De Oostersche optocht het hoogtepunt
van den grooten dag.
ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 9 OCTOBER 1936
De 8 October-viering.
Duizenden en nog eens duizenden op de been.
Het slot der jubileumfeesten.
prachtig geslaagde herdenking.
Nabeschouwing over
den optocht.
De drukte in de stad.
het kerkconcert.
pe Oostersche optocht, die gistermiddag
door onze straten trok, heeft alle toeschou-
yers, die langs den kant van den weg ge
schaard stonden, ten zeerste voldaan en den
heer Kater, die ook ditmaal weer als alge-
meen leider en regisseur is opgetreden komt,
met zijn mede-commissieleden, in alle op
zichten een woord van lof toe.
Wij werden werkelijk een kwartiertje in
een Oostersche sfeer verplaatst. Oost en
West zullen elkaar volgens Kipling nooit
ontmoeten, maar gister was het Oosten dan
toch naar Alkmaar getrokken om met het
Westen eens duchtig aan de fuif te kunnen
gaan. Er was zelfs een zoodanige vermen
ging van rassen, dat vele groot-viziers,
haremwachters en dergelijke autoriteiten
van Alkmaarschen bloede waren, evenals
taüooze al dan niet of half gesluierde harem
dames en andere Oostersche schoonen, die
vandaag al weer achter haar schrijfmachines
zitten of het huishouden verzorgen.
Oost was eigenlijk West, maar het was zoo
gemaskeerd, dat het werkelijk echt leek.
Wat zullen er op het Doelenveld gister
middag een potjes en tubetjes bruine crème
versmeerd zijn eer de Alkmaarders de huids
kleuren van de volgelingen van den kalief
van Bagdad hadden gekregen.
Maar het resultaat was verrassend. Met
baarden en snorren, met wijde Oostersche
mantels, met sluiers en doeken was er een
Oostersch gezelschap gefabriceerd, dat niets
meer met Alkmaar te maken had en op de
tallooze toeschouwers neerkeek, zooals een
ondoorgrondelijk Aziaat naar een inferieur
aenschenras kan kijken.
Het was alles men wist het Erzats en
Hatergoud maar het leek net echt.
De menigte werd er stil van en week on
willekeurig nog wat achteruit, toen de beul
en zijn beide helpers met hun enorme slag
zwaarden voorbij stapten.
Wie zou het wagen de identiteit van één
der gesluierde dames vast te steller als er
lulke geweldenaren rondliepen om dat te
beletten.
Aan grime en costumes was alle zorg be
steed en ook de praalwagens wat waren
er een prachtige en levenslustige neger
slaven werden door duizenden bewon
derd. Het was goed gezien achter den stoet
geen reclamewagens of andere Westersche
scheppingen te laten rijden.
Nu was alles één Oostersch geheel en of
schoon verscheidene haremdames duidelijk
blijk gaven, dat haar lichte Turksche ge
waden niet op de Alkmaarsche 8 October-
temperatuur zijn berekend, hebben alle Oos
terlingen moedig stand gehouden en werd
de lange route, keurig op tijd en zonder
eenig incident geloopen en gereden.
Een deel der Kennemer Rijsociëteit en
ruiters van de Landelijke rijvereeniging
van West-Friesland reden in den optocht
©ede, zoodat dank zij deze medewerking,
vele Oosterlingen op hun voor deze gelegen
heid tot Arabische hengsten gepromoveerde
Alkmaarsche paarden den indruk van een
®ebt Oostersch geheel hielpen verhoogen.
De roep, dat de optocht dit jaar iets heel
bijzonders zou worden is volkomen bewaar
heid geworden. Het is dan ook geen chauvi-
nisme, wanneer wij zeggen, dat deze optocht
den toets der critiek in vergelijking met de
vermaarde Leidsche 3 Oct. optochten glansrijk
kan doorstaan. Hetgeen deze Oostersche stoet
tot zoo'n succes gemaakt heeft, willen wij
even noemen. Daar is in de eerste plaats
Vrouwe Fortuna, die ons zeer goedgunstig
gezind was. Heel den middag heeft een
vriendelijke zon haar gouden stralen over
de stad geworpen en mede daardoor werd
het kleureneffect van costumes en praalwa
gens aanzienlijk verhoogd. Dan mogen wij
den heer Ridderikhof een woord van hulde
niet onthouden voor de waarlijk keurige
collectie costumes, welke hij ter beschikking
had, terwijl ook de aankleeding en de deco
ratie van de fraaie praalwagens een woord
van lof toekomt.
