Rechtszaken
Radiopcoqcamma
t
s
Smltehm
AMELAND IN DEN STORM.
Lars Hanseri,
ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 3 NOVEMBER 1936
De dijk langs de Zuidkust zwaar beschadigd.
Invloed van den Afsluitdijk?
Alkmaarsche Politierechter
(Van onzen R.-redacteur).
Nog één zoo'n storm zegt men op
Ameland en al het lage land van
ons eiland staat onder water. De ar
beid van jaren dreigt te worden ver
nield en vele hectaren cültuurgrond
zullen door het zeewater onbruikbaar
worden. De dijk, die de lage Zuidkust
tegen de Waddenzee beschermt, heeft
het de laatste dagen hard te verduren
gehad. Er zijn groote gaten in geslagen
en het zand van het dijklichaam is
bloot komen te liggen, zoodat de gol
ven van een nieuwen storm er vr;
spel op zullen hebben.
Nog niet zoo heel lang geleden is de dijk
daar door het waterschap Nes-Buren met
jteun van rijk en provincie gelegd. Voor
heen spoelde bij stormweer het zeewater
over de lage gronden, waarop wat koeien
weia~en in den zomti en sommige boeren
hun veldvruchten verbouwden. Maar men
hield er vroeger rekening met jaarlijksche
overstroomingen, zoodat het land niet zeer
intensief bebouwd werd. Op den duur kon
deze toestand niet gehandhaafd blijven,
omdat de bevolking gestadig toenam,
waardoor van het weide- en bouwland
van Ameland steeds meer gevergd werd.
Ongeveer zeven jaar geleden werd op de
plaats, waar geen duinen een natuurlijke
zeewering vormden, een dijk gelegd van
ruim acht kilometer lengte. De aanleg
kostte drie ton en de eigenaren namen
hooge lasten op zich, tot een jaarlijksche
bijdrage van wel 25 toe, om van den
steeds terugkeerenden overlast bevrijd te
raken.
De dorpen hebben op Ameland nooit
fevaar geloopen. Al van ouds waren daar
dijken omheen gelegd, die tegen het hooge
water bescherming gaven. Maar toen men
beteren cutuurgrond noodig had, werd de
dijk aan de Zuidkust aangelegd. Dit jaar
nog is deze dijk belangrijk versterkt, het
geen nog weer een tor. extra gekost heeft.
Vier millioen klinkers zijn op de glooiing
aangebracht en men meende zoodoende
tegen alle eventualiteiten gewapend te
zijn. Hoe anders is dat uitgevallen!
De zee is onberekenbaar, dat is ook nu
weer gebleken. Op 18 October stormde
het op een wijze, die velen nog lang zal
heugen. Ook op Ameland heeft men er de
gevolgen van ondervonden. Den 2en Oc
tober was juist de nieuwe klinkerbeveili
ging gereed gekomen en ruim twee weken
later werd daar al een flinke bres in ge
slagen. Ongelukkiger kon het ook al niet
treffen, daar het nieuwe klinkerdek zich
nog niet gezet had en de tusschenruimten
nog niet waren aangevuld. Zestig groote en
kleine gaten werden in den dijk geslagen
en met man en macht werd er gewerkt, om
het gevaar van een doorbraak te keeren.
Aan den voet van den dijk aan de land
zijde staat een schuur, waarin het water
schap allerlei materiaal ter versterking
van den dijk heeft opgeslagen. Daar liggen
zeilen, zakken, touwen, schoppen, lan-
taaras en palen zoo voor het grijpen. Alles
heeft er z(jn vaste plaats en het is op een
dag als deze wel gebleken, hoe nuttig al
die voorzorgsmaatregelen zijn. Met deze
noodmaterialen heeft men zoo goed en zoo
kwaad als het ging voorloopige voorzie
ningen getroffen, om later tot een defini
tief herstel te kunnen overgaan.
^aartPf is het niet kunnen komen.
