PROFESSOR SLIM EN ZOON
Vergadering „Eenheid door Democrati'
QetneetUemdm
EGMOND AAN ZEE
Binnenland
Pastoor Nolet, Dr. P. H. Ritter
Ds. de Ridder spreken.
Jr. en
Groote opkomst in „Krasnapo!sky"
in Amaterdam.
Brand gesticht.
De bloembollenhandelaar W. R. uit Uit
geest had op 23 Juni j.1. terecht gestaan
wegens brandstichting in zijn eigen woning
met het oogmerk zich de verzekeringsgelden
toe te eigenen. De officier van justitie had
tegen R. 1 jaar gevangenisstraf geëischt,
doch de zaak was toen aangehouden tot
het doen uitbrengen van een rapport door
de r.k. reclasseering.
De ambtenaar der r.-k. reclasseering, K.
Kloet, die heden werd gehoord, achtte de
reclasseeringskansen wel gunstig. De infor
maties aangaande R. waren goed geweest en
een voorwaardelijke gevangenisstraf werd
wel op haar plaats geacht.
De officier van justitie wijzigde in ver
band met het reclasseeringsrapport zijn
eisch in 6 maanden gevangenisstraf onvoor
waardelijk en 6 maanden gevangenisstraf
voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.
Uitspraak 6 October.
Offerbusje gelicht.
De liedjesventer R. H. uit Den Helder
had op 21 Augustus kans gezien uit de
sacristie der r.k. kerk aan het Verdronken-
oord alhier een offerbusje te ontvreemden.
H. was n.L de kerk binnengekomen onder
het motto, dat hij den deken wilde spreken.
Toch H. het kistje bemachtigd had, was hij
hiermee naar een nabij gelegen woning
gegaan en had om een bijl gevraagd. Toen
deze niet aanwezig was, had H. gevraagd
om van de W. C. gebruik te mogen maken.
Toen de huiseigenares even later in ge
noemde gelegenheid een heftig gekraak had
gehoord, was zij bang geworden en had de
politie gewaarschuwd. Het bleek dat H. het
offerkistje had stuk getrapt en den inhoud
die uit 22 1/2 cent bleek te bestaan, er uit
had gehaald.
De eerw. deken E. P. Rengs uit Alkmaar
bevestigde al deze gebeurtenissen en ver
telde verder dat verdachte eenzelfde grapje
had geprobeerd uit te halen in de r.k. kerk
aan de Laat. Bovendien bleek de verdachte
reeds een 12-tal veroordeelingen achter den
rug te hebben, waaronder diefstallen, ver
duisteringen en mishandeling.
Verder was verdachte te Den Helder in
een woning van W. E. Agerkop binnen ge
drongen en had daar een aantal brieven
weten te bemachtigen. Hij hoopte waar
schijnlijk dat deze geldswaarden zouden
hebben bevat. Dit was echter niet het geval
geweest
Zijn 13de zaakje bleek den naam van het
ongeluksgetal eer aan te doen, want de of
ficier van justitie die de hoeveelheid van
het ontvreemde niet rekende, doch den na
druk legde op het feit zelf, eischte een ge
vangenisstraf voor den tijd van 1 jaar. Uit
spraak 6 October.
Alkmaarsche juweliers bestolen
Op 5 September kwam in eenige juwe
lierswinkels te Alkmaar een persoon, die
beweerde zich kortelings verloofd te heb
ben en daarom een paar verlovingsringen
wilde zien. Van de gelegenheid dat de win
kelier hem eenige ringen liet zien en zich
even verwijderde, had de pseudo-verloof de
gebruik weten te maken en eenige ringen
in den zak gestoken. Zoo had hij o.a. bij den
winkelier C. Oudes in de Houttil een twee
tal ringen weten te ontvreemden en bij den
juwelier H. Boereboom in het Payglop
ringen. Toen had het noodlot hem evenwel
achterhaald, want de ijlings gewaarschuwde
politie had hem bij een volgende diefstal
poging gearresteerd.
