D Historische zitting der Staten-Generaat E CHINEESCHE POSTZEGEL - r „r ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1936 PARLEMENT De monetaire maatregelen der regeering aanvaard. Scherp debat tusschen minister Oud en mr. van Vessem. IN DE TWEEDE KAMER. IN DE EERSTE KAMER. ^adiopeogeamma SeuilletoH (Jit bet Engelscb door HERMAN ANTONSEN éo0099009a9060G30@000®063@©©oé JlechiazakeH Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. We moeten tot de eerste dagen van Augustus 1914 teruggaan om gebeurtenissen in het parlementaire leven in de herinnering terug te roepen, welke vergelijkbaar zijn met de vergaderingen welke de Tweede en de Eerste Kamer gisteren hebben gehouden. Ook nu moesten op zeer korten termijn be slissingen worden genomen, welke van het hoogste belang voor ons volk zijn. Beslissin gen dus, die onder hoogen druk stonden. Weliswaar stond men in 1914 voor de vraag: oorlog of vrede en voor maatregelen, die in de eerste plaats daarmede verband hielden, waarbij de financieele en economische van groote beteekenis waren, doch niet het ur gentst leken, gisteren waren het alleen voorstellen, die de weerbaarheid van land en volk in financieel en economisch opzicht betroffen. Er was zeer groote belangstelling niet al leen van de Kamerleden, die in grooten ge tale aanwezig waren, maar ook van de zijde van het publiek, dat de beide tribunes en de loges vulde. Ook op het Binnenhof stonden voor den aanvang der vergadering vele men- schen, om het aankomen der Kamerleden en ministers gade te slaan. In de Tweede Kamer ving de vergadering vrijwel onmiddellijk aan met de verklaring van minister Colijn, den minister-president, waarin hij voor de volksvertegenwoordiging het besluit der regeering om den gouden standaard tijdelijk los te laten, nog eens in 't kort motiveerde. Uiteraard kon hij te dien aanzien weinig nieuws meer vertellen. Nieuw was daarin slechts de nadere preciseering van de voornemens der regeering voor de naaste toekomst. Daaruit is komen vast te staan, dat de re geering niet voornemens is reeds spoedig over te gaan tot een herziening van de muntwet en dus tot vaststelling van een nieuwe vaste goudwaarde van den gulden. Met andere woorden, zij over weegt voor het oogenblik niet om tot wettelijke devaluatie over te gaan. Ook volgde nog een mededeeling over de verhouding tusschen den Nederlandschen en den Indischen gulden. Deze blijft zooals zij altijd is geweest en maatregelen zyn geno men om deze te waarborgen. De laatste mededeeling, waarmede dr. Co- lijn besloot en die velen in den lande nieuwe hoop zal hebben gegeven, betrof de onlangs getroffen regeling met betrekking tot af schaffing van den huurbyslag. De regeering overweegt of on der de nu gewijzigde omstandig heden deze regeling wijziging behoeft. De zin der Kamer tot samenwerking met de regeering onder precaire omstandigheden verloochende zich ook nu niet. Na de regeeringsverklaring vroeg ir. Al- barda, leider der soc.-dem. fractie, onmiddel lijk het woord. Hy achtte nadere inlich tingen der regeering gewenscht, doch wilde deze wel op een nader te bepalen dag ont vangen, teneinde de noodwetten (instelling van een egalisatiefonds; verbod van goud- uitvoer; maatregelen tegen prijsopdrijving) met den grootsten spoed tot stand te kunnen brengen. Hij kon onmiddellijk door den voorzitter tevreden worden gesteld met de mededeeling, dat den volgenden middag ge legenheid tot discussie over de regeerings- maatregelen zou worden gegeven. De heer de Visser (c.p.) vond dit een be handeling van zaken die van absoluut omge keerde volgorde was en ook weinig in over eenstemming met de waardigheid van het parlement en de rev.