FLITSEN VAN HET WITTE POER.
De film-industrie in het nieuwe Duitschland.
HARRY BAUR ALS „BEETHOVEN".
zi
I
ONZE BIOSCOPEN.
Er is „something rotten in the state" in
het Duitsche filmwereldje.
Van belachlijk hooge
honorariums.
„Ik zou hooi graag oons oon tijdje willen werken in do
Haagsehe studio's, maar helaas ik heb geen tijd".
„Holland, een sympathiek land".
Miniatuur-filmpjes.
Duitiche films waren en rijn op de inter
nationale markt een factor van beteeke-
nis. Het valt niet te ontkennen, dat de
export van deze films sedert de invoering
van den nationaal-socialistischen, autori
teiten en anti-semitischen staat ernstig ge
leden heeft. Waar (gelijk voor 1933 ook in
Duitschland) in vele landen de filmindustrie
met alles wat daar zoo bij hoort, in hoofd
zaak in joodsche handen is, was te ver
wachten, dat de boycot tegen Duitsche
waren en Duitsche cultureele producten in
het bijzonder de literatuur en de film zou
treffen.
Men heeft in Duitschland in den beginne de
uitwerking daarvan onderschat, en later moe
ten toegeven, dat de gevolgen toch veel ernsti
ger waren dan men oorspronkelijk verwacht
had. Nog steeds worden Duitsche films overal
ter wereld vertoond. Maar de tegenzin in vele
landen is blijven bestaan. En ze is tot op ze
kere hoogte ook uit artistiek oogpunt te ver
dedigen.
Ongetwijfeld worden ook in andere landen,
al dadelijk in de Vereenigde Staten, veel min
derwaardige films vervaardigd. Maar die blij
ven in hoofdzaak binnen de grenzen en zijn
voor de kleinere bioscopen en voor het platte
land bestemd. Wat we in Europa te zien krij
gen uit de ateliers van Hollywood zijn ver het
algemeen topprestaties. En men geeft ook in
Duitschland onomwonden toe, dat men met
deze beste specimina, vooral op humoristisch
gebied, eenvoudig niet concurreeren kan. In
de eerste plaats niet, omdat men er het geld
niet voor heeft. Men weet hier, hoe de aller
beste humoristische Hollywood-films tot stand
komen. Twintig, dertig en meer humoristische
schrijvers werken mee, alleen maar door het
inzenden van een of meer werkelijk geslaagde
moppen, woordspelingen en uitgedachte situa
ties. Die worden door de filmindustrie goed
betaald. En uit de aldus tot stand gekomen
rijke verzameling putten nu de eigenlijke
schrijvers van het scenario naar welgevallen.
Daardoor alleen is het mogelijk, dat in zulke
Amerikaansche films de koddige momenten en
werkelijk-humoriatische dialogen zoo verras
send-talrijk en van zoo hoog allooi zijn, dat de
vaak onbenullige intrige en de allesbehalve
grappige inhoud niet meer opvallen.
Duitschland verstaat deze kunst niet, en
heeft ook niet het geld over om voor mop
pen alleen tienduizenden uit te geven.
Duitsche humoristische films zijn over het
algemeen een mislukking; Duitsche drama
tische films zijn in doorsnee oneindig veel
beter, maar voor het internationale publiek
weer te somber en te zwaarwichtig. Na
tuurlijk heeft men hier wel enkele goede
humoristische schrijvers en als ze wer
kelijk eens te hulp geroepen worden om
dialogen voor de films te schrijven, (gelijk
onlangs de onverbeterlijke acteur-tooneel-
schrijver Curt Goctz) dan komt ook iets tot
stand, wat ver boven het gebruikelijke
uitgaat maar goede, vroolijke film
teksten zijn hier een uitzondering en als
ze goed zijn, dan blijken ze een r*eer of
minder geslaagde nabootsing van een suc
cesvol Amerikaansche product.