De verdachte, de slager D. H. uit Leeuwar
den, beweerde dat hij bij zijn vrouw was
weggegaan omdat deze omgang had met een
anderen man. Hij was toen naar zijn ouders
in Westzaan gegaan, doch daar hij het met
hen niet goed kon vinden, was hij aan het
zwerven geraakt. Zoo was hij in Alkmaar
gekomen en was daar door honger gedreven
tot zijn daad gekomen.
De officier van justitie hechtte evenwel
niet voor de volle honderd procent waarde
aan het aandoenlijke verhaal van den ver
dachte. Op 29 Augustus had verdachte n.1.
in Zaandam een gelijksoortig misdrijf ge
pleegd. Verder had verdachte in de jaren
1932, '35 en '30 respectievelijk veroordee
lingen van 3 maanden, 2 weken en 14 dagen
achter den rug.
Eisch 1 jaar gevangenisstraf. Uitspraak 6
October.
Garagehouder in appèl.
Op 28 Februari j.1. was de garagehouder
M. G. uit Wieringen op den hoek Stations
wegMolenstraat met zijn autobus in aan
rijding gekomen met de auto van den expe
diteur A. Gelder uit Schagen. Door den
kantonrechter was G. veroordeeld tot f 10
boete of 10 dagen hechtenis, tegen welk
vonnis G. in verzet was gekomen.
Een uitvoerig getuigenverhoor, waarbij
werden gehoord de garagehouder J. Jansen
uit Schagen en de majoor der rijksveld-
wacht E. F. H. Holema, eveneens uit Scha
gen, welke laatste als getuige décharge
optrad, bracht den officier van justitie tot
de overtuiging dat het hier een fout dei
gemeente Schagen betreft. Het wegdek ter
plaatse is n.1. misleidend en brengt de
SSSf" Van a«t°">obielen e.d. ertoe de
linkerzijde van den weg te berijden Daar
om w ook al geruimen tijd geleden geadvi-
seerd een witte verkeersstreep ter plaatse te
laten aanbrengen. Spr. eischte derhalve
vrijspraak.
Uitspraak 6 October.
De zitting werd hierna geschorst tot
2 uur.
Koppensnel-allures.
5 April was er in Hoogwoud, in het café
van Visser, onder Langereis, een vroolyke
avond geweest. Op het daar georganiseerde
bal hadden zich verschillende jongelui uit
den omtrek verzameld en zooals dat te doen
gebruikelijk is, waren er door de mannelijke
feestgangers nogal wat spiritualiën ge
bruikt. Onder invloed hiervan schijnen bij
sommige plattelands-bewoners de oude oer-
instincten, als stamveeten en andere groeps-
kwesties weer boven te komen en zoo was
een ruzie ontstaan tusschen een drietal jon
gelui, die uit Winkel en Nieuwe Niedorp
kwamen, en drie bewoners van Heerhugo-
waard. De strijd bleek zijn oorzaak te vin
den in het feit dat een der inwoners van
Heerhugowaard zijn meisje er met een
ander op uit had zien trekken en ter zake
hiervan ruzie met zijn mededinger had ge
zocht. Bovendien zouden ze elkaar den
heelen avond op de teenen hebben staan
trappen. Enfin, het werd weldra volslagen
oorlog, die achter de kachel van het café
Visser werd uitgevochten. Hierbij werden
de chauffeur P. Kossen, uit Winkel en de
landbouwer J. Bakker, uit Nieuwe Niedorp,
op ergerlijke wijze door de Heerhugowaar-
ders mishandeld, terwijl na afloop van het
robbertje vechten de fiets van den smids
knecht Vos in de sloot werd geworpen.
Van de drie verdachten resp. A. G., zijn
broer C. G. en P. U., allen tuinbouwers, af
komstig uit Heerhugowaard ontkende A.
G. alle schuld, hetgeen ook uit het getuigen
verhoor kwam vast te staan. C. G. evenwel
had in belangrijke mate aandeel gehad in
de mishandelingen en bleek Kossen en
Bakker met handen en voeten te hebben
bewerkt. Dit werd door C. G. ook bekend
U. was hierbij zijn trouwe helper ge
weest en had o.a. ook de fiets van Vos in
de sloot gedeponeerd.