-socialist Sneevliet viel hem daarin bij maar dat verhinderde niet dat de Kamer z.h.st. besloot de genoem de wetsontwerpen onmiddellijk in de afdee- lingen en daarna in openbare behandeling te brengen, een uitvoeriger discussie over het regeeringsbeleid uitstellend. Verschillende Kamerleden schoten in een lach toen zy de revolutionnaire afgevaardig den met zoo'n waardigheid voor het prestige van het parlement hoorden opkomen. De openbare behandeling. Om 2 uur begaf de Kamer zich in de af- deelingen. De voorzitter, die nog even te voren te kennen had gegeven, dat het afdeelingson- derzoek niet langer dan een uur zou vorde ren, bleek danig optimistisch te zijn geweest, want eerst om kwart over zeven kon de openbare vergadering worden hervat, onder een belangstelling, die slechts weinig was verminderd. De commiezen-griffier en de griffier la zen de verslagen van het afdeelingsonder- zoek over de wetsontwerpen voor, welke aan de leden gestencild waren uitgereikt en vervolgens beantwoordden de ministers Oud en Gelissen de daarin gestelde vragen, een wijze van behandeling derhalve, die dus sterk van de gebruikelijke afwijkt, doch waarin het reglement van orde, voor spoed gevallen, voorziet. Uit die verslagen bleek, dat de Kamer zich vrij algemeen met de ingediende wets ontwerpen kon vereenigen. De afwijkende meening van enkele leden kwam dadelijk by de mondelinge behandeling tot uiting, waar voor zij den voor ieder beschikbaren spreek tijd van 5 minuten mochten benutten. Wel werden verschillende vragen in de verslagen gesteld; de voornaamste daarvan vindt men terug in het antwoord der mini- ters. Goud-uitvoerverbod. Inzake het goud-uitvoerverbod antwoordde de minister van financiën, mr. Oud, dat geen aanwijzingen omtrent den koers van den gulden konden worden gegeven en dat een eventueele winst op den goudvoorraad ten goede moet komen aan het Rijk, na aftrek van het oude pondenverlies, dat nog op de balans der Ned. Bank voorkomt. De regeering achtte strafmaatregelen tegen hamsteraars niet noodig. Alleen de revolu- tionnairen namen aan het debat deel. De communist de Visser achtte het besluit der regeering en haar geheele beleid zoo funest voor de arbeidersklasse, dat zyn fractie als protest tegen zou stemmen. De heer Sneevliet (rev. soc.) meende, dat de politiek der regeering slechts als een voorzetting van haar beleid, dat de belan gen der arbeiders verwaarloost, kon worden beschouwd en eindigde met te zeggen, dat de „breede massa" van haar verzet buiten het parlement zou moeten doen blijken. De minister vond het niet noodig hierop nog te antwoorden en toen kon er gestemd worden. De zooeven genoemde tegenstanders dre ven hun verzet niet zoover dat zy hoofdelijke stemming vroegen. Ook zij begrepen, dat de beslissing niet noodeloos mocht worden ver traagd en volstonden met aanteekening te vragen, dat zij wilden geacht worden te hebben tegengestemd. Egalisatiefonds. Zonder discussie en z.h.st. ging het wets ontwerp betreffende het Egalisatiefonds dat wy op straat in den Haag als „^.vange- lisatiefonds" (in bloote onschuld) hebben hooren betitelen! onder den hamer van den voorzitter door. Minister Oud had te voren nog medege deeld, dat hy het oprichten van een „wissel centrale", waar men om had gevraagd, niet noodig achtte. Het Egalisatiefonds moet met schatkistbiljetten worden gefinancierd, om dat een winst op den goudvoorraad thans niet te berekenen is. Tenslotte deelde de mi nister nog mede, dat hij met betrekking