Rechtszaken Radiopcoqcamma t s Smltehm AMELAND IN DEN STORM. Lars Hanseri, ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 3 NOVEMBER 1936 De dijk langs de Zuidkust zwaar beschadigd. Invloed van den Afsluitdijk? Alkmaarsche Politierechter (Van onzen R.-redacteur). Nog één zoo'n storm zegt men op Ameland en al het lage land van ons eiland staat onder water. De ar beid van jaren dreigt te worden ver nield en vele hectaren cültuurgrond zullen door het zeewater onbruikbaar worden. De dijk, die de lage Zuidkust tegen de Waddenzee beschermt, heeft het de laatste dagen hard te verduren gehad. Er zijn groote gaten in geslagen en het zand van het dijklichaam is bloot komen te liggen, zoodat de gol ven van een nieuwen storm er vr; spel op zullen hebben. Nog niet zoo heel lang geleden is de dijk daar door het waterschap Nes-Buren met jteun van rijk en provincie gelegd. Voor heen spoelde bij stormweer het zeewater over de lage gronden, waarop wat koeien weia~en in den zomti en sommige boeren hun veldvruchten verbouwden. Maar men hield er vroeger rekening met jaarlijksche overstroomingen, zoodat het land niet zeer intensief bebouwd werd. Op den duur kon deze toestand niet gehandhaafd blijven, omdat de bevolking gestadig toenam, waardoor van het weide- en bouwland van Ameland steeds meer gevergd werd. Ongeveer zeven jaar geleden werd op de plaats, waar geen duinen een natuurlijke zeewering vormden, een dijk gelegd van ruim acht kilometer lengte. De aanleg kostte drie ton en de eigenaren namen hooge lasten op zich, tot een jaarlijksche bijdrage van wel 25 toe, om van den steeds terugkeerenden overlast bevrijd te raken. De dorpen hebben op Ameland nooit fevaar geloopen. Al van ouds waren daar dijken omheen gelegd, die tegen het hooge water bescherming gaven. Maar toen men beteren cutuurgrond noodig had, werd de dijk aan de Zuidkust aangelegd. Dit jaar nog is deze dijk belangrijk versterkt, het geen nog weer een tor. extra gekost heeft. Vier millioen klinkers zijn op de glooiing aangebracht en men meende zoodoende tegen alle eventualiteiten gewapend te zijn. Hoe anders is dat uitgevallen! De zee is onberekenbaar, dat is ook nu weer gebleken. Op 18 October stormde het op een wijze, die velen nog lang zal heugen. Ook op Ameland heeft men er de gevolgen van ondervonden. Den 2en Oc tober was juist de nieuwe klinkerbeveili ging gereed gekomen en ruim twee weken later werd daar al een flinke bres in ge slagen. Ongelukkiger kon het ook al niet treffen, daar het nieuwe klinkerdek zich nog niet gezet had en de tusschenruimten nog niet waren aangevuld. Zestig groote en kleine gaten werden in den dijk geslagen en met man en macht werd er gewerkt, om het gevaar van een doorbraak te keeren. Aan den voet van den dijk aan de land zijde staat een schuur, waarin het water schap allerlei materiaal ter versterking van den dijk heeft opgeslagen. Daar liggen zeilen, zakken, touwen, schoppen, lan- taaras en palen zoo voor het grijpen. Alles heeft er z(jn vaste plaats en het is op een dag als deze wel gebleken, hoe nuttig al die voorzorgsmaatregelen zijn. Met deze noodmaterialen heeft men zoo goed en zoo kwaad als het ging voorloopige voorzie ningen getroffen, om later tot een defini tief herstel te kunnen overgaan. ^aartPf is het niet kunnen