Lars Harisen, Financieel Overzicht. fUuub en. fiedtüizoAeH Kantongerecht te Alkmaar. Overheid helpt Iruithweehers met courantenreclame. JeuiileloH reeds veertigduizend gulden. Er komt een glimlach om het gezicht van mevrouw de Jonge; veertigduizend gulden! Zij wil er nog niet aan gelooven, doch zou het zoo on mogelijk zijn? De tijd en die tijd zal spoedig aanbreken, begin 1937 waarschijn lijk zal het haar doen zien! Het zal niet mevrouw de Jonge in de eer ste plaats zijn, die dan gelukkig zal zijn, het zijn de arme stakkerds in de dessa, die door ons Nederlanders een lichtpunt in hun som ber leven met onzegbare armoede en ont bering zullen krijgen. Als we ons dit reali- seeren, dan zullen we, als A. s. i. b. in Ne derland werkt, ongetwijfeld allen in onze beurs willen tasten. Al is het maar voor één enkelen cent. Dit zegenrijke charitatieve werk, waar door de Landsvrouwe in Indië zich een eereplaats tot in lengte van dagen in den Archipel heeft verworven, moge weerklank vinden in onze harten! Wie goet doet, goed ontmoet. Want er moet geholpen worden! Ik weet zeker, dat ik niet handel in den geest van mevrouw de Jonge, als ik veel citeer uit „Pedoman Isteri". Doch iets mo ge hier volgen: „Mevrouw de Jonge is een Landsvrouwe, die als „Eerste Vrouwe" van dit land, in verband met de moeilijkheden van het werk van een Gouverneur-Generaal in de overzeesche gewesten, haar plicht door en door heeft begrepen". En verder: Ik hoop, dat al Uw werk in Indonesië als hart door God den Verhevene zal worden aangenomen. Ik hoop, dat al Uw werk in Indonezië als het ware een zon zal zijn die in Uw harte zal schitteren en een U welgevallig aan denken zal vormen. Amen, Amen, O Heer der Werelden". En uit een ander artikel: „Het behoeft geen betoog, dat de aan dacht van mevrouw de Jonge voor de zie ken in de eerste plaats gold degenen die behept waren met zeer gevreesde ziekten als lepra en t. b. c. Met alle mogelijke midde len heeft Zij Hare hulp geschonken. Ja, al leen die zwak zijn en in nood verkeerer.. hebben Haar grootste opmerkzaamheid. De kinderen van Indonesië zullen haar met dankbare harten gedenken vooral Haar werken voor Indonesië en zijn inwoners! Moge mevrouw de Jonge erin slagen, Haar zoozeer gewaardeerde en onmisbare hulp te blijven geven met onzen steun! voegd. In de laatste weken van de drach- tigheidsperiode verhooge men geleidelijk de de hoeveelheid krachtvoer en vermindere men het ruwvoer. De bedoeling hiervan is de zogafscheiding en de ontwikkeling der biggen te bevorderen. Het verdient aanbe veling de laatste dagen vóór het werpen nog wat extra lijnmeel toe te voegen 10 opdat het rantsoen een flink laxee- rende werking krijgt. Zeer nuttig is ook vlak voor óf tijdens de geboorte 3 maal daags een eetlepel Engelsch zout door het rantsoen te mengen. Zoogende zeugen. Gedurende de eerste dagen na de geboorte mag een zeug slechts weinig voedsel ontvangen. Een dunne lauwwarme slobber van een weinig haver meel, zemelen (of grint) en een paar liter karnemelk is voor de eerste dagen aan te bevelen. Blijft de ontlasting te veel terug, dan voege men 3 maal daagsch een eetlepel En gelsch zout aan het rantsoen toe. Het voe der moet laxeeren. Na 23 dagen na de geboorte kan men de hoeveelheid voedsel geleidelijk weer verhoogen. De zoogende zeug heeft voedsel noodig voor onderhoud en melkvorming. Voor onderhoud geve men hetzelfde voedsel dat voor drachtige zeugen is aangeven. Voor de melkvorming geve men zooveel halve K G. krachtvoer bij als de zeug biggen zoogt. Ook het krachtvoer der zoogende zeugen kan bestaan uit biggen- meel 1/2 geslibd krijt en 1/2 keu kenzout, waaraan