DE
VERRADERLIJKE
KLEINIGHEID
Pluimveeteelt.
De oorlogspaarden k,..
een rustigen ouden h9*
Sven Hedin pleegvader Va
paard. an
Glimlachje
Het zou dus volgens spr. noodzakelijk zijn,
dat op de hoeken der straten, via welke men
de Langestraat kan binnenkomen, borden
worden geplaatst, zooals deze door de wet
worden voorgeschreven.
Bovendien waren volgens verdachte de be
staande borden misleidend. Voorgeschreven
zijn feitelijke voor een dergelijk geval half
witte borden.
Het bestaande bord wekt op vreemdelingen
aanvankelijk den indruk, dat aan geen van
beide zijde geparkeerd mag worden, omdat
het daaronder geschilderde „niet langer dan
1 uur" In den beginne niet zal opvallen.
Op grond van bovenstaande kwam spr. tot
de slotsom, dat de aanduidingen van het
parkeerverbod niet voldoende zijn en con
cludeerde hij tot ontslag van rechtsvervol
ging.
De ambtenaar, repliceerende, had wel sym
pathie met vele munten uit het betoog van
den verdediger, doch achtte het niet ge-
wenscht om nu overal borden te gaan
plaatsen. Aangezien het hier evenwel een
principe-kwestie bleek te betreffen, waar
in ook de A.N.W.B. zich had gemengd, ver
laagde spr. zijn eisch tot 1 of 1 dag boete.
De kantonrechter zal 9 October schrifte
lijk vonnis wijzen.
De rest der zitting.
Het verdere verloop van de zitting bracht
weinig wereldschokkends aan het daglicht,
en bepaalde zich tot zonder-licht-rij-zaakjes
en dergelijke.
Zoo had de fietsjongen C. K. uit Amster
dam op 11 Juli in de Beemster zonder licht
gereden. Zijn verweer was, dat het lampje
zou zijn doorgebrand. Bovendien had K.
zonder een reflector gereden. Eisch voor het
zonder licht rijden 4 of 4 dagen en voer
de reflector 3 of 3 dagen hechtenis.
Uitspraak 3 of 3 dagen en 1 of 1 dag.
Met een bakfiets op het rijwielpad.
De Alkmaarsche colporteur F. T. E. had
op het fietspad tusschen Koedjjk en St. Pan-
cras gereden. Hij verklaarde den kortslen
weg te hebben genomen, omdat het zeer
slecht weer was en hij in Noordscharwoude
moest zijn.
Eisch 4 of 4 dagen. Uitspraak f 2 of
2 dagen.
Zonder achterlicht gereden.
De melkventer D. Z. uit Broek in Water
land had op 14 Juli in de Beemster gereden
met zijn auto zonder verlicht nummerbord
en zonder achterlicht. Volgens Z. was de
draad naar het lampje stuk geweest en zijn
pogingen om dezen te repareeren, waren
vruchteloos gebleven. Hü was toen maar op
goed geluk af doorgereden met 't resultaat,
dat hij in de eerste plaats een proces-verbaal
kreeg voor het rijden zonder achterlicht en
ten tweede voor het niet geven van een
teeken bij stoppen. Dit laatste omdat tege
lijk met zijn achterlicht ook het stoplicht
niet meer had gewerkt.
Eisch voor het achterlicht en het stoplicht
resp. 3 of drie dagen en 3 of 3 dagen.
Uitspraak voor beide feiten 1.50 of 1 dag
Op verboden terrein geloopen
De landbouwer P. Th. L. uit Egmond aan
den Hoef was, naar hij beweerde, op 19 Juli
zijn dochtertje gaan zoeken in de duinen bij
Egmond. Hierbij was hij op verboden terrein
geraakt en, aangezien een veldwachter hem
daar aantrof, geverbaliseerd. Hierbij zou L.
zich bovendien nog minder sympathiek heb
ben gedragen. Eisch 6 of 6 dagen. Uit
spraak 3.50 of 2 dagen hechtenis.
