Nationale Bond Landbouw en
Maatschappij.
sHBö tas
Provinciale bijeenkomst in den
te Alkmaar. Drie sprekers,
luchtspel „Moeder Aarde",
Muziektuin
Open-
Een 1000-tal bezoekers.
sKm a*°
Jch«k°Lto tee W"n "O*"
Zwart als de Nacht»
immers niet te ontkennen, dat de kleine
landbouwbedrijven uit de crisismaatregelen
naar verhouding minder profijt trekken dan
de groote. De minister dacht zich als bijzon
der toe te passen middelen, verzachting van
sommige beperkingsmaatregelen, bedrijfs
steun binnen de grenzen van het financieel
mogelijke, deugdelijke voorlichting, gericht
op aanpassing van de bedrijven aan de ge
wijzigde omstandigheden. Omtrent de meest
doelmatige toepassing van deze en wellicht
nog andere middelen hoopte de minister
van de commissie voorlichting te mogen
ontvangen.
Antwoord van ir. A. Roebroek,
voorzitter van de commissie van
advies.
De voorzitter der commissie van advies,
ir. A. Roebroek, directeur-generaal van den
landbouw, antwoordde met een rede, waar
aan wij het volgende ontleenen:
Ir. Roebroek zegde den minister dank, dat
hij de commissie persoonlijk wilde installee-
ren; vervolgens wees hij op de moeilijke
taak, der commissie opgelegd, nl. den minis
ter bij te staan in het zoeken naar midde
len, die kunnen leiden tot behoud der kleine
boerenbedrijven in dit zoo moeilijke tijdsge
wricht.
Moeilijk ook in zichzelf, omdat het inzicht
in de samenstelling van het kleine boeren
bedrijf nog niet voldoende scherp is. Wan
neer er verschillend over het kleine boe
renbedrijf geoordeeld wordt, dan is dit in
het bijzonder toe te schrijven aan het feit,
dat meestal de beschouwingen uitsluitend
rusten op het waarnemen in een gebied van
beperkten omvang, vandaar ook, dat een
rijke verscheidenheid van middelen naar
voren wordt gebracht, om het kleine bedrijf
te redden.
Het kleine boerenvraagstuk is een pro-
blemenvraagstuk op bijna elk terrein.
Uiteraard moet, aldus ir. Roebroek, de ar
beid der commissie afgestemd zijn op het
behoud van het bestaande, niet op bevorde
ring van het kleine boerenbedrijf. Over één
der middelen die naar voren worden ge
bracht, bestaat volstrekte eenstemmigheid:
n.L het middel der voorlichting. Rationali
seering van het kleine bedrijf heeft een
blijvende waarde. Het is een moeilijke op
dracht, ook deze groep van landgebruikers
binnen de practische voorlichting te bren
gen.
Ten slotte wees de heer Roebroek er op,
dat de arbeid niet alleen moeilijk is in zich
zelf, maar ook, omdat hij verricht moet
worden in dezen tijd, met zijn kenmerkend
gebrek aan geldmiddelen.
De samenstelling van de commissie van
advies van den dienst voor de kleine boe
renbedrijven is als volgt: Voorzitter: ir. A.
Roebroek, directeur-generaal van den land
bouw; leden: D. W. ten Bokkel Azn, te
Aalten (Barlo); K. Brok, lid van Ged. Sta
ten van de provincie Drenthe, te Assen; dr.
ir. W. J. Droesen, lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, te Roermond; P. J.
van Haaren, secretaris van den Noordbra-
bantschen Christelyken boerenbond, te Til
burg; ir. T. J. P. Huisman, secretaris van
de Hollandsche Maatschapij van Landbouw,
te 's-Gravenhage; ir. F. P. Mesu, directeur
van den cultuurtechnischen dienst, te Bilt-
hoven; ir. J. Nysingh, rentmeester der do
meinen, te Zwolle; R. Siebenga, te Marum;
mej. G. G. Smit, inspectrice van het nijver
heidsonderwijs, te 's Gravenhage; ir. J.