nog 10 lijnmeel toege voegd wordt. Biggen bij de zeug. Waar in den winter door de felle koude de jonge biggen dikwijls binnen moeten blijven, is het in verband met het vitaminen en mineralen te kort noodig vroegtijdig met de bijvoedering te beginnen. Liever niet later dan op een leeftijd van twee weken. Wij beginnen met een mengsel van 1 deel gekookt lijnzaad op 9 deelen gekookt tarwemeel en een weinig koemelk. Door afzonderen van de zeug tracht men de biggen aan het eten te krijgen. Gelijkt dit niet dan vermengt men het voedsel met slootbagger, waarna het met graagte opgenomen wordt. Ook werpt men slootbagger, houtasch, steenkolengruis, graszoden ed.d. in de hokken, waardoor de biggen ijzer, koper e.d. stoffen toegediend krijgen. Langzamerhand kan men overgaan op samengesteld biggenmeel. Zoolang de biggen nog bij de zeug zijn vermenge men iedere K.G. biggenmeel, die toegediend wordt met gelijke deelen gerstemeel. Zijn de biggen afgewend zoo kan men overgaan op alleen biggenmeel. Bij elke K.G. big genmeel geve men het eerste tijdje nog een 1/2 ons gekookt (gebroeid of gestoomd) lijn zaad. Thans willen wij een kort overzichtje geven van de verschillende meelmengsels, welke men zelf wel kan mengen voor de verschillende leeftijdsperioden. gerst mals grondnoot haringm. tarwegrint cocos geslibd zout lever- krijt traan biggenmeel 80 20 5 5 10 1% 1/2% 1/4% óf 52 24 8 10 6 1 1/2% 1/4% Voor de zwaardere varkens, mais rogge gerst cocos vischm. dierm. aardappel tarwe geslibd zout 50-100 K.G. 35 34 meel grint krijt 10 5 15 1 1/2% óf 30 45 10 10 5 1 1/2% 100-150 K.G. 40 35 5 5 15 1% 1/2% 40 50 5 5 1% 1/2% Het biggenmeel kan men voeren tot 50 K.G. VARKENS VOEDING IN DEN WINTER De heer ir. L. de Vries, riJksveeteeltcon- sulent in Noordholland, schrijft ons: Waar men in de practijk over het alge meen met de varkensfokkerij en -mesterij in den winter veel meer moeilijkheden heeft speciaal wat de voeding betreft, dan in den zomer, meenen wij er goed aan te doen, iets omtrent de wintervoeding mede te deelen. Dracht ige zeugen. Het rantsoen moet zoodanig gekozen worden, dat de dieren niet te vet worden. Het groenvoeder moet in de winter bij voorkeur uit voeder bieten eventueel suikerbieten bestaan. In verband met de hooge meelprijzen is het ook van groote beteekenis bieten te voeren omdat zij in verhouding tot meel veel goed- kooper zijn. Een volwassen zeug krijgt hoogstens 15 K.G. voederbieten en aan jonge zeugen mag men niet meer dan de helft geven. Het droge stof .gehalte van suikerbieten is tweemaal zoo hoog als van voerbieten, hiervan geeft men dan ook minstens de helft minder. Soms meent men ook wel aardappelen (68 K.G.) deze heb ben echter tegen dat zij de zeugen veelal te vet maken. Van wortelen welke minder smakelijk zijn dan bieten kan men aan vol wassen zeugen 12 en aan jonge zeugen 8 K.G. geven. Als aanvulling van het gehalte aan droge stof, en tevens als buikvulling vermengt men de fijngesneden bieten met hooihaksel. Daardoor worden bovendien nog vitaminen en mineralen in beduidende hoeveelheden aangevoerd. Boven dit ruwvoederrantsoen ontvangt een volwassen zeug 1/2 K.G. en een jonge nog groeiende zeug 1 K.G. krachtvoer per dag. Dit kan bestaan uit biggenmeel (zie staatje) waaraan nog 1/2 geslibd krijt en 1/2 keukenzout wordt toege- Bovenstaande mengsels zijn bedoeld naast wei, desnoods water. Men kan elk dier naast het mengsel zonder aardappelenmeel bo vendien 2 K.G. voederbieten of wat hier nog beter is 1 K g. suikerbieten geven. De mengsels met het aardappelmeel zijn het goedkoopst. Personen die in de gelegen heid zijn om grootendeels met aardappelen te mesten (dan gekookt) kunnen zelf ad vies vragen. Waar in de practijk de meeningen om trent droog voeren of het meel als slobber te geven nogal uiteen loopen meenen wü er goed aan te doen de uitkomst van een Friesche proef te vermelden. Groep A ont ving droogvoer in een automatische drink bak. Groep B ontving de wei als slobber, meel aangelengd met wei. Groep A even veel wei als groep B n.1. 