Chlorodont
Indië en de zwevende gulden.
De vestigingseischen voor den middenstand.
Een duurder levensonderhoud kan slechts tot
ontwrichting voeren.
Wat zal de toekomst brengen?
Binnenland
Geen inschakeling van het behoefte-element.
niet duurder. Voor 1.101.30, soms
1.40 worden de meeste partijen van de
hand gedaan.
Bloemkool is deze week weer goedkooper
geworden. Begonnen werd met prijzen van
8 en 9 per 100 stuks voor de allerbesten.
Dit werd tenslotte 56. De goede eerste
soort noteerde vanaf 3.50. Dit was dan Le-
cerf. Reuzen bloemkool noteerde hoofd
zakelijk pl.m. 5 per 100, doch de laatste
noteering was deze week hoogstens 4. Voor
de tweede soort zijn de prijzen van pl.m.
3 gedaald tot den minimumprijs van
1.50.
Er werd deze week nog duizend K.G. to
maten aangevoerd. De prijzen waren een
weinig lager. A. noteerde 9, B 10, C f 6
en CC 4. Druiven, Alicante, noteerden van
1723 en Frankenthalers van 2225.
Snijboonen bleven vrijwel op dezelfde
prijs staan als de vorige week. Voor heele
mooie peen betaalde men deze week tot
1.201.30, doch de meeste konden niet
meer maken dan f 0.800.90. De meest-
gevraagde sorteering bieten bracht van
f 1.401.80 op. De groote maakten vanaf
0.50.
Andijvie kan nog niet bogen op een ver
beterde markt. De partijen welke worden
verkocht, noteerden voortdurend 0.50. Een
enkele maal 0.60.
Groene kool verkocht men in het begin
voor 1.502.80. Later was het wat min
der en noteerden wij als hoogste markt 2.
(Van onzen Indischen medewerker).
Batavia, 6 Oct. 1936.
Terwijl dit geschreven wordt, is ons nog
niet bekend, welke maatregelen de regee
ring zal nemen om nadeelige gevolgen van
de zwevende valuta zooveel mogelijk op te
vangen. Aan vele zijden worden om vele
voorzieningen gevraagd, indien het geen
aandringen is en daar de invloed van een
zwevenden gulden hier te lande veel sterker
zal worden gevoeld dan in het moederland,
stelt elk oogenblik wachten de regeering
voor nieuwe problemen. Voor den Raad van
Indië en de departementen van financiën en
economische zaken stapelen de vraagstuk
ken zich in versnelde mate op en indien
niet binnen zeer korten tijd enkele princi-
pieele besluiten worden geslagen, dreigt een
verwarring, welker gevolgen van niet te
overziene strekking zullen zijn.
De nieuwe Gouverneur-Generaal is op het
moment wel de meest beklagenswaardige
man van geheel Indië. Nog volkomen onbe
kend met een land, waarvan hij toestand
en sfeer alleen uit boeken en stukken ge
leerd kan hebben, staat hij ineens voor be
slissingen, welke van intensief belang zul
len zijn, maar waarvan hij, door gebrek aan
ondervinding in dit land, slechts met een
uiterst geringe kans op zekerheid kan na
gaan, tot welke consequenties zü zullen lei
den. „Een toestand moet aangevoeld wor
den", is een uitdrukking, welke vaak be
storven ligt in de monden van hen, die geen
enkele verantwoordelijkheid wenschen te
nemen, maar mag het redelijk genoemd
worden iemand dergelijke eischen van in
tuïtie te stellen, zoolang hij de mentaliteit
van dit land nog niet in zich opgenomen
heeft? Er zijn natuurlijk raadslieden voor
den G.-G. en gelukkig zeer bekwame ook.
maar is het te verwonderen, dat ook onder
hen wel eens verschil van meening bestaat
nu het geldt het toekomstige belang van dit
land te bevorderen, terwijl niemand iets
van die toekomst weet? Daarbij kan een
hier genomen maatregel een afwijking in
houden van een beginsel, dat de regeering
in Nederland zich reeds gesteld heeft. Dat
in deze dagen de opperste leiding mogelijk
aan kracht en beslistheid wat te wenschen
overlaat, mag, hoe ongewenscht het op zich
zelf ook is, niet tot kritiek leiden, wil men
iemand geen eischen stellen, welke ver bo
ven het menschelijke uitgaan.
