DAGBLAD VOOR ALKWAAR EN OMSTREKEN.
Schip van de K. P. M. bij
Java vergaan.
Grieksch s.s. voor
onze kust vergaan.
W^mmÊÊÊ^iÊÊm
Gevoel van Onrust in België plaats
gemaakt voor Veiligheid.
Vermoedelijk ongeveer 70 dooden.
Heer dan 150 personen gered.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS FER GEWONE ADVERTENTIES
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 247
Dinsdag 20 October 1936
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
138e Jaargang
Begin van opheldering der binnenlandsche
atmosfeer.
EEN NIEUWE WEG.
De 34 opvarenden
tijdig gered.
Hollandsche sleepbooten
verleenen assistentie.
•v f*wfl
GEKAPSEISD EN DIRECT
GEZONKEN.
ALKMAARSCHE COURANT.
wm
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
(Van onzen correspondent.)
Brussel, 18 October 1936.
De dag waarop koning Leopold III
zijn rede heeft gehouden in den mi
nisterraad, als inleiding by de bespre
king van de militaire ontwerpen, is
een plechtige, een historische dag. Is
de indruk groot geweest in het bui
tenland, toch zal men niet overdrijven
door te zeggen dat in het binnenland
een ware verademing is ontstaan. De
zwoele atmosfeer is opgehelderd. Het
onweer is van de lucht. Iedereen
spreekt er over. Iedereen is een beetje
gelukkiger. Men heeft als het ware
ontdekt dat er een hoogere macht
waakt over 's lands belang, een macht
die boven de verdeeldheid staat van
de partijen, die luistert, ziet en oor
deelt, en onafhankelijke beslissingen
weet te nemen, staande op den bodem
van de werkelijkheid, zonder harts
tocht. Men voelt het nut van een per
manent Staatsgezag, dat een rechte
lijn volgt, belichaamd in de dynastie.
Men beseft dat een dictator bepaald
onnoodig is. Men beseft ook dat de
wind uit de zeilen is genomen, voor
een groot gedeelte althans, van al de
genen die de gemoederen ophitsen,
door exploitatie van bestaande of niet
bestaande schandalen.
De binnenlandsche onrust in België is,
wij schreven het u reeds, niet uit het oog
te verliezen. Doch als men de oorzaken
nagaat beseft men dat zij in zekeren zin
kunstmatig wordt onderhouden en de
Hex-agitatie, in fascistischen geest, slechts
een gunstige atmosfeer vindt door den
onbestemden angst wegens de gevaren die
int het buitenland België kunnen bedrei
gen. De toestand in Frankrijk en Spanje,
de gebeurtenissen in Duitschland en voor-
a» het volksfront in Frankrijk en het
Fransch-Russisch verbond hebben een
sterk gevoel van vrees doen ontstaan voor
een nieuw gewapend conflict, waarin het
land onvermijdelijk zou betrokken wor
den, door zijn internationaal statuut. Men
dacht hierbij natuurlijk aan het Fransch-
Belgisch militair accoord. Plots is de
Franschdolheid van sommigen als rook
voor den wind verzwonden. Er moest iets
gebeuren om aan het onveilig gevoel een
einde te stellen. Wij hebben het u aange
toond verscheidene maanden geleden
Toen Van Zeeland zijn beruchte radio-rede
bield, heeft hij verklaard niet te begrijpen
het kwam dat in het land een gevoel
van angst, van ontevredenheid bleef heer-
schen, alhoewel de economische toestand
yeel was verbeterd, ja veel beter was dan
lo talrijke andere landen. Maar de verstan
dige Staatsman begreep wel wat er noodig
was en waarschijnlijk stond toen reeds
vast wat er nu is gebeurd. Het was echter
oiet mogelijk de zaken te bruskeeren. Men
"ooest den tijd laten werken en alhoewel
de rede van minister Spaak voorbei eidend
Was, mag men toch nog aannemen dat er
«en zeker gevoel van haast heeft bestaan
om een einde te stellen aan een toestand
die vol gevaren werd geacht. De invloed
van de buitenlandsche omstandigheden op
den gemoedstoestand van het volk moest
worden weggenomen. Men heeft niet meer
le doon met een economische of financieeie
onrust. Zij is nu zuiver politiek. De rede
