DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
No. 257
Zaterdag 31 October 1936
138e Jaargang
Ondanks het bezit van een Vogelaar, is het den Raad nog niet gelukt
de weggevlogen goudvinkjes weer in het gemeentelijke
kooitje te brengen.
Eenige ambachtslieden hebben het Victoriebad zoo waterdicht gemaakt,
dat het eerst thans uitgelekt is, dat zij nog crediteuren zijn.
Een kapitalist houdt meer van een zuren appel dan de heer Appel
van een zuren kapitalist.
Ramp te Rotterdam.
Een ernstige ontploffing
aan boord van een Grieksch
stoomschip, liggende te Rot
terdam, is oorzaak geweest
van een groote ramp.
Na de ontploffing brak een
brand uit op het schip, dat
één vuurzee werd.
Men vreest een groot aan
tal dooden en gewonden.
(Zie voor bizonder heden vol
gende pagina).
Chineesche protesten bij de
Japansche regeering.
Het incident te Tai Yoean.
ALKMAARSCH
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestda^n, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Op een agenda vol hamerstukken prijkte
één bijlage van buitengewone beteekenis.
Dat was het verzoek van Alkmaar aan
Hare Majesteit de Koningin om de grenzen
der gemeente te willen wijzigen en ze zoo
te doen loopen, dat van de naastgelegen
gemeenten Oudorp en Heiloo respectievelijk
83 en 110 H.A. zullen worden afgenomen en
aan de stad der victorie zullen worden toe-
jrvoegd.
Laten we evenwel niet al te vlug over
victorie spreken want een stad waarin men
ran naastgelegen gemeenten een stukje land
en liefst natuurlijk een dicht bevolkt
«tukje land in beslag wil nemen, staat
aan het begin van een lijdensweg waarvan
het eind nog niet te overzien is.
Nu gemeenten niet uitsluitend meer als
zelfstandig beheerde gebiedsdeeltjes van
den staat worden bekeken, nu zij, met haar
baten en lasten en met haar winstgevende
bedrijven in zoo velerlei opzicht als het
ware concurreerende ondernemingen zijn
geworden, die alle propaganda voor vestiging
van een zoo groot mogelijk aantal kapitaal
krachtige inwoners, van werkgevende fa
brieken of bedrijven maken, nu is er een
kaufmünnisch element in het besturen of
liever exploiteeren der gemeente gekomen.
Een gemeente is als het ware een zaak
geworden, die met verstand en met dc noo-
dige koopmanschap geleid moet worden.
Vandaar dat zij haar plantsoenen, parken
en bosschen etaleert, als meest directe mid
del om kijkers te trekken. Kijken is koopen,
zegt een bekende firma hier ter stede en zoo
gaat het ook bij de gemeente. Men komt
naar Alkmaar en men vindt het hier mooi
en moet men dan een plaats van vestiging
kiezen, dan gaat men na of inderdaad een
stad als Alkmaar daarvoor in aanmerking
kan komen.
In het leven hier duur?
Ziedaar een der eerste vragen en vandaar
de behoefte om belastingen zoo laag moge
lijk te doen zijn en de gegoede ingezetenen
dus voor onze gemeente te behouden.
Zijn er hier goede scholen?
Wij hebben een staalkaart van scholen
gehad, maar helaas hebben de moeilijke
tijdsomstandigheden ons ook hier parten
Bespeeld en zijn er in de laatste jaren heel
wat verdwenen. En wat het schoolgeld be
treft, stadgenooten, die nog het genoegen
tebben kinderen op school te hebben, zul
len dezer dagen wel opgeschrikt zijn door
de ontvangst van een aanslagbiljet, dat on
geveer 50 pCt. en soms nog meer hoo-
ger is dan een jaar tevoren.
Dat alles ziet er voor de gemeente nu niet
bepaald rooskleurig uit, dat alles maakt het
begrijpelijk, dat wij ons uit zelfbehoud te
gen een zekere kapitaalsvlucht verzetten en
bet is alleen maar een troost, dat het niet
®Ueen in Alkmaar zoo gaat, maar dat het
zelfde verschijnsel zich in tal van andere
gemeenten heeft vertoond of gaat vertoonen.
