
ken voor alsof er eerst van af de boot is ge
schoten geworden. Dat zal wel bezwaarlijk
kunnen gecontroleerd worden. In elk geval
is het een feit, dat dergelijke gebeurtenis
sen een voorsmaakje geven van wat het
worden moet in dit land, indien de poli
tieke hartstocht op ongebreidelde manier
wordt vrijgelaten. Minister Bovesse, die de
justitie beheert, is in allerijl naar Luik ge
reisd om ter plaatse te confereeren met den
procureur-generaal en den procureur des
Konings. Wat er alweer op wijst welk belang
de regeering aan dergelijke feiten begint te
hechten. Het gevaar is trouwens niet denk
beeldig als men de gemoedsgesteldheid bij
het publiek nagaat. Ministeriëele bezoeken,
als het kwaad is gebeurd, zijn intusschen
van minder belang. Er moet, zoo is de alge-
meene eisch, gehandeld worden. De regee
ring blijkt dit voornemens te zijn, doch van
nu af schijnen er wel degelijk ernstige moei
lijkheden aan de te nemen maatregelen ver
bonden te zijn. Er wordt druk geconfereerd
tusschen den minister van justitie en de
rechterlijke autoriteiten der verschillende
parketten, dit in verband met een reeks
wetsontwerpen en koninklijke besluiten
voor een betere handhaving van orde en
rust en krachtiger beteugeling van ophitsing
van rechts en links. De inhoud hiervan is
nog niet bekend. Minister Bovesse heeft ver
klaard, dat de grootste moeilijkheid is
een oplossing te vinden die, bij de beteuge
ling van de politieke verwildering en los
bandigheid, toch geen afbreuk doet aan de
politieke vrijheden van de Belgische bur
gers. Dit zegt genoeg. Deze vrijheden zouden
er dus wel eens door in het gedrang kunnen
gebracht worden. Het zal er natuurlijk voor
al om de toepassing gaan doch van socialis
tische zijde begint men nu reeds te roepen
dat de regeering van Zeeland den weg van
Dollfuss opgaat Dat is zeer zeker on
juist. Maar in deze tijdén, waarin de poli
tieke haat iedereen met een zekere blind
heid slaat, weet men niet waarheen het soms
kan gaan en hoe men soms de gebeurtenis
sen zal kunnen meester blijven. Het eene
incident lokt het andere uit en wanneer de
politieke tegenstellingen verbitterd worden,
dan is de politieke wijsheid naar de maan.
Bij de socialisten schijnt het nu niet al te
pluis te zijn wat de innerlijke eendracht van
de partij betreft. Het wordt hoe langer hoe
meer bekend, dat de eensgezindheid tus
schen ministers als De Man en Spaak eener-
zijds, en Vandervelde anderzijds, niet meer
bestaat. De Man en Spaak staren zich niet
blind op de communistische voorstellen tot
samenwerking, waardoor Vandervelde, de
oude voorzitter van de internationale, zich
als door een sirenenzang zou willen laten
bekoren. Nochtans heeft hij zich uitgespro
ken tegen een volksfront met de communis
ten indien de christen-democraten er niet
bij behooren. Spaak, die nog zoo lang niet
geleden tot den uiterst linkschen vleugel
van de partij behoorde, is nu naar uiterst
rechts gedrongen en hij heeft resoluut posi
tie gekozen, zeggende, dat men niet moest
beginnen met zich te verbinden met de
communisten maar met de democratische
krachten van de andere partijen, om het
democratische regiem te redden. Het volks-
Dank l^ KLOOSTERBALSEM komt
„'t Gebeurde door kokend heeie alleen
m(fn rechter hand wee geheel en el
wond. Ik was ten einde raad en huilde
van de ondragelijke pijnen. Mijn man
heeft mijn hand dadelijk verbonden
met Kloosterbalsem, welke we altijd
voor ons kleintje in huis hebben, kunt
er tich geen voorstelling van maken,
hoe dat ineens heerlijk verzachtte. Ik
geef O de heilige verzekering, dat ik
zelf verstomd sta over het wonder.