Is naar buiten het bericht van den zwe
venden gulden in betrekkelijke kalmte ver
nomen, de praktijk staat met den dag voor
vraagstukken, welke diep ingrijpen in het
economische en het zakenleven. Om een
klein voorbeeld te noemen. De regeering
heeft dadelijk bekend gemaakt, dat geen
prijs met meer dan 5 pCt. mocht worden op
geslagen wat verkoop asm het binnenland
betreft. Dit lijkt verstandig en redelijk
maar nu een gevolg. Tengevolge van de
verminderde waarde van den gulden is de
copraprjjs voor het buitenland sterk opge-
loopen. Klapperolie wordt van copra ge
maakt en aangezien het voordeelig werd
om copra voor export te verkoopen, steeg de
prijs van de klapperolie, zij het ook in min
dere mate dan die der copra, maar toch nog
ver boven de 5 pCt. Toen nu het besluit van
de 5 pCt. afkwam, werd de klapperolie na
tuurlijk vastgehouden en ziedaar een deel
der inlandsche bevolking, t.w. zij, die deze
olie niet zelf bereiden, op kosten gejaagd
bij het betrekken van een artikel, hetwelk
het noodige vet in het voedsel moet bren
gen. Nu lijkt het zeer gemakkelijk te zeg
gen, dat er dan maar iets van een olie
centrale moet worden opgericht of een der
gelijke inrichting, welke handen vol geld
kost, maar elke maatregel in deze richting
vraagt controle en wie moet die uitoefenen?
Er zijn honderden eilanden, waar geen
enkele overheidspersoon aanwezig is en
waar zij wel te vinden zijn, is hun aantal,
zelfs in de dichtst bewoonde streken van het
land, nog zoo gering, dat van een prijzen-
contröle in den kleinhandel met den besten
wü van de wereld geen sprake kan zijn. In
de groote plaatsen zou er mogelijk iets
doorgevoerd kunnen worden, dat dien naam
zou verdienen, hoewel de uitvoering zeer
zware moeUijkheden met zich zou brengen
daar het inlandsche gedeelte van het koo-
pende publiek veel te graag geloof hecht
aan hetgeen een verkooper zal gelieven te
vertellen, zoodat de overheid niet op de
hoogte wordt gebracht van de overtreding.
Daarbij zal zeer velen inlanders de moed
ontbreken om bij het bestuur te gaan kla
gen, zelfs niet bij het inlandsche. Hij vreest
daarvan soesah te krijgen en dat is wel het
laatste wat de op zijn gemak gestelde be
woner van deze gewesten zich zelf toe-
wenscht. Dan maar liever een paar centen
meer betalen.
Waar de controle in Europeesche handen
is, ligt de zaak anders. Te Batavia hebben
r°eds enkele groote Chineesche importzaken
vai. manufacturen een waarschuwing ge
kregen, omdat zü meer dan 5 pCt. hooger
gevraagd hadden. Het proces verloopt als
volgt: Een prijzencontroleur ontdekt, dat
men te veel heeft laten betalen. Hij belt
den assistent-resident op en binnen een
half uur arriveert een inspecteur van politie
met enkele agenten per motor. Nagegaan
wordt of een overtreding in geschied en de
verkooper moet stante pede het te veei
geïnde teruggeven aan den kooper. De ver
kooper krijgt de waarschuwing, dat na
nog één overtreding zijn toko gesloten en
verzegeld zal worden. Verder blijft den ge
heelen dag een agent voor de toko staan
om klanten te waarschuwen. Nu moet
iemand een Chineesche handelswijk kennen
om te begrijpen wat een dergelijk voorval
een indruk maakt De radio kan het gebeur
de niet sneller verspreiden dan de kabar
angin (nieuws dat met den wind meegaat)
hier te lande. Het weten dat het der regee
ring ernst is, stemt alle handelaren plotse
ling uiterst gedwee. De Chinees, die in
overtreding was, begon zoodra de politie
binnenkwam, vergiffenis te vragen en de
vaart waarmede hij het te veel geïnde te
rugbetaalde, was teekenend voor zijn blijd
schap, dat hij er zoo goedkoop afkwam.