Een middenstander wien het niet voor
den wind gaat, schiet er weinig mee op of
bet zijn buurman even slecht gaat, maar
els hij zijn best doet het hoofd boven water
te houden, is het vanzelfsprekend, dat hij
bet niet zal kunnen verkroppen als velen
Van zijn klanten zijn deur voorbij gaan om
aan den overkant van de straat hun inkoo-
Pen te doen.
Ten slotte is ieder vrij om te koopen waar
bij het best en goedkoopste terecht kan,
®aar wie een groot pand heeft met spiegel
ruiten en etalagekasten, met straatbelasting
01 nog honderd andere belastingen, heeft
meer bedrijfskosten dan wie er een eenvou
dig zaakje op na houdt en zal zijn meerdere
kosten op de een of andere wijze op zijn
klanten moeten verhalen.
Inderdaad zijn er klanten, die graag iets
meer betalen voor de manier waarop zij be
diend worden en voor de gemakken welke
zij daarbij ondervinden. Heeft evenwel een
2aak, juist ten bate van dergelijke klanten,
groote kosten gemaakt, dan is het volkomen
te begrijpen, dat men zich meer dan gedu
peerd voelt als die klanten plotseling ver
dwijnen en hun geld voortaan op de toon
bank van een anderen winkel gaan neer
tellen.
Zoo gaat het met zaken en zoo gaat het
rnet gemeenten.
Een stad met gemeentelijke diensten en
bedrijven zit op zeer zware lasten. Er moe
ten goede straten zijn, er moet behoorlijke
verlichting en rioleering worden aange
bracht. Een keurcorps politiemannen hand
haaft de orde, een goed uitgeruste brand
weer verhoogt de publieke veiligheid.
Dat alles kost geld en dat alles betaalt
een stad, die er prijs op stelt haar zielental
niet alleen te behouden, maar ook te ver-
grooten. Kan men zich dan niet voorstellen
hoe ergerlijk het is als vele bewoners zich
gaan onttrekken aan de min of meer mo-
reele verplichting hun aandeel in de kosten
van dat alles bij te dragen?
Natuurlijk behoudt ieder de vrijheid om
zich elders te vestigen, rpaar wie even over
de grens onzer gemeente in een naastgele
gen dorp gaat wonen blijft in vele opzichten
van de stad profiteeren zonder daarvoor te
betalen. Zeer velen hebben hun ambtsbe
zigheden of hun bedrijven in Alkmaar ge
houden, zij loopen of rijden dagelijks over
onze wegen en profiteeren van onze ver
lichting, zij zijn voor vrijwel alles op de stad
georiënteerd gebleven met dit verschil, dat
als er betaald moet worden, niet de ge
meente-ontvanger van Alkmaar, maar die
van Oudorp of Heiloo de belooning voor dat
alles in ontvangst zal mogen nemen.
Sedert de stichting van het Blockhove-
park en na het bouwen van vele woningen
langs den Straatweg en elders zijn vele
Alkmaarsche goudvinkjes en minder goud
kleurige vogeltjes het gemeentelijke kooitje
uit gevlogen. Heiloo zette het deurtje van het
dorpskooitje wijd open en het gemeentebe
stuur daar ter plaatse heeft een juichkreet
aangeheven wanneer telkens weer bleek, dat
er een vogeltje was overgevlogen.
Nu is Alkmaar een stad waar men best
de zon in het water kan zien schijnen of,
om in stijl te blijven, waar men het heele-
maal niet zoo erg vindt als er zoo nu en dan
eens een vogeltje wegvliegt. Maar ten slotte
geldt ook hier het oude Hollandsche spreek
woord, dat één vogel in de hand beter is dan
tien in de lucht en dat één ingezetene, die
hier zijn belasting voldoet, meer waard is
dan tien, die dat in Heiloo gaan betalen.
Alle bewoners van het zoogenaamde Ooie
vaarsnest profiteeren van wat een stad als
Alkmaar hen bieden kan en niet van wat
zij uit het ver gelegen centrum van Oudorp
cadeau krijgen. Het geheele Ooievaarsnest
is een Alkmaarsche woonwijk en het Block-
hovepark, alsmede de woningen op Hei-
loosch gebied aan de grens onzer gemeente
gelegen, huisvesten menschen, die in Alk
maar en niet allereerst in het centrum van
Heiloo thuis behooren. En wanneer de toe
stand zoo wordt, dat zij die de stad trouw
bleven de lasten voor hen en voor de ver
trokkenen niet meer kunnen dragen, dan
is het niet onbillijk om aan deze kapitaals-
vlucht een einde te maken en een gebied
aan te vragen dat niet anders dan als een
verlengstuk van Alkmaar kan worden be
keken.