Doch laten wij na deze korte inleiding
even het overzicht beginnen bij de voorbe
reiding tot dezen optocht en de opstelling
op het Doelenveld. Toen wij daar ongeveer
twee uur gistermiddag arriveerden, was het
er reeds een drukte van belang. De commis
sieleden onder aanvoering van den altijd-
in-de-weer-zijnden heer Kater liepen snel
heen en weer, orders en bevelen gevend, in
specteerend waar dit noodig was. Onder de
afkapping van het schoolgebouw was de
schmink salon gemaakt en daar waren eeni-
ge handige grimeurs met rappe handen
bezig gewone Alkmaarsche burgers en bur
geressen om te tooveren in Oostersche
Vorsten, slavinnen, negers, Arabieren, ha
remdames en wat al niet.
De paarden, waarop straks de leden van
de Kennemer Rijsociteit zouden plaatsne
men werden nog eens voor het laatst geïn
specteerd en ondertusschen schreden de in
middels afgesminkte Oostersche Groothee-
ren in druk gesprek gewikkeld in
langzamen tred over het Doelenveld. De
stemming was opperbest, in de schmink-
afdeeling werd lustig gezongen en de diver
se gecostumeerden hadden vaak onder veel
plezier de grootste moeite elkaar na de om-
toovering te herkennen.
Ook leden van landelijke rij vereen igin gen
uit West-Friesland verleenden hun gewaar
deerde medewerking.
Het was inmiddels half drie geworden en
tegen dien tijd kwamen eerst de verschil
lende bestuursleden en afgevaardigden op
het terrein, die straks plaats zouden nemen
in de voor hen bestemde open rijtuigen.
Onder vroolijke marschmuziek maakten
ook de fanfarecorpsen hun entree en zoo
langzamerhand ging iedereen zich opmaken
om te vertrekken. De laatste bevelen weer
klonken over het veld en de deelnemers,
die in de drukte hun plaats nog niet gevon
den hadden, werd haastig gewezen waar zy
moesten zyn. De drie muziekcorpsen ,,St.
Louis (dir. Willi Köhler), „St. Cecilia (dir.
P. Joossen), „Soli Deo Gloria" (dir. J.
Schoen) stelden zich op, de heeren namen
in de open rijtuigen plaats en daar zette zich
precies drie uur de bonte stoet in beweging.
De eigenlijke Oostersche optocht werd ge
opend door een drietal padvinders met
vlaggen, waarachter 4 pages in kleurige
kleedij met twee Arabische bazuinblazers.
Na deze opening zag men de eerste groep,
voorstellende een Javaansche bruidsstoet.
Wij willen speciaal voor de fijn-opgemaakte
praalwagen onze waardeering uiten.
Deze wagen met het bruidje en de 4
bruidsmeisjes, met een volledig gevolg, be
staande uit vrienden van den bruidegom,
pajondragers, twee angkloendragers, priesters
enz., terwijl zich daartusschen ook de brui
degom op een ponny bevond, maakte een
uitstekenden indruk. Het was een betrekke
lijk klein tafreel, dat evenwel van bijzon
dere fijnheid was.
De tweede groep „De Kalief van Bagdad"
was een uitgebreid tafreel, dat zeer impo
sant was, vooral doordat een paardengroep
eraan deelnam, samengesteld uit leden van
de Kennemer Rijsociëteit. Zij waren respec
tievelijk Baba Abdallah, Aboe-Naib,
Shakzenan, Emir Chaleb en hoe zij verder
mogen heeten, zij waren grootsch uitgedost
en hun costuums behoorden tot de fraaiste
uit den geheelen optocht.
