SOR SLIM
pFfsl GROOTE VERWRONGEN IJZERMASSA
c TE WOERDEN.
PROFES
EN ZOON
De oorzaak der ontsporing is voor den machinist
een raadsel.
VERVOER WEER VRIJ.
Vroegere spoorwegongelukken.
Glimlachie
Tn zijn woning aan de Johannes Camp-
«traat in Den Haag, waar wij hem te
Ld aantroffen, spraken we vanmiddag
Tn machinist van den sneltrein 846, den
f q j. Suiker, zoo lezen wij in de
Haagsche Courant".
De machinist, die een lichte verwonding
n het linkeroog bekwam, doch overi
gens gelukkig zonder letsel bleef, bleek
de gevolgen der heftige emotie van den
afgeloopen nacht nog steeds niet geheel te
hoven te zijn.
Dertig jaren heeft hij op de locomotief
gestaan, waarvan vele jaren als verant
woordelijk machinist en nog nooit was hij
in een ongeval van beteekenis getrokken.
Geen wonder dus, dat deze tragische
gebeurtenis sterken indruk op hem heeft
gemaakt.
Het verhaal, dat de heer Suiker ons
deed, was uitermate sober. Het dubbele
ongeluk voltrok zich in weinige minuten
en van dezen korten tijd had hij nog het
grootste deel moeten besteden om zich zelf
uit een benarde positie te redden.
De sneltrein van 11.16 n.m. uit Utrecht
was op tijd naar Gouda vertrokken. Om
11.28 n.m. moest ik in Woerden zijn. Ik
reed een z.g. stoomdiesel, waarmee, om
binnen het schema van de dienstregeling
te blijven, vrij hooge snelheden moeten
worden gehaald. Ik denk, dat ik wel tot
op een 100 K.M. per uur ben geweest.
Mijn sein voor binnenkomst in Woerden
stond veilig. Een eindweegs vóór de sein-
brug van het andere spoor, ongeveer op
d: plaats, waar dat steeds pleegt te gebeu
ren, zette ik de remmen aan, om, geleide
lijk den remdruk verhoogend, den trein in
het station Woerden tot stilstand te bren
gen.
Bij Kattenbroek, waar een wisselcom
plex ligt, had ik waarschijnlijk nog een
vaart van 80 K.M. Dóór voelde ik plotse
ling, zonder dat ik tevoren ook maar het
geringste had bespeurd, de machine
schudden en slingeren. Zij was ontspoord,
er was geen twijfel aan.
Met de rem in uitersten stand hobbelde
de machine nog eenigen tyd langs de
rails.
De kolen uit den tender stortten zich
naar voren en ik raakte met de beenen
bekneld. Ik kon mij niet verroeren. Tot
mijn groote ontsteltenis zag ik, in dien
benauwden toestand, van den anderen
kant den goederentrein naderen.
Ik begreep, dat er groot gevaar dreigde,
hoewel ik mij nog niet had kunnen over
tuigen, hoe het er met mijn eigen trein
uitzag.
Met inspanning van alle krachten wist
ik mij vrij te maken, sprong van de ma
chine en holde den goederentrein tegemoet.
Ik had een klein zaklantaarntje bij me en
daarmee zwaaide ik, om den machinist op
het gebeurde attent te maken. Het mocht
echter niet baten. Ik weet niet, of mijn
collega nog geremd heeft op mijn signa
len, maar al zou hij dit gedaan hebben,
dan nog is het de vraag, of hij den zwaren
trein had kunnen houden.
Hoe het zij, het tweede ongeluk ge
schiedde enkele seconden later. Een ont
zaglijke slag ging met de botsing gepaard.
Hebt u nog aan het reddingswerk
kunnen deelnemen? vroegen wij nog den
machinist.
Mijn eerste zorg gold de locomotief,
die blazend naast de rails stond.
Eerst nadat ik de machine beveiligd
had, kreeg ik pas gelegenheid iets te zien
yan wat er achter gebeurd was. Met mijn
2aklantaarn en een geïmproviseerde toorts
ai» eenig verlichtingsmateriaal, heb ik nog
meegeholpen aan het reddingswerk.
Dt heb niet kunnen zien of er passagiers
zün uitgestapt na het déraillement. Dit is
wel gebeurd, zooals ik later hoorde, en
gelukkig heeft men aan den goeden
(rechter) kant de coupé's verlaten. An
ders zouden de uitgestapten tusschen bei
de treinen terecht zijn gekomen.