In het .schuurtje" overnacht
P. S., arbeider uit Alkmaar, was eenigen
tijd geleden door de politie opgepikt we
gens dronkenschap. S. vertelde heden voor
den kantonrechter dat hij in het geheel niet
dronken was geweest. Hjj had alleen maar
achter een dronken man aangeloopen, zoo
dat het aanvankelijk scheen alsof S. alleen
reeds van den adem van den voor hem loo
penden man beneveld was geraakt. Langza
merhand kwam echter de aap uit de mouw
en bleek dat S. een „stuk of vijf' glaasjes
bier zou' hebben gedronken. Een en ander
was een duidelijke verklaring van zijn wag
gelenden gang, wartaal en dranklucht, wel
ke toestand voor de politie voldoende was
S. een nacht logies aan te bieden en dat
kwam hem heden op 6 of 6 dagen te staan.
Een gevaarlijk wapen.
E. B., arbeider te de Rijp, had op 18 Sep
tember in een café aldaar tijdens een ge
sprek met een tweetal dames een dolk te
voorschijn gehaald en hierbij o.a. gezegd,
dat dit toch maar een prachtmiddel was om
er eventueel een eind aan te maken. De po
litie, die het wapen zag, had dit in beslag ge
nomen. B. verklaarde dat hij den dolk had
gekocht om een geit te slachten en er ver
der geen enkele bedoeling mee had gehad.
Eisch 8 of 8 dagen met verbeurd ver
klaring van den in beslag genomen dolk.
Uitspraak 6 of 4 dagen met verbeurdver
klaring van het gevaarlijke wapen.
De arbeidswet overtreden.
De wasscherg-ondernemer A. J. ten H. uit
Bergen was geverbaliseerd, omdat hij zijn
personeel te lang had laten werken. In de
maand Juli namelijk had een arbeid
ster bij hem na zes uur werk verricht
Ten H. verklaarde, dat genoemde arbeidster
vrijwillig had doorgewerkt. Zijn vrouw had
haar nog verzocht op te willen houden en de
rest van haar werk den volgenden dag te
doen, doch zij had hieraan geen gevolg ge
geven.
Eisch 3 of 3 dagen. Uitspraak 1 of 1
dag.
Uitspraken van de strafzitting van
Vrijdag 2 October 1936.
Overtreding van demotor- en
r ij w i e 1 w e t:
L. E. te Bakkum. teruggave aan de ouders
zonder toepassing van straf. M. de W. te
Bergen, F. J. te Bergen, ieder 2 boete of
1 week tuchtschool. C. J. W. te Oude Nie-
dorp, 4 boete of 1 week tuchtschool. R. S.
te Alkmaar, K. B. te Noord Scharwoude,
ieder 5 boete of 1 week tuschtschool. C.
P. S. te Schagen, 1 boete of 1 dag hechte
nis. L. S. te Castricum, L. A. te Amsterdam,
B. M. E. te Amsterdam, A. G. te IJmuider.,
D. T. te Alkmaar, W. J. K. te Utrecht, ieder
2 boete of 2 dagen hechtenis. A. G. v. 8.
te Alkmaar, J. H. H. te Amsterdam, C. S
te Amsterdam, C. J. S. te Amsterdam. A. P
te 's Gravenhage, D. M. B. te Schagen, L. v
H. te Haarlemmermeer, C. G. v. Z. te Hil-
legom, ieder 3 boete of 3 dagen hechtenis
H. H. van B. te Haarlem. 2 x 2 boete of 2
x 2 dagen hechtenis. C. B. te Egmond Bin
nen 3 plus 1 boete of 3 en 1 dag hechte
nis. P. C. te Castricum, J. S. te Amsterdam.