De bruid „Prinses Badroulboudour met
haar gevolg" was het volgende tafreel. De
praalwagen behoorende bij deze groep was
keurig en de inzittenden vormden een
smaakvolle groep samen met slavinnen,
Moorsche ruiters, waaronder zich ook
Mesroer, de opperharemwachter bevond.
Een van de attractievolle groepen was die
der negerslaven, die roetzwart en in bijpas
sende costuums gehuld onder een groen ge
bladerte van wuivende palmen met groote
De Oostffscbe stoet zwenkt langs ons bureau den Voordam op.
buidels goudstukken voor zich, talrijke uit
roepen van verbazing bij de toeschouwers
wisten te ontlokken.
Daar achter kwam de groep „Burgers en
burgeressen van Bagdad", waaronder koop
lieden met fruit en kleeden.
Ook dit tafreel muntte uit door fijne cos-
tumeering en vooral de keurig verzorgde
afwerking van den praalwagen mag hier
met eere genoemd worden.
Het slot van den optocht werd gevormd
door den praalwagen van Alladin met de
wonderlamp. Omringd door zeven kwade en
zeven goede geesten.
Zoo te zien leken de achter de sluiers ver
borgen gezichten van de kwade geesten
evenwel lang niet kwaad en door al dit
gesluier bleven ook de lieftallige gelaten
van de goede geesten voor ons oog ver
borgen. Dank zy de goede en gestrenge
orde, welke Alladin onder zyn discipelen
wist te bewaren, bleef het heel rustig op
dezen wagen.
En zoo zijn we dan aan het eind gekomen
van dezen Oosterschen optocht, die
overal waar hij tusschen een dichte haag
van menschen passeerde een groot
enthousiasme te weeg bracht.
Deze optocht heeft niet weinig bijge
dragen tot de glorie van het Ontzetfeest en
woorden van oprechten dank en hulde
mogen de organisatoren van deze fraaie
stoet zeker niet onthouden worden. Zij allen
hebben getracht dit jaar iets bijzonders te
brengen en nu wij aanschouwd hebben, wat
er tot stand gebracht is, mogen wij de
spreekbuis zijn van de Alkmaarsche bur
gerij, die ten zeerste opgetogen was over
het fraais, dat 8 October 1936 haar bracht.
Direct nadat de optocht afgeloopen was,
waren vooral de hoofdstraten stamp- en
stampvol. Napratend over de fraaie stoet,
welke zoo juist aan het oog voortij ge
gaan was, wandelde men door de Lange-
straat e:i door de eveneens versierde zij
straten. Het was toen evenwel bijna zes
uur geworden en langzamerhand dunde
de dichte menigte uit. Men ging eten om
straks met vernieuwden moed het feest
voort te zetten.
Al vroeg werden de feestverlichtingen
ontstoken en niet zoodra was het 7 uur of
de straten in het centrum der stad vulden
zi£h weer. Het waren niet alleen Alk
maarders, doch ook zeer veel inwoners
uit plaatsen uit den omtrek.
Op het kermisterrein maakte men
enkele uitzondering daargelaten uitste
kende zaken. Draimolen, autoskooter,
variété, oliebollentent, enz. enz., zij von
den een goeden aftrek en naar wij verna
men, zijn de meeste kermisexploitanten
uiterst tevreden. Was het den eersten
avond erg stil geweest, de tweede avond
was beter geweest en de eigenlijke avond
was voor velen op een flinke winst uitge-
loopen.
De poffertjestent zat al vroeg stampvol
en de groote drukte bleef tot diep in den
nacht geconcentreerd op het kermister
rein.
Inmiddels stroomden ook de bioscopen
vol en hoe later het werd, hoe voller ook
de café's werden.
In zeer vele café's maakte de muziek
een vroolijke stemming en er is duchtig
gezongen en helaas misschien ook
hier en daar wel wat te veel gedronken.
Maar ja, tot ernstige excessen is het niet
gekomen en degene, die wat harder uit
den band sprong dan noodig en gewenscht
voor hem was, willen wij dit vergeven
omdat 8 October en vooral dit jaar nu
eenmaal een dag is, waarop men zich eens
niet aan conventies behoeft te storen.