Het valt niet te ontkennen, dat de Duitsche
films ook door de anti-semitische politiek van
het nieuwe regime ernstig geleden heeft. Nog
beschikt men hier over uitstekende krachten,
maar de Joodsche regisseurs, acteurs en schrij
vers waren toch over het algemeen stukken
beter dan de niet-Joodschc. Dat wil men hier
natuurlijk niet toegeven. Maar het échec van
de humoristische film bewijst het toch duide
lijk genoeg.
Ofschoon dus Duitschland niet de enorme
sommen kan opbrengen, die in Amerika voor
het tot stand komen van een film worden uit
gegeven, en wel in de eerste plaats omdat
Duitschland thans een betrekkelijk arm land
is, en Duitsche films lang niet dezelfde export
mogelijkheden en de verspreiding binnen eigen
grenzen hebben als Amerikaansche, neemt het
bioscoopbezoek, toch ook in de Duitsche lan
den gestadig toe, al is in 1936 nog niet het re
cordjaar 1928 (in den tijd van de „stomme
film") bereikt, wat uit de volgende interessante
statistieken blijken moge:
Bezoekers (millioenen) 1925: 272; 1928: 363;
1932/33: 238; 1933/34: 247; 1934/35: 260; 1935/36:
317.
Ontvangsten (mill. Mk.) 1925: 187; 1928: 275;
1932/33: 176; 1933/34: 178; 1934/35: 205; 1935/36:
237.
Gemiddelde prij» van het biljet in Mk 1925:
0.69; 1928: 0.78; 1932/33: 0.74; 1933/34: 0.72;
134/35: 0.73; 1935/36: 0.75.
Ofschoon men er dus nog niet in ge
slaagd is, de theoretische maximale moge
lijkheid van 900 millioen bezoekers per
jaar meer dan voor 1/3 te bereiken, kan
men in vakkringen toch hooren, dat de
belangstelling van het publiek toeneemt,
wat voor een deel ook aan de vele koude
regendagen toe te schrijven is, en dat bijv.
ook het geweldige vreemdelingenverkeeer
tijdens de Olympische Spelen een (voor
bijgaande^ voorwaartsche beweging ge
bracht heeft.
Het grootste deel van de toename der ont
vangsten hebben de bioscoopeigenaars opge
slokt. De belasting op openbare vermakelijk
heden is gedaald, het instituut der belasting
vrije films (die de regeering als bijzonder leer
zaam beschouwt en aldus beloont, wat in den
afgeloopen winter met 28 van 106 nieuwe
films het geval was) en ondersteuning van het
bioscoopbezoek o.a. door de groote arbeiders
organisatie „Kraft durch Freude", hebben mo
gelijk gemaakt, dat de winsten der filmtheaters
zeer stijgen, door vermindering der belasting
alleen al met 8 tot 10 millioen per jaar. Daarbij
komt nog, dat in Duitschland thans het aantal
bioscopen begrensd moet blijven, zoodat het in
1935/36 op ongeveer 5000 stabiel bleef.
De filmpoductie echter heeft minder reden
tot tevredenheid. De „Frankforter Zeitung"
weet te vertellen, dat in 1932/33 een Duitsche
film gemiddeld 220.000250.000 Mk kostte, ter
wijl de kosten in 1934 op 312.000, in 1935 op
395.000 en in 1936 op 420.000 Mk. stegen! Men
meent dit te moeten wijten aan het verlangen
van de Duitsche regeering, die een zoo grooten
invloed op deze productie uitoefent, naar in
alle details verzorgde films van prima kwali
teit, en als gevolg daarvan de steeds hoogerc
eischen, die het verwend publiek gaat stellen.
Maar het komt ons voor, dat vooral ook de
financieele eischen van bekende filmacteurs,
adviseurs en regisseurs hier een rol spelen, en
dat ondanks het feit, dat het nationaal-socia-
lisme eerst met veel ophef verklaard had, aan
het onzinnige „ster-systeem" een einde te wil
len maken.