Maar, zooals reeds gezegd, buiten de groote
plaatsen is doorgevoerde contróle uiterst
moeilijk en weldra zal de 5 pCt. te gering
blijken. Want waar import-goederen min
stens zooveel duurder zullen worden, als de
gulden op het oogenblik in waarde is ge
daald, zou, bij handhaven van de 5 pCt bin
nenkort de toesta d ontstaan, dat een im
porteur weigert te verkoopen en zeer te
recht, indien het hem onmogelijk wordt ge
maakt, zelfs zijp inkoopprijs te bedingen.
Het leven zal hier ongetwijfeld duurder
worden. Brood en kleeren gaan de lucht in,
hoewel voor den inlander de stijging van de
stof voor zijn baadjes mogelijk minder zal
zijn dan de daling van de guldenswaarde.
Er is altijd veel gesproken van de lage prij
zen, waarmede de Japansche importeur ge
noegen nam en nu de gulden omlaag is en
dus de Japansche goederen in prijs zullen
stijgen, schijnt een kans te ontstaan voor
het Hollandsche product, dat wegens zijn
duurderen prijs de markt zoo goed als ver
loren had. De vraag is echter, vreemd ge
noeg, niet gesteld of Japan reeds aan zijn
laagsten prijs toe was. Dit wordt in veei
kringen aangenomen, maar de juistheid van
deze meening mag op goede gronden betwij
feld worden. De groote Japansche textiel
fabrieken maken nog winsten van 12 tot 25
pCt., zoodat een verlaging van den verkoop
prijs nog niet dadelijk een faillissement zal
meebrengen. Daarbij wordt de samenwer
king tusschen de verschillende takken van
handel in Japan tusschen fabricage, export
en import steeds nauwer. Zoo is reeds een
uitvoerrecht op kunstzijde geheven, ten
einde een fonds te vormen, waaruit impor
teurs een suppletie zullen ontvangen, nu zij,
als gevolg van den handelsoorlog met Aus
tralië, hun wol uit Argentinië en Zuid-
Afrika moeten betrekken, die, alleen reeds
tengevolge van den grooteren afstand, hoo
ger genoteerd staat dan het Australische
product. Een subsidieeren van den katoen
tjes-export naar Ned-Indië, dat voor Japan
de tweede markt van afzet is, lijkt daarom
in het geheel niet vreemd, indien de fabri
kanten den schok zopder hulp niet kunnen
lijden.
Maar dat zij nog heel wat kunnen lijden,
staat vast. Het is uiterst moeilijk den juis-
ten prijs van een in Japan gefabriceerd arti
kel te weten te komen. Handel, industrie,
regeering en scheepvaart werken soms zoo
nauw samen, dat de in balansen en statis
tieken gepubliceerde cijfers wel niet onjuist
zijn, maar toch een volkomen onzuiver
beeld geven van den werkelijken toestand,
die in veel gevallen gunstiger is dan hij
lijkt. Maar te groote winsten doen bij afne
mers de neiging ontstaan tot minder beta
len, dus wordt veel weggewerkt.
Teneinde een overzicht te krijgen van de
winsten in de textielindustrie, heeft onlangs
't bekende Duitsche weekblad Wirtschafts-
dienst de winsten van de textielfabrieken in
de verschillende landen uitgedrukt in loon-
uren van de arbeiders. De tijd, welke ver
loopt tusschen het begin van de fabricage
en het einde, toont in de landen, welke een
modern geoutilleerde industrie bezitten, niet
veel onderscheid. De gemiddelde loonen
waren bekend, de kostprijzen van de
grondstoffen en algemeene kosten eveneens.
Door nu dit alles om te rekenen in loon-
uren en de groothandelverkoopprijzen een
gelijke bewerking te doen ondergaan, kwam
het blad tot een winst voor elk land, uitge
drukt in uurloonen van het land. Toen
bleek, dat de winst in de textielindustrie
in Japan ongeveer 10 maal zoo groot was
dan van de fabrieken in Engeland en Italië.
Het is dus zeker niet onmogelijk, dat Ja
pan om zijn concurrenten uit de markt te
houden, zijn prijzen niet onaanzienlijk ver
laagt en de regeering kan dan met een ver-
andere wijze van contingenteering den
Hollandschen import niet nog meer steunen,
omdat het Hollandsche fabrikaat duurder is
dan het Japansche, en bij een dalende waar
de van het ruilmiddel geen directe dwang
op de bevolking kan worden uitgeoefend
om zich van het Japansche product af te
wenden.