4 K.g. per dag per dier maar dan afzonderlijk als drinken. De conclusie der proef was als volgt. Tot 100 K.G. gaf de droogvoedermethode een betere groei, zelf afgezien van de arbeidsbespa ring welke niet onbelangrijk was. Bij het mesten van 100 K.G. tot 150 K.G. ga het voederen met aangelengd meel een betere groei. Ook een ieder welke vragen heeft om trent de varkensvoeding kan zich wenden tot het Veevoeder Bureau, Landbouwhuis, Alkmaar. (Zitting van 30 November). Ongeoorloofde hulp. De schipper J. A., uit Broek op Langen- dijk, had op 18 Juni in het Noordhol- landsch kanaal, behalve zijn schip 'n ander vaartuig voortgetrokken zonder dat hij hiertoe een vergunning had. Volgens de verklaringen van verdachte had hij het vaartuig dat werd gesleept, opgepikt om dat het anders gezonken zou zijn. Eisch 5 boete of 5 dagen hechtenis. Uitspraak 1 of 1 dag hechtenis. Het hoofd der brandweer had haast. De aannemer F. H. R., uit Alkmaar, was op 15 Aug. met zgn auto op weg naar een ziekenhuis te Amsterdam waar een familielid ernstig ziek lag. Onder Castri- cum had de heer R. langs den weg een drietal personen zien staan, die naar zijn meening de hand opstaken, met de bedoe ling mee te mogen rijden. Aangezien verd. haast had en flink doorreed had hij niet gestopt, doch realiseerde zich verderop dat een der personen een bord had opgestoken waarop wat geschreven stond. Later was een der desbetreffende personen bij den heer R. aan huis gekomen, en toen bleek dat het een paar ambtenaren der crisis- zuivelcentrale waren, die belast waren met het aanhouden van voertuigen om te controleeren of ook vet werd gesmokkeld. Eisch 3 boete of 3 dagen hechtenis. Uitspraak 1 of 1 dag. Het parkeeren In de Langestraat. De reiziger H. V., uit den Haag, had eenigen tijd geleden zijn auto geparkeerd aan de verkeerde zijde van de Langestraat en was deswege geverbaliseerd. Verdachte was, zooals wij toen reeds meldden, uit de Achterstraat komen rfjden, was rechtsom de Langestraat ingereden en had daar zijn wagen een tiental meters verderop neer gezet. Het bleek dat op dien dag de auto's juist aan de andere zijde geparkeerd moesten worden. De zaak van verdachte was destijds aangehouden om de Alk- maarsche politie in deze kwestie te hooren. Door den inspecteur P. Langendijk werd een uitvoerig relaas gegeven inzake deze kwestie, welke geïllustreerd werd door een schematische voorstelling van de Langestraat. Getuige Langendijk gaf hier bij toe dat de borden van oud model waren doch deze waren volgens hem geldig tot Juni 1939. Volgens getuige was het zeer moeilijk bij alle zijstraten borden aan te brengen, omdat bijvoorbeeld 's zomers een dergelijk bord door de verschillende zon neschermen niet zichtbaar zou zijn. Volgens getuige waren de vijf aange brachte borden voldoende. De verdediger en tevens gemachtigde van den verdachte, mr. H. Scholten, voer de aan dat er twijfel bestaat over de geldigheid der borden. Het is dan ook geen wonder dat de automobilist er door op een dwaalspoor wordt geleidt. Volgens pleiter was de eenige juiste oplossing om bij alle straten die door auto's mogen worden be reden borden te plaatsen die het parkeer verbod op duidelijke wijze aangeven. Het onderhavige geval was, volgens