DE VERRADERLIJKE KLEINIGHEID Pluimveeteelt. De oorlogspaarden k,.. een rustigen ouden h9* Sven Hedin pleegvader Va paard. an Glimlachje Het zou dus volgens spr. noodzakelijk zijn, dat op de hoeken der straten, via welke men de Langestraat kan binnenkomen, borden worden geplaatst, zooals deze door de wet worden voorgeschreven. Bovendien waren volgens verdachte de be staande borden misleidend. Voorgeschreven zijn feitelijke voor een dergelijk geval half witte borden. Het bestaande bord wekt op vreemdelingen aanvankelijk den indruk, dat aan geen van beide zijde geparkeerd mag worden, omdat het daaronder geschilderde „niet langer dan 1 uur" In den beginne niet zal opvallen. Op grond van bovenstaande kwam spr. tot de slotsom, dat de aanduidingen van het parkeerverbod niet voldoende zijn en con cludeerde hij tot ontslag van rechtsvervol ging. De ambtenaar, repliceerende, had wel sym pathie met vele munten uit het betoog van den verdediger, doch achtte het niet ge- wenscht om nu overal borden te gaan plaatsen. Aangezien het hier evenwel een principe-kwestie bleek te betreffen, waar in ook de A.N.W.B. zich had gemengd, ver laagde spr. zijn eisch tot 1 of 1 dag boete. De kantonrechter zal 9 October schrifte lijk vonnis wijzen. De rest der zitting. Het verdere verloop van de zitting bracht weinig wereldschokkends aan het daglicht, en bepaalde zich tot zonder-licht-rij-zaakjes en dergelijke. Zoo had de fietsjongen C. K. uit Amster dam op 11 Juli in de Beemster zonder licht gereden. Zijn verweer was, dat het lampje zou zijn doorgebrand. Bovendien had K. zonder een reflector gereden. Eisch voor het zonder licht rijden 4 of 4 dagen en voer de reflector 3 of 3 dagen hechtenis. Uitspraak 3 of 3 dagen en 1 of 1 dag. Met een bakfiets op het rijwielpad. De Alkmaarsche colporteur F. T. E. had op het fietspad tusschen Koedjjk en St. Pan- cras gereden. Hij verklaarde den kortslen weg te hebben genomen, omdat het zeer slecht weer was en hij in Noordscharwoude moest zijn. Eisch 4 of 4 dagen. Uitspraak f 2 of 2 dagen. Zonder achterlicht gereden. De melkventer D. Z. uit Broek in Water land had op 14 Juli in de Beemster gereden met zijn auto zonder verlicht nummerbord en zonder achterlicht. Volgens Z. was de draad naar het lampje stuk geweest en zijn pogingen om dezen te repareeren, waren vruchteloos gebleven. Hü was toen maar op goed geluk af doorgereden met 't resultaat, dat hij in de eerste plaats een proces-verbaal kreeg voor het rijden zonder achterlicht en ten tweede voor het niet geven van een teeken bij stoppen. Dit laatste omdat tege lijk met zijn achterlicht ook het stoplicht niet meer had gewerkt. Eisch voor het achterlicht en het stoplicht resp. 3 of drie dagen en 3 of 3 dagen. Uitspraak voor beide feiten 1.50 of 1 dag Op verboden terrein geloopen De landbouwer P. Th. L. uit Egmond aan den Hoef was, naar hij beweerde, op 19 Juli zijn dochtertje gaan zoeken in de duinen bij Egmond. Hierbij was hij op verboden terrein geraakt en, aangezien een veldwachter hem daar aantrof, geverbaliseerd. Hierbij zou L. zich bovendien nog minder sympathiek heb ben gedragen. Eisch 6 of 6 dagen. Uit spraak 3.50 of 2 dagen hechtenis. In het .schuurtje" overnacht P. S., arbeider uit Alkmaar, was eenigen tijd geleden door de politie opgepikt we gens dronkenschap. S. vertelde heden voor den kantonrechter dat hij in het geheel niet dronken was geweest. Hjj had alleen maar achter een dronken man aangeloopen, zoo dat het aanvankelijk scheen alsof S. alleen reeds van den adem van den voor hem loo penden man beneveld was geraakt. Langza merhand kwam