Lars Harisen,
Financieel Overzicht.
fUuub en.
fiedtüizoAeH
Kantongerecht te Alkmaar.
Overheid helpt Iruithweehers
met courantenreclame.
JeuiileloH
reeds veertigduizend gulden. Er komt een
glimlach om het gezicht van mevrouw de
Jonge; veertigduizend gulden! Zij wil er
nog niet aan gelooven, doch zou het zoo on
mogelijk zijn? De tijd en die tijd zal
spoedig aanbreken, begin 1937 waarschijn
lijk zal het haar doen zien!
Het zal niet mevrouw de Jonge in de eer
ste plaats zijn, die dan gelukkig zal zijn, het
zijn de arme stakkerds in de dessa, die door
ons Nederlanders een lichtpunt in hun som
ber leven met onzegbare armoede en ont
bering zullen krijgen. Als we ons dit reali-
seeren, dan zullen we, als A. s. i. b. in Ne
derland werkt, ongetwijfeld allen in onze
beurs willen tasten. Al is het maar voor
één enkelen cent.
Dit zegenrijke charitatieve werk, waar
door de Landsvrouwe in Indië zich een
eereplaats tot in lengte van dagen in den
Archipel heeft verworven, moge weerklank
vinden in onze harten! Wie goet doet, goed
ontmoet.
Want er moet geholpen worden!
Ik weet zeker, dat ik niet handel in den
geest van mevrouw de Jonge, als ik veel
citeer uit „Pedoman Isteri". Doch iets mo
ge hier volgen:
„Mevrouw de Jonge is een Landsvrouwe,
die als „Eerste Vrouwe" van dit land, in
verband met de moeilijkheden van het
werk van een Gouverneur-Generaal in de
overzeesche gewesten, haar plicht door en
door heeft begrepen".
En verder:
Ik hoop, dat al Uw werk in Indonesië als
hart door God den Verhevene zal worden
aangenomen.
Ik hoop, dat al Uw werk in Indonezië als
het ware een zon zal zijn die in Uw harte
zal schitteren en een U welgevallig aan
denken zal vormen.
Amen, Amen, O Heer der Werelden".
En uit een ander artikel:
„Het behoeft geen betoog, dat de aan
dacht van mevrouw de Jonge voor de zie
ken in de eerste plaats gold degenen die
behept waren met zeer gevreesde ziekten als
lepra en t. b. c. Met alle mogelijke midde
len heeft Zij Hare hulp geschonken. Ja, al
leen die zwak zijn en in nood verkeerer..
hebben Haar grootste opmerkzaamheid.
De kinderen van Indonesië zullen haar
met dankbare harten gedenken vooral Haar
werken voor Indonesië en zijn inwoners!
Moge mevrouw de Jonge erin slagen,
Haar zoozeer gewaardeerde en onmisbare
hulp te blijven geven met onzen steun!
voegd. In de laatste weken van de drach-
tigheidsperiode verhooge men geleidelijk de
de hoeveelheid krachtvoer en vermindere
men het ruwvoer. De bedoeling hiervan is
de zogafscheiding en de ontwikkeling der
biggen te bevorderen. Het verdient aanbe
veling de laatste dagen vóór het werpen
nog wat extra lijnmeel toe te voegen
10 opdat het rantsoen een flink laxee-
rende werking krijgt. Zeer nuttig is ook vlak
voor óf tijdens de geboorte 3 maal daags een
eetlepel Engelsch zout door het rantsoen te
mengen.
Zoogende zeugen. Gedurende de
eerste dagen na de geboorte mag een zeug
slechts weinig voedsel ontvangen. Een dunne
lauwwarme slobber van een weinig haver
meel, zemelen (of grint) en een paar liter
karnemelk is voor de eerste dagen aan te
bevelen.