tot het fonds het eerste en het laatste woord had, al zal hy ook gaarne gebruik maken van de adviezen van den directeur der Ned. Bank. Maatregelen tegen prijsoDdrijvin?. Tenslotte het wetsontwerp, houdende tij delijke maatregelen tegen onredelijke prijs opdrijving. Hierbij was eerst minister Gelis sen aan het woord. Hij verklaarde, dat de wet met de noodige scherpte zal worden toegepast en dat nog wel andere maatregelen tegen onredelijke prijsopdrijving noodig zouden zyn. Advies colleges zullen bij de uitvoering van de wet worden gehoord. De maatregelen betreffen zoowel den groothandel, de grossiers, als de fabrikanten. Ten aanzien van een loonsverhooging, welke noodig zou kunnen blijken, zal de regeering nog een afwachtende houding moeten aannemen. Bij de bepaling, dat voor diensten niet een hoogere betaling mag worden gevorderd, is niet gedacht aan de loonen. Onder huur wordt in dit wetsontwerp pacht niet begrepen; de werking van de crisispachtwet zal echter worden verlengd. Duur der wet tot 1 Maart 1937 beperkt. De minister wilde tenslotte, omdat een limiet was gevraagd, de werking der wet beperken tot 1 April 1937, doch op verzoek van de commissie van rapporteurs werd de datum op 1 Maart 1937 gefixeerd. Het debat over dit wetsontwerp had niet veel te beteekenen. De heer Vervoorn (Plat telander) meende, dat er nog niets was ge beurd, waardoor dit wetsontwerp zou zyn gemotiveerd. En aangezien de boeren er geen belang bij hadden, zou hy tegen stemmen. De communisten brachten het niet verder dan den wensch, een paar amendementen in te dienen ten behoeve van eenige groepen der bevolking, welke de meeste nadeel en van de devaluatie zouden ondervinden. Zij werden echter niet voldoende ondersteund en kwamen dus niet in behandeling. We kunnen er dus gevoegelijk over zwijgen. Het wetsontwerp werd ten slotte z. h. st. aangenomen, met aanteekening dat de heer Vervoorn tegen was. Om half negen begon de vergadering der Eerste Kamer. De behandeling van zaken vertoonde hier een zelfde beeld. Ook hier was groote belangstelling. Eerst legde minister Colijn dezelfde ver klaring van 's middags in de Tweede Kamer af, waarna de senaat in de afdeelin- gen ging om de wetsontwerpen te onder zoeken. Z. h. st. was daartoe tevoren het besluit genomen. Het openbaar debat dat om kwart voor elf begon, was hier heel wat bewogener dan aan de overzijde van het Binnenhof, al was het resultaat niet anders, n.1. dat de wets ontwerpen z. h. st. werden aangenomen, met aanteekening van de n. s. b.-ers, dat zy tegen waren. Laatstgenoemden waren het, die door hun critiek een felle repliek van minister Oud ontlokten, die den heer van Vessem onder herhaalde instemming der overige leden van antwoord diende. Zakelijk had de minister na zijn betoog in de Tweede Kamer geen nieuws meer te vertellen, zijn collega van Handel, Nijver heid en Scheepvaart, ir. Gelissen, trouwens ook niet. Indien de heer van Vessem niet het woord had gevoerd, zouden de wetsontwerpen waarschijnlijk alleen na eenige opmerkingen van prof. van Embden (v.d.), welke ze on vermijdelijk achtte, er zyn doorgegaan. By het ontwerp inzake het goud-uitvoer verbod kwam minister Oud, in zijn ant woord op op het door den griffier voorge lezen verslag der Kamer, op tegen die leden blijkbaar de n. s. b.