FLITSEN VAN HET WITTE POER. De film-industrie in het nieuwe Duitschland. HARRY BAUR ALS „BEETHOVEN". zi I ONZE BIOSCOPEN. Er is „something rotten in the state" in het Duitsche filmwereldje. Van belachlijk hooge honorariums. „Ik zou hooi graag oons oon tijdje willen werken in do Haagsehe studio's, maar helaas ik heb geen tijd". „Holland, een sympathiek land". Miniatuur-filmpjes. Duitiche films waren en rijn op de inter nationale markt een factor van beteeke- nis. Het valt niet te ontkennen, dat de export van deze films sedert de invoering van den nationaal-socialistischen, autori teiten en anti-semitischen staat ernstig ge leden heeft. Waar (gelijk voor 1933 ook in Duitschland) in vele landen de filmindustrie met alles wat daar zoo bij hoort, in hoofd zaak in joodsche handen is, was te ver wachten, dat de boycot tegen Duitsche waren en Duitsche cultureele producten in het bijzonder de literatuur en de film zou treffen. Men heeft in Duitschland in den beginne de uitwerking daarvan onderschat, en later moe ten toegeven, dat de gevolgen toch veel ernsti ger waren dan men oorspronkelijk verwacht had. Nog steeds worden Duitsche films overal ter wereld vertoond. Maar de tegenzin in vele landen is blijven bestaan. En ze is tot op ze kere hoogte ook uit artistiek oogpunt te ver dedigen. Ongetwijfeld worden ook in andere landen, al dadelijk in de Vereenigde Staten, veel min derwaardige films vervaardigd. Maar die blij ven in hoofdzaak binnen de grenzen en zijn voor de kleinere bioscopen en voor het platte land bestemd. Wat we in Europa te zien krij gen uit de ateliers van Hollywood zijn ver het algemeen topprestaties. En men geeft ook in Duitschland onomwonden toe, dat men met deze beste specimina, vooral op humoristisch gebied, eenvoudig niet concurreeren kan. In de eerste plaats niet, omdat men er het geld niet voor heeft. Men weet hier, hoe de aller beste humoristische Hollywood-films tot stand komen. Twintig, dertig en meer humoristische schrijvers werken mee, alleen maar door het inzenden van een of meer werkelijk geslaagde moppen, woordspelingen en uitgedachte situa ties. Die worden door de filmindustrie goed betaald. En uit de aldus tot stand gekomen rijke verzameling putten nu de eigenlijke schrijvers van het scenario naar welgevallen. Daardoor alleen is het mogelijk, dat in zulke Amerikaansche films de koddige momenten en werkelijk-humoriatische dialogen zoo verras send-talrijk en van zoo hoog allooi zijn, dat de vaak onbenullige intrige en de allesbehalve grappige inhoud niet meer opvallen. Duitschland verstaat deze kunst niet, en heeft ook niet het geld over om voor mop pen alleen tienduizenden uit te geven. Duitsche humoristische films zijn over het algemeen een mislukking; Duitsche drama tische films zijn in doorsnee oneindig veel beter, maar voor het internationale publiek weer te somber en te zwaarwichtig. Na tuurlijk heeft men hier wel enkele goede humoristische schrijvers en als ze wer kelijk eens te hulp geroepen worden om dialogen voor de films te schrijven, (gelijk onlangs de onverbeterlijke acteur-tooneel- schrijver Curt Goctz) dan komt ook iets tot stand, wat ver boven het gebruikelijke uitgaat maar goede, vroolijke film teksten zijn hier een uitzondering en als ze goed zijn, dan blijken ze een r*eer of minder geslaagde nabootsing van een suc cesvol Amerikaansche product. Het valt niet te ontkennen, dat de Duitsche films ook door de anti-semitische politiek van het nieuwe regime ernstig geleden heeft. Nog beschikt men hier over uitstekende krachten, maar de Joodsche regisseurs, acteurs en schrij vers waren toch over het algemeen stukken beter dan de niet-Joodschc. Dat wil men hier natuurlijk niet toegeven. Maar het échec van de humoristische film bewijst het toch duide lijk genoeg. Ofschoon dus Duitschland niet de enorme sommen kan opbrengen, die in Amerika voor