De officier van justitie, die ten aanzien
van A. G. vrijspraak requireerde, achtte het
ten laste gelegde /oorzoover het C. G. en
P. U. betrof, bewezer en memoreerde dat
G. reeds 4 maal voor soortgelijke vergrijpen
is veroordeeld. Spr. eischte ten aanzien van
beiden een gevangenisstraf en wel tegen C.
G. 3 maanden en tegen P. U. 1 maand.
Uitspraak 6 October.
De Sierteelt Centrale maakt een
slechte beurt.
In Mei van dit jaar stond voor den Alk-
maarschen kantonrechter terecht de tuinder
G. M. uit Akersloot, die, zonder in het bezit
te zijn van de daartoe vereischte vergun
ning, afgegeven door de Nederlandsche
Sierteelt Centrale, bloembollen zou hebben
gekweekt. De kantonrechter veroordeelde
M deswege, schriftelijk vonnis wijzend, tot
75 boete, van welk vonnis zoowel de ver
dachte als de ambtenaar van het O. M., die
200 had geëischt, in hooger beroep gingen.
M., die verdedigd werd door mr. Loeb, uit
Haarlem, vertelde dat hij niet geweten had
geen lid meer van de Nederl. Sierteelt Cen
trale te zijn. Hij had regelmatig de circu
laires etc. thuis gestuurd gekregen, een han
deling, die, volgens verdachte, toch niet zou
zijn uitgevoerd tegenover diegenen die geen
lid van de Sierteelt Centr. waren.
De ambtenaar van de Nederl. Sierteelt
Centr., J. A. v. d. Made, vertelde uitvoerig
den gang van zaken en zeide dat M., waar
schijnlijk bij vergissing, geen aanmaning
tot betaling van de heffing had ontvangen
omdat het adreskaartje bij de Sierteelt Cen
trale was weggeraakt Er volgde toen een
vrij ingewikkelde verhandeling over de
werkwijze der Nederl. Sierteelt Centrale,
waaruit de officier van justitie ten slotte
moest destilleeren, dat de Sierteelt Centrale
met het afgeven van de teelt-vergunningen
ongeveer een half jaar achteraan komt.
In zijn requisitoir laakte de officier dan
ook scherp de handelwijze der Nederl. Sier
teelt Centr., die min of meer als eigen
rechter optreedt en zeide dat aan het begin
van het teeltseizoen feitelijk elke bloembol-
lenkweeker in overtreding is, omdat hij
maar lukraak gaat verbouwen en verder
kampjes moet afwachten of de Sierteelt
Centrale hem achteraf nog eens de vergun
ning zal sturen. Krijgt hij die wel, dat is het
een bofje, krijgt hij die niet, dan is hü er
ingeloopen en wordt tuchtrechtelijk ver
volgd. Spreker noemde de handelwijze van
de Sierteelt Centrale een systeem dat naar
niets leek en was door de feiten overtuigd
geworden, dat de verdachte in deze zaak
geheel te goeder trouw had gehandeld. Spr
voelde niets voor strafoplegging en requi
reerde wel schuldig verklaring doch zonder
oplegging van straf.
De verdediger, mr. Loeb, sloot zich be
grijpelijkerwijze geheel bij het requisitoir
van den officier aan en uitte zijn erkente
lijkheid voor de uitvoerige wijze, waarop
de rechtbank deze zaak had behandeld. Ten
overvloede onderstreepte pleiter nog eens
hier en daar de woorden van den officier,
waarna de rechtbank de uitspraak bepaalde
op 6 October.
Rechts geen voorrang verleend
De niet-verschenen verdachte A. W., uit
den Helder, was op 22 Oct. '35 in den Hel
der met zijn auto in aanrijding gekomen
met een van rechts naderende passagiers
auto, bestuurd door den garage-houder B
J Plan jé uit den Helder.
Door den kantonrechter was W. veroor
deeld tot 30, subs. 10 dagen hechtenis met
ontzegging der rijbevoegdheid voor den
tijd van 6 maanden, met toewijzing van een
civiele vordering wegens berokkende scha
de, groot 48.30.