van den koning, gesteund door al zijn
ministers, is een eerste stap om haar te
ovci w innen. Maar het is slechts een inzet
en er zijn allerlei symptomen die aantoo-
neo dat de regeering een werkelijke cam
pagne wil beginnen, om met de nieuwe
basis die uit de koninklijke rede volgt, de
Peerhüende factoren in het land te doen
verdwij' cn. Men moest eerst de omstan
digheden in lever roepen die gunstig zijn
voor deze campagne voor rust, vertrou
wen. optimisme. Deze omstandigheden
z(jn er nu. De Vlam ngen zien plots een
«root punt van hun pregrama verwezen
lijkt, want het dient onderstreept dat de
Uïn die in de koninklijke rede wordt aan
gegeven, deze is die door alle Vlamingen
in België werd geëischt voor de buiten
landsche politiek en het moet voor een
man als de heer J. Hoste, den Vlaamschen
Analist, die als minister van onderwijs
in de regeering zetelt, wel een groote
vreugde zijn te ervaren dat de politiek
wordt verwezenlijkt waarvoor hij steeds
heeft geijverd, al zij he dan voorzichtig
en langs wegen van geleidelijkheid, zonder
den oorlogskreet „Los van Frankrijk", die
door de radicale Vlamingen werd geslaakt.
In werkelijkheid is het nochtans deze leuze
die in het nieuwe statuut van België zijn
toepassing moet vinden. Wanneer men de
openbare meening beluistert dan beseft
men 't maar al te wel. Het volk redeneert
simplistisch maar met gezond verstand.
Het wil dat Frankrijk alleen de gevaren
op zich neemt van een alliantiepolitiek die
met de essentieele belangen van België
niets heeft te maken en het wil, wanneer
het er op aankomt uit een oorlog te blij
ven, Duitschland evenveel tot vriend heb
ben als Frankrijk. De nieuwe zelfstandig-
heidspolitiek acht men van aard om dit
voorstel mee te brengen en te oordeelen
naar den toon der Duitsche pers is dit
voordeel bereikt. Dat de koning niet ge
aarzeld heeft dit besluit te nemen is van
overwegend belang voor de beoordeeling
van de toestanden hier, op een oogenblik
dat alles samenspant om de grondwette
lijke instellingen van het land aan te val
len, te vernietigen, en een autoritair en
totalitair regime ervoor in de plaats te
stellen. Zij toont aan dat een vrUhe1?*"
regime nog vereerigbaar is met doelbe
wuste bewondvoering.
Niet alleen de Vlamingen zyn eensgezind
om de rede van den koning goed te keu
ren. Alleen de Waalsche „Gazette de Char
leroi" is uit zuivere Franschgezindheid op
hol geslagen. De Vlaamsche socialistische
pers is zeer bezadigd, rustiger dan „Le
Peuple dat wel erkent dat de konmg niet
uit zijn grondwettelijke rol is 8el^en'
naar er bijvoegt, dat Belgie zich met mag
gedragen als een internationaal embus-
qué. Het blad moet het wel akelig vinden
dat de koning de politiek van Spaalk be
krachtigt, die om deze politiek juut voor
de vierschaar van de partij is moeten ve
schijnen. De socialisten moeten het wei
jammer achten dat het niet meer mogelyk
is de Belgische belangen uitsluitend te
denken in een atmosfeer van internationa
le dienstbaarheid, welke vooral in de u
dige omstandigheden slechts een pai U-
karakter kan hebben. Het blad
vanzelfsprekend de Belgische volken-
bondspolitiek er by te pas, vergetende dat
de koning speciaal met nadruk Nederlan
heeft genoemd, en dat zulks beteeken
hij voor België geen neutraliteitspolitieK
beoogt, maar wel een zelfstandigheidspo
sitie van vrijwillige neutraliteit zooa s
Nederland. Hieruit volgt dat zoomin ais
Nederland in de toekomst Belgie aan zijn
Volkenbondsverplichtingen zal te kort
komen. Men begrijpt wel dat sommigen
slechts weerhouden worden aan hun critiek
en hevige aanvallen uiting te geven door
de personaliteit van den koning. Slechts
zijn grondwettelijke positie was bij macn-
te een dergelijke wijziging op te leggen.