het tot stand komen van een film worden uit gegeven, en wel in de eerste plaats omdat Duitschland thans een betrekkelijk arm land is, en Duitsche films lang niet dezelfde export mogelijkheden en de verspreiding binnen eigen grenzen hebben als Amerikaansche, neemt het bioscoopbezoek, toch ook in de Duitsche lan den gestadig toe, al is in 1936 nog niet het re cordjaar 1928 (in den tijd van de „stomme film") bereikt, wat uit de volgende interessante statistieken blijken moge: Bezoekers (millioenen) 1925: 272; 1928: 363; 1932/33: 238; 1933/34: 247; 1934/35: 260; 1935/36: 317. Ontvangsten (mill. Mk.) 1925: 187; 1928: 275; 1932/33: 176; 1933/34: 178; 1934/35: 205; 1935/36: 237. Gemiddelde prij» van het biljet in Mk 1925: 0.69; 1928: 0.78; 1932/33: 0.74; 1933/34: 0.72; 134/35: 0.73; 1935/36: 0.75. Ofschoon men er dus nog niet in ge slaagd is, de theoretische maximale moge lijkheid van 900 millioen bezoekers per jaar meer dan voor 1/3 te bereiken, kan men in vakkringen toch hooren, dat de belangstelling van het publiek toeneemt, wat voor een deel ook aan de vele koude regendagen toe te schrijven is, en dat bijv. ook het geweldige vreemdelingenverkeeer tijdens de Olympische Spelen een (voor bijgaande^ voorwaartsche beweging ge bracht heeft. Het grootste deel van de toename der ont vangsten hebben de bioscoopeigenaars opge slokt. De belasting op openbare vermakelijk heden is gedaald, het instituut der belasting vrije films (die de regeering als bijzonder leer zaam beschouwt en aldus beloont, wat in den afgeloopen winter met 28 van 106 nieuwe films het geval was) en ondersteuning van het bioscoopbezoek o.a. door de groote arbeiders organisatie „Kraft durch Freude", hebben mo gelijk gemaakt, dat de winsten der filmtheaters zeer stijgen, door vermindering der belasting alleen al met 8 tot 10 millioen per jaar. Daarbij komt nog, dat in Duitschland thans het aantal bioscopen begrensd moet blijven, zoodat het in 1935/36 op ongeveer 5000 stabiel bleef. De filmpoductie echter heeft minder reden tot tevredenheid. De „Frankforter Zeitung" weet te vertellen, dat in 1932/33 een Duitsche film gemiddeld 220.000250.000 Mk kostte, ter wijl de kosten in 1934 op 312.000, in 1935 op 395.000 en in 1936 op 420.000 Mk. stegen! Men meent dit te moeten wijten aan het verlangen van de Duitsche regeering, die een zoo grooten invloed op deze productie uitoefent, naar in alle details verzorgde films van prima kwali teit, en als gevolg daarvan de steeds hoogerc eischen, die het verwend publiek gaat stellen. Maar het komt ons voor, dat vooral ook de financieele eischen van bekende filmacteurs, adviseurs en regisseurs hier een rol spelen, en dat ondanks het feit, dat het nationaal-socia- lisme eerst met veel ophef verklaard had, aan het onzinnige „ster-systeem" een einde te wil len maken. Het is een feit, dat ecnige jaren lang de meest beroemde Duitsche filmartlslen hun eischen gewehHg omhoog konden schroeven, omdat Hollywood hun enorme salarissen aan bood en de Duitsche filmindustrie natuurlijk trachtte te verhinderen, dat de kunstenaars, die de kassen het beste vulden, door Amerika weggeëngageerd werden. Maar het is sinds dien gebleken, dat de meeste Duitsche artisten in Amerika geen of weinig succes hadden, al thans in Amerikaansche exportfilms, en „met Jan Kiepura hangende pootjes" naar Duitschland terug keerden. Zoodat men had kunnen verwachten, dat zij in hun intusschen nationaal-socialistiach geworden vaderland tot een dragelijk systeem van salarieering zouden moeten terugkeeren. Maar het is gebleken, dat het nationaal-socia- lisme dat vele zijner aanvoerders binnen wei nige jaren een weelde ten toon konden sprei den, die in volkskringen allesbehalve goedkeu ring uitgelokt heeft, ook niet de energie (of den wensch) bezeten heeft, de volkslievelingen uit het filmland te verhinderen, inkomens te eischen, die