Chlorodont Indië en de zwevende gulden. De vestigingseischen voor den middenstand. Een duurder levensonderhoud kan slechts tot ontwrichting voeren. Wat zal de toekomst brengen? Binnenland Geen inschakeling van het behoefte-element. niet duurder. Voor 1.101.30, soms 1.40 worden de meeste partijen van de hand gedaan. Bloemkool is deze week weer goedkooper geworden. Begonnen werd met prijzen van 8 en 9 per 100 stuks voor de allerbesten. Dit werd tenslotte 56. De goede eerste soort noteerde vanaf 3.50. Dit was dan Le- cerf. Reuzen bloemkool noteerde hoofd zakelijk pl.m. 5 per 100, doch de laatste noteering was deze week hoogstens 4. Voor de tweede soort zijn de prijzen van pl.m. 3 gedaald tot den minimumprijs van 1.50. Er werd deze week nog duizend K.G. to maten aangevoerd. De prijzen waren een weinig lager. A. noteerde 9, B 10, C f 6 en CC 4. Druiven, Alicante, noteerden van 1723 en Frankenthalers van 2225. Snijboonen bleven vrijwel op dezelfde prijs staan als de vorige week. Voor heele mooie peen betaalde men deze week tot 1.201.30, doch de meeste konden niet meer maken dan f 0.800.90. De meest- gevraagde sorteering bieten bracht van f 1.401.80 op. De groote maakten vanaf 0.50. Andijvie kan nog niet bogen op een ver beterde markt. De partijen welke worden verkocht, noteerden voortdurend 0.50. Een enkele maal 0.60. Groene kool verkocht men in het begin voor 1.502.80. Later was het wat min der en noteerden wij als hoogste markt 2. (Van onzen Indischen medewerker). Batavia, 6 Oct. 1936. Terwijl dit geschreven wordt, is ons nog niet bekend, welke maatregelen de regee ring zal nemen om nadeelige gevolgen van de zwevende valuta zooveel mogelijk op te vangen. Aan vele zijden worden om vele voorzieningen gevraagd, indien het geen aandringen is en daar de invloed van een zwevenden gulden hier te lande veel sterker zal worden gevoeld dan in het moederland, stelt elk oogenblik wachten de regeering voor nieuwe problemen. Voor den Raad van Indië en de departementen van financiën en economische zaken stapelen de vraagstuk ken zich in versnelde mate op en indien niet binnen zeer korten tijd enkele princi- pieele besluiten worden geslagen, dreigt een verwarring, welker gevolgen van niet te overziene strekking zullen zijn. De nieuwe Gouverneur-Generaal is op het moment wel de meest beklagenswaardige man van geheel Indië. Nog volkomen onbe kend met een land, waarvan hij toestand en sfeer alleen uit boeken en stukken ge leerd kan hebben, staat hij ineens voor be slissingen, welke van intensief belang zul len zijn, maar waarvan hij, door gebrek aan ondervinding in dit land, slechts met een uiterst geringe kans op zekerheid kan na gaan, tot welke consequenties zü zullen lei den. „Een toestand moet aangevoeld wor den", is een uitdrukking, welke vaak be storven ligt in de monden van hen, die geen enkele verantwoordelijkheid wenschen te nemen, maar mag het redelijk genoemd worden iemand dergelijke eischen van in tuïtie te stellen, zoolang hij de mentaliteit van dit land nog niet in zich opgenomen heeft? Er zijn natuurlijk raadslieden voor den G.-G. en gelukkig zeer bekwame ook. maar is het te verwonderen, dat ook onder hen wel eens verschil van meening bestaat nu het geldt het toekomstige belang van dit land te bevorderen, terwijl niemand iets van die toekomst weet? Daarbij kan een hier genomen maatregel een afwijking in houden van een beginsel, dat de regeering in Nederland zich reeds gesteld heeft. Dat in deze dagen de opperste leiding mogelijk aan kracht en beslistheid wat te wenschen overlaat, mag, hoe ongewenscht het op zich zelf ook is, niet tot kritiek leiden, wil men iemand geen eischen stellen, welke ver bo ven het menschelijke uitgaan. Is naar buiten het bericht van den zwe venden gulden