Deze wrokkigen vergenoegen er zich mee
te wijzen op het verbeterde militair ap
paraat waarover België nu meteen zal be
schikken. België is een vredesfactor ge
worden, omdat het door zijn gewapende
zelfstandigheidspositie den oorlogsweg van
sommige naties verspert. Volgens 't pers
commentaar wordt het probleem van de
militaire afspraken met de legerstaven
niet gesteld. Daarover dient overigens nog
niet uitgeweid. Het socialistisch kamerlid
Hubin heeft een verzoek tot interpellatie
van de regeering ingediend en daar de
Kamer in specialen zittijd tegen het einde
van de maand is bijeen geroepen zal men
wel gauw weten welk het standpunt van
de regeering is. Men meent echter dat de
beteekenis van de afspraak met den
Franschen staf veel is verminderd en dat
zij moet worden gezien in het licht van de
overeenkomst met Engeland, na den on
dergang van het Locarnoverdrag.
In de meeste Belgische persorganen
wordt er ook op gewezen dat de koning
heeft gesproken over de „grondwettelijke"
partijen en over de regeering van de na
tionale eendracht. De zinspeling is duide
lijk en de koning wijst als het ware een
weg aan, met het oog op de agitatie van
„Rex". Waar er al een leider is, in den per
soon van den grondwettelijken vorst, kan
men begrijpen dat in de hofkringen niet
veel sympathie bestaat voor den Führer
Degrelle, al kan men een zekere sympathie
hebben voor het rexistische jonge, levens
krachtige dynamisme. Onmiddellijk na de
opheldering van ie atmosfeer heeft de
regeering den eersten stap gedaan. De
minister van buitenlandsche zaken, Spaak,
dien u reeds voldoende kent, heeft den
aanval tegen Rex ingezet en heeft in een
rede verklaard dat de regeering de leiding
nam van den strijd tegen Rex. Zijn toe
spraak was een meesterstuk van rede
naarskunst en logica. Hij heeft het roer
omgegooid. De Staat moet worden her
vormd, is zijn standpunt. Verdedigen wy
daarom niet zoo bepaald de huidige staats
instellingen, maar wel de grondwettelijke
vrijheden. Hij doorziet het spel van De
grelle, kent zijn zwakheden, weet dat nu
niet plechtig meer moet worden gere
geerd maar strijdend. Hij weet dat de
kracht van Degrelle juist hierin schuilt
van de democratische zwakheden gebruik
te maken om de democratie te bestrijden.
Hij wil de democratische instellingen te
rugbrengen tot hu» ware beteekenis, die
bestaat in controlt op de gezagspersonen,
die echter hun volle verantwoordelijkheid
hebben op te nemen. Spaak predikt de
autoritaire democratie aan en na zijn
strijdrede is men benieuwd om te weten
hoe nu bepaald de regeering den strijd
tegen Rex zal voeren. Er wordt nog een
radio-rede aangekondigd van Em. Van-
dervelde en er zullen dan nog wel rede
voeringen volgen. Maar dat zal tenslotte
niet volstaan. Spaak werd geestdriftig
toegejuicht toen hy voorstelde binnen zes
weken een reusachtige betooging te hou
den te Brussel van antirexisten. Dit geeft
wel een zekeren vfcrm aan de geruchten
over een centrumpartij waaronder alle
voorstanders van de grondwettelijke vrij
heden zich zouden kunnen scharen. De
heer Spaak heeft overigens aangetoond
dat de huidige regeering als een centrum
is, waar rondom allen zich moeten vereeni
gen die het goed meenen met het land.
De „centrum-party" zal dus wel slechts
een ideëele beteekenis hebben.
Een moeilijkheid voor de regeering is de
aanwezigheid in bkar schoot van Marcel
Henri Jaspar als minister van vervoer
wezen en wiens persoon door Degrelle
heftig wordt aangevallen. Men kan niet
bepaald zeggen dat de openbare meening
aan de zijde van den heer M. H. Jaspar
staat, al heeft hij tot dusver met vrij sterke
argumenten op Degrelle's aanvallen ge
antwoord. Doch de hevigheid van deze
aanvallen en de mogelijkheid van een
proces waarvan de uitkomst steeds wissel
vallig blijft, is niet van aard om het moreel
gezag van de regeering te versterken.