met het „socialistisch" beginsel van het heerschend regime zeer weinig in overeenstemming schijnen. Wat te zeggen van het feit, dat de meest bekende filmacteurs in Duitschland per film 70 tot 120.000 Mark uitbetaald krij gen, en dat „zangerfilmsterren" als Gra- veure, Gigli, Eggerth, Kiepura 200 tot 300.000 Mark per film verdienen, terwijl Duitsche filmartisten van het „tweede plan" reeds 40 tot 50.000 Mark ontvangen, bedragen, waarvan onze Nederlandsche kunstenaars vermoedelijk duizelen zullen. Hoort men dan nog, dat deze onzinnig veel verdienende artisten niet zelden alleronge- makkelijkst te behandelen zijn, dat ze vaak midden onder het filmen alles omver werpen, vier tot zes malen het manuscript door iemand anders omgewerkt wenschen; doorzetten, dat een andere regisseur benoemd wordt; onte vreden blijken over hun medespelers en eischen, dat bijrollen anders bezet worden dan moet men wel tot de conclusie komen, dat er „something rotten in the State" is, en het Duitsche filmwereldje niet bepaald gezond kan genoemd worden! Inderdaad, het is niet gemakkelijk om door te dringen tot het boudoir van Harry Baur in de studio der Gaumont Franco Film Aubert te Parijs. Monsieur Harry Baur ontvangt nie mand. Hij is den heelen dag druk bezet, weert de portier beslist af. Maar ik ben expres langer in Farijs gebleven dan mijn voornemen was om Harry Baur te zien en te spreken zoo schrijft een vereerster al is het maar vijf minuutjes, werp ik tegen, niet van plan om me zoo gemakkelijk uit het veld te laten slaan. Fortuna is my gunstig. Er passeert een vrouwelijke bediende van den acteur, bij wie ik nogmaals mijn geluk beproef. M'n dringende beden maken blijkbaar indruk: ze belooft beslist haar best voor me te doen. Op het oogenblik is het niet het ge schikte moment, maar als u morgenmid dag komt tegen half drie, dan zal ik pro- beeren een introductie voor u te krijgen bij mevrouw Baur en die zal u dan wel verder helpen. U weet zeker wel dat mijn heer Baur kortgeleden getrouwd is? voegt ze er verklarend aan toe. Ik knik bevestigend. Bij Madame Baur. Den volgenden dag prompt halfdrie meld ik mij opnieuw aan en wordt door de hulpvaardige bediende naar het kabinet van mevrouw Baur gebracht, de jeugdige comedienne Rika Radifé, de vroegere secretaresse van Harry Baur. die in de nieuwste Harry Baurfilm „Un grand amour de Beethoven" de rol van echtge- noote van Beethovens broer, Johann zal spelen. De olijfkleurige huid en het donkere haar herinneren aan haar Turksche nati onaliteit. Met haar donkere oogen kijkt ze mij vriendelijk aan en als ik haar vertel, dat ik zoo graag een praatje met haar man zou willen maken, lacht ze vroolyk en be geleidt me dadelijk tot aan de kleedka mer, geeft een klopje op de deur en ver dwijnt. Op het luide „entrez" stap ik wel wat aarzelend naar binnen, maar dat Ls gauw overwonnen. Harry Baur, gezeten achter een toilettafel vol potjes crème, poeder, stiften etc., steekt me beide handen toe, terwijl de grimeur bezig is aan zyn Beet- hovenkop. Ik kijk bewonderend naar z'n glanzende grijze haar; hy vangt dien blik op en zegt: „is niet echt hoor!" We lachen allebei. Vertel my eens. vervolgt hij dan, hoe is u er eigenlyk toe gekomen, my te komen opzoeken? Ik vertrouw hem toe. dat ik my twee dingen voorgenomen had bij myn aan komst te Parijs te bezoeken: het Museum Rodin en Harry Baur. Hy moet er harte lijk om lachen en terwijl hij een hand vriendschappelijk op mijn schouder legt, klinkt z'n diepe stem. die somtijds toch zoo'n eigenaardig zachten klank kan heb ben: Ik houd van de Hollanders, Holland Harry Baur ia zoo'n prettig, gastvrij land, ik zou heel graag eens een poosje willen werken in de Haagsehe studio's, maar geen tyd voorloopig. Van 's morgens vroeg tot 's avonds 8 a 9 uur en soms nog veel later moet ik (hy gebruikt het Duitsche woord) „schaffen" en als ik niet „schaff', dan slaap ik. Lunchen doe ik niet, ik eet om halféén wat fruit en dat is alles. Met deze Beethoven-film hopen we van de week klaar te komen. Daar hebben we ongeveer vijf weken aan gewerkt. Onderwijl is de grimeur nog steeds druk bezig; het is een precies werkje en Harry Baur is niet gauw tevreden. Af en toe neemt hij de stift even over en geeft zelf hier en daar een paar streekjes. Zien we u niet eens in Holland? vraag ik dan, terwijl ik aanstalten maak om te vertrekken. Baur komt naar Holland. Zeer zeker, antwoordt hij. Op het oogenblik werk ik aan de voorbereidingen van een groote theater-tournee, te begin nen by België, Holland en dan zoo verder tot Constantinopel toe. In het voorjaar April of Mei denk ik te vertrekken. Drie stukken heb ik daarvoor uitgezocht: „Christian", „Jazz" en „Le mari que j'ai voulu". Er is nog heel wat in orde te ma ken. De grimeur is inmiddels klaar gekomen. De tijd van 't gezellige praatje is voorbij. Zoo dadelijk zal de scène opgenomen wor den van het sterfbed van Beethoven en de regisseur Abel Gance is al een paar maal komen zien of monsieur Baur al klaar is voor z'n rol. Onder zijn kamerjapon draagt hij een nachthemd. Alvorens mij echter TTT^S trekt Harry Baur de la at«ri open, haalt er z'n nieuwst*?11 toik&' „Beethoven", schryft er oto uit f DE BRUID VAN FRANKENSTEIN. Roxy-théater. Wie destijds „Het monster van Franken stein' 'gezien heeft, weet welk een enorme spanning er van dit y onwaarschijnlijke verhaal kan uitgaan. Zoo is 't ook met zijn „bruidje". Tusschen de verkoolde balken van den afgebranden molen speurt Hans, vader van één der jeugdige slachtoffers van het monster, naar de overblijfselen van den beestmenach (bekend uit de vorige film). Geheel verdiept in zijn werk geheel beheerscht door zyn wraakgevoelens, stort ny in een onder den molen gelegen kuil en bevindt zich vis-a-vis het monster, dat, aan den vuurdood ontsnapt, zijn ont dekking wreekt door Hans om het leven te brengen. Onderwijl is Dr. Frankenstein, de schep per van het monster, zwaar gewond ten gevolge van een treffen met zijn kunst- matigen man. Hy wordt door de dorpelin gen naar zyn kasteel vervoerd en geneest aldaar snel van de bekomen verwondingen. Zyn charmante echtgenoote, Eliza- beth, heeft alle voorbereidingen getroffen om, na Henry's volledig herstel, tezamen met hem een vacantiereis te ondernemen, doch hun plannen worden verstoord door de komst van een zekeren Dr. Pretorius, die zich bereid verklaart een werkzaam aandeel in eventueel in voorbereiding zijnde experimenten te nemen. Het geheel is buitengewoon spannend en verdient aller aandacht. Aan deze film gaat een Amerikaansche film „De geluksster" vooraf, terwijl bui- tenlandsch nieuws en vooral het actueele Profiltinieuws (rijtoer koninklijke familie in de Residentie) het geheel goed comple teert. FOLLOW THE FLEET. In Bioscoop Harmonie. Deze film, aangekondigd als super- dans- en showfilm, is dat ook inderdaad, al zou men dat, op den inhoud alleen af gaande, niet zeggen. Van dien inhoud, Donderdag door ons geplaatst, zullen we thans niets meer zeggen dan alleen dit: hy schijnt alleen te dienen om het uitvoe ren van den dans mogelijk te maken bij de jazz-muziek. Maar dat gebeurt dan ook op voortreffelijke manier, 't Is in één woord verwonderlijk zooals Fred Astaire als de matroos Bake en Ginger Rogers als Sherry Martin de dansen uitvoeren met verbazingwekkenden élan en uithou dingsvermogen, aan boord of in de bal zaal, 't doet er niet toe waér. Het verhaal, dat er om en dóórgeweven is, dient om de aandacht gaande te houden en meermalen als vermakelijk intermezzo. Het bijprogramma opent met een uit gebreid journaal, waarin tal van gebeur tenissen, hoofdzakelijk uit het buitenland, den volke worden getoond en ten gehoore gebracht. Dan komen er nog een drietal kleinere films, waarvan twee („Het Wes ten