Blijft de ontlasting te veel terug, dan
voege men 3 maal daagsch een eetlepel En
gelsch zout aan het rantsoen toe. Het voe
der moet laxeeren. Na 23 dagen na de
geboorte kan men de hoeveelheid voedsel
geleidelijk weer verhoogen. De zoogende
zeug heeft voedsel noodig voor onderhoud
en melkvorming. Voor onderhoud geve men
hetzelfde voedsel dat voor drachtige zeugen
is aangeven. Voor de melkvorming geve
men zooveel halve K G. krachtvoer bij als de
zeug biggen zoogt. Ook het krachtvoer der
zoogende zeugen kan bestaan uit biggen-
meel 1/2 geslibd krijt en 1/2 keu
kenzout, waaraan nog 10 lijnmeel toege
voegd wordt.
Biggen bij de zeug. Waar in den
winter door de felle koude de jonge biggen
dikwijls binnen moeten blijven, is het in
verband met het vitaminen en mineralen te
kort noodig vroegtijdig met de bijvoedering
te beginnen. Liever niet later dan op een
leeftijd van twee weken. Wij beginnen met
een mengsel van 1 deel gekookt lijnzaad op
9 deelen gekookt tarwemeel en een weinig
koemelk. Door afzonderen van de zeug
tracht men de biggen aan het eten te
krijgen. Gelijkt dit niet dan vermengt men
het voedsel met slootbagger, waarna het
met graagte opgenomen wordt. Ook werpt
men slootbagger, houtasch, steenkolengruis,
graszoden ed.d. in de hokken, waardoor de
biggen ijzer, koper e.d. stoffen toegediend
krijgen. Langzamerhand kan men overgaan
op samengesteld biggenmeel. Zoolang de
biggen nog bij de zeug zijn vermenge men
iedere K.G. biggenmeel, die toegediend
wordt met gelijke deelen gerstemeel. Zijn
de biggen afgewend zoo kan men overgaan
op alleen biggenmeel. Bij elke K.G. big
genmeel geve men het eerste tijdje nog een
1/2 ons gekookt (gebroeid of gestoomd) lijn
zaad.
Thans willen wij een kort overzichtje
geven van de verschillende meelmengsels,
welke men zelf wel kan mengen voor de
verschillende leeftijdsperioden.
gerst mals grondnoot haringm. tarwegrint cocos geslibd zout lever-
krijt
traan
biggenmeel 80 20 5
5 10
1%
1/2%
1/4%
óf 52 24
8 10
6
1
1/2%
1/4%
Voor de zwaardere varkens,
mais rogge gerst cocos vischm. dierm.
aardappel
tarwe
geslibd
zout
50-100 K.G. 35 34
meel
grint
krijt
10 5
15
1
1/2%
óf 30 45
10 10
5
1
1/2%
100-150 K.G. 40 35
5 5
15
1%
1/2%
40 50
5 5
1%
1/2%
Het biggenmeel kan men voeren tot 50 K.G.
VARKENS VOEDING IN DEN WINTER
De heer ir. L. de Vries, riJksveeteeltcon-
sulent in Noordholland, schrijft ons:
Waar men in de practijk over het alge
meen met de varkensfokkerij en -mesterij
in den winter veel meer moeilijkheden heeft
speciaal wat de voeding betreft, dan in den
zomer, meenen wij er goed aan te doen, iets
omtrent de wintervoeding mede te deelen.
Dracht ige zeugen. Het rantsoen
moet zoodanig gekozen worden, dat de
dieren niet te vet worden. Het groenvoeder
moet in de winter bij voorkeur uit voeder
bieten eventueel suikerbieten bestaan. In
verband met de hooge meelprijzen is het
ook van groote beteekenis bieten te voeren
omdat zij in verhouding tot meel veel goed-
kooper zijn. Een volwassen zeug krijgt
hoogstens 15 K.G. voederbieten en aan
jonge zeugen mag men niet meer dan de
helft geven. Het droge stof .gehalte van
suikerbieten is tweemaal zoo hoog als van
voerbieten, hiervan geeft men dan ook
minstens de helft minder. Soms meent men
ook wel aardappelen (68 K.G.) deze heb
ben echter tegen dat zij de zeugen veelal
te vet maken. Van wortelen welke minder
smakelijk zijn dan bieten kan men aan vol
wassen zeugen 12 en aan jonge zeugen
8 K.G. geven.
Als aanvulling van het gehalte aan droge
stof, en tevens als buikvulling vermengt
men de fijngesneden bieten met hooihaksel.
