De monetaire politiek in het buitenland. Dankwoord der Vorstelijke Verloofden. pe Fransche Kamer debatteert over de politiek der regeering. Felle aanvallen op de regeering. ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 29 SEPTEMBER 1936 DE DEBATTEN. Na de devaluatie van den franc. Prinses Juliana en Prins Bernhard spreken voor de radio. De vele gebeurtenissen op politiek terrein, waaronder wy dan deze keer willen verstaan de beraadslagingen in Genève, de Chineesch-Japansche kwes ties, de burgeroorlog in Spanje en vele andere, worden sinds Zaterdag geheel verdrongen door de valuta-vraagstuk ken, die belangrijker dan ooit zijn ge worden. Belangrijker dan ooit, omdat de monetaire politiek van voorheen meestal een eigen karakter had van het betreffende land zelf, en thans een geheel en sterk internationaal karakter heeft gekregen. Men weet het: Engeland verliet den gou den standaard en niemand dacht er aan, dat andere landen onmiddellijk zouden volgen. Toch kreeg Engeland meer landen aan zijn ijjde, zooals Amerika en België. Maar er was nog altijd een sterk blok, dat den gouden standaard handhaafde, n.L het goudblok FrankrijkZwitserlandNederland. In al deze landen hebben de verschillende regee ringen zich steeds vastgeklamd aan den gouden standaard en in alle toonaarden be zongen, dat zij hun monetaire politiek zou den handhaven. En alle drie zijn ze van hun standpunt af geweken, plotseling en vrijwel onverwacht. Het begon met Frankrijk, welks regeering nog niet zoo heel lang geleden openlijk ver klaarde, den gouden standaard te zullen blijven handhaven en ter zelf dertyd de Franschen aanspoorde, om in tet teekenen op een nieuwe staatsleening. En zooveel ver trouwen had die regeering, dat de arbei dersbonden zelfs teekenden voor belang rijke bedragen! Hoe dat vertrouwen beschaamd is gewor den, is nu al bekend, maar toch mogen wij nog wel verwijzen naar wat onze Parjjsche correspondent ons schrijft. De Fransche Kamer en de monetaire politiek. Het is natuurlijk niet mogelijk, om in een beperkte ruimte alles mede te deelen, wat er zich heeft voorgedaan in de diverse landen en zelfs moeten wij een beknopt resumé weergeven van de besprekingen in de Fran- Khe Kamer. Men weet reeds, dat de Fransche Kamer gistermiddag het monetaire wetsontwerp terug wees naar de financieele commissie en toen pauzeerde. Na heropening van de vergadering zeide de socialistische afgevaardigde Bonnet, dat zijn fractie altijd gestreden had tegen de devaluatie. Hij zeide niet te gelooven, dat de minister tegelijkertijd de uitgifte van de schatkistbons voorbereidde en een devalua tie. Devaluatie beteekent een brute verbre king van contracten en verbintenissen en het is de middenstand die er het meest van te leiden heeft. Met betrekking tot de instelling van de glijdende schaal voor de loonen zeide Bon net, dat de regeering hiermede erkende dat een verhooging van de prijzen onvermijde lijk was en dat zij daarmede de mislukking van haar operatie eveneens erkende. Als men uitzonderingen maakt voor bepaalde groepen dan zullen andere groepen daar de gevolgen van moeten dragen. De midden stand, de landbouwers en de kleine bezitters zullen het zwaarst getroffen worden. Ver volgens wendde Bonnett zich tot Blum en vroeg zich af, wat de bedoeling van den pre mier was, nu hij afstand deed van de leer van zijn partij. Bonnet eindigde zijn rede met zijn onge rustheid uit te spreken over den verderen gang van zaken. Oud-minister Reynaud spreekt. Na Bonnet kreeg de vroegere minister van financiën Paul Reynaud, van den onafhan- keljjken links-radicalen vleugel der repu blikeinen, het woord. Hij zeide de devalua tie te betreuren. Er was echter geen andere uitweg en wij hebben thans onze laatste kaart uit te spelen. In alle deelen van de wereld is er tot devaluatie overgegaan en bier kan men Frankrijk dus moeilijk iets verwijten. Wat de