in betrekkelijke kalmte ver nomen, de praktijk staat met den dag voor vraagstukken, welke diep ingrijpen in het economische en het zakenleven. Om een klein voorbeeld te noemen. De regeering heeft dadelijk bekend gemaakt, dat geen prijs met meer dan 5 pCt. mocht worden op geslagen wat verkoop asm het binnenland betreft. Dit lijkt verstandig en redelijk maar nu een gevolg. Tengevolge van de verminderde waarde van den gulden is de copraprjjs voor het buitenland sterk opge- loopen. Klapperolie wordt van copra ge maakt en aangezien het voordeelig werd om copra voor export te verkoopen, steeg de prijs van de klapperolie, zij het ook in min dere mate dan die der copra, maar toch nog ver boven de 5 pCt. Toen nu het besluit van de 5 pCt. afkwam, werd de klapperolie na tuurlijk vastgehouden en ziedaar een deel der inlandsche bevolking, t.w. zij, die deze olie niet zelf bereiden, op kosten gejaagd bij het betrekken van een artikel, hetwelk het noodige vet in het voedsel moet bren gen. Nu lijkt het zeer gemakkelijk te zeg gen, dat er dan maar iets van een olie centrale moet worden opgericht of een der gelijke inrichting, welke handen vol geld kost, maar elke maatregel in deze richting vraagt controle en wie moet die uitoefenen? Er zijn honderden eilanden, waar geen enkele overheidspersoon aanwezig is en waar zij wel te vinden zijn, is hun aantal, zelfs in de dichtst bewoonde streken van het land, nog zoo gering, dat van een prijzen- contröle in den kleinhandel met den besten wü van de wereld geen sprake kan zijn. In de groote plaatsen zou er mogelijk iets doorgevoerd kunnen worden, dat dien naam zou verdienen, hoewel de uitvoering zeer zware moeUijkheden met zich zou brengen daar het inlandsche gedeelte van het koo- pende publiek veel te graag geloof hecht aan hetgeen een verkooper zal gelieven te vertellen, zoodat de overheid niet op de hoogte wordt gebracht van de overtreding. Daarbij zal zeer velen inlanders de moed ontbreken om bij het bestuur te gaan kla gen, zelfs niet bij het inlandsche. Hij vreest daarvan soesah te krijgen en dat is wel het laatste wat de op zijn gemak gestelde be woner van deze gewesten zich zelf toe- wenscht. Dan maar liever een paar centen meer betalen. Waar de controle in Europeesche handen is, ligt de zaak anders. Te Batavia hebben r°eds enkele groote Chineesche importzaken vai. manufacturen een waarschuwing ge kregen, omdat zü meer dan 5 pCt. hooger gevraagd hadden. Het proces verloopt als volgt: Een prijzencontroleur ontdekt, dat men te veel heeft laten betalen. Hij belt den assistent-resident op en binnen een half uur arriveert een inspecteur van politie met enkele agenten per motor. Nagegaan wordt of een overtreding in geschied en de verkooper moet stante pede het te veei geïnde teruggeven aan den kooper. De ver kooper krijgt de waarschuwing, dat na nog één overtreding zijn toko gesloten en verzegeld zal worden. Verder blijft den ge heelen dag een agent voor de toko staan om klanten te waarschuwen. Nu moet iemand een Chineesche handelswijk kennen om te begrijpen wat een dergelijk voorval een indruk maakt De radio kan het gebeur de niet sneller verspreiden dan de kabar angin (nieuws dat met den wind meegaat) hier te lande. Het weten dat het der regee ring ernst is, stemt alle handelaren plotse ling uiterst gedwee. De Chinees, die in overtreding was, begon zoodra de politie binnenkwam, vergiffenis te vragen en de vaart waarmede hij het te veel geïnde te rugbetaalde, was teekenend voor zijn blijd schap, dat hij er zoo goedkoop afkwam. Maar, zooals reeds gezegd, buiten de groote plaatsen is doorgevoerde contróle uiterst moeilijk en weldra zal de 5 pCt. te gering blijken. Want waar import-goederen min stens zooveel duurder zullen worden, als de gulden