-fractie die heel weinig oog hadden gehad voor den plotseling veranderden toestand voor de regeering, toen Zwitserland ook den gou den standaard los liet, en het kabinet ver weten, dat het onvoldoende rekening had gehouden met de economische belangen van Nederland. Het was juist om die economische belan gen geweest, dat de regeering zoo lang mo gelijk aan den gouden standaard vast hield en ook die belangen waren het weer, welke haar noopten tengevolge van de bekende omstandigheden van inzicht te verande ren, een besluit, dat haar zeer zwaar was gevallen. Toen de heer van Vessem (n.s.b.) daarop, in het mondeling debat, hetzelfde betoog, al leen met wat andere wooiden herhaalde en in het geheel niet inging op 's ministers weerlegging, terwijl hij bedektelijk te ken- 37) En terwijl ze als betooverd bleven toe kijken, geschiedde er iets, dat hun nog wonderlijker voorkwam. Ze zagen, dat he korte einde van het touw begon te bewegen, ^sof er aan de andere zijde uit het kantoor aan getrokken werd. Heel even bleef het als het ware haken om den knop vande «ïrendel. Dan brak het touw op die plaats door. En omdat er geen knoop in "t viel kot aan de speer bevestigde *inde m *r' kels op den vloer tusschen de p ar. JjBu», rondfileed, .oen dle ook het andere einde d t aan bee°n t6/i1 den deur keen- ««de door de kier onder de aeu Het volgend oogenblik verdvveen d"nne mat geheel uit het gene g waaf pop lag precies °P deZ^ur was gegren- d« doode had gelegen, de deu de d en er bleef niets and® e 8peren v«schoven boekenkasten, de en de ligging van de pop als stomme ge tuigen van de mogelijkheid van het gren delen eener deur uit een ander vertrek van daan, waar de grendel onbereikbaar scheen. Ellery kwam op een holletje uit het kan toor terug en rende de wachtkamer binnen. De detectives stonden als versteend tegen den muur. De inspecteur had zijn hand veelbeteekenend in zijn broekzak gestoken. Iemand stond op. Hij was vaal als het flauwe ochtendlicht uit den bewolkten hemel en vroeg op schorren toon: „Maar ik snap niet... hoe u... dat kon weten!" „Dat hebben die speren my verteld", ant woordde Ellery onder verbaasd stilzwijgen „En bovendien de stand der beide boeken kasten. Toen ik alle feiten aan het ver zamelen was, drong de waarheid tot mij door. Die missionaris werd vermoord, niet op de plek, waar we hem gevonden hebben, maar ergens anders in de kamer. Dat was te zien aan de bloedsporen op den grond. De vraag rees dus by my op: waarom had de moordenaar het lyk naar de deur ge sleept? Daar moest hy ongetwijfeld een reden voor gehad hebben. De volgende vraag was: waarom had de moordenaar de rechter boekenkast langs den rechter muur verder van de deur afgeschoven? Daarop kon alleen het antwoord zijn: om ruimte te maken by de deur vlak voor den rechter muur. De derde vraag was: waarom had hy de linker kast tot aan de scharnieren van de deur geschoven en die kast schuin het vertrek ingetrokken, zoodat ze een scherpen hoek met de deur vormde? En daarop wist ik geen antwoord te vinden, totdat ik aan die speren dacht. Die speren waren door de kleeren heen gestoken van de voeten tot het hoofd. Ze zyn van stevig, onbuigzaam hout. Ze maak ten het lichaam van den doode zoo on buigzaam als dat van een stuk wild, dat aan het spit gestoken is. Ze veroorzaakten om zoo te zeggen een kunstmatigen rigor mortis. Een mensch, die rechtopstaande, plotseling doodvalt, zakt rechtstandig in elkaar. Maar deze doode moest door die speren languit voorover vallen. Om rechts van de deur ruimte te maken was die rechter boekenkast verschoven. De bedoe ling was dus, dat de doode op die vrij gemaakte ruimte terecht zou komen. En hy moest evenwijdig met de deur vallen; an ders was er geen reden geweest, om juist daar ruimte te maken door het verschui ven van die kast. En waarom was de linker kast juist in zulk een scherpen