Binnen 14 dagen was mf/n hand weer
gewoon.- M§m ft u
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand-en snij won den
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bjj
Rheumatlek, spit en pt]nltfke spieren
Schroef dooi 85 et Potten: 62^ et en 1.04
front met de communisten, meent hij, vol
gens een rede die hij gisteravond op een ver
gadering van de Brusselsche federatie heeft
gehouden, heeft geen bepaald programma,
heeft slechts leuzen, terwijl de elementen
van uiterst links den hoogen toon voeren,
zonder dat zij zelf iets in de weegschaal leg
gen. Het is duidelijk, dat Spaak het tegen de
communisten opneemt en zij zijn niet wei
nig talrijk degenen die in Spaak den toe-
komstigen leider zien van rechtsche socia
listen, zij het dan al of niet afgescheurd van
de partij. Intusschen heeft de syndicale com
missie, waarin al de socialistische syndicaten
zijn vertegenwoordigd, zich tegen een volks
front met de communsten uitgesproken. Dat
is van groote beteekenis.
Binnen kort zal er een partijcongres wor
den gehouden, waarop de actueele vraag
stukken zullen ter sprake komen. Dit con
gres zou een keerpunt kunnen zijn in de ge
schiedenis van het Belgische socialisme, al
thans toch van groote draagkracht voor zijn
verdere toekomst in dit land.
Men kan, in verband met dit alles, moei
lijk stilzwijgend voorbij gaan het groote
congres dat door de katholieken werd ge
houden, te Mechelen, met een hoofdzakelijk
doctrinaal en godsdienstig karakter, maar
waarop toch krachtige taal is gesproken.
Dergelijk grootsch opgevat congres wordt
in België regelmatig om de 25 jaar gehou
den en alle hooge geeselijke autoriteiten
nemen er aan deel. De reusachtige deel
neming aan dit congres, en dit vooral door
de jeugd, heeft, ook op andersdenkenden,
een geweldigen indruk gemaakt. De rexis
ten, hoofdzakelijk katholiek, waren niet
aanwezig, doch het was verbazend vast te
stellen hoe op zoo'n korten tijd de katho
lieke organisaties, die door het rexisme wa
ren aangetast, zich zoo hebben weten te her
stellen. Op dit congres was de Vlaamsche
invloed zeer groot. Volgens de uitingen van
heel wat andersdenkenden zelf en bevestigd
door de verklaringen die op dit congres zijn
afgelegd, is deze katholieke massa als een
dam tegen avonturen in België. Van katho
lieke zijde zal men overigens niet nalaten
van den huidigen toestand gebruik te maken
om al de orde- en vredelievende elementen,
die prijs stellen op een centrum-politiek,
welke niet blind is voor de nieuwe eischen
van onzen tijd, maar zich ook niet wil laten
meesleepen naar experimenten waarbij de
vaste bodem onder de voeten verdwijnt, tot
zich te trekken. In afwachting kijkt men uit
naar de maatregelen van de regeering.
,,A1 weer zoo'n strooibiljet. AI weer
zoo'n stuk papier?"
Het zoontje speelt er mee! Dat 's 't nut,
o, winkelier!
Maar soms zou men er een men-
schenleeftijd lang op moeten
studeeren voordat men de oplos
sing zou vinden.