Daarom zijn degenen talrijk die meenen
drt de liberale volksvertegenwoordiger
voor Brussel beter zijn vrijheid zou her
nemen door ontslag, om zich in volle onaf
hankelijkheid tegen Degrelle te verdedi
gen, al kan dit een toegeving schijnen aan
de rexistische agitatie.
Men verwacht n er nog bewogen poli
tieke dagen.
Schip in zinkenden toestand.
Omstreeks kwart voor twaalf werd draad
loos bericht ontvangen, dat het Nederland-
sche s.s. „Beursplein" van de scheepvaart
maatschappij „Millingen" zich in de nabij
heid van de „Okeanis" bevindt.
Verder werd medegedeeld, dat het
Grieksche schip reeds twee sloepen had
uitgezet, hetgeen er op wijst, dat het
schip in zinkenden toestand verkeert.
Onmiddellijk gevaar voor de bemanning
schijnt er niet te zijn, aangezien kan
worden aangenomen, dat de „Beurs
plein" de opvarenden aan boord zal
kunnen nemen.
De „Okeanis" is inmiddels een heel eind
in Z. O. richting naar den wal gedreven.
Het bevond zich om twaalf uur precies ten
westen van IJmuiden, ongeveer 20 mijl uit
den wal.
Aan de „Neeltje Jacoba" is opdracht ge
geven, dat zy in verband hiermede van
koers moet veranderen.
Opvarenden opgepikt.
Nader wordt gemeld, dat de bemanning
van het Grieksche schip, bestaande uit 34
koppen, te omstreeks half elf aan boord is
genomen door de „Beursplein", welke op
weg is naar Rotterdam. Korten tijd later
echter hebben de geredde opvarenden van
de „Okeanis" het Nederlandsche schip weer
verlaten en zijn zy overgegaan naar het
Grieksche schip „Belgion", dat eveneens in
de buurt was.
De „Okeanis" had in Rotterdam kolen ge
laden en was vandaar vertrokken met be
stemming naar de Middellandsche Zee.
In 1910 gebouwd.
Wij vernemen nog, dat de „Okeanis",
welke heden op de Noordzee is vergaan, op
8 October te Stettin was gearriveerd, ko
mende van Rouen, vanwaar het schip op 3
October was vertrokken.
De „Okeanis" behoorde toe aan de Griek
sche reedersfirma G. N. Louloudis te Parijs
en was in 1910 gebouwd.
De „Belgion" is een schip van de reederij
Gallimanopulos te Pyraeus en kwam van
Hamburg.
De schade is groot.
Omtrent de redding van de opvarenden
van de „Okeanis" meldt een nader bericht,
dat de bemanning niet door de „Beursplein"
aan boord is genomen.
De „Okeanis" had een groot gat ter hoogte
van de vuurplaat, zoodat het zeer waar
schijnlijk is, dat hierdoor de vuren zijn
gedoofd en het schip als gevolg hiervan on
bestuurbaar werd. Vanmiddag om half één
was het schip nog niet gezonken. Het dreef
door den Noorden wind en de eb zeer snel
in Zuidelijke richting en bevond zich op ge
noemd tijdstip op twintig myl ten Zuiden
van IJmuiden.
De sleepbooten „Witte Zee" en „Utrecht"
ondernemen als het ware een wedloop om
het eerst bij het schip te zijn. Het is niet
uitgesloten, dat men erin slaagt het schip
binnen te brengen.
De „Neeltje Jacoba" is inmiddels naar
IJmuiden teruggekeerd.
Hedenochtend omstreeks tien uur
werden te IJmuiden noodseinen opge
vangen van het Grieksche s.s. „Okeanis"
groot 3400 ton, dat zich op 36 mijlen
W. N. W. van IJmuiden bevond.
De juiste positie van het schip was
3 gr. 41 min. O. L. en 52 gr. 3 min N.B.
Het schip heeft ernstige lekkage opge-
loopen.