Wind, directeur van de Christelijke land-
bouwwinterschool, te Ambt-Hardenberg; se
cretaris: ir. C. G. P. Stevens, directeur van
den dienst voor de kleine boerenbedrijven,
te 's-Gravenhage.
DE LANGENDLJKER GROENTEN-
VEILINGEN.
De aardappelprijzen waren de afgeloo-
pen week weer niet bijzonder hoog. Schot-
sche muizen noteerden hoofdzakelijk onge
veer 1 per 100 K.G. Van 0.90 tot 1 1.30
per 100 K.G. werd hiervoor meestal betaald.
Een enkele uitzondering maakte op het
laatst nog tot 1.80. Blauwe aardappelen
met geringe aanvoer brachten 1.80—1 90
hoogstens op. Er werden er ook verkocht
voor 1.301.60. Blauwe Eigenheimers
bleken in het midden van de week iets gra
ger te zijn. De prijzen trokken een weinig
aan, tot 2.20—2.40 per 100 K.G. Dit hield
slechts kort stand, want later gingen ze weer
weg voor 1.40—2. Bevelanders maakten
weer pl.m. 1.50, blanke Eigenheimers van
f 1.50-ƒ 2.
Van de kool is de vroege wittekool thans
wel het voornaamste artikel. Om de z.g. af-
zetregeling is de afgeloopen week heel wat
te doen geweest. Deze regeling heeft volgens
de tuinders niet goed geloopen de eerste da
gen. Bezwaar wordt gemaakt tegen de bepa
ling, dat voor afwijkende kwaliteit een per
centage, door den veilingskeurmeester vast
te stellen, wordt afgebroken. Dat zal niet
lang stand houden. De prijzen van de witte
kool waren bijna voortdurend 0.80 per
100 K.G. Een enkele maal een dubbeltje
hooger. De prijzen der roodekool waren
hoogstens f 2—2.30 per 100 K.G., middel
soort noteerde 1.40—1.60, terwijl de aller
grootsten 1 per 100 K.G. noteerden. Gele
kool wil nog maar niet. De grootste hoeveel
heid van hetgeen wordt verkocht, kan niet
veel meer maken dan den minimumprijs
an 1 per 100 K.G. Hoogste noteering was
eze week 1.50. Verscheidene partijen blij
ven nog onverkocht. y
Groene kool is evenmin hoog in priis
Hoogstens 1.80 per 100 stuks is niet veel.
Bloemkool, waarvan de aanvoeren grooter
beginnen te worden, kap ook geen hooge
prijzen meer maken. Hoogstens wordt f 5
f 5.50 per 100 K.G. betaald de laatste dagen,
terwijl ook eerste soort van de hand wordt
gedaan voor prijzen vanaf ongeveer 3. Het
schijnt, dat de opbrengst van de bloemkool
nogal meevalt. Er valt niet zooveel uit als
andere jaren. Bij sommigen aanmerkelijk
minder. Tweede soort gaat weg voor f 1.50
f 1.80.
Uien blijven goedkoop. Van 0.70f 1.30
per 100 K.G. wordt hiervoor hoofdzakelijk
besteed. Slechts enkele malen komt men
iets hooger. Grove uien ligt over het alge
meen een paar dubbeltjes hooger dan de
middelsoort. Nep kon vrijwel de oude prü-
zen handhaven, meestal werd boven 4 be-
t ald, tot f 4.604.70 per 100 K.G. Drielin
gen van uien werden voor 0.60—0.90.
Heel mooe spercieboonen verkocht men
deze week nog voor hoogstens 10 per 100
K.G., vanaf 7. De meesten gingen echter
weg voor lageren prijs. De laagste noteering
was voortdurend 3 per 100 K.G., den mini
mumprijs.