Van dit vonnis was W. in appèl gekomen
Uit het getuigenverhoor bleek evenwel dat
Planjé zeer langzaam had gereden en dui
delijk signaal gegeven.
De officier eischte bevestiging van het
vonnis van den kantonrechter. Uitspraak 6
October.
te hoog en requireerde bevestiging.
De verdediger, mr. Kamminga, vond dat
hier wel degelijk aanleiding was een ver
gunning te verleenen tot het houden van
uitverkoop. Was verdachte tijdig by de
Kamer van Koophandel gekomen dan was
hem de uitverkoop zeker toegestaan. Spr.
drong aan op clementie. Uitspraak 6 Oct.
ver
een
DE INBREKENDE AGENTEN.
Tot een jaar gevangenisstraf
oordeeld wegens inbraak in
kiosk.
De Vierde Kamer der Amsterdamsche arr.
rechtbank veroordeelde vandaag twee poli-
tie-agenten te Amsterdam wegens diefstal
door middel van valsche sleutels en mede
plichtigheid daaraan ieder tot een gevange
nisstraf van een jaar met aftrek van voor
arrest.
De agenten zouden in den nacht van 3 op
4 Juni hebben ingebroken in een kiosk op
het Mercatorplein en 10 hebben gestolen.
Een man en een vrouw, die tegenover dc
kiosk wonen, hadden een der agenten in de
kiosk zien binnengaan, terwijl de ander op
den uitkijk bleef staan. Zij riepen een bo
venbuurman, die een agent het gebouwtje
zag verlaten. In tegenstelling met het echt
paar herkende by den agent niet. Beide ver
dachten ontkenden zich op genoemd uur bij
de kiosk te hebben opgehouden. Wel waren
ze er eenige uren eerder geweest.
De officier van justitie, mr Wassenberg,
had tegen beide verdachten een jaar gevan
genisstraf gevorderd.
(Slot)
Wet op de uitverkoopen overtreden.
De winkelier H. v. d. P. te den Helder,
had in Dec. 1935 zyn winkel laten verbou
wen. Daar hij toen tijdelijk een ander per
ceel had moeten betrekken, was hij naar de
Kamer van Koophandel te Alkmaar gegaan
en had mondeling verzocht om vergunning
tot het houden van een verbouwings-uitver
koop. Daar deelde men hem echter mee dat
een dergelijke aanvrage schriftelijk moest
plaats hebben en dan 8 dagen moest blijven
liggen voor de vergunning in overweging
kon worden genomen. Aangezien in Januari
de uitverkoop vrij was, had men hem ver
teld dat het weinig zin had alsnog de aan
vrage schriftelijk in te dienen. Van der P.
was toen naar de Heldersche Courant ge
gaan en had daarin een advertentie ge
plaatst waarin hy o.a. meedeelde, dat h(J
een „verkoop tegen ongelooflijk lage prij
zen" hield.
Aangezien dit beschouwd werd als een
overtreding op de wet op de uitverkoopen,
was v. d. P. door den kantonrechter veroor
deeld tot f 75 boete.
Aangezien verdachte deze boete te hoog
vond, mede met 't oog op zijn vry slechten
financiëelen toestand, was hij hiertegen in
appel gekomen.
De officier van justitie vond de straf niet
Rondvraag.
De heer Prins vroeg of het niet wensche-
lijk was, een commissie van voorbereiding
in het leven te roepen, die tevoren de
rekeningen nazien en de commissie, belast
met het nazien, van voorlichting dient.
De voorzitter merkte op, dat dit niet
mogelijk is. De geheele raad, buiten de wet
houders, vormt de commissie. De raad kan
echter wel een paar leden, als de rekenin
gen klaar zijn, benoemen die tevoren in te
zien en alle inlichtingen vragen. Wjj spelen
hier, aldus spr., geen verstoppertje en zeker
niet op financieel gebied. Wy willen de
commissie alles laten zien.
De heer Prins: Het is geen wantrou
wen, maar het gaat voor ons gemak.
De voorzitter: Het kan heel goed
geregeld worden, maar een commissie van
voorbereiding kan niet worden ingesteld.