Daardoor worden bovendien nog vitaminen
en mineralen in beduidende hoeveelheden
aangevoerd. Boven dit ruwvoederrantsoen
ontvangt een volwassen zeug 1/2 K.G. en een
jonge nog groeiende zeug 1 K.G. krachtvoer
per dag. Dit kan bestaan uit biggenmeel
(zie staatje) waaraan nog 1/2 geslibd
krijt en 1/2 keukenzout wordt toege-
Bovenstaande mengsels zijn bedoeld naast
wei, desnoods water. Men kan elk dier naast
het mengsel zonder aardappelenmeel bo
vendien 2 K.G. voederbieten of wat hier nog
beter is 1 K g. suikerbieten geven. De
mengsels met het aardappelmeel zijn het
goedkoopst. Personen die in de gelegen
heid zijn om grootendeels met aardappelen
te mesten (dan gekookt) kunnen zelf ad
vies vragen.
Waar in de practijk de meeningen om
trent droog voeren of het meel als slobber
te geven nogal uiteen loopen meenen wü
er goed aan te doen de uitkomst van een
Friesche proef te vermelden. Groep A ont
ving droogvoer in een automatische drink
bak. Groep B ontving de wei als slobber,
meel aangelengd met wei. Groep A even
veel wei als groep B n.1. 4 K.g. per dag per
dier maar dan afzonderlijk als drinken. De
conclusie der proef was als volgt. Tot 100
K.G. gaf de droogvoedermethode een betere
groei, zelf afgezien van de arbeidsbespa
ring welke niet onbelangrijk was. Bij het
mesten van 100 K.G. tot 150 K.G.
ga het voederen met aangelengd meel een
betere groei.
Ook een ieder welke vragen heeft om
trent de varkensvoeding kan zich wenden
tot het Veevoeder Bureau, Landbouwhuis,
Alkmaar.
(Zitting van 30 November).
Ongeoorloofde hulp.
De schipper J. A., uit Broek op Langen-
dijk, had op 18 Juni in het Noordhol-
landsch kanaal, behalve zijn schip 'n ander
vaartuig voortgetrokken zonder dat hij
hiertoe een vergunning had. Volgens de
verklaringen van verdachte had hij het
vaartuig dat werd gesleept, opgepikt om
dat het anders gezonken zou zijn.
Eisch 5 boete of 5 dagen hechtenis.
Uitspraak 1 of 1 dag hechtenis.
Het hoofd der brandweer had
haast.
De aannemer F. H. R., uit Alkmaar,
was op 15 Aug. met zgn auto op weg naar
een ziekenhuis te Amsterdam waar een
familielid ernstig ziek lag. Onder Castri-
cum had de heer R. langs den weg een
drietal personen zien staan, die naar zijn
meening de hand opstaken, met de bedoe
ling mee te mogen rijden. Aangezien verd.
haast had en flink doorreed had hij niet
gestopt, doch realiseerde zich verderop dat
een der personen een bord had opgestoken
waarop wat geschreven stond. Later was
een der desbetreffende personen bij den
heer R. aan huis gekomen, en toen bleek
dat het een paar ambtenaren der crisis-
zuivelcentrale waren, die belast waren
met het aanhouden van voertuigen om te
controleeren of ook vet werd gesmokkeld.
Eisch 3 boete of 3 dagen hechtenis.