Rammenas heeft een flinke veer moeten
laten. Op het eind noteerden wij hiervoor
1.10—f 1.40 hetgeen aanmerkelijk lager is
dan de vorige week. De tomaten .werden
verhandeld voor hoogstens f 4 per 100 K.G.
A en C konden hier echter niet aan toe
komen. Druiven noteerden: Alicante f 17
18 en Frankenthaler 17f 21 per 100 K.G.
Snijboonen uit de kas brachten hoogstens
20 per 100 K.G. op.
KENNEMERLAND.
De markt heeft in de week van 21 tot
26 September een redelijke week meege
maakt. Over het algemeen genomen vielen
de prijzen niet tegen, hoewel van geen be-
teekenende verhooging kan worden ge
sproken. Volgens onze meening waren de
prijzen hooger omdat de aanvoer voor
meerdere producten kleiner was dan de
vorige week. Maandag 28 September,
waarschijnlijk door de devaluatie, was er
een vlugger handel, doch prijsverhooging
van eenige beteekenis bleef uit. Bloemkool
werd in middelmatige kwaliteit aangevoerd
en gold voor z.g. Ie soort 6.50 tot 8 en
voor 2e soort 2 tot 4. Komkommers,
waarvan kleine aanvoer, golden 2 tot 6,
roode kool (mooie kwaliteit) golden 3 tot
6, gele kool 3 tot 4.50, en groene koo
waarin weinig handel 2 tot 2.50, alles
per 100 st. Waschpeen was gewild en gold
J 0.35 tot 0.50, spinazie was eveneens ge
wild en gold 0.40 tot 0.60. Daarentegen
was sla niet gewild en gold 0.10 tot 0.25,
andijvie (ruime aanvoer en prima kwaliteit
gold matig, n.1. 0.15 tot 0 25, postelein
0.25 tot 0.40, alles per kist. Boonen,
waarvan een bescheiden aanvoer en afwij
kende kwal., golden, voor zoover le soort,
hooger. Snijboonen golden 5 tot 22,
dubbele boonen 5 tot 13, enkele z. dr.
9 tot 15 en trosboonen 6.50 tot 9,
alles per 100 K.G. Capucijners en raspers,
waarvan matige aanvoer, golden hoog, n.1.
resp. 10 tot 16 en 22 tot 34 per 100
K.G. Bosgroente, niets uitgezonderd, gold
bitter weinig, ongeveer 1 tot 2.50 per
100 bos. De fruitmarkt toonde een over
vloed van meloenen en druiven en de prij
zen waren laag, n.1. 6 tot 11 per 100
stuks en 14 tot 22 per 100 K.G. Vruch
ten, vooral tafelvruchten, waren duur. We
noteerden voor appelen 18 tot j 24 en
voor peren 16 tot 25 per 100 K.G. Noj;
steeds aanvoer van gevallen vruchten, wel
ke 4 tot 7 per 100 K.G. opbrachten.
Aardbeien (bakaardbeien) golden hooger,
n.1. 0.10 tot 018 per doosje. De overige
aanvoer onveranderde prijzen.
Het mag zeker een waag worden genoemd
om op 30 September in de openlucht een
landdag met openluchtspel te organiseeren.
De afdeeling Noordholland van den Nat.
Bond Landbouw en Maatschappij heeft dit
waagstuk aangedurfd en slaagde er in om in
den stedelijken muizektuin een 1000-tal
belangstellenden bijeen te brengen.
Als sprekers waren aangekondigd de
heeren J. Smid uit Voorburg, ds. W. E. M.
Eggink uit Zuiderwoude en G. J. Ruiter uit
Leeuwarden, terwijl als atttractie een orkest
in de muzieknis had plaats genomen en het
symbolisch landspel „Moeder aarde" door
J. H. Holm werd gespeeld.
Om kwart voor 10 dreigde de bijeenkomst
door den regen verstoord te worden, doch
het bleek een klein buitje en toen om half
elf de voorzitter, de heer A. Breure uit de
Haarlemmermeer, de bijeenkomst opende,
was de lucht wel dreigende, doch het was
droog.