echter de aap uit de mouw en bleek dat S. een „stuk of vijf' glaasjes bier zou' hebben gedronken. Een en ander was een duidelijke verklaring van zijn wag gelenden gang, wartaal en dranklucht, wel ke toestand voor de politie voldoende was S. een nacht logies aan te bieden en dat kwam hem heden op 6 of 6 dagen te staan. Een gevaarlijk wapen. E. B., arbeider te de Rijp, had op 18 Sep tember in een café aldaar tijdens een ge sprek met een tweetal dames een dolk te voorschijn gehaald en hierbij o.a. gezegd, dat dit toch maar een prachtmiddel was om er eventueel een eind aan te maken. De po litie, die het wapen zag, had dit in beslag ge nomen. B. verklaarde dat hij den dolk had gekocht om een geit te slachten en er ver der geen enkele bedoeling mee had gehad. Eisch 8 of 8 dagen met verbeurd ver klaring van den in beslag genomen dolk. Uitspraak 6 of 4 dagen met verbeurdver klaring van het gevaarlijke wapen. De arbeidswet overtreden. De wasscherg-ondernemer A. J. ten H. uit Bergen was geverbaliseerd, omdat hij zijn personeel te lang had laten werken. In de maand Juli namelijk had een arbeid ster bij hem na zes uur werk verricht Ten H. verklaarde, dat genoemde arbeidster vrijwillig had doorgewerkt. Zijn vrouw had haar nog verzocht op te willen houden en de rest van haar werk den volgenden dag te doen, doch zij had hieraan geen gevolg ge geven. Eisch 3 of 3 dagen. Uitspraak 1 of 1 dag. Uitspraken van de strafzitting van Vrijdag 2 October 1936. Overtreding van demotor- en r ij w i e 1 w e t: L. E. te Bakkum. teruggave aan de ouders zonder toepassing van straf. M. de W. te Bergen, F. J. te Bergen, ieder 2 boete of 1 week tuchtschool. C. J. W. te Oude Nie- dorp, 4 boete of 1 week tuchtschool. R. S. te Alkmaar, K. B. te Noord Scharwoude, ieder 5 boete of 1 week tuschtschool. C. P. S. te Schagen, 1 boete of 1 dag hechte nis. L. S. te Castricum, L. A. te Amsterdam, B. M. E. te Amsterdam, A. G. te IJmuider., D. T. te Alkmaar, W. J. K. te Utrecht, ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis. A. G. v. 8. te Alkmaar, J. H. H. te Amsterdam, C. S te Amsterdam, C. J. S. te Amsterdam. A. P te 's Gravenhage, D. M. B. te Schagen, L. v H. te Haarlemmermeer, C. G. v. Z. te Hil- legom, ieder 3 boete of 3 dagen hechtenis H. H. van B. te Haarlem. 2 x 2 boete of 2 x 2 dagen hechtenis. C. B. te Egmond Bin nen 3 plus 1 boete of 3 en 1 dag hechte nis. P. C. te Castricum, J. S. te Amsterdam. C. J. Z. te Bergen, J. M. te Scha gen. W. V. te Wieringerwaard, N. G. te Heiloo. J. v. d. F te Oude Niedorp, H. D te Beemster, C. O. te Beemster. J. L. te Purmerend, P. M te Alkmaar. H. v. M. te Leerbroek. P. G. te Warmenhuizen, L. D te Egmond aan Zee, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis. J. J. P. te Hoorn, 3 plus f 2 boete of 3 en 2 dagen hechtenis P. D. H. te Alkmaar, f 5 boete of 3 dagen hechtenis. J. L. E. te Bakkum, A. G. te Bergen, H B te Haarlem, M B. te Zoutkamp, ieder f 5 boete of 5 dagen hechtenis. L. J. van B. te Zaandam, 6 boete of 4 dagen hechtenjs. H. D. B. R. te Amsterdam. H. G. V. te 's Gravenhage. ieder 6 boete of 6 dagen hechtenis. P. K. te Spanbroek, 8 boete of 6 dagen hechtenis. A. F. R. te Amsterdam, P. K. te Woudenberg, J. J. te Krommenie, ieder 8 boete of 8 dagen hechtenis. W. H S. te Zaandam, 10 boete of 8 dagen hech tenis. Overtredingen van de Po litieverordeningen A. B. te Heiloo, voorwaardelijk 1 maand tuchtschool met een proeftijd van één jaar. A. B. te Arnhem, A. J. te Alkmaar, W. P. te Alkmaar, ieder 2 boete of 2 dagen hechte nis. J. W. te Amsterdam, J. F. R. te Bever wijk, J. F. R. te Beverwijk, N. K. te