C. J. Z. te Bergen, J. M. te Scha
gen. W. V. te Wieringerwaard, N. G.
te Heiloo. J. v. d. F te Oude Niedorp, H. D
te Beemster, C. O. te Beemster. J. L. te
Purmerend, P. M te Alkmaar. H. v. M. te
Leerbroek. P. G. te Warmenhuizen, L. D te
Egmond aan Zee, ieder 4 boete of 4 dagen
hechtenis. J. J. P. te Hoorn, 3 plus f 2
boete of 3 en 2 dagen hechtenis P. D. H.
te Alkmaar, f 5 boete of 3 dagen hechtenis.
J. L. E. te Bakkum, A. G. te Bergen, H B
te Haarlem, M B. te Zoutkamp, ieder f 5
boete of 5 dagen hechtenis. L. J. van B. te
Zaandam, 6 boete of 4 dagen hechtenjs.
H. D. B. R. te Amsterdam. H. G. V. te 's
Gravenhage. ieder 6 boete of 6 dagen
hechtenis. P. K. te Spanbroek, 8 boete of
6 dagen hechtenis. A. F. R. te Amsterdam,
P. K. te Woudenberg, J. J. te Krommenie,
ieder 8 boete of 8 dagen hechtenis. W. H
S. te Zaandam, 10 boete of 8 dagen hech
tenis.
Overtredingen van de Po
litieverordeningen
A. B. te Heiloo, voorwaardelijk 1 maand
tuchtschool met een proeftijd van één jaar.
A. B. te Arnhem, A. J. te Alkmaar, W. P. te
Alkmaar, ieder 2 boete of 2 dagen hechte
nis. J. W. te Amsterdam, J. F. R. te Bever
wijk, J. F. R. te Beverwijk, N. K. te Alk
maar, ieder f 3 boete of 3 dagen hechtenis.
G. K. te Zaandam, B B. te Castricum. O. H.
teDeventer, N. K. te Zwaag Westeinde,
ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis.
Overtreding van Artikel
461 en 435 van het Wetboek
van Strafrecht (luopen over ver
boden grond en opgeven van valschen
naam):
A. D. te Amsterdam, 2 8 boete of 3
weken tuchtschool.
Overtredingen van Artikel
431 van het Wetboek van
Strafrecht (nachtrust verstoren):
Th. P. te Harenkarspei, H. R S. te Haren
karspel, G. S. U Harenkarspel, ieder 5
boete of 5 dagen hechtenis.
Overtredingen van Artikel
453 van het Wetboek van
Strafrecht (openbare dronkenschap;:
A. W. te Amsterdam, 3 dagen hechtenis
A. D. te Alkmaar, M. J. W. te Haarlem, ieder
f 6 boete of 6 dagen hechtenis.
Overtredingen van Artikel
461 van het Wetboek van
Strafrecht (loopen over verboden
grond):
M. J. W. te Amsterdam, J. van L. te Castri
cum, F. M. te Amsterdam, J. S. te Bever
wijk. M. D. te Beverwijk, C. W. te Zuid-
scharwoude, ieder 3 boete of 3 dagen
hechtenis.
Overtredingen van de IJk-
wet:
H. Z. te Hoorn, M. B. te Alkmaar, ieder
1 boete of 1 dag hechtenis met verbeurd
verklaring van het inbeslag genomen ge
wicht.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan Dr.
te Hennepe, Hecmraadsingel 84 te Rotterdam.
Postzegel voor antwoord insluiten en blad ver
melden.
HET MODERNE RAADSEL ONDER
DE ZIEKTEN.
DE GEHEIMEN DER VERLAMMING.
Alvorens ik over de verschillende thrjrieën
spreek die er zijn omtrent de oorzaak der ver
lamming, wil ik eerst iets van de geschiedenis
dezer merkwaardige en noodlottige ziekte ver
tellen.
Het eerst is zij beschreven in 1907 door
prof. Marek in Ëodapest. Zij kwam toen voor
bij drie Orpington hanen, die dus wel uit En
geland afkomstig geweest zullen zijn. Marek
beschreef de gevallen zoo nauwkeurig dat men
later, toen de ziekte meer algemeen bekend
werd, haar de Mareksche ziekte genoemd
heeft. Er werd eerst totaal geen aandacht aan
de beschrijving van Marek geschonken, omdat
men eigenlijk nergens de ziekte verder zag.
