DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. No. 257 Zaterdag 31 October 1936 138e Jaargang Ondanks het bezit van een Vogelaar, is het den Raad nog niet gelukt de weggevlogen goudvinkjes weer in het gemeentelijke kooitje te brengen. Eenige ambachtslieden hebben het Victoriebad zoo waterdicht gemaakt, dat het eerst thans uitgelekt is, dat zij nog crediteuren zijn. Een kapitalist houdt meer van een zuren appel dan de heer Appel van een zuren kapitalist. Ramp te Rotterdam. Een ernstige ontploffing aan boord van een Grieksch stoomschip, liggende te Rot terdam, is oorzaak geweest van een groote ramp. Na de ontploffing brak een brand uit op het schip, dat één vuurzee werd. Men vreest een groot aan tal dooden en gewonden. (Zie voor bizonder heden vol gende pagina). Chineesche protesten bij de Japansche regeering. Het incident te Tai Yoean. ALKMAARSCH Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestda^n, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Op een agenda vol hamerstukken prijkte één bijlage van buitengewone beteekenis. Dat was het verzoek van Alkmaar aan Hare Majesteit de Koningin om de grenzen der gemeente te willen wijzigen en ze zoo te doen loopen, dat van de naastgelegen gemeenten Oudorp en Heiloo respectievelijk 83 en 110 H.A. zullen worden afgenomen en aan de stad der victorie zullen worden toe- jrvoegd. Laten we evenwel niet al te vlug over victorie spreken want een stad waarin men ran naastgelegen gemeenten een stukje land en liefst natuurlijk een dicht bevolkt «tukje land in beslag wil nemen, staat aan het begin van een lijdensweg waarvan het eind nog niet te overzien is. Nu gemeenten niet uitsluitend meer als zelfstandig beheerde gebiedsdeeltjes van den staat worden bekeken, nu zij, met haar baten en lasten en met haar winstgevende bedrijven in zoo velerlei opzicht als het ware concurreerende ondernemingen zijn geworden, die alle propaganda voor vestiging van een zoo groot mogelijk aantal kapitaal krachtige inwoners, van werkgevende fa brieken of bedrijven maken, nu is er een kaufmünnisch element in het besturen of liever exploiteeren der gemeente gekomen. Een gemeente is als het ware een zaak geworden, die met verstand en met dc noo- dige koopmanschap geleid moet worden. Vandaar dat zij haar plantsoenen, parken en bosschen etaleert, als meest directe mid del om kijkers te trekken. Kijken is koopen, zegt een bekende firma hier ter stede en zoo gaat het ook bij de gemeente. Men komt naar Alkmaar en men vindt het hier mooi en moet men dan een plaats van vestiging kiezen, dan gaat men na of inderdaad een stad als Alkmaar daarvoor in aanmerking kan komen. In het leven hier duur? Ziedaar een der eerste vragen en vandaar de behoefte om belastingen zoo laag moge lijk te doen zijn en de gegoede ingezetenen dus voor onze gemeente te behouden. Zijn er hier goede scholen? Wij hebben een staalkaart van scholen gehad, maar helaas hebben de moeilijke tijdsomstandigheden ons ook hier parten Bespeeld en zijn er in de laatste jaren heel wat verdwenen. En wat het schoolgeld be treft, stadgenooten, die nog het genoegen tebben kinderen op school te hebben, zul len dezer dagen wel opgeschrikt zijn door de ontvangst van een aanslagbiljet, dat on geveer 50 pCt. en soms nog meer hoo- ger is dan een jaar tevoren. Dat alles ziet er voor de gemeente nu niet bepaald rooskleurig uit, dat alles maakt het begrijpelijk, dat wij ons uit zelfbehoud te gen een zekere kapitaalsvlucht verzetten en bet is alleen maar een troost, dat het niet ®Ueen in Alkmaar zoo gaat, maar dat het zelfde verschijnsel zich in tal van andere gemeenten heeft vertoond of gaat vertoonen. Een middenstander wien het niet voor