PROFESSOR SLIM EN ZOON Vergadering „Eenheid door Democrati' QetneetUemdm EGMOND AAN ZEE Binnenland Pastoor Nolet, Dr. P. H. Ritter Ds. de Ridder spreken. Jr. en Groote opkomst in „Krasnapo!sky" in Amaterdam. Brand gesticht. De bloembollenhandelaar W. R. uit Uit geest had op 23 Juni j.1. terecht gestaan wegens brandstichting in zijn eigen woning met het oogmerk zich de verzekeringsgelden toe te eigenen. De officier van justitie had tegen R. 1 jaar gevangenisstraf geëischt, doch de zaak was toen aangehouden tot het doen uitbrengen van een rapport door de r.k. reclasseering. De ambtenaar der r.-k. reclasseering, K. Kloet, die heden werd gehoord, achtte de reclasseeringskansen wel gunstig. De infor maties aangaande R. waren goed geweest en een voorwaardelijke gevangenisstraf werd wel op haar plaats geacht. De officier van justitie wijzigde in ver band met het reclasseeringsrapport zijn eisch in 6 maanden gevangenisstraf onvoor waardelijk en 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Uitspraak 6 October. Offerbusje gelicht. De liedjesventer R. H. uit Den Helder had op 21 Augustus kans gezien uit de sacristie der r.k. kerk aan het Verdronken- oord alhier een offerbusje te ontvreemden. H. was n.L de kerk binnengekomen onder het motto, dat hij den deken wilde spreken. Toch H. het kistje bemachtigd had, was hij hiermee naar een nabij gelegen woning gegaan en had om een bijl gevraagd. Toen deze niet aanwezig was, had H. gevraagd om van de W. C. gebruik te mogen maken. Toen de huiseigenares even later in ge noemde gelegenheid een heftig gekraak had gehoord, was zij bang geworden en had de politie gewaarschuwd. Het bleek dat H. het offerkistje had stuk getrapt en den inhoud die uit 22 1/2 cent bleek te bestaan, er uit had gehaald. De eerw. deken E. P. Rengs uit Alkmaar bevestigde al deze gebeurtenissen en ver telde verder dat verdachte eenzelfde grapje had geprobeerd uit te halen in de r.k. kerk aan de Laat. Bovendien bleek de verdachte reeds een 12-tal veroordeelingen achter den rug te hebben, waaronder diefstallen, ver duisteringen en mishandeling. Verder was verdachte te Den Helder in een woning van W. E. Agerkop binnen ge drongen en had daar een aantal brieven weten te bemachtigen. Hij hoopte waar schijnlijk dat deze geldswaarden zouden hebben bevat. Dit was echter niet het geval geweest Zijn 13de zaakje bleek den naam van het ongeluksgetal eer aan te doen, want de of ficier van justitie die de hoeveelheid van het ontvreemde niet rekende, doch den na druk legde op het feit zelf, eischte een ge vangenisstraf voor den tijd van 1 jaar. Uit spraak 6 October. Alkmaarsche juweliers bestolen Op 5 September kwam in eenige juwe lierswinkels te Alkmaar een persoon, die beweerde zich kortelings verloofd te heb ben en daarom een paar verlovingsringen wilde zien. Van de gelegenheid dat de win kelier hem eenige ringen liet zien en zich even verwijderde, had de pseudo-verloof de gebruik weten te maken en eenige ringen in den zak gestoken. Zoo had hij o.a. bij den winkelier C. Oudes in de Houttil een twee tal ringen weten te ontvreemden en bij den juwelier H. Boereboom in het Payglop ringen. Toen had het noodlot hem evenwel achterhaald, want de ijlings gewaarschuwde politie had hem bij een volgende diefstal poging gearresteerd. De verdachte, de slager D. H. uit Leeuwar den, beweerde dat hij bij zijn vrouw was weggegaan omdat deze omgang had met een anderen man. Hij was toen naar zijn