is nog romantisch" en een aardige teekenfilm gekleurd zijn). De derde van deze films heet „De huisknecht van zijn vrouw" en geeft een verhaal van de her- eeniging van een gescheiden man cn vrouw, zóó vreemd en vol avonturen, dat misschien alleen de idee al om zoo'n sce nario te schrijven uitsluitend in Amerika kan opkomen. BROADWAY-BILL. City-Theater. Neen Broadway-Bill is niet één der sterren van het bekende amusementsge deelte van New-York. Ditmaal is het een renpaard dat echter in de boeiende en spannende film een opmerkelijke rol speelt. Zijn eigenaar Dan Brooks is door zijn huwelijk met Margaret Higgins opge nomen in de geweldige firma en is hoofd van de doozen-afdeeling. Maar hij voelt niets voor de zaak en de afhankelijke rol en besteedt zijn tyd liever aan de training van zyn prachtig renpaard. Zyn schoon zusje Alice staat hem daarbij ter zijde. Na een nieuw conflict met den despoti- schen ouden heer Higgins gaat Dan zyn eigen weg. Zijn paard moet hem nv hel pen en dan brengt de film in beeld alles wat aan de groote race, waarin Broad- wfi, -Bill zal meeloopen, voorafgaat. En dan komt de race zelf, die na de zeldzame overwinning van het snelle paard op zoo tragische wijze eindigt. Vlak na de over winning stort Broadway-Bill dood neer. at dat voor den eigenaar en zyn verdere vrienden beteekent, laat d: film duidelyk zien. Maar Dan wint toch een voornaam ding, n.1. de liefde van Alice, nadat hij van Margaret is gescheiden. Zelden zal men een spannender paar densport-film meemaken dan deze en bij de opname van de groote race leeft elk der toeschouwers evenzeer mee als de bezoe kers van het Amerikaansche sportterrein. Warner Baxter speelt als Dan een uit stekende rol. Zeer goed is ook Myrna Loy a!s Alice. In de rol van Margaret zal men met genoegen zien Helen Vinson, zooals men weet de echtgenoote van den tennis kampioen Fred Perry. Het paard Broad way-Bill speelt zijn rol prima. Het voorprogramma bracht een Fox Movietone Nieuws, een teekenfilm van Grootvaders klok en een zeer geslaagd variété-nummer van de Warner-Bros. RUBBER. Victoria-Theater. Wy behoeven de rubber-film, naar het boek van mevrouw Székèly—Lulofs, niet meer bij onze lezers in te leiden. Wij heb ben haar kort geleden besproken en toen de beeltenissen der voornaamste spelers gepubliceerd. Dit is inderdaad een der beste Hollandsche films. Zij heeft het na deel, dat zy toestanden weergeeft, welke niet meer van dezen tijd zijn, maar zy brengt de toeschouwers uitstekend in de Indische sfeer, omdat de expeditie, welke naar Sumatra's Oostkust is getrokken de medewerking had van zoovelen, die het leven in de rimboe zoo goed hebben lee- ren kennen. De film brengt een schat aan natuur schoon, zij geeft een duidelijken indruk van land en volk, zy teekent den zwaren, vermoeienden arbeid van de mannen,' die van den vroegen morgen tot den avond aan de hitte zijn blootgesteld en zij doet daarnaast de eenzaamheid begrijpen van de vrouwen, die altyd maai wachten en zich vervelen. In die atmosfeer komen ook slechte z'n naam en met een „wilt? oD ren als een klein souvenir my zoo aangename bezoek» dit v? de foto over. reikt hy Twee handen worden 0D gelegd en met een hartelüw n Sch°u<W. ziens in Holland" bedankt v-"tot m'n bezoek. 1 hlJ Dan, als ik bijna de kam*, roept hij my terug en schappelijk uit: i—- Als u soms eens een kijkje studio wilt nemen, terwijl w??