den wind gaat, schiet er weinig mee op of bet zijn buurman even slecht gaat, maar els hij zijn best doet het hoofd boven water te houden, is het vanzelfsprekend, dat hij bet niet zal kunnen verkroppen als velen Van zijn klanten zijn deur voorbij gaan om aan den overkant van de straat hun inkoo- Pen te doen. Ten slotte is ieder vrij om te koopen waar bij het best en goedkoopste terecht kan, ®aar wie een groot pand heeft met spiegel ruiten en etalagekasten, met straatbelasting 01 nog honderd andere belastingen, heeft meer bedrijfskosten dan wie er een eenvou dig zaakje op na houdt en zal zijn meerdere kosten op de een of andere wijze op zijn klanten moeten verhalen. Inderdaad zijn er klanten, die graag iets meer betalen voor de manier waarop zij be diend worden en voor de gemakken welke zij daarbij ondervinden. Heeft evenwel een 2aak, juist ten bate van dergelijke klanten, groote kosten gemaakt, dan is het volkomen te begrijpen, dat men zich meer dan gedu peerd voelt als die klanten plotseling ver dwijnen en hun geld voortaan op de toon bank van een anderen winkel gaan neer tellen. Zoo gaat het met zaken en zoo gaat het rnet gemeenten. Een stad met gemeentelijke diensten en bedrijven zit op zeer zware lasten. Er moe ten goede straten zijn, er moet behoorlijke verlichting en rioleering worden aange bracht. Een keurcorps politiemannen hand haaft de orde, een goed uitgeruste brand weer verhoogt de publieke veiligheid. Dat alles kost geld en dat alles betaalt een stad, die er prijs op stelt haar zielental niet alleen te behouden, maar ook te ver- grooten. Kan men zich dan niet voorstellen hoe ergerlijk het is als vele bewoners zich gaan onttrekken aan de min of meer mo- reele verplichting hun aandeel in de kosten van dat alles bij te dragen? Natuurlijk behoudt ieder de vrijheid om zich elders te vestigen, rpaar wie even over de grens onzer gemeente in een naastgele gen dorp gaat wonen blijft in vele opzichten van de stad profiteeren zonder daarvoor te betalen. Zeer velen hebben hun ambtsbe zigheden of hun bedrijven in Alkmaar ge houden, zij loopen of rijden dagelijks over onze wegen en profiteeren van onze ver lichting, zij zijn voor vrijwel alles op de stad georiënteerd gebleven met dit verschil, dat als er betaald moet worden, niet de ge meente-ontvanger van Alkmaar, maar die van Oudorp of Heiloo de belooning voor dat alles in ontvangst zal mogen nemen. Sedert de stichting van het Blockhove- park en na het bouwen van vele woningen langs den Straatweg en elders zijn vele Alkmaarsche goudvinkjes en minder goud kleurige vogeltjes het gemeentelijke kooitje uit gevlogen. Heiloo zette het deurtje van het dorpskooitje wijd open en het gemeentebe stuur daar ter plaatse heeft een juichkreet aangeheven wanneer telkens weer bleek, dat er een vogeltje was overgevlogen. Nu is Alkmaar een stad waar men best de zon in het water kan zien schijnen of, om in stijl te blijven, waar men het heele- maal niet zoo erg vindt als er zoo nu en dan eens een vogeltje wegvliegt. Maar ten slotte geldt ook hier het oude Hollandsche spreek woord, dat één vogel in de hand beter is dan tien in de lucht en dat één ingezetene, die hier zijn belasting voldoet, meer waard is dan tien, die dat in Heiloo gaan betalen. Alle bewoners van het zoogenaamde Ooie vaarsnest profiteeren van wat een stad als Alkmaar hen bieden kan en niet van wat zij uit het ver gelegen centrum van Oudorp cadeau krijgen. Het geheele Ooievaarsnest is een Alkmaarsche woonwijk en het Block- hovepark, alsmede de woningen op Hei- loosch gebied aan de grens onzer gemeente gelegen, huisvesten menschen, die in Alk maar en niet allereerst in het centrum van Heiloo thuis