Want vóórdat men aan deze werkzaam
heden kon denken, kwam de storm van
het begin dezer week, die de bevolking van
Ameland angstige uren deed beleven. Vele
nieuwe gaten werden in den dijk geslagen
en sommige kleinere gaten werden tot
groote vereenigd. De noodklok heeft geluid
over het eiland. Alles wat handen had
hielp mee om het eigen land te bescher
men. En het mocht gelukken, den dijk te
behouden.
Het gety was gunstig voor de Amelan-
?rs. Op 18 October, toen de grootste bres
sen werden geslagen, was het springty. Nu
stond de maan in een kwartierstand en het
water kwam niet zoo hoog als den eersten
keer. Dat is het behoud geweest van de
lage gronden van Ameland en als er nu
voorloopig geen nieuwe zware storm komt,
hoopt men het eiland voor overstrooming
te kunnen behoeden.
Kranig werk
De dijkopzichter Van den Beyaard heeft
met zijn mannen kranig werk verricht. Er
is gewerkt, zooals men dat alleen op cri-
tieke momenten doen kan, maar het resul
taat was dan ook, dat de dijk zyn water-
keerende werking kon blijven verrichten
De vliegende storm was wel een zware
handicap daarbij, want speciaal het leggen
van de zeilen was een moeiiyk werkje,
omdat ze den menschen bijna uit de han
den werden geslagen.
Voor alarmeerende berichten is thans
evenwel geen enkele grond aanwezig.
De dijk ligt er nog, al zijn er groote
gaten in geslagen. Het gevaar is alleen,
dat het dijklichaam thans op vele
plaatsen van de beschermende laag
van klinkers en klei ontbloot is, zoo
dat een nieuwe storm wel een ramp
zou kunnen veroorzaken.
Op vele plaatsen zijn geweldige gaten in
den dijk geslagen. Verticaal loopen de
randen daarvan naar beneden, tot in het
zand, dat zoo gemakkelijk door stroomend
water wordt weggespoeld. De klinkers van
de versterking liggen her- en derwaarts
verspreid. De zee moet wel een bijzondere
krach: gehad hebben, als ze deze verwoes
tingen allemaal heeft kunnen aanrichten.
De afsluitdijk schuld?
Vroeger hebben we nimmer zoo'n groo-
ten wateraandrang gehad, beweren de
Amelanders. Komt het, omdat de zee zich
niet aan banden wil laten leggen en tegen
den nieuwen dijk met nieuwe woede haar
krachten inspant? Velen op het eiland be
weren, dat de afsluitdijk in de Zuiderzee
van alles de schuld is. Dit is natuurlijk
moeiijk te bewyzen, omdat de kracht der
elementen zich nimmer laat vergelijken en
men niet kan nagaan hoe het in dezen
storm zonder den afsluitdijk zou zijn ge
gaan. Wel heeft de commissie-Lorentz
daaromtrent berekeningen gemaakt, wel
ke op sommige plaatsen langs de Wadden
zee tot dijkverzwaring hebben geleid.
Voor dit deel van deze zee echter werd een
verhooging van het waterpeil door den in
vloed van den afsluitdijk van hoogstens
tien centimeter berekend. De Amelanders
zijn het daar evenwel niet mee eens
Men zal nu eerst, als 't weer het toelaat,
herstellingswerken moeten gaan verrich
ten. Veel materiaal is daarvoor al aange
voerd van den vasten wal. Dan zal er ver
der moeten worden beslist, of men den dijk
in den laatsten toestand zal herstellen, of
dat de bescherming verzwaard zal worden
en de dijk zelf verhoogd. Het dagelijksch
bestuur der provincie is reeds met den
hoofdingenieur van den provincialen wa
terstaat een kijkje gaan nemen. Want dit
bestuur heeft het toezicht over de water
schappen en het staat met moederlijke
zorg de pupillen in moeilijkheden bij. Naar
wij vernemen, is omtrent de versterking
van den dijk spoedig een beslissing te
wachten.
©O0®0®€H
Zitting van 2 Nov. 1936.
De rechtbank als incassobureau
De kapper B. M. uit Winterswijk had in
December van het vorige jaar een kappers
zaak in Castricum en had daar o.a. consig
natie-goederen van de fa. Keuss te Alkmaar.