Sinds het schrift bestaat, heeft waar
schijnlijk ook het streven bestaan om
gewichtige geschreven mededeelingen voor
het oog van oningewijden onleesbaar te
doen zijn. Om dat te bereiken beschikt men
bijv. over de volgende methoden: men
stelt de feiten zoodanig te boek, dat het te
boek stellen als zoodanig voor buiten
staanders verborgen blijft, of: men maakt
gebruik van een geheimschrift. Oningewij
den begrijpen dan wel, dat er van een ge
schreven bericht sprake moet zijn, maar
ze kunnen den inhoud niet uit de schrift-
teekens opmaken. Men kan de beide me
thoden combineeren. De oude Egyptenaren
deden dit al. Zij schreven, zooals bekend,
niet in letters maar in lettergrepen. Hun
geschreven taal zou men een rebustaai
kunnen noemen. De oplossing van de rebus
was echter ieder, die lezen en schrijven
kon, bekend, zoodat we niet hierop doelen,
wanneer we over Egyptisch geheimschrift
spreken. Dit laatste bestond hierin, dat
de lettergrepen volgens een afgesproken
systeem verwisseld werden. Doch dit werd
niet voldoende geacht. Zij werden pas
opgeschreven, wanneer de papyrus om
een cylinder, voorzien van een bepaalde
spiraalfiguur, was gebonden. De randen
van de papyrus moesten op de uitsteken
de spiraal rusten. Rolde men daarna de
papyrus open, dan zag men slechts een
aantal verminkte en onherkenbare hiëro-
glphen, voornamelijk brokstukken. Alleen
hij, die eenzelfde model cylinder bezat,
kon de fragmenten weer op de gewenschte
wijze tot een geheel maken. Maar ook deze
tweede voorzorgsmaatregel achtte men nog
niet voldoende. Men schreef de hiëro-
glyphen met een bepaald soort inkt, die
onzichtbaar opdroogde en met een bepaal
de stof behandeld moest worden om weer
zichtbaar te worden. De buitenstaander,
die het geheime document in handen
kreeg, raakte dus in het bezit van een
schijnbaar onbeschreven blad. Slaagde hij
er in, de schriftteekens zichtbaar te ma
ken, dan begreep hij er niets van en mocht
het hem al luken, de spiraalfiguur te re-
construeeren, dan kon hy de thans op zich
zelf begrijpelijke lettergrepen nog niet tot
een zin herleiden.
Caesar vond een geheimschrift uit, dat
eeuwenlang voor onontwarbaar werd ge
houden. De mathematicus Alberti kwam
er echter in 1470 achter. Hij was systema
tisch te werk gegaan. Eerat had hij het
aantal verschillende teekens geteld, dat in
de geheime berichten van Caesar voor
kwam en stelde vast, dat dit overeenstem
de met het aantal letters van het Latyn-
sche alfabet. Dus moest ieder der teekens
met een bepaalde letter overeen stemmen.
Nu had hy al tevoren opgemerkt, dat de
letter e in het Latijn en in eenige andere
ABCDEFGHI(J)KLMNOP
DEFGH I JKL M NOPQRS
De J en de W zijn tusschen haakjes ge
zet, omdat ze soms met andere letters ver
wisseld werden. Het onderste alfabet is
het geheime alfabet. Caesar heeft dus
twee geheimschriften gecombineerd.
Een koopman te Berlijn had reden om
zijn dochter goed in het oog te houden,
daar hy haar den omgang met zekeren jon
geman had verboden, van wien zij hield.
Eens kwam een hem onbekend heer bij
hem op bezoek en deed hem zakelijke voor
stellen. De koopman voelde er niet veïl
voor, maar de heer sprak zoo lang, dat
hem althans werd toegestaan den volgen
den dag terug te komen. Tijdens het pra-
talen het meest voorkomt, bijzonderlijk
bepaalde uitgangen. Het teeken, dat h
vaakst in Caesars geheime berichten wkh
aangetroffen, zou dus de e kunnen zhn
Het betreffende teeken zag er ongeveer uit
als een n, maar zonder buigingen en zonder
haaltje van voren. Er kwam in de berichten
nóg een figuur voor, die eenigszins on
een n leek, nl. het eerste teeken, dat men
in het bovenste gedeelte van figuur 1 ziet
Deze figuur is intusschen niet recht*ti*eks
aan Caesar maar aan Alberti ontleend
want zooals de teekens in figuur 1 gecom
bineerd zijn, zal men ze tevergeefs bij Cae
sar zoeken. Alberti meende, dat het n-ach-