En Japan zal in veel gevallen niet eens
veel omlaag moeten. Indien de gulden 25
pCt. omlaag, de Japansche import met een
gelijk bedrag omhoog gaat, en het verschil
tusschen Japan en Holland b.v. 20 pet. be
draagt, behoeft Japan slechts 10 pet. van zijn
prijs te laten vallen, om boven Holland in
de markt te blijven.
Wat de toekomst ons brengen zal, hangt
nog in dikke nevelen, dikker dan in Europa.
De toekomst voor Indië, dat eerst een aan
passing heeft doorgemaakt en thans voor
een devaluatie van den gulden staat, lijkt
niet bepaald rooskleurig. De aanpassing
heeft honderdduizenden aan de grens van
hun bestaansmogelijkheid gebracht, indien
zij niet nog lager zijn gedaald en een stijging
van den index van levensonderhoud kan
niet anders dar tot ontwrichtingen voeren.
„Indië is paraat gebleven, zij het dan ook
zwaar verarmd", zoo luidt een bekende leus
van schrijvers en politici. Deze leus bevat
een groote kern van waarheid, maar indien
op die paraatheid nog een wissel getrokken
wordt, welke alleen te honoreeren is door
een aanhalen van den toch reeds zeer strak
gespannen buikriem, dan ontstaat een tekort
aan economischen weerstand, dat het kleine
vleugje opleving, hetwelk hier en daar te
constateeren viel, onmiddellijk teniet zal
doen.
Overheids-ingrijpen en overheidssteun is
in dit zoo groote land slechts tot zeer be
paalde grenzen mogelijk. Zoodra de onder
regelmatige administratie staande samen
leving ophoudt en het pastorale begint,
moeten verschuivingen hun loop worden
gelaten. Daarbij telt Indië meer volken dan
het geweldige rijk van de Sowjet-republiek
en zooveel volken, zooveel zinnen en ge
il moe» er een» op letten, hoeveel menichen de
mondverzorging nog veronachtzamen. Dan zult
U zien, hoe aangenaam een frlssche mond met
mooie witte tanden opvalt. Het kan Uw mond
zijn. Gebruik Chlorodontl De prijzen zijn nu
verlaagd: 25 ct. per tube, groote tube 45 ct.
woonten, die, van eeuwenher gegroeid, niet
op slag te veranderen zijn.
De reactie van een maatregel kan daarom
in de verschilende deelen van het land, dat
zich uitstrekt over een afstand, gelijk aan
dien van IJsland tot Perzië, totaal verschil
lend effect sorteeren. Wij gaan dan ook on
getwijfeld maanden van verwringen en
onzekerheden tegemoet en de regeering zal
hier moeten toestaan, wat zij elders gewei
gerd heeft. De taak van het toch reeds zoo
ingekrompen Binnenlandsch Bestuur wordt
er niet lichter op en veel zal van het inzicht
van de in betrekkelijk afgelegen streken
wonende residenten gevergd worden bij het
moeten voorkomen van ongewenschte toe
standen, welke dreigen te ontstaan als
regeeringsmaatregelen een andere uitwer
king gaan hebban dan bij de uitvaardiging
verwacht werd.
We meenden hier op den top van 'n berg
te zijn aangeland, waar 't ons vergund leek
even adem te scheppen en rondom ons te
zien, maar nu blijkt, dat wij ons slechts op
een platteau bevinden, zoodat wij opnieuw
moeten gaan stijgen en wel naar een top,
die nog in de wolken boven ons verborgen
is.
Moed houden is het eenige wat wij doen
kunnen.
Memorie van antwoord.
Aan de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer in zake het wetsontwerp
houdende regeling betreffende het vestigen
van inrichtingen, waarin eenige tak van
detailhandel, ambacht of kleine nijverheid
zal worden uitgeoefend, wordt het volgende
ontleend:
Het is bepaaldelijk het verschijnsel der
overbezetting, in het voorloopige verslag te
recht gekenschetst het groote euvel, dat den
middenstand bedreigt, dat een handelend op
treden van den wetgever vereischt. In hoe
verre overbezetting tot prijsverhooging kan
leiden, is een bijkomstige vraag en in zoo
verre slechts van secundaire beteeken is. De
mogelijkheid van zoodanige prijsverhooging
is in de memorie van toelichting dan ook
slechts terloops en met een enkel woord aan
gestipt. De minister is van oordeel, dat de
beperkte opzet van het'ontwerp toelaat voor
het oogenblik het huidige economische be
leid in algemeenen zin buiten beschouwing
te laten. Hij meent zich dus te mogen beper
ken tot het vraagstuk van de overbezetting
op zichzelf.