De sleepbooten Utrecht van de firma
Wijsmuller te Den Helder en Witte Zee
van L. Smit en Co., te Hoek van Hol
land spoedden zich naar het in gevaar
verkeerende schip. Ook de motorred-
dingboot „Neeltje Jacoba" van de Noord
en Zuidhollandsche Reddingsmaatschap-
pjj wordt gereed gemaakt om uit te
varen.
Nadere bijzonderheden.
Na de eerste S. O. S.-seinen heeft de
„Okeanis" om sleep- en reddingboothulp
verzocht. Hoewel de storm in kracht is afge
nomen, is de zee nog zeer ruw. Tusschen de
buien door is het echter helder zicht. Ver-
wacht wordt, dat de sleepbooten eerst na
2 1/2 uur varen het schip zullen bereiken,
terwijl de reddingboot waarschijnlijk vier
uur zal noodig hebben om by het schip te
komen. Indien de „Okeanis" evenwel de te
hulp snellende vaartuigen tegemoet mocht
varen, dan zal er natuurlijk minder tijd mee
heen gaan. De „Neeltje Jacoba" welke om
10.36 is vertrokken, en de beide sleepbooten
staan in vooitduiende radio-telefonische
verbinding met de kust.
ga* 'lawawti m*mm> v 1
Het stoomschroefschip „van der
Wijck" van de Koninklijke Paket-
vaart-Maatschappy, dat op weg was
van Soerabaja naar Semarang, is ge
kapseisd.
Aan boord bevonden zich ongeveer
250 menschen, passagiers en beman
ning samengeteld. Van deze zijn er
zeer velen verongelukt, in totaal on
geveer 80 personen.
De „van der Wijck", die in 1921 ge
bouwd werd en steeds dienst deed voor
de K. P. M„ was 21 September j.1. in het
dok te Tandjong Priok opgenomen voor
een algeheele schoonmaak en voor de ge
wone infectie. Een week geleden, Maan
dag 12 October, werd het schip weer in de
vaart genomen en Dinsdag j.1. vertrok de
boot naar Makassar, nadat het schip door
den havenmeester op reddingsmateriaal
was geïnspecteerd en nadat een nieuw
passagierscertificaat was uitgereikt.
Gisteravond vertrok de „van der Wijck"
uit Soerabaja naar Semarang voor den
gewonen sneldienst. Gezagvoerder was de
heer B. C. Akkerman, die tot de vier oud
ste gezagvoerders bij de K. P. M. behoort.
De bemanning bestond uit den gezagvoer
der, elf officieren, een marconist, een
hofmeester, vijf klerken en 80 man in-
landsch personeel. Verder bevonden zich
aan boord 22 volwassen Europeesche pas
sagiers met 5 kinderen, alsmede ongeveer
100 inlandsche dek-passagiers.
Binnen enkele minuten gezonken.
Eenige uren na het vertrek kreeg de
„van der Wijck" tijdens gunstig weer
plotseling zware slagzij, waardoor het
schip binnen enkele minuten zonk, nadat
de marconist nog juist kans had gezien,
om het „s.o.s.-zware helling" uit te zen
den.
Dit s.o.s.-sein werd om 2 uur van
nacht door den commandant van de
marine te Soerabaja ontvangen.
De marine nam onmiddellijk maatrege
len. Men berekende, dat het schip, dat on;
9 uur uit Soerabaja naar Semarang was
vertroken, ter hoogte van Tandjong Oed-
jong Banka moest zijn, toen het noodsein
werd uitgezonden. Daarom kregen een
mijnenlegger en de Dornier-marinevlieg-
booten opdracht in deze omgeving te zoe
ken, terwijl tegen den morgen nog andere
mynenleggers derwaarts werden gezon
den.
De vliegbooten vonden vanmorgen de
plaats van de ramp. Het bleek, dat het
schip op 15 myl ten Noorden van Tand
jong Pakis was vergaan.
154 geredden.
Hoe nuttig het was, de vliegbooten
uit te zenden, bleek wel uit een tele
gram, dat ons hedenmorgen bereikte.
Zy toch wisten 43 personen aan boord
te nemen en in Soerabaja aan land te
zetten. Verder bleek, dat met vis-
schersbooten acht Europeanen en 31
inlanders bij Broemboerg (nabij Se
marang) gered waren, terwijl 22