SOR SLIM pFfsl GROOTE VERWRONGEN IJZERMASSA c TE WOERDEN. PROFES EN ZOON De oorzaak der ontsporing is voor den machinist een raadsel. VERVOER WEER VRIJ. Vroegere spoorwegongelukken. Glimlachie Tn zijn woning aan de Johannes Camp- «traat in Den Haag, waar wij hem te Ld aantroffen, spraken we vanmiddag Tn machinist van den sneltrein 846, den f q j. Suiker, zoo lezen wij in de Haagsche Courant". De machinist, die een lichte verwonding n het linkeroog bekwam, doch overi gens gelukkig zonder letsel bleef, bleek de gevolgen der heftige emotie van den afgeloopen nacht nog steeds niet geheel te hoven te zijn. Dertig jaren heeft hij op de locomotief gestaan, waarvan vele jaren als verant woordelijk machinist en nog nooit was hij in een ongeval van beteekenis getrokken. Geen wonder dus, dat deze tragische gebeurtenis sterken indruk op hem heeft gemaakt. Het verhaal, dat de heer Suiker ons deed, was uitermate sober. Het dubbele ongeluk voltrok zich in weinige minuten en van dezen korten tijd had hij nog het grootste deel moeten besteden om zich zelf uit een benarde positie te redden. De sneltrein van 11.16 n.m. uit Utrecht was op tijd naar Gouda vertrokken. Om 11.28 n.m. moest ik in Woerden zijn. Ik reed een z.g. stoomdiesel, waarmee, om binnen het schema van de dienstregeling te blijven, vrij hooge snelheden moeten worden gehaald. Ik denk, dat ik wel tot op een 100 K.M. per uur ben geweest. Mijn sein voor binnenkomst in Woerden stond veilig. Een eindweegs vóór de sein- brug van het andere spoor, ongeveer op d: plaats, waar dat steeds pleegt te gebeu ren, zette ik de remmen aan, om, geleide lijk den remdruk verhoogend, den trein in het station Woerden tot stilstand te bren gen. Bij Kattenbroek, waar een wisselcom plex ligt, had ik waarschijnlijk nog een vaart van 80 K.M. Dóór voelde ik plotse ling, zonder dat ik tevoren ook maar het geringste had bespeurd, de machine schudden en slingeren. Zij was ontspoord, er was geen twijfel aan. Met de rem in uitersten stand hobbelde de machine nog eenigen tyd langs de rails. De kolen uit den tender stortten zich naar voren en ik raakte met de beenen bekneld. Ik kon mij niet verroeren. Tot mijn groote ontsteltenis zag ik, in dien benauwden toestand, van den anderen kant den goederentrein naderen. Ik begreep, dat er groot gevaar dreigde, hoewel ik mij nog niet had kunnen over tuigen, hoe het er met mijn eigen trein uitzag. Met inspanning van alle krachten wist ik mij vrij te maken, sprong van de ma chine en holde den goederentrein tegemoet. Ik had een klein zaklantaarntje bij me en daarmee zwaaide ik, om den machinist op het gebeurde attent te maken. Het mocht echter niet baten. Ik weet niet, of mijn collega nog geremd heeft op mijn signa len, maar al zou hij dit gedaan hebben, dan nog is het de vraag, of hij den zwaren trein had kunnen houden. Hoe het zij, het tweede ongeluk ge schiedde enkele seconden later. Een ont zaglijke slag ging met de botsing gepaard. Hebt u nog aan het reddingswerk kunnen deelnemen? vroegen wij nog den machinist. Mijn eerste zorg gold de locomotief, die blazend naast de rails stond. Eerst nadat ik de machine beveiligd had, kreeg ik pas gelegenheid iets te zien yan wat er achter gebeurd was. Met mijn 2aklantaarn en een geïmproviseerde toorts ai» eenig verlichtingsmateriaal, heb ik nog meegeholpen aan het reddingswerk. Dt heb niet kunnen zien of er passagiers zün uitgestapt na het déraillement. Dit is wel gebeurd, zooals ik later hoorde, en gelukkig heeft men aan den goeden (rechter) kant de coupé's verlaten. An ders zouden de uitgestapten tusschen bei de treinen terecht zijn gekomen. Bestaan er, zoo vroegen wij tenslotte, speciale