Het is een feit, dat ecnige jaren lang de
meest beroemde Duitsche filmartlslen hun
eischen gewehHg omhoog konden schroeven,
omdat Hollywood hun enorme salarissen aan
bood en de Duitsche filmindustrie natuurlijk
trachtte te verhinderen, dat de kunstenaars,
die de kassen het beste vulden, door Amerika
weggeëngageerd werden. Maar het is sinds
dien gebleken, dat de meeste Duitsche artisten
in Amerika geen of weinig succes hadden, al
thans in Amerikaansche exportfilms, en „met
Jan Kiepura
hangende pootjes" naar Duitschland terug
keerden. Zoodat men had kunnen verwachten,
dat zij in hun intusschen nationaal-socialistiach
geworden vaderland tot een dragelijk systeem
van salarieering zouden moeten terugkeeren.
Maar het is gebleken, dat het nationaal-socia-
lisme dat vele zijner aanvoerders binnen wei
nige jaren een weelde ten toon konden sprei
den, die in volkskringen allesbehalve goedkeu
ring uitgelokt heeft, ook niet de energie (of
den wensch) bezeten heeft, de volkslievelingen
uit het filmland te verhinderen, inkomens te
eischen, die met het „socialistisch" beginsel
van het heerschend regime zeer weinig in
overeenstemming schijnen.
Wat te zeggen van het feit, dat de meest
bekende filmacteurs in Duitschland per
film 70 tot 120.000 Mark uitbetaald krij
gen, en dat „zangerfilmsterren" als Gra-
veure, Gigli, Eggerth, Kiepura 200 tot
300.000 Mark per film verdienen, terwijl
Duitsche filmartisten van het „tweede
plan" reeds 40 tot 50.000 Mark ontvangen,
bedragen, waarvan onze Nederlandsche
kunstenaars vermoedelijk duizelen zullen.
Hoort men dan nog, dat deze onzinnig veel
verdienende artisten niet zelden alleronge-
makkelijkst te behandelen zijn, dat ze vaak
midden onder het filmen alles omver werpen,
vier tot zes malen het manuscript door iemand
anders omgewerkt wenschen; doorzetten, dat
een andere regisseur benoemd wordt; onte
vreden blijken over hun medespelers en
eischen, dat bijrollen anders bezet worden
dan moet men wel tot de conclusie komen,
dat er „something rotten in the State" is, en
het Duitsche filmwereldje niet bepaald gezond
kan genoemd worden!
Inderdaad, het is niet gemakkelijk om
door te dringen tot het boudoir van
Harry Baur in de studio der Gaumont
Franco Film Aubert te Parijs.
Monsieur Harry Baur ontvangt nie
mand. Hij is den heelen dag druk bezet,
weert de portier beslist af.
Maar ik ben expres langer in Farijs
gebleven dan mijn voornemen was om
Harry Baur te zien en te spreken zoo
schrijft een vereerster al is het maar
vijf minuutjes, werp ik tegen, niet van
plan om me zoo gemakkelijk uit het veld
te laten slaan.
Fortuna is my gunstig. Er passeert een
vrouwelijke bediende van den acteur, bij
wie ik nogmaals mijn geluk beproef.
M'n dringende beden maken blijkbaar
indruk: ze belooft beslist haar best voor
me te doen.
Op het oogenblik is het niet het ge
schikte moment, maar als u morgenmid
dag komt tegen half drie, dan zal ik pro-
beeren een introductie voor u te krijgen
bij mevrouw Baur en die zal u dan wel
verder helpen. U weet zeker wel dat mijn
heer Baur kortgeleden getrouwd is?
voegt ze er verklarend aan toe.
Ik knik bevestigend.
Bij Madame Baur.
Den volgenden dag prompt halfdrie
meld ik mij opnieuw aan en wordt door de
hulpvaardige bediende naar het kabinet
van mevrouw Baur gebracht, de jeugdige
comedienne Rika Radifé, de vroegere
secretaresse van Harry Baur. die in de
nieuwste Harry Baurfilm „Un grand
amour de Beethoven" de rol van echtge-
noote van Beethovens broer, Johann zal
spelen.