op het oogenblik in waarde is ge daald, zou, bij handhaven van de 5 pCt bin nenkort de toesta d ontstaan, dat een im porteur weigert te verkoopen en zeer te recht, indien het hem onmogelijk wordt ge maakt, zelfs zijp inkoopprijs te bedingen. Het leven zal hier ongetwijfeld duurder worden. Brood en kleeren gaan de lucht in, hoewel voor den inlander de stijging van de stof voor zijn baadjes mogelijk minder zal zijn dan de daling van de guldenswaarde. Er is altijd veel gesproken van de lage prij zen, waarmede de Japansche importeur ge noegen nam en nu de gulden omlaag is en dus de Japansche goederen in prijs zullen stijgen, schijnt een kans te ontstaan voor het Hollandsche product, dat wegens zijn duurderen prijs de markt zoo goed als ver loren had. De vraag is echter, vreemd ge noeg, niet gesteld of Japan reeds aan zijn laagsten prijs toe was. Dit wordt in veei kringen aangenomen, maar de juistheid van deze meening mag op goede gronden betwij feld worden. De groote Japansche textiel fabrieken maken nog winsten van 12 tot 25 pCt., zoodat een verlaging van den verkoop prijs nog niet dadelijk een faillissement zal meebrengen. Daarbij wordt de samenwer king tusschen de verschillende takken van handel in Japan tusschen fabricage, export en import steeds nauwer. Zoo is reeds een uitvoerrecht op kunstzijde geheven, ten einde een fonds te vormen, waaruit impor teurs een suppletie zullen ontvangen, nu zij, als gevolg van den handelsoorlog met Aus tralië, hun wol uit Argentinië en Zuid- Afrika moeten betrekken, die, alleen reeds tengevolge van den grooteren afstand, hoo ger genoteerd staat dan het Australische product. Een subsidieeren van den katoen tjes-export naar Ned-Indië, dat voor Japan de tweede markt van afzet is, lijkt daarom in het geheel niet vreemd, indien de fabri kanten den schok zopder hulp niet kunnen lijden. Maar dat zij nog heel wat kunnen lijden, staat vast. Het is uiterst moeilijk den juis- ten prijs van een in Japan gefabriceerd arti kel te weten te komen. Handel, industrie, regeering en scheepvaart werken soms zoo nauw samen, dat de in balansen en statis tieken gepubliceerde cijfers wel niet onjuist zijn, maar toch een volkomen onzuiver beeld geven van den werkelijken toestand, die in veel gevallen gunstiger is dan hij lijkt. Maar te groote winsten doen bij afne mers de neiging ontstaan tot minder beta len, dus wordt veel weggewerkt. Teneinde een overzicht te krijgen van de winsten in de textielindustrie, heeft onlangs 't bekende Duitsche weekblad Wirtschafts- dienst de winsten van de textielfabrieken in de verschillende landen uitgedrukt in loon- uren van de arbeiders. De tijd, welke ver loopt tusschen het begin van de fabricage en het einde, toont in de landen, welke een modern geoutilleerde industrie bezitten, niet veel onderscheid. De gemiddelde loonen waren bekend, de kostprijzen van de grondstoffen en algemeene kosten eveneens. Door nu dit alles om te rekenen in loon- uren en de groothandelverkoopprijzen een gelijke bewerking te doen ondergaan, kwam het blad tot een winst voor elk land, uitge drukt in uurloonen van het land. Toen bleek, dat de winst in de textielindustrie in Japan ongeveer 10 maal zoo groot was dan van de fabrieken in Engeland en Italië. Het is dus zeker niet onmogelijk, dat Ja pan om zijn concurrenten uit de markt te houden, zijn prijzen niet onaanzienlijk ver laagt en de regeering kan dan met een ver- andere wijze van contingenteering den Hollandschen import niet nog meer steunen, omdat het Hollandsche fabrikaat duurder is dan het Japansche, en bij een dalende waar de van het ruilmiddel geen directe dwang op de bevolking kan worden uitgeoefend om zich van het Japansche product af te wenden. En Japan zal in veel gevallen niet eens veel