komen. Want vóórdat men aan deze werkzaam heden kon denken, kwam de storm van het begin dezer week, die de bevolking van Ameland angstige uren deed beleven. Vele nieuwe gaten werden in den dijk geslagen en sommige kleinere gaten werden tot groote vereenigd. De noodklok heeft geluid over het eiland. Alles wat handen had hielp mee om het eigen land te bescher men. En het mocht gelukken, den dijk te behouden. Het gety was gunstig voor de Amelan- ?rs. Op 18 October, toen de grootste bres sen werden geslagen, was het springty. Nu stond de maan in een kwartierstand en het water kwam niet zoo hoog als den eersten keer. Dat is het behoud geweest van de lage gronden van Ameland en als er nu voorloopig geen nieuwe zware storm komt, hoopt men het eiland voor overstrooming te kunnen behoeden. Kranig werk De dijkopzichter Van den Beyaard heeft met zijn mannen kranig werk verricht. Er is gewerkt, zooals men dat alleen op cri- tieke momenten doen kan, maar het resul taat was dan ook, dat de dijk zyn water- keerende werking kon blijven verrichten De vliegende storm was wel een zware handicap daarbij, want speciaal het leggen van de zeilen was een moeiiyk werkje, omdat ze den menschen bijna uit de han den werden geslagen. Voor alarmeerende berichten is thans evenwel geen enkele grond aanwezig. De dijk ligt er nog, al zijn er groote gaten in geslagen. Het gevaar is alleen, dat het dijklichaam thans op vele plaatsen van de beschermende laag van klinkers en klei ontbloot is, zoo dat een nieuwe storm wel een ramp zou kunnen veroorzaken. Op vele plaatsen zijn geweldige gaten in den dijk geslagen. Verticaal loopen de randen daarvan naar beneden, tot in het zand, dat zoo gemakkelijk door stroomend water wordt weggespoeld. De klinkers van de versterking liggen her- en derwaarts verspreid. De zee moet wel een bijzondere krach: gehad hebben, als ze deze verwoes tingen allemaal heeft kunnen aanrichten. De afsluitdijk schuld? Vroeger hebben we nimmer zoo'n groo- ten wateraandrang gehad, beweren de Amelanders. Komt het, omdat de zee zich niet aan banden wil laten leggen en tegen den nieuwen dijk met nieuwe woede haar krachten inspant? Velen op het eiland be weren, dat de afsluitdijk in de Zuiderzee van alles de schuld is. Dit is natuurlijk moeiijk te bewyzen, omdat de kracht der elementen zich nimmer laat vergelijken en men niet kan nagaan hoe het in dezen storm zonder den afsluitdijk zou zijn ge gaan. Wel heeft de commissie-Lorentz daaromtrent berekeningen gemaakt, wel ke op sommige plaatsen langs de Wadden zee tot dijkverzwaring hebben geleid. Voor dit deel van deze zee echter werd een verhooging van het waterpeil door den in vloed van den afsluitdijk van hoogstens tien centimeter berekend. De Amelanders zijn het daar evenwel niet mee eens Men zal nu eerst, als 't weer het toelaat, herstellingswerken moeten gaan verrich ten. Veel materiaal is daarvoor al aange voerd van den vasten wal. Dan zal er ver der moeten worden beslist, of men den dijk in den laatsten toestand zal herstellen, of dat de bescherming verzwaard zal worden en de dijk zelf verhoogd. Het dagelijksch bestuur der provincie is reeds met den hoofdingenieur van den provincialen wa terstaat een kijkje gaan nemen. Want dit bestuur heeft het toezicht over de water schappen en het staat