spr., heel begrijpelijk daar de verdachte niet achter om heeft gekeken en zich verder in zgn nabijheid geen enkel bord bevond. De ambtenaar van het O. M. achtte de verbodsbepaling voldoende duidelijk aan gegeven en vond dat er in dergelijke g vallen ook wel eenig initiatief van den automobilist mocht uitgaan. Spr. pers- steerde bij zijn vroeger geeischte boete van 1 of 1 dag hechtenis. Vonnis schriftelijk over 8 dagen. Een loos vlsschertje. De bakker A. J. H., uit Amsterdam, had op 27 Augustus met twee hengels ge- vischt te Purmerend. Dit feit was door een rijksveldwachter opgemerkt toen ver dachte bezig was de band van zijn fiets te maken. Verdachte had toen gezegd dat hij wel twee hengels bij zich had doch dat de tweede zoo maar per ongeluk zoo geval- len was. Eisch 2 maal 6 of 6 dagen. Uitspraak 2 maal 4 of 4 dagen met verbeurdverkla ring van de in beslag genomen hengels. Een spitsvondig verhaaltje. De koopman L. v. d. M., uit Westzaan. was op 28 Augustus geverbaliseerd omdat hij te Akersloot met galanterieën gevent had zonder dat hij hiervoor een vergun ning van B. en W. in zijn bezit had. v. d. M. had een listig verhaaltje bedacht,, hij zou n.1. als bezoeker de verschillende hui zen zijn binnen gegaan en wat hij daar binnen uitvoerde, ging niemand iets aan, Jammer voor hem had een politieagent ge zien hoe in een deuropening zijn waren te koop aangeboden werden, zoodat voor de rest zijn spitvondigheid van nul en geene waarde was. Eisch 4 boete of 4 dagen hechtenis. Uitspraak 2 of 2 dagen. Een gevaar op den weg De niet verschenen verdachte E. G. had voor den kantonrechter terecht gestaan wegens het besturen van een motorrij wiel, terwijl hij onder invloed van ster ken drank verkeerde. Verdachte had n.1. te Castricum met zijn motorrijwiel 'n leelijken val gemaakt, waarvan de gevolgen gelukkig niet ern stig waren geweest, dank zij het feit dat er op dat moment geen ander verkeer op den weg was. Vorige week was zijn zaak aangehouden om een ooggetuige van dezen val te hoo ren. De ambtenaar van het O. M. achtte het gebeurde zeer ernstig en eischte een geldboete van 30 of 20 dagen hechtenis met ontzegging van het rijbewijs voor den tijd van 6 maanden. Uitspraak 15 boete of 10 dagen hech tenis met intrekking van het rijbewijs voor den tijd van 6 maanden. Een verkeerde manoevre. Op 30 Augustus was de chauffeur C. J. S., uit IJmuiden, met zijn melkwagen te Egmond aan Zee in aanrijding gekomen met een personenauto, die links afsloeg. Verdachte had op den Heerenweg te Eg- mond a. Zee ichter een personenauto ge reden en had deze willen passeeren juist op het moment dat deze wagen links af had willen slaan. Volgens verdachte had de bestuurder van dezen wagen niet tijdig richting aangegeven en ondanks de po gingen die verdachte nog had aangewend had hij een aanrijding niet kunnen voor komen. Hij was met zijn linkervoorspat- bord tegen de voor hem rijdende auto gereden. De bewering van verdachte, dat de be stuurder van den voor hem rijdenden wa gen niet tijdig richting had aangegeven, werd door den getuige A. J. Carels, die het ongeluk had zien plaats vinden, tegen gesproken. De ambtenaar eischte een geldboete van 20 subs. 10 dagen. Uitspraak 10 of 8 dagen. Een voorrangskwestie. De chauffeur T. B., uit Schoorl, be stuurder van een der autobussen van den dienst Schoorl-Camperduin, was op 13 Augustus in conflict gekomen met den leeraar der R.H.B.S., den heer H. W. de Koning. Het bleek n.1. dat de bus tegelijk met den heer en mevr. de Koning op den hoek van het Scharlo arriveerde. Hier bij zou de buschauffeur eerst aan getuige en diens vrouw, den voorrang hebben