omlaag moeten. Indien de gulden 25 pCt. omlaag, de Japansche import met een gelijk bedrag omhoog gaat, en het verschil tusschen Japan en Holland b.v. 20 pet. be draagt, behoeft Japan slechts 10 pet. van zijn prijs te laten vallen, om boven Holland in de markt te blijven. Wat de toekomst ons brengen zal, hangt nog in dikke nevelen, dikker dan in Europa. De toekomst voor Indië, dat eerst een aan passing heeft doorgemaakt en thans voor een devaluatie van den gulden staat, lijkt niet bepaald rooskleurig. De aanpassing heeft honderdduizenden aan de grens van hun bestaansmogelijkheid gebracht, indien zij niet nog lager zijn gedaald en een stijging van den index van levensonderhoud kan niet anders dar tot ontwrichtingen voeren. „Indië is paraat gebleven, zij het dan ook zwaar verarmd", zoo luidt een bekende leus van schrijvers en politici. Deze leus bevat een groote kern van waarheid, maar indien op die paraatheid nog een wissel getrokken wordt, welke alleen te honoreeren is door een aanhalen van den toch reeds zeer strak gespannen buikriem, dan ontstaat een tekort aan economischen weerstand, dat het kleine vleugje opleving, hetwelk hier en daar te constateeren viel, onmiddellijk teniet zal doen. Overheids-ingrijpen en overheidssteun is in dit zoo groote land slechts tot zeer be paalde grenzen mogelijk. Zoodra de onder regelmatige administratie staande samen leving ophoudt en het pastorale begint, moeten verschuivingen hun loop worden gelaten. Daarbij telt Indië meer volken dan het geweldige rijk van de Sowjet-republiek en zooveel volken, zooveel zinnen en ge il moe» er een» op letten, hoeveel menichen de mondverzorging nog veronachtzamen. Dan zult U zien, hoe aangenaam een frlssche mond met mooie witte tanden opvalt. Het kan Uw mond zijn. Gebruik Chlorodontl De prijzen zijn nu verlaagd: 25 ct. per tube, groote tube 45 ct. woonten, die, van eeuwenher gegroeid, niet op slag te veranderen zijn. De reactie van een maatregel kan daarom in de verschilende deelen van het land, dat zich uitstrekt over een afstand, gelijk aan dien van IJsland tot Perzië, totaal verschil lend effect sorteeren. Wij gaan dan ook on getwijfeld maanden van verwringen en onzekerheden tegemoet en de regeering zal hier moeten toestaan, wat zij elders gewei gerd heeft. De taak van het toch reeds zoo ingekrompen Binnenlandsch Bestuur wordt er niet lichter op en veel zal van het inzicht van de in betrekkelijk afgelegen streken wonende residenten gevergd worden bij het moeten voorkomen van ongewenschte toe standen, welke dreigen te ontstaan als regeeringsmaatregelen een andere uitwer king gaan hebban dan bij de uitvaardiging verwacht werd. We meenden hier op den top van 'n berg te zijn aangeland, waar 't ons vergund leek even adem te scheppen en rondom ons te zien, maar nu blijkt, dat wij ons slechts op een platteau bevinden, zoodat wij opnieuw moeten gaan stijgen en wel naar een top, die nog in de wolken boven ons verborgen is. Moed houden is het eenige wat wij doen kunnen. Memorie van antwoord. Aan de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer in zake het wetsontwerp houdende regeling betreffende het vestigen van inrichtingen, waarin eenige tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid zal worden uitgeoefend, wordt het volgende ontleend: Het is bepaaldelijk het verschijnsel der overbezetting, in het voorloopige verslag te recht gekenschetst het groote euvel, dat den middenstand bedreigt, dat een handelend op treden van den wetgever vereischt. In hoe verre overbezetting tot prijsverhooging kan leiden, is een bijkomstige vraag en in zoo verre slechts van secundaire beteeken is. De mogelijkheid van zoodanige prijsverhooging is in de memorie van toelichting dan ook slechts terloops en met