Onder applaus richtte spr. een bijzonder
woord van welkom tot den adviseur van
Landbouw en Maatschappij" den hr. Smid,
tot de vertegenwoordigers van het gemeen
tebestuur, tot eenige leden van Prov. Staten,
tot het dagelij ksch bestuur van den Bond en
andere genoodigden. Door het spel en het
woord, aldus spr., willen wij u terug voeren
tot onze voedster „Moeder Aarde".
Wij willen richtlijnen aangeven, om weer
vertrouwen te krijgen in de toekomst.
Het fundament voor een gezonde samen
leving is, als steeds, nog aanwezig.
Vooroordeel is een gevolg van den tegen
stand tegen „Landbouw en Maatschappij".
In de eerste plaats wenschen wij te wer
ken aan de bewustwording van het platte
land, tot heil van ons volk.
Het koor van de sprekers van het open
luchtspel zong hierop een welkomstlied.
Het woord was hierop aan ds. Eggink, die
het een voorrecht oordeelde het cultureele
deel van het programma te mogen behan
delen.
Spr. oordeelde het begrijpelijk, dat het
platteland, gezien de uitstorting van de
platte stads-cultuur, over het platteland,
afkeerig staat tegenover de verdorven cul
tuur, doch een bezwaar blijft het, dat de
boer zich niet interesseert voor de cultu
reele vraagstukken.
Spr. verwees naar den 119en psalm en
ried aan om aandacht te schenken aan de
toegankelijkheid van de plattelandsjeugd
tegenover de verdorven stads-cultuur. Men
doet dit het beste door aandacht te schen
ken aan de werkelijke cultuur-vraagstuk
ken en niet door daartegenover de boeren
trots te stellen.
Een dooddoener blijft het om op grond
van het nieuwe gevoel voor cultuur alleen
te betoogen: „In mijn tyd was het anders"
Cultuur is tot volle ontplooiing brengen
van de schepping en daarom dient men de
vastlegging van de plattelands-cultuur
waarde, wat minstens twee geslachten is
verwaarloosd, ter hand te nemen.
Dit is ook een taak van „Landbouw en
Maatschappij" al moge ze nooit vergeten
dat ze is opgericht als stryd-organisatie om
het brood voor den boer te verdedigen.
In de eerste plaats is n.1. brood noodig.
Om dit te bereiken moet men het echter
eens zijn over de cultuur.
Nimmer mag men echter vergeten, dat
het cultureele deel een groote waarde heeft
voor de fundamenteele waarde der maat-
schappij.
Nog altyd is het bijbelwoord „De mensch
kan bij brood alleen niet leven" waar.
Cultuur is niet zonder meer geestelijke
ontwikkeling, maar beheersching der na
tuur in alle opzichten. Wy moeten opstijgen
tot de vraag naar de bedoelingen van den
Schepper met zyn schepsel. Ieder mensch
heeft van God een plaats gekregen op aar
de en recht op het leven, maar de mensch-
heid kan slechts leven als ieder mensch
kent zijn taak naar de doeleinden die de
Schepper in zijn schepping heeft neerge
legd.
Onze stryd is daarom een cultuur-strijd,
oyidat wij strijden voor een maatschappij,
waarin de boer de hem toekomende plaats
krygt toegewezen.
Geloof aan den Hemelschen vader is
noodig om te erkennen wat naar de bedoe
ling des Scheppers is.
Wanneer wy strijden voor maatschappe
lijke rechtvaardigheid, dan moeten wy ook
overtuigd zyn, dat hetgeen wy voorstaan,
overeenkomstig den wil des Scheppers is.
Den strijd kunnen wy allen voeren als wij
doordringen tot den wil des Scheppers en
ons bewust worden, dat wij niet bij brood
alleen kunnen leven.