met moederlijke zorg de pupillen in moeilijkheden bij. Naar wij vernemen, is omtrent de versterking van den dijk spoedig een beslissing te wachten. ©O0®0®€H Zitting van 2 Nov. 1936. De rechtbank als incassobureau De kapper B. M. uit Winterswijk had in December van het vorige jaar een kappers zaak in Castricum en had daar o.a. consig natie-goederen van de fa. Keuss te Alkmaar. Deze goederen bestonden hoofdzakelijk uit tabaks- en rook-artikelen. Blijkbaar was de zaak evenwel niet zoo erg goed gegaan, want M. was naar zijn geboorteplaats Winterswijk teruggegaan en het bleek, dat de eigenaar der consignatie goederen nog een bedrag van ongeveer 48 had terug te vorderen. Uit verklaringen van den tabakshande laar J. R. Keuss bleek, dat de verdachte van het verschuldigde bedrag nog 17.50 had afbetaald, doch daarna geen aflossingen meer had gedaan. De officier van justitie merkte op, dat de justitie in deze kwestie feitelijk zoo'n beetje als incasso-bureau optreedt. Eisch 10 of 10 dagen. Uitspraak 14 dagen voorwaardelijke ge vangenisstraf met een proeftijd van twee jaar. Zijn eigen ruiten ingegooid. De meubelmaker H. J. R. uit Schagen had bij den burgemeester van Schagen een ruit ingegooid. Het bleek, dat verdachte vond dat hij door den burgemeester niet rechtvaardig was behandeld. Hij was n.L op een goeden dag bij den burgemeester ge komen en had hem gevraagd of er niet meer werk voor hem was in de werkverschaffing. Toen hieraan niets gedaan kon worden, was verdachte kwaad geworden en had zijn aan vankelijke bedreigingen in daden omgezet en met een tweetal steenen een ruit ver nield. De officier van justitie, die het geval zeer ernstig noemde, eischte een gevangenisstraf voor den tijd van twee maanden. Uitspraak een maand gevangenisstraf. Een heethoofdig Urkenaar. Op 4 Augustus was H. de W., timmerman op Urk bezig met planken z.g.n. „omhoog te steken", toen hij tegen een achter hem langs rijdende wielrijdster aanstootte. Deze laatste, die letterlijk en figuurlijk, onaange naam getroffen was, vertelde tegen de W.: „Je lijkt wel gek", waarop de W. in een vlaag van ongetemde woede de volgende plank naar het hoofd van de passeerende wielrijdster, in casu mej. H. Baarda, gooide. Deze was hierdoor aan den pols gewond ge worden. Eisch 10 of 5 dagen. Uitspraak conform. Om het kind. Een dochtertje van den grondwerker H. uit Wognum was op 9 Augustus aan het Woensdag 4 November. HILVERSUM, 301 M. (VARA-uitz.) 8-Gr.pL 9.30 Keukenpr. 10. VPRO-morgenwijding. 10.15 Caba- ret-progr. (gr.pl.) en Plan-causerie. 11.30 De positie van de werkloozen voorheen en thans, causerie. 12. Gr.pl. 12.15 De Flierefluiters mmv. solist. 1.1.45 Melody Circle. 2.— Orgelspel. 2.30 Voor de vrouwen. 3.05 Voor de kinderen. 5.30 VARA- orkest en gr.pl. 7.— Sportuitz. 7.15 Zang en gr.pl. 7.40 Sociale verzeke ring, causerie. 8.— Herh. SOS-ber. 8.03 Nieuwsber.-ANP en VARA- Varia. 8.15 Gr.pL 8.45 Radio-tooneel en VARA-Theater-orkest. 9.20 Gr. pl. 9.30 Dansmuziek. 10.ANP-ber. 10.05 Zang en orgel. 10.30 Melody Circle. 11.Huwelijksverhoudin gen, causerie. 11.30—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (NCRV- uitz.) 8.— Schriftlezing. 8.15—9.30 Gr.pL 10.30 Morgendienst. 11. 12.Zang en piano. 12.15 Gr.pL 12.30 Hollandsch harpkwartet. 2. Gr.pL 3.3.45 Viool en piano. 