Bestaan er, zoo vroegen wij tenslotte,
speciale voorschriften ten aanzien van de
snelheid op dit gedeelte van de baan?
Neen, voor het oogenblik tenminste
niet.
De snelheid waarmee u reed, was
dus verantwoord.
Ja zeker.
Op dit moment kwam de dokter den
"^r Suiker bezoeken en moesten wij het
Essprek beëindigen.
De verklaring van den machinist jegens
ons omtrent de snelheid ter plaatse is in
djnrechte tegenspraak met een vroeger
door hem gedane mededeeling. Welke van
beide verklaringen de juiste is, moeten wij
'n het midden laten. Tegenover ons liet de
fte«r Suiker zich zeer positief uit.
Het relaas van een der stokers.
Hedenmiddag hadden wij nog een on
derhoud met den burgemeester van
w°erden, die ons vertelde, dat hij direct
de botsing op de plek des onheils was.
toen ik met een benzine-lorrie naar het
station terugreed, zaten daarop ook de
"mchinist en de stoker van den veronge
lukten goederentrein.
"e machinist had een hoofdwond en was
geheel overstuur, hy kon niets mededee-
De stoker was er beter afgekomen en
e?- ongeveer het volgende verhaal:
u re<ten gewoon, toen wij plotseling
va *Jfcvigen schok voelden. Het peilglas
e hiachine sprong en direct daarop
logen wy in de sloot. Zoo snel mogelyk
1open wij uit onze benarde positie en
ten toen pas wat gebeurd was".
'Pri het station dienstdoend ranaeer-
der-machinist vertelde ons tenslotte nog
hoe een collega plotseling zijn aandacht
trok en hem iets toeschreeuwde. Naderbij
gekomen zeiden zijn collega's, dat hij den
personentrein had zien naderen.
Ik zag de twee lichten, plotseling
hoorde ik een slag en toen brandde er nog
maar een. Er moet een ongeluk gebeurd
zijn.
Hy heeft mij toen direct naar de plaats
g'reden waar het vreeselijke vermoeden
werd bewaarheid. De onder-chef van het
station-Woerden heeft den burgemeester
nog medegedeeld, dat alle signalen op het
oogenblik na de ramp zich in volkomen
orde bevonden. Ook de wisselstand was
juist.
Aan hevige emotie bezweken?
Gisternamiddag is een toeschouwer, die
bij het opruimingswerk van het spoor
wegongeluk te Woerden stond te kijken,
de 53-jarige G. Burger uit Barwoudwaar-
der, plotseling overleden. Het schijnt, dat
de aangerichte verwoestingen hem zoo
hebben aangegrepen, dat hij een hartver
lamming heeft opgeloopen, die hem nood
lottig is geworden.
Reizigersvervoer hersteld.
De werkzaamheden tot het vrijmaken van
de spoorbaan vorderen slechts langzaam.
De omstandigheid, dat de locomotief van
den personentrein diep in den grond is ge
boord, levert groote moeilijkheden op bij
het opruimingswerk. De verbinding met
Utrecht wordt nog steeds door bussen van
de A.T.O. onderhouden.
In den loop van den dag hebben verschil
lende autoriteiten der Nederlandsche Spoor
weg de situatie ter plaats opgenomen. Uiter
aard blijft de belangstelling van het publiek
aanhouden.
Voortdurend verdringt zich een groote
menigte om de plek, waar het ongeluk is
gebeurd.
Met ingang van heden zal het reizigers
verkeer tusschen Gouda en Utrecht bij den
aanvang van den dienst op de normale wiize
worden hervat. Er wordt ter plaatse van het
ongeluk over enkel spoor gereden Ten einde
het traject zooveel mogelijk te ontlasten,
zullen de z.g. beurstreinen van Rotterdam-
Maas naar Amsterdam W.P. niet rijden en
zal ook het goederenverkeer langs anderen
weg worden geleid
Het stoffelijk overschot van briga
dier F. J. Buiterman.
Het stoffelijk overschot van brigadier F.
J. Buiterman zal heden per auto van Woer
den naar den Haag overgebracht worden.
Men verwacht ongeveer half negen van
avond a^n het gebouw van het leger des
heils aan de Prinsegracht te Den Haag te
arriveeren.