De olijfkleurige huid en het donkere
haar herinneren aan haar Turksche nati
onaliteit. Met haar donkere oogen kijkt ze
mij vriendelijk aan en als ik haar vertel,
dat ik zoo graag een praatje met haar man
zou willen maken, lacht ze vroolyk en be
geleidt me dadelijk tot aan de kleedka
mer, geeft een klopje op de deur en ver
dwijnt.
Op het luide „entrez" stap ik wel wat
aarzelend naar binnen, maar dat Ls gauw
overwonnen. Harry Baur, gezeten achter
een toilettafel vol potjes crème, poeder,
stiften etc., steekt me beide handen toe,
terwijl de grimeur bezig is aan zyn Beet-
hovenkop.
Ik kijk bewonderend naar z'n glanzende
grijze haar; hy vangt dien blik op en zegt:
„is niet echt hoor!" We lachen allebei.
Vertel my eens. vervolgt hij dan,
hoe is u er eigenlyk toe gekomen, my te
komen opzoeken?
Ik vertrouw hem toe. dat ik my twee
dingen voorgenomen had bij myn aan
komst te Parijs te bezoeken: het Museum
Rodin en Harry Baur. Hy moet er harte
lijk om lachen en terwijl hij een hand
vriendschappelijk op mijn schouder legt,
klinkt z'n diepe stem. die somtijds toch
zoo'n eigenaardig zachten klank kan heb
ben:
Ik houd van de Hollanders, Holland
Harry Baur
ia zoo'n prettig, gastvrij land, ik zou heel
graag eens een poosje willen werken in
de Haagsehe studio's, maar geen tyd
voorloopig. Van 's morgens vroeg tot
's avonds 8 a 9 uur en soms nog veel later
moet ik (hy gebruikt het Duitsche woord)
„schaffen" en als ik niet „schaff', dan
slaap ik. Lunchen doe ik niet, ik eet om
halféén wat fruit en dat is alles. Met deze
Beethoven-film hopen we van de week
klaar te komen. Daar hebben we ongeveer
vijf weken aan gewerkt.
Onderwijl is de grimeur nog steeds
druk bezig; het is een precies werkje en
Harry Baur is niet gauw tevreden. Af en
toe neemt hij de stift even over en geeft
zelf hier en daar een paar streekjes.
Zien we u niet eens in Holland?
vraag ik dan, terwijl ik aanstalten maak
om te vertrekken.
Baur komt naar Holland.
Zeer zeker, antwoordt hij. Op het
oogenblik werk ik aan de voorbereidingen
van een groote theater-tournee, te begin
nen by België, Holland en dan zoo verder
tot Constantinopel toe. In het voorjaar
April of Mei denk ik te vertrekken. Drie
stukken heb ik daarvoor uitgezocht:
„Christian", „Jazz" en „Le mari que j'ai
voulu". Er is nog heel wat in orde te ma
ken.
De grimeur is inmiddels klaar gekomen.
De tijd van 't gezellige praatje is voorbij.
Zoo dadelijk zal de scène opgenomen wor
den van het sterfbed van Beethoven en de
regisseur Abel Gance is al een paar maal
komen zien of monsieur Baur al klaar is
voor z'n rol. Onder zijn kamerjapon draagt
hij een nachthemd.
Alvorens mij echter TTT^S
trekt Harry Baur de la at«ri
open, haalt er z'n nieuwst*?11 toik&'
„Beethoven", schryft er oto uit f
DE BRUID VAN FRANKENSTEIN.
Roxy-théater.
Wie destijds „Het monster van Franken
stein' 'gezien heeft, weet welk een enorme
spanning er van dit y onwaarschijnlijke
verhaal kan uitgaan. Zoo is 't ook met
zijn „bruidje".
Tusschen de verkoolde balken van den
afgebranden molen speurt Hans, vader
van één der jeugdige slachtoffers van het
monster, naar de overblijfselen van den
beestmenach (bekend uit de vorige film).