hoek ge plaatst? Ik zag toen opeens, dat als de doode rechtop in dien hoek werd gezet en men hem dan liet vallen, hy wel nood zakelijk moest vallen in de richting van die leeggemaakte ruimte naast de deur... Maar waarvoor had de moordenaar het noodig, hem juist op die manier te laten vallen? Waarvoor was dat vallen op zich zelf genomen, noodig? Ellery wachtte even en haalde diep adem. „Hoe onlogisch het ook mocht schijnen, het eenige antwoord, dat ik op die vraag kon vinden was, dat de misdadiger, die het lyk van een andere plek in het vertrek naar de deur gesleept had, den doode zóó wilde laten omvallen, dat hy in zijn val iets deed... De rest was een kwestie van nadenken en proefneming. Het eenige ding, wat men met een deur doen kan en dat voor een misdadiger van eenig belang kan zijn, is dat men die deur sluit! In dit geval, dat de grendel er op werd ge schoven!... Maar waartoe diende het, dien grendel erop te laten schuiven door Donderdag 1 October. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.— Gr.pl. 9.— Ensemble Johnny Kroon. 10.— Morgenwijding, gr.pl. 10.30 Johnny Kroon. 11.Omroep orkest en solist. 12.30 Gr.pl. 1.30 Orgelspel. 2.De Octophonikers en voordr. 4.05 Voor zieken en ouden van dagen. 4.35 Gr.pl. 4.45 Voor de kinderen. 5.30 Het Aeolian-orkest. 6.30 Sportpr. 7.— Voor de kinde ren. 7.05 Orgelconcert. 7.25 Dans muziek. 8.— ANP-ber. 8.10 Om roeporkest en soliste. 8.45 Causerie over de a.s. kniples. 8.50 Radio- tooneel met muziek, mmv. het Omroeporkest. 10.05 Omroeporkest en soliste. 11.— ANP-ber. 11.10 Dansmuziek. 11.3012.Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en 11.—2.— KRO, de NCRV van 10— 11— en 2.—12— uur). 8—9.15 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30—12— Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl. 12.30 KRO- orkest en gr.pl. 2.Handwerkcur- sus. 3.3.45 Gr.pl. 4.Bijbellezing. 5.Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Het Stichtsch Salonorkest. 6.45 C. N. V.-kwartiertje. 7.Ber. 7.15 Voor postzegelverzamelaars. 7.45 Rep. 8— ANP-ber. 8.15 Radio avond van de drie Geref. Jeugd bonden. 9.45 ANP-ber. 9.50 Chr. Muziekvereen. „David". 10.30 12.Gr.pl., Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 „At home to-day", causerie. 11.2511.50 Gr.pl. 12.10 Het BBC-Welsch-orkest mmv. solist. 1.05 Sopraan en bari ton. 1.352.20 Dansmuziek (gr.pl.) 3.35 Sted. orkest Bournemouth m. m v. soliste. 5.05 Gr.pl. 5.35 Dans muziek. 6.20 Ber. 6.40 Boekbespr. 7.Voordr. 7.20 Het BBC-orkest. 8.05 De BBC-zangers. 8.40 Revue- progr. 9.40 Progr.-bespr. 10.Ber. 10.30 Korte kerkdienst. 10.50 Cello en piano. 11.3512.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 9.50 Orgelconcert. 11.20 Om roeporkest. 2.50 en 4.20 Gr.pl. 5.20 Radio-tooneel. 7.20 Gr.pl. 8.20 Zang en viooL 9.05 Nat. orkest. 11.05— 12.35 Dansmuziek en populair con cert. KEULEN, 456 M. 6.50 en 12.20 Orkestconcert. 1.35 Omroep-Amu sementsorkest en zang. 2.35 Gevar. concert. 4.20 Omroeporkest. 5.25 Kwartet, fluit, piano en sopraan. 6.20 Gr.pl. 8.30 Omroeporkest. 9.20 Gevar. progr. 11.12.20 Dansmu ziek. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salon-orkest 1.30 Omroeporkest. 1.50 Cabaret. 2— 2.20 Gr.pl. 5.20 Klein-orkest 6.50, 7.20 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroep orkest. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest 1.30—2.20, 5.20 en 5.35 Gr.pL 6.35 Klein-orkest. 7.35 Gr.pl. 8.20 Bonte avond. 10.3011.20*Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Hoorspel met muziek. 9.30 Po pulair progr. uit München. 10.20 Ber. 10.50 Piano-duetten. 