Uitspraak 1 of 1 dag.
Het parkeeren In de Langestraat.
De reiziger H. V., uit den Haag, had
eenigen tijd geleden zijn auto geparkeerd
aan de verkeerde zijde van de Langestraat
en was deswege geverbaliseerd. Verdachte
was, zooals wij toen reeds meldden, uit de
Achterstraat komen rfjden, was rechtsom
de Langestraat ingereden en had daar zijn
wagen een tiental meters verderop neer
gezet. Het bleek dat op dien dag de
auto's juist aan de andere zijde geparkeerd
moesten worden. De zaak van verdachte
was destijds aangehouden om de Alk-
maarsche politie in deze kwestie te hooren.
Door den inspecteur P. Langendijk werd
een uitvoerig relaas gegeven inzake deze
kwestie, welke geïllustreerd werd door
een schematische voorstelling van de
Langestraat. Getuige Langendijk gaf hier
bij toe dat de borden van oud model waren
doch deze waren volgens hem geldig tot
Juni 1939. Volgens getuige was het zeer
moeilijk bij alle zijstraten borden aan te
brengen, omdat bijvoorbeeld 's zomers een
dergelijk bord door de verschillende zon
neschermen niet zichtbaar zou zijn.
Volgens getuige waren de vijf aange
brachte borden voldoende.
De verdediger en tevens gemachtigde
van den verdachte, mr. H. Scholten, voer
de aan dat er twijfel bestaat over de
geldigheid der borden. Het is dan ook geen
wonder dat de automobilist er door op een
dwaalspoor wordt geleidt. Volgens pleiter
was de eenige juiste oplossing om bij alle
straten die door auto's mogen worden be
reden borden te plaatsen die het parkeer
verbod op duidelijke wijze aangeven. Het
onderhavige geval was, volgens spr., heel
begrijpelijk daar de verdachte niet achter
om heeft gekeken en zich verder in zgn
nabijheid geen enkel bord bevond.
De ambtenaar van het O. M. achtte de
verbodsbepaling voldoende duidelijk aan
gegeven en vond dat er in dergelijke g
vallen ook wel eenig initiatief van den
automobilist mocht uitgaan. Spr. pers-
steerde bij zijn vroeger geeischte boete
van 1 of 1 dag hechtenis.
Vonnis schriftelijk over 8 dagen.
Een loos vlsschertje.
De bakker A. J. H., uit Amsterdam, had
op 27 Augustus met twee hengels ge-
vischt te Purmerend. Dit feit was door een
rijksveldwachter opgemerkt toen ver
dachte bezig was de band van zijn fiets te
maken. Verdachte had toen gezegd dat hij
wel twee hengels bij zich had doch dat de
tweede zoo maar per ongeluk zoo geval-
len was.
Eisch 2 maal 6 of 6 dagen. Uitspraak
2 maal 4 of 4 dagen met verbeurdverkla
ring van de in beslag genomen hengels.
Een spitsvondig verhaaltje.
De koopman L. v. d. M., uit Westzaan.
was op 28 Augustus geverbaliseerd omdat
hij te Akersloot met galanterieën gevent
had zonder dat hij hiervoor een vergun
ning van B. en W. in zijn bezit had. v. d.
M. had een listig verhaaltje bedacht,, hij
zou n.1. als bezoeker de verschillende hui
zen zijn binnen gegaan en wat hij daar
binnen uitvoerde, ging niemand iets aan,
Jammer voor hem had een politieagent ge
zien hoe in een deuropening zijn waren
te koop aangeboden werden, zoodat voor
de rest zijn spitvondigheid van nul en
geene waarde was.
Eisch 4 boete of 4 dagen hechtenis.
Uitspraak 2 of 2 dagen.
Een gevaar op den weg
De niet verschenen verdachte E. G. had
voor den kantonrechter terecht gestaan
wegens het besturen van een motorrij
wiel, terwijl hij onder invloed van ster
ken drank verkeerde.