Deze goederen bestonden hoofdzakelijk uit
tabaks- en rook-artikelen.
Blijkbaar was de zaak evenwel niet zoo
erg goed gegaan, want M. was naar zijn
geboorteplaats Winterswijk teruggegaan en
het bleek, dat de eigenaar der consignatie
goederen nog een bedrag van ongeveer 48
had terug te vorderen.
Uit verklaringen van den tabakshande
laar J. R. Keuss bleek, dat de verdachte van
het verschuldigde bedrag nog 17.50 had
afbetaald, doch daarna geen aflossingen
meer had gedaan.
De officier van justitie merkte op, dat de
justitie in deze kwestie feitelijk zoo'n beetje
als incasso-bureau optreedt. Eisch 10 of
10 dagen.
Uitspraak 14 dagen voorwaardelijke ge
vangenisstraf met een proeftijd van twee
jaar.
Zijn eigen ruiten ingegooid.
De meubelmaker H. J. R. uit Schagen
had bij den burgemeester van Schagen een
ruit ingegooid. Het bleek, dat verdachte
vond dat hij door den burgemeester niet
rechtvaardig was behandeld. Hij was n.L
op een goeden dag bij den burgemeester ge
komen en had hem gevraagd of er niet meer
werk voor hem was in de werkverschaffing.
Toen hieraan niets gedaan kon worden, was
verdachte kwaad geworden en had zijn aan
vankelijke bedreigingen in daden omgezet
en met een tweetal steenen een ruit ver
nield.
De officier van justitie, die het geval zeer
ernstig noemde, eischte een gevangenisstraf
voor den tijd van twee maanden. Uitspraak
een maand gevangenisstraf.
Een heethoofdig Urkenaar.
Op 4 Augustus was H. de W., timmerman
op Urk bezig met planken z.g.n. „omhoog te
steken", toen hij tegen een achter hem
langs rijdende wielrijdster aanstootte. Deze
laatste, die letterlijk en figuurlijk, onaange
naam getroffen was, vertelde tegen de W.:
„Je lijkt wel gek", waarop de W. in een
vlaag van ongetemde woede de volgende
plank naar het hoofd van de passeerende
wielrijdster, in casu mej. H. Baarda, gooide.
Deze was hierdoor aan den pols gewond ge
worden.
Eisch 10 of 5 dagen. Uitspraak conform.
Om het kind.
Een dochtertje van den grondwerker H.
uit Wognum was op 9 Augustus aan het
Woensdag 4 November.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-uitz.)
8-Gr.pL 9.30 Keukenpr. 10.
VPRO-morgenwijding. 10.15 Caba-
ret-progr. (gr.pl.) en Plan-causerie.
11.30 De positie van de werkloozen
voorheen en thans, causerie. 12.
Gr.pl. 12.15 De Flierefluiters mmv.
solist. 1.1.45 Melody Circle. 2.—
Orgelspel. 2.30 Voor de vrouwen.
3.05 Voor de kinderen. 5.30 VARA-
orkest en gr.pl. 7.— Sportuitz. 7.15
Zang en gr.pl. 7.40 Sociale verzeke
ring, causerie. 8.— Herh. SOS-ber.
8.03 Nieuwsber.-ANP en VARA-
Varia. 8.15 Gr.pL 8.45 Radio-tooneel
en VARA-Theater-orkest. 9.20 Gr.
pl. 9.30 Dansmuziek. 10.ANP-ber.
10.05 Zang en orgel. 10.30 Melody
Circle. 11.Huwelijksverhoudin
gen, causerie. 11.30—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (NCRV-
uitz.) 8.— Schriftlezing. 8.15—9.30
Gr.pL 10.30 Morgendienst. 11.
12.Zang en piano. 12.15 Gr.pL
12.30 Hollandsch harpkwartet. 2.
Gr.pL 3.3.45 Viool en piano. 4.
Orgelspel. 5.Kinderuur. 6.
Landbouwhalfuur. 6.30 Onderwijs
fonds v. d. Scheepvaart. 7.Ber.