tige teeken wel eens de onderkant van de
Romeinsche letter R kon zijn. Hij werd in
die meening versterkt, doordat enkele an
dere teekens eveneens gemakkelijk al»
onderste helften van Romeinsche letters
herkend konden worden, bijv. het tweede
in figuur 1 boven: een halve O. Het boven
genoemde teeken, dat de e zou moeten
voorstellen, kon, wanneer alle door Caesar
gebruikte figuren onderste gedeelten van
Romeinsche hoofdletters zouden zijn,
slechts als gehalveerde H gekwalificeerd
worden. Alberti ging nu alle lettera aanvul
len op de volgens hem juiste manier. Het
resultaat was een onleesbaar brabbeltaal
tje. Een ander zou het er misschien bij ge
laten hebben. Alberti was echter niet al
leen een scherpzinnig maar ook een vol
hardend man, die zeker gedurende den
wereldoorlog tot de beste krachten van den
geheimen dienst zou hebben behoord. Hij
vond het eigenaardig, dat de combinatie
URPD (na zijn „restauratie") zeer veel
vuldig in de berichten voorkwam. Welk
woord van eventueel vier letters
wordt dikwijls in een geheim Romeinsch
document gebruikt? Weken lang brak Al
berti zich hierover het hoofd, totdat het
hem door het lezen in oude Romeinsche
wetboeken, waarin hij naar het woord
van vier letters zocht, duidelijk werd, dat
het 't woord ROMA moest wezen. URPD
moest dus Roma beteekenen. En inder
daad: zet men voor de U een R neer, voor
de R een O, voor de P een M en voor de D
een A, dan heeft men telkens een letter
vervangen door een, die vier plaatsen
vroeger in het alfabet voorkomt. Alberti
deed dit met alle door hem gevormde let
ters en kreeg keurig Latijn. Bij de A ging
het natuurlijk niet, maar het lag voor de
hand, dat de X door A werd aangeduid, de
Y door B en de Z door C, hetgeen uit het
onderstaande schema kan blijken»
QRSTUV (W) X Y Z
TUVWXYZ ABC
ten zat de heer nerveus figuurtjes te kras
sen in een vloeilegger. Het eerste gedeelte
van figuur 2 is 'n copie van die figuurtjes.
De dag daarop werd de bezoeker welis
waar weer in de wachtkamer gelaten, maar
de koopman liet melden, dat hij geen tijd
had. De heer vertrok. Den volgenden och
tend was de dochter, ieder minuut van den
dag bewaakt door particuliere detectives,
verdwenen. Twee detectives deeldeö mee,
dat ze den nacht tevoren volgens de regels
van de kunst gevloerd waren. De dochter
van den koopman was ontvoerd door twee
personen in een auto. Zij moest van de
komst der ontvoerders geweten hebben,
Uit het Engelscb
door HERMAN ANTONSEN.
28)
„We moeten nu eens wat dieper op de
zaak ingaan", zei hij. „Je bent verschrik
kelijk stom geweest, Irene. Om die brieven
zoo slordig in je slaapkamer op te bergen!
Waarom heb je ze niet in het wandkluisje
gestopt?"
„Omdat de lui het eerst in 'n kluis zoe
ken!"
„O, is dat je beginsel?.En daar komt
nog bij, dat lui van jouw slag veel te veel
vertrouwen in vuurwapens stellen. Ik ver
onderstel, dat je dacht, dat je kleine revol
ver bescherming genoeg was, niet?'
„Ik heb het gewoonlijk in mijn taschje",
zei ze.
„Maar vanavond heb je dat doodeljjke
toiletartikel liever thuisgelaten, omdat je
c bezoek ging brengen aan het hoofd
bureau ja, ja! Ik ben misschien wat
haastig in mijn oordeel geweest, Irene
Maar laten we nu zakelijk worden, miss
Llewes. Ik heb die brieven en een copie
van dat certificaat gevonden. Het is wel
overbodig, er op te wijzen, dat je spelletje
nu uiten verloren is".
„Het bezit van dieu noemt dat hier
immers „ducumenten"bevestigt uw
bewijs, is het zoo niet? Maar daarom kunt
u het gebeurde niet uit mijn geheugen
wegwisschen, ziet u? En het is meer dan
duidelijk, dat mijnheer Kirke er bijzonder
op gesteld is, dat ik mijn mond houd. Wat
zegt u daarvan?"
„Je hebt gelijk", zei Ellery.
„Moet ik daaruit opmaken", vroeg ze op
vertrouwelijken toon, „dat u me voorstelt
u te belooven, dat ik mijn mond zal houden?
Dat u me niet zult vervolgen?"