4. Orgelspel. 5.Kinderuur. 6. Landbouwhalfuur. 6.30 Onderwijs fonds v. d. Scheepvaart. 7.Ber. 7.15 Natuur-historische causerie. 7.45 Rep. 8.— ANP-ber. 8.15 Dank dienst voor het Gewas. 9.45 Gr.pL 10.ANP-ber. 10.05 Schaakcursus. IC.2011.30 Gr.pl. Hierna Schriftle zing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel spel. 11.35—11.50 Gr.pL 12.05 BBC- Northern-Ireland-orkest m. m. v. soliste. 12.50 Jazzmuziek. 1.202.20 Birminghamsch Hippodrome-orkest. 3.10 Het Friary Guildford orkest. 3.50 Piano-recital. 4.20 Vesper. 5.10 Het MacArthur-kwintet. 5.35 Dans muziek. 6.20 Ber. 6.40 Fransche causerie. 7.Komische dialoog. 7.20 Het Campoli-Trio. 7.50 Dans muziek. 8.35 BBC-Symph.-orkest m. m. v. solisten. 9.40 Ber. 10. Verv. concert. 10.45 Het Bridgewa- ter-kwintet. 11.3512.20 Dansmu ziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pL 11.20 Orkestconcert. 2.50 Symphonieconcert. 4.20 Gr.pL 5.50 Orkestconcert. 8.20 Operette-uitz. 9.05 Radiotooneel. 11.0512.35 Dans muziek en populair concert. KEULEN, 456 M. 5.50 en 11.20 Or kestconcert. 12.35 Omroeporkest. 3.50 Populair concert. 5.20 Omroep- strijkkwartet en piano. 6.20 Om- roepkwintet en solisten. 7.35 Rijks- uitz. „Jugend am Pflug". 8.05 Wag- ner-concert (gr.pL) 9.5011.20 Om- roepkleinorkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salon-orkest 1.30 Dansmuziek. 1.502.20 Gr.pL 6.20 Zang en orgelspel. 6.55 en 7.20 Gr. pl. 8.20 Omroeporkest. 9.20 Gr.pL 9.35 Symph.-concert 10.3011.20 Dansmuziek (gr.pL) 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Dansmuziek. 1.30 Sa lon-orkest. 1.502.20 Gr.pL 5.25 Omroeporkest. 6.35 Klein-orkest 8.20 Symph.-concert. 9.20 Gr.pL 9.35 Omroeporkest 10.3011.20 Dans muziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1671 M. 7.35 Viool en piano. 8.05 Ryksuitz.: Jugend am Pflug. 8.35 Gr.pL 9.20 Ber. 9.50 Trio-concert. 10.05 Weer» bericht. 10.2011.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Parijs R. 8.059.05, Keu len 9.059.20, Normandië 9.20— 11.20, Radio Danmark 11.2012.20, Brussel VI. 12.20—13.35, Keulen 13.3514.25, Luxemburg 14.25— 14.55, Parijs Radio 14.5517.20, Brussel Fr. 17.2018.20, Lond. Reg. 18.2019.20, Beromünster 19.20— 21.20, Brussel Fr. 21.2022.20, Brussel VL 22.2022.35, Weenen 22.35—24.—. Lijn 4: Brussel VL 8.9.30, Lu xemburg 9.3010.35, Droitwich 10.35—11.50, Lond. Reg. 11.50—12.50 Droitwich 12.5014.20, Lond. Reg. 14.2015.10, Droitwich 15.1018.20, Brussel VI. 18.2019.Droitwich 19.—20.45, Lond. Reg. 20.45—24.— L Een overwintering op Spitsbergen. 21) Dus alles wat voor Kristine nog overbleef bedroeg Kr. 39.86. Dreyer liep zijn kantoor °P en neer, terwijl Sivert voor zich uit zat Ie staren. Na een oogenblik stond hij op en riep: „Volgens mijn opvatting is er voor ons Menschen geen ellendiger bestaan dan op die duivelsche jjszee. Wat in satansnaam Dreyer" riep hij uit „Ik heb afgedaan «et al dat vloeken, dit heb ik me op deze reis voorgenomen maar God sta mij b.j daar zit die Kristine met haar troep kin deren en Berner is weg misschien we dood en morgen moet ik mijn zeeverkla- r«« afleggen en nu hebben we dit er nog bijl. Neen Dreyer, we moeten Kristine er d°or heen helpen, opdat zij het verder kan klaarspelen. Wij moeten een streep door baar rekening halen, zoowel wat die goede- ren als die