7.15 Natuur-historische causerie.
7.45 Rep. 8.— ANP-ber. 8.15 Dank
dienst voor het Gewas. 9.45 Gr.pL
10.ANP-ber. 10.05 Schaakcursus.
IC.2011.30 Gr.pl. Hierna Schriftle
zing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
spel. 11.35—11.50 Gr.pL 12.05 BBC-
Northern-Ireland-orkest m. m. v.
soliste. 12.50 Jazzmuziek. 1.202.20
Birminghamsch Hippodrome-orkest.
3.10 Het Friary Guildford orkest.
3.50 Piano-recital. 4.20 Vesper. 5.10
Het MacArthur-kwintet. 5.35 Dans
muziek. 6.20 Ber. 6.40 Fransche
causerie. 7.Komische dialoog.
7.20 Het Campoli-Trio. 7.50 Dans
muziek. 8.35 BBC-Symph.-orkest
m. m. v. solisten. 9.40 Ber. 10.
Verv. concert. 10.45 Het Bridgewa-
ter-kwintet. 11.3512.20 Dansmu
ziek.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20
Gr.pL 11.20 Orkestconcert. 2.50
Symphonieconcert. 4.20 Gr.pL 5.50
Orkestconcert. 8.20 Operette-uitz.
9.05 Radiotooneel. 11.0512.35 Dans
muziek en populair concert.
KEULEN, 456 M. 5.50 en 11.20 Or
kestconcert. 12.35 Omroeporkest.
3.50 Populair concert. 5.20 Omroep-
strijkkwartet en piano. 6.20 Om-
roepkwintet en solisten. 7.35 Rijks-
uitz. „Jugend am Pflug". 8.05 Wag-
ner-concert (gr.pL) 9.5011.20 Om-
roepkleinorkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Salon-orkest 1.30
Dansmuziek. 1.502.20 Gr.pL 6.20
Zang en orgelspel. 6.55 en 7.20 Gr.
pl. 8.20 Omroeporkest. 9.20 Gr.pL
9.35 Symph.-concert 10.3011.20
Dansmuziek (gr.pL) 484 M.: 12.20
Gr.pL 12.50 Dansmuziek. 1.30 Sa
lon-orkest. 1.502.20 Gr.pL 5.25
Omroeporkest. 6.35 Klein-orkest
8.20 Symph.-concert. 9.20 Gr.pL 9.35
Omroeporkest 10.3011.20 Dans
muziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1671 M.
7.35 Viool en piano. 8.05 Ryksuitz.:
Jugend am Pflug. 8.35 Gr.pL 9.20
Ber. 9.50 Trio-concert. 10.05 Weer»
bericht. 10.2011.20 Dansmuziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Parijs R. 8.059.05, Keu
len 9.059.20, Normandië 9.20—
11.20, Radio Danmark 11.2012.20,
Brussel VI. 12.20—13.35, Keulen
13.3514.25, Luxemburg 14.25—
14.55, Parijs Radio 14.5517.20,
Brussel Fr. 17.2018.20, Lond. Reg.
18.2019.20, Beromünster 19.20—
21.20, Brussel Fr. 21.2022.20,
Brussel VL 22.2022.35, Weenen
22.35—24.—.
Lijn 4: Brussel VL 8.9.30, Lu
xemburg 9.3010.35, Droitwich
10.35—11.50, Lond. Reg. 11.50—12.50
Droitwich 12.5014.20, Lond. Reg.
14.2015.10, Droitwich 15.1018.20,
Brussel VI. 18.2019.Droitwich
19.—20.45, Lond. Reg. 20.45—24.—
L
Een overwintering op
Spitsbergen.
21)
Dus alles wat voor Kristine nog overbleef
bedroeg Kr. 39.86. Dreyer liep zijn kantoor
°P en neer, terwijl Sivert voor zich uit zat
Ie staren. Na een oogenblik stond hij op en
riep: „Volgens mijn opvatting is er voor ons
Menschen geen ellendiger bestaan dan op die
duivelsche jjszee. Wat in satansnaam
Dreyer" riep hij uit „Ik heb afgedaan
«et al dat vloeken, dit heb ik me op deze
reis voorgenomen maar God sta mij b.j
daar zit die Kristine met haar troep kin
deren en Berner is weg misschien we
dood en morgen moet ik mijn zeeverkla-
r«« afleggen en nu hebben we dit er nog
bijl. Neen Dreyer, we moeten Kristine er
d°or heen helpen, opdat zij het verder kan
klaarspelen. Wij moeten een streep door
baar rekening halen, zoowel wat die goede-
ren als die voorschotten betreft, die je iaa.
hebt gegeven. Boek het maar op mijn reke
ning!"