De kist zal op het podium van de zaal
van het gebouw, opgebaard worden.
De zaal wordt gedrapeerd, terwijl rond
om het podium palmen geplaatst zullen
worden.
In vergelijking met het buitenland
maakt de lyst van spoorwegrampen in ons
land een gunstigen indruk.
Rampen van werkelijk catastrophalen
omvang kwamen gelukkig zeer sporadisch
voor.
Een der oudste rampen is het ongeluk
met den sneltrein GroningenDen Haag.
die op den avond voor Kerstmis 1913, vol
met reizigers naby Beilen ontspoorde. Het
mag een wonder heeten, dat van de ruim
700 passagiers er toen slechts 5 om het
leven zyn gekomen. Onder hen was ook de
zoon van minister Cort van der Linden.
In 1918 vonden twee ernstige ongeluk
ken plaats en wel kort na elkaar. Op
3 Augustus vond een treinbotsing plaats
te Vork in de nabijheid van Kesteren,
waarbij drie dooden te betreuren waren.
Het tweede was op 13 September, en
was in zijn gevolgen het rampzaligste, dat
ooit in deze landen plaats greep. Door een
spoordijkverzakking ontspoorde nabij
Weesp een personentrein en niet minder
dan veertig reizigers lieten hierbij het
leven, waarbij nog 'n groot aantal zwaar-
tvonden.
Een treinramp bij Rosmalen, 20 Novem
ber 1920, vorderde twee slachtoffers.
Velen zullen zich nog de treinramp bij
De Vink, op 9 September 1926, herinne
ren, die vier slachtoffers eischte, waar
onder het echtDaar Lobo-Braakensiek.
9 Januari 1928 liep te Zand voort een
trein op een stootblok en maakte daarbij
twee dooden.
Een gelijk ongeval op 26 April 1931 te
Zwolle kostte eveneens twee menschen-
le 'ens.
Op 26 Januari 1931 botste in het station
Groningen een personentrein op een goe
derentrein, waarbij drie dooden en zes
zwaargewonden te betreuren vielen.
Buiten deze grootere spoorweg-onge
vallen vonden nog een dozijn ongelukken
plaats, waarbij één doode of enkele ernsti
ge gewonden vielen.
HERMAN HEYERMANS' BORSTBEELD.
Wederom besmeurd.
In den afgeloopen nacht hebben onbeken
de daders gemeend uiting te moeten geven
aan hun politieke gevoelens door wederom
het borstbeeld van Herman Heyermans in
het Leidsche boschje te Amsterdam te be
smeuren. Zij wierpen een hoeveelheid
blackvernis over het beeld waardoor vooral
de oogen en de neus bevuild werden. Het
politiebureau Leidschplein werd omstreeks
kwart voor vier gewaarschuwd, dat het
borstbeeld het weer had moeten ontgelden.
De manmoedige daders waren toen uiteraard
reeds met den stillen trom vertrokken. De
stadsreiniging droeg er zorg voor, dat slechts
korten tijd later de sporen van deze laffe
euveldaad verdwenen.
CREMATIE DR. J. J. SLAUERHOFF.
Zeer veel letterkundigen aanwezig.
In allen eenvoud vond Donderdagmiddag op
Westerveld de crematie plaats van het stof
felijk overschot van den bekenden dichter
dr. J. J. Slauerhoff, die dezer dagen op
jeugdigen leeftijd is overleden.
Tal van bewonderaars en vrienden van
den overledene woonden de plechtigheid
bij. Vooral uit letterkundige kringen was de
belangstelling groot. Onder de aanwezigen
merkten wij o.a. op Ant. van Duinkerken
Halbo Kool, W. Schumacher, C. Nijpels, a!
Roland Holst, H. Roland Holst en mevrouw
Roland Holstde Meester, mr. J. C. Bloem,
Jan Prins, Martinus Nyhoff, dr. Menno ter
Braak, J. F. Otten, Jan Engelman, mr. L.
Ali Cohen, mevr. Thea Wees—Verwey, als
mede de heer D. Zijlstra, namens de Fa.
Nygh en van Ditmar te Rotterdam.
Nadat onder de tonen van de sonate
pathetique van Beethoven de baar was neer
gelaten en een broer van den overledene
de aanwezigen had bedankt voor hunne be
langstelling, sprak nog dr. H. Feriz, chirurg
te Amsterdam, eenige gevoelvolle woorden.