voorschriften ten aanzien van de snelheid op dit gedeelte van de baan? Neen, voor het oogenblik tenminste niet. De snelheid waarmee u reed, was dus verantwoord. Ja zeker. Op dit moment kwam de dokter den "^r Suiker bezoeken en moesten wij het Essprek beëindigen. De verklaring van den machinist jegens ons omtrent de snelheid ter plaatse is in djnrechte tegenspraak met een vroeger door hem gedane mededeeling. Welke van beide verklaringen de juiste is, moeten wij 'n het midden laten. Tegenover ons liet de fte«r Suiker zich zeer positief uit. Het relaas van een der stokers. Hedenmiddag hadden wij nog een on derhoud met den burgemeester van w°erden, die ons vertelde, dat hij direct de botsing op de plek des onheils was. toen ik met een benzine-lorrie naar het station terugreed, zaten daarop ook de "mchinist en de stoker van den veronge lukten goederentrein. "e machinist had een hoofdwond en was geheel overstuur, hy kon niets mededee- De stoker was er beter afgekomen en e?- ongeveer het volgende verhaal: u re<ten gewoon, toen wij plotseling va *Jfcvigen schok voelden. Het peilglas e hiachine sprong en direct daarop logen wy in de sloot. Zoo snel mogelyk 1open wij uit onze benarde positie en ten toen pas wat gebeurd was". 'Pri het station dienstdoend ranaeer- der-machinist vertelde ons tenslotte nog hoe een collega plotseling zijn aandacht trok en hem iets toeschreeuwde. Naderbij gekomen zeiden zijn collega's, dat hij den personentrein had zien naderen. Ik zag de twee lichten, plotseling hoorde ik een slag en toen brandde er nog maar een. Er moet een ongeluk gebeurd zijn. Hy heeft mij toen direct naar de plaats g'reden waar het vreeselijke vermoeden werd bewaarheid. De onder-chef van het station-Woerden heeft den burgemeester nog medegedeeld, dat alle signalen op het oogenblik na de ramp zich in volkomen orde bevonden. Ook de wisselstand was juist. Aan hevige emotie bezweken? Gisternamiddag is een toeschouwer, die bij het opruimingswerk van het spoor wegongeluk te Woerden stond te kijken, de 53-jarige G. Burger uit Barwoudwaar- der, plotseling overleden. Het schijnt, dat de aangerichte verwoestingen hem zoo hebben aangegrepen, dat hij een hartver lamming heeft opgeloopen, die hem nood lottig is geworden. Reizigersvervoer hersteld. De werkzaamheden tot het vrijmaken van de spoorbaan vorderen slechts langzaam. De omstandigheid, dat de locomotief van den personentrein diep in den grond is ge boord, levert groote moeilijkheden op bij het opruimingswerk. De verbinding met Utrecht wordt nog steeds door bussen van de A.T.O. onderhouden. In den loop van den dag hebben verschil lende autoriteiten der Nederlandsche Spoor weg de situatie ter plaats opgenomen. Uiter aard blijft de belangstelling van het publiek aanhouden. Voortdurend verdringt zich een groote menigte om de plek, waar het ongeluk is gebeurd. Met ingang van heden zal het reizigers verkeer tusschen Gouda en Utrecht bij den aanvang van den dienst op de normale wiize worden hervat. Er wordt ter plaatse van het ongeluk over enkel spoor gereden Ten einde het traject zooveel mogelijk te ontlasten, zullen de z.g. beurstreinen van Rotterdam- Maas naar Amsterdam W.P. niet rijden en zal ook het goederenverkeer langs anderen weg worden geleid Het stoffelijk overschot van briga dier F. J. Buiterman. Het stoffelijk overschot van brigadier F. J. Buiterman zal heden per auto van Woer den naar den Haag overgebracht worden. Men verwacht ongeveer half negen van avond a^n het gebouw van het leger des heils aan de Prinsegracht te Den Haag te arriveeren. De kist zal op het podium van de zaal van het gebouw, opgebaard worden. De zaal wordt gedrapeerd, terwijl