ouders in Westzaan gegaan, doch daar hij het met hen niet goed kon vinden, was hij aan het zwerven geraakt. Zoo was hij in Alkmaar gekomen en was daar door honger gedreven tot zijn daad gekomen. De officier van justitie hechtte evenwel niet voor de volle honderd procent waarde aan het aandoenlijke verhaal van den ver dachte. Op 29 Augustus had verdachte n.1. in Zaandam een gelijksoortig misdrijf ge pleegd. Verder had verdachte in de jaren 1932, '35 en '30 respectievelijk veroordee lingen van 3 maanden, 2 weken en 14 dagen achter den rug. Eisch 1 jaar gevangenisstraf. Uitspraak 6 October. Garagehouder in appèl. Op 28 Februari j.1. was de garagehouder M. G. uit Wieringen op den hoek Stations wegMolenstraat met zijn autobus in aan rijding gekomen met de auto van den expe diteur A. Gelder uit Schagen. Door den kantonrechter was G. veroordeeld tot f 10 boete of 10 dagen hechtenis, tegen welk vonnis G. in verzet was gekomen. Een uitvoerig getuigenverhoor, waarbij werden gehoord de garagehouder J. Jansen uit Schagen en de majoor der rijksveld- wacht E. F. H. Holema, eveneens uit Scha gen, welke laatste als getuige décharge optrad, bracht den officier van justitie tot de overtuiging dat het hier een fout dei gemeente Schagen betreft. Het wegdek ter plaatse is n.1. misleidend en brengt de SSSf" Van a«t°">obielen e.d. ertoe de linkerzijde van den weg te berijden Daar om w ook al geruimen tijd geleden geadvi- seerd een witte verkeersstreep ter plaatse te laten aanbrengen. Spr. eischte derhalve vrijspraak. Uitspraak 6 October. De zitting werd hierna geschorst tot 2 uur. Koppensnel-allures. 5 April was er in Hoogwoud, in het café van Visser, onder Langereis, een vroolyke avond geweest. Op het daar georganiseerde bal hadden zich verschillende jongelui uit den omtrek verzameld en zooals dat te doen gebruikelijk is, waren er door de mannelijke feestgangers nogal wat spiritualiën ge bruikt. Onder invloed hiervan schijnen bij sommige plattelands-bewoners de oude oer- instincten, als stamveeten en andere groeps- kwesties weer boven te komen en zoo was een ruzie ontstaan tusschen een drietal jon gelui, die uit Winkel en Nieuwe Niedorp kwamen, en drie bewoners van Heerhugo- waard. De strijd bleek zijn oorzaak te vin den in het feit dat een der inwoners van Heerhugowaard zijn meisje er met een ander op uit had zien trekken en ter zake hiervan ruzie met zijn mededinger had ge zocht. Bovendien zouden ze elkaar den heelen avond op de teenen hebben staan trappen. Enfin, het werd weldra volslagen oorlog, die achter de kachel van het café Visser werd uitgevochten. Hierbij werden de chauffeur P. Kossen, uit Winkel en de landbouwer J. Bakker, uit Nieuwe Niedorp, op ergerlijke wijze door de Heerhugowaar- ders mishandeld, terwijl na afloop van het robbertje vechten de fiets van den smids knecht Vos in de sloot werd geworpen. Van de drie verdachten resp. A. G., zijn broer C. G. en P. U., allen tuinbouwers, af komstig uit Heerhugowaard ontkende A. G. alle schuld, hetgeen ook uit het getuigen verhoor kwam vast te staan. C. G. evenwel had in belangrijke mate aandeel gehad in de mishandelingen en bleek Kossen en Bakker met handen en voeten te hebben bewerkt. Dit werd door C. G. ook bekend U. was hierbij zijn trouwe helper ge weest en had o.a. ook de fiets van Vos in de sloot gedeponeerd. De officier van justitie, die ten aanzien van A. G. vrijspraak requireerde, achtte het ten laste gelegde /oorzoover het C. G. en