In 1914 werd zij door een Amerikaanschen
dierenarts Dr. Kaupp opgemerkt, maar hij
beschreef deze ziekte pas in 1921, omdat toen
plotseling bleek dat in v-rschillende staten
van Noord-Amerika de ziekte in de laatste la
ren sterk tjegenomen was en in zeer ernstigen
vorm voorkwam. Men ging toen informeeren
en daarbij bleek dat in den staat Rhode Island
reeds in 1878 de ziekte bekend was en al vele
verliezen veroorzaakt had. Als nu werkelijk
de ziekte -in 1878 de echte Mareksche ver
lamming geweest is, dan schijnt in Amerika
wel de oorsprong der ziekte te zoeken te zijn
en vandaar verspreid.
We moeten in deze wel voorzichtig in ons
oordeel zijn, want als we van verspreiden
spreken, ligt daar de gedachte van een smet
stof achter en dat de ziekte besmettelijk it,
althans alle gevallen, daar ben ik Iing niet van
overtuigd. Ik voor mij neem aan dat zij overal
ontstaan kan onder bepaalde omstandigheden,
waaronder ik bijv. reken een in bepaalde rich
ting verzwakt lichaam. Het lijkt zoo gemakke
lijk uit te maken of een ziekte besmettelijk is
vooral bij de dieren waarbij men zooveel
proeven kan nemen doch als ik nu vertel
dat er thans over de geheale wereld al zeker
tien jaar hard aan deze ziekte gewerkt wordt
in allerlei instituten en dat men op vandaag
nog steeds niet met zekerheid weet of er een
smetstof in het spel is, dan begrijpt men wel
dat de zaak niet zoo eenvoudig is als zij lijkt.
Men denke even aan de moeilijkheden die om
trent een der meest gevreesde ziekten van
den mensch bestaan, de kanker. Eveneens
over de geheele wereld wordt in speciale in
stituten voor deze ziekte gewerkt door de
knapste specialisten elk oogenblik hoort
men weer van een nieuwe theorie over het
ontstaan van kanker maar meestal verdwij
nen die theorieën weer spoedig van het too-
neel.
Toch zijn er wel veel aanwijzingen die aan
duiden dat de ziekte overgebracht kan worden
en zoo is het bekend dat in sommige landen
(Japan, Afrika, Australië) de ziekte met ge
zond fokmateriaal geïmporteerd is en zich
door de nakomelingen dezer dieren verder
verspreid heeft. Als de aanleg tot de ziekte
erfelijk is, kan dat ook verschillende gevallen
verklaren en dat komt mij veel aanneemlijker
voor en daarmede kom ik dan ook 'ot een an
der historisch feit van belang bij deze ziekte.
n.1. dat zij in 1921 te Barneveld voorgekomen
is en zeer uitvoerig bestudeerd is door Dr. N.
v. d. Walle en mevrouw E. WWinkler—Janius
in samenwerking met den dierenarts Hoogland
te Barneveld. Deze studie, gepubliceerd in het
1 ijdschrift voor vergelijkende geneeskunde be
hoort nog altijd tot een van de standaardwer
ken op dat gebied. Nu is gebleken door een
onderzoek van het materiaal dat aan de Rijks-
seruminrichting gedurende de laatste acht la
ren ingezonden is dat het eene ras van kippen
veel meer last heeft van de ziekte als het an
dere. Zoo bleek dat van de ingezonden Leg
horns 9 pet. geleden had aan verlamming, van
de Rhode Islands 7.6 pet., doch van de Barne
velders 17.5 pet., dus dubbel zooveel als van
de andere rassen. De Barnevelder is evenals
de Rhode Island een uit verschillende kruisin
gen verkregen kip en de Orpingtons eveneens.
Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk dat er in
de oorspronkelijke Rhode Island in Amerika
en in de Barneveldersrassen gekruist zijn die
meer gevoelig voor de verlamming zijn als
andere.
Na 1921 beginnen er meer publicaties te ko
men over de ziekte, maar de groote stroom
van onderzoekingen komt pas los in 1930. De
ziekte blijkt dan opeens in Engeland, Duitsch-
land en zelfs Japan en Australië voor te ko
men en na dien tijd komt zij vrijwel in elk
land voor waar kippen in het groot gehouden
worden.
De verschijnselen kunnen we indeelcn in die
welke ontstaan door ziekte van de hersenen
en die van de zenuwen. Het leelijke van de
zaak is echter dat meer en meer blijkt dat
verscheidene sterfgevallen bij kippen veroor
zaakt kunnen worden door de ziekte, zonder
dat er verlammingsverschijnselen aan te pas
komen. Daar schuilt naar mijn meening een
der grootste moeilijkheden bij de bestrijding
der ziekte.
Gebleken is bijv. dat een haan de ziekte
kan hebben in zijn geslachtsklieren, terwijl het
dier overigens uitstekend gezond is. tX aar
blijven we nu als zoo'n haan als fokdier ge
bruikt wordt?
Dr. B. J. C. TE HENNEPE.
(Nadruk verboden).
JnqzïMuLen Stukken
DIERENDAG.
M. dc Redacteur.
Wjj komen uwe welwillende aandacht
mocht het zijn ook uwe belangstelling
en hulp vragen voor eene poging om in
ruimer kring medewerking te verkrijgen
tot lotsverbetering van ons medeschepsel,
het d'er.
4 October a.s. zal weer door dierenbe-
scherrrets-organisaties de z.g. Dierendag
warden hei dacht, die reeds in verschillen
de landen burgerrecht begint te verkrijgen
er. die verleden jaar ook ten onzent zich
in de sympathie en medewerking van vele
humaan denkenden mocht verheugen, .ter
wijl ook de pers in ruime mate haar steun
verleende.
Maar op dezen éénen dag. aan de be
langen van het dier gewijd, willen wy
zoo gaarne doordringen tot de massa, die
zoo moeilijk te bereiken it. zoo weinig nog
stilstaat bij wat daar zwijgend geleden
wordt.
Zeker, wij weten, dat in de menschen-
wcreld veel leed en onrecht wordt geleden
en dat uit den aard zijner hooge roeping
de voorganger hier reeds een zware en
verantwoordelijke taak te vervullen heeft.
Maar wij zijn overtuigd, dat daardoor te
vens zijn meegevoel zal zgn gewekt en
versterkt ook voor het geheel van den
mensch afhankelijke dier en dat hjj me
nigmaal de gelegenheid zal aangrijpen,
den mensch vooral ook den jeugdigen
mer.sch te wijzen op den heiligen plicht
der bescherming van het weerlooze. Heb
ben wij niet zooalf een edel voorgan
ger het eens uitdrukte een „vertrou
wenspositie" tegenover het dier? En zal
«tensloite de mensch zelf niet beter, niet
edeler worden als hjj tot bewustheid van
dien plicht komt? Dierenbescherming is
me^-schenbeschaving.
Voor de verzachting van zeden, ook
tegenover de dierenwereld, voor de be
strijding van misbruiken, van ruwheid en
wreedheid, hebben wjj in de eerste "laats
onze hoop te vestigen op de opvoeders der
jeugd van wie wjj reeds groeiende be
langstelling ondervinden en niet min
der van de voorgangers, die jeugd en vol
wassenen bereiken door hun woord en
voorbeeld.
Hopende op uw steun, met oprechten
dank. hoogachtend,
Nederl .Vereeniging tot Bescherming
van Dieren, afd. Alkmaar en Om
streken.