Alk maar, ieder f 3 boete of 3 dagen hechtenis. G. K. te Zaandam, B B. te Castricum. O. H. teDeventer, N. K. te Zwaag Westeinde, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis. Overtreding van Artikel 461 en 435 van het Wetboek van Strafrecht (luopen over ver boden grond en opgeven van valschen naam): A. D. te Amsterdam, 2 8 boete of 3 weken tuchtschool. Overtredingen van Artikel 431 van het Wetboek van Strafrecht (nachtrust verstoren): Th. P. te Harenkarspei, H. R S. te Haren karspel, G. S. U Harenkarspel, ieder 5 boete of 5 dagen hechtenis. Overtredingen van Artikel 453 van het Wetboek van Strafrecht (openbare dronkenschap;: A. W. te Amsterdam, 3 dagen hechtenis A. D. te Alkmaar, M. J. W. te Haarlem, ieder f 6 boete of 6 dagen hechtenis. Overtredingen van Artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht (loopen over verboden grond): M. J. W. te Amsterdam, J. van L. te Castri cum, F. M. te Amsterdam, J. S. te Bever wijk. M. D. te Beverwijk, C. W. te Zuid- scharwoude, ieder 3 boete of 3 dagen hechtenis. Overtredingen van de IJk- wet: H. Z. te Hoorn, M. B. te Alkmaar, ieder 1 boete of 1 dag hechtenis met verbeurd verklaring van het inbeslag genomen ge wicht. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. te Hennepe, Hecmraadsingel 84 te Rotterdam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad ver melden. HET MODERNE RAADSEL ONDER DE ZIEKTEN. DE GEHEIMEN DER VERLAMMING. Alvorens ik over de verschillende thrjrieën spreek die er zijn omtrent de oorzaak der ver lamming, wil ik eerst iets van de geschiedenis dezer merkwaardige en noodlottige ziekte ver tellen. Het eerst is zij beschreven in 1907 door prof. Marek in Ëodapest. Zij kwam toen voor bij drie Orpington hanen, die dus wel uit En geland afkomstig geweest zullen zijn. Marek beschreef de gevallen zoo nauwkeurig dat men later, toen de ziekte meer algemeen bekend werd, haar de Mareksche ziekte genoemd heeft. Er werd eerst totaal geen aandacht aan de beschrijving van Marek geschonken, omdat men eigenlijk nergens de ziekte verder zag. In 1914 werd zij door een Amerikaanschen dierenarts Dr. Kaupp opgemerkt, maar hij beschreef deze ziekte pas in 1921, omdat toen plotseling bleek dat in v-rschillende staten van Noord-Amerika de ziekte in de laatste la ren sterk tjegenomen was en in zeer ernstigen vorm voorkwam. Men ging toen informeeren en daarbij bleek dat in den staat Rhode Island reeds in 1878 de ziekte bekend was en al vele verliezen veroorzaakt had. Als nu werkelijk de ziekte -in 1878 de echte Mareksche ver lamming geweest is, dan schijnt in Amerika wel de oorsprong der ziekte te zoeken te zijn en vandaar verspreid. We moeten in deze wel voorzichtig in ons oordeel zijn, want als we van verspreiden spreken, ligt daar de gedachte van een smet stof achter en dat de ziekte besmettelijk it, althans alle gevallen, daar ben ik Iing niet van overtuigd. Ik voor mij neem aan dat zij overal ontstaan kan onder bepaalde omstandigheden, waaronder ik bijv. reken een in bepaalde rich ting verzwakt lichaam. Het lijkt zoo gemakke lijk uit te maken of een ziekte besmettelijk is vooral bij de dieren waarbij men zooveel proeven kan nemen doch als ik nu vertel dat er thans over de geheale wereld al zeker tien jaar hard aan deze ziekte gewerkt wordt in allerlei instituten en dat men op vandaag nog steeds niet met zekerheid weet of er een smetstof in het spel is, dan begrijpt men wel dat de zaak niet zoo eenvoudig is als zij lijkt. Men denke even aan de moeilijkheden die om trent een der meest gevreesde ziekten van den mensch bestaan, de