P. U. betrof, bewezer en memoreerde dat G. reeds 4 maal voor soortgelijke vergrijpen is veroordeeld. Spr. eischte ten aanzien van beiden een gevangenisstraf en wel tegen C. G. 3 maanden en tegen P. U. 1 maand. Uitspraak 6 October. De Sierteelt Centrale maakt een slechte beurt. In Mei van dit jaar stond voor den Alk- maarschen kantonrechter terecht de tuinder G. M. uit Akersloot, die, zonder in het bezit te zijn van de daartoe vereischte vergun ning, afgegeven door de Nederlandsche Sierteelt Centrale, bloembollen zou hebben gekweekt. De kantonrechter veroordeelde M deswege, schriftelijk vonnis wijzend, tot 75 boete, van welk vonnis zoowel de ver dachte als de ambtenaar van het O. M., die 200 had geëischt, in hooger beroep gingen. M., die verdedigd werd door mr. Loeb, uit Haarlem, vertelde dat hij niet geweten had geen lid meer van de Nederl. Sierteelt Cen trale te zijn. Hij had regelmatig de circu laires etc. thuis gestuurd gekregen, een han deling, die, volgens verdachte, toch niet zou zijn uitgevoerd tegenover diegenen die geen lid van de Sierteelt Centr. waren. De ambtenaar van de Nederl. Sierteelt Centr., J. A. v. d. Made, vertelde uitvoerig den gang van zaken en zeide dat M., waar schijnlijk bij vergissing, geen aanmaning tot betaling van de heffing had ontvangen omdat het adreskaartje bij de Sierteelt Cen trale was weggeraakt Er volgde toen een vrij ingewikkelde verhandeling over de werkwijze der Nederl. Sierteelt Centrale, waaruit de officier van justitie ten slotte moest destilleeren, dat de Sierteelt Centrale met het afgeven van de teelt-vergunningen ongeveer een half jaar achteraan komt. In zijn requisitoir laakte de officier dan ook scherp de handelwijze der Nederl. Sier teelt Centr., die min of meer als eigen rechter optreedt en zeide dat aan het begin van het teeltseizoen feitelijk elke bloembol- lenkweeker in overtreding is, omdat hij maar lukraak gaat verbouwen en verder kampjes moet afwachten of de Sierteelt Centrale hem achteraf nog eens de vergun ning zal sturen. Krijgt hij die wel, dat is het een bofje, krijgt hij die niet, dan is hü er ingeloopen en wordt tuchtrechtelijk ver volgd. Spreker noemde de handelwijze van de Sierteelt Centrale een systeem dat naar niets leek en was door de feiten overtuigd geworden, dat de verdachte in deze zaak geheel te goeder trouw had gehandeld. Spr voelde niets voor strafoplegging en requi reerde wel schuldig verklaring doch zonder oplegging van straf. De verdediger, mr. Loeb, sloot zich be grijpelijkerwijze geheel bij het requisitoir van den officier aan en uitte zijn erkente lijkheid voor de uitvoerige wijze, waarop de rechtbank deze zaak had behandeld. Ten overvloede onderstreepte pleiter nog eens hier en daar de woorden van den officier, waarna de rechtbank de uitspraak bepaalde op 6 October. Rechts geen voorrang verleend De niet-verschenen verdachte A. W., uit den Helder, was op 22 Oct. '35 in den Hel der met zijn auto in aanrijding gekomen met een van rechts naderende passagiers auto, bestuurd door den garage-houder B J Plan jé uit den Helder. Door den kantonrechter was W. veroor deeld tot 30, subs. 10 dagen hechtenis met ontzegging der rijbevoegdheid voor den tijd van 6 maanden, met toewijzing van een civiele vordering wegens berokkende scha de, groot 48.30. Van dit vonnis was W. in appèl gekomen Uit het getuigenverhoor bleek evenwel dat Planjé zeer langzaam had gereden en dui delijk signaal gegeven. De officier