rond om het podium palmen geplaatst zullen worden. In vergelijking met het buitenland maakt de lyst van spoorwegrampen in ons land een gunstigen indruk. Rampen van werkelijk catastrophalen omvang kwamen gelukkig zeer sporadisch voor. Een der oudste rampen is het ongeluk met den sneltrein GroningenDen Haag. die op den avond voor Kerstmis 1913, vol met reizigers naby Beilen ontspoorde. Het mag een wonder heeten, dat van de ruim 700 passagiers er toen slechts 5 om het leven zyn gekomen. Onder hen was ook de zoon van minister Cort van der Linden. In 1918 vonden twee ernstige ongeluk ken plaats en wel kort na elkaar. Op 3 Augustus vond een treinbotsing plaats te Vork in de nabijheid van Kesteren, waarbij drie dooden te betreuren waren. Het tweede was op 13 September, en was in zijn gevolgen het rampzaligste, dat ooit in deze landen plaats greep. Door een spoordijkverzakking ontspoorde nabij Weesp een personentrein en niet minder dan veertig reizigers lieten hierbij het leven, waarbij nog 'n groot aantal zwaar- tvonden. Een treinramp bij Rosmalen, 20 Novem ber 1920, vorderde twee slachtoffers. Velen zullen zich nog de treinramp bij De Vink, op 9 September 1926, herinne ren, die vier slachtoffers eischte, waar onder het echtDaar Lobo-Braakensiek. 9 Januari 1928 liep te Zand voort een trein op een stootblok en maakte daarbij twee dooden. Een gelijk ongeval op 26 April 1931 te Zwolle kostte eveneens twee menschen- le 'ens. Op 26 Januari 1931 botste in het station Groningen een personentrein op een goe derentrein, waarbij drie dooden en zes zwaargewonden te betreuren vielen. Buiten deze grootere spoorweg-onge vallen vonden nog een dozijn ongelukken plaats, waarbij één doode of enkele ernsti ge gewonden vielen. HERMAN HEYERMANS' BORSTBEELD. Wederom besmeurd. In den afgeloopen nacht hebben onbeken de daders gemeend uiting te moeten geven aan hun politieke gevoelens door wederom het borstbeeld van Herman Heyermans in het Leidsche boschje te Amsterdam te be smeuren. Zij wierpen een hoeveelheid blackvernis over het beeld waardoor vooral de oogen en de neus bevuild werden. Het politiebureau Leidschplein werd omstreeks kwart voor vier gewaarschuwd, dat het borstbeeld het weer had moeten ontgelden. De manmoedige daders waren toen uiteraard reeds met den stillen trom vertrokken. De stadsreiniging droeg er zorg voor, dat slechts korten tijd later de sporen van deze laffe euveldaad verdwenen. CREMATIE DR. J. J. SLAUERHOFF. Zeer veel letterkundigen aanwezig. In allen eenvoud vond Donderdagmiddag op Westerveld de crematie plaats van het stof felijk overschot van den bekenden dichter dr. J. J. Slauerhoff, die dezer dagen op jeugdigen leeftijd is overleden. Tal van bewonderaars en vrienden van den overledene woonden de plechtigheid bij. Vooral uit letterkundige kringen was de belangstelling groot. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op Ant. van Duinkerken Halbo Kool, W. Schumacher, C. Nijpels, a! Roland Holst, H. Roland Holst en mevrouw Roland Holstde Meester, mr. J. C. Bloem, Jan Prins, Martinus Nyhoff, dr. Menno ter Braak, J. F. Otten, Jan Engelman, mr. L. Ali Cohen, mevr. Thea Wees—Verwey, als mede de heer D. Zijlstra, namens de Fa. Nygh en van Ditmar te Rotterdam. Nadat onder de tonen van de sonate pathetique van Beethoven de baar was neer gelaten en een broer van den overledene de aanwezigen had bedankt voor hunne be langstelling, sprak nog dr. H. Feriz, chirurg te Amsterdam, eenige gevoelvolle woorden. Jij hadt een hart, dat naar de zee toetrok, dat liefhad, wat niet beperkt was door gren zen. Je hebt de zee liefgehad, omdat de zee voor jou een symbool was van het leven zonder begin en