De heer Prins had bemerkt, dat het
monument wel was opgeknapt, maar dat het
door hem gevraagde bordje nog niet was
aangebracht.
Wethouder Broek deelde mede, dat dit
juist de vorige week was geschied.
De heer Prins vroeg, hoe hoog de rente
is, die de gemeente betaalt voor de leening
van de woningen. De verhuurder, zoo zeide
spr., wil graag 50 cent per week verlagen,
hetgeen hem 400 per jaar kost, mits de
gemeente een deel daarvan voor haar reke
ning neemt. Spr. hoopte dit te bereiken
door verlaging van den rentestand.
De voorzitter betreurde het, dat de
heer Prins dit onvoorbereid ter sprake
bracht. Nu kon spr. ever de cijfers niet ant-
worden. Het is mogelijk, de huur omlaag te
brengen, maar het is de vraag, of de regee
ring dit goedkeurt. Het onderwerp komt
echter morgen in de vergadering van B. en
W. ter sprake.
De premie voor het Ziekenfonds.
De heer Prins zeide, dat de werkloozen
geen bezwaar maken tegen de verplichting
om in het ziekenfonds te gaan. Ook met het
ïnleggeld hebben zy zich verzoend, maar
zy hebben er bezwaar tegen, dat zy een half
jaar lang, inplaats van 1/3 van de premie,
de halve premie moeten betalen. De men-
schen kunnen dat niet betalen.
De eerste vier weken wordt dit voor hen
70 cent per week en spr. vroeg B. en W
een regeling voor te bereiden gelijk aan die
in"*Alkmaar, waardoor de werkloozen vrij
gesteld worden, een half jaar premie te be
talen.
De voorzitter zegt, dat het fonds de
menschen die tot nog toe niet in het fonds
waren, niet direct wil opnemen.
De heer Pr i n s. Waarom kan dit in Alk
maar dan wel?
De voorzitter. Dat kan in Alkmaar
ook niet, maar misschien is het daar op an
dere wyze geregeld.
De heer Prins: Dan zou ik B. en W
willen verzoeken, dit te onderzoeken, want
ook Maatschappelijk Hulpbetoon heeft er
belang by, dat de menschen verzekerd zyn
De voorzitter: Het is de vraag of het
goed is dit te betalen voor menschen, die
het tot nog toe hebben laten loopen.
De heer Prins: Maar de menschen kun
nen het niet betalen.
De voorzitter: De regeling is nu een
maal zoo, maar m. i. bestaat er geen be
zwaar, om het nog eens onder de oogen te
zien- j
Wethouder Van Kleef merkt op, dat
men te doen heeft met verschillende groe
pen van menschen. Er zijn er, die zich steeds
verzekerd hebben. Er zijn er ook, die we
gens achterstand geroyeerd zijn cn er zijn
er, die alles maar hebben laten loopen.
Spr. acht het niet billijk tegenover de
menschen, die steeds betaalden, om vanwe
ge het M. H. nu maar alles te betalen voor
hen, die voor oude schuld geroyeerd zijn
Wij hebben niet met engelen te doen, maar
ook voor een deel met onwilligen.
De heer Prins: Ik wil ze nu allen in het
fonds doen voor één derde van de premie
en optreden tegen hen, die zich, als ze weer
in het vrije bedrijf komen, laten schrap
pen.
Wethouder Van Kleef: Dan blijft Uw
bezwaar, dat men, iemand,, die niet heeft,
niet mag dwingen. Tegenover hen, die van
goeden wille zijn, hebben wij steeds soepel
gehandeld, maar het oude zeer moeit uit
den weg. Menschen, die zich opnieuw ver
zekeren, moeten één jaar lid zijn voor ze in
aanmerking komen. Het fonds is, op de
nieuwe leden, die wij nu aanbrengen, niet
gesteld. De bepaling is ingesteld om den
stroom een beetje te beperken. Daarom is cr
gezegd, dat iemand, die lid wil worden, een
heel jaar lang de volle premie moet beta
len en pas daarna mag hij in aanmerking
komen voor de betaling van één derde. Is
het nu zoo onbillijk, dat wij zeggen: „Een
deel van het meerdere bedrag moet de
nieuwe verzekerde dan ook zelf betalen?"