Dreyer schudde hem de hand zeggende.
..Schipper Olsen, ik sla voor dat we dee-
Jij en ik, we dragen ieder de helft. La
ten we het lot van die arme menschen v
lichten zoo veel we kunnen. Op het 00ge"
hiik zit ik zelf krap. Anders zou ik gaarne
het geheel voor mijn rekening nemen, doch
zooals de tijden thans zijn, kan ik dit niet.
Dus, dan maar ieder de helft".
Op het monsteringbureau werden de man
schappen van „De Hoop" afgemonsterd,
als zijnde van het 't laatst van de ijszee
binnen .gekomen vaartuig, in den herfst van
1890.
Sivert Olsen zat in het bureau van Trom-
sö's schout. Er werd zitting gehouden voor
Sivert's zeeverklaring. Hij moest de reden
uiteenzetten waardoor hij niet alleen een
sloep, doch bovendien vier mannen had
verloren.
Het journaal van „De Hoop", dat Lange
Sivert dagelijks had bijgehouden (dat wil
zeggen: nadat hij thuis was gekomen, had
hij de zaak en het wedervaren gedurende
de reis ingeschreven) lag voor den ad-
junct-chout op tafel. Verschillende door
dezen gedane vragen werden door Sivert
beantwoord, doch, daar deze adjunct jong,
ijverig en nog niet lang in functie was, deed
hij meer dan de oude schout zou hebben
gedaan en hij vroeg en polste en onder
zocht de zaak zoodanig, dat het Lange Si
vert begon te vervelen en hij er draaierig
van ging worden. Sivert moest beginnen
met een mondelinge verklaring af te leg
gen over de geheele toedracht der zaak
Zoo goed als hij kon, vertelde hij, hoe het ijs
was komen opzetten, hoe dit de sloep had
ingesloten en hoe hij zelf met „De Hoon"
er ter nauwernood aan was ontkomen.
Na een lang en pijnlijk verhoor, hetwelk
Sivert zoodanig prikkelde, dat hij zijn best
moest doen om niet boos te worden, vroeg
de adjunct:
„Vertel mij nu nog eens schipper Olsen, in
dien jij nu, zooals men zegt, zulk een be
kwaam ijszeevaarder bent,.,, waarom zeil
de je dan naar een plaats, waardoor jü,
schipper, het leven van je manschappen in
gevaar hebt gebracht en niet alleen dit,
doch dat je zoodanig hebt gehandeld, dat je
daardoor den dood van de vier mannen
hebt veroorzaakt
Sivert werd zoo rood als een kreeft, doch
hij kon geen woord uitbrengen.
Hij probeerde te antwoorden doch
hij moest maar al denken of hij dan wer
kelijk zoo'n dwaas was geweest om naar
ginds heen te zeilen Doch hij en zoo
veel anderen waren daar immers zoo dik
wijls geweest, en nog later in het jaar dan
dezen keer en zij waren toch weer goed en
wel thuis gekomen!