regeering zich wel kan verwijten, is, dat zij altijd verklaard heeft niet tot devaluatie over te zullen gaan. De Werkloosheid nam toe en de regeering zag zich genoodzaakt de feiten onder het oog te zien. Het tekort van de begrooting zal 25 mil- liard zijn en daarom moest de regeering tot devaluatie overgaan. Indien de regeering ziet, dat de eerste verwachtingen van haar devaluatiepolitiek uitkomen, dan is er alle reden tot hoop. Ik zal, aldus spr., de verantwoordelijkheid voor een devaluatie op mij nemen, maar ik zal vóór of tegen de regeering stemmen al naar gelang haar verklaring zal zijn. Zult sli u laten leiden door uw politiek van gis teren of zult ge het voorbeeld volgen van de vijftig andere landen in welke de deva luatie geslaagd is. (Applaus van rechts.) Reynaud stelde met nadruk vast, dat door bet samengaan van de drie groote democra- lioche mogendheden het maatschappelijke «h economische leven van deze drie landen Seen groote verschillen toelaat. Indien gy «en politiek voert, die niet te vereenigen is jnet die van de regeeringen, w/an^e. g'Jt een accoord gekomen zytdan uw partners. Uw overeenkomst houdt een samenwerking in van dag g' OP zekeren dag ook opgezegd kan worden ^dien opzegging volgt, wat zal dit dan nu mede brengen? Gii moet geen andere maatregelen nemen, gevolgd zijn in Engeland of m de Ver. Staten. Welnu, in uw wetsontwerp stelt gy v«o te voren vast, dat de kosten van het le vensonderhoud zullen toenemen, m.a.w. gy kondigt het oploopen der prijzen aan. Er Kan geen sprake zyn van een devaluatie van links of van een devaluatie van recht, doch slechts van een geslaagde of van een mis lukte devaluatie. Uw maatregelen hebben misschien edel moedige bedoelingen, maar ik oefen er cri- tiek op uit om hun economische gevolgen en met name omdat gij door de glijdende scha len een oploopen van de prijzen van tevo ren vastlegt. Waarom geen rekening te hou den met hetgeen in andere landen gedaan is? De devaluatie mag voor u geen aanlei ding zyn, om een verderfelijke politiek voort te zetten. De devaluéftie is onze laat ste kaart, zal zij ons succes brengen of niet? Verandering moet er komen en daarom stel ik aan het parlement de vraag: zal Frankrijk het eenige land ter wereld zijn waar de de valuatie mislukt is? Na de rede van Reynaud werd opnieuw een pauze gehouden van een half uur. Auriol verdedigt het wetsontwerp. Na de heropening van de zitting nam de minister van financiën, Vincent Auriol het woord. Hij begon met eenige opmerkingen te maken aan het adres van de oppositie, en gaf vervolgens een uiteenzetting van den ontredderden toestand, waar het economi sche leven in was geraakt als gevolg van de economische wereldcrisis. Hij bracht de wanverhouding tusschen de productie en het consumptievermogen in herinnering, die mebracht, dat de wereldprijzen werden te ruggebracht tot beneden die van voor den oorlog. In Frankrijk werd te goeder trouw een deflatiepolitiek gevoerd. Dit nam niet weg, dat het economische leven de kwade gevolgen ondervond en dat het begrootings- tekort steeg tot zes milliard. De schatkist werd uitgeput en pogingen om aan geld te komen mislukte, de vlottende schuld die na 28 verdwenen was, steeg weer tot 64 mil liard franc. Frankrijk was wat zijn finan ciën betreft ingesloten in een bankschroef. Op het oogenblik dat de regeering naar besluit van devaluatie nam, waren in de schatkist nog meer dan acht milliard frank aanwezig, waarover de staat kon beschik ken. Het geschiedde dus niet onder den drang van de noodzakelijkheid. Naar aanleiding van de perscommen taren, die wilden, dat de monetaire en tente Frankryk was opgedrongen, zeide Auriol: De overeenkomst, gesloten door de drie groote bevriende mogendheden, werd geïnspireerd door de groote be zorgdheid voor de economische orde er. den internationalen vrede. Wjj zyn er trotsch op, dat het geheim der onder handelingen zoo