kanker. Eveneens over de geheele wereld wordt in speciale in stituten voor deze ziekte gewerkt door de knapste specialisten elk oogenblik hoort men weer van een nieuwe theorie over het ontstaan van kanker maar meestal verdwij nen die theorieën weer spoedig van het too- neel. Toch zijn er wel veel aanwijzingen die aan duiden dat de ziekte overgebracht kan worden en zoo is het bekend dat in sommige landen (Japan, Afrika, Australië) de ziekte met ge zond fokmateriaal geïmporteerd is en zich door de nakomelingen dezer dieren verder verspreid heeft. Als de aanleg tot de ziekte erfelijk is, kan dat ook verschillende gevallen verklaren en dat komt mij veel aanneemlijker voor en daarmede kom ik dan ook 'ot een an der historisch feit van belang bij deze ziekte. n.1. dat zij in 1921 te Barneveld voorgekomen is en zeer uitvoerig bestudeerd is door Dr. N. v. d. Walle en mevrouw E. WWinkler—Janius in samenwerking met den dierenarts Hoogland te Barneveld. Deze studie, gepubliceerd in het 1 ijdschrift voor vergelijkende geneeskunde be hoort nog altijd tot een van de standaardwer ken op dat gebied. Nu is gebleken door een onderzoek van het materiaal dat aan de Rijks- seruminrichting gedurende de laatste acht la ren ingezonden is dat het eene ras van kippen veel meer last heeft van de ziekte als het an dere. Zoo bleek dat van de ingezonden Leg horns 9 pet. geleden had aan verlamming, van de Rhode Islands 7.6 pet., doch van de Barne velders 17.5 pet., dus dubbel zooveel als van de andere rassen. De Barnevelder is evenals de Rhode Island een uit verschillende kruisin gen verkregen kip en de Orpingtons eveneens. Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk dat er in de oorspronkelijke Rhode Island in Amerika en in de Barneveldersrassen gekruist zijn die meer gevoelig voor de verlamming zijn als andere. Na 1921 beginnen er meer publicaties te ko men over de ziekte, maar de groote stroom van onderzoekingen komt pas los in 1930. De ziekte blijkt dan opeens in Engeland, Duitsch- land en zelfs Japan en Australië voor te ko men en na dien tijd komt zij vrijwel in elk land voor waar kippen in het groot gehouden worden. De verschijnselen kunnen we indeelcn in die welke ontstaan door ziekte van de hersenen en die van de zenuwen. Het leelijke van de zaak is echter dat meer en meer blijkt dat verscheidene sterfgevallen bij kippen veroor zaakt kunnen worden door de ziekte, zonder dat er verlammingsverschijnselen aan te pas komen. Daar schuilt naar mijn meening een der grootste moeilijkheden bij de bestrijding der ziekte. Gebleken is bijv. dat een haan de ziekte kan hebben in zijn geslachtsklieren, terwijl het dier overigens uitstekend gezond is. tX aar blijven we nu als zoo'n haan als fokdier ge bruikt wordt? Dr. B. J. C. TE HENNEPE. (Nadruk verboden). JnqzïMuLen Stukken DIERENDAG. M. dc Redacteur. Wjj komen uwe welwillende aandacht mocht het zijn ook uwe belangstelling en hulp vragen voor eene poging om in ruimer kring medewerking te verkrijgen tot lotsverbetering van ons medeschepsel, het d'er. 4 October a.s. zal weer door dierenbe- scherrrets-organisaties de z.g. Dierendag warden hei dacht, die reeds in verschillen de landen burgerrecht begint te verkrijgen er. die verleden jaar ook ten onzent zich in de sympathie en medewerking van vele humaan denkenden mocht verheugen, .ter wijl ook de pers in ruime mate haar steun verleende. Maar op dezen éénen dag. aan de be langen van het dier gewijd, willen wy zoo gaarne doordringen tot de massa, die zoo moeilijk te bereiken it. zoo weinig nog stilstaat bij wat daar zwijgend geleden