Alk ik me niet vergis heeft men
landen buiten de oorlogsgedenkw
den roem der soldaten in den
verkondigen en de gevallenen e °°rlol
wel een gedenkteeken gewijd aana °0:'-
medestrijders uit het dierenrijk h tr°Qwe
en den speurdershond. In Duit* m Paard
deze goede gedachte ook meermal
komen, doch deze werd voor? en °Pgo-
bekend Is nog niet verwezerün?* 0r>s
speurders- en Roode Kruis-honden
grooten oorlog heeft men reeds metden
teekenen bedacht en de trouwe Be]p-
de blinden hebben in den Berl"61* Vafi
dierentuin ook reeds een uit brons 'Jnscilen
gedenkteeken. ^e8oten
Men heeft in Duitschland echter
andere manier aan de oude krijgskan^
uit het rjjk der paarden gedacht, Jr!!?-!1
door zich het lichamelijke welzijn
- -w— van a
nog overlevende viervoetige deelnemers'
den werel J oorlog aan te trekken. Men T'
in Berlijn en fn andere steden of -
dorpen
dat
so;
van Duitschland wel eens een paard
een plakkaat draagt met het opschrift
..Kriegskamerad". Men blijft even nadTT
kend bij het dier staan en rekent onwil]!"
keurig uft hoe oud of het dier wel kan da
Wanneer hjj den oorlog, waarvan
einde thans al weer 18 jaar achter ons Ito
nog mee heeft gemaakt, dan moet hij iJS
22 jaar oud zijn! Een mooie leeftijd ng.
een paard! Men zoekt in zjjn zakken nasr
een suikerklontje, of haalt van het ment
nabije vruchtenwagentje een banaan, welk»
men het brave heest ln dank-voor hetgeen
hij 18 jaar geleden verricht heeft, toe
steekt.
Een jaar geleden kwam een Beiencfo
landbouwer op het idee om alle
levende oorlogspaarden een zorgeloi
ouden dag te bezorgen. Deze sympathfcfc
gedachte viel in goede aarde en thans zjjn
wel bijna al deze dieren opgespoord. S«i
paarden, waarvan er tien in Berlijn zjjr
dragen thans in Duitschland het plakkaat
..oorlogsmakker". Vorige week werd na
lange nasporingen weer een oorlogspad
ontdekt en met het plakkaat ondersdai.
den. Dit plakkaat heeft echter niet alleen
idëele. doch ook en vooral materieele waar-
den, waarop het bij de paarden, wanneer 6
beesten zich hun zinnen bewust zoude
zijn. wel het meest aan zal komen. Voor eli
ontdekt oorlogspaard wordt namelijk bij op
roep een pleegvader gezocht De pleegvafa
verplicht zich het paard lichamelijk tot aai
zijn dood te onderhouden en ervoor te zor
gen. dat het paard niet Dij den paardn-
slachter eindigt, en hg verplicht zich ver
der om. wanneer het hem uit nood moeilijk
valt haver te koopen. het paard toch dage
lijks minstens 1 K.G. haver te geven.
Het zoojuist ontdekte oorlogspaard, j de
dertigjarige „Lotte" heeft een beroemde
Nou!Julius?!Heb je nu
eindelijk die brutale borstelman
eens de deur uitgegooid?
HeuUleUm
door L. F. rfARTMAN
2)
„Wie is die Legrand?" vroeg hfj.
Crawford Lane, die naar de opgestoken
straatlantaarns zat te staren, scheen over
die vraag na te denken, alvorens te ant
woorden. Na een poosje zei hij kortaf: „Ja,
wie is het? Dat zou ik jouw wel eens wil
len vragen!"
Stacy haalde de schouders op.
„Clayton heeft hem wel eens ontmoet en
Crane ookEn Selwyn Bridges schijnt
erg met hem weg te loopen. Maar wie is
hij eigenlijk?"
„Een speciale agent van de Fransche ge
heime politie, dat meen ik tenminste", ant
woordde Lane.