Toen hij geen antwoord kreeg, vervolgde
de adjunct:
„Je weet toch wel, Sivert Olsen, dat een
schipper aansprakelijk is voor zijn man
schappen en dat er rechtsingang wordt ver
leend tegen een schipper, die door onver
schilligheid of nalatigheid het leven van
zijn mannen in gevaar brengt
Nooit in zijn leven was Sivert zoo ge
schrokken deze nieuwe adjunct, hier,
wilde hem zeker eens bang maken
Daar, in het Noorden, had hij met „De
Hoop" in het ijs gezeten en hij had gekruist
en gewacht, of de ijsbank weer van de
landzijde zou komen opzetten, zoodat hij de
Skagersbaai had kunnen binnen komen, om
Johan Troms en diens mannen weer aan
boord te kunnen opnemen. Hij had immers
daarop zoo lang gewacht, dat hij bijna de
kans had verkeken, om zelf met zijn schip
naar huis te kunnen komen hij vond 't toch
vreemd van dien schout, al was deze dan
ook nog een nieuweling. Hij had toch wel
gezien hoe „De Hoop" er uit zag, toen zy
binnen kwam geheel onder bet ijs* zoo-
spelen geweest op het erf van den assura
deur P. TooL aldaar. Blijkbaar was deze
niet erg goed gemutst, tenminste het meisje
was weggejaagd met bewoordingen als: „dat
rooie tuig kunnen we hier niet gebruiken",
waarbij Tool meer op de haarkleur van het
kind, dan op de politieke gezindheid van
den vader doelde.
Deze behandeling had natuurlijk de erger
nis opgewekt van verdachte J., die hierover
met Tool wel eens een onderhoud wilde heb
ben, doch die bij zijn komst zoowel voor- als
achterdeur gesloten vond. Toen de voordeur
even later toch geopend was, had J. na een
korte woordenwisseling Tool een slag in het
gezicht toegediend.
Eisch 10 of 5 dagen. Uitspraak conform.
Als de wijn is in den man
De kermis in Grootebroek eischte dit jaar
weer een slachtoffer. De gevolgen waren
gelukkig wel niet zoo erg, maar het zag cr
voor den arbeider K. Loots in den beginne
niet zoo erg best uit. Hij was n.L in het café
van Haakman te Grootebroek aan het feest
vieren geweest en tijdens deze feestelijkhe
den was hij al een keer in conflict gekomen
met N. K. uit Grootebroek, zoo zelfs, dat
van beide kanten klappen waren gevallfen.
Het feestgedruisch had evenwel de gemoe
deren weer wat tot bedaren gebracht, doch
tegen sluitingstijd was de oude veete weer
boven gekomen en bij den uitgang was het
opnieuw tot een treffen gekomen, tusschen
de twee tegenstanders, die zoo langzamer
hand aardig de hoogte hadden gekregen. In
zijn vechtlust had K. zijn vijand hierbij met
een ijzeren steel een klap op het hoofd ge
geven, waardoor deze een 20 uur bewuste
loos had gelegen.
Eisch 3 maanden gevangenisstraf. Uit
spraak 2 maanden gevangenisstraf.
Heldersche beleedigingen.
De koopman W. F. J. W. had in het poli
dat het schip ternauwernood zijn eigen ge
wicht kon dragen en nu kwam hier die
man van de wet en hield hem voor nu
zou hij misschien gestraft worden mis
schien wel tuchthuis... of wie weet wat
hem nog wachtte
Het noodzweet brak hem uit. Hij veegde
met een grooten zakdoek zich het gezicht
af.
De twee bijzittende zaakkundigen de
oude kapiteins Albrichtsen en Jakobsen
probeerden met eenige opmerkingen er
tusschen te komen en de zaak een andere
richting te geven, want zij merkten beiden
immers duidelijk, dat Lange Sivert door
dezen nieuwen adjunct-schout in het nauw
werd gebracht en dat die zaak niet zóó be
hoorde behandeld te worden doch hun
pogen werd door den adjunct kort afgesne
den. Deze ging met zijn kruisverhoor
door en hij nam Sivert verder onderhan
den.
„Je zegt, schipper Olsen, toen je genood
zaakt werd van Noorseiland weg te zeilen,
omdat de ijsbank in aantocht was en je
schip gevaar liep te worden ingesloten, dat
je toen Zuidwaarts bent gaan koersen. Nu
is mijn vraag: Kon je niet Oostwaarts zei
len in de richting van Skagersbaai en op
die manier in de buurt van de vier man
nen komen, om dezen weer aan boord te
krijgenHadt je dit gedaan, dan hadt je
de sloep zeker teruggekregen. Zoo begrijp
ik de zaak, gezien de hier voor mij liggende
verklaringen van je drie mannen en, in de
eerste plaats volgens jou eigen bekentenis.