wordt. Zeker, wij weten, dat in de menschen- wcreld veel leed en onrecht wordt geleden en dat uit den aard zijner hooge roeping de voorganger hier reeds een zware en verantwoordelijke taak te vervullen heeft. Maar wij zijn overtuigd, dat daardoor te vens zijn meegevoel zal zgn gewekt en versterkt ook voor het geheel van den mensch afhankelijke dier en dat hjj me nigmaal de gelegenheid zal aangrijpen, den mensch vooral ook den jeugdigen mer.sch te wijzen op den heiligen plicht der bescherming van het weerlooze. Heb ben wij niet zooalf een edel voorgan ger het eens uitdrukte een „vertrou wenspositie" tegenover het dier? En zal «tensloite de mensch zelf niet beter, niet edeler worden als hjj tot bewustheid van dien plicht komt? Dierenbescherming is me^-schenbeschaving. Voor de verzachting van zeden, ook tegenover de dierenwereld, voor de be strijding van misbruiken, van ruwheid en wreedheid, hebben wjj in de eerste "laats onze hoop te vestigen op de opvoeders der jeugd van wie wjj reeds groeiende be langstelling ondervinden en niet min der van de voorgangers, die jeugd en vol wassenen bereiken door hun woord en voorbeeld. Hopende op uw steun, met oprechten dank. hoogachtend, Nederl .Vereeniging tot Bescherming van Dieren, afd. Alkmaar en Om streken. Alk ik me niet vergis heeft men landen buiten de oorlogsgedenkw den roem der soldaten in den verkondigen en de gevallenen e °°rlol wel een gedenkteeken gewijd aana °0:'- medestrijders uit het dierenrijk h tr°Qwe en den speurdershond. In Duit* m Paard deze goede gedachte ook meermal komen, doch deze werd voor? en °Pgo- bekend Is nog niet verwezerün?* 0r>s speurders- en Roode Kruis-honden grooten oorlog heeft men reeds metden teekenen bedacht en de trouwe Be]p- de blinden hebben in den Berl"61* Vafi dierentuin ook reeds een uit brons 'Jnscilen gedenkteeken. ^e8oten Men heeft in Duitschland echter andere manier aan de oude krijgskan^ uit het rjjk der paarden gedacht, Jr!!?-!1 door zich het lichamelijke welzijn - -w— van a nog overlevende viervoetige deelnemers' den werel J oorlog aan te trekken. Men T' in Berlijn en fn andere steden of - dorpen dat so; van Duitschland wel eens een paard een plakkaat draagt met het opschrift ..Kriegskamerad". Men blijft even nadTT kend bij het dier staan en rekent onwil]!" keurig uft hoe oud of het dier wel kan da Wanneer hjj den oorlog, waarvan einde thans al weer 18 jaar achter ons Ito nog mee heeft gemaakt, dan moet hij iJS 22 jaar oud zijn! Een mooie leeftijd ng. een paard! Men zoekt in zjjn zakken nasr een suikerklontje, of haalt van het ment nabije vruchtenwagentje een banaan, welk» men het brave heest ln dank-voor hetgeen hij 18 jaar geleden verricht heeft, toe steekt. Een jaar geleden kwam een Beiencfo landbouwer op het idee om alle levende oorlogspaarden een zorgeloi ouden dag te bezorgen. Deze sympathfcfc gedachte viel in goede aarde en thans zjjn wel bijna al deze dieren opgespoord. S«i paarden, waarvan er tien in Berlijn zjjr dragen thans in Duitschland het plakkaat ..oorlogsmakker". Vorige week werd na lange nasporingen weer een oorlogspad ontdekt en met het plakkaat ondersdai. den. Dit plakkaat heeft echter niet alleen idëele. doch ook en vooral materieele waar- den, waarop het bij de paarden, wanneer 6 beesten zich hun zinnen bewust zoude zijn. wel het meest aan zal komen. Voor eli ontdekt oorlogspaard wordt namelijk bij op roep een pleegvader gezocht De pleegvafa verplicht zich het paard lichamelijk tot aai zijn dood te onderhouden en ervoor te zor gen. dat het paard niet Dij den paardn- slachter eindigt, en hg verplicht zich ver