Spr. waarschuwde tegen het lezen van on
gezonde boeken en oordeelde het in strijd
met de plaats van de boerin in de samenle
ving, dat zy in haar keuken margarine ge
bruikt
Geijverd moet worden voor een gezon
den boerentrots en stijl.
Betoont U ware nazaten van het Kaas- en
Broodvolk van 1491, doch volgt niet hun
baarbaarsche strijdwijze, maar toont U be
wust dat U by brood alleen niet kunt le
ven.
De devaluatie
Het woord was hierop aan den adviseur
van den Bond, den heer Smid, die de deva
luatie besprak en de bekende rede van den
heer Gelderman, den voorzitter van het
verbond van Nederlandsche werkgevers.
Ten aanzien van de devaluatie maakte
spr. de volgende opmerkingen.
Het is heel moeilijk thans te overzien,
welke de gevolgen zullen zijn van de wijzi
ging in onze monetaire politiek, waartoe de
regeering door het buitenland is gedwongen.
Waarschijnlijk echter is wel, dat wij zullen
krijgen een matige waardedaling van den
gulden.
Zal deze devaluatie er toe bijdragen, een
landbouw en de daarop steunende bedryfs-
takken te brengen uit de moeilijke positie,
waarin hy verkeert? Er zijn in landbouw-
kringen, die daarvan steeds veel hebben
verwacht, al is het aantal van hen waar
schijnlijk in den laatsten tyd, vooral ook
door wat in België en Frankrijk is geschied,
niet toegenomen.
Alles hangt er van af, of kan worden be
let, dat de devaluatie leidt tot verhooging
tot intydige inkrimping der huidige ten
behoeve van den landbouw genomen maat
regelen. Wordt door deze inkrimping de
styging der prijzen, welke het gevolg is
van de devaluatie, te niet gedaan, dan blyft
de wanverhouding tusschen de prijzen der
landbouwproducten eenerzijds en de loonen
met de daardoor veroorzaakte hooge kosten
van het leven anderzijds, bestaan. Men
komt zoodoende dus geen stap verder, ook
al geeft de devaluatie geen aanleiding tot
stijging der loonen.
De devaluatie zal dan wel leiden tot
meerdere aanpassing van de loonen aan de
wereldmarktprijzen, maar zy zal niet lei
den tot eene andere aanpassing, welke ons
land nog veel meer noodig heeft en die be
staat in het brengen van overeenstemming
tusschen de binnenlandsche prijzen der
landbouwproducten en de door de loonen
bepaalde kosten van het leven.
Zooals men weet, staan wij op het stand
punt, dat de aanpassing, die aan alle groe
pen zooveel mogelijk recht zal laten weder
varen, hierin bestaat, dat de prijzen der
landbouwproducten worden gebracht op het
vooroorlogsche peil en de loonen zoover da
len, dat, niettegenstaande de stijging van
de prijzen der landbouwproducten, de kos
ten van het leven ook op het vooroorlogsche
peil komen. Naar onze meening zullen de
loonen daarvoor moeten dalen tot ongeveer
20 van het peil van voor den oorlog.
Met het oog op een en ander mag o.i. de
waardedaling van den gulden eerst leiden
tot beperking van den zoogenaamden land
bouwsteun.
Nadat by een gemiddelde loondaling tot
20 van het vooroorlogsche peil, de prij
zen der landbouwproducten boven het voor
oorlogsche peil zyn gekomen.
Ten aanzien van de rede door den Gel
derman betoogde de heer^imid, dat in deze
rede aldus spr. komt nog eens weer sterk
naar voren, waartegen de landbouwende
bevolking heeft te strijden. En wel vooral
omdat deze rede nog eens weer voet geeft
aan de totaal onjuiste opvatingen, die ten
aanzien van den landbouw in invloedrijke
industrieele kringen en wel in zonderheid
ook in onze groote pers heerschen, die dan
ook niet heeft nagelaten deze rede toe te
juichen, terwijl zy naar mijne meening be
rust op een totaal onjuiste maatschappijbe
schouwing. Naar het oordeel van den heer
Smid zet de heer Gelderman precies alles
op den kop.