Verdachte had n.1. te Castricum met
zijn motorrijwiel 'n leelijken val gemaakt,
waarvan de gevolgen gelukkig niet ern
stig waren geweest, dank zij het feit dat
er op dat moment geen ander verkeer op
den weg was.
Vorige week was zijn zaak aangehouden
om een ooggetuige van dezen val te hoo
ren. De ambtenaar van het O. M. achtte
het gebeurde zeer ernstig en eischte een
geldboete van 30 of 20 dagen hechtenis
met ontzegging van het rijbewijs voor
den tijd van 6 maanden.
Uitspraak 15 boete of 10 dagen hech
tenis met intrekking van het rijbewijs
voor den tijd van 6 maanden.
Een verkeerde manoevre.
Op 30 Augustus was de chauffeur C. J.
S., uit IJmuiden, met zijn melkwagen te
Egmond aan Zee in aanrijding gekomen
met een personenauto, die links afsloeg.
Verdachte had op den Heerenweg te Eg-
mond a. Zee ichter een personenauto ge
reden en had deze willen passeeren juist
op het moment dat deze wagen links af
had willen slaan. Volgens verdachte had
de bestuurder van dezen wagen niet tijdig
richting aangegeven en ondanks de po
gingen die verdachte nog had aangewend
had hij een aanrijding niet kunnen voor
komen. Hij was met zijn linkervoorspat-
bord tegen de voor hem rijdende auto
gereden.
De bewering van verdachte, dat de be
stuurder van den voor hem rijdenden wa
gen niet tijdig richting had aangegeven,
werd door den getuige A. J. Carels, die het
ongeluk had zien plaats vinden, tegen
gesproken.
De ambtenaar eischte een geldboete
van 20 subs. 10 dagen.
Uitspraak 10 of 8 dagen.
Een voorrangskwestie.
De chauffeur T. B., uit Schoorl, be
stuurder van een der autobussen van den
dienst Schoorl-Camperduin, was op 13
Augustus in conflict gekomen met den
leeraar der R.H.B.S., den heer H. W. de
Koning. Het bleek n.1. dat de bus tegelijk
met den heer en mevr. de Koning op den
hoek van het Scharlo arriveerde. Hier
bij zou de buschauffeur eerst aan
getuige en diens vrouw, den voorrang
hebben willen geven, doch toen hij be-
VERSTOPPING wordt VJUg Vep.
door Leop il 1 en. Sedert 20 01Pen
beproefd, zuiver plantaardig
dat een milde en Dromnt» middel
een milde en prompte uitwerkinTi. del
op i llen in doosjes vanaf 20 nt ft'
alle apothekers en drogisten.
Lei
Bij
merkte dat beiden afstapten, had hil
rechter richtingaanwijzer uitgezet en
doorgereden naar zijn standplaats Was
De getuige de Koning was met h
handelwijze niet accoord gegaan en
nog bevend VSn schrik over een aann!?8*"
die „had kunnen plaats vinden", de hg
achterna gereden en had op de stan!^
plaats een onderhoud gehad met ri
chauffeur over het gebeurde. n
Op minitieuse wijze werd door getuic
de Koning zijn visie over de toedracht
van het gebeurde uiteen gezet, een uiteen
zetting waaraan de kantonrechter geluk"
kig bijtijds een einde maakte, daar <j"
behandeling van de zaak anders waar*
schijnlijk nog wel een half uurtje laneer
geduurd zou hebben.
De ambtenaar van het O. M. achtte het
ten laste gelegde niet bewezen. De chauf.
feur was door het afstappen van de beidé
getuigen terecht in den waan gebracht dat
hij door kon rijden. Spr. vroeg derhalve
vrijspraak.
Vonnis schriftelijk over 8 dagen.
Een getuige die niet was ver-
schenen.