Zingend en juichend hoste de jeugd
door de straten en overal, waar wat te
doen was, was zij aanwezig. Vooral de
feesten op het Hofplein vermochten zich
op een buitengewone belangstelling ver
heugen. Met hoedjes en wandelstokken
gewapend trokken de jongens en meisjes
door de straten en met vreugde zagen de
ouderen dit alles aan. Sommige Alkmaar
ders hadden een taxi gehuurd of 'n open
rijtuigje en lieten zich zeer gerieflijk door
de versierde en verlichte straten en buur
ten rijden en zij allen zullen daarvan geen
spijt gehad hebben.
Tot zeer laat in den nacht bleef het ge
zellig op straat en voor wat betreft de
vroolijkheid op straat, is het dit jaar wel
alleszins geslaagd geweest.
De pret binnenshuis.
Hadden wy het reeds over de drukte in
de café's, ook de diverse dancings hebben
zeker niet te klagen gehad over te weinig
bezoek. In de Korenbeurs, zoowel als bij
Harry London, v. Gijzen, v. d. Molen, de
Harmonie was het een drukte van je
welste.
In de grootste zaal waar gedanst is, nl.
in ,,'t Gulden Vlies" was het voller dan
ooit'. Niet alleen dat in het café geen
plaatsje meer te krijgen was, ook de
groote zaal en de champagnebar waren
afgestampt vol. Voor behoorlijk dansen
was dan ook geen plaats, het bleef bij
schuivelen, dat allengs overging tot groote
hos-partijen, welke schier geen eind na
men. Telkens en telkens laaide de feest
vreugde op en alle aanwezigen voelden
zich als één groote familie, die een uit
bundig feest aan het vieren was.
En toen in den loop van den avond het
8-Oct. bestuur ten tooneele verscheen,
kwamen aan de ovaties bijna geen eind.
De populaire voorzitter Mr. C. J. de Lange
ging op de schouders en toen ook de
burgemeester kwam deelnemen aan de
feestvreugde, werd ook hij luide toege
juicht.
De muziek speelde het „Lang-zal-hy-
leven" en onder oorverdoovend lawaai
volgde hierop een langdurig en. veelvou
dig hiep-hiep-hiep-hiera.
De directie had voor een passende ver
siering gezorgd en deze deed het uitste
kend. In het groote enthousiasme even
wel moest deze versiering het ontgelden
en als er dan weer eens een stuk decor
naar beneden kwam, kende de „vreugde"
hierover geen grenzen, i
De „Oogstwagen" uit den kinderoptocht van gistermorgen.
Het geheel droeg een uiterst spontaan
karakter en niemand zal dan dit vanda
lisme-in-zakformaat toekennen aan moed
willigheid. De decors zijn in het heetst
van den strijd gesneuveld en vonden een
roemvollen dood op het veld van eer.
Tenslotte willen wij nog even melding
maken van de beide uitstekende bands.
Het Biedermayer-orkest weerde zich dap
per en legde zich vooral toe op walsjes en
tango's.
De band van Siem Spruit in haar nieu
we formatie (piano, drumms, 2 sax en
trompet) voldeed uitstekend. De bezetting
is met zorg gekozen en de bandleden zijn
reeds heel goed op elkaar ingesteld. Het
reportoire is actueel en uitgebreid; het
rhythme is strak en volhoudend, terwijl
het volume dusdanig is, dat men graag op
deze band danst en in veel gevallen bij
de exclusieve nummers liever luistert
naar den zuiveren toon, de prettige
accoustiek en het vlot-vloeiend tempo
Siem Spruit kon een groot deel van het
succes voor zijn rekening nemen en zooals
bij elk bal, dat is bij het dansen een zeer
belangrijke factor. Zoo duurde ook hier de
feestvreugde tot ver na het middernach
telijk uur en zelfs toen het sein van stop
pen gegeven werd, voldeed men hieraan
slechts met zeer gemengde gevoelens.