Dat Oudorp en Heiloo daarmede niet ac-
coord gaan is vanzelfsprekend.
Maar de billijkheid mag niet uit het oog
worden verloren en als Alkmaar met de om
liggende gemeenten niet tot overeenstem
ming kan komen, als ook Gedeputeerde Sta
ten bij wie Alkmaar nog altijd niet in een
goed blaadje blijkt te staan niet willen
medewerken om de gemeente te geven wat
haar rechtens of billijkheidshalve toe
komt, dan is het te begrijpen, dat men ge
bruik maakt van de wetsbepalingen waarin
het de gemeente veroorloofd wordt zich
rechtstreeks tot de Kroon te wenden, waar
van het thans door den Raad goedgekeurde
adres het gevolg is geweest.
Iedereen begrijpt waar het in gevallen als
dit op neerkomt, maar een adresseerende
gemeente kan het nu eenmaal niet zoo dui
delijk zeggen als dat in een courantenartikel
mogelijk is. Vandaar dat er in het adres aan
H.M. de Koningin niet over Aikmaarders
wordt gesproken, die wel van de stad profi
teeren maar er geen belasting betalen, maar
dat men getracht heeft op andere gronden
de wenschelijkheid en noodzakelijkheid der
grenswijziging in het licht te stellen.
Ook wat dat betreft staat Alkmaar o.i.
sterk.
Wij zijn geen stad, die landhonger heeft,
wij hebben geen imperialistische allures,
die ons een stuk van een naburige gemeente
doen verlangen omdat wij expansie noodig
hebben, de strijd van Alkmaar om stukken
van Heiloo en Oudorp is niet te vergelijken
met die van Italië om Abessinië of iets der
gelijks. Wij vragen slechts een betere grens
regeling, waardoor voorkomen wordt, dat
er aan de een zijde van de straat andere
bouwvoorschriften en ander verordeningen
gelden dan aan de andere. Wij wenschen
geen halfslachtigen, die in Alkmaar werken
en in Heiloo wonen, die in Alkmaar wande
len en in Oudorp gaan slapen, die de post
van Alkmaar en de boodschappen van Hei
loo krijgen en die als ze vlak bij de grens
wonen op het laatst zelf niet meer
weten of ze stedelingen of dorpelingen zijn,
totdat ze voor het betalen van hun belas
ting de reis naar een verafgelegen raadhuis
moeten maken.
Wij wenschen gezonde toestanden en dui
delijke grenzen, die zoodanig loopen, dat er
een meer natuurlijke afscheiding wordt ver
kregen, die ook in de naaste toekomst niet
langer tot moeilijkheden en onbillijkheden
kan leiden.
En verder kunnen wij niet anders doen
dan medehopen met de voorzitters van di
verse raadsfracties, dat het verzoek van
Alkmaar am höchster Stelle een gewillig
oor zal vinden en dat al zal de uitslag
van een dergelijk verzoek door allerlei for
maliteiten wel lang op zich laten wachten
het resultaat toch zal mogen zijn, dat
Alkmaar het land en zijn bewoners verkrijgt
waarop het rechtens en billijkerwijze aan
spraak mag maken.
Wij hebben altijd gehoord, dat de politie
moest verhuizen niét alleen omdat het bu
reau te klein werd, maar ook omdat de ver
trekken voor de uitbreiding van het Stad
huis noodig waren.
Het is begrijpelijk, dat ook de Raad min
of meer verrast was door het voorstel dat
niet eens op de agenda stond om het ver
laten politiebureau voortaan maar aan den
Armenraad te geven.
Die Armenraad zou dan ruimte kunnen
maken voor den diesist ven Maatschappelijk
Hulpbetoon en daardoor zou ook de Arbeids
beurs weer uitgebreid en verbeterd kunnen
worden.