der om. wanneer het hem uit nood moeilijk valt haver te koopen. het paard toch dage lijks minstens 1 K.G. haver te geven. Het zoojuist ontdekte oorlogspaard, j de dertigjarige „Lotte" heeft een beroemde Nou!Julius?!Heb je nu eindelijk die brutale borstelman eens de deur uitgegooid? HeuUleUm door L. F. rfARTMAN 2) „Wie is die Legrand?" vroeg hfj. Crawford Lane, die naar de opgestoken straatlantaarns zat te staren, scheen over die vraag na te denken, alvorens te ant woorden. Na een poosje zei hij kortaf: „Ja, wie is het? Dat zou ik jouw wel eens wil len vragen!" Stacy haalde de schouders op. „Clayton heeft hem wel eens ontmoet en Crane ookEn Selwyn Bridges schijnt erg met hem weg te loopen. Maar wie is hij eigenlijk?" „Een speciale agent van de Fransche ge heime politie, dat meen ik tenminste", ant woordde Lane. „Ja, dat zegt men algemeen en men zegt ook, dat hij een titel draagt, die hij echter geheim houdt. Maar was doet hij hier? En nog wel zoo in het openbaar? Als hg een geheime zending had, dan zou hg toch wel incognito hier zijn? Heeft het publiek hier in New York eenmaal een vreemdeling in het oog gekregen, dan maakt het er altijd zoo'n Zondagsche drukte over". Lane blies een rookwolkje uit en keek door zijn ooghaartjes heen. „Best mogelijk, dat relaties in de groote wereld van New York van belang zijn voor zijn onderzoek", meende hg. Stacy dacht een oogenblik na en verwierp die mogelijkheid dan beslist. „Ik heb hooren zeggenten minste er werd op gedoelddat hij op zoek is naar een beroemd schilderij, dat uit het Louvre in Parijs gestolen is". Crawford Lane lachte eventjes. „Och, waarom niet? Die verklaring voor Legrand's aanwezigheid hier in de stad. is even goed als iedere andere. „U hebt hem natuurlijk al ontmoet, niet waar?" Lane schudde het hoofd. „Ik ben alléén en dan nog vaag met zijn werk bekend' zei h(j. Het klonk Stacy vreemd in de ooien, net alsof Lane, ondanks zijn ondoor grondelijkheid, een zekere jaloerschheid tegenover Legrand bloot gegeven had. Stacy deed zijn best het gesprek gaande te houden, maar zgn metgezel gaf slechts korte, weinig zeggenden antwoorden en scheen in sombere gedachten verzonken Toen Stacy eindelijk opstond om heen te gaan, scheen Lane plotseling uit zijn droo- merij te ontwaken. „Eet je vanmiddag niet hier? Jam mer. 'n Andere keer dan maar! Wat ik zeg gen wou als je langs komt, loop dan eans even bij me aan. Ik heb je nog een paar curiositeiten te laten zien „Nog méér van die oud-Egyptische rom mel?" „Mooi geraden!" „Ik heb er wel geen verstand van, maar ik kom het zoodje toch graag eens kijken U zult mgn meening toch wel niet hoog schatten!" zei Stacy over zijn schouder heen. Toen Graham vertrokken was, ging Lane weer zitten staren naar de lange rij lichten aan weerszijden der Avenua. Een bediende kwam geruischloos binnen en draaide hier en daar een electrisch lampje aan. In de gangen werdbn voetstappen en stemmen hoorbaar en bij groepjes kwamen er meer leden binnen en zetten zich aan de tafeltjes Het stemmengezoem werd luider en tabaks rook slierde door de zaal. Toen Selwyn Bridges binnen kwam, werd hg door een der groepjes aangeroepen, en er heen gaande, zag hg Crawford Lane op staan, om te vertrekken. Hg trad hem in den weg. „Zeg eens, Lane! Verwaardig jij je nog wel eens bij iemand aan huis t$ komen? tk heb aanstaanden Donderdag een stuk of wat lui te dineerenonder anderen dien Franschen snuiter Legrand. En ik zou jou ook graag zien", Natelde Bridges aan één stuk door, „Och neen niet overmorgen Donderdag over een week bedoel ik". „Nou, heel graag. Wel bedankt