behooren. En wanneer de toe stand zoo wordt, dat zij die de stad trouw bleven de lasten voor hen en voor de ver trokkenen niet meer kunnen dragen, dan is het niet onbillijk om aan deze kapitaals- vlucht een einde te maken en een gebied aan te vragen dat niet anders dan als een verlengstuk van Alkmaar kan worden be keken. Dat Oudorp en Heiloo daarmede niet ac- coord gaan is vanzelfsprekend. Maar de billijkheid mag niet uit het oog worden verloren en als Alkmaar met de om liggende gemeenten niet tot overeenstem ming kan komen, als ook Gedeputeerde Sta ten bij wie Alkmaar nog altijd niet in een goed blaadje blijkt te staan niet willen medewerken om de gemeente te geven wat haar rechtens of billijkheidshalve toe komt, dan is het te begrijpen, dat men ge bruik maakt van de wetsbepalingen waarin het de gemeente veroorloofd wordt zich rechtstreeks tot de Kroon te wenden, waar van het thans door den Raad goedgekeurde adres het gevolg is geweest. Iedereen begrijpt waar het in gevallen als dit op neerkomt, maar een adresseerende gemeente kan het nu eenmaal niet zoo dui delijk zeggen als dat in een courantenartikel mogelijk is. Vandaar dat er in het adres aan H.M. de Koningin niet over Aikmaarders wordt gesproken, die wel van de stad profi teeren maar er geen belasting betalen, maar dat men getracht heeft op andere gronden de wenschelijkheid en noodzakelijkheid der grenswijziging in het licht te stellen. Ook wat dat betreft staat Alkmaar o.i. sterk. Wij zijn geen stad, die landhonger heeft, wij hebben geen imperialistische allures, die ons een stuk van een naburige gemeente doen verlangen omdat wij expansie noodig hebben, de strijd van Alkmaar om stukken van Heiloo en Oudorp is niet te vergelijken met die van Italië om Abessinië of iets der gelijks. Wij vragen slechts een betere grens regeling, waardoor voorkomen wordt, dat er aan de een zijde van de straat andere bouwvoorschriften en ander verordeningen gelden dan aan de andere. Wij wenschen geen halfslachtigen, die in Alkmaar werken en in Heiloo wonen, die in Alkmaar wande len en in Oudorp gaan slapen, die de post van Alkmaar en de boodschappen van Hei loo krijgen en die als ze vlak bij de grens wonen op het laatst zelf niet meer weten of ze stedelingen of dorpelingen zijn, totdat ze voor het betalen van hun belas ting de reis naar een verafgelegen raadhuis moeten maken. Wij wenschen gezonde toestanden en dui delijke grenzen, die zoodanig loopen, dat er een meer natuurlijke afscheiding wordt ver kregen, die ook in de naaste toekomst niet langer tot moeilijkheden en onbillijkheden kan leiden. En verder kunnen wij niet anders doen dan medehopen met de voorzitters van di verse raadsfracties, dat het verzoek van Alkmaar am höchster Stelle een gewillig oor zal vinden en dat al zal de uitslag van een dergelijk verzoek door allerlei for maliteiten wel lang op zich laten wachten het resultaat toch zal mogen zijn, dat Alkmaar het land en zijn bewoners verkrijgt waarop het rechtens en billijkerwijze aan spraak mag maken. Wij hebben altijd gehoord, dat de politie moest verhuizen niét alleen omdat het bu reau te klein werd, maar ook omdat de ver trekken voor de uitbreiding van het Stad huis noodig waren. Het is begrijpelijk, dat ook de Raad min of meer verrast was door het voorstel dat niet eens op de agenda stond om het ver laten politiebureau voortaan maar aan den Armenraad te geven. Die Armenraad zou dan ruimte kunnen maken voor den diesist ven Maatschappelijk Hulpbetoon en daardoor zou ook de Arbeids beurs weer uitgebreid en verbeterd kunnen worden. Wanneer het indercGad zoo is, als de heer Stoutjesdijk nu en ook vroeger verze kerde, dat patroons, die personeel noodig