Wanneer het indercGad zoo is, als de heer
Stoutjesdijk nu en ook vroeger verze
kerde, dat patroons, die personeel noodig
hebben,in dezelfde localiteit geholpen wor
den waar ook de werkloozen toegang heb
ben, dat zij door de tegenwoordigheid van
deze laatsten niet alleen in hun gesprekken
worden belemmerd maar door allerlei uit
roepen van dezen zelfs worden gehinderd,
dan is het begrijpelijk, dat van de Arbeids
beurs weinig terecht zal komen omdat men
er tegen opziet zich daar, voor vraag of aan
bod van werkkrachten, te vervoegen.
Daarin dient allereerst verandering ge
bracht te worden en wanneer het bureau
van Maatschappelijk Hulpbetoon uitbreiding
behoeft wat nog altijd een veeg teeken
des tijds is dan zal ook daar een oplossing
moeten gevonden worden.
Alleen is het begrijpelijk, dat de raad der
gelijke ingrijpende voorstellen rustig wil
bekijken en dat men er zich algemeen tegen
verzet heeft een dergelijk belangrijk voor
stel als een vervroegde Sinterklaas-surprise
tusschen twee punten der agenda te behan
delen.
Het is opmerkelijk hoevele adressen door
georganiseerde werkloozen tot de gemeente
gericht worden waaraan door ministerieele
voorschriften niet voldaan kan worden.
Het is volkomen begrijpelijk, dat er vóór
elf November koude dagen kunnen komen,
en dat de werkloozen den kolentoeslag dus
liever wat vroeger in welken vorm dan
ook krijgen uitgekeerd.
Alleenhet mag nu eenmaal niet en
de gemeente heeft de wenken uit den Haag
te gehoorzamen op gevaar de Rijkssubsidie
te verliezen, waarvan de werkloozen zelf
allereerst de dupe zouden worden.
Men mag dat van algemeene bekendheid
veronderstellen en daarom is het te betreu
ren, dat de verantwoordelijke arbeiders in
de 'organisaties, de bestuurders der Centra
les, die dat alles moeten en kunnen weten,
deze menschen niet den raad geven derge
lijke nuttelooze adressen achterwege te la
ten. Men voorkomt dan eenerzijds teleur
stelling en anderzijds een zekere wrok tegen
de gemeente, die er ten slotte ook niets aan
veranderen kan en reeds alles in het werk
stelt om voor de meest gedupeerde inge
zetenen het leven zoo dragelijk mogelijk te
maken.
Wat dat betreft, moeten wij nog even
over de huurverlaging spreken, omdat wij
eten indruk hebben gekregen, dat B. en W.
hier nog wat meer hadden kunnen bereiken.
Wethouder Klaver heeft triomfantelijk
medegedeeld, hoe schitterend en hoe vlug de
onderhandelingen geslaagd waren om voor
de gemeentewoningen in Den Haag de toe
zegging van Rijkssteun voor huurverlaging
te krijgen. Hij verwachtte een pluimpje,
maar kreeg pen koude douche, toen de heer
van Drunen informeerde wat er ten aanz.en
van de woningen van diverse bouwvereeni-
gingen was besloten.
De gulden zweeft daar kwam het be
toog van den wethouder op neer en de
minister is ook aan het zweven gegaan. Hij
weet zelf niet goed welken kant hij op het
oogenblik uitzweeft, maar de windrichting
is door de devalutie niet gunstig meer en er
is gevaar dat alle verdere aanvragen in het
water zullen vallen.
Men mag terecht vragen, waarom in
Alkmaar niet mogelijk is wat in Bergen wèl^
is verkregen en de heer van Drunen was dan
ook optimistischer dan de wethouder en
drong er op aan niet lijdelijk af te wachten,
maar nogmaals onzen meest bekwamen amb
tenaar naar de residentie te sturen om daar
de belangen van Alkmaar op welsprekende
wijze te bepleiten.
Wij gelooven, dat de middenstanders, die
reparaties aan het Victorie-bad verricht heb
ben, eigenlijk een soort monikkenwerk heb
ben gedaan, omdat dit bad thans in andere
handen is gekomen en op een geheel andere
wijze geëxploiteerd wordt.
Maar dat alles neemt niet weg, dat die
menschen tenslotte voor hun werk betaald
moeten worden en het is evenzeer begrijpe
lijk, dat zy zich daartoe tot de gemeente
wenden, omdat deze thans het bad als on
vrijwillig douceurtje zij het voor een be
hoorlijk prijsje ten geschenke heeft ge
kregen.