een enkel woord aan gestipt. De minister is van oordeel, dat de beperkte opzet van het'ontwerp toelaat voor het oogenblik het huidige economische be leid in algemeenen zin buiten beschouwing te laten. Hij meent zich dus te mogen beper ken tot het vraagstuk van de overbezetting op zichzelf. Dat de verwachtingen inzake de beoogde regeling eenigszins getemperd worden door haar beperkten opzet is begrijpelijk. Indien de minister dieper ingrijpen niet raadzaam achtte, was dit omdat de bonte verscheiden heid, die dezen sector van het economische leven kenmerkt, van den wetgever bedacht zaamheid en zelfbeperking vordert. Immers loopen niet slechts in verschillende takken van detailhandel, ambacht en kleine nijver heid de toestanden sterk uiteen, maar zelfs vertoont eenzelfde tak in verschillende ge meenten vaak nog weer een eigen aspect. Daarenboven mag een regeling ter zake niet zoo stringent zijn, dat personen, die op dit gebied een plaats hopen te verwerven op den duur allerwegen de deur gesloten vinden. Het is om deze reden, dat de nood zakelijkheid van een soepelen, zich ten nauwste aan de practjjk aanpassend en op zet zich bij herhaalde overweging al sterker opdrong. Deze opzet strookt met den princi- pieelen toeleg van het ontwerp, dat, de vrij heid van bedrijf handhavende, slechts wering van ongewenschte elementen en verheffing van het vak ten doel heeft. Het behoefte-element Tegen de inschakeling van het z.g. behoef te-element heeft de minister in dezen ge- dachtengang niet te overkomen bezwaren. Het buiten beschouwing laten van het behoefte-element behoeft overigens te min der bezwaar te ontmoeten, in zooverre met de in het ontwerp vervatte regeling op den duur op minder gekunstelde wijze dezelfde resultaten bereikt worden: de stroom van niet levenskrachtige elementen wordt er wel dagelijk door afgedamd. In het winkelbedrijf b.v. is, zooals terecht opgemerkt werd, het „sterftecijfer" inderdaad zoo hoog, dat be trekkelijk spoedig na het in werking treden der wet de thans gevestigde ondernemers, wier zaak geen levensvatbaarheid bez-.t, vanzelf geëlimineerd zullen blijken. De vestigingseischen voor de nijver heid. Wat betreft de nog in voorbereiding zijn de wettelijke regeling inzake vestigings eischen voor de nijverheid, moge voor het oogenblik worden volstaan met de opmer king, dat deze van geheele andere criteria uitgaat, met name dat aan den toeleg tot verheffing van het vak, die aan het onder havige ontwerp in de eerste plaats ten grondslag ligt, met betrekking tot de nij verheid geen behoefte bestaat. Eenige bevoegdheden der gemeentebestu ren, hierop neerkomende, dat deze aanvul lende vestigingseischen zouden kunnen stel len, is, waar de wetgever zich voorbehield, zelf van gemeente tot gemeente regelend op te treden, ten eenenmale uitgesloten. Het z.g. behoefte-element tot het onder werp van plaatselijke verordeningen te ma ken ware eveneens ontoelaatbaar. Het is duidelijk, dat zulks niet in het systeem van bet ontwgrp past. Het kappersbedrijf rekent de minister tot het ambacht, feitenmateriaal, waaruit kan blijken, dat het zich voor een regeling op grondslag van dit ontwerp minder zou lee- nen, staa* hem niet ten dienste. In'egenceel he»' hij den indiuk. dat juist voor dez» branche veel waarde aan den eisch van vak bekwaamheid moet worden gehecht. Het als overwoekering van het kleinbe drijf door het grootbedrijf aangeduide ver schijnsel is niet het onderwerp der onder havige regeling. De tegenstelling tusschen middenstandsbedrijf en massabedrijf, zooair die zich in sommige branches van den detail handel voordoet, is aan deze materie ten eenenmale vreemd en behoort dat ook te blijven. De vrees, dat het stellen van vestigings eischen op een belemmering van het ge