voorschotten betreft, die je iaa. hebt gegeven. Boek het maar op mijn reke ning!" Dreyer schudde hem de hand zeggende. ..Schipper Olsen, ik sla voor dat we dee- Jij en ik, we dragen ieder de helft. La ten we het lot van die arme menschen v lichten zoo veel we kunnen. Op het 00ge" hiik zit ik zelf krap. Anders zou ik gaarne het geheel voor mijn rekening nemen, doch zooals de tijden thans zijn, kan ik dit niet. Dus, dan maar ieder de helft". Op het monsteringbureau werden de man schappen van „De Hoop" afgemonsterd, als zijnde van het 't laatst van de ijszee binnen .gekomen vaartuig, in den herfst van 1890. Sivert Olsen zat in het bureau van Trom- sö's schout. Er werd zitting gehouden voor Sivert's zeeverklaring. Hij moest de reden uiteenzetten waardoor hij niet alleen een sloep, doch bovendien vier mannen had verloren. Het journaal van „De Hoop", dat Lange Sivert dagelijks had bijgehouden (dat wil zeggen: nadat hij thuis was gekomen, had hij de zaak en het wedervaren gedurende de reis ingeschreven) lag voor den ad- junct-chout op tafel. Verschillende door dezen gedane vragen werden door Sivert beantwoord, doch, daar deze adjunct jong, ijverig en nog niet lang in functie was, deed hij meer dan de oude schout zou hebben gedaan en hij vroeg en polste en onder zocht de zaak zoodanig, dat het Lange Si vert begon te vervelen en hij er draaierig van ging worden. Sivert moest beginnen met een mondelinge verklaring af te leg gen over de geheele toedracht der zaak Zoo goed als hij kon, vertelde hij, hoe het ijs was komen opzetten, hoe dit de sloep had ingesloten en hoe hij zelf met „De Hoon" er ter nauwernood aan was ontkomen. Na een lang en pijnlijk verhoor, hetwelk Sivert zoodanig prikkelde, dat hij zijn best moest doen om niet boos te worden, vroeg de adjunct: „Vertel mij nu nog eens schipper Olsen, in dien jij nu, zooals men zegt, zulk een be kwaam ijszeevaarder bent,.,, waarom zeil de je dan naar een plaats, waardoor jü, schipper, het leven van je manschappen in gevaar hebt gebracht en niet alleen dit, doch dat je zoodanig hebt gehandeld, dat je daardoor den dood van de vier mannen hebt veroorzaakt Sivert werd zoo rood als een kreeft, doch hij kon geen woord uitbrengen. Hij probeerde te antwoorden doch hij moest maar al denken of hij dan wer kelijk zoo'n dwaas was geweest om naar ginds heen te zeilen Doch hij en zoo veel anderen waren daar immers zoo dik wijls geweest, en nog later in het jaar dan dezen keer en zij waren toch weer goed en wel thuis gekomen! Toen hij geen antwoord kreeg, vervolgde de adjunct: „Je weet toch wel, Sivert Olsen, dat een schipper aansprakelijk is voor zijn man schappen en dat er rechtsingang wordt ver leend tegen een schipper, die door onver schilligheid of nalatigheid het leven van zijn mannen in gevaar brengt Nooit in zijn leven was Sivert zoo ge schrokken deze nieuwe adjunct, hier, wilde hem zeker eens bang maken Daar, in het Noorden, had hij met „De Hoop" in het ijs gezeten en hij had gekruist en gewacht, of de ijsbank weer van de landzijde zou komen opzetten, zoodat hij de Skagersbaai had kunnen binnen komen, om Johan Troms en diens mannen weer aan boord te kunnen opnemen. Hij had immers daarop zoo lang gewacht, dat hij bijna de kans had verkeken, om zelf met zijn schip naar huis te kunnen