Dat de verwachtingen inzake de beoogde
regeling eenigszins getemperd worden door
haar beperkten opzet is begrijpelijk. Indien
de minister dieper ingrijpen niet raadzaam
achtte, was dit omdat de bonte verscheiden
heid, die dezen sector van het economische
leven kenmerkt, van den wetgever bedacht
zaamheid en zelfbeperking vordert. Immers
loopen niet slechts in verschillende takken
van detailhandel, ambacht en kleine nijver
heid de toestanden sterk uiteen, maar zelfs
vertoont eenzelfde tak in verschillende ge
meenten vaak nog weer een eigen aspect.
Daarenboven mag een regeling ter zake
niet zoo stringent zijn, dat personen, die op
dit gebied een plaats hopen te verwerven
op den duur allerwegen de deur gesloten
vinden. Het is om deze reden, dat de nood
zakelijkheid van een soepelen, zich ten
nauwste aan de practjjk aanpassend en op
zet zich bij herhaalde overweging al sterker
opdrong. Deze opzet strookt met den princi-
pieelen toeleg van het ontwerp, dat, de vrij
heid van bedrijf handhavende, slechts wering
van ongewenschte elementen en verheffing
van het vak ten doel heeft.
Het behoefte-element
Tegen de inschakeling van het z.g. behoef
te-element heeft de minister in dezen ge-
dachtengang niet te overkomen bezwaren.
Het buiten beschouwing laten van het
behoefte-element behoeft overigens te min
der bezwaar te ontmoeten, in zooverre met
de in het ontwerp vervatte regeling op den
duur op minder gekunstelde wijze dezelfde
resultaten bereikt worden: de stroom van
niet levenskrachtige elementen wordt er wel
dagelijk door afgedamd. In het winkelbedrijf
b.v. is, zooals terecht opgemerkt werd, het
„sterftecijfer" inderdaad zoo hoog, dat be
trekkelijk spoedig na het in werking treden
der wet de thans gevestigde ondernemers,
wier zaak geen levensvatbaarheid bez-.t,
vanzelf geëlimineerd zullen blijken.
De vestigingseischen voor de nijver
heid.
Wat betreft de nog in voorbereiding zijn
de wettelijke regeling inzake vestigings
eischen voor de nijverheid, moge voor het
oogenblik worden volstaan met de opmer
king, dat deze van geheele andere criteria
uitgaat, met name dat aan den toeleg tot
verheffing van het vak, die aan het onder
havige ontwerp in de eerste plaats ten
grondslag ligt, met betrekking tot de nij
verheid geen behoefte bestaat.
Eenige bevoegdheden der gemeentebestu
ren, hierop neerkomende, dat deze aanvul
lende vestigingseischen zouden kunnen stel
len, is, waar de wetgever zich voorbehield,
zelf van gemeente tot gemeente regelend op
te treden, ten eenenmale uitgesloten.
Het z.g. behoefte-element tot het onder
werp van plaatselijke verordeningen te ma
ken ware eveneens ontoelaatbaar. Het is
duidelijk, dat zulks niet in het systeem van
bet ontwgrp past.
Het kappersbedrijf rekent de minister tot
het ambacht, feitenmateriaal, waaruit kan
blijken, dat het zich voor een regeling op
grondslag van dit ontwerp minder zou lee-
nen, staa* hem niet ten dienste. In'egenceel
he»' hij den indiuk. dat juist voor dez»
branche veel waarde aan den eisch van vak
bekwaamheid moet worden gehecht.
Het als overwoekering van het kleinbe
drijf door het grootbedrijf aangeduide ver
schijnsel is niet het onderwerp der onder
havige regeling. De tegenstelling tusschen
middenstandsbedrijf en massabedrijf, zooair
die zich in sommige branches van den detail
handel voordoet, is aan deze materie ten
eenenmale vreemd en behoort dat ook te
blijven.
De vrees, dat het stellen van vestigings
eischen op een belemmering van het ge
zonde filiaalbedrijf zal neerkomen, is dan
cok niet gewettigd.