Geheel verdiept in zijn werk geheel
beheerscht door zyn wraakgevoelens, stort
ny in een onder den molen gelegen kuil
en bevindt zich vis-a-vis het monster,
dat, aan den vuurdood ontsnapt, zijn ont
dekking wreekt door Hans om het leven
te brengen.
Onderwijl is Dr. Frankenstein, de schep
per van het monster, zwaar gewond ten
gevolge van een treffen met zijn kunst-
matigen man. Hy wordt door de dorpelin
gen naar zyn kasteel vervoerd en geneest
aldaar snel van de bekomen verwondingen.
Zyn charmante echtgenoote, Eliza-
beth, heeft alle voorbereidingen getroffen
om, na Henry's volledig herstel, tezamen
met hem een vacantiereis te ondernemen,
doch hun plannen worden verstoord door
de komst van een zekeren Dr. Pretorius,
die zich bereid verklaart een werkzaam
aandeel in eventueel in voorbereiding
zijnde experimenten te nemen.
Het geheel is buitengewoon spannend
en verdient aller aandacht.
Aan deze film gaat een Amerikaansche
film „De geluksster" vooraf, terwijl bui-
tenlandsch nieuws en vooral het actueele
Profiltinieuws (rijtoer koninklijke familie
in de Residentie) het geheel goed comple
teert.
FOLLOW THE FLEET.
In Bioscoop Harmonie.
Deze film, aangekondigd als super-
dans- en showfilm, is dat ook inderdaad,
al zou men dat, op den inhoud alleen af
gaande, niet zeggen. Van dien inhoud,
Donderdag door ons geplaatst, zullen we
thans niets meer zeggen dan alleen dit:
hy schijnt alleen te dienen om het uitvoe
ren van den dans mogelijk te maken bij
de jazz-muziek. Maar dat gebeurt dan ook
op voortreffelijke manier, 't Is in één
woord verwonderlijk zooals Fred Astaire
als de matroos Bake en Ginger Rogers als
Sherry Martin de dansen uitvoeren met
verbazingwekkenden élan en uithou
dingsvermogen, aan boord of in de bal
zaal, 't doet er niet toe waér. Het verhaal,
dat er om en dóórgeweven is, dient om de
aandacht gaande te houden en meermalen
als vermakelijk intermezzo.
Het bijprogramma opent met een uit
gebreid journaal, waarin tal van gebeur
tenissen, hoofdzakelijk uit het buitenland,
den volke worden getoond en ten gehoore
gebracht. Dan komen er nog een drietal
kleinere films, waarvan twee („Het Wes
ten is nog romantisch" en een aardige
teekenfilm gekleurd zijn). De derde van
deze films heet „De huisknecht van zijn
vrouw" en geeft een verhaal van de her-
eeniging van een gescheiden man cn
vrouw, zóó vreemd en vol avonturen, dat
misschien alleen de idee al om zoo'n sce
nario te schrijven uitsluitend in Amerika
kan opkomen.
BROADWAY-BILL.
City-Theater.
Neen Broadway-Bill is niet één der
sterren van het bekende amusementsge
deelte van New-York. Ditmaal is het een
renpaard dat echter in de boeiende en
spannende film een opmerkelijke rol
speelt. Zijn eigenaar Dan Brooks is door
zijn huwelijk met Margaret Higgins opge
nomen in de geweldige firma en is hoofd
van de doozen-afdeeling. Maar hij voelt
niets voor de zaak en de afhankelijke rol
en besteedt zijn tyd liever aan de training
van zyn prachtig renpaard. Zyn schoon
zusje Alice staat hem daarbij ter zijde.
Na een nieuw conflict met den despoti-
schen ouden heer Higgins gaat Dan zyn
eigen weg. Zijn paard moet hem nv hel
pen en dan brengt de film in beeld alles
wat aan de groote race, waarin Broad-
wfi, -Bill zal meeloopen, voorafgaat. En
dan komt de race zelf, die na de zeldzame
overwinning van het snelle paard op zoo
tragische wijze eindigt. Vlak na de over
winning stort Broadway-Bill dood neer.
at dat voor den eigenaar en zyn verdere
vrienden beteekent, laat d: film duidelyk
zien. Maar Dan wint toch een voornaam
ding, n.1. de liefde van Alice, nadat hij van
Margaret is gescheiden.