komen hij vond 't toch vreemd van dien schout, al was deze dan ook nog een nieuweling. Hij had toch wel gezien hoe „De Hoop" er uit zag, toen zy binnen kwam geheel onder bet ijs* zoo- spelen geweest op het erf van den assura deur P. TooL aldaar. Blijkbaar was deze niet erg goed gemutst, tenminste het meisje was weggejaagd met bewoordingen als: „dat rooie tuig kunnen we hier niet gebruiken", waarbij Tool meer op de haarkleur van het kind, dan op de politieke gezindheid van den vader doelde. Deze behandeling had natuurlijk de erger nis opgewekt van verdachte J., die hierover met Tool wel eens een onderhoud wilde heb ben, doch die bij zijn komst zoowel voor- als achterdeur gesloten vond. Toen de voordeur even later toch geopend was, had J. na een korte woordenwisseling Tool een slag in het gezicht toegediend. Eisch 10 of 5 dagen. Uitspraak conform. Als de wijn is in den man De kermis in Grootebroek eischte dit jaar weer een slachtoffer. De gevolgen waren gelukkig wel niet zoo erg, maar het zag cr voor den arbeider K. Loots in den beginne niet zoo erg best uit. Hij was n.L in het café van Haakman te Grootebroek aan het feest vieren geweest en tijdens deze feestelijkhe den was hij al een keer in conflict gekomen met N. K. uit Grootebroek, zoo zelfs, dat van beide kanten klappen waren gevallfen. Het feestgedruisch had evenwel de gemoe deren weer wat tot bedaren gebracht, doch tegen sluitingstijd was de oude veete weer boven gekomen en bij den uitgang was het opnieuw tot een treffen gekomen, tusschen de twee tegenstanders, die zoo langzamer hand aardig de hoogte hadden gekregen. In zijn vechtlust had K. zijn vijand hierbij met een ijzeren steel een klap op het hoofd ge geven, waardoor deze een 20 uur bewuste loos had gelegen. Eisch 3 maanden gevangenisstraf. Uit spraak 2 maanden gevangenisstraf. Heldersche beleedigingen. De koopman W. F. J. W. had in het poli dat het schip ternauwernood zijn eigen ge wicht kon dragen en nu kwam hier die man van de wet en hield hem voor nu zou hij misschien gestraft worden mis schien wel tuchthuis... of wie weet wat hem nog wachtte Het noodzweet brak hem uit. Hij veegde met een grooten zakdoek zich het gezicht af. De twee bijzittende zaakkundigen de oude kapiteins Albrichtsen en Jakobsen probeerden met eenige opmerkingen er tusschen te komen en de zaak een andere richting te geven, want zij merkten beiden immers duidelijk, dat Lange Sivert door dezen nieuwen adjunct-schout in het nauw werd gebracht en dat die zaak niet zóó be hoorde behandeld te worden doch hun pogen werd door den adjunct kort afgesne den. Deze ging met zijn kruisverhoor door en hij nam Sivert verder onderhan den. „Je zegt, schipper Olsen, toen je genood zaakt werd van Noorseiland weg te zeilen, omdat de ijsbank in aantocht was en je schip gevaar liep te worden ingesloten, dat je toen Zuidwaarts bent gaan koersen. Nu is mijn vraag: Kon je niet Oostwaarts zei len in de richting van Skagersbaai en op die manier in de buurt van de vier man nen komen, om dezen weer aan boord te krijgenHadt je dit gedaan, dan hadt je de sloep zeker teruggekregen. Zoo begrijp ik de zaak, gezien de hier voor mij liggende verklaringen van je drie mannen en, in de eerste plaats volgens jou eigen bekentenis. Daarom vraag ik je nogmaals, of je, in