goed bewaard is geble ven. De leening, die de Fransche regeering kort geleden heeft aangegaan, was noodza kelijk om tydens de onderhandelingen het Fransche crediet veilig te stellen. Ik ben er van overtuigd, dat de handel, de landbouw en de industrie alleen maar te winnen hebben by de overeenkomst. De toestand wykt zeer af van dien van voor 1928. De deviezen zyn herleid met betrek king tot de wereldpryzen. De huidige ope ratie influenceert de binnenlandsche prij zen niet, gelijk de deflatie dat deed. De zitting geschorst. Na de hervatting van de Kamerzitting om half tien werd het woord gevoerd door den onafhankelijk-republikeinschen afgevaardig de Fernant Laurent, die de monetaire opera ties der regeering critiseerde. Niet de tech nische positie van Frankrijk, aldus spr., heeft de regeering er toe gebracht, de munt te devalueeren, doch de onmogelijkheid om een in evenwicht zijnde begrooting in te die nen. Na Laurent spraken de tot de oppositie behoorende oud-minister Thellier en de ra dicaal-socialist Rethore. De Kamerleden werden rumoerig en daar het tumult voortduurde, schorste voorzitter Herriot de zitting om 11.05 uur, om die la ter weer te heropenen. Nadat talrijke afgevaardigden op beëin diging der discussies hadden aangedrongen, stemde de Kamer te 1 uur door handopste ken voor sluiting der algemeene behande ling van het monetair ontwerp. Daarop ontspon zich een debat over een ingediend verzoek om artikelsgewijze stem ming over het ontwerp, waartoe tenslotte met 344 tegen 246 stemmen besloten werd. Het wetsontwerp aangenomen. Na de debatten heeft minister Blum een rede gehouden en de maa.tregelen van de regeering verdedigd en toen volgde de stem ming. De Kamer nam het geheele wetsontwerp aan met 350 tegen 221 stemmen. (Van onzen correspondent.) Parys, 27 September. De Parij zenaars, die hun vacantie lang plegen te rekken, en die daarom pas op het eind van deze maand aan het terug komen zyn, hebben op het oogenblik dat ze hun normale leventje weer dach ten te gaan hervatten een onaangename verrassing gekregen. Hun munteenheid, de franc, ondergaat een nieuwe amputa tie, die hem van de vier sous van vroe ger, dien hjj sinds Poincaré waard was, tot onder de drie sous terugbrengt. Het bericht daarvan, dat voor velen als een donderslag uit een helderen hemel ge komen is, heeft hier aanvankelijk groote nervositeit gewekt. Dat komt omdat de pers tot voor nog betrekkelijk korten t(jd een devaluatie is blijven voorstellen als een van de grootste rampen, die Frankrijk maar zou kunnen treffen. Het zou ongetwijfeld ver standiger zijn geweest er het publiek een beetje meer op voor te bereiden, maar de verkiezingen hadden dezen maatregel zoo ondubbelzinnig veroordeeld, dat de linksche meerderheids-bladen huiverig waren ervan te reppen, terwijl men rechts al zijn best deed om als devaluatie noodig worden mocht de tegenwoordige regeering daarvan al het odium te laten. Zoo overviel de beslissing het groote publiek geheel onvoorbereid, en was de zenuwachtige spanning om hetgeen er gebeuren ging, die Vrijdagavond en giste ren hier geheerscht heeft, buitengewoon groot. Het onbillijke van het geval te, dat de groote kapitalisten, die overal hun voel horens hebben, het onvermijdelijke al lang hadden zien aankomen, en dienovereen komstig hun maatregelen hadden genomen. Er zijn sinds maanden groote bedragen aan kapitaal naar het buitenland uitgeweken, en daar in buitenlandsche munt in banken ge deponeerd. Voor zoover ze in ponden, dol lars en Belga's verwisseld waren, schijnen ze door de nieuwe muntverzwakking weinig gedeerd te zyn, terwijl zy die den Zwitser- schen franc of den Hollandschen gulden ge kozen hebben, er bekaaid afkomen. We staan dus voor een „Umwertung aller Wer- ten", die vérstrekkende gevolgen zal heb ben, en veelal het contrast tusschen rijken en armen nog grooter zal maken dan het reeds was. Vreemd