willen geven, doch toen hij be- VERSTOPPING wordt VJUg Vep. door Leop il 1 en. Sedert 20 01Pen beproefd, zuiver plantaardig dat een milde en Dromnt» middel een milde en prompte uitwerkinTi. del op i llen in doosjes vanaf 20 nt ft' alle apothekers en drogisten. Lei Bij merkte dat beiden afstapten, had hil rechter richtingaanwijzer uitgezet en doorgereden naar zijn standplaats Was De getuige de Koning was met h handelwijze niet accoord gegaan en nog bevend VSn schrik over een aann!?8*" die „had kunnen plaats vinden", de hg achterna gereden en had op de stan!^ plaats een onderhoud gehad met ri chauffeur over het gebeurde. n Op minitieuse wijze werd door getuic de Koning zijn visie over de toedracht van het gebeurde uiteen gezet, een uiteen zetting waaraan de kantonrechter geluk" kig bijtijds een einde maakte, daar <j" behandeling van de zaak anders waar* schijnlijk nog wel een half uurtje laneer geduurd zou hebben. De ambtenaar van het O. M. achtte het ten laste gelegde niet bewezen. De chauf. feur was door het afstappen van de beidé getuigen terecht in den waan gebracht dat hij door kon rijden. Spr. vroeg derhalve vrijspraak. Vonnis schriftelijk over 8 dagen. Een getuige die niet was ver- schenen. MeJ. D. W.. uit Alkmaar, was op 20 Juni opgeroepen om als getuige te verschijnen in een zaak tegen haar echtgenoot. Aan gezien zij evenwel onder medische behan deling was, had zij op eigen houtje vast gesteld dat zij niet hoofde te verschijnen en was derhalve rustig thuis gebleven. Eis-h 6 of 3 dagen hechtenis. Uitspraak 4 of 2 dagen. De toestand in Frankrijk na de deva- luatte. Prijsstijging doet de voor. deelen voor de exportindnstrie te niet. Onverminderde finaneloele zorgen der rereering. Plannen tot vermindering der aflossing van duts- schuld. Gunstigere voorwaarden voor Nederlandsche schatkistemtaies. De beleggtngsmarkt afkeerig van het IV» rente type. Nieuwe koopbeweging voor aandeelen. Uit de ontwikkeling van den toestand in Frankrijk sinds het loslaten van den gouden standaard blijkt wel duidelijk, dat devalua tie geenszins een panacée vormt voor de kwalen van een zieke volkshuishouding. Na een korte adempauze doen de economische en financieele problemen, waarmede de Fransche regeering sinda geruimen tijd te worstelen heeft gehad, zich opnieuw voor en vaak zelfs in een nog scherperen vorm dan tevoren. Voor het bedrijfsleven tullen de voordeelen der valuta-depreciatie, be staande uit een vergemakkelijking van de concurrentie met het buitenland, vermoede lijk nog van korteren duur zijn dan in vele andere landen, waar de depreciatie tenmin ste een tijdelijken voorsprong aan de export industrie heeft gegeven. Dit ia het gevolg van de tendenz tot prijsverhooging, welke in Frankrijk reeds lang viel waar te nemen, en die door de monetaire maatregelen nog aanmerkelijk moet worden versterkt. Slechts zeer ten deele is deze prijsverhoo ging aan natuurlijke oorzaken toe te schrij ven, t.w. de stijging der prijzen van bepaal de artikelen op de wereldmarkt. Grooten deels is zij te wijten aan de door de regee ring genomen maatregelen inzake de ver korting van den arbeidstijd en de sociale voorschriften ,die zware lasten op het be- De appels uit de staat Washington worden dit najaar in de voornaamste plaatsen van Amerika geadverteerd. Als reclame-middel koos men adver tenties in couranten. 'w'wWww w S*n overwintering op Spitsbergen. 