MeJ. D. W.. uit Alkmaar, was op 20 Juni
opgeroepen om als getuige te verschijnen
in een zaak tegen haar echtgenoot. Aan
gezien zij evenwel onder medische behan
deling was, had zij op eigen houtje vast
gesteld dat zij niet hoofde te verschijnen
en was derhalve rustig thuis gebleven.
Eis-h 6 of 3 dagen hechtenis.
Uitspraak 4 of 2 dagen.
De toestand in Frankrijk na de deva-
luatte. Prijsstijging doet de voor.
deelen voor de exportindnstrie te
niet. Onverminderde finaneloele
zorgen der rereering. Plannen tot
vermindering der aflossing van duts-
schuld. Gunstigere voorwaarden
voor Nederlandsche schatkistemtaies.
De beleggtngsmarkt afkeerig van
het IV» rente type. Nieuwe
koopbeweging voor aandeelen.
Uit de ontwikkeling van den toestand in
Frankrijk sinds het loslaten van den gouden
standaard blijkt wel duidelijk, dat devalua
tie geenszins een panacée vormt voor de
kwalen van een zieke volkshuishouding. Na
een korte adempauze doen de economische
en financieele problemen, waarmede de
Fransche regeering sinda geruimen tijd te
worstelen heeft gehad, zich opnieuw voor
en vaak zelfs in een nog scherperen vorm
dan tevoren. Voor het bedrijfsleven tullen
de voordeelen der valuta-depreciatie, be
staande uit een vergemakkelijking van de
concurrentie met het buitenland, vermoede
lijk nog van korteren duur zijn dan in vele
andere landen, waar de depreciatie tenmin
ste een tijdelijken voorsprong aan de export
industrie heeft gegeven. Dit ia het gevolg
van de tendenz tot prijsverhooging, welke
in Frankrijk reeds lang viel waar te nemen,
en die door de monetaire maatregelen nog
aanmerkelijk moet worden versterkt.
Slechts zeer ten deele is deze prijsverhoo
ging aan natuurlijke oorzaken toe te schrij
ven, t.w. de stijging der prijzen van bepaal
de artikelen op de wereldmarkt. Grooten
deels is zij te wijten aan de door de regee
ring genomen maatregelen inzake de ver
korting van den arbeidstijd en de sociale
voorschriften ,die zware lasten op het be-
De appels uit de staat Washington
worden dit najaar in de voornaamste
plaatsen van Amerika geadverteerd.
Als reclame-middel koos men adver
tenties in couranten.
'w'wWww w
S*n overwintering op
Spitsbergen.
19)
Luister nu goed, Karl, en denk er om, dat
dit eind touw op je ligt te wachten, als je
niet precies doet, wat ik je zeg! Het eerste,
wat je nu te doen hebt, is te gaan eten; ver
volgens neem je de ski's en een bijl en dan
ga je naar boven de bergketen op, waar de
sneeuw nu wel zal zijn weggewaaid. Je
neemt een zak mee en dien vul je met ren
diermos. Natuurlijk is alles vastgevroren,
doch jij hakt het maar los. Je brengt zoo
veel meer als je slechts kunt krijgen. We
zullen het dan hier ontdooien en ik zal er
thee van zetten en er een zoute brij van ko
ken. Naar ik gehoord heb, is dit het eenige
middel, dat men hier op Spitsbergen tegen
scheurbuik kan aanwenden.
Ziezoo, nu weet je wat je te doen staat en
ik vertrouw, dat jij je daaraan zult hou
den!"
Twee uren later stond Karl gereed, ge
wapend en wel met een zak op zijn rug.
Johan nam hem het geweer af en zei:
„Neen, Karl, zooveel vertrouw ik je niet,
dat jij het geweer zoudt meenemen. Het zou
kunnen gebeuren, dat jij wilde probeeren,
alléén naar Danskegat te gaan".