eischte bevestiging van het vonnis van den kantonrechter. Uitspraak 6 October. te hoog en requireerde bevestiging. De verdediger, mr. Kamminga, vond dat hier wel degelijk aanleiding was een ver gunning te verleenen tot het houden van uitverkoop. Was verdachte tijdig by de Kamer van Koophandel gekomen dan was hem de uitverkoop zeker toegestaan. Spr. drong aan op clementie. Uitspraak 6 Oct. ver een DE INBREKENDE AGENTEN. Tot een jaar gevangenisstraf oordeeld wegens inbraak in kiosk. De Vierde Kamer der Amsterdamsche arr. rechtbank veroordeelde vandaag twee poli- tie-agenten te Amsterdam wegens diefstal door middel van valsche sleutels en mede plichtigheid daaraan ieder tot een gevange nisstraf van een jaar met aftrek van voor arrest. De agenten zouden in den nacht van 3 op 4 Juni hebben ingebroken in een kiosk op het Mercatorplein en 10 hebben gestolen. Een man en een vrouw, die tegenover dc kiosk wonen, hadden een der agenten in de kiosk zien binnengaan, terwijl de ander op den uitkijk bleef staan. Zij riepen een bo venbuurman, die een agent het gebouwtje zag verlaten. In tegenstelling met het echt paar herkende by den agent niet. Beide ver dachten ontkenden zich op genoemd uur bij de kiosk te hebben opgehouden. Wel waren ze er eenige uren eerder geweest. De officier van justitie, mr Wassenberg, had tegen beide verdachten een jaar gevan genisstraf gevorderd. (Slot) Wet op de uitverkoopen overtreden. De winkelier H. v. d. P. te den Helder, had in Dec. 1935 zyn winkel laten verbou wen. Daar hij toen tijdelijk een ander per ceel had moeten betrekken, was hij naar de Kamer van Koophandel te Alkmaar gegaan en had mondeling verzocht om vergunning tot het houden van een verbouwings-uitver koop. Daar deelde men hem echter mee dat een dergelijke aanvrage schriftelijk moest plaats hebben en dan 8 dagen moest blijven liggen voor de vergunning in overweging kon worden genomen. Aangezien in Januari de uitverkoop vrij was, had men hem ver teld dat het weinig zin had alsnog de aan vrage schriftelijk in te dienen. Van der P. was toen naar de Heldersche Courant ge gaan en had daarin een advertentie ge plaatst waarin hy o.a. meedeelde, dat h(J een „verkoop tegen ongelooflijk lage prij zen" hield. Aangezien dit beschouwd werd als een overtreding op de wet op de uitverkoopen, was v. d. P. door den kantonrechter veroor deeld tot f 75 boete. Aangezien verdachte deze boete te hoog vond, mede met 't oog op zijn vry slechten financiëelen toestand, was hij hiertegen in appel gekomen. De officier van justitie vond de straf niet Rondvraag. De heer Prins vroeg of het niet wensche- lijk was, een commissie van voorbereiding in het leven te roepen, die tevoren de rekeningen nazien en de commissie, belast met het nazien, van voorlichting dient. De voorzitter merkte op, dat dit niet mogelijk is. De geheele raad, buiten de wet houders, vormt de commissie. De raad kan echter wel een paar leden, als de rekenin gen klaar zijn, benoemen die tevoren in te zien en alle inlichtingen vragen. Wjj spelen hier, aldus spr., geen verstoppertje en zeker niet op financieel gebied. Wy willen de commissie alles laten zien. De heer Prins: Het is geen wantrou wen, maar het gaat voor ons gemak. De voorzitter: Het kan heel goed geregeld worden, maar een commissie van voorbereiding kan niet worden ingesteld. De heer Prins had bemerkt, dat het monument wel was opgeknapt, maar dat het door hem gevraagde bordje nog niet was