VOORLEZEN
Quadecutciek
PROFESSOR SLIM EN ZOON
18. Lf4 Dc8
14. Tfdl 0—0
FIETJE WAS NIET WEER ALLEEN
Raadselhoekie
KLEURPLAATJE
-fiaxaj
xxixxx
xxxxxx
JAAP EN JET
BERENBAL
DE FAMILIE POEZEKAT GING VERHUIZEN
Tegen h3 gericht
Beter Kh2 en Pbd2 voor wit.
15. Pd4: Lh3:
Wie a zegt, moet ook b zeggen. Nog
was Kh2 beter.
16. Pc6: bc6:
17. Lh3: Dh3:
18. Df3 Pg4
Wit dacht een remisestand bereikt te
hebben. Zwart demonstreert zeer
fraai, dat dit niet zoo is.
19. Pc3 f5
Wit kan niets doen, om de storm te
weren.
20. Dg2 Dh5
21. Tel Lc5
Elke zwarte zet is een dolksteek.
22. Pdl g5
23. Le5 Tad8
Dreigt Tdl: en Lf2:f.
24. Lc3 Tdl:
25. Tadl: Lf2:f
26. Kfl Lel:
27. Tel: f4
Weer een klap.
28. gf4: Tf4:t
29. Kgl Ph2
30. Te3 Tflf
Na Dh2: volgt Tg4f, Khl. Th4. Maar
ook nu verliest wit de dame.
31. Dfl: Pfl:
32. Kfl: Df7f
33. Kg2 Dc4:
34. Te7 Dd5f
35. Kh3 h5
De zwarte pionnen winnen.
Opgegeven.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Kleine Pietje, in zijn bedje,
Keek graag 's avonds naar de maan
Blij was hij, als hij zijn vriendje,
Keesje Bollewang, zag staan!
'tWas dan, of het lachend ventje
Ook naar onzen Pietje keek.
Juist voor 't eerst zag Piet hem staan
weer
Na een donk're regenweek.
D'and'ren dag ging Piet logeeren
Bij zijn Tante in de stad.
Voor het eerst alleen! Wat prettig
Vond het kleine ventje dat!
Overdag ging het uitstekend;
Tante was heel lief voor hem.
Maar.... des avonds in zijn bedje
Miste Pietje Moeder's stem!
Dikke waterlanders rolden
Langs zijn beide wangen neer
En hij kon het heusch niet helpen!
Moeder! riep hij telkens weer.
Tante kwam vlug aangeloopen,
Zei: Maar Pietje, heb je pijn?
Nee? Vertel mij dan eens even
Je verdriet. Wat kan het zijn?
Pietje kon geen woorden vinden,
En hij snikte al maar door!
Tante dacht: Och, ik begrijp 'twel,
'n Beetje heimwee is het, hoor!
En ze zei: Maar, kleine Pietje,
't Is bij mij toch prettig, zeg!
Kom, veeg als een flinke jongen
Eén, twee, drie! je traantjes weg!
Klaar, Piet? Jij moest eig'lijk lachen,
Kijk eens even naar de maan!
Daar zag Pietz ij n e i g e n
vriendje,
Keesje Bollewang heusch
staan.
(Nadruk verboden).
Oplossing der raadsels uit het
vorige nummer.
Voor grooteren.
1. Oldenzaal. Zool, Londen, aan, zoel, aal.
2. Waarop staan Co Nans en Bep eigen
lijk te wachten? (Ancona).
Moeder zal To na vier uur zelf uit
school halen. (Altona).
Oma lag achter in den tuin op een
ruststoel. (Malaga).
Deze jurk is te mooi voor eiken dag.
(Orel).
Behalve de gewone gaven kwam er
dit jaar ook veel geld voor de ar
men. (Onega).
(Nadruk verboden).
Onze Tweede Septeniber-Opgave.
Een Kruis-lettergreep-puzzle.
Een puzle, die gezien de vele verzorgde
antwoorden, zeer in den smaak is gevallen.
Wij laten het geheel ingevulde diagram
hieronder volgen:
Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der Sep-
tember-serie).
De vermenigvuldiging der éénen.
In de volgende vermenigvuldiging van
2 getallen van vijf cijfers (samen de cij
fers van 0 tot en met 9) zijn alleen de
cijfers 1 aangegeven.
X 1 XXX
XXXXX
1XXIXX
1 XXX 1 X!
1 XXXXXXXK*!
Gevraagd wordt deze som geheel volle
dig in te zenden.
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig
mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 25 Sept
12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de
Alkmaarsche Courant.
OPLOSSING VAN DEN REBUS
UIT HET VORIGE NUMMER.
Beter te hard geblazen dan de mond
gebrand. M
(Nadruk verboden).
Doorn, Spijk; Doornspijk.
P
g e
S i t
L s t
H a a
T i
h
L
ii n
s t e
t a r d
e r b e
riem
b e r
e k
s
Lijsterbes
1.
Voor kleineren.
R
E
E
E
D
E
E
M
2. Kip, pik.
3. Hans, gans.
Een braam.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren:
1. Mijn eerste is een jongensnaam, mijn
tweede een Fransche vinger en mijn
geheel een lekker taartje.
2. Van een stad in België werden begin
en einde verwisseld, waardoor een
diepte ontstond. Hoe kan dat?