Jij hadt een hart, dat naar de zee toetrok,
dat liefhad, wat niet beperkt was door gren
zen.
Je hebt de zee liefgehad, omdat de zee
voor jou een symbool was van het leven
zonder begin en zonder einde.
Een van het volk is heengegaan, dat de
zee groot heeft gemaakt.
De organist beslcit de plechtigheid met
,Le Cygne" van Saint Saens.
DE PAPIERPRIJZEN.
Naar aanleiding van de verklaring door
de besturen van de Vereeniging van Ne
derlandsche Papierfabrikanten en van den
Nederlandschen Papierbond omtrent de
verhooging van deri papierprys aan de
pers verstrekt, deelt men ons uit de krin
gen der papierverbruikers het volgende
mede:
Onder de papierverbruikers blijkt alge
meen ernstige ontstemming te bestaan
over het feit, dat de papierfabrikanten en
-handelaren de toegepaste verhoogingen
voorstellen als een kwestie van „enkele
centen". Het groote publiek zou kunnen
denken, dat het hier slechts om betrekke
lijk kleine bedragen ging, doch in wer
kelijkheid zijn de gevolgen van 15 a 20
procent verhooging van de papierprijzen
van geweldige beteekenis.
Er bestaan gevallen van groote zaken
met belangrijke periodieken, waar het be
sluit der papierleveranciers neerkomt op
een meerdere uitgave van honderddui
zend gulden per jaar. Verschillende be
trekkelijk kleine uitgevers met bedrijven,
die den omvang van een middenstands
onderneming niet overschrijden, worden
door genoemd besluit op eenige duizenden
gulden 's jaars extra onkosten gejaagd.
Het moeilijke in de positie dezer periodie
kenuitgevers is, dat de verhoogde onkos
ten practisch niet op hun cliëntèle zijn te
verhalen. Waar door den achteruitgang van
den advertentieopbrengst e.d. vele dezer
periodieken reeds op den rand der be
staansmogelijkheid verkeerden, of hoog
stens een minimale winst toelieten, komen
thans deze kleine uitgevers voor een be
langrijk jaarlijksch verlies te staan.
Het zal niemand verwonderen, dat deze
uitgevers zich gegriefd gevoelen als h^n
eigen leveranciers deze ruineuze verhoo
ging voorstellen als een kwestie van an
derhalve cent. De grief der papierverbrui
kers is, dat zij bij de devaluatie een extra-
verlies moeten lijden, ten bate van een
met een slag verkregen winst der papier
leveranciers op de bestaande voorraden,
een winst niet verkregen dank zij een
normaal oploopende markt, maar dank zij
het regeeringsbesluit tot loslating van den
gouden gulden.
Zou het argument der papierfabrikan
ten opgaan, dat zij die winst noodig heb
ben om hun bedrijfskapitaal daarmede te
kunen vergrooten, zoo is zeker in alle
warenhuizen, middenstandsondernemin
gen, kortom in het overgroote deel van
het Nederlandsche bedrijfsleven een soort
gelijke prysverhooging gerechtvaardigd.
De papierverbruikers hadden dan ook van
hun leveranciers in plaats van enkele al
gemeenheden meer concrete en door
slaande gegevens verwacht, b.v. betreffen
de den omvang der op 26 September aan
wezige voorraden en loopende contracten,
het percentage der noodzakelijke, buiten-
landsche grondstoffen.
Een rijksaccountantsrapport over deze
onderdeelen zou zeker meer licht ver
spreiden dan een in het algemeen ge
houden uiteenzetting, en zou hieraan nog
kunnen toevoegen de berekening van de
valutawinst, welke in een week door de
papierleveranciers is gemaakt. De pa
pierverbruikers zouden dan tenminste
weten, welk bedrag zij hebben moeten
opbrengen, teneinde die winst voor hun
leveranciers mogelijk te maken.
Tenslote zij opgemerkt, dat in de krin
gen der papierverbruikers de meeste ont
stemming is gewekt door het feit, dat de
papierleveranciers het besluit tot prijs-
verhooging hebben genomen geheel bui
ten de verbruikers om, iets wat voor het
grafisch bedrijf, waar het organisatorisch
overleg belangrijk is gevorderd, zeer
vreemd aandoet.
Deze aarzeling om aan de papierver
bruikers met klinkende cijfers de nood
zakelijkheid der verhooging aan te toonen,
voorspelt omtrent het antwoord op de
hierbovengenoemde punten weinig goeds.