voor je uitnoodiging!" „We eten precies om half acht. Goed?'' „Ik zal het moeten noteeren. Ja, heel graag". Crawford haalde een in leer gebonden notitieboekje te voorschijn en schoof het dikke potlood, dat er in zat, uit zijn huls. lij sloeg de dicht beschreven blaadjes om en noteerde de invitatie. „Je bent me er toch een!" lachte Bridges, toekijkend. „Ik heb nog nooit iemand ont moet met zóó'n geheugen als jij en toch schrgf je iets op, dat al over tien dagen gebeuren zal". „Krek zoo. Ik prop mgn geheugen liever niet vol met zulk soort dingen", lachte Lane, terwijl hij het potlood weer in de huls stak en het notitieboekje in zijn borst zak wegborg. „Het zal me een genoegen zijn je eeregast te ontmoeten!" „Wien bedoel je? O, Legrand? Man. hg zal blij zijn jou te ontmoeten!" Buiten de club gekomen riep Lane een taxi aan en liet zich naar zijn woning bren gen, waar zijn secretaris hem de avondbla den bracht. „Ik heb ze al op de club ingekeken", zei hij kortaf. „Knip het verslag van de zaaa Calhoun maar uit en berg dat op. En ja, dat is waar ook, Collinsje moet er gens in je archief nog knipsels hebben over Legrand Raoul Legrand en die ver trouwelijke rapporten uit Parijs Die wou ik vanavond nog eens doorkijken. Stacy Lraham had eens lachend gespot, dat een diner bg Selwyn Bridges een even afwisselend en rommeling tafereel vertoon de als diens oudhedenverzameling. Bridges hield van sterke tegenstellingen, markante persoonlijkheden, vreemde combinaties en het gezelschap van dien bewusten Donder dagavond bewees de waarheid van Gra- ham's spotterg volkomen. En deze had zich meermalen afgevraagd, waarom zijn alle- daagsche persoonlijkheid eigenlijk altijd op ei gelijke bijeenkomsten werd genoodigd avond was er een Poolsche dichter die v!Cr v" trt,k W8S in de uit2aande kringen van New York. een Deensche schilder, een tahaansche graveur en een Engelsche Iet- terkundige van de partij. Rr'i'S0' ue" ie er eindel^k ook?" kwam Bridges hem met uitgestoken hand tege- ni^wsi "k6r 81 kennis Semaakt. nietwaar Lane is er nog niet en je bent dus niet de laatste Heb je Legrand al ont moet? Kom dan mee. dan zal ik ie even voorstellenl" J In het voorbijgaan 'de andere gasfcn firoe tend, volgde Stacy zgn gastheer door de bibliotheek naar een daarachter gelegen vertrek. Het was een soort m>'' waar Bridges al zgn vreemdsoortige schatten had ondergebracht. Vitrines en kasten stonr den te^en de wanden, volgepropt met 0t meest verschillende oudheden en kunst voorwerpen. Stacy kende al die schatten reeds door en door en richtte dus zijn aan dacht meteen op een jengen man n-et e«» scherp profiel, aie over een verzamc mg scarabeeën gebogen stond. Als hoorde terstond, dat er een vreemde nadeice, _e?. de Legrand zich plotseling om. toen ges met zjjn vr'enr! aankwam. „Meneer Gra-ham?" herhaalde egi den naam zorgvuldig en Stacy meen e trek van teleurstelling op het £e*ic .fn. I den jongen man te bemerken „Hee genaam!" vervolgde deze met een Fransch accent, keek den nieuwen ga oogenblik aandachtig aan en liet zgn dan langs hem heengHjden „Bent u óók zoo verzot op die tori vroeg Stacy op zijn gewone grapp'8 nier. „Torren? O ja u bedoelt 'e rabeeën, nietwaar?" antwoordde met een veelzeggend glimlachje n lichte handgeweging. „Al dat «oor ,#|r Interesseert me bijzonder., heel 1 Bent u ook soms een oudheden verza mgnheer Gra-ham?" bou- Stacy haalde bruusk lachend de kot' ders op en voordat hü antwoord ge hoorde hü Brdiges reeds zeggen. ..^gr „Mijnheer Legrand, mag lk 11 Crawford Lane voorstellen?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 12