aangebracht. Wethouder Broek deelde mede, dat dit juist de vorige week was geschied. De heer Prins vroeg, hoe hoog de rente is, die de gemeente betaalt voor de leening van de woningen. De verhuurder, zoo zeide spr., wil graag 50 cent per week verlagen, hetgeen hem 400 per jaar kost, mits de gemeente een deel daarvan voor haar reke ning neemt. Spr. hoopte dit te bereiken door verlaging van den rentestand. De voorzitter betreurde het, dat de heer Prins dit onvoorbereid ter sprake bracht. Nu kon spr. ever de cijfers niet ant- worden. Het is mogelijk, de huur omlaag te brengen, maar het is de vraag, of de regee ring dit goedkeurt. Het onderwerp komt echter morgen in de vergadering van B. en W. ter sprake. De premie voor het Ziekenfonds. De heer Prins zeide, dat de werkloozen geen bezwaar maken tegen de verplichting om in het ziekenfonds te gaan. Ook met het ïnleggeld hebben zy zich verzoend, maar zy hebben er bezwaar tegen, dat zy een half jaar lang, inplaats van 1/3 van de premie, de halve premie moeten betalen. De men- schen kunnen dat niet betalen. De eerste vier weken wordt dit voor hen 70 cent per week en spr. vroeg B. en W een regeling voor te bereiden gelijk aan die in"*Alkmaar, waardoor de werkloozen vrij gesteld worden, een half jaar premie te be talen. De voorzitter zegt, dat het fonds de menschen die tot nog toe niet in het fonds waren, niet direct wil opnemen. De heer Pr i n s. Waarom kan dit in Alk maar dan wel? De voorzitter. Dat kan in Alkmaar ook niet, maar misschien is het daar op an dere wyze geregeld. De heer Prins: Dan zou ik B. en W willen verzoeken, dit te onderzoeken, want ook Maatschappelijk Hulpbetoon heeft er belang by, dat de menschen verzekerd zyn De voorzitter: Het is de vraag of het goed is dit te betalen voor menschen, die het tot nog toe hebben laten loopen. De heer Prins: Maar de menschen kun nen het niet betalen. De voorzitter: De regeling is nu een maal zoo, maar m. i. bestaat er geen be zwaar, om het nog eens onder de oogen te zien- j Wethouder Van Kleef merkt op, dat men te doen heeft met verschillende groe pen van menschen. Er zijn er, die zich steeds verzekerd hebben. Er zijn er ook, die we gens achterstand geroyeerd zijn cn er zijn er, die alles maar hebben laten loopen. Spr. acht het niet billijk tegenover de menschen, die steeds betaalden, om vanwe ge het M. H. nu maar alles te betalen voor hen, die voor oude schuld geroyeerd zijn Wij hebben niet met engelen te doen, maar ook voor een deel met onwilligen. De heer Prins: Ik wil ze nu allen in het fonds doen voor één derde van de premie en optreden tegen hen, die zich, als ze weer in het vrije bedrijf komen, laten schrap pen. Wethouder Van Kleef: Dan blijft Uw bezwaar, dat men, iemand,, die niet heeft, niet mag dwingen. Tegenover hen, die van goeden wille zijn, hebben wij steeds soepel gehandeld, maar het oude zeer moeit uit den weg. Menschen, die zich opnieuw ver zekeren, moeten één jaar lid zijn voor ze in aanmerking komen. Het fonds is, op de nieuwe leden, die wij nu aanbrengen, niet gesteld. De bepaling is ingesteld om den stroom een beetje te beperken. Daarom is cr gezegd, dat iemand, die lid wil worden, een heel jaar lang de volle premie moet beta len en pas daarna mag hij in aanmerking komen voor de betaling van één derde. Is het nu zoo onbillijk, dat wij zeggen: „Een deel van het meerdere bedrag moet de nieuwe verzekerde dan ook zelf betalen?" De heer Prins: Waar geen hand is, kan men