11.05 Weerber. 11.2012.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1:'Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.8.45, Norman- dië 8.4510.D.sender 10.10.20, Keulen 10.2011.20, Parijs Radio 11.20—13.05, Brussel (VI.) 13.05— 14.20, Keulen 14.2015.20, Parys R. 15.2015.50, Lond. Reg. 15.50 16.50, Parijs R. 16.5017.20, Brussel VI. 17.20—18.50, Keulen 18.50— 20.05, Lond. Reg. 20.0520.30, Ber lijn 20.3021.55, Beromünster 21.55 22.35, Boedapest 22.3524. Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Pa rijs R. 9.2010.20, Droitwich 10.20 —11.05, Lond. Reg. 11.05—15.35, Droitwich 15.3518.20, Brussel Fr. 18.20—19.10, Droitwich 19.10—21.20, Lond. Reg. 21.2022.30, Droitwich 22.30—24.—. nen gaf, dat de invloed van den pas genatu- raliseerden bankier Mannheimer misschien achter het besluit der regeering zat, werd de bewindsman fel. Heeft de regeering den steun der n. s. b. gehad, terwijl zij streed voor handhaving van den gaven gulden? vroeg minister Oud. De heer van Vessem had zich een toe speling op het bekende woord van minister Colijn: de „onvaderlandslievende schobbers" veroorloofd, waarmede de minister-president het vorige jaar had gedoeld op de beroeps speculanten, die onder welke muntpolitiek ook, slachtoffers maken en de munt ver zwakken, maar deze uitdrukking achtte de minister van Financiën in den mond van een vertegenwoordiger der n. s. b. mis plaatst. De n. s. b., waarvandaan een dien dag in Den Haag verspreid strooibiljet af komstig was, waarin een onwaardige aan val op de regeering was gedaan, welk biljet de minister voor zich had. Met verandering van enkele namen had het zóó van de com munisten afkomstig kunnen zyn! riep de minister, onder bravo's der Kamer, uit. En hij vond het toch wel merkwaardig, dat in de Tweede- en in de Eerste Kamer, terwijl juist zoo'n eenheid zich demon streerde om de regeering in de buitenge woon moeilijke omstandigheden, bij alle verschil van inzicht overigens, te steunen, dat het juist de communisten en de n.s.b.-ers waren geweest, die scherpe oppositie had den gevoerd, beide dus onnationale partyen zich toonend. Herhaaldelijk had de Kamer door opmer kingen als: „zeer juist" en „bravo" van haar instemming doen blijken, maar toen de mi nister eindigde met de verklaring, dat het Nederlandsche volk, in welks belang thans gehandeld werd, met zijn gezonden werke lijkheidszin wél zou weten te onderscheiden, ging er een langdurig applaus op. Na repliek van den heer van Vessem (n.s.b.), die volhield, dat Nederland ook den doode, als de misdadiger zelf dat veel eenvoudiger had kunnen doen met zijn hand, om daarna door die andere deur daar te ontsnappen, waarmee hy op de gang kon komen? „Ik had nooit... gedacht... datbe gon dezelfde schorre stem weer. „Het eenig mogelijke antwoord daarop was", vervolgde Ellery met groote beslist heid, „dat de misdadiger dit vertrek niet k o n of niet wilde verlaten door de deur naar de gang; dat hij dit vertrek moest ver laten door de deur naar het kantoor. Maar hij wilde iedereen doen gelooven, dat hij door de deur naar de gang dit vertrek ver laten had, dat de deur naar het kantoor aldoor op den grendel was geweest, zoodat degene, die in het kantoor was en zich in het geheel niet had laten zien op de gang, langs het kantoor, zelfs den schijn niet op zich zou laden, de moordenaar te zijn! Plotseling sloeg James Osborne de han den voor het gelaat en kreunde: „Jaik heb hetgedaan Ik heb hem... vermoord!" „U ziet dus", zei Ellery eenige oogen- blikken later met een medelijdenden blik op den schuldige, die door de