* I accepteer dankbaar. aaien", De film „l n Grand Amour h* n ven" belooft een van de beste m th°- 't aanstaande winterseizoen te Vatl waarin de blonde Jany Holt ri* W?rdïI1 Juliette Guicciardi Beethoven'? lukkige, eerste liefde en An °n?e' caux, Thérèse de Brunswick, j nicht en opvolgster zal vervullet u* werking zal verleenen „1'Orchestr. j Société des Concerts du Conservst*; 1; P£ris" onder direc'ie van Philip^ De sterfscène van Beethe In de studio wordt onder de bekTh leiding van regisseur Abel Gance h? gewerkt, om alles voor de aansta™ scène voor te bereiden, die lang ni*t makkelijk zal zijn. 8!" Wel ongeveer 15 man zyn bezig metl, plaatsen van de camera en het aanbrT gen van de lampen. De artisten, gezeten op labouretw praten op gedempten toon. 1 Abel Gance houdt van stilte wana*. er gewerkt wordt en beweert: „Een stufc is geen theesalon. •Harry Baur verschijnt, laat zich in w smalle ijzeren bed glijden dat voor heir klaar staat en dan volgt de ontroerende scène van het laatste levensuur van de grooten componist, meesterlijk vertolk' door Harry Baur, die zich hierin weer j/ een waarlijk groot artist heeft getoond. Alléén, zonder vrienden, te midden va een hevig onweer, een sn^euwshrn. wordt de levenskaars van den groote kunstenaar, die met z'n onsterfelijke*, ziek zoo menig levenspad heeft verbek uitgedoofd, terwijl z'n lippen zacht mr melen: „la fin de la comédie" duidendi de tragedie van z'n leven. De regisseur van „Un Grand Amour t Beethoven", Abel Gance, is er nog ié van de oude garde, die vooral naar maakte met zijn titanische Napoleon-fik Gance heeft zich, toen de film nog stor was, in de voorste gelederen van de cine asten geplaatst. Zyn visie op de filmiidt stof had iets Russisch, maar toch ook het gevoelige van den Franschen naturtlisti- schen styl. Aan de montage van zijn film besteedde haj heel veel zorg. De Napoleon- film had er een onstuimige vaart en een zeer afwisselenden beeldinhoud door ge kregen. De stof laaide in het vuur van Gance's verbeelding uit tot een grandioos pathos. Wellicht herinnert men zich nog. dat het slot van de film zoo gedurfd breed van opzet was, dat Gance brak met de ge woonte om op één filmdoek tc projectee ren. De apotheose eindigde in drie beeld vlakken, het z.g. „triple écran". opgeno men in de Fransche kleuren. Tot zulk eer pathetiek in de slotaccoorden verleidde Gance's symphonische film-opbouw. Harry Baur bij auto-ongeluk gewond. By het ter perse gaan van dit nummer vernamen wy: De bekende acteur Harry Baur is in den laten namiddag bij een auto-ongeluk te Saint Cloud by Parys gewond. Zyn toestand schijnt echter niet ernstig te zijn. Nadat hem de eerste hulp was verleend, is hij naar zijn woning vervoerd. Die Ginger toch: Ginger Rogers heeft een geldboete 8*krt" gen omdat zy de gewoonte heeft op iedw leeg conservenblik dat zy ziet 'lg®enN schieten met haar revolver van 0.22 kaliber, die zy altijd by zich draagt. menscheljjke eigenschappen tot uiting jalousie, de ongeoorloofde verhoui"ing de flirt, die uitgroeit tot de zonde; kent het drama van Annet Walendyk. haar man verliest en het nog g*1 drama van Renee van Laer, die slachtoffer wordt van een charmeui Ravinsky. Er is geld verdiend in de van hoogconjunctuur in de tr°Pfn'en er is ook geleefd en geleden. Mac geld zijn twee alles beheerschende w- ren en talloozen offeren de mo°is e van hun leven om zoo mogelyk k 1 j bezitten. De film volgt nie 6 den bekenden roman, er is hier L men nog wel eens een vrije vertaling agej, heeft zich blijkbaar beijverd de 1 ,stond, waartegen in Holland bedenking nj0t zoveel mogelyk te maskeeren. wegneemt, dat Rubber een «lm een stekende kwaliteiten is 8eW3,r?„r' va? boeiende rolprent, die in een het verre Oosten mannen en Hollanders en inlanders teeken ju)es daar werkelijk worden gevon 1 ,ineerde Verstrate als Meesters, de ^jeU» planter, Frits van Dongen en r.eorg^ nier als het echtpaar Van Da er i de Spanelly als de Rus Ra^figure"' meest op den voorgrond tre met tfi terwijl uit de inlanders blijk de beste speeltypen zijn ge 0/1 men Rubber is zeker een Mm. niet zal mogen verzuimen. bui44!)' Vooraf gaat veel bl^?e^baar-g^ landsch nieuws in „„iiame'1 lustreerden vorm. een Vl.I-i0vinfcjf! verband met de vorstel! verrnake aardige screensong en ee éénacter.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 14