3. Mijn geheel wordt met 12 letters ge
schreven en noemt een deel van ons
land.
Een 6, 2, 3, 7 is timmergereedschap.
5, 2, 4, 8 is een meisjesnaam.
Een 12, 8, 10, 4, 12 is een lekkernij.
2, 5, 2, 3, 7, 11 is een dorp in Drente.
Een 5, 2, 3, 7, 1 kan leeltjk steken.
Een 9, 3, 2, 12 is een vaartuig.
4. Verborgen deelen en onderdeelen van
planten.
Oma zei: „Ik kijk eiken dag naar je uit,
als je naar school gaat".
Heeft tante Greta koorts of is ze weer
beter?
Hij maakte, dat hij wegkwam, toen er
flinke klappen werden uitgedeeld.
Dat staat vast: Amsterdam slaan wij
niet over.
Voor kleineren:
1. Welke bloemen bloeien niet?
Zijn soms gauw verdwenen?
Als het warm is, zijn z' er niet.
Heeft de zon geschenen
Op die bloemen, ja, dan is
't Gauw met hen gedaan,
Maar als 't koud, kunnen ze
Lang soms blijven staan!
2. Welke muizen kunnen vliegen en zijn
toch grijs?
3. Op de zig-zag-kruislijn komt van boven
naar beneden gelezen, de naam van een
dorp in de prov. Utrecht.
Xle rij een dans.
X 2e rij een vaartuig.
.X 3e rij iemand, die dicht bijwoont,
X 4e rij een kleur.
X 5e rij een lichaamsdeel.
X 6e rij een meisjesnaam.
X 7e rij een boom.
X 8e rij een voedzame drank.
X 9e rij een voorwerp waarmee ge-
X geten wordt.
10e rij het tegenovergestelde van
zaam.
4. Welke jongensnaam verandert in een
maat, als hij een anderen bol krijgt?
(Nadruk verboden.)
Achter Moeders huisje
Spelen Jaap en Jet
Altijd een tijdje samen,
Hebben dolle pret.
Eind'lijk gaat 't vervelen,
Jaap wordt lastig en
Wil zich 't liefst verstoppen
In de kippenren!
Jet wil Moeder roepen,
Zij bedenkt zich nog,
Want ze zou van broertje
Niet graag klikken toch!
Gaat dan naar haar poppen,
Zingt ze zacht in slaap.
Maar met poppen spelen,
Is heusch niets voor Jaap!
Jaap is toch een jongen,
Al vindt Jet hem klein!
Eensklap roept hij oolijk:
Mag ik Vader zijn?
Jet klapt in de handen;
Nu wordt het pas goed!
Achter Moeders huisje
Spelen ze weer zoet.
CARLA HOOG.
(Nadruk verboden.)
Mijn Beri speelt piano,
Ik leer 'them met één hand,
Want aan dat vrees'lijk harde
Heeft Moeder zoo het land.
Hij speelt al leuke wijsjes
En Broertje's beertje, Ted,
Kan er zoo mooi op dansen,
Wat heeft hij dan een pret!
Maar 'k zeg; Het moet om beurten»
Ted moet ook spelen, hoor!
Ik leer 't hem, want daar ben ik
Piano-juffrouw voor!
We geven een partijtje;
't Wordt een echt berenbal,
En weet je, als Moes 't goed vindt,
Waar 'k op trakteeren zal?
Op lekker zoete honing,
Daar houden beertjes van!
Wie is er niet tevreden,
Als hij zoo smullen kan?
(Nadruk verboden).
Zeg, kom je ook op 't feestje?
Natuurlijk m e t je beer!
Geef j ij dan een partijtje
Eens op een and'ren keer?
DE LILLE HOGERWAARD.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
De familie Poezekat
Ging onlangs verhuizen.
Hoe de nieuwe woning heet?
In de Zeven Muizen!
't Oude huis beviel niet meer,
Sinds twee groote honden
Overdag en soms zelfs 's nachts
Steeds te blaffen stonden.
Vader Poezekat heeft schik
In zijn nieuwe woning
En hij voelt zich 't is heusch waar!
Minstens wel een koning!
Moeder roemt haar daktuin steeds
't Is een paradijsje!
En ze neuriet onder 't werk
'n Vroolijk poesewjjsje.
O, wat wonen wij hier fijn!
Mauwen Poezekatjes:
Kleine Miesje, Grijs en Tom,
Bengels, maar tochschatjes!
Moeder wil uit blijdschap zelfs
Een partijtje geven.
Buren worden fluks gevraagd,
Nichtjes en ook neven.
't Wordt een heerlijk daktuinfeest.
Een echt poesepretje,
Moeder zegt: Verhuizen geeft
Nog eens een verzetje!
(Nadruk verboden.)
189. Professor Slim bleek net zoo nieuwsgierig als ziin
zoontje en stak ook zijn hoofd in een nest. Het gevolg
was natuurlijk precies hetzelfde en het kostte de men-
schen veel moeite, het tweetal van de nesten te bevrij
den.
190. Professor Slim ontdekte nog veel meer soorten
?enil,Een daarvan waren de graafbijen. Deze maakten
een klein gangetje in den grond en kropen er in om er
te wonen en er hun eitjes te leggen.