Zelden zal men een spannender paar
densport-film meemaken dan deze en bij
de opname van de groote race leeft elk der
toeschouwers evenzeer mee als de bezoe
kers van het Amerikaansche sportterrein.
Warner Baxter speelt als Dan een uit
stekende rol. Zeer goed is ook Myrna Loy
a!s Alice. In de rol van Margaret zal men
met genoegen zien Helen Vinson, zooals
men weet de echtgenoote van den tennis
kampioen Fred Perry. Het paard Broad
way-Bill speelt zijn rol prima.
Het voorprogramma bracht een Fox
Movietone Nieuws, een teekenfilm van
Grootvaders klok en een zeer geslaagd
variété-nummer van de Warner-Bros.
RUBBER.
Victoria-Theater.
Wy behoeven de rubber-film, naar het
boek van mevrouw Székèly—Lulofs, niet
meer bij onze lezers in te leiden. Wij heb
ben haar kort geleden besproken en toen
de beeltenissen der voornaamste spelers
gepubliceerd. Dit is inderdaad een der
beste Hollandsche films. Zij heeft het na
deel, dat zy toestanden weergeeft, welke
niet meer van dezen tijd zijn, maar zy
brengt de toeschouwers uitstekend in de
Indische sfeer, omdat de expeditie, welke
naar Sumatra's Oostkust is getrokken de
medewerking had van zoovelen, die het
leven in de rimboe zoo goed hebben lee-
ren kennen.
De film brengt een schat aan natuur
schoon, zij geeft een duidelijken indruk
van land en volk, zy teekent den zwaren,
vermoeienden arbeid van de mannen,' die
van den vroegen morgen tot den avond
aan de hitte zijn blootgesteld en zij doet
daarnaast de eenzaamheid begrijpen van
de vrouwen, die altyd maai wachten en
zich vervelen.
In die atmosfeer komen ook slechte
z'n naam en met een „wilt? oD
ren als een klein souvenir
my zoo aangename bezoek» dit v?
de foto over. reikt hy
Twee handen worden 0D
gelegd en met een hartelüw n Sch°u<W.
ziens in Holland" bedankt v-"tot
m'n bezoek. 1 hlJ
Dan, als ik bijna de kam*,
roept hij my terug en
schappelijk uit:
i—- Als u soms eens een kijkje
studio wilt nemen, terwijl w??*
I accepteer dankbaar. aaien",
De film „l n Grand Amour h* n
ven" belooft een van de beste m th°-
't aanstaande winterseizoen te Vatl
waarin de blonde Jany Holt ri* W?rdïI1
Juliette Guicciardi Beethoven'?
lukkige, eerste liefde en An °n?e'
caux, Thérèse de Brunswick, j
nicht en opvolgster zal vervullet u*
werking zal verleenen „1'Orchestr. j
Société des Concerts du Conservst*; 1;
P£ris" onder direc'ie van Philip^
De sterfscène van Beethe
In de studio wordt onder de bekTh
leiding van regisseur Abel Gance h?
gewerkt, om alles voor de aansta™
scène voor te bereiden, die lang ni*t
makkelijk zal zijn. 8!"
Wel ongeveer 15 man zyn bezig metl,
plaatsen van de camera en het aanbrT
gen van de lampen.
De artisten, gezeten op labouretw
praten op gedempten toon. 1
Abel Gance houdt van stilte wana*.
er gewerkt wordt en beweert: „Een stufc
is geen theesalon.
•Harry Baur verschijnt, laat zich in w
smalle ijzeren bed glijden dat voor heir
klaar staat en dan volgt de ontroerende
scène van het laatste levensuur van de
grooten componist, meesterlijk vertolk'
door Harry Baur, die zich hierin weer j/
een waarlijk groot artist heeft getoond.