Ten aanzien van handelskennis en vakbe
kwaamheid zullen geen andere dan mini
mum-eisch en in aanmerking komen. In dit
licht bezien acht de minister geen termen
aanwezig om b.v. tusschen zelfstandige win
keliers en filiaalchefs verschil te maken.
Het standpunt der leden, die niet slechts
eischen ter zake van credietwaardigheid,
vakbekwaamheid en handelskennis zouden
willen stellen, doch ook inrichting der be
drijven en kwaliteit der producten in geding
zouden willen brengen, kan de minister niet
deelen.
Het is de bedoeling, uitsluitend hetgeen
uit het bedrijfsleven zelf opkomt te steunen
en te bekrachtigen. Hierin ligt opgesloten,
dat het stellen van vestigingseischen alleen
dan zal geschieden, indien de betrokken
branche daarvoor volkomen rijp mag heeten
en belanghebbenden mitsdien in staat zijn,
zelf in concreto aan te geven, welke eischen
huns inziens gesteld moeten worden.
Wat handelskennis en vakbekwaamheid
betreft, dat hij deze in voldoende mate be
zit, zal de persoon, die zich wil vestigen, als
regel aannemelijk kunnen maken door over
legging van een diploma, uitgereikt op grond
van een met goed gevolg afgelegd examen
Vakexamens.
Voor een aantal bedrijven bestaan thans
reeds dergelijke diploma's. In dit verband
valt o.a. te wijzen op de werkzaamheid van
de Vereeniging tot veredeling van het am
bacht, alsook, wat den detailhandel betreft,
op de vakexamens voor het kruideniers be
drijf, voor drogisten, enz. In overleg met zijn
ambtgenoot van onderwijs, kunsten en
wetenschappen heeft de minister in deze
richting reeds voorbereidend werk gedaan.
Daarbij wordt op zoodanige inrichting der
vak-examens aangestuurd, dat deze alle
waarborgen zullen bieden, die redelijk kun
nen worden verlangd.
Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dal
het geenszins in de bedoeling ligt, de Kamers
van koophandel op groote schaal met afne
ming van examens te belasten.
Worden voor eenige branches vestigings
eischen gesteld, dan zullen deze hen, die op
dat tijdstip reeds in het bedrijf zijn, in ieder
geval ongemoeid laten.
Van venters en marktkooplieden is, naar
het den minister voorkomt, een verzoek,
als bedoeld in art. 4 van het ontwerp, niet
spoedig te verwachten. De typische functie
van deze groep maakt het trouwens ondoen
lijk, haar in den onderhavigen opzet te be
trekken.
Intusschen heeft het venters- en markt
wezen sedert eenigen tijd de bijzondere aan
dacht van den minister. Tot welke resul
taten de desbetreffende overwegingen op
den duur zullen leiden, valt thans nog niet
te zeggen. Met de organisaties van de be
langhebbenden is nog overleg gaande.
Dat de overheid met betrekking tot de in
het ontwerp te regelen materie ook dan een
taak zou hebben, indien ieder initiatief van
de zijde der betrokken ondernemers zelf uit
blijft, is een gedachte, die niet ligt in de lijn
van het ontwerp, dat principieel streeft naar
een regeling, die aan de overheid geen an
dere taak toekent dan het bevorder^TT^
nen en bekrachtigen van wat uit hè't
drüfsleven zelf is opgekomen. Overt.
acht de minister alleen reeds om rl*
van financieelen aard zeker onder de f*"
woordige omstandigheden een zoo
breiden opzet niet voor verwezenlijking,'g?"
baar. 8 Val-
Inschakeling van bedrijfsrade^
In zooverre zulks mogelijk zal zijn k 7
minister gaarne bereid, de bedrijfsraden 7
te schakelen. n
vast, dat voor het verstrekken der
gings-vergunningen deze organen, wier w
trouwens bepaaldelijk op sociaal terrein
ligt, niet in aanmerking komen. Daartoe i
het apparaat noodig, dat alleen b(j de
mers van koophandel aanstonds beschjv"
baar is.
Dat inzake de te stellen nhnimum-eischen
de middenstands-raad zal worden gchopi?
sluit allerminst uit, dat ook andere instan.
ties gelegenheid zullen verkrijgen, haar ad
vies kenbaar te maken. De minister is gaarne
bereid, diverse groepeeringen van belang
hebbenden te hooren.