In deze omstandigheden verwacht men in
de kringen der papierverbruikers iederen
dag het bericht, dat de papiercontingen-
teering wordt ingetrokken. Sedert de con-
tingenteering in het voorjaar van 1935
werd ingevoerd, hebben de papierfabri
kanten en -handelaren elkaar gevonden
en tezamen maatregelen genomen tot
verhooging der prijzen.
Daarna kwam de extra-winst uit de
voorraden, voor de papierfabricage ge
paard gaande met een belangrijke verbe
tering der uitvoer-posltie.
In schril contrast daarmede staat de
achteruitgang in de positie der periodie
ken-drukkers en -uitgevers. De opheffing
van de contingenteeringsmaatregelen zou
zeker deze tegenstelling minder schrij
nend maken.
DE WERELD-JAMBOREE IN NEDERLAND.
I.
De propagandacommissie voor de Jam
boree-demonstratie te Alkmaar schrijft ons:
De tyd van de ridders is voorbij. Slot
bruggen, klinkende harnassen en steek
spelen zijn verdwenen. De roestige wapen
rustingen zyn nu opgeborgen in een oud
vervallen kasteel of een museum, zooals de
gedachte aan den riddertijd bij ons veilig
weggestopt is achter den ballast van alledag,
en slechts zeldzaam, en dan misschien in
onze beste oogenblikken, nog even te voor
schijn komt.
De riddertijd is voorbij, maar de ridder
geest is niet verdwenen, enthousiasme en
ideaal zyn er nog en zullen in ieder van ons
blijven bestaan.
Bovenal is die ridderlijke geest nog aan
wezig in iederen jongen, zit in hem de drang
iets grootsch te verrichten, méér te worden
dan hij is, iets te bereiken.
Lord Baden Powell, de stichter van de
International Boy Scouts Association, heeft
dit ten volle begrepen, en aan hem danken
we dan ook het succes van een wereld
beweging, de broederschap van de pad
vinders.
Hy heeft het enthousiasme van de jon
gens vorm weten te geven, zoo heerlijk en
zoo juist aanvoelend wat een jongen wil en
kan, dat vanaf de eerste bijeenkomst van
een groep padvinders op Brownsea Island in
1908, de beweging zich verbreid heeft over
de geheele wereld en duizenden en duizen
den Jongens zich met vuur hebben ge
schaard onder de leiding van hun Chief
Scout, Baden PowelL
De altijd vriendelijk lachende B. P., die te
gelijkertijd met vaste hand hun idealen de
richting instuurde, waar ze in moesten:
De jongens van nu moeten worden de
kerels van later, maar dan de kerels waar
de wereld niet alleen op bouwen moet, maar
ook op bouwen kan!
Om dat te bereiken was niets beter ge-
eigend dan het spel van verkennen, waar in
ieder van de drie onderafdeel ingen, Welpen,
Verkenners en Voortrekkers, er naar ge
streefd wordt dat doel op de gezondste en
meest prettige manier te bereiken.
De Welpen (712 jaar; zyn de jongeren
in de beweging. Daarop volgen de Verken
ners, leeftijd 1217 jaar.
By zijn zwerftochten door de bosschen en
de hei leert de Verkenner van de natuur
houden en in 't ieder jaar weerkeerend zo
merkamp zal hij kunnen toonen of de Ver-
kennerswet bij hem meer is dan een van
buiten geleerd lesje, zal hij kunnen toonen
of een Verkenner werkelijk een Broeder
is voor alle andere Verkenners, of hij weet
te glimlachen en te fluiten onder alle moei
lijkheden, of hij zich nuttig weet te maken
en anderen te helpen.
Iedere troepbijeenkomst wordt hij er
weer aan herinnerd bij 't opzeggen van de
wet, dat hij bij zijn installatie op zijn
eerewoord plechtig beloofd heeft zijn plicht
te doen tegenover God en zijn land; ieder
een te helpen, waar hij kan, en de Verken-
nerswet te gehoorzamen.
Die Verkennerswet is een stuk van iederen
Verkenner en zal hem helpen om als hy
eenmaal een jongeman van 17 jaar gewor
den is, met volle bewustheid op zich te dur
ven nemen de mooie maar moeilijke taak
van Voortrekxer, er op uit te trekken om
anderen te helpen, tot wapenspreuk te
kiezen: „Dienen".