Alom een feest, 8 October waardig.
HOE HET ONTZET VROEGER GEVIERD
WERD.
Wy hebben bij het verslag der receptie
van de 8 October-vereeniging doen uit
komen, dat er in 1906 een groep jongere
leden geweest is, die de ontzetvereeniging
nieuw leven hebben ingeblazen.
In verband daarmede verzocht de heer
Nachbar alhier twee stukjes over te nemen
uit onze courant van 9 October 1908, dus uit
het blad, dat precies dertig jaar geleden is
verschenen.
Wy treffen daarin allereerst een bericht
onder stadsnieuws van den volgenden
inhoud:
Ook al door het minder gunstige weer
was het gisteravond minder druk dan
het andere jaren wel eens geweest is.
Wel werden er voetzoekers en andere
knallende voorwerpen geworpen op het
Waagplein en de Steenenbrug en hier
en daar in de straten, doch van belang
was het niet. Op het Waagplein werd
door jongens nog een vuurtje ontstoken.
De politie bluschte dit echter toen zij
om tien uur vond, dat het voldoende
was.
De menigte ging daarop kalm uiteen.
In hetzelfde nummer dezer courant tref
fen wij het volgende ingezonden stukje
aan:
Mijnheer de Redacteur!
Beleefd verzoek ik U een plaatsje voor
't onderstaande in Uw veelgelezen
blad. Bij voorbaat mijn dank.
8 October!
Herinneringsdag aan zulk een groot
feit voor ons land en inzonderheid voor
onze stad. Daarom toch mag 8 October
niet of bijna onopgemerkt voorbijgaan.
Werd voor enkele jaren aan den avond
van den 8 Octoberdag een concert ge
geven op één der pleinen van onze
stad, de laatste jaren gebeurt ook dit
niet meer en gaat deze dag van zoo
groote beteekenis bijna onopgemerkt
voorbij. Verschillende feesten worden
er nu en dan in onze stad georganiseerd,
die toch niet meer reden van bestaan
hebben dan een 8 Octoberfeest en daar
die feesten zoo goed als altijd uitstekend
slagen, zou dan de mogelijkheid niet be
staan, dat Alkmaar op 8 October er
eens degelijk feest viert.
Er bestaan hier ter stede drie ontzet-
vereenigingen, die allen een onderlingen
feestavond houden, doch waarvan er
geene naar buiten optreedt. Zal er dus
op 8 October feest gevierd worden, dan
moet er een nieuwe vereeniging worden
opgericht en wel een vereeniging, die
zich alleen ten doel stelt het organisee-
ren van openbare feesten. Wanneer
zulk een vereeniging aan haar doel zal
beantwoorden, moet zij tegen een
matige contributie uit een groot aantal
leden bestaan. Schrijver dezes zal po
gingen doen om tot de oprichting van
zulk een vereeniging te komen en
hoopt, wanneer ze tot stand gebracht
mag zijn, op de toetreding van allen,
die iets gevoelen voor de viering van den
8 Octoberdag.
J. N.
Men ziet uit het bovenstaande wel hoe
hard noodig het was, dat er eens nieuw
leven in de brouwreij gebracht werd en met
hoeveel succes de actie der jongeren be
kroond is geworden, want reeds het volgen
de jaar droeg de feestviering een geheel
ander karakter.
WIE DE KRANS NAAR HET BEELD
DROEGEN.
Men verzocht ons nog te willen vermel
den, dat de meisjes in de rood-witte coe-
tuumpjes, welke de krans naar het beeld
droegen, adspiranten van de oudste turn-
vereeniging hier ter stede, namelijk van
„Kracht en Vlugheid" geweest zijn.
Een oude penteekening,
Wij schreven dezer dagen over een oude
penteekening dateerende uit 1773 en weer
gevende het vuurwerk dat in dat jaar op
8 October ter gelegenheid van den 200sten
gedenkdag werd afgestoken.
Deze plaat bevindt zich in het gemeente
museum. De heer J. C. Koel, Laat 147
alhier, toonde ons hedenmorgen een tweede,
ingelijst, exemplaar, dat eveneens keurig
bewaard is gebleven.