hebben,in dezelfde localiteit geholpen wor den waar ook de werkloozen toegang heb ben, dat zij door de tegenwoordigheid van deze laatsten niet alleen in hun gesprekken worden belemmerd maar door allerlei uit roepen van dezen zelfs worden gehinderd, dan is het begrijpelijk, dat van de Arbeids beurs weinig terecht zal komen omdat men er tegen opziet zich daar, voor vraag of aan bod van werkkrachten, te vervoegen. Daarin dient allereerst verandering ge bracht te worden en wanneer het bureau van Maatschappelijk Hulpbetoon uitbreiding behoeft wat nog altijd een veeg teeken des tijds is dan zal ook daar een oplossing moeten gevonden worden. Alleen is het begrijpelijk, dat de raad der gelijke ingrijpende voorstellen rustig wil bekijken en dat men er zich algemeen tegen verzet heeft een dergelijk belangrijk voor stel als een vervroegde Sinterklaas-surprise tusschen twee punten der agenda te behan delen. Het is opmerkelijk hoevele adressen door georganiseerde werkloozen tot de gemeente gericht worden waaraan door ministerieele voorschriften niet voldaan kan worden. Het is volkomen begrijpelijk, dat er vóór elf November koude dagen kunnen komen, en dat de werkloozen den kolentoeslag dus liever wat vroeger in welken vorm dan ook krijgen uitgekeerd. Alleenhet mag nu eenmaal niet en de gemeente heeft de wenken uit den Haag te gehoorzamen op gevaar de Rijkssubsidie te verliezen, waarvan de werkloozen zelf allereerst de dupe zouden worden. Men mag dat van algemeene bekendheid veronderstellen en daarom is het te betreu ren, dat de verantwoordelijke arbeiders in de 'organisaties, de bestuurders der Centra les, die dat alles moeten en kunnen weten, deze menschen niet den raad geven derge lijke nuttelooze adressen achterwege te la ten. Men voorkomt dan eenerzijds teleur stelling en anderzijds een zekere wrok tegen de gemeente, die er ten slotte ook niets aan veranderen kan en reeds alles in het werk stelt om voor de meest gedupeerde inge zetenen het leven zoo dragelijk mogelijk te maken. Wat dat betreft, moeten wij nog even over de huurverlaging spreken, omdat wij eten indruk hebben gekregen, dat B. en W. hier nog wat meer hadden kunnen bereiken. Wethouder Klaver heeft triomfantelijk medegedeeld, hoe schitterend en hoe vlug de onderhandelingen geslaagd waren om voor de gemeentewoningen in Den Haag de toe zegging van Rijkssteun voor huurverlaging te krijgen. Hij verwachtte een pluimpje, maar kreeg pen koude douche, toen de heer van Drunen informeerde wat er ten aanz.en van de woningen van diverse bouwvereeni- gingen was besloten. De gulden zweeft daar kwam het be toog van den wethouder op neer en de minister is ook aan het zweven gegaan. Hij weet zelf niet goed welken kant hij op het oogenblik uitzweeft, maar de windrichting is door de devalutie niet gunstig meer en er is gevaar dat alle verdere aanvragen in het water zullen vallen. Men mag terecht vragen, waarom in Alkmaar niet mogelijk is wat in Bergen wèl^ is verkregen en de heer van Drunen was dan ook optimistischer dan de wethouder en drong er op aan niet lijdelijk af te wachten, maar nogmaals onzen meest bekwamen amb tenaar naar de residentie te sturen om daar de belangen van Alkmaar op welsprekende wijze te bepleiten. Wij gelooven, dat de middenstanders, die reparaties aan het Victorie-bad verricht heb ben, eigenlijk een soort monikkenwerk heb ben gedaan, omdat dit bad thans in andere handen is gekomen en op een geheel andere wijze geëxploiteerd wordt. Maar dat alles neemt niet weg, dat die menschen tenslotte voor hun werk betaald moeten worden en het is evenzeer begrijpe lijk, dat zy zich daartoe tot de gemeente wenden, omdat deze thans het bad als on vrijwillig