„Precies!" zei Ellery met een lichte bui
ging. „Dat wilde ik voorstellen".
„Dat neem ik aan!" zei ze koel. „Ik ben
nu eenmaal ontzettend dom geweest!"
„Wat moet die arme Kirke eronder ge
leden hebben", zuchtte hij. „Maar zeg
eenshoe kende je dien Parijzenaar zoo?"
„Ik kende hem slechts heel oppervlakkig".
„Heb je hem wel eens ontmoet?"
„Éénmaal. Hij zag er ongeschoren uit
beter gezegd, hij droeg een slordigen baard.
En hij was stomdronken, toen hij me die
papieren verkocht. Alleen bij die gelegen
heid heb ik hem gezien. Heel kort nog maar.
Alle voorafgaande onderhandelingen waren
per brief gevoerd".
„Hmm! Miss Llewes, u hebt het gezicht
van dien doode hierboven gezien", vervolg
de Ellery heel langzaam. „Kan die Parijze
naar dezelfde man zijn, die hier boven ver
moord werd?"
„Dat weet ik niet!" antwoordde ze gejaagd
zich op de lippen bijtend. „Zonder dien
baard En die baard verborg zoowat zijn
heele gezicht. Bovendien zag hij er indertijd
erg verslonsd en smerig uit... echt een
wrak. Maar onmogelijk is het niet".
„Zooik had gehoopt, dat u het met
meer zekerheid hadt kunnen verklaren,
miss Llewes. U weet het dus niet beslist?"
„Neen", antwoordde zij bedachtzaam. „Ik
kan het niet zeker zeggen, mijnheer
Queen".
„Dan zal ik maar afscheid nemen", zei
Ellery opstaande en zijn jas aantrekkend.
„Wel te rusten!O jadaar zou ik
nog iets vergeten!"
Hij liep naar den divan en greep het in
bruin papier gewikkelde pakje.
„De kostbare antiquiteiten van Donald!
Drommels, wat dom van me, dat ik die bijna
vergeten had!"
Ze werd lijkbleek.
„Wilt u zeggen", vroeg ze woedend, „dat
u van plan bent, die mee te nemen? Dief
dief, dat je bent!"
„Prachtig! Zoo'n nijdig gezicht staat u
heusch goed! Maar u veronderstelt toch
zeker niet, dat ik die dingen aan uw hoede
zou overlaten?"
„Maar dan heb ik niets meer over!"
snikte ze van woede. „En dat na zooveel
weken maanden en al die onkosten
Ik zal het vertellenik zal alles ver
tellen! Ik zal er de kranten in mengen. Ik
zal zorgen, dat het een publiek geheim
wordt!"
„En dan de rest van uw leven voor het
grootste deel achter leelijke, dikke tralies
doorbrengen? Tusschen grauwe muren, in
een muffe cel en met ruwe gevangenis-
kleeren en die zijn heusch ruw over
uw teere huid? Neeneindigde hij hoofd
schuddend, „daar zult u niet veel zin in
hebben!"
Ze liet zich op den divan vallen en snikte
heftig.
„Ga weg! Hier vandaan", schreeuwde ze
opeens. „Ga weg, of ik krab je oogen nog
uit!"
„Goeie genade, u maakt de buren nog
wakker!" spotte Ellery en ging na een vor
melijke buiging met het pakje onder zijn
arm weg.
In het Chancellor Hotel deed hij den
nachtportier uit zijn dommel schrikken,
door zelf naar de huistelefoon te grijpen.
„Hé daar!" riep de nachtportier. „Wat
moet dat? Weet u niet, dat het al half drie
is?"
„Politie!" zei Ellery gewichtig en dat
deed den man verbluft zwijgen.
„Bel mijnheer Donald Kirke op de twee en
twintigste even voor me op!" vroeg hij dan
de telefoniste, die nachtdienst had. „Ja,
het is heel gewichtig!" Hij wachtte onder
het fluiten van een vroolijk wijsje.
„Wie daar? O, Hubbelben jij het?