De heer Prins: Waar geen hand is, kan
men geen vuist maken, en iemand, die geen
veeren heeft, kan men nu eenmaal niet
plukken. Iemand, die van steun leeft, is
armlastig en moet bij ziekte toch door M H.
geholpen worden. M. H. wordt dus verlicht,
wanneer de werkloozen zich verzekeren en
daarom is het ook een gemeentebelang,
wanneer M. H. voor die menschen het meer
dere betaald.
We thouder van Kleef: Vindt U
dat billijk tegenover diegenen, die in deze
zware moeilijke tijden altijd hun best heb
ben gedaan?
De heer Prins: Dat kan er van af
hangen. Dit kunnen ook gezinnen zijn, die
elke week een dokter noodig hebben en die
betalen liever 30 cent voor den
voor brood. Ik b.v. heb het rp1uw r
geen 12 jaar een dokter noodie whad in
geef dus liever 30 cent voor broon ,en en
voor een Dokter. De steuntrekker u dan
nu geen bezwaar meer om één de ebb«n
premie voor het fonds te betalen Van de
hebben er wel bezwaar tegen om' maar z'i
jaar lang de helft van de premie t!^ heel
Als zij zich niet verzekeren ki len'
geen steun. Maar daar komtmaar®6". zij
meer bij. Het inleggeld was ook nietV,
straks kan men wel zeggen, dat d nd-
looze ook in het dooden-fon'ds moe^ Werk"
Ik wil naar den weg zoeken, waarde
niet-verzekerde werklooze direct de
derde in het fonds kan. r <*1
Wethouder van Kleef- u
maximale bedrag, dat het grootste
voor het ziekenfonds betaalt, is 68 cp fez'n
week. De steuntrekkenden krijgen dit
voor één derde. De gemeente zegt nu te
hen, die achterstand hebben by het f n
Je betaalt nu geen 23 cent, maar één
van de premie meer. Het offer, dat wü v
gen, is 11K cent per week, gedurende
jaar. en
De heer P r i n s:Neen, ze moeten
helft van de premie betalen, met 1/6 van ri
premie voor de achterstallige schuld
Wethouder van Kleef isdf
nu zoo onbillijk tegenover de bewuste men
schen, die steeds hun verantwoordelij
hebben getoond? Met dat meerdere te hl.
talen door M.H., kweekt u de lamlendige^
die zeggen: „Ik zorg niet voor mezelf, an!
deren moeten maar voor mij zorgen."'
De heer Prins: Maar ze willen toch in
het fonds. m
Wethouder Van Kleef: Straks, als ze
uit den steun zijn, bedanken ze weer voor
het fonds. Wij moeten by de menschen niet
het verantwoordelijkheids besef, het be
wustzijn oifl zelf te zorgen, wegnemen
Daarmee kweeken wij maar slappelingen
Ook tegenover de menschen, die altijd heb
ben betaald, dient dit offer te worden ge-
vraapd.
De heer Prins: Het gaat niet over de
redelijkheid of over de onredelijkheid, maar
over de bezwaarlijkheid. Zij kunnen het
niet betalen.
De voorzitter sloot hierop de verga
dering, met de toezegging, dat de kwestie
nog wel eens in B. en W.-vergadering be
sproken zal worden.
Katholieke stem voor de democratie.
Voor de Nederlandsche Beweging voor
Eenheid door Democratie hebben gister
avond in de tot de laatste plaats toe bezette
zaal van „Krasnapolsky" drie sprekers het
woord gevoerd: pater W. Nolet, dr. P. H.
Ritter jr. en de heer G. A. de Ridder. De
aanwezigen gaven voortdurend op geest
driftige wyze uiting aan hun instemming
met het gesprokene en betoonden den spre
kers bij het einde van hun betoog met een
langdurig applaus.
Rede pastoor Nolet.