douceurtje zij het voor een be hoorlijk prijsje ten geschenke heeft ge kregen. Toen de gemeente het bad overnam, ston den deze menschen niet op de lijst der cre diteuren en in juridisch opzicht heeft de gemeente dus niets met hen te maken. Zij zijn de dupe, óf van hun eigen laksheid, óf van den directeur, die hun rekeningen ver zuimde over te leggen. Maar van een gemeentebestuur wordt nu eenmaal een zekere soepelheid en billijkheid vooral tegenover eigen inwoners verwacht en dus gingen er stemmen in den Raad op, ook deze gedupeerden nog maar schadeloos te stellen. Het bad is een strop geweest en of er dan een klein stropje meer of minder bijkomt doet eigenlijk weinig ter zake. Een gemeente, die zich met het baden gaat be moeien, moet ook een schoon gebaar kunnen maken en wij hopen voor de gedupeerden, dat de woorden, welke thans reeds te hun nen gunste in den Raad werden gesproken, weerklank bij het college van B. en W. en uitdrukking in een voor deze middenstan ders gunstig luidende bijlage mogen vinden. Den burgemeester is f 10.000 toegestaan om goederen in beslag te kunnen nemen welke dan door de gemeente betaald moe ten worden van winkeliers, die zich aan prijsopdrijving schuldig maken. De heer Appel,, die de prijzen in het bin nenland binnen afzienbaren tijd noodge dwongen ziet stijgen, vond hier een dank baar onderwerp om eens zijn standpunt tegenover devaluatie uiteen te zetten en voor degenen, die nog altijd niet weten wat dit eigenlijk is, zal het na zijn rede wel duide lijk geworden zijn, dat het een soort munt- vervalsching is, die uitgevonden is ten bate der kapitalisten. Hij had tevens gelegenheid zijn natuurlijke vijanden de sociaal demo craten de noodige speldenprikken toe te dienen en het gelukte hem zelfs den heer Van de Vall uit zijn huisje te lokken, die de redevoering van den heer Appel een kasteel noemde, dat bij nadere beschouwing alleen van gips en riet bleek te zijn en dus een niet-permanent expositiegebouw was, waar in de R.S.A.P.-er gelegenheid had zijn ver derfelijke propagandaleuzen te etaleeren. Toen de heer Appel zelfs de toestanden in België begon te bespreken, wist de burge meester gelukkig het debat binnen de Alk maarsche grenzen te houden. De Raad nam ten slotte het voorstel aan en het is te hopen, dat de gemeente zich van goede taxateurs zal voorzien, zoodat handige zakenmen- schen, door opzettelijke prijsopdrijving, geen gelegenheid krijgen een partijtje waardeloos goed voor een nog winstgevend bedrag aan den burgemeester te verkoopen. I Er staat in de Lindenlaan een karakte ristiek huisje en zelfs een pittoresk huisje waarin een oude man woont. Hoewel hij er alleen woont, is het huisje niet mooi en niet groot genoeg om voor be woning in aanmerking te komen, zoodat het onbewoonbaar verklaard werd en de eige naar moest verhuizen. De eigenaar is een oude man, die elders huur zal moeten maar niet kunnen betalen. Hij onderhoudt zijn schulpje en staat nie mand in den weg en eigenlijk staat het huisje ook niet in den weg en zoo werd hem thans voor de zesde maal een jaar uitstel verleend. Men had den wethouder jaren geleden al verteld, dat de man 90 jaar was, en dat was een groote factor geweest om alles maar op zijn natuurlijk beloop te laten. Evenwel bleek deze huisjes-eigenaar thans „pas" 76 te zijn. Hij was in verloop van jaren niet jonger geworden, maar men had den wet houder verkeerd ingelicht. De burgemeester deed voor den ouden man een goed woordje en wees er op, dat oude boomen niet meer verplant moeten worden en de Raad heeft nogmaals over zijn edelachtbaar hart gestreken, zoodat besloten werd, dat de bewoner van het perceel Lin denlaan 56 in zijn eigen huisje