geen vuist maken, en iemand, die geen veeren heeft, kan men nu eenmaal niet plukken. Iemand, die van steun leeft, is armlastig en moet bij ziekte toch door M H. geholpen worden. M. H. wordt dus verlicht, wanneer de werkloozen zich verzekeren en daarom is het ook een gemeentebelang, wanneer M. H. voor die menschen het meer dere betaald. We thouder van Kleef: Vindt U dat billijk tegenover diegenen, die in deze zware moeilijke tijden altijd hun best heb ben gedaan? De heer Prins: Dat kan er van af hangen. Dit kunnen ook gezinnen zijn, die elke week een dokter noodig hebben en die betalen liever 30 cent voor den voor brood. Ik b.v. heb het rp1uw r geen 12 jaar een dokter noodie whad in geef dus liever 30 cent voor broon ,en en voor een Dokter. De steuntrekker u dan nu geen bezwaar meer om één de ebb«n premie voor het fonds te betalen Van de hebben er wel bezwaar tegen om' maar z'i jaar lang de helft van de premie t!^ heel Als zij zich niet verzekeren ki len' geen steun. Maar daar komtmaar®6". zij meer bij. Het inleggeld was ook nietV, straks kan men wel zeggen, dat d nd- looze ook in het dooden-fon'ds moe^ Werk" Ik wil naar den weg zoeken, waarde niet-verzekerde werklooze direct de derde in het fonds kan. r <*1 Wethouder van Kleef- u maximale bedrag, dat het grootste voor het ziekenfonds betaalt, is 68 cp fez'n week. De steuntrekkenden krijgen dit voor één derde. De gemeente zegt nu te hen, die achterstand hebben by het f n Je betaalt nu geen 23 cent, maar één van de premie meer. Het offer, dat wü v gen, is 11K cent per week, gedurende jaar. en De heer P r i n s:Neen, ze moeten helft van de premie betalen, met 1/6 van ri premie voor de achterstallige schuld Wethouder van Kleef isdf nu zoo onbillijk tegenover de bewuste men schen, die steeds hun verantwoordelij hebben getoond? Met dat meerdere te hl. talen door M.H., kweekt u de lamlendige^ die zeggen: „Ik zorg niet voor mezelf, an! deren moeten maar voor mij zorgen."' De heer Prins: Maar ze willen toch in het fonds. m Wethouder Van Kleef: Straks, als ze uit den steun zijn, bedanken ze weer voor het fonds. Wij moeten by de menschen niet het verantwoordelijkheids besef, het be wustzijn oifl zelf te zorgen, wegnemen Daarmee kweeken wij maar slappelingen Ook tegenover de menschen, die altijd heb ben betaald, dient dit offer te worden ge- vraapd. De heer Prins: Het gaat niet over de redelijkheid of over de onredelijkheid, maar over de bezwaarlijkheid. Zij kunnen het niet betalen. De voorzitter sloot hierop de verga dering, met de toezegging, dat de kwestie nog wel eens in B. en W.-vergadering be sproken zal worden. Katholieke stem voor de democratie. Voor de Nederlandsche Beweging voor Eenheid door Democratie hebben gister avond in de tot de laatste plaats toe bezette zaal van „Krasnapolsky" drie sprekers het woord gevoerd: pater W. Nolet, dr. P. H. Ritter jr. en de heer G. A. de Ridder. De aanwezigen gaven voortdurend op geest driftige wyze uiting aan hun instemming met het gesprokene en betoonden den spre kers bij het einde van hun betoog met een langdurig applaus. Rede pastoor Nolet. Eerste spreker dezen avond was pastoor W. Nolet. Men heeft my gevraagd, aldus spr., hier vanavond te spreken over myn zienswyze inzake Eenheid door Democratie Er bestaat een eenheid, die is een eenheid van den dood. Dat is een afschuwelijke eenheid. Maar er bestaat ook eenheid in verscheidenheid en de glans daarvan is. volgens de uitdrukking van Thomas