„Ja, dat zegt men algemeen en men zegt
ook, dat hij een titel draagt, die hij echter
geheim houdt. Maar was doet hij hier? En
nog wel zoo in het openbaar? Als hg een
geheime zending had, dan zou hg toch wel
incognito hier zijn? Heeft het publiek hier
in New York eenmaal een vreemdeling in
het oog gekregen, dan maakt het er altijd
zoo'n Zondagsche drukte over".
Lane blies een rookwolkje uit en keek
door zijn ooghaartjes heen.
„Best mogelijk, dat relaties in de groote
wereld van New York van belang zijn voor
zijn onderzoek", meende hg.
Stacy dacht een oogenblik na en verwierp
die mogelijkheid dan beslist.
„Ik heb hooren zeggenten minste er
werd op gedoelddat hij op zoek is naar
een beroemd schilderij, dat uit het Louvre
in Parijs gestolen is".
Crawford Lane lachte eventjes.
„Och, waarom niet? Die verklaring
voor Legrand's aanwezigheid hier in de
stad. is even goed als iedere andere.
„U hebt hem natuurlijk al ontmoet, niet
waar?"
Lane schudde het hoofd. „Ik ben alléén
en dan nog vaag met zijn werk bekend'
zei h(j. Het klonk Stacy vreemd in de
ooien, net alsof Lane, ondanks zijn ondoor
grondelijkheid, een zekere jaloerschheid
tegenover Legrand bloot gegeven had.
Stacy deed zijn best het gesprek gaande
te houden, maar zgn metgezel gaf slechts
korte, weinig zeggenden antwoorden en
scheen in sombere gedachten verzonken
Toen Stacy eindelijk opstond om heen te
gaan, scheen Lane plotseling uit zijn droo-
merij te ontwaken.
„Eet je vanmiddag niet hier? Jam
mer. 'n Andere keer dan maar! Wat ik zeg
gen wou als je langs komt, loop dan eans
even bij me aan. Ik heb je nog een paar
curiositeiten te laten zien
„Nog méér van die oud-Egyptische rom
mel?"
„Mooi geraden!"
„Ik heb er wel geen verstand van, maar
ik kom het zoodje toch graag eens kijken
U zult mgn meening toch wel niet hoog
schatten!" zei Stacy over zijn schouder
heen.
Toen Graham vertrokken was, ging Lane
weer zitten staren naar de lange rij lichten
aan weerszijden der Avenua. Een bediende
kwam geruischloos binnen en draaide hier
en daar een electrisch lampje aan. In de
gangen werdbn voetstappen en stemmen
hoorbaar en bij groepjes kwamen er meer
leden binnen en zetten zich aan de tafeltjes
Het stemmengezoem werd luider en tabaks
rook slierde door de zaal.
Toen Selwyn Bridges binnen kwam, werd
hg door een der groepjes aangeroepen, en
er heen gaande, zag hg Crawford Lane op
staan, om te vertrekken. Hg trad hem in
den weg.
„Zeg eens, Lane! Verwaardig jij je nog
wel eens bij iemand aan huis t$ komen? tk
heb aanstaanden Donderdag een stuk of wat
lui te dineerenonder anderen dien
Franschen snuiter Legrand. En ik zou jou
ook graag zien", Natelde Bridges aan één
stuk door, „Och neen niet overmorgen
Donderdag over een week bedoel ik".
„Nou, heel graag. Wel bedankt voor je
uitnoodiging!"
„We eten precies om half acht. Goed?''
„Ik zal het moeten noteeren. Ja, heel
graag".
Crawford haalde een in leer gebonden
notitieboekje te voorschijn en schoof het
dikke potlood, dat er in zat, uit zijn huls.
lij sloeg de dicht beschreven blaadjes om
en noteerde de invitatie.
„Je bent me er toch een!" lachte Bridges,
toekijkend. „Ik heb nog nooit iemand ont
moet met zóó'n geheugen als jij en toch
schrgf je iets op, dat al over tien dagen
gebeuren zal".