In de eerste plaats betoogt hij, dat de pry-
zen der landbouwproducten te hoog zijn en
dat daardoor een last wordt gelegd op de
andere bevolkingsgroepen. Wie met den toe
stand bekend is, moet toch wel de handen
vol verbazing ineen slaan voor den moed
om een dergelijke onwaarheid te propa-
geeren.
Wie de indexcijfers inzake de pryzen der
landbouwproducten en daarmede in ver
band die der kosten van het leven raad
pleegt, wie kennis neemt van de loonen, die
bij arbitrage worden vastgesteld voor de
landarbeiders en daarmede vergelijkt de
loonen van andere arbeiders, hij weet, dat
de zaak precies andersom is dan de heer
Gelderman zegt. Namelijk dat de pryzen der
landbouwproducten in verhouding tot de
pryzen van de producten ten diensten van
anderen te laag zijn en dat daardoor op de
landbouwende bevolking de last is gelegd
voor andere bevolkingsgroepen voor een
zeer onvoldoende belooning te moeten wer
ken.
Het is Landbouw en Maatschappij ge
weest. die daarop voordurend de aandacht
heeft gevestigd. Doch dit niet alleen. Het is
ook onze organisatie geweest, die de oor
zaak van een en ander heeft aangewezen.
Namelyk hierin bestaande, dat het vrijhan
delsbeginsel onvereenigbaar is met onze
sociale opvattingen, welke leiden tot de
zoogenaamde ordeningsgedachte. En nu is
dit de groote fout van den heer Gelderman,
dat hij voor de prijzen der landbouwpro-
ducten nog altijd wil uitgaan van de vrije
prijsvorming op de wereldmarkt, terwijl
men voor andere groepen uitgaat van op so
ciale gronden vastgestelde loonen en aan
passing van de pryzen der producten en
diensten aan die loonen,
In de tweede plaats richt de heer Gelder-
man tot de landbouwende bevolking eene
waarschuwing Als gij voortgaat, zoo zegt hij,
met zulke hooge prijzen voor Uwe produc
ten te eischen, zult gij daarvan op den duur
zelf de nadeelige gevolgen ondervinden. De
andere bevolkingsgroepen zullen die pryzen
niet kunnen betalen en gij zult met Uwe
producten blijven zitten
Ook hier weer alles op den kop gezet. Ik
zou dan ook de zaak willen omkeeren en tot
de andere bevolkingsgroepen deze waar
schuwing willen richten. Als gij wenscht,
dat de landbouwende bevolking voor U
blijft werken tegen een belooning, welke de
helft of een derde bedraagt van de beloo
ning welke gij eischt voor den arbeid, dien
gij voor de landbouwende bevolking ver
richt, dan zal de landbouwende bevolking
moeten ophouden Uw producten en dien
sten te koo pen. De landbouwende bevolking
zal dan moeten terugkeeren tot zeer primi
tieve levenswijze doch zij zal blijven leven.
Een groot deel van onze industrieele- en
middenstandsbevolking zal dan echter ten
gronde gaan.
In de derde plaats doet de heer Gelder
man het voorkomen alsof de industrie alleen
steun ontvangt in den vorm van contingen-
teering. Dit is een en al misleiding. Indien
men onder industrie samenvat alle buiten
den landbouw staande groepen, dan gaat
het niet alleen om contingenteering, maar
om heel iets anders. Door allerlei maatrege
len heeft de niet-landbouwende bevolking
bij de bepaling van hare loonen en pryzen
de vrije concurrentie uitgeschakeld: door
prijsafspraken, door loonafspraken, door
trust- en kartelvormig, door de gedragslijn,
welke de overheid volgt bij de bepaling der
loonen en salarissen van het overheidsper
soneel enz. enz.