plaats van naar het Zuiden, niet beter Oostwaarts, dus de sloep tegemoet, hadt kunnen zeilen. Kon je dit niet hebben ge daan .7 Verklaar ons dit nu eens met een tiebureau te den Helder eenige zeer belee- digende benamingen gezegd aan het adres van mej. G. Visscher-Vischschraper te den Helder, waarbij W. moest ondervinden, dat een politiebureau nu wel de meest onge schikte plaats is om iemand straffeloos te kunnen beleedigen. Eisch 25 of 15 dagen hechtenis. Uitspraak 15 of 10 dagen hechtenis. Dure kooltjes. De werkman A. Th. K. uit Grootebroek had op de veiling te Bovenkarspel op 31 Juni een roode kool gestolen. K. was werk zaam op de los- en laadplaats aldaar en meende, dat hij de kool wel voor eigen ge bruik kon meenemen. Dit was echter niet onopgemerkt geschied, zoodat het kooltje thans betaald moest worden met een boete van 10 of 5 dagen hechtenis. Eenzelfde poging, zij het dan ook op iets grooteren schaal, was gepleegd door J. C. B. en Th. J. B., beiden uit Grootebroek. Hier had J. C. B. 4 kooien uit een langs de kade liggende schuit weten te halen en hiervan had Th. J. B. er 2 geïncasseerd. Hoewel het hier gele kooien betrof taxeer de de politierechter de waarde gelijk aan die van de roode kooL weshalve beide ver dachten veroordeeld werden tot 20 of 10 dagen, een prijs die de tuinders nog wel nooit gemaakt zullen hebben. Een slechte reclame. De kapper W. V. te Hoorn had in zijn zaak aldaar den landbouwer G. Pennekamp be- leedigd. V., die waarschijnlijk om zijn klan ten te boeien alle schandaaltjes van Hoorn bespreekt, had een geheelen avond allerlei lasterpraatjes aan het adres van Pennekamp zitten te vertellen aan de klanten die bij hem onder het mes kwamen. Daar toevallig ook een vriendje van Pennekamp in de scheersalon aanwezig was, bleef het ver haaltje niet alleen in den scheerwinkel, paar eenvoudige, duidelijke woorden". Lange Sivert stond op en verklaarde: „Zeker had ik Oostwaarts in de richting van de sloep kunnen zeilen, doch dan zou „De Hoop" tusschen het ijs zijn bekneld ge raakt en wij hadden het schip verloren". Afgemat zette hij zich weer. De adjunct wachtte even; toen zei hij, nadat hij de woorden van Sivert in het proces-verbaal had genoteerd: „Je antwoord bewijst dus, dat je zeer goed in de richting van de sloep hadt kun nen zeilen. Je waart dan dichter in de buurt van de vier mannen gekomen dan door Zuidwaarts te koersen. Dat je dan je schip hadt verlorenen daarom schijnt het mij dat de zaak zóó ligt, dat ten opzich te van schipper Olsen bewezen is een on verschilligheid men zou het ook een laf heid kunnen noemen door maar weg te zeilen en de vier mannen aan hun lot over te laten. Verder heb je zelf verklaard, dat het zeer onwaarschijnlijk is, dat de vier menschen er het leven zullen afbrengen. Na het inzicht dat ik van je handelwijze heb gekregen, is het nu de vraag, of er om trent deze zaak een aanklacht bij het zee gerecht behoort te worden ingediend en met het oog op de overtuigende bewijzen is dit het geval en moet de zaak als volgt worden geformuleerd: Strafzaak tegen schipper Olsen van Tromsö, wegens van vier man op Spitsber gen te zijn weggezeild, deze aan hun lot overlatende, terwijl hij overtuigd was, dat zij moesten omkomen". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9