Karl zei; „Ik moet het geweer mee heb
ben, voor het geval dat ik een beer tegen
kom".
„Loop heen", zei Johan, „als je werke
lijk een beer ontmoet, weet je net zoo
goed als ik, dat geen beer je te pakken kan
krijgen, als jij jou ski's onder de voeten
hebt. Neen, je krijgt het geweer niet mee,
zelfs niet, als ik wist, dat een beer je ta
pakken zou krijgen want veel meer ben
je eigenlijk niet waard". Daarop draaide
hjj hem den rug toe.
Toen hij weer binnen kwam, zette hy zich
bij Berner op den rand van diens kooi en
hij verklaarde hem dat het, om een verde
re uitbreiding van de ziekte tegen te gaan,
een eerste vereischte was, dat de patiënt
zijn wilskracht niet ging verliezen. Hij ver
volgde: „Wat Jens aangaat, die nu hierach
ter in zijn kist ligt, ik geloof nog altijd, dal
hij, als hij er krachtig tegen in was gegaan,
het misschien te boven was gekomen. Maar
met hem was het een ander geval. Ik ver
stond zjjn ziekte niet en eigenlijk begreep
hij zelf er ook niets van. Met jou is het
iets anders. Jij hebt scheurbuik en die kan
men te boven komen, ais men dit zelf
maar wil. Je moet één ding niet vergeten
en dit is: je vrouw Kristine en je kinderen.
Je kunt je best voorstellen, wat die voor 'n
winter hebben doorgemaakt, nadat „De
Hoop" is binnen gekomen zonder jou aan
boord. Wy beiden, zoowel jij als ik, moe
ten dubbel ons best doen, op de beenen te
blijven, om weer gezond en wel bij onze
vrouwen en kinderen thuis te komen. Toon
nu eens dat je een kerel bent. Ik laat je
niet in den steek ik blijf hier, totdat je
dood of genezen bent. Wat het zal zijn, dit
zal meest van je zelf afhangen. Karl is nu
bezig rendiermos te halen, daarvan zetten
we thee. Verder is het wel waarschijnlijk
het loopt nu naar Februari dat we in
den naasten tijd meer kans zullen hebben
eens versch zeehondenvleesch te krijgen en
dit, en de thee, zullen je in korten tijd
weer genezen. Denk er echter wel om, dat
scheurbuik zelfs den sterksten man doodt,
indien hij de ziekte baas over zich laat
worden, en dit geschiedt zeker, indien de
zieke zich maar neerlegt en lui en onver
schillig wordt. En nu wil ik je dit nog zeg
gen: dat ik niet zal ophouden, jou te
dwingen de ziekte te overwinnen. Indien
dit mocht noodig zijn, zal ik er niet tegen
opzien, mijn kracht te gebruiken
Dien avond, toen Karl thuis kwam met
den zak op zijn rug, vol rendiermos, had
Berner een bad gehad. Johan had hem ge-
wasschen met kokend-heet water van het
hoofd tot de voeten, zoodat zijn huid rood
zag, daarna had hg hem met koud water
vlug afgewreven.
Nadat Berner weer in zijn kooi lag, w®r"
den deuren en vensters open gezet. Al het
beddegoed was bij de kachel heet gemaakt,
daarna gelucht en flink geklopt. Vervol
gens moest Berner de van het mos gezette
thee drinken. Die had een wrangen, bitte
ren smaak, doch ze werd toch gedronken
en niet zuinig ook.
Zoo ging het dag op dag. Tevens trok
Johan er regelmatig op uit, doch eerst op
1 Februari zag hij, waarnaar hij steeds te
vergeefs had uitgekeken. Daar ginds op het
ijs, vlak by de scheiding tusschen ijs en wa
ter, zag hij een zwarte vlek. Zulke zwarte
plekken had hi) reeds vaker gezien en tel
kens bleken het stukken vuil ijs te zijn.