Met Ellery Queen... Ja, man Queen,
is meneer Donald thuis?Nou, haal hem
er dan uit!.Ah zoo, Kirkeja, met
Queen. Neen, neen, heelemaal niet erg...
ik heb juist razend goed nieuws voor je
Je zult er blij om zijn, dat ik je heb wak
ker gemaaktIk heb iets voor je bij
wijze van verlovings-cadeautje Neen, ik
zal het hier wel beneden voor je achterla
ten. En laat ik je zeggen, dat al je moeilijk
heden nu voorbij zijn. Die over M., weet
je??... Ja... schreeuw me niet doof. ouwe
jongen. En wat I. L. betreft, die is voor goed
gekortwiekt. Die zal je niet meer lastig
vallen. Blijf haar als een zoete jongen uit
de buurt en wijd al je aandacht aan een
zekere dame, die naar den naam Jo luis
tert! Bof-beest, dat je bent! Slaap wel,
hoor!"
Grinnekend gaf Ellery het pakje bij den
portier in bewaring en liep het Chancellor
Hotel uit, waggelend van oververmoeid
heid, maar inwendig gloeiend van vreugde
over zijn goede daad, die zoo uitstekend
gelukt was. Hij deed zijn vader en hun
huisknecht verdomd staan door aande
ontbyttafel te verschijnen, op het bijzonder
„Ik kan gelukkig rapporteeren dat iv
0nVHmeeA1 SUCCeS heb gehad"' Zd hÜ'
ov'ër je w "U wUt bellen, waar-
Het komJ in\ ?,SnaP ik je m'sschien!"
„Het komt m het kort hierop neer" /ei
„En op die maniereindiade hu
h w Z,e zelfs den buit, dien ze Kirke af'
andig had gemaakt, terug moeten geven"
"Het verwondert me werkeliik hI.
snugger genoeg bent eew««t je
denken" ,rZi.T «eweest, daaraan te
f»romd6 de inspecteur u0* i
voor den dag met die papie^n™ g8UW
„Het is misschien beter dat
ziet", zei Ellery. „ik kan'uwel» v"telï£
wat er in staat en dan behoeft u het niet
als uw plicht te gevoelen, zoo'n jammerlijke
geschiedenis aan het licht te brengen, die
beter stil blijft".
„Wat 'n verwaande knul ben je toch!"
bromde de inspecteur. „En ik dacht nog al,
dat je me zou helpen. Enfin, vertel dan
maar op".
„Maar blyft het dan onder ons? Zult u
het tegen niemand vertellen en zorgen, dat
het niet uitlekt, zoodat de kranten zich er
van meester maken?"
„Jongen, dat moet wel iets heel bijzon
ders zijn", spotte de inspecteur. „Kom nou,
vooruit ermee!"
Ellery trok een paar maal aandachtig aan
zijn sigaret.
„Het gaat over Marcella Kirke", zei hij
dan. „Het is een droeve historie en net een,
die zoo'n harpy als miss Llewes tot haar
voordeel tracht aan te wenden. Marcella is
niet zoo jong, als ze er uit ziet. Ze heeft
meer ondervonden, dan u denkt. Toen ze
nog heel jong was, zooiets van zeventien,
kreeg ze kennis aan een man, die Amerika
uitgezet was en het grootste deel van zijn
tijd in Parijs doorbracht. Echt zoo'n roof
gier. Op een reis naar Engeland ontmoette
ze hem, werd verliefd en liet zich overhalen
met hem in het geheim ergens in Londen
te trouwen. Daarna gingen ze samen °P
reis, zonder iemand te laten weten, waar ze
zaten. Het was dien kerel natuurlijk om het
geld van de familie Kirke te doen. Na een
jaar liet hij haar met haar kindje aan haar
lot over en hervatte zijn vroegere leven van
uitspattingen. In haar nood wendde ze zic^
tot haar broer Donald, die naar haar toe
kwam en na vele en moeizame nasporing
ontdekte, dat het huwelyk ongeldig wa*
omdat de papieren van dien Kullinan n
in orde waren geweest. Daar wist Mare»
niets van af. Kullinan, die bang was, na
hy in de gevangenis terecht zou komen,
het geval uitkwam, beloofde, dat hij het ga-
heim zouden houden.