gebaar van de regeering. Er bestaat na het gebeuren een verklaar baar streven er de regeering een ernstig verwijt van te maken, dat ze tot dezen maatregel is overgegaan, na tot het laatst te hebben volgehouden, dat ze dat niet zou doen. In de ministerieele verklaring, die de heer Léon Blum begin Juni in de Kamers heeft voorgelezen, werd met onmiskenbare zelfingenomenheid verklaard, dat dit kabinet niet met dergelijke oneerlijke dingen aan komen zou, en die houding is de regeering blijven aannemen, ook toen ze zich er zelf al rekenschap van moet hebben gegeven, dat ze haar woord niet houden kon. De leening, waarvoor zooveel reclame gemaakt was, en waarop het inschrijven als een daad van vaderlandsliefde en democratische gevoelens was voorgesteld, zoodat dan ook alle moge lijke arbeiders-organisaties er flinke bedra gen van genomen hebben, is pas enkele dagen geleden gesloten. Degenen die heb ben ingeschreven lijden thans groote scha de, zooals allen die effecten bezitten die een vaste rente geven, en in hun misnoegen daarover steken ze niet onder stoelen of banken, dat ze zich als slachtoffers beschou wen van een ware oplichting. Omdat er onder die inschrijvers zooveel „kleine luy- den" zyn, heerscht er dan ook een alge meene verslagenheid. Nu moet ter verdediging van Blum en zijn medeministers worden aangevoerd, dat ze nog lang gehoopt hebben er zonder nieuwe muntverzwakking af te kunnen komen, en er waren in het ministerie zelf zooveel tegenstanders daarvan, dat toen Vrijdag de ministerraad begon, het volstrekt nog niet zeker was, dat tot devaluatie zou worden be sloten. Alleen is het onbegrijpelijk, dat niet alle machthebbers van het oogenblik hebben ingezien dat de politiek die zij volgden noodzakelijkerwijze hiertoe leiden moest. De enorme opdrijving van de staatsuitgaven van de laatste maanden, waarvoor geen nieuwe baten gezocht werden anders dan in het steeds maar weer vergrooten van de schuld die de staat by de Banque de France had, en tegen welker toenemen die bank, na de wij zigingen in de samenstelling van zyn be stuur gebracht, zich niet meer verzetten kon, liet geen anderen uitweg meer. Weger.s haar Volksfront-karakter aarzelend om zich tegen de telkens nieuwe eischen van de menigte te verzetten, heeft het kabinet zelf deze nieuwe amputatie van den franc onver mijdelijk gemaakt. V erontwaardiging. Daarom is er vooral in gematigde kringen een storm van verontwaardiging opgestoken tegen de voorstelling, die Blum in zijn uitin gen van gisteren tegen de journalisten van de gevallen beslissing gegeven heeft. Het heet daarin, dat men te doen heeft met een „alignement", een internationale aanpassing van de munteenheden aan elkaar en als be wijs daarvan wordt de overeenkomst geci teerd, die met de Engelsche en Amerikaan- sche regeeringen is aangegaan en die blijkt uit de gemeenschappelijke verklaring, giste ren bekend gemaakt. Maar wie die verkla ring op den keeper beschouwd, kijkt al gauw door deze verklaring heen. Gold het een „alignement" dan moesten Engeland en de Ver. Staten zich verbinden hun eigen munt op de tegenwoordige waarde te houden en die niet verder te verzwakken. Een derge lijke verplichting hebben die landen in het geheel echter niet aangegaan en ze bepalen zich er toe in vrij vage bewoordingen te be loven, dat ze het Fransche experiment niet zullen belemmeren, voor zoover de zorg voor hun eigen belangen dat toelaat. Dit be wijst dat in strijd met alle beweringen, we wel degelijk te doen hebben met een Fran sche devaluatie, die onvermijdelijk gewor den was, maar die in het geheel geen inter nationaal karakter vertoont. Zooveel over den aard van den genomen maatregel. Iedereen vraagt zich thans na tuurlijk vol ongerustheid af, welke gevolgen hij zal hebben. Die gevolgen zyn van betee- kenis op tweeërlei gebied: het financieele en het politieke. Financieel gesproken brengt