zonder einde. Een van het volk is heengegaan, dat de zee groot heeft gemaakt. De organist beslcit de plechtigheid met ,Le Cygne" van Saint Saens. DE PAPIERPRIJZEN. Naar aanleiding van de verklaring door de besturen van de Vereeniging van Ne derlandsche Papierfabrikanten en van den Nederlandschen Papierbond omtrent de verhooging van deri papierprys aan de pers verstrekt, deelt men ons uit de krin gen der papierverbruikers het volgende mede: Onder de papierverbruikers blijkt alge meen ernstige ontstemming te bestaan over het feit, dat de papierfabrikanten en -handelaren de toegepaste verhoogingen voorstellen als een kwestie van „enkele centen". Het groote publiek zou kunnen denken, dat het hier slechts om betrekke lijk kleine bedragen ging, doch in wer kelijkheid zijn de gevolgen van 15 a 20 procent verhooging van de papierprijzen van geweldige beteekenis. Er bestaan gevallen van groote zaken met belangrijke periodieken, waar het be sluit der papierleveranciers neerkomt op een meerdere uitgave van honderddui zend gulden per jaar. Verschillende be trekkelijk kleine uitgevers met bedrijven, die den omvang van een middenstands onderneming niet overschrijden, worden door genoemd besluit op eenige duizenden gulden 's jaars extra onkosten gejaagd. Het moeilijke in de positie dezer periodie kenuitgevers is, dat de verhoogde onkos ten practisch niet op hun cliëntèle zijn te verhalen. Waar door den achteruitgang van den advertentieopbrengst e.d. vele dezer periodieken reeds op den rand der be staansmogelijkheid verkeerden, of hoog stens een minimale winst toelieten, komen thans deze kleine uitgevers voor een be langrijk jaarlijksch verlies te staan. Het zal niemand verwonderen, dat deze uitgevers zich gegriefd gevoelen als h^n eigen leveranciers deze ruineuze verhoo ging voorstellen als een kwestie van an derhalve cent. De grief der papierverbrui kers is, dat zij bij de devaluatie een extra- verlies moeten lijden, ten bate van een met een slag verkregen winst der papier leveranciers op de bestaande voorraden, een winst niet verkregen dank zij een normaal oploopende markt, maar dank zij het regeeringsbesluit tot loslating van den gouden gulden. Zou het argument der papierfabrikan ten opgaan, dat zij die winst noodig heb ben om hun bedrijfskapitaal daarmede te kunen vergrooten, zoo is zeker in alle warenhuizen, middenstandsondernemin gen, kortom in het overgroote deel van het Nederlandsche bedrijfsleven een soort gelijke prysverhooging gerechtvaardigd. De papierverbruikers hadden dan ook van hun leveranciers in plaats van enkele al gemeenheden meer concrete en door slaande gegevens verwacht, b.v. betreffen de den omvang der op 26 September aan wezige voorraden en loopende contracten, het percentage der noodzakelijke, buiten- landsche grondstoffen. Een rijksaccountantsrapport over deze onderdeelen zou zeker meer licht ver spreiden dan een in het algemeen ge houden uiteenzetting, en zou hieraan nog kunnen toevoegen de berekening van de valutawinst, welke in een week door de papierleveranciers is gemaakt. De pa pierverbruikers zouden dan tenminste weten, welk bedrag zij hebben moeten opbrengen, teneinde die winst voor hun leveranciers mogelijk te maken. Tenslote zij opgemerkt, dat in de krin gen der papierverbruikers de meeste ont stemming is gewekt door het feit, dat de papierleveranciers het besluit tot prijs- verhooging hebben genomen geheel bui ten de verbruikers om, iets wat voor het grafisch bedrijf, waar het organisatorisch overleg belangrijk is gevorderd, zeer vreemd aandoet. Deze aarzeling om aan de papierver bruikers met klinkende cijfers de nood zakelijkheid der verhooging aan te toonen, voorspelt