Alléén, zonder vrienden, te midden va
een hevig onweer, een sn^euwshrn.
wordt de levenskaars van den groote
kunstenaar, die met z'n onsterfelijke*,
ziek zoo menig levenspad heeft verbek
uitgedoofd, terwijl z'n lippen zacht mr
melen: „la fin de la comédie" duidendi
de tragedie van z'n leven.
De regisseur van „Un Grand Amour t
Beethoven", Abel Gance, is er nog ié
van de oude garde, die vooral naar
maakte met zijn titanische Napoleon-fik
Gance heeft zich, toen de film nog stor
was, in de voorste gelederen van de cine
asten geplaatst. Zyn visie op de filmiidt
stof had iets Russisch, maar toch ook het
gevoelige van den Franschen naturtlisti-
schen styl. Aan de montage van zijn film
besteedde haj heel veel zorg. De Napoleon-
film had er een onstuimige vaart en een
zeer afwisselenden beeldinhoud door ge
kregen. De stof laaide in het vuur van
Gance's verbeelding uit tot een grandioos
pathos. Wellicht herinnert men zich nog.
dat het slot van de film zoo gedurfd breed
van opzet was, dat Gance brak met de ge
woonte om op één filmdoek tc projectee
ren. De apotheose eindigde in drie beeld
vlakken, het z.g. „triple écran". opgeno
men in de Fransche kleuren. Tot zulk eer
pathetiek in de slotaccoorden verleidde
Gance's symphonische film-opbouw.
Harry Baur bij auto-ongeluk gewond.
By het ter perse gaan van dit nummer
vernamen wy:
De bekende acteur Harry Baur is in den
laten namiddag bij een auto-ongeluk te Saint
Cloud by Parys gewond. Zyn toestand
schijnt echter niet ernstig te zijn. Nadat hem
de eerste hulp was verleend, is hij naar zijn
woning vervoerd.
Die Ginger toch:
Ginger Rogers heeft een geldboete 8*krt"
gen omdat zy de gewoonte heeft op iedw
leeg conservenblik dat zy ziet 'lg®enN
schieten met haar revolver van 0.22 kaliber,
die zy altijd by zich draagt.
menscheljjke eigenschappen tot uiting
jalousie, de ongeoorloofde verhoui"ing
de flirt, die uitgroeit tot de zonde;
kent het drama van Annet Walendyk.
haar man verliest en het nog g*1
drama van Renee van Laer, die
slachtoffer wordt van een charmeui
Ravinsky. Er is geld verdiend in de
van hoogconjunctuur in de tr°Pfn'en
er is ook geleefd en geleden. Mac
geld zijn twee alles beheerschende w-
ren en talloozen offeren de mo°is e
van hun leven om zoo mogelyk k 1 j
bezitten. De film volgt nie 6
den bekenden roman, er is hier L men
nog wel eens een vrije vertaling agej,
heeft zich blijkbaar beijverd de 1 ,stond,
waartegen in Holland bedenking nj0t
zoveel mogelyk te maskeeren.
wegneemt, dat Rubber een «lm een
stekende kwaliteiten is 8eW3,r?„r' va?
boeiende rolprent, die in een
het verre Oosten mannen en
Hollanders en inlanders teeken ju)es
daar werkelijk worden gevon 1 ,ineerde
Verstrate als Meesters, de ^jeU»
planter, Frits van Dongen en r.eorg^
nier als het echtpaar Van Da er i de
Spanelly als de Rus Ra^figure"'
meest op den voorgrond tre met tfi
terwijl uit de inlanders blijk
de beste speeltypen zijn ge 0/1 men
Rubber is zeker een Mm.
niet zal mogen verzuimen. bui44!)'
Vooraf gaat veel bl^?e^baar-g^
landsch nieuws in „„iiame'1
lustreerden vorm. een Vl.I-i0vinfcjf!
verband met de vorstel! verrnake
aardige screensong en ee
éénacter.