van Aquino, de schoonheid. Inderdaad vormt het Nederlandsche volk een eenheid. Maar wie in datzelfde Nederlandsche Volk de verscheidenheid zou loochenen, grondvest die eenheid op een leugen of op een fictie, en wie de verscheidenheid uit het Neder landsche volk gewelddadig wil wegnemen, begaat aan dit volk een misdaad. Na even gewezen te hebben op de groeps- indeeling van ons volk, stelde pastoor Nolet daartegenover, dat het volk toch ook weer is een eenheid. Is dat, zoo zeide spr., een paar weken geleden niet duidelijk gebleken, toen wij ons allen schaarden om Oranje, drager van den nationalen geest, uitdruk king van die nationale begrippen en gevoe lens, die ons allen gemeen zijn? Ik kan niet nalaten ook hier nog eens uiting te geven aan de vreugde, die groote groepen van het Nederlandsche volk ondervonden hebber, toen een volksdeel, dat tot nu toe zich veel al afzijdig gehouden had van iedere Oranje- hulde, in zijn radio-omroep en in zyn straat praktijk deelnam aan de algemeene feest vreugde. Wij vormen toch met elkaar één natie, al zien wy de wyze, waarop het wel zijn van Nederland en volk, van staat en maatschappij moet bevorderd worden, op een andere wijze. Voor een dusdanig volk, dat zijn beginse len zou willen tot uitdrukking brengen in het bestuur van den staat en het herstel der maatschappij, is democratie d e meest ge schikte regeeringsvorm. Wij staan naast el kaar en dikwijls tegenover elkaar in ver schillende groepeeringen, partyen, maar wij hebben in onze staatkundige en maatschap pelijke werkzaamheid toch allen op het oog het eene groote doel, het heil van het va derland en het heil van de volksgemeen schap. En in dien beginselstrijd vinden wij el kaar toch ook dikwijls op practische pun ten, al komen die practische wenschen dan voort uit verschillende beginselen. Het zh hem hierin, dat onze doelstelling toch altijd eender is. Verder sprekende over het standpunt der Katholieke Kerk, zeide pastoor Nolet, dat de Katholieke Kerk in beginsel zonder voorkeur is. Zij kan zich vereenigen met een absolute of een constitutioneele monar chie, met republiek of dictatuur. Maar wij eischen, aldus pastoor Nolet, van eiken bestuursvorm, dat hij de rechten erkent van de merschelyke persoonlijkheid, zooals wy die afleiden uit God's openba- ring. Een stelsel dat de waarde der menschehr ke persoonlijkheid ontkent of dat geen re kening houdt met de doelstelling van iede mensch, e.-r stelsel dat integendeel VOO den enkeling geen ander doel ziet dan meehelpen aan de grootheid van den S a of de verbetering van een ras, zulk een s sel verwerpen wij, onverschillig cn^er w ken regeeringsvorm het tot heerschagpi komt. m Eveneens, zoo ging spr. voort, verwerp wy een stelsel dat aan het godsdieW« heilinstituut, dat de Kerk voor ons mogelijkheid ontneemt om zün v,el z heid te verrichten, dat de opvoeding de jeugd aan eiken godsdienstigen in onttrekt zulk een stelsel verwerp 207. Terwijl de professor met den bakker stond te praten, had Pietje weer een van zyn streken uitgehaald Hy had een kruipertje onder de borstrok van den bak ker gestopt. En die dacht natuurlijk, dat de professor cn Pietje hem samen hadden willen foppen. 208. Dc bakker was zoo kwaad, dat de Profes® Afrika niet meer veilig voelde. En daar hij toch naa"L jaar om andere grasoorten te bestudeeren, de Rioeien, nam hy V00r zichzelf en Pietje plaatsen boot naar Afrika.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 10