omtrent het antwoord op de hierbovengenoemde punten weinig goeds. In deze omstandigheden verwacht men in de kringen der papierverbruikers iederen dag het bericht, dat de papiercontingen- teering wordt ingetrokken. Sedert de con- tingenteering in het voorjaar van 1935 werd ingevoerd, hebben de papierfabri kanten en -handelaren elkaar gevonden en tezamen maatregelen genomen tot verhooging der prijzen. Daarna kwam de extra-winst uit de voorraden, voor de papierfabricage ge paard gaande met een belangrijke verbe tering der uitvoer-posltie. In schril contrast daarmede staat de achteruitgang in de positie der periodie ken-drukkers en -uitgevers. De opheffing van de contingenteeringsmaatregelen zou zeker deze tegenstelling minder schrij nend maken. DE WERELD-JAMBOREE IN NEDERLAND. I. De propagandacommissie voor de Jam boree-demonstratie te Alkmaar schrijft ons: De tyd van de ridders is voorbij. Slot bruggen, klinkende harnassen en steek spelen zijn verdwenen. De roestige wapen rustingen zyn nu opgeborgen in een oud vervallen kasteel of een museum, zooals de gedachte aan den riddertijd bij ons veilig weggestopt is achter den ballast van alledag, en slechts zeldzaam, en dan misschien in onze beste oogenblikken, nog even te voor schijn komt. De riddertijd is voorbij, maar de ridder geest is niet verdwenen, enthousiasme en ideaal zyn er nog en zullen in ieder van ons blijven bestaan. Bovenal is die ridderlijke geest nog aan wezig in iederen jongen, zit in hem de drang iets grootsch te verrichten, méér te worden dan hij is, iets te bereiken. Lord Baden Powell, de stichter van de International Boy Scouts Association, heeft dit ten volle begrepen, en aan hem danken we dan ook het succes van een wereld beweging, de broederschap van de pad vinders. Hy heeft het enthousiasme van de jon gens vorm weten te geven, zoo heerlijk en zoo juist aanvoelend wat een jongen wil en kan, dat vanaf de eerste bijeenkomst van een groep padvinders op Brownsea Island in 1908, de beweging zich verbreid heeft over de geheele wereld en duizenden en duizen den Jongens zich met vuur hebben ge schaard onder de leiding van hun Chief Scout, Baden PowelL De altijd vriendelijk lachende B. P., die te gelijkertijd met vaste hand hun idealen de richting instuurde, waar ze in moesten: De jongens van nu moeten worden de kerels van later, maar dan de kerels waar de wereld niet alleen op bouwen moet, maar ook op bouwen kan! Om dat te bereiken was niets beter ge- eigend dan het spel van verkennen, waar in ieder van de drie onderafdeel ingen, Welpen, Verkenners en Voortrekkers, er naar ge streefd wordt dat doel op de gezondste en meest prettige manier te bereiken. De Welpen (712 jaar; zyn de jongeren in de beweging. Daarop volgen de Verken ners, leeftijd 1217 jaar. By zijn zwerftochten door de bosschen en de hei leert de Verkenner van de natuur houden en in 't ieder jaar weerkeerend zo merkamp zal hij kunnen toonen of de Ver- kennerswet bij hem meer is dan een van buiten geleerd lesje, zal hij kunnen toonen of een Verkenner werkelijk een Broeder is voor alle andere Verkenners, of hij weet te glimlachen en te fluiten onder alle moei lijkheden, of hij zich nuttig weet te maken en anderen te helpen. Iedere troepbijeenkomst wordt hij er weer aan herinnerd bij 't opzeggen van de wet, dat hij bij zijn installatie op zijn eerewoord plechtig beloofd heeft zijn plicht te doen tegenover God en zijn land; ieder een te helpen, waar hij kan, en de Verken- nerswet te gehoorzamen. Die Verkennerswet is een stuk van iederen Verkenner en zal hem helpen om als hy eenmaal een jongeman van 17 jaar gewor den is, met volle bewustheid op zich te dur ven