de deva luatie aan den Franschen staat de ge bruikelijke verlichting, ten koste van zijn schuldeischers. Maar vrijwel alle competente beoordeelaars zijn het er Prinses Juliana VGravenhage, 29 September. Hedenmiddag om kwart voor één hebben prinses-Juliana en prins Bernhard voor de radio een dankwoord gesproken voor de overstelpende bewijzen van belangstelling bij Hun verloving ondervonden. Het eerst sprak prinses Juliana als volgt: Ingezetenen in alle deelen des rijks, gij allen, die op deze wijze met onze verloving hebt medegeleefd, zooals gij hebt gedaan. Ik heb my nooit nog zoo verrassend dicht bij een ieder, die ik nu aanspreek, gevoeld, als in dezen tijd van vreugde, die gij met ons gedeeld hebt, en dat in 't bijzonder door op zulk een mensche- lijke, broederlijke en zusterlijke wijze mee te leven in ons geluk. Er zijn hier door banden gelegd, die van onvergan kelijke hoedanigheid zyn. Wij hebben verbijsterd van ontroe ring gestaan en dat talrijke malen opnieuw over de afmetingen, die de algemeene vreugde, juist over ons per soonlijk geluk, heeft aangenomen. Een schooner welkom had ge waar lijk nooit mijn aanstaanden man kun nen bereiden. Mag ik langs dezen weg tevens mijn dank betuigen voor de ontelbare schrif telijke en telegrafische gelukwenschen, die wy samen, of ik alleen, ontvingen. Gaarne zouden zy ook schriftelijk be antwoord zyn, indien het mogelijk was geweest, doch dit geeft my het voordeel, u persoonlijk te kunnen toespreken en mijn dank te uiten voor de bewoordin gen, waarin uwe wenschen waren ver vat en waarin wij de hartelijkheid, die ze had ingegeven, zoozeer hebben ge waardeerd. Wanneer ik thans een woord van dank tot u moet richten, kan ik alleen zeggen: ik dank u, dat gij ons zoo ge- Prins Bernhard lukkig hebt gemaakt De gloedrijke glans, waarmee gij onzen verlovingstijd hebt beschenen, zal onze herinneringen steeds blijven overstralen. Dankwoord prins Bernhard. Hierna dankte prins Bernhard met de volgende woorden: Ook my is het een behoefte persoon lijk uiting te geven aan de dankbaar heid, waarvan ik vervuld ben, voor de overstelpende bewijzen van deelneming van het Nederlandsche volk in ona groote geluk. Talloos zijn de gelukwenschen, die wij mochten ontvangen van openbare li chamen, corporatiën, vereenigingen en particulieren. Het is welhaast ondoenlijk ieder afzonderlijk te bedanken. Ik moge daarom mondeling aan allen mijne diepgevoelde erkentelijkheid uitspreken. Het is misschien minder formeel, maar het gesproken woord heeft toch altijd het voordeel rechtstreeks van hart tet hart te gaan. Mag ik mij dan van schriftelijke dank betuiging ontslagen rekenen, dan zou ik nu gaarne aan den arbeid gaan en mijne economische studiën voortzetten over de belangen van Nederland en speciaal zijn overzeesche gewesten. Ik zou daarbij een vriendelijk beroep willen doen, met name op de ingezete nen van Amsterdam, om by dien arbeid geen notitie van my te nemen en mij als ieder ander, rustig en ongestoord aan mijn dagelij ksch werk te laten gaan. Als gij mij hierin ter wille zyt, zal ik een nieuwe reden tot dankbaar heid jegens U hebben. Heruitzending door de A. V. R. O. De A. V. R. O. zal hedenavond na de uit zending van de nieuwsberichten door het A. N. P., om 20.05 uur een heruitzending geven van de rede van H. K. H. prinses Juliana en van die van prins Bernhard. over eens, dat die verlichting onvol doende is om het ryk uit zijn financieele moeilijkheden te helpen. Men schat het bedrag, dat de Fransche Staat aan de Banque de France schul dig is op meer dan dertig milliard francs. De meerwaarde van 25 a 30 die uit de muntverzwakking voortvloeit, zal op zijn hoogst een bedrag van zestien mil liard opleveren. Daarvan moet tien mil liard gereserveerd bly ven voor een fonds dat dienen moet om den franc op zijn nieuwe waarde te handhaven. Er blijft dus maar een zestal milliarden voor