anderen met ontzetting aangestaard werd, „het raadsel heeft zichzelf opgelost door een gewone logische redeneering. Het gebruik maken van die speren en het verschuiven der kas ten en het verplaatsen van het doode lichaam bewezen, dat de moordenaar de wachtkamer na de misdaad door de deur naar het kantoor moest verlaten hebben. De moordenaar was dus onmiddellijk na zijn misdrijf in het kantoor. Volgens zijn eigen bewering was Osborne de eenige, die in het tijdvak, waarin de misdaad geschiedde, op het kantoor was. De bezoekers Macgo- alleen den strijd voor den gulden had moe» ten volhouden, werd het wetsontwerp z.h.s. aangenomen, met de bekende aanteekening. Aan prof. van Embden had de minister toegezegd, dat hij aandacht zou schenken aan diens wensch, om een wettelijke basis te scheppen voor een maatregel als het goud- uitvoerverbod, bijv. door wijziging van d« wet van 3 Aug. 1914. De beide andere wetsontwerpen, betref fende het egalisatiefonds en de maatregelen tegen onredelijke prijsopdrijving gingen er zonder discussie en z.h.s. door. Minister Gelissen ontkende, bij het laatste ontwerp op het verslag antwoordend, dat aan de burgemeesters der kleine gemeenten een te groote bevoegdheid werd verleend. Hy zegde echter toe, zoo noodig, voor een beroepsinstantie te zullen zorgen. En daarmede was het einde aan een zeer inspannenden en bewogen dag voor het par lement gekomen. Zitting Meerv. Strafk. van 29 September. Uitspraken. J. B., arbeider te Oudorp, zedenmisdrijf. Uitspraak: 1 dag gevangenisstraf met ter be schikkingstelling. D. D., arbeider te Koedijk, zedenmisdrijf. Uitspraak: 4 maanden voorwaardelijke ge vangenisstraf met 3 proefjaren. P. B., timmerman te Den Helder, diefstal. Eisch 8 maanden gevangenisstraf. Uitspraak: 1 jaar gevangenisstraf voorwaardelijk met 3 proefjaren. Joh. H. B., machinebankwerker te Helder, heling. Eisch 8 maanden voorwaardelijk ge vangenisstraf met 3 jaar proeftijd. Uitspraak: Conform. wan, miss Diversey, miss Sewell, miss Temple kon ik veilig uitschakelen, om dat, als zy een van allen den moord hadden bedreven, zij deze wachtkamer door de deur naar de gang konden hebben verlaten op den grendel dus gewoon met de hand op de deur hadden kunnen schuiven, zon der al de hulpmiddelen, die daarvoor nu aangewend waren. De eenige, die de deur naar de gang niet kon gebruiken, zonder door mrs. Shane gezien te worden bij zyn terugkeer naar t kantoor, was Osborne. Hij was de eenige, op wien dus verdenking vallen konZeg, Osbornewaarom ben je niet van die deur afgeblevenwaarom heb je die deur niet ongegrendeld gelaten?" „Omdat ik wist, dat ik dan zeker het allereerste verdacht zou worden", kreunde Osborne. „Maar als die deur van den an deren kant gegrendeld zou wezen, dan zoo veronderstelde ik zou niemand mij gaan verdenken". „Dat dacht ik wel", zei Ellery. „Je hebt het te ingewikkeld gemaakt, man! Ik heb mezelf gewoonweg in je plaats gesteld en me afgevraagd, wat ik in jouw omstandig heden zou gedaan hebbenEn nu ziet u ook, dames en heeren, hoe onmogelijk 't voor Osborne geweest is, om een zoo een voudig ding te doen, als het neerleggen van een das by den doode. Zijn eigen kon h(j niet gebruiken, omdat hjj niet buiten het kantoor gezien mocht worden door mrs. Shane, al was het maar voor enkele oogen- blikken. Ik veronderstel, Osborne, dat je 't hooggesloten vest van dien armen ~>an er gens verstopt hebt, in afwachting, uat je 't veilig met de andere dingen, die je uit zijn zakken gehaald had, kon verbranden niet waar?" (Slot yolgt).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9