nemen de mooie maar moeilijke taak van Voortrekxer, er op uit te trekken om anderen te helpen, tot wapenspreuk te kiezen: „Dienen". CHRONISCHE HOOFDPIJNEN VERDWENEN. Toen oorzaak weggenomen werd. Meestal krijgt U hoofdpijn zoodra afval stoffen te traag door Uw afvoerorganen worden weggevoerd, waardoor TJw bloed verontreinigd wordt. Zorg daarom dat l w afvoerorganen goed functioneeren. Spooi met de zes minerale zouten in Kruschen Salts Uw afvoerorganen op zachte wijze aan tot gezonde en geregelde werking, zoo dat zelfs het laatste deeltje achtergebleven afval volkomen wordt verwijderd. U zult spoedig de gevolgen bemerken van die inwendige schoonmaak: Uw bloed is zui ver en verfrischt. Klachten als hoofdpijn, vermoeidheid en neerslachtigheid, behoo- ren tot het verleden, want de kleine dage- lyksche dosis Kruschen Salts heeft de oor zaak van deze kwalen weggenomen. Mej. G. R. te L. schrijft: „Eenigen tijd ge leden leed ik -an chronische hoofdpijnen. Ik probeerde verscheidene middelen, maar ik kon dat loome, vermoeide en lustelooze gevoel niet kwijt raken, en eiken morgen weer zag ik tegen den nieuwen dag op. Toen ik eens een paar dagen uit logeeren ging bij een oom en tante, die beiden in de 70 waren, verwonderde ik mij voortdurend over hen, hoe gemakkelijk zij hun bezigheden verrichtten, opgewekt en ge lukkig; zij leken jaren jonger dan zij wa ren. Ik vertelde hun wat mij scheelde. „Dan moet je eens aanwennen, wat wij reeds jaren doen. Een tipje Kruschen Salts 's ochtends in je eerste kop thee." Dat was een half jaar geleden en sinds dien ben ik oneindig veel beter. Zonder hoofdpijn, en met een gevoel dat het leven nu de moeite waard is. Kruschen Salts is werkelijk schitterend." Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en erkende dro gisten a 0.40. 0.70 en 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Let od. dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buiten verpaking de naam Rowntree Han dels Maatschappij, Amsterdam, voorkomt. HAGEL IN T GEZICHT. Het is niet alleen uitkijken op den open baren weg, maar ook in het veld, althans als men jager is. Het gebeurde toch dezer dagen, dat de heer Zwaan van Enkhuizen in de Venhuizer velden probeerde een stuk wild onder schot te krygen. Het ongeluk wilde, dat by het afgaan van een schot de heer Schermer, die daar in de onmiddellij ke nabijheid op het veld arbeidde, hagel in het gezicht kreeg, juist onder onder het oog, zoodat hy zich onder geneeskundige behandeling moest stellen. Elke jager, die het open veld als terrein voor de jacht kiest, mag wel goed uitkijken wanneer de menschen op hun akkers aan 't werk zijn. Een ongeluk ligt op een heel klein plaatsje. Uitkijken is hier ook gebiedende eisch. DE BRAND OP DE MARNIX VAN ST. ALDEt^ONDE GEBLUSCHT. Volgens een telegrafische mededeeling van den gezagvoerder van de „Marnix van St. Aldegonde", gistermiddag om drie uur verzonden, is de brand thans gebluscht. Het schip zal heden van Ajaccio naar Genua vertrekken, waar het nog vandaag zal ar riveeren. Omtrent de oorzaak van den brand is nog niets bekend. Deze zal eerst kunnen worden vastgesteld na het openen van de luiken. hik... jongen! dat zal je... hik wel verlichten voortaan hik mot je niet zooveel hik drinken! riet een soort van gras was. En uit dit riet konden de menschen de suiker trekken. Maar Pietje had veel te veel pleizier om naar zyn vader te luisteren. 224. Inmiddels echter gebeurden er vreeselijke din gen. Van alle kanten kwamen de negers aansluipen. Je kon duidelijk zien, dat ze kwade bedoelingen hadden. Opeens echter zag de professor de menscheneters naderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 7