schuldderving over en dat is betrekke lij i: maar een heel klein beetje. Daarbij komt dat voor het land, voor de particulieren, voor de productie, voor den buitenlandschen handel de voordeelen die een goedkoopere franc brengt, beperkt zul len blijven. Om de communisten met de devaluatie te verzoenen, heeft de regeering hun moeten beloven, dat een z.g. „glijdende loonschaal" zal worden ingevoerd, volgens welke de loonen telkens zullen moeten wor den aangepast aan de kosten van het levens onderhoud. Die kosten waren reeds stijgende en een verder stijgen zal, wat de regeering ook op dit punt aan maatregelen moge nemen, zeer moeilijk zijn tegen te gaan. De fabrikanten, die alle uit het buitenland af komstige grondstoffen duurder zullen moe ten betalen, zullen ook hun arbeidsloonen voortdurend omhoog zien gaan. Op die manier blijft er weinig of niets geen voordeel over in den strijd tegen de buitenlandsche concurrentie op de we reldmarkt. Met een devaluatie behoort een verlaging van den belastingdruk samen te gaan en die wordt ons dan ook nu al beloofd. Maar aan den anderen kant kon digt de regeering allerlei maatregelen aan om degenen te hulp te komen, die econo misch de schade van de nieuwe waarde vermindering van den franc niet lijden kunnen. Ze zal de burgerlijke en militaire pen sioenen van de minst-bedeelden verhoo- gen, en ze zal een compensatie zoeken voor de kleine kapitalisten, hier zoo talrijk, die staatsrente bezitten. Dit geld moet wel op de een of andere wijze gevonden worden en wie moet het anders opbrengen dan de belasting-betaler? Juist omdat na een devaluatie een gezonde financieele gestie en een eerlijk sluitende begrooting vol strekt noodzakelijk zijn, wil ze de ge- wenschte voordeelen opleveren, is het een feitelijke onmogelijkheid een belasting verlichting van eenige beteekenis toe te staan. Ook hierbij is dus niets dan teleur stelling te wachten en men heeft rekening te houden met een nog steeds voortgaande stijging van alle kosten die op het budget van den particulier drukken. De devaluatie geen redding? Op grond van dit alles zijn er hier ve len, die verwachten dat de devaluatie tenslotte niets zal opleveren en dat wa binnen afzienbaren tijd weer voor dezelf de moeilijkheden zullen komen te staan. Ze oordeelen dat, om een verlichting van beteekenis te krijgen, de franc nog veel lager gesteld zal moeten worden. De bekende economist Rist heeft in ver trouwelijke gesprekken het cijfer van 50 genoemd inplaats van op zyn hoogst 35, zooals geworden is. En ze voorspellen dat een nieuwe ampu tatie op den duur niet vermeden zal kunnen worden. Voorspelling, die te ernstiger is, omdat ze de neiging heeft den terugkeer te verhinderen van de uitgeweken kapitalen, die alleen terugkomen als in een land waar lijk vertrouwen bestaat voor de toekomst die zoo noodig is om te komen tot de ver laging van den rentevoet, welke normaliter van de gunstige gevolgen van een munt verzwakking behoort te zyn. De toestand niet bemoedigend. Uit een politiek opzicht is de toestand niet veel bemoedigender, want ook hierin zyn we allerminst zeker van een periode van rust en zekerheid. De wijze waarop de devaluatie heeft plaats gehad, heeft de positie van de regeering ongetwijfeld verzwakt. Men weet dat in dit opzicht innerlijk verdeeld was en dat met name de radicale ministers er in het geheel niet vóór waren. Dit zal de opposi tie in de Kamers versterken en men kan verwachten, dat de aanvallen op 't kabinet van de zijde van de gematigde groepen, dia het tot dusver slechts hebben geduld, in aantal en gevaarlijkheid sterk zullen toe nemen. Niemand voorspelt het ministerie- Blum nog een lang leven. Dat beduidt nieu we onrust, nieuwe onzekerheid, en de kans op botsingen, wanneer de arbeiders zich bij een heengaan van hun idee niet goed schiks zullen neerleggen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 5