De stadsversiering.
Als aanvulling van ons gister opgenomen
verslag van de algemeene stadsversiering
verzoekt men ons nog te melden, dat de
Zocherstraat door de jeugd versierd was.
Wij verzuimden nog melding te maken
van de zeer mooie illuminatie van de Lamo-
raalsluis. Versiering met electrische lichtjes
boven water heeft altyd effect omdat het
een dubbel beeld geeft De gemeente, die
deze illuminatie had aangeboden, heeft
alleszins succes van haar werk gehad.
Radio-lezing en -zang.
In de pauze van het concert, dat in het
Concertgebouw in Amsterdam werd gege
ven, heeft onze stadgenoot, de heer Ell
Prins, voor de A.V.R.O. een rede gehouden
over Alkmaarsche dichters in het verleden.
Hy droeg daarbij op zeer verdienstelijke
wijze diverse fragmenten hunner gedichten
voor. De attentie voor Alkmaar dat zijn 8
Octoberfeest vierde werd besloten door
zang van het Vryz. Herv. zangkoor, dat het
Alkmaarsche Volkslied en Bede voor het
Vaderland zeer mooi heeft gezongen. Dit
was een onderdeel van het kerkconcert een
dezer dagen by een repetitie reeds op
gramofoonplaten opgenomen.
Een magistrale vertolking met een stra
lend slot viel de „Dorische Toccata" van
Bach ten deel, die als openingsnummer dien
de voor het 8 Octoberconcert in de Groote
Kerk. Het werd een indrukwekkende inlei
ding waarvoor den organist der kerk, den
heer P. Brommer, dank gezegd wordt.
Behalve het Vrijzinnig Hervormd Zang
koor, met jongenskoor, beide onder leiding
van Corn. Jonker, deden zich op dit concert
twee zangsolisten hooren: mej. Corry Byster,
sopraan, uit Haarlem en Michel Gobets, te
nor, uit Bergen.
't Is tamelijk wat jaren geleden, dat we
mej. Byster hier nog eens hebben gehad, 't
was meen ik nog in haar studietijd, maar 't
beloofde toen al goed te worden. Dat is gis
teravond ook uitgekomen. In twee geeste
lijke liederen van Bach, en in „Benedictus"
van Hasse maakte men kennis met een zan
geres in 't bezit van een frisch, mooi orgaan
en die hoogst eenvoudig maar natuurlijk
voordraagt.
Gobets is 'n zanger met een zeer omvang
rijke, volle tenorstem, die indruk wekte met
twee aria's uit Mendelssohn's oratorium
„Elias", en meer nog voldeed in het mach
tige lied van Schubert „Die Allmacht",
waarvan de orkestpartij was bewerkt door
mevr. Gobets-Weiss.
Het jongenskoor zong zeer mooi en f(jn
in een melodie uit 1665 (Loof nu den Heere,
O, mijne ziele) en in „Wiegenlied der Hir-
ten", in de bewerking van H. Reimann, en
het groote koor dat zich uitte in Alkmaar's
Volkslied van C. H. Coster (bewerkt door
Jonker), Bede voor het Vaderland, Ave Ve-
rum Corpus en Laudate Dominum, beide
van Mozart, ontwikkelde een zeer fraaien
klank. Mozart's nummers als ook het ge
noemde lied van Schubert werden door een
goed bezet orkest begeleid, dat uiterst be
schaafd speelde.
In het Laudate Dominum, door de ao-
praansoliste ingezet en hoe voortreffelijk
deed zy dat volgde later het koor; 't wist
de stemming door de soliste gewekt uitmun
tend te bewaren, alsmede het orkest in de
ingetogen begeleiding.
Het slotnummer werd gevormd door het
koor „Seht! er kommt" uit het oratorium
Judas Maccabaus van Handel, eerst de jon
gens, vervolgens het vrouwenkoor, daarna
liet volledige ensemble met orkest en vorm
de als zoodanig een keurig geheel.
Opvallend .was bet dat dit SPbSStt Unpeljjk