nog zijn 77sten verjaardag zal mogen vieren. Vermelden wij, dat de heer Dekker als op volger van den heer Bakker zijn geloofsbrie ven had ingezonden en dat deze, hoewel de heer Dekker in den Raad geen vreemdeling is, door de V.V.V. de heeren Venneker, Vogelaar en Van der Vall nagekeken en in orde werden bevonden en dat het besluit tot verlaging der politiesalarissen niet her zien zal worden ondanks het feit, dat een dergelijk besluit waarschijnlijk niet zou ge nomen zijn als de gulden een paar dagen vroeger aan den zweef was gegaan. Vermel den wij ten slotte, dat er een nieuwe direc teur is bij het bekende Bureau van verifi catie en dat deze er in geslaagd is de ge meente opnieuw een jaarabonnement te ver koopen, misgaders dat is een woord uit de Alkmaarsche Courant van 1836 dat de Stadsbusdienst voor de laatste maal 2000 als aandeel in het halfjaarlijksch verlies heeft gekregen en sedert anderhalf jaar op eigen beenen blijkt te kunnen staan of, beter gezegd, op eigen wielen blijkt te kunnen rijden, dan moet er aan het einde van deze beschouwing nog iets gezegd worden over het feit, dat de heer Bakker door zijn partij genooten in den steek gelaten de tafel der vroede vaderen heeft moeten ver laten. De burgemeester heeft hem terecht hulde gebracht voor zijn werkzaamheden als raadslid, als lid van het college van regen ten van het Ziekenhuis en als lid van Maat schappelijk Hulpbetoon. In al deze qualitei- ten heeft de heer Bakker veel en goed werk gedaan en wij kunnen het met mr. de Groot betreuren, dat de politiek zich weer van haar slechtsten kant heeft doen kennen en aan het maatschappelijk leven een werk kracht onttrokken heeft, die de rechte man op de rechte plaats was gebleken. Het verre Oosten Het Chineesche ministerie van buitenland- sche zaken heeft bij de Japansche ambassade drie protesten ingediend. In de eerste plaats klaagt Nanking erover, dat de souvereine rechten van China en het internationale recht geschonden zijn door de Japansche manoeuvres in Noord-China, die bovendien ernstige schade aan goederen hebben veroorzaakt. In de tweede plaats wordt geprotesteerd tegen de hatelijke en onjuiste berichten in de Japansche pers naar aanleiding van den moord op den gouverneur van Hoepeh. Ge- eischt wordt, dat de Japansche regeering dergelijke fantastische berichten, die al dus het protest een beleediging voor het Chineesche volk beteekenen, onderdrukt. Tenslotte worden bezwaren gemaakt tegen de bezetting van een Chineesch huis in de provincie Sjansi. Het incident te Tai Yoean. Volgens een in de Japansche bladen ver schenen bericht uit Tai Yoean, de hoofdstad van de provincie Sjansi in China, blijft de anti-Japansche agitatie daar aanhouden. De Japansche kolonie, bestaande uit 35 man, heeft echter besloten te Tai Yoean te blijven. De Japansche winkel, die geplun derd is, staat thans onder bewaking van Japansche militairen, een officier en een diplomatiek agent. Gevechten aan de grens van Tsjahar en Soei-joean. De Chineesche pers te Peking maakt mel ding van gevechten tusschen Chineesche regeeringsroepen en Mongoolsche benden aan de grens van Tsjahar en Soei-joean. De autoriteiten van Soei-joean verzekeren, dat zij den toestand beheerschen. De verjaardag van Tsjang Kai Sjek. Gelijk bekend, zijn ter gelegenheid van den vijftigsten verjaardag van maarschalk Tsjang Kai Sjek meer dan 70 moderne ge- vechts- en bombardementsvliegtuigen door het volk aan de regeering aangeboden. Het aantal militaire vliegtuigen, waarvan het totaal streng geheim gehouden wordt, zal mettertijd zijn toegenomen met 100 toestel len, betaald uit een fonds van 10 millioen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1