Nu noemt de heer Gelderman steun alles
wat de landbouw méér ontvangt dan bij
vrije concurrentie het geval zou zyn. Als
men dezen maatstaf ook by andere groepen
toepast, zal blijken, dat deze veel meer steun
ontvangen dan de landbouwers. Men kan b.v.
tegenwoordig voor 1/3 van het salaris der
ambtenaren en onderwijzers wel een ge
schikte kracht krijgen, indien men de vrije
concurrentie toepast. Hieruit volgt dus dat
2/3 van het salaris als steun moet worden
beschouwd.
Nu is het droevigste van de geheele ge
schiedenis, dat het Liberale Weekb'ad ver
klaart, dat de rede van den heer Gelder
man gezonde sociaal-economische beschou
wingen bevat. En dit Liberale Weekblad is
het pas opgerichte propaganda-orgaan van
den Vrijheidsbond.
Naar myne meening dienen de land
bouwers, die tot dusver den Vrijheidsbond
hebben gestemd, als één man tegen de rede
van den heer Gelderman te protesteeren.
Indien het standpunt van den heer Gelde*-
man door den Vrijheidsbond niet met kracht
wordt verworpen en voortdurend bestre
den, zal naar myne meening geen landbou-
Vier jaar geleden heeft Landbouw en
waa^CutPPy den VrÜhe>dsbond gesteund
Wy hebben zulks gedaan in de hoop dat
onder den mvloed van de heeren Bier'ema
daal in iu rale en wel spe-
OP SrtU?'«.r,"h,bkrv"?'
doel belangeloos
ÜL"?"1 E" """loei het mi)
Doordien de landbouw dit -
grepen, hebben wy nu dezen w? S l
gen, dat wy hebben een stan<i
niet
staand bedrijf, maar voor
bevolking geen bestaan ndbou&.
Laat men dit toch begrijDen
hebben voor den strijd die h ov.
onmogelijk wü maken Zetl
Het woord was hierna a^l net »ooM
stuurslid den heer g hoofdK
het onderwerp: „Onze StrHd^^' vj
uitvoerig het program Van r die meer
Maatschappij ontwikkelde. ndb<>Uw
De eenzijdige aanpassing Van th
,Tr t? T' n°rdt 00k noodÏÏtï®*
stedelyke bevolking en moet m 8 Vo°r de
een totale verarming van ons v
pl.tW.nd, De MM,™™*»
dingen leiden er toe dat de avrs^V
langen ten achter worden gesteia
tracht „Landbouw en Maatcr-v, aarorn
platteland te ontwikkelen d<S?
en de publieke opinie te beïnvloei Part^ea
Reeds bleek bij de behandeling 1
Landbouwcrisisfonds de groote üivW,
„Landbouw en Maatschappij".
Met nadruk verdedigde spr het u
van de organisatie, naast de te
andere landbouworganisaties, die v
met de politieke vraagstukken heml aiet
Naïef is het te verwachten, da?*1*1'
tieke party en uit rechtsoverweging M!'
voor de agrarische vraagstukken lil
teresseeren, omdat nog altijd macht w
recht geldt en de macht berust bii a. 01
ganiseerde stedelingen. gSor'
Machtsvorming is dan ook voor het m
teland noodig om tot redelijke kost™*
te komen.
Spr. waarschuwde tegen de luidruehti
propaganda van de S.D.A.P. voor het j>i
van den Arbeid" en verwees naar de t
standen in Frankrijk, betoogende, dat
S.D.A.Pniet bereid is de agrariërs recht»
doen wedervaren. ^*«1
Uitvoerig bestreed hjj de argumenten
de S.D.A.P. tegen „Landbouw en Maat
schappij". Wij zijn geen dienaren van het
groot-kapitaal en eigen belang. Wij
geen aanhangwagen van de N.S.B. Dit u
een walgelijk gelaster. Wy zijn neutraal
Een ieder kan van onzen bond, ^1^1^
zijn politieke overweging, lid worden.