zonde filiaalbedrijf zal neerkomen, is dan cok niet gewettigd. Ten aanzien van handelskennis en vakbe kwaamheid zullen geen andere dan mini mum-eisch en in aanmerking komen. In dit licht bezien acht de minister geen termen aanwezig om b.v. tusschen zelfstandige win keliers en filiaalchefs verschil te maken. Het standpunt der leden, die niet slechts eischen ter zake van credietwaardigheid, vakbekwaamheid en handelskennis zouden willen stellen, doch ook inrichting der be drijven en kwaliteit der producten in geding zouden willen brengen, kan de minister niet deelen. Het is de bedoeling, uitsluitend hetgeen uit het bedrijfsleven zelf opkomt te steunen en te bekrachtigen. Hierin ligt opgesloten, dat het stellen van vestigingseischen alleen dan zal geschieden, indien de betrokken branche daarvoor volkomen rijp mag heeten en belanghebbenden mitsdien in staat zijn, zelf in concreto aan te geven, welke eischen huns inziens gesteld moeten worden. Wat handelskennis en vakbekwaamheid betreft, dat hij deze in voldoende mate be zit, zal de persoon, die zich wil vestigen, als regel aannemelijk kunnen maken door over legging van een diploma, uitgereikt op grond van een met goed gevolg afgelegd examen Vakexamens. Voor een aantal bedrijven bestaan thans reeds dergelijke diploma's. In dit verband valt o.a. te wijzen op de werkzaamheid van de Vereeniging tot veredeling van het am bacht, alsook, wat den detailhandel betreft, op de vakexamens voor het kruideniers be drijf, voor drogisten, enz. In overleg met zijn ambtgenoot van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft de minister in deze richting reeds voorbereidend werk gedaan. Daarbij wordt op zoodanige inrichting der vak-examens aangestuurd, dat deze alle waarborgen zullen bieden, die redelijk kun nen worden verlangd. Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dal het geenszins in de bedoeling ligt, de Kamers van koophandel op groote schaal met afne ming van examens te belasten. Worden voor eenige branches vestigings eischen gesteld, dan zullen deze hen, die op dat tijdstip reeds in het bedrijf zijn, in ieder geval ongemoeid laten. Van venters en marktkooplieden is, naar het den minister voorkomt, een verzoek, als bedoeld in art. 4 van het ontwerp, niet spoedig te verwachten. De typische functie van deze groep maakt het trouwens ondoen lijk, haar in den onderhavigen opzet te be trekken. Intusschen heeft het venters- en markt wezen sedert eenigen tijd de bijzondere aan dacht van den minister. Tot welke resul taten de desbetreffende overwegingen op den duur zullen leiden, valt thans nog niet te zeggen. Met de organisaties van de be langhebbenden is nog overleg gaande. Dat de overheid met betrekking tot de in het ontwerp te regelen materie ook dan een taak zou hebben, indien ieder initiatief van de zijde der betrokken ondernemers zelf uit blijft, is een gedachte, die niet ligt in de lijn van het ontwerp, dat principieel streeft naar een regeling, die aan de overheid geen an dere taak toekent dan het bevorder^TT^ nen en bekrachtigen van wat uit hè't drüfsleven zelf is opgekomen. Overt. acht de minister alleen reeds om rl* van financieelen aard zeker onder de f*" woordige omstandigheden een zoo breiden opzet niet voor verwezenlijking,'g?" baar. 8 Val- Inschakeling van bedrijfsrade^ In zooverre zulks mogelijk zal zijn k 7 minister gaarne bereid, de bedrijfsraden 7 te schakelen. n vast, dat voor het verstrekken der gings-vergunningen deze organen, wier w trouwens bepaaldelijk op sociaal terrein ligt, niet in aanmerking komen. Daartoe i het apparaat noodig, dat alleen b(j de mers van koophandel aanstonds beschjv" baar is. Dat inzake de te stellen nhnimum-eischen de middenstands-raad zal worden gchopi? sluit allerminst uit, dat