„Krek zoo. Ik prop mgn geheugen liever
niet vol met zulk soort dingen", lachte
Lane, terwijl hij het potlood weer in de
huls stak en het notitieboekje in zijn borst
zak wegborg. „Het zal me een genoegen zijn
je eeregast te ontmoeten!"
„Wien bedoel je? O, Legrand? Man.
hg zal blij zijn jou te ontmoeten!"
Buiten de club gekomen riep Lane een
taxi aan en liet zich naar zijn woning bren
gen, waar zijn secretaris hem de avondbla
den bracht.
„Ik heb ze al op de club ingekeken", zei
hij kortaf. „Knip het verslag van de zaaa
Calhoun maar uit en berg dat op. En
ja, dat is waar ook, Collinsje moet er
gens in je archief nog knipsels hebben over
Legrand Raoul Legrand en die ver
trouwelijke rapporten uit Parijs Die wou
ik vanavond nog eens doorkijken.
Stacy Lraham had eens lachend gespot,
dat een diner bg Selwyn Bridges een even
afwisselend en rommeling tafereel vertoon
de als diens oudhedenverzameling. Bridges
hield van sterke tegenstellingen, markante
persoonlijkheden, vreemde combinaties en
het gezelschap van dien bewusten Donder
dagavond bewees de waarheid van Gra-
ham's spotterg volkomen. En deze had zich
meermalen afgevraagd, waarom zijn alle-
daagsche persoonlijkheid eigenlijk altijd op
ei gelijke bijeenkomsten werd genoodigd
avond was er een Poolsche dichter die
v!Cr v" trt,k W8S in de uit2aande kringen
van New York. een Deensche schilder, een
tahaansche graveur en een Engelsche Iet-
terkundige van de partij.
Rr'i'S0' ue" ie er eindel^k ook?" kwam
Bridges hem met uitgestoken hand tege-
ni^wsi "k6r 81 kennis Semaakt.
nietwaar Lane is er nog niet en je bent
dus niet de laatste Heb je Legrand al ont
moet? Kom dan mee. dan zal ik ie even
voorstellenl" J
In het voorbijgaan 'de andere gasfcn firoe
tend, volgde Stacy zgn gastheer door de
bibliotheek naar een daarachter gelegen
vertrek. Het was een soort m>''
waar
Bridges al zgn vreemdsoortige schatten
had ondergebracht. Vitrines en kasten stonr
den te^en de wanden, volgepropt met 0t
meest verschillende oudheden en
kunst
voorwerpen. Stacy kende al die schatten
reeds door en door en richtte dus zijn aan
dacht meteen op een jengen man n-et e«»
scherp profiel, aie over een verzamc mg
scarabeeën gebogen stond. Als hoorde
terstond, dat er een vreemde nadeice, _e?.
de Legrand zich plotseling om. toen
ges met zjjn vr'enr! aankwam.
„Meneer Gra-ham?" herhaalde egi
den naam zorgvuldig en Stacy meen e
trek van teleurstelling op het £e*ic .fn. I
den jongen man te bemerken „Hee
genaam!" vervolgde deze met een
Fransch accent, keek den nieuwen ga
oogenblik aandachtig aan en liet zgn
dan langs hem heengHjden
„Bent u óók zoo verzot op die tori
vroeg Stacy op zijn gewone grapp'8
nier.
„Torren? O ja u bedoelt 'e
rabeeën, nietwaar?" antwoordde
met een veelzeggend glimlachje n
lichte handgeweging. „Al dat «oor ,#|r
Interesseert me bijzonder., heel 1
Bent u ook soms een oudheden verza
mgnheer Gra-ham?" bou-
Stacy haalde bruusk lachend de kot'
ders op en voordat hü antwoord ge
hoorde hü Brdiges reeds zeggen. ..^gr
„Mijnheer Legrand, mag lk 11
Crawford Lane voorstellen?"
(Wordt vervolgd)