In feite heeft Landbouw en Maatschappij
de toetreding tot de N.S.B. niet bevorderd
De oogst voor de N.S.B. zou veel groote
zyn geweest, wanneer L. en M. de ontev».
den boeren niet tijdig had georganiseed.
Indien men de N.S.B. wil keeren, luiste»
men naar de stem van L. en M., die voor d«
agrariërs recht eischt
Ten aanzien van de liberale partij «loot
spr. zich aan bij het betoog van den heer
Smid Spr. was overtuigd, dat de partijen
dienen te bedenken dat LenM. niet langer
met leege handen wil blijven staan. Wy
eischen antwoord op de vraag of men be
reid is ons recht te doen en de tnezegginges
daartoe, wat de vervulling er van betreft,
zeker te stellen.
Wij vragen thans haring of kult en willen
ons niet tot aan de verkiezingen aan den
praat laten houden. Wy zullen de partijen
naar hun werkelijk optreden beoordetlen.
Het kan anders en beter, aldus spr, dat
leert ons Duitschland, waar de positie van
den boer gunstig afsteekt, bij die in
andere landen, ook Nederland!
De weg door L. en M. aangenomen is
bescherming aan de grenzen".
Het stelsel van L. en M. om tot redelijke
productieprijzen te komen, zal werken met
heffing van invoer- en exporttoeslagen, een
middel, dat het mogelijk maakt om de bil
lijkheid te betrachten en verre te verkiezen
boven devaluatie.
Van devaluatie verwacht spreker voor
den landbouw niet veel. Verwacht mag
worden een halfslachtige devaluatie voor
den landbouw.
Devaluatie zal leiden tot verhoogde
exportprijzen. Straks zal men echter zien,
dat de arbeiders en ambtenaren in verzet
komen tegen de loonsverlaging die voor
hen devaluatie beteekent en dan zal men
weer trachten de nadeelen weer af te wen
telen op de schouders van de boeren.
Landbouw en Maatschappij is daarom
waakzaam en waarschuwt de oude partijen
tegen het voortbestaan van onrecht Wil
zullen de partijen, ons houdende aan ons
program, beoordeelen en mede de wegen
bepalen om tot ons doel te komen, ondanki
wij politiek neutraal zyn.
Als men ons als een roepende in
woestijn laat dan zullen de oude party»
dienen te beseffen, dat men voortbouwt
aan het nationaal-socialisme, dat men zoo
verwerpelijk vindt
Wy tellen reeds 25000 leden en stee»
groeit de schare van onze medestanders.
Laten wy allen propagandisten wordT
voor L. en M., tot heil van den boerenstan
Willen is kunnen, aldus eindigde spreker.
Op verzoek van den voorzitter we»
hierop het Bondslied gezongen, op de wy
van het Transvaalsche volkslied.
De voorzitter gaf hierna een uite»j
zetting van de bedoeling met het «P®
Moeder Aarde" dat door een 100-tal speler»
uit Drente gespeeld zou worden. j,
Over dit spel publiceerden wij reeu»
eerder een en ander.
maken. W'
De heer Rujter a
woord was hipr„, an het
5-jssïï
hart dat er onlr H. my van
mwaar nog niet waar Kof
t waar net om saat
vangen, Ïet^X'id^wordt'doo^h °nt"
organisatie weet uit te oefent i Z1J
blieke opinie en op de overheid. °P PU
geen drie meter zicht en
nog zonder achterlicht?
'f/s 'n poging tof zBlfmoo^
zonder achterlicht te rijden
van stilstaan heelemaèl ni
spreken!) - Alleen reed'».,
transport naar een aa„.
is heel wat duurder dan ,1^.
schaffing van een veihg a ->
licht!