Toen de gemeente het bad overnam, ston
den deze menschen niet op de lijst der cre
diteuren en in juridisch opzicht heeft de
gemeente dus niets met hen te maken. Zij
zijn de dupe, óf van hun eigen laksheid, óf
van den directeur, die hun rekeningen ver
zuimde over te leggen.
Maar van een gemeentebestuur wordt nu
eenmaal een zekere soepelheid en billijkheid
vooral tegenover eigen inwoners verwacht
en dus gingen er stemmen in den Raad op,
ook deze gedupeerden nog maar schadeloos
te stellen. Het bad is een strop geweest en
of er dan een klein stropje meer of minder
bijkomt doet eigenlijk weinig ter zake. Een
gemeente, die zich met het baden gaat be
moeien, moet ook een schoon gebaar kunnen
maken en wij hopen voor de gedupeerden,
dat de woorden, welke thans reeds te hun
nen gunste in den Raad werden gesproken,
weerklank bij het college van B. en W. en
uitdrukking in een voor deze middenstan
ders gunstig luidende bijlage mogen vinden.
Den burgemeester is f 10.000 toegestaan om
goederen in beslag te kunnen nemen
welke dan door de gemeente betaald moe
ten worden van winkeliers, die zich aan
prijsopdrijving schuldig maken.
De heer Appel,, die de prijzen in het bin
nenland binnen afzienbaren tijd noodge
dwongen ziet stijgen, vond hier een dank
baar onderwerp om eens zijn standpunt
tegenover devaluatie uiteen te zetten en voor
degenen, die nog altijd niet weten wat dit
eigenlijk is, zal het na zijn rede wel duide
lijk geworden zijn, dat het een soort munt-
vervalsching is, die uitgevonden is ten bate
der kapitalisten. Hij had tevens gelegenheid
zijn natuurlijke vijanden de sociaal demo
craten de noodige speldenprikken toe te
dienen en het gelukte hem zelfs den heer
Van de Vall uit zijn huisje te lokken, die de
redevoering van den heer Appel een kasteel
noemde, dat bij nadere beschouwing alleen
van gips en riet bleek te zijn en dus een
niet-permanent expositiegebouw was, waar
in de R.S.A.P.-er gelegenheid had zijn ver
derfelijke propagandaleuzen te etaleeren.
Toen de heer Appel zelfs de toestanden in
België begon te bespreken, wist de burge
meester gelukkig het debat binnen de Alk
maarsche grenzen te houden. De Raad nam
ten slotte het voorstel aan en het is te hopen,
dat de gemeente zich van goede taxateurs
zal voorzien, zoodat handige zakenmen-
schen, door opzettelijke prijsopdrijving, geen
gelegenheid krijgen een partijtje waardeloos
goed voor een nog winstgevend bedrag aan
den burgemeester te verkoopen.
I Er staat in de Lindenlaan een karakte
ristiek huisje en zelfs een pittoresk huisje
waarin een oude man woont.
Hoewel hij er alleen woont, is het huisje
niet mooi en niet groot genoeg om voor be
woning in aanmerking te komen, zoodat het
onbewoonbaar verklaard werd en de eige
naar moest verhuizen.
De eigenaar is een oude man, die elders
huur zal moeten maar niet kunnen betalen.
Hij onderhoudt zijn schulpje en staat nie
mand in den weg en eigenlijk staat het huisje
ook niet in den weg en zoo werd hem thans
voor de zesde maal een jaar uitstel verleend.
Men had den wethouder jaren geleden al
verteld, dat de man 90 jaar was, en dat was
een groote factor geweest om alles maar op
zijn natuurlijk beloop te laten. Evenwel
bleek deze huisjes-eigenaar thans „pas" 76
te zijn. Hij was in verloop van jaren niet
jonger geworden, maar men had den wet
houder verkeerd ingelicht.
De burgemeester deed voor den ouden
man een goed woordje en wees er op, dat
oude boomen niet meer verplant moeten
worden en de Raad heeft nogmaals over zijn
edelachtbaar hart gestreken, zoodat besloten
werd, dat de bewoner van het perceel Lin
denlaan 56 in zijn eigen huisje nog zijn
77sten verjaardag zal mogen vieren.