Thans daarentegen, nu hij den kijker op het
zwarte punt richtte, zag hU duidelijk, dat
het een zeeleeuw was. Zijn eerste gedachte
gold Berner hoe hU het mogelijk kon
maken, dat deze direct uit de wond van het
dier warm bloed zou kunnen drinken. Hg
wist er niet anders raad op, dan Berner
mee te nemen over het gs.
Hij vond dat Berner wel vooruit was ge
gaan sinds hij hem onder behandeling had
genomen. De zwarte plekken op zijn
lichaam waren niet grooter geworden en
evenmin waren er meer bij gekomen. Inte
gendeel, het scheen hem zoowel als Ber
ner, dat de vlekken lichter van kleur wa
ren geworden. Wel is waar waren twee
voortanden los gaan zitten en eindelijk uit
gevallen, maar dit kon veroorzaakt zgn,
voordat hg met zijn kuur was begonnen.
Johan nam nauwkeurig de plaats op, waar
de zeeleeuw lag en toen spoedde hij zich
naar huis, zoo vlug als slechts de ski's hem
konden dragen. Toen hg dicht bg huis was,
schreeuwde hij reeds: „Berner kom er uitl"
en toen Berner kwam, verklaarde Johan
hem kort en bondig dat hü mee moest en
hij zeide: „Als het mij gelukt dit dier te be
machtigen, dan zul jij spoedig al je kracht
en sterkte terug krijgen!"
Johan zag Berners mistroostig gezicht,
doch zijn kort, hard, bijna brutaal bevel
luidde:
„Kom en volg mij*— oogenblikkelgk
zoo nu voorwaarts of ik zal met de
ski's achter je aan zittenje weet zeer
goed, wat er dan gebeurtl"
Zeker, dit wist Berner zeer goed, want
de twee eerste dagen had het eind touw er
aan te pas moeten komen, voordat Berner
had gehoorzaamd.
De zeeleeuw lag er rustig en wel. Hg was
zeker lang in het water geweest, want hg
sliep, doch als een zeeleeuw van vermoeid
heid op het ijs slaapt, doet hij dit toch met
slechts één oog dicht en dit nog ternauwer
nood. Hij voelt zich nooit zeker voor een
beer.
Het zag er één keer naar uit, alsof he
dier gevaar vermoedde het richtte zich op
zijn beide voorvinnen op snoof en snu
felde in de lucht en keek naar het water,
doch het legde zich weer neer. Na een
oogenblik kwam weer zijn kop omhoog
het zag er nu naar uit, alsof het 't water
zou ingaan daar viel zijn kop zwaar neer
op het ijs. Een dikke straal bloed spoot
recht omhoog en de twee mannen op 0
ski's vlogen er op aan, de eene man den
ander trekkende en bijna achter zich aan
sleepende. Johan boog Berners hoofd op
wond en zei:
„Drink, totdat je zoo dik bent als een ge
vulde meelzak!"
Keer op keer moest hij drinken en oo
Johan liet zich niet onbetuigd. Er bes a
zeker geen schepsel, dat zoo'n voorra
bloed heeft als dit soort dieren. Indien
zes mannen waren geweest, dan was er n
voor allen voldoende, want uit zoo n
wond loopt het bloed als water uit een
opende kraan. Berner moest herhaal
drinken en toen het bloed begon te ve
deren, waren beide mannen oververza
Het bloed, de mosthee en het baden,
gevoegd bij de geregelde afwassi hintc
deden wonderen en na twee weken
Berner hersteld. je
Gedurende die veertien dagen leef
mannen nu juist niet in overvloed. 6
gens, middags en 's avonds: zeeleeu
vleesch en thee en zoo min mogelijk
groene poeder, dat eens meel was Be %v8.
Niettegenstaande hun aller gezond hei
ren zij zoo mager als skeletten. Ze
han, die er nog het best tegen kon,
wel een levend lijk. ..„hi
(Wordt vervolg"