CHRONISCHE HOOFDPIJNEN
VERDWENEN.
Toen oorzaak weggenomen werd.
Meestal krijgt U hoofdpijn zoodra afval
stoffen te traag door Uw afvoerorganen
worden weggevoerd, waardoor TJw bloed
verontreinigd wordt. Zorg daarom dat l w
afvoerorganen goed functioneeren. Spooi
met de zes minerale zouten in Kruschen
Salts Uw afvoerorganen op zachte wijze
aan tot gezonde en geregelde werking, zoo
dat zelfs het laatste deeltje achtergebleven
afval volkomen wordt verwijderd. U zult
spoedig de gevolgen bemerken van die
inwendige schoonmaak: Uw bloed is zui
ver en verfrischt. Klachten als hoofdpijn,
vermoeidheid en neerslachtigheid, behoo-
ren tot het verleden, want de kleine dage-
lyksche dosis Kruschen Salts heeft de oor
zaak van deze kwalen weggenomen.
Mej. G. R. te L. schrijft: „Eenigen tijd ge
leden leed ik -an chronische hoofdpijnen.
Ik probeerde verscheidene middelen, maar
ik kon dat loome, vermoeide en lustelooze
gevoel niet kwijt raken, en eiken morgen
weer zag ik tegen den nieuwen dag op.
Toen ik eens een paar dagen uit logeeren
ging bij een oom en tante, die beiden in de
70 waren, verwonderde ik mij voortdurend
over hen, hoe gemakkelijk zij hun
bezigheden verrichtten, opgewekt en ge
lukkig; zij leken jaren jonger dan zij wa
ren. Ik vertelde hun wat mij scheelde.
„Dan moet je eens aanwennen, wat wij
reeds jaren doen. Een tipje Kruschen Salts
's ochtends in je eerste kop thee."
Dat was een half jaar geleden en sinds
dien ben ik oneindig veel beter. Zonder
hoofdpijn, en met een gevoel dat het leven
nu de moeite waard is. Kruschen Salts is
werkelijk schitterend."
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en erkende dro
gisten a 0.40. 0.70 en 1.60 per flacon,
omzetbelasting inbegrepen. Let od. dat op
het etiket op de flesch, zoowel als op de
buiten verpaking de naam Rowntree Han
dels Maatschappij, Amsterdam, voorkomt.
HAGEL IN T GEZICHT.
Het is niet alleen uitkijken op den open
baren weg, maar ook in het veld, althans
als men jager is. Het gebeurde toch dezer
dagen, dat de heer Zwaan van Enkhuizen
in de Venhuizer velden probeerde een stuk
wild onder schot te krygen. Het ongeluk
wilde, dat by het afgaan van een schot de
heer Schermer, die daar in de onmiddellij
ke nabijheid op het veld arbeidde, hagel in
het gezicht kreeg, juist onder onder het
oog, zoodat hy zich onder geneeskundige
behandeling moest stellen. Elke jager, die
het open veld als terrein voor de jacht
kiest, mag wel goed uitkijken wanneer de
menschen op hun akkers aan 't werk zijn.
Een ongeluk ligt op een heel klein plaatsje.
Uitkijken is hier ook gebiedende eisch.
DE BRAND OP DE
MARNIX VAN ST. ALDEt^ONDE
GEBLUSCHT.
Volgens een telegrafische mededeeling
van den gezagvoerder van de „Marnix van
St. Aldegonde", gistermiddag om drie uur
verzonden, is de brand thans gebluscht. Het
schip zal heden van Ajaccio naar Genua
vertrekken, waar het nog vandaag zal ar
riveeren. Omtrent de oorzaak van den
brand is nog niets bekend. Deze zal eerst
kunnen worden vastgesteld na het openen
van de luiken.
hik... jongen! dat zal je...
hik wel verlichten voortaan
hik mot je niet zooveel
hik drinken!
riet een soort van gras was. En uit dit riet konden de
menschen de suiker trekken. Maar Pietje had veel te
veel pleizier om naar zyn vader te luisteren.
224. Inmiddels echter gebeurden er vreeselijke din
gen. Van alle kanten kwamen de negers aansluipen. Je
kon duidelijk zien, dat ze kwade bedoelingen hadden.
Opeens echter zag de professor de menscheneters
naderen.