Eerste spreker dezen avond was pastoor
W. Nolet. Men heeft my gevraagd, aldus
spr., hier vanavond te spreken over myn
zienswyze inzake Eenheid door Democratie
Er bestaat een eenheid, die is een eenheid
van den dood. Dat is een afschuwelijke
eenheid. Maar er bestaat ook eenheid in
verscheidenheid en de glans daarvan is.
volgens de uitdrukking van Thomas van
Aquino, de schoonheid. Inderdaad vormt
het Nederlandsche volk een eenheid. Maar
wie in datzelfde Nederlandsche Volk de
verscheidenheid zou loochenen, grondvest
die eenheid op een leugen of op een fictie,
en wie de verscheidenheid uit het Neder
landsche volk gewelddadig wil wegnemen,
begaat aan dit volk een misdaad.
Na even gewezen te hebben op de groeps-
indeeling van ons volk, stelde pastoor Nolet
daartegenover, dat het volk toch ook weer
is een eenheid. Is dat, zoo zeide spr., een
paar weken geleden niet duidelijk gebleken,
toen wij ons allen schaarden om Oranje,
drager van den nationalen geest, uitdruk
king van die nationale begrippen en gevoe
lens, die ons allen gemeen zijn? Ik kan niet
nalaten ook hier nog eens uiting te geven
aan de vreugde, die groote groepen van het
Nederlandsche volk ondervonden hebber,
toen een volksdeel, dat tot nu toe zich veel
al afzijdig gehouden had van iedere Oranje-
hulde, in zijn radio-omroep en in zyn straat
praktijk deelnam aan de algemeene feest
vreugde. Wij vormen toch met elkaar één
natie, al zien wy de wyze, waarop het wel
zijn van Nederland en volk, van staat en
maatschappij moet bevorderd worden, op
een andere wijze.
Voor een dusdanig volk, dat zijn beginse
len zou willen tot uitdrukking brengen in
het bestuur van den staat en het herstel der
maatschappij, is democratie d e meest ge
schikte regeeringsvorm. Wij staan naast el
kaar en dikwijls tegenover elkaar in ver
schillende groepeeringen, partyen, maar wij
hebben in onze staatkundige en maatschap
pelijke werkzaamheid toch allen op het oog
het eene groote doel, het heil van het va
derland en het heil van de volksgemeen
schap.
En in dien beginselstrijd vinden wij el
kaar toch ook dikwijls op practische pun
ten, al komen die practische wenschen dan
voort uit verschillende beginselen. Het zh
hem hierin, dat onze doelstelling toch altijd
eender is.
Verder sprekende over het standpunt der
Katholieke Kerk, zeide pastoor Nolet, dat
de Katholieke Kerk in beginsel zonder
voorkeur is. Zij kan zich vereenigen met
een absolute of een constitutioneele monar
chie, met republiek of dictatuur.
Maar wij eischen, aldus pastoor Nolet,
van eiken bestuursvorm, dat hij de rechten
erkent van de merschelyke persoonlijkheid,
zooals wy die afleiden uit God's openba-
ring.
Een stelsel dat de waarde der menschehr
ke persoonlijkheid ontkent of dat geen re
kening houdt met de doelstelling van iede
mensch, e.-r stelsel dat integendeel VOO
den enkeling geen ander doel ziet dan
meehelpen aan de grootheid van den S a
of de verbetering van een ras, zulk een s
sel verwerpen wij, onverschillig cn^er w
ken regeeringsvorm het tot heerschagpi
komt. m
Eveneens, zoo ging spr. voort, verwerp
wy een stelsel dat aan het godsdieW«
heilinstituut, dat de Kerk voor ons
mogelijkheid ontneemt om zün v,el z
heid te verrichten, dat de opvoeding
de jeugd aan eiken godsdienstigen in
onttrekt zulk een stelsel verwerp
207.
Terwijl de professor met den bakker stond te
praten, had Pietje weer een van zyn streken uitgehaald
Hy had een kruipertje onder de borstrok van den bak
ker gestopt. En die dacht natuurlijk, dat de professor cn
Pietje hem samen hadden willen foppen.
208. Dc bakker was zoo kwaad, dat de Profes® Afrika
niet meer veilig voelde. En daar hij toch naa"L jaar
om andere grasoorten te bestudeeren, de
Rioeien, nam hy V00r zichzelf en Pietje plaatsen
boot naar Afrika.