Aan de artikelen wordt nog het volgende
ontleend:
Zou de verkoop van koffie en thee als tak
van detailhandel worden aangemerkt en
zouden daarvoor vestigingseischen worden
gesteld, dan zal hij, die naast andere waren
ook deze beide artikelen wil verkoopen
daartoe alleen vergunnig behoeven, voor
zoover genoemde twee artikelen betreft
Daar op het platte land, in eenzelfde win
kel veelal een groote verscheidenheid van
artikelen verkrijgbaar is, zonder dat wel
licht aanleiding bestaat tot het stellen van
vestigingseischen. laat de ontworpen rege
ling de mogelijkheid open, deze gemeenten
zoo noodig uit te zonderen.
GEVAARLIJKE KNOEIERS.
Vleesch met een luchtje.
Na Ouderkerk en Nieuwerkerk nu weer
een Roermondsch geval.
In verband met het feit, dat aan het
stadion Maasbracht eenige malen zendin
gen van vleesch met een luchtje waren
aangekomen en vandaar werden vervoerd
naar de worstfabriek van een Roermond-
schen slager, was de Roermond*!*
Vleeschkeuringsdienst op zijn qui-vive.
Aan genoemd station arriveerde Vrijdag
weer een zending vleesch, die eveneens
et sterke lucht verspreidde.
Alhoewel deze zending was geadresseerd
aan een caféhouder in de buurt van het
station, verscheen spoedig iemand, die
bleek te handelen in opdracht van een
Roermondschen slager om de zending per
auto verder te vervoeren.
Nauwelijks werden hiertoe aanstalten
gemaakt of er werd ingegrepen. Keu
ringsstempels bleek het vleesch niet te be
vatten en na naar het abattoir te Roer-
te zijn vervoerd, werd het voor de con
sumptie afgekeurd.
Wordt het in het belang "van de consu
menten en mede in dat van den goeden
naam van den bona-fide-handel, niet
hoog tijd dat met de meest krasse maat
regelen tegen deze gevaarlijke vleesch-
knoeiers wordt opgetreden?
Het is toch waarachtig geen kleinigheid
willens en wetens door den verkoop van
ondeugdelijk vleesch, dat reeds in een
stadium van verrotting verkeert, in den
vorm van worst en ham, geheele gezinnen
aan het grootste levensgevaar bloot
stellen.
te
DE STORM BELEMMERT DE
SCHEEPVAART.
De „Oldenbarnevelt" heeft
vertraging.
De storm, welke gisteravond met ver
nieuwde kracht uit het Noord-Westen
kwam opzetten, heeft het scheepvaart
verkeer wederom ernstigen hinder ver
oorzaakt.
Het beloodsen van schepen voor den
Nieuwen Waterweg en het Noordzee
kanaal werd wederom onmogelijk. RJ
IJmuiden viel na half negen geen enke
schip meer binnen en voor Hoek van Hol
land moest om tien minuten voor negen
de Westelijke loodspost zijn dienst staken,
terwijl de Oostelijke post zich later 1)1
den avond hiertoe eveneens gedwongen
zag.
De „Johan van Oldenbarnevelt" van de
Stoomvaart Mij „Nederland", welke he
denochtend in IJmuiden werd verwacht,
seinde gisteravond, dat de aankomst ver
traagd wordt door het stormachtige wee
op
ten
AFLOOP VAN VERKOOPINGEN.
Uitslag veiling gehouden bij opbod
Zaterdag 24 October j.L te Alkmaar
overstaan van den notaris mr. C. J.
Lange, van de boerenplaats aan de
Hoeverweg gem. Alkmaar, eigendom va
de erven J. C. Admiraal, welke is geve
in de navolgende perceelen:
1. Huis, schuur, erf enz. groot
0.22.50 H.A.
Weiland, gr. 0.98.10 H.A
idem
idem
idem
idem
7. idem
8 idem
9. idem
groot 1.27.20 H.A
groot 1.65.80 H.A.
groot 1.22.90 H.A.
1.71.40 H.A.
1.21.00 H.A.
1.13.25 H.A.
1.21.25 H.A.
groot
groot
gr.
gr.
4100-
1971-81
2518.56
3199.94
2347.39
3376.58
2432.10
2095.12
2194.62
24236.12
bepaald
elf
Totaal 10.63.40 H.A.
De afslag en combinatiën blijven
op Zaterdag 31 October a.s. 's morgeit
uur, in het koffiehuis van den heer L.
aan de HouttiL