ook andere instan. ties gelegenheid zullen verkrijgen, haar ad vies kenbaar te maken. De minister is gaarne bereid, diverse groepeeringen van belang hebbenden te hooren. Aan de artikelen wordt nog het volgende ontleend: Zou de verkoop van koffie en thee als tak van detailhandel worden aangemerkt en zouden daarvoor vestigingseischen worden gesteld, dan zal hij, die naast andere waren ook deze beide artikelen wil verkoopen daartoe alleen vergunnig behoeven, voor zoover genoemde twee artikelen betreft Daar op het platte land, in eenzelfde win kel veelal een groote verscheidenheid van artikelen verkrijgbaar is, zonder dat wel licht aanleiding bestaat tot het stellen van vestigingseischen. laat de ontworpen rege ling de mogelijkheid open, deze gemeenten zoo noodig uit te zonderen. GEVAARLIJKE KNOEIERS. Vleesch met een luchtje. Na Ouderkerk en Nieuwerkerk nu weer een Roermondsch geval. In verband met het feit, dat aan het stadion Maasbracht eenige malen zendin gen van vleesch met een luchtje waren aangekomen en vandaar werden vervoerd naar de worstfabriek van een Roermond- schen slager, was de Roermond*!* Vleeschkeuringsdienst op zijn qui-vive. Aan genoemd station arriveerde Vrijdag weer een zending vleesch, die eveneens et sterke lucht verspreidde. Alhoewel deze zending was geadresseerd aan een caféhouder in de buurt van het station, verscheen spoedig iemand, die bleek te handelen in opdracht van een Roermondschen slager om de zending per auto verder te vervoeren. Nauwelijks werden hiertoe aanstalten gemaakt of er werd ingegrepen. Keu ringsstempels bleek het vleesch niet te be vatten en na naar het abattoir te Roer- te zijn vervoerd, werd het voor de con sumptie afgekeurd. Wordt het in het belang "van de consu menten en mede in dat van den goeden naam van den bona-fide-handel, niet hoog tijd dat met de meest krasse maat regelen tegen deze gevaarlijke vleesch- knoeiers wordt opgetreden? Het is toch waarachtig geen kleinigheid willens en wetens door den verkoop van ondeugdelijk vleesch, dat reeds in een stadium van verrotting verkeert, in den vorm van worst en ham, geheele gezinnen aan het grootste levensgevaar bloot stellen. te DE STORM BELEMMERT DE SCHEEPVAART. De „Oldenbarnevelt" heeft vertraging. De storm, welke gisteravond met ver nieuwde kracht uit het Noord-Westen kwam opzetten, heeft het scheepvaart verkeer wederom ernstigen hinder ver oorzaakt. Het beloodsen van schepen voor den Nieuwen Waterweg en het Noordzee kanaal werd wederom onmogelijk. RJ IJmuiden viel na half negen geen enke schip meer binnen en voor Hoek van Hol land moest om tien minuten voor negen de Westelijke loodspost zijn dienst staken, terwijl de Oostelijke post zich later 1)1 den avond hiertoe eveneens gedwongen zag. De „Johan van Oldenbarnevelt" van de Stoomvaart Mij „Nederland", welke he denochtend in IJmuiden werd verwacht, seinde gisteravond, dat de aankomst ver traagd wordt door het stormachtige wee op ten AFLOOP VAN VERKOOPINGEN. Uitslag veiling gehouden bij opbod Zaterdag 24 October j.L te Alkmaar overstaan van den notaris mr. C. J. Lange, van de boerenplaats aan de Hoeverweg gem. Alkmaar, eigendom va de erven J. C. Admiraal, welke is geve in de navolgende perceelen: 1. Huis, schuur, erf enz. groot 0.22.50 H.A. Weiland, gr. 0.98.10 H.A idem idem idem idem 7. idem 8 idem 9. idem groot 1.27.20 H.A groot 1.65.80 H.A. groot 1.22.90 H.A. 1.71.40 H.A. 1.21.00 H.A. 1.13.25 H.A. 1.21.25 H.A. groot groot gr. gr. 4100- 1971-81 2518.56 3199.94 2347.39 3376.58 2432.10 2095.12 2194.62 24236.12 bepaald elf Totaal 10.63.40 H.A. De afslag en combinatiën blijven op Zaterdag 31 October a.s. 's morgeit uur, in het koffiehuis van den heer L. aan de HouttiL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 12