Vermelden wij, dat de heer Dekker als op
volger van den heer Bakker zijn geloofsbrie
ven had ingezonden en dat deze, hoewel de
heer Dekker in den Raad geen vreemdeling
is, door de V.V.V. de heeren Venneker,
Vogelaar en Van der Vall nagekeken en
in orde werden bevonden en dat het besluit
tot verlaging der politiesalarissen niet her
zien zal worden ondanks het feit, dat een
dergelijk besluit waarschijnlijk niet zou ge
nomen zijn als de gulden een paar dagen
vroeger aan den zweef was gegaan. Vermel
den wij ten slotte, dat er een nieuwe direc
teur is bij het bekende Bureau van verifi
catie en dat deze er in geslaagd is de ge
meente opnieuw een jaarabonnement te ver
koopen, misgaders dat is een woord uit de
Alkmaarsche Courant van 1836 dat de
Stadsbusdienst voor de laatste maal 2000
als aandeel in het halfjaarlijksch verlies
heeft gekregen en sedert anderhalf jaar op
eigen beenen blijkt te kunnen staan of, beter
gezegd, op eigen wielen blijkt te kunnen
rijden, dan moet er aan het einde van deze
beschouwing nog iets gezegd worden over
het feit, dat de heer Bakker door zijn
partij genooten in den steek gelaten de
tafel der vroede vaderen heeft moeten ver
laten.
De burgemeester heeft hem terecht hulde
gebracht voor zijn werkzaamheden als
raadslid, als lid van het college van regen
ten van het Ziekenhuis en als lid van Maat
schappelijk Hulpbetoon. In al deze qualitei-
ten heeft de heer Bakker veel en goed werk
gedaan en wij kunnen het met mr. de Groot
betreuren, dat de politiek zich weer van
haar slechtsten kant heeft doen kennen en
aan het maatschappelijk leven een werk
kracht onttrokken heeft, die de rechte man
op de rechte plaats was gebleken.
Het verre Oosten
Het Chineesche ministerie van buitenland-
sche zaken heeft bij de Japansche ambassade
drie protesten ingediend.
In de eerste plaats klaagt Nanking erover,
dat de souvereine rechten van China en het
internationale recht geschonden zijn door de
Japansche manoeuvres in Noord-China, die
bovendien ernstige schade aan goederen
hebben veroorzaakt.
In de tweede plaats wordt geprotesteerd
tegen de hatelijke en onjuiste berichten in
de Japansche pers naar aanleiding van den
moord op den gouverneur van Hoepeh. Ge-
eischt wordt, dat de Japansche regeering
dergelijke fantastische berichten, die al
dus het protest een beleediging voor het
Chineesche volk beteekenen, onderdrukt.
Tenslotte worden bezwaren gemaakt tegen
de bezetting van een Chineesch huis in de
provincie Sjansi.
Het incident te Tai Yoean.
Volgens een in de Japansche bladen ver
schenen bericht uit Tai Yoean, de hoofdstad
van de provincie Sjansi in China, blijft de
anti-Japansche agitatie daar aanhouden.
De Japansche kolonie, bestaande uit 35
man, heeft echter besloten te Tai Yoean te
blijven. De Japansche winkel, die geplun
derd is, staat thans onder bewaking van
Japansche militairen, een officier en een
diplomatiek agent.
Gevechten aan de grens van Tsjahar
en Soei-joean.
De Chineesche pers te Peking maakt mel
ding van gevechten tusschen Chineesche
regeeringsroepen en Mongoolsche benden
aan de grens van Tsjahar en Soei-joean. De
autoriteiten van Soei-joean verzekeren, dat
zij den toestand beheerschen.
De verjaardag van Tsjang Kai Sjek.
Gelijk bekend, zijn ter gelegenheid van
den vijftigsten verjaardag van maarschalk
Tsjang Kai Sjek meer dan 70 moderne ge-
vechts- en bombardementsvliegtuigen door
het volk aan de regeering aangeboden. Het
aantal militaire vliegtuigen, waarvan het
totaal streng geheim gehouden wordt, zal
mettertijd zijn toegenomen met 100 toestel
len, betaald uit een fonds van 10 millioen