19) Luister nu goed, Karl, en denk er om, dat dit eind touw op je ligt te wachten, als je niet precies doet, wat ik je zeg! Het eerste, wat je nu te doen hebt, is te gaan eten; ver volgens neem je de ski's en een bijl en dan ga je naar boven de bergketen op, waar de sneeuw nu wel zal zijn weggewaaid. Je neemt een zak mee en dien vul je met ren diermos. Natuurlijk is alles vastgevroren, doch jij hakt het maar los. Je brengt zoo veel meer als je slechts kunt krijgen. We zullen het dan hier ontdooien en ik zal er thee van zetten en er een zoute brij van ko ken. Naar ik gehoord heb, is dit het eenige middel, dat men hier op Spitsbergen tegen scheurbuik kan aanwenden. Ziezoo, nu weet je wat je te doen staat en ik vertrouw, dat jij je daaraan zult hou den!" Twee uren later stond Karl gereed, ge wapend en wel met een zak op zijn rug. Johan nam hem het geweer af en zei: „Neen, Karl, zooveel vertrouw ik je niet, dat jij het geweer zoudt meenemen. Het zou kunnen gebeuren, dat jij wilde probeeren, alléén naar Danskegat te gaan". Karl zei; „Ik moet het geweer mee heb ben, voor het geval dat ik een beer tegen kom". „Loop heen", zei Johan, „als je werke lijk een beer ontmoet, weet je net zoo goed als ik, dat geen beer je te pakken kan krijgen, als jij jou ski's onder de voeten hebt. Neen, je krijgt het geweer niet mee, zelfs niet, als ik wist, dat een beer je ta pakken zou krijgen want veel meer ben je eigenlijk niet waard". Daarop draaide hjj hem den rug toe. Toen hij weer binnen kwam, zette hy zich bij Berner op den rand van diens kooi en hij verklaarde hem dat het, om een verde re uitbreiding van de ziekte tegen te gaan, een eerste vereischte was, dat de patiënt zijn wilskracht niet ging verliezen. Hij ver volgde: „Wat Jens aangaat, die nu hierach ter in zijn kist ligt, ik geloof nog altijd, dal hij, als hij er krachtig tegen in was gegaan, het misschien te boven was gekomen. Maar met hem was het een ander geval. Ik ver stond zjjn ziekte niet en eigenlijk begreep hij zelf er ook niets van. Met jou is het iets anders. Jij hebt scheurbuik en die kan men te boven komen, ais men dit zelf maar wil. Je moet één ding niet vergeten en dit is: je vrouw Kristine en je kinderen. Je kunt je best voorstellen, wat die voor 'n winter hebben doorgemaakt, nadat „De Hoop" is binnen gekomen zonder jou aan boord. Wy beiden, zoowel jij als ik, moe ten dubbel ons best doen, op de beenen te blijven, om weer gezond en wel bij onze vrouwen en kinderen thuis te komen. Toon nu eens dat je een kerel bent. Ik laat je niet in den steek ik blijf hier, totdat je dood of genezen bent. Wat het zal zijn, dit zal meest van je zelf afhangen. Karl is nu bezig rendiermos te halen, daarvan zetten we thee. Verder is het wel waarschijnlijk het loopt nu naar Februari dat we in den naasten tijd meer kans zullen hebben eens versch zeehondenvleesch te krijgen en dit, en de thee, zullen je in korten tijd weer genezen. Denk er echter wel om, dat scheurbuik zelfs den sterksten man doodt, indien hij de ziekte baas over zich laat worden, en dit geschiedt zeker, indien de zieke zich maar neerlegt en lui en onver schillig wordt. En nu wil ik je dit nog zeg gen: dat ik niet zal ophouden, jou te dwingen de ziekte te overwinnen. Indien dit mocht noodig zijn, zal ik er niet tegen opzien, mijn kracht te gebruiken Dien avond, toen Karl thuis kwam met den zak op zijn rug, vol rendiermos, had Berner een bad gehad. Johan had hem ge- wasschen met kokend-heet water van het hoofd tot de voeten, zoodat zijn huid rood zag, daarna had hg hem met koud water vlug afgewreven. Nadat Berner weer in zijn kooi lag, w®r" den deuren en vensters open gezet. Al het beddegoed was bij de kachel heet gemaakt, daarna gelucht en flink geklopt. Vervol gens moest Berner de van het mos gezette thee drinken. Die had een wrangen, bitte ren smaak, doch ze werd toch gedronken en