Daarom vraag ik je nogmaals, of je, in
plaats van naar het Zuiden, niet beter
Oostwaarts, dus de sloep tegemoet, hadt
kunnen zeilen. Kon je dit niet hebben ge
daan .7 Verklaar ons dit nu eens met een
tiebureau te den Helder eenige zeer belee-
digende benamingen gezegd aan het adres
van mej. G. Visscher-Vischschraper te den
Helder, waarbij W. moest ondervinden, dat
een politiebureau nu wel de meest onge
schikte plaats is om iemand straffeloos te
kunnen beleedigen.
Eisch 25 of 15 dagen hechtenis. Uitspraak
15 of 10 dagen hechtenis.
Dure kooltjes.
De werkman A. Th. K. uit Grootebroek
had op de veiling te Bovenkarspel op 31
Juni een roode kool gestolen. K. was werk
zaam op de los- en laadplaats aldaar en
meende, dat hij de kool wel voor eigen ge
bruik kon meenemen. Dit was echter niet
onopgemerkt geschied, zoodat het kooltje
thans betaald moest worden met een boete
van 10 of 5 dagen hechtenis.
Eenzelfde poging, zij het dan ook op iets
grooteren schaal, was gepleegd door J. C. B.
en Th. J. B., beiden uit Grootebroek. Hier
had J. C. B. 4 kooien uit een langs de kade
liggende schuit weten te halen en hiervan
had Th. J. B. er 2 geïncasseerd.
Hoewel het hier gele kooien betrof taxeer
de de politierechter de waarde gelijk aan
die van de roode kooL weshalve beide ver
dachten veroordeeld werden tot 20 of 10
dagen, een prijs die de tuinders nog wel
nooit gemaakt zullen hebben.
Een slechte reclame.
De kapper W. V. te Hoorn had in zijn zaak
aldaar den landbouwer G. Pennekamp be-
leedigd. V., die waarschijnlijk om zijn klan
ten te boeien alle schandaaltjes van Hoorn
bespreekt, had een geheelen avond allerlei
lasterpraatjes aan het adres van Pennekamp
zitten te vertellen aan de klanten die bij
hem onder het mes kwamen. Daar toevallig
ook een vriendje van Pennekamp in de
scheersalon aanwezig was, bleef het ver
haaltje niet alleen in den scheerwinkel,
paar eenvoudige, duidelijke woorden".
Lange Sivert stond op en verklaarde:
„Zeker had ik Oostwaarts in de richting
van de sloep kunnen zeilen, doch dan zou
„De Hoop" tusschen het ijs zijn bekneld ge
raakt en wij hadden het schip verloren".
Afgemat zette hij zich weer.
De adjunct wachtte even; toen zei hij,
nadat hij de woorden van Sivert in het
proces-verbaal had genoteerd:
„Je antwoord bewijst dus, dat je zeer
goed in de richting van de sloep hadt kun
nen zeilen. Je waart dan dichter in de
buurt van de vier mannen gekomen dan
door Zuidwaarts te koersen. Dat je dan je
schip hadt verlorenen daarom schijnt
het mij dat de zaak zóó ligt, dat ten opzich
te van schipper Olsen bewezen is een on
verschilligheid men zou het ook een laf
heid kunnen noemen door maar weg te
zeilen en de vier mannen aan hun lot over
te laten. Verder heb je zelf verklaard, dat
het zeer onwaarschijnlijk is, dat de vier
menschen er het leven zullen afbrengen.
Na het inzicht dat ik van je handelwijze
heb gekregen, is het nu de vraag, of er om
trent deze zaak een aanklacht bij het zee
gerecht behoort te worden ingediend en
met het oog op de overtuigende bewijzen is
dit het geval en moet de zaak als volgt
worden geformuleerd:
Strafzaak tegen schipper Olsen van
Tromsö, wegens van vier man op Spitsber
gen te zijn weggezeild, deze aan hun lot
overlatende, terwijl hij overtuigd was, dat
zij moesten omkomen".
(Wordt vervolgd).