niet zuinig ook. Zoo ging het dag op dag. Tevens trok Johan er regelmatig op uit, doch eerst op 1 Februari zag hij, waarnaar hij steeds te vergeefs had uitgekeken. Daar ginds op het ijs, vlak by de scheiding tusschen ijs en wa ter, zag hij een zwarte vlek. Zulke zwarte plekken had hi) reeds vaker gezien en tel kens bleken het stukken vuil ijs te zijn. Thans daarentegen, nu hij den kijker op het zwarte punt richtte, zag hU duidelijk, dat het een zeeleeuw was. Zijn eerste gedachte gold Berner hoe hU het mogelijk kon maken, dat deze direct uit de wond van het dier warm bloed zou kunnen drinken. Hg wist er niet anders raad op, dan Berner mee te nemen over het gs. Hij vond dat Berner wel vooruit was ge gaan sinds hij hem onder behandeling had genomen. De zwarte plekken op zijn lichaam waren niet grooter geworden en evenmin waren er meer bij gekomen. Inte gendeel, het scheen hem zoowel als Ber ner, dat de vlekken lichter van kleur wa ren geworden. Wel is waar waren twee voortanden los gaan zitten en eindelijk uit gevallen, maar dit kon veroorzaakt zgn, voordat hg met zijn kuur was begonnen. Johan nam nauwkeurig de plaats op, waar de zeeleeuw lag en toen spoedde hij zich naar huis, zoo vlug als slechts de ski's hem konden dragen. Toen hg dicht bg huis was, schreeuwde hij reeds: „Berner kom er uitl" en toen Berner kwam, verklaarde Johan hem kort en bondig dat hü mee moest en hij zeide: „Als het mij gelukt dit dier te be machtigen, dan zul jij spoedig al je kracht en sterkte terug krijgen!" Johan zag Berners mistroostig gezicht, doch zijn kort, hard, bijna brutaal bevel luidde: „Kom en volg mij*— oogenblikkelgk zoo nu voorwaarts of ik zal met de ski's achter je aan zittenje weet zeer goed, wat er dan gebeurtl" Zeker, dit wist Berner zeer goed, want de twee eerste dagen had het eind touw er aan te pas moeten komen, voordat Berner had gehoorzaamd. De zeeleeuw lag er rustig en wel. Hg was zeker lang in het water geweest, want hg sliep, doch als een zeeleeuw van vermoeid heid op het ijs slaapt, doet hij dit toch met slechts één oog dicht en dit nog ternauwer nood. Hij voelt zich nooit zeker voor een beer. Het zag er één keer naar uit, alsof he dier gevaar vermoedde het richtte zich op zijn beide voorvinnen op snoof en snu felde in de lucht en keek naar het water, doch het legde zich weer neer. Na een oogenblik kwam weer zijn kop omhoog het zag er nu naar uit, alsof het 't water zou ingaan daar viel zijn kop zwaar neer op het ijs. Een dikke straal bloed spoot recht omhoog en de twee mannen op 0 ski's vlogen er op aan, de eene man den ander trekkende en bijna achter zich aan sleepende. Johan boog Berners hoofd op wond en zei: „Drink, totdat je zoo dik bent als een ge vulde meelzak!" Keer op keer moest hij drinken en oo Johan liet zich niet onbetuigd. Er bes a zeker geen schepsel, dat zoo'n voorra bloed heeft als dit soort dieren. Indien zes mannen waren geweest, dan was er n voor allen voldoende, want uit zoo n wond loopt het bloed als water uit een opende kraan. Berner moest herhaal drinken en toen het bloed begon te ve deren, waren beide mannen oververza Het bloed, de mosthee en het baden, gevoegd bij de geregelde afwassi hintc deden wonderen en na twee weken Berner hersteld. je Gedurende die veertien dagen leef mannen nu juist niet in overvloed. 6 gens, middags en 's avonds: zeeleeu vleesch en thee en zoo min mogelijk groene poeder, dat eens meel was Be %v8. Niettegenstaande hun aller gezond hei ren zij zoo mager als skeletten. Ze han, die er nog het best tegen kon, wel een levend lijk. ..„hi (Wordt vervolg"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 10